Gereformeerde synode maakte ruimte voor 'kerkelijk denken' Olieverbruikende landen zijn nog steeds even afhankelijk van OPEC als twee jaar terug BINTJES IN DE BRANDING PZC/oplnle en achtergrond Exhibitionisme in de staten ZATERDAG 27 NOVEMBER 1976 Indetijddat onderwijzers nog gewoon schoolmeesters heetten, opgeleid op de kweekschool in plaats van de gewichtige pedagogische academie, was Klaas de Vries omstreeks de geboorte van de 20e eeuw, schoolmeester in Suameer, een plaatsje op de Friese zandgronden, waar armoe troef was. Zo rond 1900 waren de schoolmeesters (nog) veelzijdiger dan nu. Naast hel aap-noot-mies voor de leer lingen was De Vries ook nog technisch- en economisch Iandbouwvoorlichter, onbezoldigd overigens. Zodoende kende hij barre nood op de Friese zandgron den. Omdat niemand nog een bruikbare aardappel had gevonden voorde heide gronden ter plaatse, ging Klaasde Vries zelf aan het experimenteren met piepers. Zijn zoveelste poging in de school-moestuin had succes. De aardappel-boreling werd vernoemd naar Bintje Jansma, één van zijn liefste leerlingetjes op school (een meesters-kindje noemden we dat in Zeeland). Het aldus ontstane nieuwe aardappel-ras, ging na aanvankelijk falen, een grote toekomst tegemoet. Bintjes worden heden ten dage over de halve wereld geteeld en me' waardering gecon sumeerd. Hetzijn dezelfde piepers die eind oktober in de meeste Nederlandse dagbladen voor nogal grote koppen zorgden: "Bintje zwaar ziek' zegt de Telegraaf. 'Haalt het bintje 1980' vraagt het Parool zich af. "Bintje krijgt een zware dreun", aldus Trouw. Wat is er plotseling aan de hand? vraagt de argeloze krantenlezer zich af Eerst gingen de aardappelprijzen rigoreus omhoog, en dreigt er nu weer het gevaar d at we helemaal geen piepers meer m de pan of het bakvet krijgen? Nou. zo n vaart loopt het niet. dachten we. al is er wel wat aan de hand. zowel voor de consument als producent. Ondanks haar zeventigjarige leeftijd is Bintje de bekendste en meest gewaardeerde Nederlandse aarappel, een zorgenkindje gebleven. Alle ziek tes tussen fopspeen en ouderdom heeft Bintje ondertussen gehad en ze blijft zeer vatbaar voor de meest uiteenlopende kwaaltjes. Ze bezorgt haar telers constant grijze haren of kale hoofden vanwege de niet aflatende zorg. Naast vatbaar voor alle vervelende aardappelziektes, is Bintje ook zeer overgevoelig, ze kan geen stootje velen zonder meteen voor een deel blauw te worden - tot ongenoegen van de consument die terecht lichtgeel prefereert boven donkerblauw Bintje tenslotte is ook geen gelijkmatige groeister, dat gaat meestal schoksgewijs zodat een partij bintjes wat grootte betreft varianten te zien geeft tussen pareltjes en bovenmaatse rapen. Da's lang niet ideaal voorde verwerking De kwaliteit van deze aardappel echter maakt heel veel van die voor de kwekers nare zaken goed. Het is een pieper met best vlees, con stant van kwaliteit, goed van smaak en te gebruiken voor de meest uiteenlo pende verwerking - koken, pureren, bakken, verwerken tot frites, chips en andere modieuze bewerkingen. De afgelopen zomer, extreem in vele opzichten, heeft ook voor Bmtje flink uitgehaald. Niet Groeneveld met zijn vele en dreigende woorden echter, vonnde het grootste gevaar van de aardappeltelers. Het waren de miljoenen haast on zichtbare luizen die de aardappelen echt te lyf gingen. Niet zozeer de consumptie aardappelen, maar de pootgoed-teelt werd het slachtoffer van een grote luizen plaag. Begunstigd door de permanent droge en hete zomer leefden de luizen op de aardappelen vermenigvuldigden zich op grootscheepse wijze. Geen insecticide was tegen de luizen opgewassen. Bovendien waren deze nare beestjes de