Bombaystad van prostitutie, bedelaars en een hoop corruptie extw Sluis in het jaar 1808: REMPLACANTEN VOOR DE NA TIONALE GARDE MOBIL ELLENDE ACHTER SCHIJNWELVAART VRIJDAG 3 DECEMBER 1976 ZEEUWSCH-VLAANDEREN De 'Times of India', die we aan de Nepalees-Indiase grens in handen kregen, maakte mel ding van grote overstromingen in het noorden des lands. Onze papieren van de Engelse Auto mobile Association, die over igens uitstekend zijn, deelden ons mede, dat de stad Khajura- ho, die door drie rivieren wordt ingesloten, doorgaans niet te bereiken is in de maanden juni tot november. Zodoende reden we met enige vrees in ons hart die stad tegemoet. Het geluk was met ons. Over een lage dam door de rivier, waarbij het water nog geen dertig cm onder het wegdek stond, bereikten we de tempelstad. Van de drie groe pen tempels is de westelijke wel de mooiste. De duizend jaar geleden door de Chan- della's gebouwde meesterwerken van architekluur en beeldhouwkunst, zijn opgetrokken uit de alhier gevonden rode zandsteen. De legende gaat. dat de dochter van de brakmaan van Benares, een wonderschone maagd, hier tijdens het baden door de maangod Chandella verleid werd. Haar nakomelingen, de Chandella's, zouden ter ere van haar de tempels, die in het teken van de vrouw staan, hier neergezet hebben. De vrouw wordt er op de meest bekoorlijke ma nier in haardagelijkse bezig zijn uitge beeld. Ik zag haar bezig toilette maken, zich te baden, een doorn uit de voet te halen en in innige omarming met man nelijke figuren. Om deze laatste vrij gewaagde erotische beelden wordt ook wel gesproken van de 'sextcmpels' van Khajuraho. De Chandella's moeten tij dens hun weliswaar korte bloeiperiode van ruim honderd jaar op een zeer hoog cultureel peil gestaan hebben. Dit predikaat komt zeker ook de boed dhistische en Jain monniken toe. die in Ellora, zo'n 400 km ten noordoosten van Bombay, grote grotten, vierendertig in getal, in de rotsen uitgehakthebben De boedistiscbe grotten zijn vrij sober ge houden, doch de boedafiguur, die in een afzonderlijke nis geflankeerd door twee wachters troont, is perfect afgewerkt. De vaak vrij donkere nissen werden op gelicht doordat een suppoost met een spiegel het felle zonlicht liet binnenval len Kleine detailversieringen werden dan duidelijk zichtbaar. De wereldbe roemde Kailasatempel, een hindoe tempel, bezit zeer veel wandreliefs, die vooral gebeurtenissen uit het leven van de god Shiva, aan wie de tempel is toe gewijd, weergeven. Van de drie hindoe goden Brahman de oppergod en schep per, Vishnu de onderhouder en Shiva de verwoester, wordt vooral de laatste ver eerd. De 'lingaam', een phallus uitbeel ding, is het vereringsobject in de tempel. Bloemen en geldstukken worden als of fergave naar deze lingaam toegeworpen. Ook in hindoetempels is het gebruik al vorens de tempel te betreden de schoe nen uit te doen. De zon stond hoog aan de hemel en het was haasje over springen van grot naar grot om aan haar verschroeiende stra len te ontkomen. Ontstellend warm was het ook in Bom bay. De 'Salvation Army', een trefcen trum voor trekkende reizigers, fun geerde voor ons als ziekenboeg. De warmte had ons bevangen en duizelig gemaakt. Victor had op de een of andere wijze thyfoid opgelopen en lag met zeer hoge koorts te bed. Een Indiase dokter heeft hem er met. veel antibiotica en in jecties binnen tien dagen weer bovenop geholpen. De boot waarvoor we geboekt hadden om de overtocht naar Mombassa in Ke nia te maken, was vanwege politieke omstandigheden in Oost-Afrika gean nuleerd. Ook de Nederlandse consul in Bombay gaf te kennen dat het beter was niet naar Afrika over te steken, omdat Oeganda zeer onbetrouwbaar en in Soe dan een burgeroorlog op handen was. Informatie bij enkele scheepvaartmaat schappijen om per vrachtboot de over tocht te maken, bleek eveneens op niets uit te lopen, omdat ze geen passagiers meenamen. Eindelijk na veel kantoren afgelopen te hebben, hadden we een schip naar Koeweit besproken, maar