'DE SCHENDING VAN SOEBADRA', m Javaans schimmenspel Eerste deel van 'De oosterse bibliotheek' Waarheen moet Kerk koersen? 'Krom en recht' ZATERDAG 27 NOVEMBER 1976 ia JrXiv/ zaterdagkrant De keuze moest - ook voor dit toch kloeke boek - uiteraard beperkt zijn. De schnjfs ter heeft bij hét bepalen van die keuze vooral aan het lezend pu bliek gedacht. Zo heeft bijna alles wat ze presenteert betrekking op kastelen die ook geheel of gedeeltelijk te be zichtigen zijn. Een directe confronta tie is dus daar mogelijk, niet alleen met de 'stenen waarheid' van de ge bouwen maar ook met de geest van eeuwen en r l.n 1965 kreeg Helma Wolf-Catz de ANWB-prijs voor haar terecht alom geprezen 'kastelenboek' dat onder de titel "Kastelen, hun personages, hun schatten' heel wat onbekende we tenswaardigheden en wederwaar digheden van enkele vaderlandse kastelen en hun "bewoners-door-de- eeuwen-heen toevoegde aan de waar lijk niet zo geringe 'kasteel literatuur'. Het boekje moest in 1967 herdrukt worden, daarna bleef de vraag bestaan maar een heruitgave liet op zich wach ten. Vorigjaar-hetmonumentenjaar- zou het dan zover zijn dat een derde, geheel gewijzigde en uitgebreide druk op de markt zou komen, maar de uit- gever en de schrijfster zaten met de gevolgen van een grote brand ter drukkerij, zodat het monumentenjaar voorbij ging zonder deze bijzondere uitgave. Het blijkt achteraf geen echte ramp. want juistdoor alle uilgaven in 1975 op het gebied van kastelen en landhuizen - vaak erg fraai en zeer de moeite waard - groeide de vraag naar een 'al ternatieve' bundel, een boek dat eens iets meer zou doen dan alléén maar spreken over bouwstijlen. W* Dal /at boek is er nu. Helma Wolf-Catz heeft het 'Kleine geschiedenissen van Grote Kastelen' genoemd en er de on dertitel 'Hun ridders, hun vrouwen, hun schatten' aan gegeven. Deze uit gebreide aanduiding dekt de inhoud. Helma Wolf-Catz tekent een boeiend schouwspel waarvan de plaats van handeling zich verplaatst van streek naar streek en waarin gisteren van daag wordt. ie erg veel tijd heeft, zou met dit boek binnen bereik, een wondermooie tocht in eigen land kunnen maken en zich op die reis tot 'medeplichtige' maken aan de alleszins receptieve speurzin van de schrijfster die het ver leden op zich af heefl laten komen, massa's gegevens heeft gegroepeerd, verwerkt, becommentarieerd en ge plaatst in hetkader van ditcharmante boek. De muzen spelen hier de eigenlijke hoofdrol: muziek, veel literatuur, de wereld van de beeldende kunst, de we tenschap, alles in en om de kasteelmu ren Helma Wolf-Ca tz behandelt ze niet als een strenge, afstandelijke tante op een manier die tot inkeer noodt, maar ze laat spelen en speelt mee Zo ontstaat een verhalenreeks die - ruwweg aangeduid loopt van Ame- rongen. Renswoude. het slot Zuylen met Belle van Tuyll imadame de Char- rière), de ridderhofstad Gunterstein waarVan Oldenbamevelt verbleef, het museum-kasteel Sypestein met zijn beroemd porselein, de dichtersburcht Assumburg, natuurlijk het Muiderslot (Tesselschade. Hooft), het zeehelden kasteeltje De Trompenburgh. het slot Haamstede waar we de dichter en his toricus Jacobus Eyndius ontmoeten, het Renesser slot Moermond waar Ma ria Machteld van Sypestein aan haai miniaturen werkt, het slot Ter Hooge bii Koudekerke met de vele. vele fami lieperikelen en de Van Borsseles. het kasteel Westhove bij Domburg waar de beau monde van vroeger eeuwen resideert en waar Marie Boddaert en Truitje Bosboom hun inspiratie vin den. liet kasteel Dussen dat Antoon Coolen in de persoon van een