dragers van een virus. Dit alles heeft, geleid tot een besmetting met virus infectie van de poters en van de oppervlakte grond bestemd voor kweken van pootgoed. In eerste instantie leek dat niet zo erg De afgekeurde poters gingen de consumptie in - de virus is volstrekt onschadelijk voor mensen. Later echter kwam er grote onrust. Zo'n virus wordt natuurlijk wel weer overwonnen maar hoe lang duurt dat en wat gebeurt er ondertussen? Niemand kan momenteel het definitieve antwoord geven. Dat betekent niet dat er volgend jaargeen consumptiebintjes meerzullen zijn (die zullen "r wellicht volop zijn), hetbetekent wel dat volgend jaar (jaren) zal blijken of en hoe sterk de virus zal doorwerken in hetpootgoed. Datlaatste is van verschrikkelijk veel belangvoor de toekomst van het Bintje. Overwint men die virus niet of niet snel genoeg, dan zal er een verschuiving in de rassen gaan optreden, met alle gevolgen van dien Zo'n verschuiving zal een gevoelige klap voor de export betekenen, jaarlijks ex porteren we meer dan 100 000 ton pootgoed naar een groot aantal landen ter wereld. Zo'n verschuiving kan ook nogal wat betekenen voor de verwerkende industrie, geheel en al ingesteld op de specifieke kenmerk van het Bintje. Zo'n verschuiving kan zeer grote gevolgen meebrengen voor de telers. Met name het Zuid-Westen waar het Bintje de kurk is van dc hele aardappelteelt zou wel eens een gevoelige klap kunnen krijgen. Het is zeerwel mogelijk dat als Bintje het veld moet ruimen, de nieuwe aardappel (bijna) evengoed geteeld kan worden op de zuidelijke, oostelijke of vooral de veenkoloniale zandgebieden als in het Zuid- Westelijk klei-gebied. Als u één dezer dagen een akkerbouwer met zorgenrimpel- tjesziet, komt dat dus niet vanwege de lage prijzen (de aardappelprijzen zijn best. voor de boer dan) maar vanwege de onzekerheden voor de toekomst, Mr. Gerard W. Smallegange Prof. dr. H. M. Kuitert LUNTEREN - De „Synode van Maastricht" (zoals de kerkelijke vergadering der gereformeerde kerken heet), die deze week haar bijeenkomsten in De blije Werelt te Lunteren afsloot, zal wel licht de geschiedenis ingaan als de synode die ruimte heeft ge maakt voor het kerkelijk denken in Nederland. Er zijn naar een aantal kanten openingen gemaakt in wat men dacht dat het onwrikbare posities waren. In de eerste plaats geldt dat voor de verhouding tot Zuid-Afrika. Die ligt binnen de gereformeerde kerken bij zonder emotioneel. Tal van gerefor meerde ouders hebben kinderen in Zuid-Afrika en een aantal mensen dat er familie of goede vrienden kent, is ook erg groot. Het afbreken van de contacten ln het begin van 1976 tussen de in Zuid- Afrika bestaande kerken van gerefor meerde signatuur - in het bijzonder de Gereformeerde kerk voor Zuid-Afrika. de zogenaamde Dopperkerk. en de Nederlands Gereformeerde kerk van Zuid-Afrika (NGKSA). de kerk van premier Vorster. is nogal hard aange komen in die gereformeerde kringen in Nederland De dit jaar in Zuid-Afrika gehouden vergadering van de Gereformeerde Oecumenische Synode (GOS) heeft een mogelijkheid geschapen om weer met elkaar in contact te komen. Het aannemen door de synode in mei van dit jaar van het besluit dat de steun aan het anti-apartheidsprogram van de Wereldraad van kerken „opschort te" droeg daar een belangrijke steen toe bij Natuurlijk is dat besluit bij die gere formeerden die de apartheidspolitiek van Zuid-Afrika verafschuwen uiterst gereserveerd ontvangen. Maar die hebben gelegenheid gekregen van die afkeer blijk te geven in de actie Be taald Antwoord. Die heeft in elk geval tot resultaat gehad dat er nu ander halve ton aan de Wereldraad ten be hoeve van het program ter bestrijding van het racisme (PCR) kon worden af gedragen. Voordien kwam er uit de ge reformeerde kerken een bijdrage die de omvang van enkele tienduizenden guldens niet overschreed. Nieuwe periode De gemeenschappelijke verklaring die in de synodevergadering van deze week door de gereformeerde kerken in Nederland en Zuid-Afrika is afgelegd, luidde een nieuwe periode in. Zij voor ziet namelijk in het samenroepen van een kerkelijke conferentie in Zuid- Afrika - van 25 tot en met 29 april 1977 - die de vraag zal behandelen hoe de kerken in Zuid-Afrika zich moeten op stellen tegenover de geestelijke en maatschappelijke problemen die uit de Zuidafrikaan se maatschappij op haar afkomen. Die conferentie zal er een zijn van alle kerken van gerefor meerde signatuur in Zuid-Afrika en Zij die in provinciaal verband over ons gesteld zijn, hebben eind vorige week en begin deze week gespro ken over de vraag, hoe het nou vol gendjaar moet met dit gewest. Ze deden dat aan hand van de begro ting voor het komend jaar En ze werden het eigenlijk maar overéén ding helemaal eenshet duurde te lang, dat praten Wat feiten. Vorige week vrijdag hielden de leiders van de zeven fracties in de provinciale staten hun algemene beschouwingen over de provinciebegroting. Met elkaar hadden zij voor het formuleren van hun zieleroerselen 165 velletjes pa pier nodig. Het voorlezen duurde van tien voor half elf in de ochtend tot kwart voor acht 's avonds met tussendoor een uur en drie kwar tier onderbreking om te schaften. Maandag gaven de leden van ge deputeerde sraten antwoord. Zij praatten van tien uur in de ochtend tot even na zessen 's avonds. De lunchpauze werd kort gehouden een uur en tien minuten en dat was voldoende want 's avonds werd van overheidswege warm eten ver strekt. En nog u>as men - het leek wel een goed huwelijk - niet op elkaar uit gekeken. Des dinsdags gingen de gekozenen gewoon door. Tussen tien uur 's morgens en half acht 's avonds voerden statenleden en ge deputeerden opnieuw tal van plei dooien. In de wandelgangen werd intussen klaaglijk gesproken overdezee van woorden, die voortklotste in einde loze deining. Bekommerd maakten de gekozenen melding van vrouw en kind, die thuis maar moesten wachten en van grote hoeveelhe den werk. die onaangeroerd bleven liggen. 'Maak het kort', zei er één in een vlaag van historische bewo genheid. Zo'n debat heeft een ont regelend ef fect op hen die het moeten volgen Als een woordvoerder zich eens even versprak, ytng een gelach op in de toonzetting, die men verder uitsluitend in wachtkamers van doktoren en gerechtelijke instan ties kan beluisteren. Geschater dus op het moment, dat de christen de mocraat H. Eversdijk de liberale mevrouw E, Maris-Koster geheel in strijd met de feiten een echtelijke verbintenis aanwreef met de heer C Th A van Waterschoot, die bin nen de staten in de gelederen van de Politieke Partij Radicalen strijdt. ..We hebben het hier over moties en niet over emoties", stelde de commissaris der koningin, dr. C. Boertien, dan ook vast toen de heer Eversdijk mevrouw Maris hard nekkig met 'mevrouw Van Water schoot' bleef aa nspreken. Mevrouw C. C. van Zanten-Leijsen karakteriseerde de vergadering niet ten onrechte als een zitting van drie dagen mannelijk exhibitio nisme'. En de VVD-tvoordvoerder zoveel zinnen J. Hoekstra kwam tegen het eind van de bijeenkomst met de sugges tie eens overleg te voeren over een vlottere manier van vergaderen, bij voorbeeld door grenzen te stel len aan de spreektijden. Hij zette daarover een gedegen betoog op. waarvoor hij net iets meer dan de hem op dat moment maximaal toe gestane spreektijd nodig had. Maar er is hoop voor de toekomst, want de neer Hoekstra vond me destanders. De