bij de Koeweitse ambassade in Bombay kregen we de volgende tegenvaller te horen. Aan toeristen werd zonderschrif- tclijke toestemming door de Koeweitse regenng geen visum verstrekt. Zelfs de voorspraak en de bemiddeling van de scheepskapitein, die ook bij de Salvation Army logeerde, was tever- Een Sikh, aanhanger van een Indische religieuze sekte. geefs om tenslotte een bootreis naar Egypte te organiseren Het draaide steeds op het zelfde uit: 'We nemen wel vracht, maar geen passagiers mee'. Uit eindelijk zouden we dan met het nodige voorbehoud met een Duits schip mee kunnen. doch toen ze over prijzen be gonnen. was het voor ons een reden er maar vanaf te zien De tocht via Co lombo naar Port Said zou ons op 2000 - D.M. per persoon komen, waarbij nog komt dat we voor de auto 70 dollar per m3 moesten betalen. Dit was al te gek Wehakten de knoop doorenzouden dan wel over land naar Egypte rijden. Ellende Tussen alle ellende van die schepen door. hebben we toch ook nog iets van de stad zelf gezien. De veel geroemde hangende tuinen, die boven kunstma tige waterreservoirs aangelegd zijn, waren vrij kaal en kleurloos. De ern aast gelegen 'Toren der stilte', waar de Parsis (volgelingen van Zarathustra) hun doden aan de gieren ten prooi ge ven, omdat ze de natuurelementen aar de, water en vuur niet mogen veron treinigen door begraven of verbranden van dode lichamen, mochten we als an dersdenkenden niet betreden. We moesten het maar met een verkleinde kopie in het 'Prince of Wales' museum doen. Wel hebben we de gieren in de lucht zien rondzweven boven de bo men, waartussen de zes meter hoge to ren verscholen ligt. Per taxi lieten we ons 's avonds na nege nen naar Falklandroad waar de rode buurt is. voeren Uit de auto stappend wist ik met wat ik zag. Vrouwen enjohge meisjes zaten er achter tralies en boden voor vijf rupees (-• 1,35» hun diensten aan. Waarom deze, tegen Indisch ge bruik in, kortgerokte meisjes van de po litie in hokken achter tralies moeten, werd me duidelijk, toen ik iets te dicht bij zo'n 'kooi' liep. Grijpgrage handen schoten tussen de tralies dooren pakten me beet om me naar zich toe te trekken. Buiten wat schrammen in mijn nek ben ik er verder zonder kleerscheuren afge komen. In de straat liep het vol mensen. De hopen zand en puin. die het trottoir onbegaanbaar maakten, vormden het bed voor de onteerde moeders, die er met hun kind aan de borst lagen te sla pen. Sanitaire voorziening was er geen enkele. Ik moest er bijna gaan kokhal zen van de afschuwelijke stank. De enige openbare waterkraan die er was. liet zijn water stromen, omdat de tap gemold was. Mijn medelijden met een paar bede lende vrouwen met baby op de arm, die ik een rupee fooi gegeven had. was er de oorzaak van, dat ik drie straten verder nog vrouwen en kinderen baksisch roe pend achter me aan had lopen. Ze kniel den voor me neer, namen mijn broek spijp beet en wilden ten teken van on derdanigheid mijn schoenen kussen. Daar moest ik dan toevallig helemaal niets van hebben en liep met versnelde pas door. De vader die zijn ziekelijk uit de ogen kijkend vijfjarig dochtertje steeds opnieuw achter me aanstuurde om geld los te krijgen, had ik het liefst een tlinke opdonder verkocht. Omdat het kindje het opgaf baksisch te vragen, vloekte hij zijn dochtertje uiten gaf het zo'n harde por. dat het huilend op de grond viel. Nee, dat hoefde voor mij niet langer en ik ben snel de wijk uitgerend. Kon ik de vorige keer nog schrijven dat de zwarte markt ons redelijk voordeel opgeleverd had voor cash geld wisselen, nu liep hetheel anders af. Een nogjonge kerel sprak ons aan bij het binnen treden van het postkantoor en vroeg: 'Money change? I'll give you ten'. „Nee," zeiden we al lachend. ..we wisselen alleen voor twaalf en een half'. 