Gereformeerde
synode maakte
ruimte voor
'kerkelijk denken'
Olieverbruikende landen zijn nog steeds even
afhankelijk van OPEC als twee jaar terug
BINTJES IN
DE BRANDING
PZC/oplnle en achtergrond
Exhibitionisme in de staten
ZATERDAG 27 NOVEMBER 1976
Indetijddat onderwijzers nog gewoon schoolmeesters heetten, opgeleid op de
kweekschool in plaats van de gewichtige pedagogische academie, was Klaas de
Vries omstreeks de geboorte van de 20e eeuw, schoolmeester in Suameer, een
plaatsje op de Friese zandgronden, waar armoe troef was. Zo rond 1900 waren de
schoolmeesters (nog) veelzijdiger dan nu. Naast hel aap-noot-mies voor de leer
lingen was De Vries ook nog technisch- en economisch Iandbouwvoorlichter,
onbezoldigd overigens. Zodoende kende hij barre nood op de Friese zandgron
den. Omdat niemand nog een bruikbare aardappel had gevonden voorde heide
gronden ter plaatse, ging Klaasde Vries zelf aan het experimenteren met piepers.
Zijn zoveelste poging in de school-moestuin had succes. De aardappel-boreling
werd vernoemd naar Bintje Jansma, één van zijn liefste leerlingetjes op school
(een meesters-kindje noemden we dat in Zeeland). Het aldus ontstane nieuwe
aardappel-ras, ging na aanvankelijk falen, een grote toekomst tegemoet. Bintjes
worden heden ten dage over de halve wereld geteeld en me' waardering gecon
sumeerd.
Hetzijn dezelfde piepers die eind oktober in de meeste Nederlandse dagbladen
voor nogal grote koppen zorgden: "Bintje zwaar ziek' zegt de Telegraaf. 'Haalt het
bintje 1980' vraagt het Parool zich af. "Bintje krijgt een zware dreun", aldus Trouw.
Wat is er plotseling aan de hand? vraagt de argeloze krantenlezer zich af Eerst
gingen de aardappelprijzen rigoreus omhoog, en dreigt er nu weer het gevaar d at
we helemaal geen piepers meer m de pan of het bakvet krijgen? Nou. zo n vaart
loopt het niet. dachten we. al is er wel wat aan de hand. zowel voor de consument
als producent. Ondanks haar zeventigjarige leeftijd is Bintje de bekendste en
meest gewaardeerde Nederlandse aarappel, een zorgenkindje gebleven. Alle ziek
tes tussen fopspeen en ouderdom heeft Bintje ondertussen gehad en ze blijft zeer
vatbaar voor de meest uiteenlopende kwaaltjes. Ze bezorgt haar telers constant
grijze haren of kale hoofden vanwege de niet aflatende zorg. Naast vatbaar voor
alle vervelende aardappelziektes, is Bintje ook zeer overgevoelig, ze kan geen
stootje velen zonder meteen voor een deel blauw te worden - tot ongenoegen van
de consument die terecht lichtgeel prefereert boven donkerblauw
Bintje tenslotte is ook geen gelijkmatige groeister, dat gaat meestal schoksgewijs
zodat een partij bintjes wat grootte betreft varianten te zien geeft tussen pareltjes
en bovenmaatse rapen. Da's lang niet ideaal voorde verwerking De kwaliteit van
deze aardappel echter maakt heel veel van die voor de kwekers nare zaken goed.
Het is een pieper met best vlees, con
stant van kwaliteit, goed van smaak en
te gebruiken voor de meest uiteenlo
pende verwerking - koken, pureren,
bakken, verwerken tot frites, chips
en andere modieuze bewerkingen.
De afgelopen zomer, extreem in vele opzichten, heeft ook voor Bmtje flink
uitgehaald. Niet Groeneveld met zijn vele en dreigende woorden echter, vonnde
het grootste gevaar van de aardappeltelers. Het waren de miljoenen haast on
zichtbare luizen die de aardappelen echt te lyf gingen. Niet zozeer de consumptie
aardappelen, maar de pootgoed-teelt werd het slachtoffer van een grote luizen
plaag. Begunstigd door de permanent droge en hete zomer leefden de luizen op de
aardappelen vermenigvuldigden zich op grootscheepse wijze. Geen insecticide
was tegen de luizen opgewassen. Bovendien waren deze nare beestjes de dragers
van een virus. Dit alles heeft, geleid tot een besmetting met virus infectie van de
poters en van de oppervlakte grond bestemd voor kweken van pootgoed. In eerste
instantie leek dat niet zo erg De afgekeurde poters gingen de consumptie in - de
virus is volstrekt onschadelijk voor mensen. Later echter kwam er grote onrust.