socialist W. Don opperde de gedachte, dat in het se niorenconvent uil de staten eens gesproken zou moeten worden over dc manier ivaarop meer vaart m de vergadering gebracht zou kunnen worden. Een ivaardevol idee. Voor het se niorenconvent zich-over het. vraag stuk buigt, doet het er wel goed aan maximale spreektijden vast te stel len. A J Snel die in Nederland. Blank, zwart, ge- kleur en de India'ers in Zuid-Afrika zullen er met elkaar overleggen. Wie denkt dat de Zuidafrikaanse afge vaardigden, dr. K. S. van Wijk de Vries en prof. dr Tj. v.d. Walt zachtzinnig zijn aangepakt, vergist zich. Zaak Kuitert Tijdens het debat over de verhouding tussen de gereformeerde kerken en de hoogleraar in de ethiek aan de Vrije Universiteit te Amsterdam, prof. dr. H. M. Kuitert, stelde prof. dr. G. Ro thuizen uit Kampen dat binding aan de belijdenis, ook bij hen die daar een groot punt van maken, van alles toe staat. Tot het dienen van twee heren toe. Men kan zich onlosmakelijk aan de belijdenis gebonden achten en. zei hij. tegelijk de apartheidspolitiek in Zuid-Afrika verdedigen. En men kan zich in Nederland zeer sterk aan de belijdenis gebonden voelen en toch rustig rijk blijven ten koste van een derde wereld die verkommert. De vraag ..ben je we! trouw geweest aan de belijdenis?" komt dan in het laat ste oordeel niet eens aan de orde. dacht hij. want mensen die twee he ren dienen komen helemaal niet in de hemel! Deze felheid trok de Kamper hoogle raar ook door in de richting van zijn collega Kuitert, Hij meende dat er ten opzichte van professort Kuitert plaats is voor bewondering - al vond hij het omstreden boek „Zonder geloof vaart niemand wel", een uitstekend boek „dat ikzelf geschreven zou willen kun nen hebben" - noch voor verguizing, maar wel voor harde discussie. Kuitert moet veel meer „op de huid gezeten worden" over zijn uitspraken en me ningen. Maar niet in de synode en niet iri een verhouding van rechters en ver- dachte. Want zover is het nog lang niet. En wie de rechter is en wie de verdachte staat ook nog helemaal niet vast. Er zijn namelijk in de kerken nog veel te veel mensen die wel over Kui tert oordelen, maar die nog nooit wat van hem gelezen hebben. En er zijn nog te veel theologen die het gevecht met hem niet zijn aangegaan. Dat hij heel goed tegen dat gevecht kan, is Rothuizen gebleken toen hij in het af gelopen jaar doctoraal colleges over Kuitert's boek gaf en daar de schrijver zelf bij betrok „die dat heel goed kon hebben". In soortgelijke termen had even eerder de Haagse predikant dr. B. Rietveld zich uitgelaten. En Kuitert zelf trou wens niet minder, toen hij de synodé aanried „de borst maar nat te maken", want zijn volgend boek staat uit te komen. „Maar denk er dan aan", zei hij, „dat zo'n werk het resultaat is van zeker tien jaar denken en dat het dus niet in een opwelling ontstaat". Overeenstemming Professor Kuitert heeft vaak samen- gesproken met een synodale commis sie die uit zestien leden bestond. Er lag over die besprekingen een rapport op de tafels van de synodeleden, dat getuigde van een grote mate van overeenstemming tussen de commis sieleden en professor Kuitert. Al bleef er. vooral over de binding aan de be lijdenis, verschil van mening be staan. De commissie meende in de fijn van Calvijn te zijn die de belijdenisge schriften niet beschouwde als eind punt. maar als uitgangspunt voor het geloofsleven van de kerk. Kuitert zei dat te onderschrijven. Zowel bindin gen aan de Heilige Schrift ais de belij denis zijn voor hem even zeer trouwbe- tuigingen aan het Woord van God ais voor wie ook. Dat te verklaren moet evenwel genoeg zijn. Alles wat daarna komt: beloften over het houden van de