'Als je een groot be drag hebt. kan ik dat geven', riep hij ons nog na. We liepen zonder er verder acht op te slaan door. Buiten het postkan toor werden we opgewacht door de zelfde kerel, die zijn broer 'de geldwisse laar' bij zich had. Hij bood aan dertien rupees te geven voor één dollar. Ik zelf had alleen cheques en maakte een grap je. Piet die bij me was. had er wel oren naar en zei: ..We hebben toch geld nodig en de banken zijn vanmiddag gesloten. Als ik het doe heb ik bijna vijftigprocent winst' Ergens voelden we dat het niet geheel vertrouwd was. temeer daar 'de geldwisselaars' met mee naar een res taurantje wilde gaan om de zaken daar af te handelen. „Erzitten te veel mensen van de regering", deed hij voorkomen. Het geld werd ons voorgeteld, waama hij de bankbïljeijes samenvouwde. We hadden tot. dan toe stilgestaan en op de vraag van Piet het geld eerst te krijgen, zei hij: .Laten we gaan lopen, dat valt minder op'. Nogmaals drong Piet aan het geld eerst te krijgen, maar hij ant woordde: ..Ik loop echt met weg!" Ook het voorstel om mij als tussenpersoon te laten fungeren werd afgewezen Einde lijk kwam het dan tot een gelijk over steken van het geld. Het verliep wat moeilijk en op datzelfde moment spron gen er twee andere kerels tussen. We hadden het geld doch bij natellen bleek er veel te weinig te zijn. Die kerels zijn zo watervlug. dat ze ongezien de biljetten wegmoffelen waar je zelf op staal le kij ken. Uiteraard was er geen spoor van de daders meer te bekennen. Je snapt na derhand niet, dat je het hebt kunnen doen. omdat zoveel facetten in de rich ting van bedrog wezen. We weten voort aan wat we met de zwarthandelaren aan moeten. Westers Bombay de zeer westers aandoende havenstad spreidt zijn welvaart en rijkdom ten loon door middel van de wolkenkrabbers en de hoge kantoor fiats. Als je er van zee op kijkt, waan je je eerder in Amerika dan in India. Ach ter deze schijnwelvaart gaat een hoop ellende schuil in de sloppenwijken. Deze liggen in een gordel rondom de stad. Ruim twee miljoen mensen leven er in van planken en opengesneden olieblikken dichtgespijkerde hokken. Het is de regenng nog niet gelukt alle daklozen uil.de binnenstad te verjagen. Als je er 's avonds over straat loopt zie je de arme behoeftige personen op de stoep liggen slapen. Soms nog niet eens Op 1 juli van dit jaar vertrok de uil Nieuw-Namen afkomstige onderwij zer Frans Smet voor een rondreis door Zuidoost-Azie en Noordwest- Afrika. Op zijn reis die ongeveer zes maan den in beslag zal nemen is Frans Smet niet alleen Hij wordt vergezeld door de econoom Victor van Laar uit Arnhem, fotograaf Theo Willems uil Valkenswaard en chef-monteur Piet Smits uit UdenhöuL Hel gezelschap reist met een speciaal voor dit doel omgebouwde VW-bus. Van hun erva ringen cn belevenissen onderweg schrijft Frans Smet reisverslagen, die in de PZC uorden opgenomen. Ditmaal trok het gezelschap door India, maakte erg veel mee en sjokte dagenlang door een 'oververhit' Bombay. In het Griekse Athene wachtten ze vervolgens op een boot naar Egypte. een stuk karton ter isolatie tegen de harde vochtige stenen onder zich Mijn treinreisje naar Santa Cruz. de luchtha ven en anderzijds badplaats van Bom bay. gaf me weet van de ellende van de slopbewoners. Door de stampvolle trein, waar de helft van de passagiers buiten hangt en zich één voet op de treeplank één hand aan de stang laat meevoeren, was ik mijn voorgenomen halte voorbij gereden. Twee halten ver der verliet ik de trein. Naast de spoor baan hingen zeilen schuin tegen de af rasteringsdraad. Daaronder leefde een heel gezin. De mensen liepen er maar doodeenvoudig over de rails of zochten zelfs de ijzeren staven als zitplaats op. Niet te verwonderen dat er per week zo'n dertig mensen door een trein gegrepen worden. De kranten maken er al niet eens meer melding van. Buiten het sta tion stapte ik in een wijk vol koeiestal- len en krotten. Alle buffels en heilige koeien zijn uit de binnenstad verdreven en staan nu als melkkoe dicht tegen el kaar aangepropt onder een afdak in de buitenwijken. De veeboer leeft er op een zolder van planken boven zijn beesten. Vrachtwagens voeren meel en gras aan