Bombaystad van prostitutie,
bedelaars en een hoop corruptie
extw
Sluis in het jaar 1808:
REMPLACANTEN VOOR DE
NA TIONALE GARDE MOBIL
ELLENDE ACHTER SCHIJNWELVAART
VRIJDAG 3 DECEMBER 1976
ZEEUWSCH-VLAANDEREN
De 'Times of India', die we aan
de Nepalees-Indiase grens in
handen kregen, maakte mel
ding van grote overstromingen
in het noorden des lands. Onze
papieren van de Engelse Auto
mobile Association, die over
igens uitstekend zijn, deelden
ons mede, dat de stad Khajura-
ho, die door drie rivieren wordt
ingesloten, doorgaans niet te
bereiken is in de maanden juni
tot november. Zodoende reden
we met enige vrees in ons hart
die stad tegemoet. Het geluk
was met ons. Over een lage dam
door de rivier, waarbij het water
nog geen dertig cm onder het
wegdek stond, bereikten we de
tempelstad. Van de drie groe
pen tempels is de westelijke wel
de mooiste.
De duizend jaar geleden door de Chan-
della's gebouwde meesterwerken van
architekluur en beeldhouwkunst, zijn
opgetrokken uit de alhier gevonden
rode zandsteen. De legende gaat. dat de
dochter van de brakmaan van Benares,
een wonderschone maagd, hier tijdens
het baden door de maangod Chandella
verleid werd. Haar nakomelingen, de
Chandella's, zouden ter ere van haar de
tempels, die in het teken van de vrouw
staan, hier neergezet hebben. De vrouw
wordt er op de meest bekoorlijke ma
nier in haardagelijkse bezig zijn uitge
beeld. Ik zag haar bezig toilette maken,
zich te baden, een doorn uit de voet te
halen en in innige omarming met man
nelijke figuren. Om deze laatste vrij
gewaagde erotische beelden wordt ook
wel gesproken van de 'sextcmpels' van
Khajuraho. De Chandella's moeten tij
dens hun weliswaar korte bloeiperiode
van ruim honderd jaar op een zeer hoog
cultureel peil gestaan hebben.
Dit predikaat komt zeker ook de boed
dhistische en Jain monniken toe. die in
Ellora, zo'n 400 km ten noordoosten van
Bombay, grote grotten, vierendertig in
getal, in de rotsen uitgehakthebben De
boedistiscbe grotten zijn vrij sober ge
houden, doch de boedafiguur, die in een
afzonderlijke nis geflankeerd door twee
wachters troont, is perfect afgewerkt.
De vaak vrij donkere nissen werden op
gelicht doordat een suppoost met een
spiegel het felle zonlicht liet binnenval
len Kleine detailversieringen werden
dan duidelijk zichtbaar. De wereldbe
roemde Kailasatempel, een hindoe
tempel, bezit zeer veel wandreliefs, die
vooral gebeurtenissen uit het leven van
de god Shiva, aan wie de tempel is toe
gewijd, weergeven. Van de drie hindoe
goden Brahman de oppergod en schep
per, Vishnu de onderhouder en Shiva de
verwoester, wordt vooral de laatste ver
eerd. De 'lingaam', een phallus uitbeel
ding, is het vereringsobject in de tempel.
Bloemen en geldstukken worden als of
fergave naar deze lingaam toegeworpen.
Ook in hindoetempels is het gebruik al
vorens de tempel te betreden de schoe
nen uit te doen.
De zon stond hoog aan de hemel en het
was haasje over springen van grot naar
grot om aan haar verschroeiende stra
len te ontkomen.
Ontstellend warm was het ook in Bom
bay. De 'Salvation Army', een trefcen
trum voor trekkende reizigers, fun
geerde voor ons als ziekenboeg. De
warmte had ons bevangen en duizelig
gemaakt. Victor had op de een of andere
wijze thyfoid opgelopen en lag met zeer
hoge koorts te bed. Een Indiase dokter
heeft hem er met. veel antibiotica en in
jecties binnen tien dagen weer bovenop
geholpen.
De boot waarvoor we geboekt hadden
om de overtocht naar Mombassa in Ke
nia te maken, was vanwege politieke
omstandigheden in Oost-Afrika gean
nuleerd. Ook de Nederlandse consul in
Bombay gaf te kennen dat het beter was
niet naar Afrika over te steken, omdat
Oeganda zeer onbetrouwbaar en in Soe
dan een burgeroorlog op handen was.
Informatie bij enkele scheepvaartmaat
schappijen om per vrachtboot de over
tocht te maken, bleek eveneens op niets
uit te lopen, omdat ze geen passagiers
meenamen. Eindelijk na veel kantoren
afgelopen te hebben, hadden we een
schip naar Koeweit besproken, maar bij
de Koeweitse ambassade in Bombay
kregen we de volgende tegenvaller te
horen. Aan toeristen werd zonderschrif-
tclijke toestemming door de Koeweitse
regenng geen visum verstrekt.