belijdenis der vaderen: dat is dwang en dat past niet in de kerk. Een kerk kan niet volstaan met woorden van giste ren, die moet worden van nu spreken in de taal van nu. Die vrijheid moet er bestaan in de gereformeerde kerken - „die voor mij de enige zijn en ik ga er niet uit of ik moet eruit worden ge gooid". aldus Kuitert - bestaan. Het denkbeeld van een vrijheid om belij denisformulieren te ondertekenen, omdat er uitwijkmogelijkheden zijn voor mensen die dat niet willen naar en in andere kerken, verwierp ar. Kui tert. Hij stelde zich op het door wijlen I prof. dr. K. Schilder aangehangen standpunt, dat er maar één kerk is, met één doop en één avondmaaL De synode heeft geen uitspraak ge daan. Zy volgde de lijn die de commis sie aanwees, die van studie en verder onderzoek, met 49 tegen 14 stemmen en twee onthoudingen. Een doorbraak heeft de synode ook gemaakt naar ..de homofiele naaste", zoals het in een rapport over deze ma- terie werd gezegd. Er is een studiede- putaatschap ingesteld om tot „pasto raal ethische handreiking te komen die van dienst kan zijn by de hulp aan de homofiele medemens". De synode stelde zich daarmee achter een verslag van prof. dr. Kuitert, die had geconstateerd dat de deputaten lafgevaardigden) die dit voorstel hebben voorbereid, af willen van de repressieve tolerantie: de homofiel te blijven discrimineren, door hem te behandelen als een zondaar, wiens homofilie hem vergeven moet wor den. Dat is, aldus prof. Kuitert, niet een houding die medisch en theolo gisch verantwoord is. Om van psy chologisch nog maar te zwijgen. De studie is bedoeld om tot de juiste houding te komen. Het is maar een heel willekeurige verzame ling van gebeurtenissen die allemaal met el kaar te maken hebben, maar die tegenover elkaar tegelijk een enorme hoeveelheid tegenstrijdigheden laten opborrelen. Erg goed uit de voeten kun je er niet mee. Hoog stens zou je al deze (en nog veel meeri feiten en feitjes kunnen bijeenbrengen onder de noemer van de vraag hebben we met z'n al len werkelijk iets geleerd van de oliecrisis die eind 1973 hier en daar tot, nogal paniekerige reacties leidde en opriep tot zoiets als een nieuwe bezinning op het vraagstuk van de toekomst van onze energievoorziening? Met een nieuwe olieprijsverhoging voor de deur zou er nu toch eigenlijk iets duidelijks op ge zegd moeten kunnen worden Mr Gerrit Wagner, president-directeur van Shell (een man die ïn de olieverwarring nogal eens in het nieuws kwam en daama 'zijn be drijf de nodige veranderingen heeft zien on dergaan) vindt dat we er met elkaar maar erg weinig van hebben opgestoken. „Die oliecri sis is even een schok geweest. Ze heeft wat nuttige wenken opgeleverd om te bezuinigen op energie. De regering adverteert daarmee. Je kunt tegen verspilling van energie als je werkelijk wilt het nodige doen: lampen uit draaien. huizen beter isoleren, m kleinere au to's gaan rijden" Volgens Wagner lost dat alles - hoe goed ook bedoeld en misschien zelfs hier en daar toegepast- natuurlijk maar een heel klein stukje van het werkelijke pro bleem op. Eigenlijk is er maar één taal die de energieverbruiker goed verstaat: en dat is die van de kosten. De stijging van het energie verbruik (voor olie in Nederland in 1976 37.3 miljoen ton tegen in 1975 34.3 miljoen toni toont naar de stellige overtuiging van Wag ner aan dat olie dus werkelijk nog ie goed koop is En omdat het zo ligt kan de Shell- topman alleen maar concluderen dat we ons almaar afhankelijker maken van de olie uit vooral het Midden-Oosten en dat de beslis sing over de beschikbaarheid van energie steeds meer in handen komt van de dertien exporterende Opec-landen De laatste maanden van hetjaar zijn