en brengen de mest, die er op grote ho pen tussen de huizen ligt. weer weg. Bij de openbare tapkraan is het een drukke bedoening. De een staat zich uitgebreid met zeep te wassen, terwijl de ander zijn \vaterkan eronder aan het vullen is. Naakte kindertjes lopen er in groten ge tale rond. Luid schreeuwende moeders komen bukkend uit hun woning om hun kroost tot zich te roepen. De geit staat met een ketting aan de huisdeur vast- gebonden in zijn eigen uitwerpselen te trappen. Mijn komst werd blijkbaar niet stookt. Een dunne buis die door een val water liep. zorgde er tenslotte voor. dat de eronder staande kruik druppeltjes- gewijs gevuld werd met sterke drank. Ik vond het maar griezelig van die zelf gemaakte drank te drinken. I>e kokos melk en het dunne vruchtvlees van de kersverse noten heh ik me daarentegen zeer goed laten smaken. De jeneversto ker gaf ons nog enige verse eocosnoten mee voor het geval we dorst mochten krijgen. Het Diwalifeest. dat de terugkeer van Sita uit de Ramayana herdenkt, wordt hier met. veel kabaal en vuurwerk ge vierd. We werden door schoolkinderen, die met schalen zelfgebakken lekker nijen rondliepen op allerlei zoetigheid getrakteerd Iedereen moet maar roede len in de feestvreugde is de opvatting. De vele zevenklappers, die ons na een vermoeiende dag uit de slaap hielden, hebben we niet zo in dank aangenomen. Twee dagen later, vierentwintig okto ber. was het Indisch nieuwjaar. Ook dit werd met het nodige feestgedruis ge vierd Overal hingen gekleurde lampio ns. vlaggen en sterren builen We heb ben elkaar conform de gebruiken van het land ook maar gelukkig nieuwjaar gewenst. In Delhi ontmoette ik zeer toevallig de broer van de secretaris van de Indiase ambassade in Den Haag. Zijn uitnodi ging een kop koffie op een dakterras te gaan drinken, heb ik met afgeslagen Het gesprek kwam via huwelijksge woonten. waarbij de ouders van de jon gen nog steeds de bruid uitzoeken, op geboortebeperking terecht. Hij vertel de, dat het een goede zaak was zich als vader van twee of drie kinderen te laten steriliseren. ..We moeten iets doen tegen de armoede en de hongerlijders en dus moet er familyplanning komen", sprak hij. In de Times of India' had ik al en kele keren berichten over stenlisatie- campagnes gelezen. De meest frapante daarvan was wel. dat iemand die vijf honderd mensen voor sterilisatie kon aanwerven een Ambassador (Indiase autoi cadeau kreeg. Een angstige trek kwam over zijn gezicht toen ik over de politiek sprak en de naam Indira Gandhi me liet ontvallen. „Praat niet over politiek in het openbaar en laat ze ker de naam van de eerste minister niet over je lippen komen, wantoveral zitten spionnen en ze zetten me meteen ge vangen". deelde hij me angstig om zich heen kijkende mee. Nu werd het me dui delijk waarom Amnesty International hier zo wemig zoden aan de dijk krijgt. De man zelf wilde het liefst met een bui tenlandse trouwen, waardoor het hem mogelijk zou worden een paspoort te krijgen en naar het buitenland te ver trekken. Velen hadden me trouwens al gevraagd of ik niet kon bemiddelen hen op prijs gesteld, want enige grommende en luidblaffende honden omringden me. Ik heb hun bevel weg te gaan maar op gevolgd. Enige dagen later lag ik zalig te genieten van derustophethagelwittestrand van Goa. Met de zacht wuivende palmen boven mijn hoofd en het geruis van de golven op de achtergrond, was ik alle ellende van Bombay: de botenpech. de geldwisselaffaire en de lastige baksisch roepende mensen al weer vergeten. Goa. het gebied dat met zyn vele katholieke kerken, zijn forten en zijn familienamen nog levendig herinnert aan de Portu gese bezetting van voor 1961. Ik sprak er een man die me met heimwee vertelde over die voorbije glorietijd, toen alle buitenlandse produkten van horloges tot parfums nog voor weinig geld te koop waren. Goa was namelijk een vrij haven. ..Destijds waren we helemaal niet ziek", vertelde hij „Als je buikpijn had. nam je een stevige slok Franse cognac