Zo'n virus wordt natuurlijk wel weer overwonnen maar hoe lang duurt dat en wat
gebeurt er ondertussen?
Niemand kan momenteel het definitieve antwoord geven. Dat betekent niet dat
er volgend jaargeen consumptiebintjes meerzullen zijn (die zullen "r wellicht volop
zijn), hetbetekent wel dat volgend jaar (jaren) zal blijken of en hoe sterk de virus
zal doorwerken in hetpootgoed. Datlaatste is van verschrikkelijk veel belangvoor
de toekomst van het Bintje. Overwint men die virus niet of niet snel genoeg, dan
zal er een verschuiving in de rassen gaan optreden, met alle gevolgen van dien
Zo'n verschuiving zal een gevoelige klap voor de export betekenen, jaarlijks ex
porteren we meer dan 100 000 ton pootgoed naar een groot aantal landen ter
wereld. Zo'n verschuiving kan ook nogal wat betekenen voor de verwerkende
industrie, geheel en al ingesteld op de specifieke kenmerk van het Bintje. Zo'n
verschuiving kan zeer grote gevolgen meebrengen voor de telers. Met name het
Zuid-Westen waar het Bintje de kurk is van dc hele aardappelteelt zou wel eens
een gevoelige klap kunnen krijgen. Het is zeerwel mogelijk dat als Bintje het veld
moet ruimen, de nieuwe aardappel (bijna) evengoed geteeld kan worden op de
zuidelijke, oostelijke of vooral de veenkoloniale zandgebieden als in het Zuid-
Westelijk klei-gebied. Als u één dezer dagen een akkerbouwer met zorgenrimpel-
tjesziet, komt dat dus niet vanwege de lage prijzen (de aardappelprijzen zijn best.
voor de boer dan) maar vanwege de onzekerheden voor de toekomst,
Mr. Gerard W. Smallegange
Prof. dr. H. M. Kuitert
LUNTEREN - De „Synode van Maastricht" (zoals de kerkelijke
vergadering der gereformeerde kerken heet), die deze week haar
bijeenkomsten in De blije Werelt te Lunteren afsloot, zal wel
licht de geschiedenis ingaan als de synode die ruimte heeft ge
maakt voor het kerkelijk denken in Nederland. Er zijn naar een
aantal kanten openingen gemaakt in wat men dacht dat het
onwrikbare posities waren.
In de eerste plaats geldt dat voor de
verhouding tot Zuid-Afrika. Die ligt
binnen de gereformeerde kerken bij
zonder emotioneel. Tal van gerefor
meerde ouders hebben kinderen in
Zuid-Afrika en een aantal mensen dat
er familie of goede vrienden kent, is
ook erg groot.
Het afbreken van de contacten ln het
begin van 1976 tussen de in Zuid-
Afrika bestaande kerken van gerefor
meerde signatuur - in het bijzonder de
Gereformeerde kerk voor Zuid-Afrika.
de zogenaamde Dopperkerk. en de
Nederlands Gereformeerde kerk van
Zuid-Afrika (NGKSA). de kerk van
premier Vorster. is nogal hard aange
komen in die gereformeerde kringen in
Nederland
De dit jaar in Zuid-Afrika gehouden
vergadering van de Gereformeerde
Oecumenische Synode (GOS) heeft
een mogelijkheid geschapen om weer
met elkaar in contact te komen. Het
aannemen door de synode in mei van
dit jaar van het besluit dat de steun
aan het anti-apartheidsprogram van
de Wereldraad van kerken „opschort
te" droeg daar een belangrijke steen
toe bij
Natuurlijk is dat besluit bij die gere
formeerden die de apartheidspolitiek
van Zuid-Afrika verafschuwen uiterst
gereserveerd ontvangen. Maar die
hebben gelegenheid gekregen van die
afkeer blijk te geven in de actie Be
taald Antwoord. Die heeft in elk geval
tot resultaat gehad dat er nu ander
halve ton aan de Wereldraad ten be
hoeve van het program ter bestrijding
van het racisme (PCR) kon worden af
gedragen. Voordien kwam er uit de ge
reformeerde kerken een bijdrage die
de omvang van enkele tienduizenden
guldens niet overschreed.