Zelfs de voorspraak en de bemiddeling
van de scheepskapitein, die ook bij de
Salvation Army logeerde, was tever-
Een Sikh, aanhanger van een Indische
religieuze sekte.
geefs om tenslotte een bootreis naar
Egypte te organiseren Het draaide
steeds op het zelfde uit: 'We nemen wel
vracht, maar geen passagiers mee'. Uit
eindelijk zouden we dan met het nodige
voorbehoud met een Duits schip mee
kunnen. doch toen ze over prijzen be
gonnen. was het voor ons een reden er
maar vanaf te zien De tocht via Co
lombo naar Port Said zou ons op 2000 -
D.M. per persoon komen, waarbij nog
komt dat we voor de auto 70 dollar per
m3 moesten betalen. Dit was al te gek
Wehakten de knoop doorenzouden dan
wel over land naar Egypte rijden.
Ellende
Tussen alle ellende van die schepen
door. hebben we toch ook nog iets van
de stad zelf gezien. De veel geroemde
hangende tuinen, die boven kunstma
tige waterreservoirs aangelegd zijn,
waren vrij kaal en kleurloos. De ern
aast gelegen 'Toren der stilte', waar de
Parsis (volgelingen van Zarathustra)
hun doden aan de gieren ten prooi ge
ven, omdat ze de natuurelementen aar
de, water en vuur niet mogen veron
treinigen door begraven of verbranden
van dode lichamen, mochten we als an
dersdenkenden niet betreden. We
moesten het maar met een verkleinde
kopie in het 'Prince of Wales' museum
doen. Wel hebben we de gieren in de
lucht zien rondzweven boven de bo
men, waartussen de zes meter hoge to
ren verscholen ligt.
Per taxi lieten we ons 's avonds na nege
nen naar Falklandroad waar de rode
buurt is. voeren Uit de auto stappend
wist ik met wat ik zag. Vrouwen enjohge
meisjes zaten er achter tralies en boden
voor vijf rupees (-• 1,35» hun diensten
aan. Waarom deze, tegen Indisch ge
bruik in, kortgerokte meisjes van de po
litie in hokken achter tralies moeten,
werd me duidelijk, toen ik iets te dicht
bij zo'n 'kooi' liep. Grijpgrage handen
schoten tussen de tralies dooren pakten
me beet om me naar zich toe te trekken.
Buiten wat schrammen in mijn nek ben
ik er verder zonder kleerscheuren afge
komen. In de straat liep het vol mensen.
De hopen zand en puin. die het trottoir
onbegaanbaar maakten, vormden het
bed voor de onteerde moeders, die er
met hun kind aan de borst lagen te sla
pen. Sanitaire voorziening was er geen
enkele. Ik moest er bijna gaan kokhal
zen van de afschuwelijke stank. De
enige openbare waterkraan die er was.
liet zijn water stromen, omdat de tap
gemold was.
Mijn medelijden met een paar bede
lende vrouwen met baby op de arm, die
ik een rupee fooi gegeven had. was er de
oorzaak van, dat ik drie straten verder
nog vrouwen en kinderen baksisch roe
pend achter me aan had lopen. Ze kniel
den voor me neer, namen mijn broek
spijp beet en wilden ten teken van on
derdanigheid mijn schoenen kussen.
Daar moest ik dan toevallig helemaal
niets van hebben en liep met versnelde
pas door. De vader die zijn ziekelijk uit
de ogen kijkend vijfjarig dochtertje
steeds opnieuw achter me aanstuurde
om geld los te krijgen, had ik het liefst
een tlinke opdonder verkocht. Omdat
het kindje het opgaf baksisch te vragen,
vloekte hij zijn dochtertje uiten gaf het
zo'n harde por. dat het huilend op de
grond viel. Nee, dat hoefde voor mij niet
langer en ik ben snel de wijk uitgerend.
Kon ik de vorige keer nog schrijven dat
de zwarte markt ons redelijk voordeel
opgeleverd had voor cash geld wisselen,
nu liep hetheel anders af. Een nogjonge
kerel sprak ons aan bij het binnen treden
van het postkantoor en vroeg: 'Money
change? I'll give you ten'. „Nee," zeiden
we al lachend. ..we wisselen alleen voor
twaalf en een half'. 'Als je een groot be
drag hebt. kan ik dat geven', riep hij ons
nog na. We liepen zonder er verder acht
op te slaan door. Buiten het postkan
toor werden we opgewacht door de
zelfde kerel, die zijn broer 'de geldwisse
laar' bij zich had. Hij bood aan dertien
rupees te geven voor één dollar. Ik zelf
had alleen cheques en maakte een grap
je. Piet die bij me was. had er wel oren
naar en zei: ..We hebben toch geld nodig
en de banken zijn vanmiddag gesloten.