of Amerikaanse whisky en weg was de pijn Nu kunnen we voor veel geld die Indiase rommel, waar je alleen nog maar zieker van wordt, kopen". Hij verwees daarbij naar de recente sterke drankvergiftiging ten gevolge van een foutieve bereiding, waarbij meer dan honderd mensen de dood gevonden hadden Diezelfde dag belandden we in een vis sersdorpje. waar de mannen nog enkel in een lendedoekje gekleed gingen. Ze woonden in lemen hutten met een dak van palmbladeren, dat bijzonder warm tewerend werkt In kleine slanke boo tjes. gemaakt van aan elkaar genaaide planken en voorzien van een extra drij ver om niet om te slaan, trekken ze de zee op. We zagen ze 's morgens vroeg temgkeren volgeladen met grote 'King- fishes' en Prawns' (een grote garnaal- Jeneuerstoken Een belastingontvanger, die \s e een lift hadden gegeven, nam ons mee naar een cocosbomenplantage. Hij wist een je neverstoker te wonen, die uit het sap verkregen van jonge cocosscheuten, een sterk alcoholische drank bereidde. Het was een zeer primitieve installatie. Onder een grote aardewerken kruik, waarin zich het sap bevond werd ge Ecn kussend paar uit de tempelwan- dversiering van Khajuraho. aan een paspoort te helpen. Ik zou voor hun dan een waarborgsom moeten stor ten en een bnef geven dat ze bij mij thuis onderdak konden krijgen. Zoiets valt nu eenmaal niet zo gemakkelijk te doen.De terugreis over land verliep redelijk vlot De Afghaanse douanebeambte, die onze auto bij het binnenkomen van dat land kwam controleren, nam er mijn pas poort uit, omdat, hij er een polaroid ca mera in aangetekend had zien staan Ik liet hem op zijn verzoek het toestel zien. Hij vroeg of ik geen foto van hem kon maken. Omdat hij ons al zo verschrikke lijk lang aan de balie had laten wachten, voelde ik daar mets voor en vertelde hem. dat ik de foto's zelf nodig had. 'Al les uitladen!' was daarop zijn antwoord. Heel de auto moest leeggemaakt wor den. Van de uitgeladen bagage bekeek hij even een prentenboek en daama mochten we weer alles inladen. De paspoorten nam hij weer mee naar het kantoor. Onderweg vroeg hij me nogmaals een foto van hem te maken. Barst, dacht ik en vertelde hem we derom dat ik de foto's zelf nodig had. Nadat hij het voorval aan zijn kollega's had verteld, kreeg ik na nog een hall uur wachten toch eindelijk de paspoorten Streng Bij het uitgaan van het zelfde land wis ten we al. dat alles heel streng gekon- troleerd zou worden. Nadat alles uit dc auto gehaald was, werd de bekleding losgemaakt, de banden beklopt, de re serve accu op spanning gecontroleerd, de benzinetank met een grote ijzerd- raad afgetast en het multiplex tafel blad enige malen met een priem door boord. De autocontrole alleen al vergde ruim drie kwartier. Hiema begon het doorzoeken van onze bagage. Weer stuitte de douane op mijn Polaroid ca mera. 'Me foto. than check finished!" sprak hij. De anderen zeiden: „Doe het nou maar dan kunnen we verder". On gelooflijk toch hoe corrupt zo'n land is. Bij de Iraanse grenspost moest weer al les uitgeladen en onderzocht worden. Deze beide grensposten hebben ons zes uur gekost. Oost-Turkijezijn we maarzo vlug moge lijk doorgereden. In Kabul hadden we Engelse jongelui gesproken, die meteen grote truck met twintig mensen erin in Oost-Turkije overvallen waren door twee gewapende mannen. Ze hadden alle geld. cheques, camera s en andere kostbaarheden moeten afgeven. Als je zoiets gehoord hebt rij je wel met enige schrik en beven zo'n land door We zijn er veilig doorgekomen. Wel moesten we van de ene benzinepomp naar de andere rijden om toch maar een litertje brand stof los te krijgen. Vele pompen gaven zelfs totaal niets geen benzine meer. Ze konden ons de reden van de beperking niet duidelijk maken. Het is nu in Athene wachten op de boot naar Egypte Geen Sluisse. geen Franse, maar een Hollandse' Garde d'Honneur ia che- vah. naar een tekening van W. L. Pen ning. Deze ruiters droegen een donker groene 'dolman' met rode opslagen en een rode rijbroek