wat vreemde telg uit de Koudekerkse fa milie Suringar stof voor een roman op leverde. het kasteel Nederhemert, een (van de twee) kastelen Well, het kas teel Ammersoyen. de Aafjes-burcht Hoensbroek, het Halewijnmuseum Genhoes. kasteel Home, de kastelen Wvchen. Hemen, de Kinkelenburg. Doomenburg. Voltaire op de Door- werth. Rechteren. de nieuwe Hannema-state 'HetNijenhuis' met de aandachttrekkende kunstverzame ling, Crack-State, Anna Mana van Schuurman en het Martenahuis, de Henneastate. Schierstins. Fogelsang- he. hethuis Nienoord. Laarwoud, Wed- derborg en Fraeylemaborg. Verhilder- sum tot en met De Menkemaborg, het stamhuis van jonkheer Unico Lewe van Nijensteijn. de stichter van het Bevelandse Lewedorp. Onnodig te zeggen hoe groot de mengeling van al deze voor zich spre kende begrippen is. de warreling van families en de referen ties aan weer heel andere begrippen die er in de geest samenkomen. De Zeeuwse hoofdstukken in dit fraai, goed geïllustreerde boek, zijn nieuw. Ze betreffen de kleine geschiedenissen van de grote kastelen Haamstede. Moermond. Ter Hooge en Westhove en geven daarvan bekende en onbekende gegevens Zoals gezegd: een waarlijk alternatief, rijk en charmant 'kastelenboek' waar voor nogal wat bergjes werk verzet moeten zijn. Daarvan getuigt de breed opgezette documentatie. Professor Prakke sprak indertijd bij de eerste druk van 'een van de weinige boeken die toerisme, romantiek en po- zie op sublieme wijze tezamen laten gaan' en dat kan nu bij deze geheel andere, derde druk best herhaald wor den, zo het al niet sterker geldt. Helma Wolf-Calz. Kleine Geschiedenissen van Grote Kastelen. Uitgave Sijthoff- Leiden. 265 pagina's, foto's, tekeningen, do- tekst). Haamstede, Haamstede (foto Slagboom). Renesse. Moermond (foto Slagboom) Sc, Dommige gebeurtenissen in je ontwikkeling zijn bepa lend voor je verdere interesses. Ze blijven je leven, je smaak, je doen en laten mee richten. Nooit zal ik het ogenblik vergeten dat ik voor het eerst een wajangpop zag. Nooit ook dat ik voor het eerst de betoverende klan ken van de gamelan hoorde. Ik was toen te jong om te beseffen hoe het allemaal zat, maar de verwondering, be wondering en verrukking zijn mijn hele leven gebleven, en steeds groter geworden, Onnodig nog toe te voegen wat ik onderging toen ik voor het eerst een wajangtentoonstel ling zag en hoorde, al was dat dan in Nederland. Helemaal compleet is deze wonderbaarlijke cultuuruiting natuur lijk pas in Indonesië Ik heb een hele collectie wajangpoppen en een rijtje gamelan-langspeelplaten, en ook nog allerlei andere at tributen van wajangspelen, en sta dikwijls verbaasd over de volstrekte afwijzing van dit alles door anderen. Naar mijn smaak en overtuiging behoort de wajang (met alles wat er bij hoort) tot een van de meest geraffineerde cultuuruitingen ter wereld. Bekijk alleen al eens goed zo'n wajangpop (en er zijn honderden typen). Hij is gemaakt van het fijnste leder, soms een soort perkament, en zó fijn uitgesneden en gestoken dat kantwerk er soms nog grof bij lijkt. Je snapt eenvoudig niet dat het technisch moge lijk is zulke grote partijen, als in de vorstenkronen en de sieraden, zó open te werken dat de hele pop niet uit elkaar valt. Integendeel, hij kan. bij de woeste gevechten, héél intensief gebruikt worden zonder dat hij beschadigd raakt. Houdt de pop tegen het licht en je wordt betoverd door die verfijning en gratie. Maar laat het licht er op vallen, en de verrassing is niet minder groot: hij is minu tieus beschilderd en met bladgoud belegd, de kleuren