Als ik het doe heb ik bijna vijftigprocent
winst' Ergens voelden we dat het niet
geheel vertrouwd was. temeer daar 'de
geldwisselaars' met mee naar een res
taurantje wilde gaan om de zaken daar
af te handelen. „Erzitten te veel mensen
van de regering", deed hij voorkomen.
Het geld werd ons voorgeteld, waama
hij de bankbïljeijes samenvouwde. We
hadden tot. dan toe stilgestaan en op de
vraag van Piet het geld eerst te krijgen,
zei hij: .Laten we gaan lopen, dat valt
minder op'. Nogmaals drong Piet aan
het geld eerst te krijgen, maar hij ant
woordde: ..Ik loop echt met weg!" Ook
het voorstel om mij als tussenpersoon te
laten fungeren werd afgewezen Einde
lijk kwam het dan tot een gelijk over
steken van het geld. Het verliep wat
moeilijk en op datzelfde moment spron
gen er twee andere kerels tussen. We
hadden het geld doch bij natellen bleek
er veel te weinig te zijn. Die kerels zijn zo
watervlug. dat ze ongezien de biljetten
wegmoffelen waar je zelf op staal le kij
ken. Uiteraard was er geen spoor van de
daders meer te bekennen. Je snapt na
derhand niet, dat je het hebt kunnen
doen. omdat zoveel facetten in de rich
ting van bedrog wezen. We weten voort
aan wat we met de zwarthandelaren aan
moeten.
Westers
Bombay de zeer westers aandoende
havenstad spreidt zijn welvaart en
rijkdom ten loon door middel van de
wolkenkrabbers en de hoge kantoor
fiats. Als je er van zee op kijkt, waan je
je eerder in Amerika dan in India. Ach
ter deze schijnwelvaart gaat een hoop
ellende schuil in de sloppenwijken.
Deze liggen in een gordel rondom de
stad. Ruim twee miljoen mensen leven
er in van planken en opengesneden
olieblikken dichtgespijkerde hokken.
Het is de regenng nog niet gelukt alle
daklozen uil.de binnenstad te verjagen.
Als je er 's avonds over straat loopt zie je
de arme behoeftige personen op de
stoep liggen slapen. Soms nog niet eens
Op 1 juli van dit jaar vertrok de uil
Nieuw-Namen afkomstige onderwij
zer Frans Smet voor een rondreis
door Zuidoost-Azie en Noordwest-
Afrika.
Op zijn reis die ongeveer zes maan
den in beslag zal nemen is Frans
Smet niet alleen Hij wordt vergezeld
door de econoom Victor van Laar uit
Arnhem, fotograaf Theo Willems uil
Valkenswaard en chef-monteur Piet
Smits uit UdenhöuL Hel gezelschap
reist met een speciaal voor dit doel
omgebouwde VW-bus. Van hun erva
ringen cn belevenissen onderweg
schrijft Frans Smet reisverslagen,
die in de PZC uorden opgenomen.
Ditmaal trok het gezelschap door
India, maakte erg veel mee en sjokte
dagenlang door een 'oververhit'
Bombay. In het Griekse Athene
wachtten ze vervolgens op een boot
naar Egypte.
een stuk karton ter isolatie tegen de
harde vochtige stenen onder zich Mijn
treinreisje naar Santa Cruz. de luchtha
ven en anderzijds badplaats van Bom
bay. gaf me weet van de ellende van de
slopbewoners. Door de stampvolle
trein, waar de helft van de passagiers
buiten hangt en zich één voet op de
treeplank één hand aan de stang laat
meevoeren, was ik mijn voorgenomen
halte voorbij gereden. Twee halten ver
der verliet ik de trein. Naast de spoor
baan hingen zeilen schuin tegen de af
rasteringsdraad. Daaronder leefde een
heel gezin. De mensen liepen er maar
doodeenvoudig over de rails of zochten
zelfs de ijzeren staven als zitplaats op.
Niet te verwonderen dat er per week zo'n
dertig mensen door een trein gegrepen
worden. De kranten maken er al niet
eens meer melding van. Buiten het sta
tion stapte ik in een wijk vol koeiestal-
len en krotten. Alle buffels en heilige
koeien zijn uit de binnenstad verdreven
en staan nu als melkkoe dicht tegen el
kaar aangepropt onder een afdak in de
buitenwijken. De veeboer leeft er op een
zolder van planken boven zijn beesten.