SLUIS - Er is zo weinig bekend over Sluis in de Franse tijd. Er waren tal van merkwaardighe den die in de 'Oudheidskamer' bewaard werden, maar vrijwel alles is door bombardement en brand in october 1944 vernield. Ik dacht, schatten te zullen vin den in dat unieke handschrift van P. Meesters, 'onderwijzer van den eersten rang, hoofdon derwijzer bij de stads-scholen te Sluis', waarvan slechts 2 exem plaren bestaan: het originele manuscript van Meesters 'Ge schiedkundige bijzonderheden betrekkelijk De Stad Sluis in Vlaenderen', voleindigd in 1828, en ook nog een geschreven co- pie, deels door Meesters zelf, deel blijkbaar door zijn leerlin gen overgeschreven. Het origi neel bevindt zich ten stadhuize te Sluis: het zal te zijner tijd, na bewerking door de heer G. A. C. van Vooren te Aardenburg, in boekvorm verschijnen. Maar de 'geschiedkundige bijzonder heden' gaan niet verder dan tot 1794 feitelijk, met slechts enkele regels, na het hoofdstuk over de verwoesting en verovering van Sluis door de Fransen onder generaal Moreau, die de vernie ling van de St. Janskerk. 1811. door brand vermelden, de 'omwenteling' van 1813 en een paar aantekeningen over de ontstellende armoede in het in '94 vernietigde en verbrande stadje, waar 'de schamelen' zich trachtten te verwarmen in wintertijd door het sto ken van geroofd hout uit de honderden vernielde woningen en grote gebou wen. Na de verovering door de Fransen werd het oude Staats-Vlaanderen bij de re publiek ingelijfd, het werd een deel van het Departement van de Schelde De be- langrijkste documenten van 1794 tot en met 1813 moet men zoeken: grotendeels in het Belgisch Rijksarchief te Gent Gelukkig kon ik in 1958-'60 interessante processtukken inzien die door de toe nmalige conservator van het Rijksar chief te Brugge, wijlen mijn vriend dr. Jos De Smet. ontdekt waren, en die be treffen: gegevens over de diefstal van een kleine boot, waarmee op het Zwin. nabij het Hazegras te Knokke-Het Zou te. smokkelwaar van Engelse schepen aan land werd gebracht, die meestal door zwaarbeladen mannen naar Brugge werd gebracht. Anderzijds werd dat bootje ook. en een paar andere, ge bruikt om Zeeuwen. Fransen. Vlamin gen. gedeserteerd uit het Franse leger, of ontsnapt uit het 'bagno' van Duin- kerke. aan boord van die Britse 'smok- kelschepen' voor de kust nabij de Zwinmond. naar Engeland te brengen samen met Engelsen, die uit Franse (krijgs-igevangenschap waren ontr snapt. Die 'Brugse documenten" ver melden bijvoorbeeld ook dat zulke En gelse ontsnapten, s nachts op weg zijnde naar het Hazegras. te SL-Anna ter Muiden door de Franse gendarmes werden gesnapt en in de boeien geklon ken. Een nog erger lot wachtte hen. ver banning naar verre eilanden of, in de smerigste bagno's in Frankrijk zelf: de hongerdood. Ik vroeg mij vaak at hoe het in Sluis, vooral onder keizer Napoleon Bonapar te. wel geweest mocht zijn. Of er moge lijk een groep Sluizenaars was. die al thans aanvankelijk keizer en keizerrijk genegen waren. Door twee vlak na elkaar ontvangen 'stukken' meen ik te mogen zeggen dat Napoleon, eerst als Consul, daama als Keizer, weldegelijk de sympathie geno ten moet hebben van verscheidene bur gers van Sluis, die wellicht grotendeels behoorden tot de meest weistellenden. Leesgezelsch a p Oud-notaris H. Bakker, thans w onende te Ede (Geld.), voordien eerst candidaat-notaris te Sluis, daama no taris te Hazerswoude. zond mij een kostbaar geschenk, enkele weken gele den. Namelijk het boek. 