zijn van een onvoorstelbaar raffinement, met veel reliëfwer king in de kleding. De armgewrichten draaien rond ivoren knopjes, de handgreep en de armstokjes zijn van prachtig glanzend hoorn, soms doorzichtig als kornalijn. Deze poppen moeten immers van twee kanten bekeken kunnen worden: de vrouwen zien enkel de schimmen op het doek. de mannen zitten aan de kant waar de lamp hangt en de verteller (dalang) zit: zij zien de kleurenpracht. ging. Die Nederlanders kwamen daar in aanraking met deze eeuwenoude verfijnde cultuuruitingen. Enkele geleerden en kunstenaars beseften dat. en schre ven er enthousiast over. maar die geschriften bleven vak literatuur. De grote massa beschouwde de wajang, de gamelan, de dansen etc. als 'vermaak voor de bruintjes', hoogstens welwillend neerbuigend, maar ook wel geïrri teerd als de gamelan hen uit de slaap hield Want die gaat tot zonsopgang door. Goed. je hing wel eens een wajangpop of een batiklap tegenjemuurofjezettezelfseen'afgodsbeeldje'injetuinom Do, debozegeesten of de dieven te weren wantje weet toch maar nooiti maar waardehechttejeerverdernietaan. netzo min alsaandeklompmeteengeraniumerindiemenigHollands geveltje 'siert'. Dat dit vermaak 'van bruintjes' wel eens mijlen ver verhe ven zou kunnen zijn boven Mozart's Toverfluit of welke andere opera die je tijdens je verlof in Europa ging zien. kwam in geen hoofd op. Waarbij we dan ook nog bedenken moeten dat we de To verfluit door de eeuwen heen zoveel mogelijk overanderd laten, terwijl de wajang constant verandert, in beweging is: de teksten liggen slechts globaal vast. elke goede da- lang heeft het recht ze te bewerken, uit te breiden, aan te He, let aantal figuren is buitengewoon groot en gevarieerd. Er zijn edele vorsten en prinsen met smalle gezichten en ledematen; prinsesjes, zó fragiel datje niet begrijpt dat ze niet direct stuk gaan bij het intensieve gebruik dat er-van de poppen worrdt gemaakt, er zijn goden en kluizenaars met de schitterendste kronen en de wonderüjkste tulban den. vorsten van de tegenpartij met stompe neuzen en weelderige klederdracht, sterken en zwakken, boeven en clowns, mismaakten koddige dieren, mythische wezens en ook samengestelde figuurstukken als legers Uiteraard zijn niet alle wajangspelen even uitgebreid en kunstzinnig gemaakt. Een poppenspel, gemaakt voor een vorstenhof ziet er heel anders uit dan een eenvoudige dorpswajang Maar wajang op z'n best is. zoals ik al zei. van zo'n onvoorstelbaar raffinement en van zo n pracht diepgang en veelzijdigheid dat ik me telkens weer ver baas over de algemene afwijzing (vooral hierin Nederland). Trouwens, heel de verfijnde kunst van Java en Bali staat hier laag aangeschreven, na de Boeroeboedoer en de oude Hindoe-Javaanse bronzen is het wel bekeken. Meent men. Ik heb me natuurlijk vaak afgevraagd, waar dat door komt Ik meen dat de oorzaak in de koloniale verhoudingen ligt Het was meestal niet het puik van de natie dat naar Indië Koning Doeijoedana /och terzake. Het boek waar het nu om gaat. 'Dc schending van Soebadra'. een Javaans schimmenspel, deel I van de splinternieuwe 'Oosterse Bibliotheek' van Meulenhoff, Amsterdam, op zichzelf al een schitterend initiatief, gesteund door de Unesco in Parijs. De tekst is volgens de Soerakartase traditie bewerkt door Ki Kodiron, en hij werd uit het Javaans vertaald en van toelichtingen voorzien door dr. J. J. Ras. Alles aan dit boek is voortreffelijk. De uitvoering: fraai gevergeerd papier zwart linnen band met goudstempel. Heel aantrekkelijke illustraties, schaduwfoto's. gemaakt