Vrachtwagens voeren meel en gras aan
en brengen de mest, die er op grote ho
pen tussen de huizen ligt. weer weg. Bij
de openbare tapkraan is het een drukke
bedoening. De een staat zich uitgebreid
met zeep te wassen, terwijl de ander zijn
\vaterkan eronder aan het vullen is.
Naakte kindertjes lopen er in groten ge
tale rond. Luid schreeuwende moeders
komen bukkend uit hun woning om hun
kroost tot zich te roepen. De geit staat
met een ketting aan de huisdeur vast-
gebonden in zijn eigen uitwerpselen te
trappen. Mijn komst werd blijkbaar niet
stookt. Een dunne buis die door een val
water liep. zorgde er tenslotte voor. dat
de eronder staande kruik druppeltjes-
gewijs gevuld werd met sterke drank.
Ik vond het maar griezelig van die zelf
gemaakte drank te drinken. I>e kokos
melk en het dunne vruchtvlees van de
kersverse noten heh ik me daarentegen
zeer goed laten smaken. De jeneversto
ker gaf ons nog enige verse eocosnoten
mee voor het geval we dorst mochten
krijgen.
Het Diwalifeest. dat de terugkeer van
Sita uit de Ramayana herdenkt, wordt
hier met. veel kabaal en vuurwerk ge
vierd. We werden door schoolkinderen,
die met schalen zelfgebakken lekker
nijen rondliepen op allerlei zoetigheid
getrakteerd Iedereen moet maar roede
len in de feestvreugde is de opvatting.
De vele zevenklappers, die ons na een
vermoeiende dag uit de slaap hielden,
hebben we niet zo in dank aangenomen.
Twee dagen later, vierentwintig okto
ber. was het Indisch nieuwjaar. Ook dit
werd met het nodige feestgedruis ge
vierd Overal hingen gekleurde lampio
ns. vlaggen en sterren builen We heb
ben elkaar conform de gebruiken van
het land ook maar gelukkig nieuwjaar
gewenst.
In Delhi ontmoette ik zeer toevallig de
broer van de secretaris van de Indiase
ambassade in Den Haag. Zijn uitnodi
ging een kop koffie op een dakterras te
gaan drinken, heb ik met afgeslagen
Het gesprek kwam via huwelijksge
woonten. waarbij de ouders van de jon
gen nog steeds de bruid uitzoeken, op
geboortebeperking terecht. Hij vertel
de, dat het een goede zaak was zich als
vader van twee of drie kinderen te laten
steriliseren. ..We moeten iets doen tegen
de armoede en de hongerlijders en dus
moet er familyplanning komen", sprak
hij. In de Times of India' had ik al en
kele keren berichten over stenlisatie-
campagnes gelezen. De meest frapante
daarvan was wel. dat iemand die vijf
honderd mensen voor sterilisatie kon
aanwerven een Ambassador (Indiase
autoi cadeau kreeg. Een angstige trek
kwam over zijn gezicht toen ik over de
politiek sprak en de naam Indira
Gandhi me liet ontvallen. „Praat niet
over politiek in het openbaar en laat ze
ker de naam van de eerste minister niet
over je lippen komen, wantoveral zitten
spionnen en ze zetten me meteen ge
vangen". deelde hij me angstig om zich
heen kijkende mee. Nu werd het me dui
delijk waarom Amnesty International
hier zo wemig zoden aan de dijk krijgt.
De man zelf wilde het liefst met een bui
tenlandse trouwen, waardoor het hem
mogelijk zou worden een paspoort te
krijgen en naar het buitenland te ver
trekken. Velen hadden me trouwens al
gevraagd of ik niet kon bemiddelen hen
op prijs gesteld, want enige grommende
en luidblaffende honden omringden me.
Ik heb hun bevel weg te gaan maar op
gevolgd.
Enige dagen later lag ik zalig te genieten
van derustophethagelwittestrand van
Goa. Met de zacht wuivende palmen
boven mijn hoofd en het geruis van de
golven op de achtergrond, was ik alle
ellende van Bombay: de botenpech. de
geldwisselaffaire en de lastige baksisch
roepende mensen al weer vergeten. Goa.