'in 4 stukken' doch in éen band verenigd dankzij de heer Bakker, dat in 1802 te Amsterdam werd gedrukt bij Johannes Allart: 'Het leven van Buonaparte', door Mr. J. van der Linden. Het 'levensverhaal': éen en al bewon dering voor 'den u.vtzonderlyken Cor- sikaan'. voor zijn politieke en militaire carrière, één lofzang (in elk geval met prachtige 'plaaten' verlucht), heeft wel veel documentaire waarde. Maar voor het 2e tot en met het 4e 'stuk' van het boek liggen met de hand beschreven vel let jes papier, die de namen bevatten van de Sluizenaars die in 1803 deel uit maakten van een Sluis 'Leesgezel schap', met vermelding van het aantal dagen dat de lezers één of meer 'stuk ken' hadden thuisgehad, om er in te le zen. Het belang van die bl aad jes is voor mij groter dan 'het levensverhaal' zelf. Ik vind er o.a. dc volgende namen van toenmaals zéér bekende Sluisse fami lies: Blaaubeen.Hennequin.Callenfels, Moelaert, Schietekatte, Van Ruyven, en na die eerstgenoemde nog drie an dere Hennequins. Het zou echter te eenvoudig zijn, uit de belangstelling van die lezers hun 'Franse en/of Napoleontische gezind heid' als bewezen te beschouwen. Doch behalve genoemd boek door Mr. J. van der Linden kreeg ik ook nog, van in Sluis wonende oude vrienden, een klein dossier met diverse stukken, met de hand geschreven, het: 'Reglement van vereeniging gemaakt tusschen de navolgende persoonen, alle woonagtig te Sluis, dewelke deelmaken tot het funieeren van zes manschappen voor de nationale garde om dienst te doen aan de kusten in het 1 and van Cadzand'. Het Reglement van '19 Mey 1808' draagt het zegel (van 75 centiemeni van het Franse Keizerrijk, evenals de bijge voegde papieren uit september 1808 en januari 1809. die om. vermelden, waarom de (verplichte) 'Garde Nationa le'. nationale garde, de burgerwacht', er gekomen was. en waarom het comité dat bovengenoemd 'Reglement' op stelde besloot: een lijst van de burgers van Sluis op te maken waaruit rempla canten voor de 'Nationale garde mobil' konden worden betaald. Die remplacanten ivervangers) waren per week betaalde mannen 'om vrijwil lig de dienst van garde-cotes (kust wacht! te vervullen'. In Frankrijk was de 'Garde Nationale' als burgerwacht reeds ontstaan: enige dagen voor de bestorming van de Bas tille, alleen voor Parijs dan. welke garde gevormd werd door 'leden van den der den stand'. In 1790 werd die burger wacht voor geheel Frankrijk verplicht gesteld. De leider werd La Fayette, ende leden van de Garde Nationale moesten hun uitrusting zélf betalen In 1823 werd de garde', als republi keinse instelling', door Karei X opgehe ven. maar nadien werd zij weer opge richt. en na een reorganisatie, door Na poleon III. in 1852. speelde de burger wacht een zeer grote rol" in 1871 gaf de Nationale Garde zeifs de stoot tot ae Commune van Parijs. Om tenslotte op 27 juli 1872 wederom, en in die vorm voorgoed, te worden opgeheven. Hel "Reglement' van mei 1808 uit Sluis bepaalt dat aanvankelijk een twintig tal Sluisse burgers elke w eek een be paald bedrag zou geven aan de 'the saurier" (schatbewaarder, penning meester». die niemand anders was dan Andries Blanken, al een zéér voorname familie toen. en later. Directeuren van die 'societeid' van contributie-betalenden waren de hh .nu ja: er staat "Messieurs' Francois De Vos en Pieter Jacobus De la Have. Deze laatste nam het op zich. de nodige man schappen te vinden, die als remplacanl zouden 'fungeren'. Het Reglement werd ondertekend o m. door: Philip Herme- quin. Pieter Hennequin. Mattheus Hen- nequin. voor diens zoon: Joh an Comelis Hennequin. Andere ondertekenaars: Andries Blankert. Willem Palm. Van der Be- ke. .op voorwaarde dat HU géén offi cier 'in 't zelve corps" zou moeten wor den!. en door de genoemden: De Vos en De la Have, plus: Bernard Renier. Jacob Bouvin. Jan Moelaert de Backer. Francois De Cruenaere. Ferdinand Tanghe. Pierre Doucet, Adriaan Tal boom. Jannis Visser. Christiaan Schrier. Jacobus Gijsels. Mattheus du Boo. Judocus Maes, Hendrik Verschoore en anderen. De Sluizenaars van nu zullen er nog in Sluis bestaande familienamen bij vinden. Twee gulden Een bijlage in het dossiertje. januari 1809, gaat over het zich vrijwillig enga geren van Jacobus Bastink, 'woonende ter commune van Sluijs ten Einde', waarvoor hij zou ontvangen: een toe lage van 2 guldens Zeeuwsch geld per week. De vrijwilliger Bastink nam dc plaats in van éen van de ingezetenen van Sluis, die in de Garde Nationale moesten dienen, 