sinds de oliecrisis van 1973 tof wat daar voor door ging) al enige malen achtereen gestempeld door een algemene politieke zenuwachtig heid over de toekomst van onze energievoor ziening. Zo gaal het ook nu weer. Allerlei fei ten en feitjes op elkaar gestapeld scheppen die sfeer. Voorop de wilde speculaties over de verhoging van de prijs voor ruwe olie. waar mee de ministers van de zogenaamde Opec- landen aan het eind van december op hun vergadering in het Arabische staatje Qatar voor de dag zullen komen. Er wordt rekening mee gehouden dat de prijsstijging ergens tussen de 8 en 25 procent zal liggen. Toch kan nog niemand er een zinnig woord over zeg gen. De beslissing is namelijk te sterk afhan kelijk van allerlei ontwikkelingen in het politiek-economische pokerspel dat op het ogenblik tussen de rijke westerse landen en de arme derde wereld wordt gespeeld met de oliesjeiks als toeschouwers. In Nederland heeft het gokwerk over de komende zwaai omhoog in de olieprijzen al tot een stevige ruzie geleid tussen de ministers Pronk (ont wikkelingssamenwerking! en Van der Stoel (buitenlandse zaken) De één verwijt de an der dat ie z'n mond heeft voorbijgepraat I n tussen is er nog heel wa t meer aan de h a nd in energieland. Een blik in de kranten van de afgelopen weken levert een rijke variatie aan incidentjes en opmerkelijke uitspraken In Noord-Dui island woedde een complete veldslag tussen de politie en betogers tegen de bouw van een kernenergiecentrale. Vanuit het noorden van Nederland komen felle pro testen tegen het voornemen van de ministers Lubbers. Vorrink en Gruijters om in onder grondse steenzoutformaties proeven te ne men met berging en opslag van radio-actiel afval. Het kabinet heeft weer eens gewankeld op een energie-affaire: de vraag hoe het moet met de uitbreiding van de fabriek voor ultra- cenlnfuge (verrijking van uranium) in Alme lo. Dan was er net bericht over technische problemen in de kerncentrale te Doel. juist over de grens tussen België en Nederland In nader bekeken Middelburg werd begin deze week heel se rieus ingegrepen tegen een ludiek initiatiefje van het kunstenaarscollectief 'Mass and In dividual Moving' dat in de Graanbeurs een radio-actief monument had ingegraven als 'waarschuwing tegen de technocratische ontwikkeling en het stralingsgevaar' van onze samenleving En dan de opmerkelijke uitspraken De be kende Duits-Amerikaanse raketspecialist Wemlier von Braun heeft als zijn verwach ting te kennen gegeven datde mogelijkheden van kernenergie met moeten worden over schat omdat de hoeveelheid uranium op de wereld over 50 jaar zal zijn uitgeput Op hun beurt hebben twee Nederlandse energiedes kundigen (dr ir Hoog en ir Hols i in een ad vies voor weer een energiecongres vastgesteld da de wereld het. ook bij een geringe economi sche groei, niet zal redden zondei de bouw van een aanzienlijk aantal kerncentrales en zonder een grootscheeps gebmik van de op veel plaatsen aanwezige steenkolenvoorra- den Op veel plaatsen in de wereld is daarom een discussie op gang gekomen over de vraag of het niet veel verstandiger is een zeker tegenwicht op te bouwen ten aanzien van de Opec-landen door zelf energiebronnen te zoeken, aan te boren en te ontwikkelen. De discussie ishier en daar in daden omgezet De olie- en gasreserves onder het continentale plat van de Noordzee en in gebieden als Alaska zijn heel lange tijd veel te duur ge weest voor exploitatie omdat er niet mee te concurreren viel tegenover de goedkope olie uit het Midden-Oosten. Nu ligt dat anders. Sinds het begin van de jaren 70 is er in beide gevallen een exploratie-activiteit ontwik keld, die niet alleen een aanzienlijke produk- tie van olie en