het gebied dat met zyn vele katholieke
kerken, zijn forten en zijn familienamen
nog levendig herinnert aan de Portu
gese bezetting van voor 1961. Ik sprak er
een man die me met heimwee vertelde
over die voorbije glorietijd, toen alle
buitenlandse produkten van horloges
tot parfums nog voor weinig geld te
koop waren. Goa was namelijk een vrij
haven. ..Destijds waren we helemaal
niet ziek", vertelde hij „Als je buikpijn
had. nam je een stevige slok Franse
cognac of Amerikaanse whisky en weg
was de pijn Nu kunnen we voor veel
geld die Indiase rommel, waar je alleen
nog maar zieker van wordt, kopen". Hij
verwees daarbij naar de recente sterke
drankvergiftiging ten gevolge van een
foutieve bereiding, waarbij meer dan
honderd mensen de dood gevonden
hadden
Diezelfde dag belandden we in een vis
sersdorpje. waar de mannen nog enkel
in een lendedoekje gekleed gingen. Ze
woonden in lemen hutten met een dak
van palmbladeren, dat bijzonder warm
tewerend werkt In kleine slanke boo
tjes. gemaakt van aan elkaar genaaide
planken en voorzien van een extra drij
ver om niet om te slaan, trekken ze de
zee op. We zagen ze 's morgens vroeg
temgkeren volgeladen met grote 'King-
fishes' en Prawns' (een grote garnaal-
Jeneuerstoken
Een belastingontvanger, die \s e een lift
hadden gegeven, nam ons mee naar een
cocosbomenplantage. Hij wist een je
neverstoker te wonen, die uit het sap
verkregen van jonge cocosscheuten,
een sterk alcoholische drank bereidde.
Het was een zeer primitieve installatie.
Onder een grote aardewerken kruik,
waarin zich het sap bevond werd ge
Ecn kussend paar uit de tempelwan-
dversiering van Khajuraho.
aan een paspoort te helpen. Ik zou voor
hun dan een waarborgsom moeten stor
ten en een bnef geven dat ze bij mij thuis
onderdak konden krijgen. Zoiets valt nu
eenmaal niet zo gemakkelijk te doen.De
terugreis over land verliep redelijk vlot
De Afghaanse douanebeambte, die onze
auto bij het binnenkomen van dat land
kwam controleren, nam er mijn pas
poort uit, omdat, hij er een polaroid ca
mera in aangetekend had zien staan Ik
liet hem op zijn verzoek het toestel zien.
Hij vroeg of ik geen foto van hem kon
maken. Omdat hij ons al zo verschrikke
lijk lang aan de balie had laten wachten,
voelde ik daar mets voor en vertelde
hem. dat ik de foto's zelf nodig had. 'Al
les uitladen!' was daarop zijn antwoord.
Heel de auto moest leeggemaakt wor
den. Van de uitgeladen bagage bekeek
hij even een prentenboek en daama
mochten we weer alles inladen.
De paspoorten nam hij weer mee naar
het kantoor. Onderweg vroeg hij me
nogmaals een foto van hem te maken.
Barst, dacht ik en vertelde hem we
derom dat ik de foto's zelf nodig had.
Nadat hij het voorval aan zijn kollega's
had verteld, kreeg ik na nog een hall uur
wachten toch eindelijk de paspoorten
Streng
Bij het uitgaan van het zelfde land wis
ten we al. dat alles heel streng gekon-
troleerd zou worden. Nadat alles uit dc
auto gehaald was, werd de bekleding
losgemaakt, de banden beklopt, de re
serve accu op spanning gecontroleerd,
de benzinetank met een grote ijzerd-
raad afgetast en het multiplex tafel
blad enige malen met een priem door
boord. De autocontrole alleen al vergde
ruim drie kwartier. Hiema begon het
doorzoeken van onze bagage. Weer
stuitte de douane op mijn Polaroid ca
mera. 'Me foto. than check finished!"
sprak hij. De anderen zeiden: „Doe het
nou maar dan kunnen we verder". On
gelooflijk toch hoe corrupt zo'n land is.
Bij de Iraanse grenspost moest weer al
les uitgeladen en onderzocht worden.
Deze beide grensposten hebben ons zes
uur gekost.
Oost-Turkijezijn we maarzo vlug moge
lijk doorgereden. In Kabul hadden we
Engelse jongelui gesproken, die meteen
grote truck met twintig mensen erin in
Oost-Turkije overvallen waren door
twee gewapende mannen. Ze hadden
alle geld. cheques, camera s en andere
kostbaarheden moeten afgeven. Als je
zoiets gehoord hebt rij je wel met enige
schrik en beven zo'n land door We zijn
er veilig doorgekomen. Wel moesten we
van de ene benzinepomp naar de andere
rijden om toch maar een litertje brand
stof los te krijgen. Vele pompen gaven
zelfs totaal niets geen benzine meer. Ze
konden ons de reden van de beperking
niet duidelijk maken.
Het is nu in Athene wachten op de boot
naar Egypte
Geen Sluisse. geen Franse, maar een
Hollandse' Garde d'Honneur ia che-
vah. naar een tekening van W. L. Pen
ning. Deze ruiters droegen een donker
groene 'dolman' met rode opslagen en
een rode rijbroek
SLUIS - Er is zo weinig bekend
over Sluis in de Franse tijd. Er
waren tal van merkwaardighe
den die in de 'Oudheidskamer'
bewaard werden, maar vrijwel
alles is door bombardement en
brand in october 1944 vernield.