naar erg mooie poppen uit de collectie van het Museum voor Volkenkunde te leiden, in authentieke opstellingen. Uiterlijk ziet. het. boek er dus verzorgd en aangenaam uit Zolang het nieuw is, heeft het ook nog een heel aangename eigenschap die tegenwoordig bij boeken uiterst zeldzaam is geworden de drukinkt ruikt lekker. De inleiding van dr Ras (docent Javaanse letterkunde aan de Rijksuniversiteit van Leiden) is zeer uitvoerig en hoewel strikt wetenschappelijk leesbaar en interessant. Dr. Ras spreektover: het wajangtoneel als geheel, met zijn vele vormen en variaties, de wajang-poerwa (waar dit spel toe behoort), de inhoud van de Pandawa-cyclus als geheel en van deze 'lakon' in het bijzonder. Op deze inleiding volgtde letterlijke vertaling van de lakon 'Soebadra Laroeng'. zoals die in 1962 uitgewerkt, opge schreven en uitgegeven is door Ki Kodiron. een dalang i poppenspeler) uit Ngemplok,Midden-Java, leider van de school voor dalangkunst en muziek aldaar Dc tekst van deze lakon is zeer boeiend, maar uiteraard is. zoals Ras opmerkt, een wajang-lakon geen leesdrama. Het is bovenai een kijk- en hoorspel. Het is zoiets alsof je het libretto van een opera leest en er de rest maar bfj verzinnen moet. Hoeveel men mist valt te realiseren als men bedenkt dat de tekst van het spel. die van p.l 10 tot 232 loopt, bestemd is om een hele nachtvoorstelling, tot zes uur in de morgen te vullen En toch leest men dit schema met de uitgewerkte dialo gen met groot genoegen en met bewondering. Juist door dat de kleinste regieaanwijzingen er in staan, doet het. geheel zo echt en onvervalst aan. Het heeft in dit korte bestek, geen zin in te gaan op de nog ahngewikkelde inhoud vanditwajangspel. Kortnaverteld zou het alleen maar uiterst verwarrend werken. Wat zo boeit is de afwisseling van plechtigheid en spot, verhevenheid en grapjasserij, de vele dubbele bodems en knipoogjes van verstandhouding, de ruimte om alles heen. de milde wijsheid, het volkse, het hedendaagse, en het oer-oeroude. Inderdaad gaat de wajang, het schim menspel. - in wezen een religieuze aangelegenheid, en dat is nog altijd merkbaar - tot in de grijze oudheid terug. Het stamt waarschijnlijk uit India, het vasteland van Azië in elk geval, maar het kreeg op Java zijn meest fascinerende, geheel eigen vorm. en het is daar al een duizend jaar be kend. Hel floreert nog steeds, hoewel ook de wajang zich. als specifieke volkskunst, natuurlijk sterk aan het moderne leven aan moet passen. Uitvoerige woorden- en naamlijsten alsmede een zeer vol ledige bibliografie besluiten dit werkelijk voorbeeldige boek. De schending van Soebadra. Javaans schimmenspel De Oosterse Bibliotheek, deel I. Meulenhoff. Amsterdam, 34.50 In vele kerken die ons land kent zit men met de vraag hoe ze verder moeten in deze lijd. Grondige veranderingen hebben er plaats gevonden en zijn nog bezig zich te voltrekken in de wereld. Deze zijn ook van invloed op onze nationale samenleving. Landen die vroeger wereldmachten van betekenis waren, zijn gedegradeerd tot tweede rangsmogendheden. Andere zijn naar boven gescho- ten omdat zij leveranciers zijn van on misbare grondstoffen. Dat brengt mee een bepaalde machtspositie. Dit is niet alleen van belang op economisch gebied, maar het heeft ook verdere gevolgen. Doordat bijv. de Arabische landen de 5= grootste olieleveranciers zijn. is de Islam veel meer dan dat vroeger reeds het geval was, een geestelijke macht geworden in de wereld, die zich in Afrika, daar vooral, maar ook in andere landen, geducht laat gelden. levensvragen