Nieuwe periode
De gemeenschappelijke verklaring die
in de synodevergadering van deze
week door de gereformeerde kerken in
Nederland en Zuid-Afrika is afgelegd,
luidde een nieuwe periode in. Zij voor
ziet namelijk in het samenroepen van
een kerkelijke conferentie in Zuid-
Afrika - van 25 tot en met 29 april 1977
- die de vraag zal behandelen hoe de
kerken in Zuid-Afrika zich moeten op
stellen tegenover de geestelijke en
maatschappelijke problemen die uit
de Zuidafrikaan se maatschappij op
haar afkomen. Die conferentie zal er
een zijn van alle kerken van gerefor
meerde signatuur in Zuid-Afrika en
Zij die in provinciaal verband over
ons gesteld zijn, hebben eind vorige
week en begin deze week gespro
ken over de vraag, hoe het nou vol
gendjaar moet met dit gewest. Ze
deden dat aan hand van de begro
ting voor het komend jaar En ze
werden het eigenlijk maar overéén
ding helemaal eenshet duurde te
lang, dat praten
Wat feiten. Vorige week vrijdag
hielden de leiders van de zeven
fracties in de provinciale staten
hun algemene beschouwingen over
de provinciebegroting. Met elkaar
hadden zij voor het formuleren van
hun zieleroerselen 165 velletjes pa
pier nodig. Het voorlezen duurde
van tien voor half elf in de ochtend
tot kwart voor acht 's avonds met
tussendoor een uur en drie kwar
tier onderbreking om te schaften.
Maandag gaven de leden van ge
deputeerde sraten antwoord. Zij
praatten van tien uur in de ochtend
tot even na zessen 's avonds. De
lunchpauze werd kort gehouden
een uur en tien minuten en dat was
voldoende want 's avonds werd
van overheidswege warm eten ver
strekt.
En nog u>as men - het leek wel een
goed huwelijk - niet op elkaar uit
gekeken. Des dinsdags gingen de
gekozenen gewoon door. Tussen
tien uur 's morgens en half acht 's
avonds voerden statenleden en ge
deputeerden opnieuw tal van plei
dooien.
In de wandelgangen werd intussen
klaaglijk gesproken overdezee van
woorden, die voortklotste in einde
loze deining. Bekommerd maakten
de gekozenen melding van vrouw
en kind, die thuis maar moesten
wachten en van grote hoeveelhe
den werk. die onaangeroerd bleven
liggen. 'Maak het kort', zei er één in
een vlaag van historische bewo
genheid.
Zo'n debat heeft een ont regelend ef
fect op hen die het moeten volgen
Als een woordvoerder zich eens
even versprak, ytng een gelach op
in de toonzetting, die men verder
uitsluitend in wachtkamers van
doktoren en gerechtelijke instan
ties kan beluisteren. Geschater dus
op het moment, dat de christen de
mocraat H. Eversdijk de liberale
mevrouw E, Maris-Koster geheel in
strijd met de feiten een echtelijke
verbintenis aanwreef met de heer
C Th A van Waterschoot, die bin
nen de staten in de gelederen van
de Politieke Partij Radicalen
strijdt. ..We hebben het hier over
moties en niet over emoties", stelde
de commissaris der koningin, dr. C.
Boertien, dan ook vast toen de heer
Eversdijk mevrouw Maris hard
nekkig met 'mevrouw Van Water
schoot' bleef aa nspreken.
Mevrouw C. C. van Zanten-Leijsen
karakteriseerde de vergadering
niet ten onrechte als een zitting van
drie dagen mannelijk exhibitio
nisme'. En de VVD-tvoordvoerder
zoveel zinnen
J. Hoekstra kwam tegen het eind
van de bijeenkomst met de sugges
tie eens overleg te voeren over een
vlottere manier van vergaderen,
bij voorbeeld door grenzen te stel
len aan de spreektijden. Hij zette
daarover een gedegen betoog op.
waarvoor hij net iets meer dan de
hem op dat moment maximaal toe
gestane spreektijd nodig had.