Ik dacht, schatten te zullen vin
den in dat unieke handschrift
van P. Meesters, 'onderwijzer
van den eersten rang, hoofdon
derwijzer bij de stads-scholen te
Sluis', waarvan slechts 2 exem
plaren bestaan: het originele
manuscript van Meesters 'Ge
schiedkundige bijzonderheden
betrekkelijk De Stad Sluis in
Vlaenderen', voleindigd in 1828,
en ook nog een geschreven co-
pie, deels door Meesters zelf,
deel blijkbaar door zijn leerlin
gen overgeschreven. Het origi
neel bevindt zich ten stadhuize
te Sluis: het zal te zijner tijd, na
bewerking door de heer G. A. C.
van Vooren te Aardenburg, in
boekvorm verschijnen.
Maar de 'geschiedkundige bijzonder
heden' gaan niet verder dan tot 1794
feitelijk, met slechts enkele regels, na
het hoofdstuk over de verwoesting en
verovering van Sluis door de Fransen
onder generaal Moreau, die de vernie
ling van de St. Janskerk. 1811. door
brand vermelden, de 'omwenteling'
van 1813 en een paar aantekeningen
over de ontstellende armoede in het in
'94 vernietigde en verbrande stadje,
waar 'de schamelen' zich trachtten te
verwarmen in wintertijd door het sto
ken van geroofd hout uit de honderden
vernielde woningen en grote gebou
wen.
Na de verovering door de Fransen werd
het oude Staats-Vlaanderen bij de re
publiek ingelijfd, het werd een deel van
het Departement van de Schelde De be-
langrijkste documenten van 1794 tot en
met 1813 moet men zoeken: grotendeels
in het Belgisch Rijksarchief te Gent
Gelukkig kon ik in 1958-'60 interessante
processtukken inzien die door de toe
nmalige conservator van het Rijksar
chief te Brugge, wijlen mijn vriend dr.
Jos De Smet. ontdekt waren, en die be
treffen: gegevens over de diefstal van
een kleine boot, waarmee op het Zwin.
nabij het Hazegras te Knokke-Het Zou
te. smokkelwaar van Engelse schepen
aan land werd gebracht, die meestal
door zwaarbeladen mannen naar
Brugge werd gebracht. Anderzijds werd
dat bootje ook. en een paar andere, ge
bruikt om Zeeuwen. Fransen. Vlamin
gen. gedeserteerd uit het Franse leger,
of ontsnapt uit het 'bagno' van Duin-
kerke. aan boord van die Britse 'smok-
kelschepen' voor de kust nabij de
Zwinmond. naar Engeland te brengen
samen met Engelsen, die uit Franse
(krijgs-igevangenschap waren ontr
snapt. Die 'Brugse documenten" ver
melden bijvoorbeeld ook dat zulke En
gelse ontsnapten, s nachts op weg
zijnde naar het Hazegras. te SL-Anna
ter Muiden door de Franse gendarmes
werden gesnapt en in de boeien geklon
ken. Een nog erger lot wachtte hen. ver
banning naar verre eilanden of, in de
smerigste bagno's in Frankrijk zelf: de
hongerdood.
Ik vroeg mij vaak at hoe het in Sluis,
vooral onder keizer Napoleon Bonapar
te. wel geweest mocht zijn. Of er moge
lijk een groep Sluizenaars was. die al
thans aanvankelijk keizer en keizerrijk
genegen waren.
Door twee vlak na elkaar ontvangen
'stukken' meen ik te mogen zeggen dat
Napoleon, eerst als Consul, daama als
Keizer, weldegelijk de sympathie geno
ten moet hebben van verscheidene bur
gers van Sluis, die wellicht grotendeels
behoorden tot de meest weistellenden.
Leesgezelsch a p
Oud-notaris H. Bakker, thans w onende
te Ede (Geld.), voordien eerst
candidaat-notaris te Sluis, daama no
taris te Hazerswoude. zond mij een
kostbaar geschenk, enkele weken gele
den. Namelijk het boek. 'in 4 stukken'
doch in éen band verenigd dankzij de
heer Bakker, dat in 1802 te Amsterdam
werd gedrukt bij Johannes Allart: 'Het
leven van Buonaparte', door Mr. J. van
der Linden.
Het 'levensverhaal': éen en al bewon
dering voor 'den u.vtzonderlyken Cor-
sikaan'. voor zijn politieke en militaire
carrière, één lofzang (in elk geval met
prachtige 'plaaten' verlucht), heeft wel
veel documentaire waarde. Maar voor
het 2e tot en met het 4e 'stuk' van het
boek liggen met de hand beschreven
vel let jes papier, die de namen bevatten
van de Sluizenaars die in 1803 deel uit
maakten van een Sluis 'Leesgezel
schap', met vermelding van het aantal
dagen dat de lezers één of meer 'stuk
ken' hadden thuisgehad, om er in te le
zen. Het belang van die bl aad jes is voor
mij groter dan 'het levensverhaal' zelf.