van de gemeenschap worden gesteld 'boven de strikt per soonlijke geloofsvragen'. In dit oude en nieuwe type. zoals hij ze noemt, en die polariserend tegenover elkaar staan, hebben wij dezelfde kwestie die in heel wat kerken aan de orde is. Toen in september van dit jaar de synoden van de geref. en herv. kerken hun ge meenschappelijke vergadering hiel den. was natuurlijk de eerste vraag hoe deze twee kerken verder samen op weg zouden kunnen gaan Maar achter deze gemeenschappelijke vraag lag voor ieder van beide kerken ook de vraag hoe zij afzonderlijk de toekomst in moesten gaan. Beide kerken zitten hier met de problemen van de andere tijd. Dat kwam tot uiting bijv. toen men het had over 'kernen van belij den'. Ook hier werd openbaar een oud en een nieuw type. Wat betekent de binding aan de belijdenis van de kerk? Kan men nog toe in de hedendaagse samenleving met de belijdenisge schriften uit de 16e eeuw? Is er nodig een belijdenis die beantwoordt aan vragen welke in de hedendaagse sa menleving opkomen? In de discussie over 'kernen van belijden' werden ook klanken gehoord die uitgingen boven de samenleving in ons eigen kleine landje. Trouwens, door de zending zal iedere kerk verbonden blijven aan en rekening moeten houden met de wereld-samenleving. Op 13 september 1971 zette de bis schop van Den Bosch zijn handteke ning waardoor 'bet nieuwe beleidsin- stituut van de parochie Maranatha* werd bekrachtigd. Bij die naam "Ma ranatha' zijn we geneigd aan een pro testantse gemeente te denken. Eigen lijk nog meer aan een adventistische stroming als de Maranathabeweging. „Kom onze Heer!" is de letterlijke ver taling van dat woord. Maar de handte kening van de bisschop verzekert ons dat het hier gaat om een r-k parochie. Het gaat hier om de parochie rondom de universiteit van Tilburg. Ook de invloed van het communisme is steeds meer merkbaar Dat is niet alleen een ander economisch stelsel, maar ook een geloof. Hoe minder dit geloof in de z.g.n. volksdemocratieën aanspreekt, tenminste volgens berich ten die deskundigen op dit terrein de wereld insturen, des te meer spreekt het blijkbaar aan in wat wij gewoon zijn te noemen de vrije wereld. Een beweging als Christenen voor het So cialisme blijkt steeds meer te tenderen naar het communisme. Nu kunnen wij wel zeggen dat dit een beweging van geringe omvang is en dat we daarom haar betekenis niet hoog moeten aan slaan, ik weet nog niet of 't goed is er op deze wijze over te spreken. Zou het met verstandiger zijn wanneer wij in ieder geval trachten het communisme ernstig te nemen, ook al zijn wij het er helemaal niet mee eens. Door de vele werklozen in ons midden zou de structuur van onze samenleving wel eens wat kunnen veranderen. Volkenkundig wordt onze wereld door elkaar geklutst. Hoeveel belijders van een andere godsdienst hebben we reeds nu in ons land door de 'gastar beiders' Door hen komen wij in aan raking met Islamieten uit Noord- Afrika en Turkije en met Hindoes uit Suriname. Laten we weer niet gaan denken dat dit een voorbijgaande zaak is. Het is eerder te voorzien dat hun aantal zal vermeerderen dan ver minderen. Daar komt nog bij dat er. vanaf het begm van deze eeuw een steeds groeiende invloed is van de mystiek afkomstig uit het Verre Oos ten die, naar mij is verzekerd, een steeds meerdere invloed krijgt op jon geren uit ons volk. We hebben reeds eerder vermeld dat iemand die de Am sterdamse wereld goed kent. ons eens verzekerde dat er in zijn stad talloze secten zijn ontstaan die tot achter grond hebben een Aziatisch religieus