Maar er is hoop voor de toekomst,
want de neer Hoekstra vond me
destanders. De socialist W. Don
opperde de gedachte, dat in het se
niorenconvent uil de staten eens
gesproken zou moeten worden over
dc manier ivaarop meer vaart m de
vergadering gebracht zou kunnen
worden.
Een ivaardevol idee. Voor het se
niorenconvent zich-over het. vraag
stuk buigt, doet het er wel goed aan
maximale spreektijden vast te stel
len.
A J Snel
die in Nederland. Blank, zwart, ge-
kleur en de India'ers in Zuid-Afrika
zullen er met elkaar overleggen.
Wie denkt dat de Zuidafrikaanse afge
vaardigden, dr. K. S. van Wijk de Vries
en prof. dr Tj. v.d. Walt zachtzinnig
zijn aangepakt, vergist zich.
Zaak Kuitert
Tijdens het debat over de verhouding
tussen de gereformeerde kerken en de
hoogleraar in de ethiek aan de Vrije
Universiteit te Amsterdam, prof. dr.
H. M. Kuitert, stelde prof. dr. G. Ro
thuizen uit Kampen dat binding aan
de belijdenis, ook bij hen die daar een
groot punt van maken, van alles toe
staat. Tot het dienen van twee heren
toe. Men kan zich onlosmakelijk aan
de belijdenis gebonden achten en. zei
hij. tegelijk de apartheidspolitiek in
Zuid-Afrika verdedigen. En men kan
zich in Nederland zeer sterk aan de
belijdenis gebonden voelen en toch
rustig rijk blijven ten koste van een
derde wereld die verkommert. De
vraag ..ben je we! trouw geweest aan
de belijdenis?" komt dan in het laat
ste oordeel niet eens aan de orde.
dacht hij. want mensen die twee he
ren dienen komen helemaal niet in de
hemel!
Deze felheid trok de Kamper hoogle
raar ook door in de richting van zijn
collega Kuitert, Hij meende dat er ten
opzichte van professort Kuitert plaats
is voor bewondering - al vond hij het
omstreden boek „Zonder geloof vaart
niemand wel", een uitstekend boek
„dat ikzelf geschreven zou willen kun
nen hebben" - noch voor verguizing,
maar wel voor harde discussie. Kuitert
moet veel meer „op de huid gezeten
worden" over zijn uitspraken en me
ningen. Maar niet in de synode en niet
iri een verhouding van rechters en ver-
dachte. Want zover is het nog lang
niet. En wie de rechter is en wie de
verdachte staat ook nog helemaal niet
vast. Er zijn namelijk in de kerken nog
veel te veel mensen die wel over Kui
tert oordelen, maar die nog nooit wat
van hem gelezen hebben. En er zijn
nog te veel theologen die het gevecht
met hem niet zijn aangegaan. Dat hij
heel goed tegen dat gevecht kan, is
Rothuizen gebleken toen hij in het af
gelopen jaar doctoraal colleges over
Kuitert's boek gaf en daar de schrijver
zelf bij betrok „die dat heel goed kon
hebben".
In soortgelijke termen had even eerder
de Haagse predikant dr. B. Rietveld
zich uitgelaten. En Kuitert zelf trou
wens niet minder, toen hij de synodé
aanried „de borst maar nat te maken",
want zijn volgend boek staat uit te
komen. „Maar denk er dan aan", zei
hij, „dat zo'n werk het resultaat is van
zeker tien jaar denken en dat het dus
niet in een opwelling ontstaat".
Overeenstemming
Professor Kuitert heeft vaak samen-
gesproken met een synodale commis
sie die uit zestien leden bestond. Er
lag over die besprekingen een rapport
op de tafels van de synodeleden, dat
getuigde van een grote mate van
overeenstemming tussen de commis
sieleden en professor Kuitert. Al bleef
er. vooral over de binding aan de be
lijdenis, verschil van mening be
staan.