Ik vind er o.a. dc volgende namen van
toenmaals zéér bekende Sluisse fami
lies: Blaaubeen.Hennequin.Callenfels,
Moelaert, Schietekatte, Van Ruyven,
en na die eerstgenoemde nog drie an
dere Hennequins.
Het zou echter te eenvoudig zijn, uit de
belangstelling van die lezers hun
'Franse en/of Napoleontische gezind
heid' als bewezen te beschouwen.
Doch behalve genoemd boek door Mr. J.
van der Linden kreeg ik ook nog, van in
Sluis wonende oude vrienden, een
klein dossier met diverse stukken, met
de hand geschreven, het: 'Reglement
van vereeniging gemaakt tusschen de
navolgende persoonen, alle woonagtig
te Sluis, dewelke deelmaken tot het
funieeren van zes manschappen voor
de nationale garde om dienst te doen
aan de kusten in het 1 and van Cadzand'.
Het Reglement van '19 Mey 1808' draagt
het zegel (van 75 centiemeni van het
Franse Keizerrijk, evenals de bijge
voegde papieren uit september 1808 en
januari 1809. die om. vermelden,
waarom de (verplichte) 'Garde Nationa
le'. nationale garde, de burgerwacht', er
gekomen was. en waarom het comité
dat bovengenoemd 'Reglement' op
stelde besloot: een lijst van de burgers
van Sluis op te maken waaruit rempla
canten voor de 'Nationale garde mobil'
konden worden betaald.
Die remplacanten ivervangers) waren
per week betaalde mannen 'om vrijwil
lig de dienst van garde-cotes (kust
wacht! te vervullen'.
In Frankrijk was de 'Garde Nationale'
als burgerwacht reeds ontstaan: enige
dagen voor de bestorming van de Bas
tille, alleen voor Parijs dan. welke garde
gevormd werd door 'leden van den der
den stand'. In 1790 werd die burger
wacht voor geheel Frankrijk verplicht
gesteld. De leider werd La Fayette,
ende leden van de Garde Nationale
moesten hun uitrusting zélf betalen
In 1823 werd de garde', als republi
keinse instelling', door Karei X opgehe
ven. maar nadien werd zij weer opge
richt. en na een reorganisatie, door Na
poleon III. in 1852. speelde de burger
wacht een zeer grote rol" in 1871 gaf de
Nationale Garde zeifs de stoot tot ae
Commune van Parijs. Om tenslotte op
27 juli 1872 wederom, en in die vorm
voorgoed, te worden opgeheven.
Hel "Reglement' van mei 1808 uit Sluis
bepaalt dat aanvankelijk een twintig
tal Sluisse burgers elke w eek een be
paald bedrag zou geven aan de 'the
saurier" (schatbewaarder, penning
meester». die niemand anders was dan
Andries Blanken, al een zéér voorname
familie toen. en later.
Directeuren van die 'societeid' van
contributie-betalenden waren de hh .nu
ja: er staat "Messieurs' Francois De Vos
en Pieter Jacobus De la Have. Deze
laatste nam het op zich. de nodige man
schappen te vinden, die als remplacanl
zouden 'fungeren'. Het Reglement werd
ondertekend o m. door: Philip Herme-
quin. Pieter Hennequin. Mattheus Hen-
nequin. voor diens zoon: Joh an Comelis
Hennequin.
Andere ondertekenaars: Andries
Blankert. Willem Palm. Van der Be-
ke. .op voorwaarde dat HU géén offi
cier 'in 't zelve corps" zou moeten wor
den!. en door de genoemden: De Vos en
De la Have, plus: Bernard Renier. Jacob
Bouvin. Jan Moelaert de Backer.
Francois De Cruenaere. Ferdinand
Tanghe. Pierre Doucet, Adriaan Tal
boom. Jannis Visser. Christiaan Schrier.
Jacobus Gijsels. Mattheus du Boo.
Judocus Maes, Hendrik Verschoore en
anderen. De Sluizenaars van nu zullen
er nog in Sluis bestaande familienamen
bij vinden.
Twee gulden
Een bijlage in het dossiertje. januari
1809, gaat over het zich vrijwillig enga
geren van Jacobus Bastink, 'woonende
ter commune van Sluijs ten Einde',
waarvoor hij zou ontvangen: een toe
lage van 2 guldens Zeeuwsch geld per
week. De vrijwilliger Bastink nam dc
plaats in van éen van de ingezetenen
van Sluis, die in de Garde Nationale
moesten dienen, 'weegens hunne jaaren
subject aan dezen dienst', maar die
blijkbaar liever niét hij nacht en ontij -
de kusten van het Land van Cadzand of
van het Zwin, tot tegen het Hazegras
toe, wilden patrouilleren.