denken. Hij voegde er aan toe dat het vooral jongeren zijn die zich hierbij aansluiten. En in diezelfde stad wordt de ene kerk na de andere gesloten. Ver liest de kerk haar greep op de jeugd? De veranderingen die er op econo misch gebied plaats vinden laten hun invloed gelden. Het brengt ook mee dat er in heel wat kerken in ons 1 and de vraag opkomt hoe zij verder moeten koersen de toekomst in. Dat deze vraag vooral dringend wordt in de vroegere volkskerken, is een vanzelf sprekende zaak. Maar, alles is boven dien wat losser geworden. Gemakke lijker dan dat vroeger het geval was, sluiten leden zich aan bij sectarische bewegingen, waar zij meer gemeen schap smaken dan in eigen kerk. Of ook zijn ze eerder geneigd naar een an dere kerk te gaan, waar ze betere 'teer kost' menen te kunnen vinden. Ook gebeurt het dat er gemeenten ont- staan naast die van de officiële kerken, kritische gemeenten, universiteitspa rochies en andere. Nog al eens zijn ze oecumenisch van instelling, Deze zo mer zijn we eens in een kerkdienst van de Leidse Studenten Ekklesïa ge weest, een parochie waarmee de bis schop van Rotterdam nogal verlegen zit Hetbezoekwaswaarlijknietalleen jongeren, zoals men zou verwachten. We hebben een heel stel informatie bladen meegenomen en daaruit blijkt, duidelijker nog dan uit de preek die we die morgen hoorden, dat de gericht heid van deze ekklesia wereldomvat tend is. Daar tegenover ontstaan er weer andere gemeenten waar men meer gericht is op de piëtas, de vroom heid van de enkeling en op 'het eigene' dat men zoekt. Aan de vraag welke koers men moet inslaan ontkomt ook niet de Vereni ging van Vrijzinnig Hervormden. Een paar maanden geleden troffen we in hun verenigingsblad 'Kerk en Wereld' een artikel aan van prof. P Smits: „Een andere tijd vraagt een andere vrijzinnigheid." Daarin heeft hij het over twee types vrijzinnigen die pola riserend tegenover elkaar werken. Het oude type klaagt over zijn uiterlijke machteloosheid. Maar prof. Smits meent hierachter te mogen constate ren een innerlijke machteloosheid. Daarom vraagt hij om een nieuw type vrijzinnigheid 'dat geloofwaardiger is en daardoor meer werfkracht vermag op te brengen'. Dit meuwe type heeft de behoefte het 'hele concrete dage lijkse maatschappelijk bestaan in het geloofsleven te betrekken'. Zijn stre ven is de betrekkingen tot de mede mens en dit in de ruimste zin genomen, bij ons geloof te betrekken. De lévens- vragen van de enkeling mogen niet worden gesteld boven die van de ge- meenschao. maar evenmin mogen de De pastor van deze parochie heeft enige weken geleden in 'De Bazuin' een overzicht gegeven van de ontwik kelingen die zich in deze parochie hebben voorgedaan. Hier vinden we ongeveer hetzlefde beeld als in de stu denten ekklesia in Leiden. Het zijn ook niet meer alleen jongeren die tot deze parochie behoren, hoewel de inbreng van de studenten er natuurlijk wel de: gelijk is. Maar vanaf die bisschoppe lijke handtekening 'kan de parochie haar begrenzing legitiem overschrij den en zich richten op allen die uit vrijwilligheid zich geëngageerd wisten inzake van geloof, wereld en kerk." Het modewoord 'geëngageerd' wijst ons hier reeds in een bepaalde richting. Naast geloof en kerk wilde men hier ook de wereld in het vizier hebben. De parochieraad, welke later werd omge zet in een parochiebestuur kreeg 'be leidsbepalende bevoegdheden'. De studenten van Tilburg komen voorde overgrote meerderheid uit het r-k mi lieu. Maar eenmaal Ingeschreven aan de universiteit wilden ze vrij zijn van de vroegere bevoogding, ook