De commissie meende in de fijn van
Calvijn te zijn die de belijdenisge
schriften niet beschouwde als eind
punt. maar als uitgangspunt voor het
geloofsleven van de kerk. Kuitert zei
dat te onderschrijven. Zowel bindin
gen aan de Heilige Schrift ais de belij
denis zijn voor hem even zeer trouwbe-
tuigingen aan het Woord van God ais
voor wie ook. Dat te verklaren moet
evenwel genoeg zijn. Alles wat daarna
komt: beloften over het houden van de
belijdenis der vaderen: dat is dwang en
dat past niet in de kerk. Een kerk kan
niet volstaan met woorden van giste
ren, die moet worden van nu spreken
in de taal van nu. Die vrijheid moet er
bestaan in de gereformeerde kerken -
„die voor mij de enige zijn en ik ga er
niet uit of ik moet eruit worden ge
gooid". aldus Kuitert - bestaan. Het
denkbeeld van een vrijheid om belij
denisformulieren te ondertekenen,
omdat er uitwijkmogelijkheden zijn
voor mensen die dat niet willen naar
en in andere kerken, verwierp ar. Kui
tert. Hij stelde zich op het door wijlen I
prof. dr. K. Schilder aangehangen
standpunt, dat er maar één kerk is,
met één doop en één avondmaaL
De synode heeft geen uitspraak ge
daan. Zy volgde de lijn die de commis
sie aanwees, die van studie en verder
onderzoek, met 49 tegen 14 stemmen
en twee onthoudingen.
Een doorbraak heeft de synode ook
gemaakt naar ..de homofiele naaste",
zoals het in een rapport over deze ma-
terie werd gezegd. Er is een studiede-
putaatschap ingesteld om tot „pasto
raal ethische handreiking te komen
die van dienst kan zijn by de hulp aan
de homofiele medemens".
De synode stelde zich daarmee achter
een verslag van prof. dr. Kuitert, die
had geconstateerd dat de deputaten
lafgevaardigden) die dit voorstel
hebben voorbereid, af willen van de
repressieve tolerantie: de homofiel te
blijven discrimineren, door hem te
behandelen als een zondaar, wiens
homofilie hem vergeven moet wor
den. Dat is, aldus prof. Kuitert, niet
een houding die medisch en theolo
gisch verantwoord is. Om van psy
chologisch nog maar te zwijgen. De
studie is bedoeld om tot de juiste
houding te komen.
Het is maar een heel willekeurige verzame
ling van gebeurtenissen die allemaal met el
kaar te maken hebben, maar die tegenover
elkaar tegelijk een enorme hoeveelheid
tegenstrijdigheden laten opborrelen. Erg
goed uit de voeten kun je er niet mee. Hoog
stens zou je al deze (en nog veel meeri feiten
en feitjes kunnen bijeenbrengen onder de
noemer van de vraag hebben we met z'n al
len werkelijk iets geleerd van de oliecrisis die
eind 1973 hier en daar tot, nogal paniekerige
reacties leidde en opriep tot zoiets als een
nieuwe bezinning op het vraagstuk van de
toekomst van onze energievoorziening? Met
een nieuwe olieprijsverhoging voor de deur
zou er nu toch eigenlijk iets duidelijks op ge
zegd moeten kunnen worden
Mr Gerrit Wagner, president-directeur van
Shell (een man die ïn de olieverwarring nogal
eens in het nieuws kwam en daama 'zijn be
drijf de nodige veranderingen heeft zien on
dergaan) vindt dat we er met elkaar maar erg
weinig van hebben opgestoken. „Die oliecri
sis is even een schok geweest. Ze heeft wat
nuttige wenken opgeleverd om te bezuinigen
op energie. De regering adverteert daarmee.