Als reden voor het 'stellen van een rem-
placant' werd meestal opgegeven: be
roepsbezigheden of hoge leeftijd. Im
mers: alle inwoners van Sluis tussen 20
en 60 jaar waren 'in principe dienst
plichtig-
Een andere bijlage, september 1808.
geeft veel meer namen van burgers van
Sluisdiedeel uitmaakten van hetfonds,
waaruit remplacanten werden betaald:
ik vind er véél bekende familienamen
bij: uit de tijd dat ik een jongen was in
Sluis, als: Du Burck. Caashoek, Ver-
meesch, Bal, Timmerman, Delobel.
Lannoye, (dei Krijger, De Roo, Bruij-
nooge, Heemshuisen en Coppens!
Het is nog wel interessant, de inleiding
tothetreglementop het vormen van een
fonds voor het bekostigen van plaats
vervangers te geven:
De ongelukkige Omstandigheden waar
veele inwoonders van deze Plaats in
gebragt zijn door den voorduurenden
Oorloog die den kwijnende koophandel
na zig sleept, en meer dan gewoone me-
suures (maatregelen) vraagt, dede ons
Bedagt zijn op het daar stellen van een
plan, ter Ramplacecring in de ge
vraagde Garde Nationale, daar dit
voorstel alleen gegrond is op gronden
van billijkhcyd en tot voorkoming dat
Niemand der ingezeetene zijn beroep
en handwerk zoude moeten verlaten,
en zijn familje aan veele onaange
naamheden bloot stellen, leggen wij
een plan ter intekening open van deze
inhoud(waarna de artikelen van
het reglement volgen, vooral over de
financiële bijdragen .welke 'cotisaties'
naar draagkracht waren ingedeeld in 3
klassem.
Denk niet, dat het ooit ging om een 'le
ger' van remplacanten. Ik zie dat er
slechts sprake is geweest van zes
plaatsvervangers. Hetgeen niet weg
neemt dat de twee gulden Zeeuws Geld
toch niet voor alle "vrijwilligers' een
trekpleister was om te patrouilleren
langs kust en Zwinoevers. Tussen no
vember 1808 en 1 juni 1809 werd aan één
der zes remplacanten niet de gehele
'toelage' betaald, logisch: P. J. de
Planck was gedeserteerd, en ontving
een deel van zijn 'loon', maar men was
wel zo billijk onder de 'grote heren', les
gros bonnets', van 't Fonds der 'Garde
Cotes' van Sluis, hem toch zijn 'hand
geld' te geven, dat hij bij het tekenen
van zijn vrijwilligersovereenkomst niet
had ontvangen.
En de Garde d'Honneur?
Natuurlijk tracht ik meer te weten te
komen over de Franse tijd in Sluis. Wat
mij in hetbijzonder belang inboezemt is
de vraag of er werkelijk 2 of 3 'rijke
Sluisse burgerszonen' dienst hebben
genomen. z.g. vrijwillig, in werkelijkheid
gedwongen, m de (beruchte) 'Garde
d'Honneur" van de keizer, die door de
zware nederlaag van zijn legers in Rus
land. ook zijn beste regimenten cavale
rie had verloren. In het ingelijfde Neder
land en in ingelijfd Belgié. derhalve ook
in het 'Departement l'Escaut'. lichtte
Napoleon 4 regimenten ruiterij, elk van
2500 man. waarvan volgens W. F. Lich-
tenauer vijf procent uit 'onze streken'
(bezet Holland) kwam. (Zie: het mein
ummer van Spieghel Historiael'. 7e
jaarg. nr. 5).
Die 'vrijwilligers' bestonden veelal uit
'landjonkers' en zonen van njke bur
gers. <üe zoals de Garde Nationale hun
eigen uitrusting, ook hun paard, meen
ik. zélf moesten betalen.
Helaas weet ik nog niet met zekerheid,
dat Sluisse jongemannen: één Henne
quin. één Callenfels en één Blankert.
van die 'Keizerlijke Ercgarde' deel
hebben uitgemaakt. Vermoedelijk wel.
Gelukkig dat ik over die Sluisse
'burgerwacht' van 1808-1809 beter ben
ingelicht. En over het Fonds voor het
nemen van remplacanten. dat in elk
geval bestond uit mensen, waarvan er
in 1803 een duidelijke verering hadden
voor Napoleon Buonaparte. Die toen
nog dc ene veldslag na de andere won.
tot lang nadat hij in 1804 zichzelf tot
Keizer had gekroond. Door de hem
'lichtjes' opgezette keizerskroon vast
op het hoofd te drukken.
EMILE BUYSSE