'weegens hunne jaaren subject aan dezen dienst', maar die blijkbaar liever niét hij nacht en ontij - de kusten van het Land van Cadzand of van het Zwin, tot tegen het Hazegras toe, wilden patrouilleren. Als reden voor het 'stellen van een rem- placant' werd meestal opgegeven: be roepsbezigheden of hoge leeftijd. Im mers: alle inwoners van Sluis tussen 20 en 60 jaar waren 'in principe dienst plichtig- Een andere bijlage, september 1808. geeft veel meer namen van burgers van Sluisdiedeel uitmaakten van hetfonds, waaruit remplacanten werden betaald: ik vind er véél bekende familienamen bij: uit de tijd dat ik een jongen was in Sluis, als: Du Burck. Caashoek, Ver- meesch, Bal, Timmerman, Delobel. Lannoye, (dei Krijger, De Roo, Bruij- nooge, Heemshuisen en Coppens! Het is nog wel interessant, de inleiding tothetreglementop het vormen van een fonds voor het bekostigen van plaats vervangers te geven: De ongelukkige Omstandigheden waar veele inwoonders van deze Plaats in gebragt zijn door den voorduurenden Oorloog die den kwijnende koophandel na zig sleept, en meer dan gewoone me- suures (maatregelen) vraagt, dede ons Bedagt zijn op het daar stellen van een plan, ter Ramplacecring in de ge vraagde Garde Nationale, daar dit voorstel alleen gegrond is op gronden van billijkhcyd en tot voorkoming dat Niemand der ingezeetene zijn beroep en handwerk zoude moeten verlaten, en zijn familje aan veele onaange naamheden bloot stellen, leggen wij een plan ter intekening open van deze inhoud(waarna de artikelen van het reglement volgen, vooral over de financiële bijdragen .welke 'cotisaties' naar draagkracht waren ingedeeld in 3 klassem. Denk niet, dat het ooit ging om een 'le ger' van remplacanten. Ik zie dat er slechts sprake is geweest van zes plaatsvervangers. Hetgeen niet weg neemt dat de twee gulden Zeeuws Geld toch niet voor alle "vrijwilligers' een trekpleister was om te patrouilleren langs kust en Zwinoevers. Tussen no vember 1808 en 1 juni 1809 werd aan één der zes remplacanten niet de gehele 'toelage' betaald, logisch: P. J. de Planck was gedeserteerd, en ontving een deel van zijn 'loon', maar men was wel zo billijk onder de 'grote heren', les gros bonnets', van 't Fonds der 'Garde Cotes' van Sluis, hem toch zijn 'hand geld' te geven, dat hij bij het tekenen van zijn vrijwilligersovereenkomst niet had ontvangen. En de Garde d'Honneur? Natuurlijk tracht ik meer te weten te komen over de Franse tijd in Sluis. Wat mij in hetbijzonder belang inboezemt is de vraag of er werkelijk 2 of 3 'rijke Sluisse burgerszonen' dienst hebben genomen. z.g. vrijwillig, in werkelijkheid gedwongen, m de (beruchte) 'Garde d'Honneur" van de keizer, die door de zware nederlaag van zijn legers in Rus land. ook zijn beste regimenten cavale rie had verloren. In het ingelijfde Neder land en in ingelijfd Belgié. derhalve ook in het 'Departement l'Escaut'. lichtte Napoleon 4 regimenten ruiterij, elk van 2500 man. waarvan volgens W. F. Lich- tenauer vijf procent uit 'onze streken' (bezet Holland) kwam. (Zie: het mein ummer van Spieghel Historiael'. 7e jaarg. nr. 5). Die 'vrijwilligers' bestonden veelal uit 'landjonkers' en zonen van njke bur gers. <üe zoals de Garde Nationale hun eigen uitrusting, ook hun paard, meen ik. zélf moesten betalen. Helaas weet ik nog niet met zekerheid, dat Sluisse jongemannen: één Henne quin. één Callenfels en één Blankert. van die 'Keizerlijke Ercgarde' deel hebben uitgemaakt. Vermoedelijk wel. Gelukkig dat ik over die Sluisse 'burgerwacht' van 1808-1809 beter ben ingelicht. En over het Fonds voor het nemen van remplacanten. dat in elk geval bestond uit mensen, waarvan er in 1803 een duidelijke verering hadden voor Napoleon Buonaparte. Die toen nog dc ene veldslag na de andere won. tot lang nadat hij in 1804 zichzelf tot Keizer had gekroond. Door de hem 'lichtjes' opgezette keizerskroon vast op het hoofd te drukken. EMILE BUYSSE

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 1976 | | pagina 27