Je kunt tegen verspilling van energie als je
werkelijk wilt het nodige doen: lampen uit
draaien. huizen beter isoleren, m kleinere au
to's gaan rijden" Volgens Wagner lost dat
alles - hoe goed ook bedoeld en misschien
zelfs hier en daar toegepast- natuurlijk maar
een heel klein stukje van het werkelijke pro
bleem op. Eigenlijk is er maar één taal die de
energieverbruiker goed verstaat: en dat is die
van de kosten. De stijging van het energie
verbruik (voor olie in Nederland in 1976 37.3
miljoen ton tegen in 1975 34.3 miljoen toni
toont naar de stellige overtuiging van Wag
ner aan dat olie dus werkelijk nog ie goed
koop is En omdat het zo ligt kan de Shell-
topman alleen maar concluderen dat we ons
almaar afhankelijker maken van de olie uit
vooral het Midden-Oosten en dat de beslis
sing over de beschikbaarheid van energie
steeds meer in handen komt van de dertien
exporterende Opec-landen
De laatste maanden van hetjaar zijn sinds
de oliecrisis van 1973 tof wat daar voor door
ging) al enige malen achtereen gestempeld
door een algemene politieke zenuwachtig
heid over de toekomst van onze energievoor
ziening. Zo gaal het ook nu weer. Allerlei fei
ten en feitjes op elkaar gestapeld scheppen
die sfeer. Voorop de wilde speculaties over de
verhoging van de prijs voor ruwe olie. waar
mee de ministers van de zogenaamde Opec-
landen aan het eind van december op hun
vergadering in het Arabische staatje Qatar
voor de dag zullen komen. Er wordt rekening
mee gehouden dat de prijsstijging ergens
tussen de 8 en 25 procent zal liggen. Toch kan
nog niemand er een zinnig woord over zeg
gen. De beslissing is namelijk te sterk afhan
kelijk van allerlei ontwikkelingen in het
politiek-economische pokerspel dat op het
ogenblik tussen de rijke westerse landen en
de arme derde wereld wordt gespeeld met de
oliesjeiks als toeschouwers. In Nederland
heeft het gokwerk over de komende zwaai
omhoog in de olieprijzen al tot een stevige
ruzie geleid tussen de ministers Pronk (ont
wikkelingssamenwerking! en Van der Stoel
(buitenlandse zaken) De één verwijt de an
der dat ie z'n mond heeft voorbijgepraat
I n tussen is er nog heel wa t meer aan de h a nd
in energieland. Een blik in de kranten van de
afgelopen weken levert een rijke variatie aan
incidentjes en opmerkelijke uitspraken In
Noord-Dui island woedde een complete
veldslag tussen de politie en betogers tegen
de bouw van een kernenergiecentrale. Vanuit
het noorden van Nederland komen felle pro
testen tegen het voornemen van de ministers
Lubbers. Vorrink en Gruijters om in onder
grondse steenzoutformaties proeven te ne
men met berging en opslag van radio-actiel
afval. Het kabinet heeft weer eens gewankeld
op een energie-affaire: de vraag hoe het moet
met de uitbreiding van de fabriek voor ultra-
cenlnfuge (verrijking van uranium) in Alme
lo. Dan was er net bericht over technische
problemen in de kerncentrale te Doel. juist
over de grens tussen België en Nederland In
nader bekeken
Middelburg werd begin deze week heel se
rieus ingegrepen tegen een ludiek initiatiefje
van het kunstenaarscollectief 'Mass and In
dividual Moving' dat in de Graanbeurs een
radio-actief monument had ingegraven als
'waarschuwing tegen de technocratische
ontwikkeling en het stralingsgevaar' van
onze samenleving
En dan de opmerkelijke uitspraken De be
kende Duits-Amerikaanse raketspecialist
Wemlier von Braun heeft als zijn verwach
ting te kennen gegeven datde mogelijkheden
van kernenergie met moeten worden over
schat omdat de hoeveelheid uranium op de
wereld over 50 jaar zal zijn uitgeput Op hun
beurt hebben twee Nederlandse energiedes
kundigen (dr ir Hoog en ir Hols i in een ad vies
voor weer een energiecongres vastgesteld da
de wereld het. ook bij een geringe economi
sche groei, niet zal redden zondei de bouw
van een aanzienlijk aantal kerncentrales en
zonder een grootscheeps gebmik van de op
veel plaatsen aanwezige steenkolenvoorra-
den
Op veel plaatsen in de wereld is daarom
een discussie op gang gekomen over de vraag
of het niet veel verstandiger is een zeker
tegenwicht op te bouwen ten aanzien van de
Opec-landen door zelf energiebronnen te
zoeken, aan te boren en te ontwikkelen. De
discussie ishier en daar in daden omgezet De
olie- en gasreserves onder het continentale
plat van de Noordzee en in gebieden als
Alaska zijn heel lange tijd veel te duur ge
weest voor exploitatie omdat er niet mee te
concurreren viel tegenover de goedkope olie
uit het Midden-Oosten. Nu ligt dat anders.