aardgas heeft opgeleverd, maar ook enig zicht heeft gegeven op reser ves voor de toekomst. Zo komt een redelijke schatting van alle nog aan te tonen Noordzee-reserves (ten zuiden van de 62e breedtegraad) neer op ongeveer 35 miljard vaten ruwe olie en tussen de 3000 en 4000 miljard kubieke meter gas. Reserves van deze omvang zouden een produktie mogelijk maken die zou kunnen voorzien in 30 procent van West-Europa's geschatte behoefte aan olie en gas in de jaren '80 Binnen West- Europa zou de positie van land tot land sterk verschillen. Engeland bijvoorbeeld zou zo veel uit zijn velden op het continentale plat kunnen halen dat het ruimschoots aan de eigen vraag naai- olie en gas zou kunnen vol doen. Noonvegen zou een grote exporteur kunnen worden, zoals Nederland op het ogenblik met zijn aardgasvoorraden in Gro ningen als een belangrijke leverancier voor het buitenland optreedt. En dan zijn er de andere 'alternatieve' bronnen zoals kernenergie, olie uit teerzan den en oliehoudende leisteen, synthetisch aardgas, gewonnen uit steenkool. Stuk voor stuk mogelijkheden die voor het gnjpen lig gen. als er maar in geïnvesteerd wordt, als de technologie maar verder wordt ontwikkeld en als maar serieuze pogingen worden on dernomen om de bezwaren die er aan kleven te ondervangen en weg te werken. Daarnaast de nog meer 'onzekere energievormen' waar naar steeds meer speurwerk wordt verricht: zonnewarmte, windkracht, aardwarmte, door golden opgewekte energie, energie van waterstof uit zeewater, uit brandstofcellen In al deze laatste gevallen gaat het om nog zeer prille mogelijkheden, waarvan nog maar moet worden afgewacht of ze ooit een wezen lijke bijdrage aan onze energievoorziening kunnen leveren. Eén ding is in de paar jaar sinds de oliecrisis van oktober 1973 wel duidelijk geworden: de onzekerheden zijn alleen nog maar toegeno men en voor het belangrijkste deel toe te schrijven aan aarzelend beleid van regerin gen die voortdurend verstrikt raken ui tegen strijdige belangen en doelstellingen. Het ge volg daarvan is dat over de hele linie veel meer wordt gepraat dan gedaan. Het vruch teloze debatover de voordelen en de nadelen van de toepassing van kernenergie - niet al leen in Nederland waar we ons met aardgas m de grond nog wel een beetje uitstel van be slissingen denken te kunnen permitteren - is daarvan een voorbeeld. Uit die meer en meer vastlopende discussie wordt niet de logische consequentie getrokken. Namelijk deze: wanneer men het niet met elkaar eens kan worden is het des te belangrijker dat plannen in andere richtingen energiek worden aange pakt Alle tot nu toe genomen maatregelen om te komen tot besparing van energie zijn niet veel meer geweest dan prutsen in de marge. Het meest voor de hand liggende al ternatief voor kernenergie is steenkool. De wereldreserves daarvan zijn enorm. Produk tie en aanpak vergen een technologie die op veel hoger niveau ligt dan die van de steenko- lenindustrie die we nu kennen. Er wordt over gesproken. Veel energiedeskundigen voelen aan dat het in die richting zal moeten gaan. Maar werkelijke beslissingen blijven uit. In veel van olie afhankelijke landen wordt zorgelijk aangekeken tegen de beslissingen die de Opec-landen straks gaan nemen over de prijs van hun produkt. Erg vee! invloed daarop hebben de verbruikers met. Willen ze van de zenuwachtigheid daarover echt los komen dan zal er in de komende jaren niet langer alleen moeten worden gepraat, maar dan zullen er keuzes moeten worden ge maakt. En als er dan maar weinig echte mo gelijkheden zijn, kun je met tegen al die en kele 'nee' zeggen. KEES VAN DER MAAS.

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 1976 | | pagina 4