in zaken- van geloof, kerk en pastoor. Er was een breken met de traditie. En zo is men stap voor stap gekomen tot een 'alter natieve kerk', waar zij eigen mondig heid konden waarmaken. Ze wilden een kerk waar zij recht van spreken konden krijgen. Het wordt een paro chie van 'vrijwilligers', waarbij dit woord dan niet te nemen is in de geijk te. vroegere betekenis van dit woord. Men was 'geëngageerd'. De vrijwilli gers maken zelf de parochie en laten die niet van bovenaf opleggen. Het gaat om 'de bewuste participatie in een kleine groep van actief geënga geerde mensen in eigentijdse maat- schappelijke en politieke situaties'. En dit alles werd weer zeer breed gezien, in wereld verband. Een van de eerste dingen waarmee men zich heeft beziggehouden is de li turgie geweest. Deze kwam niet meer centraal te staan, maar wél een 'ge loofwaardige levenspraxis'. De pastor en zijn helpers, die men zelf uitzoekt, werden met de neus gedrukt op 'het maatschappelijk-politieke vlak en hun persoonlijke stellingname daar in'. Tot zover pastor Zonnenberg. Ook hier staan we voor de vraag: waarheen moet de kerk koersen in een wereld die zozeer aan het veranderen is. En ook hier wordt deze vraag ge steld in direct verband met hetgeen er in de grote wereld rondom ons omgaat. Jez. 42-1-4. Ineens is het weer zover dat we Advent moeten meren. De gang van het kerke lijk jaar geeft het aan, de kalender schrijft het ons voor. Misschien zijn we helemaal nog niet in de juiste stem ming om het te beleven, maar er is geen houden aan, het jaar 1976 spoedt ten einde, het is zondag 28 november dele Advent. Het kan zijn dat we er bij zuchten, want het vuur van onze venoachting is wellicht reeds lang gedoofd. Toch willen wij ons buigen over de Schrift, want wat goedbedoelde men- senwoorden niet kunnen en waartoe zelfs de beste reclame niet in staat is dat bewerkt het woord van God. Dat maakt de dode verwachting weer le vend. Het is ons volkomen duidelijk dat alleen God onze verwachting kan vervuilen en dat alleen Hijzelf de zaak van het recht tot een goed einde zal voeren. Hij zal het doen door middel van zijn knecht. Die zal het recht openbaren voor het oog van alle vol ken. En als er iets nodig is, juist ook in onze dagen, dan is het wel dat we wor den onderwezen in het recht en in de gerechtigheid. Want er is veel wat niet deugt, wat krom is in de verhouding tussen de volken en bij de mensen on derling, in staat en samenleving, in hu welijk en gezin. Wanneer men het at niet uit eigen er varing wist. dan kan men het dagelijks via de nieuwsmedia gewaar worden. De knecht van God zal het recht even- ivel openbaren op ongedachte wijze, door namelijk zelf onrecht te lijden. Zo helpt hij het onrecht uit de wereld, zo maakt hij recht wat krom is. De woorden van Jesaja duiden in de richting van het joodse volk als ge heelzij wijzen met name ook op de komst van de Messias, Jezus, die ster vend sprak: Het is volbracht. De hele schepping ziet reikhalzend uit naar de voltooiing van hetgeen door Jezus is gebracht Daarom vieren wij Advent. 'Verheug u. gij dochter van Sion en jonkvrouice Jeruzalem. Juich.' zijn daden, zij zullen de aarde vervullen, voor jood en voor heiden door dood en door lijden draagt Hij met zich mede de blijdschap, de vrede. Hij rijdt op een ezel. Hij lijdt als een knecht, zo brengt Hi) het leven terecht. (Gez. 42:31 J. L Leestemaker, Wissenkerke Middelburg, Ter Hooge 'foto Wim Riemensi Domburg, Westhove (foto Wim Rtemensi

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 1976 | | pagina 19