Sinds het begin van de jaren 70 is er in beide
gevallen een exploratie-activiteit ontwik
keld, die niet alleen een aanzienlijke produk-
tie van olie en aardgas heeft opgeleverd,
maar ook enig zicht heeft gegeven op reser
ves voor de toekomst. Zo komt een redelijke
schatting van alle nog aan te tonen
Noordzee-reserves (ten zuiden van de 62e
breedtegraad) neer op ongeveer 35 miljard
vaten ruwe olie en tussen de 3000 en 4000
miljard kubieke meter gas. Reserves van
deze omvang zouden een produktie mogelijk
maken die zou kunnen voorzien in 30 procent
van West-Europa's geschatte behoefte aan
olie en gas in de jaren '80 Binnen West-
Europa zou de positie van land tot land sterk
verschillen. Engeland bijvoorbeeld zou zo
veel uit zijn velden op het continentale plat
kunnen halen dat het ruimschoots aan de
eigen vraag naai- olie en gas zou kunnen vol
doen. Noonvegen zou een grote exporteur
kunnen worden, zoals Nederland op het
ogenblik met zijn aardgasvoorraden in Gro
ningen als een belangrijke leverancier voor
het buitenland optreedt.
En dan zijn er de andere 'alternatieve'
bronnen zoals kernenergie, olie uit teerzan
den en oliehoudende leisteen, synthetisch
aardgas, gewonnen uit steenkool. Stuk voor
stuk mogelijkheden die voor het gnjpen lig
gen. als er maar in geïnvesteerd wordt, als de
technologie maar verder wordt ontwikkeld
en als maar serieuze pogingen worden on
dernomen om de bezwaren die er aan kleven
te ondervangen en weg te werken. Daarnaast
de nog meer 'onzekere energievormen' waar
naar steeds meer speurwerk wordt verricht:
zonnewarmte, windkracht, aardwarmte,
door golden opgewekte energie, energie van
waterstof uit zeewater, uit brandstofcellen
In al deze laatste gevallen gaat het om nog
zeer prille mogelijkheden, waarvan nog maar
moet worden afgewacht of ze ooit een wezen
lijke bijdrage aan onze energievoorziening
kunnen leveren.
Eén ding is in de paar jaar sinds de oliecrisis
van oktober 1973 wel duidelijk geworden: de
onzekerheden zijn alleen nog maar toegeno
men en voor het belangrijkste deel toe te
schrijven aan aarzelend beleid van regerin
gen die voortdurend verstrikt raken ui tegen
strijdige belangen en doelstellingen. Het ge
volg daarvan is dat over de hele linie veel
meer wordt gepraat dan gedaan. Het vruch
teloze debatover de voordelen en de nadelen
van de toepassing van kernenergie - niet al
leen in Nederland waar we ons met aardgas m
de grond nog wel een beetje uitstel van be
slissingen denken te kunnen permitteren - is
daarvan een voorbeeld. Uit die meer en meer
vastlopende discussie wordt niet de logische
consequentie getrokken. Namelijk deze:
wanneer men het niet met elkaar eens kan
worden is het des te belangrijker dat plannen
in andere richtingen energiek worden aange
pakt Alle tot nu toe genomen maatregelen
om te komen tot besparing van energie zijn
niet veel meer geweest dan prutsen in de
marge. Het meest voor de hand liggende al
ternatief voor kernenergie is steenkool. De
wereldreserves daarvan zijn enorm. Produk
tie en aanpak vergen een technologie die op
veel hoger niveau ligt dan die van de steenko-
lenindustrie die we nu kennen. Er wordt over
gesproken. Veel energiedeskundigen voelen
aan dat het in die richting zal moeten gaan.
Maar werkelijke beslissingen blijven uit.
In veel van olie afhankelijke landen wordt
zorgelijk aangekeken tegen de beslissingen
die de Opec-landen straks gaan nemen over
de prijs van hun produkt. Erg vee! invloed
daarop hebben de verbruikers met. Willen ze
van de zenuwachtigheid daarover echt los
komen dan zal er in de komende jaren niet
langer alleen moeten worden gepraat, maar
dan zullen er keuzes moeten worden ge
maakt. En als er dan maar weinig echte mo
gelijkheden zijn, kun je met tegen al die en
kele 'nee' zeggen.
KEES VAN DER MAAS.