'DE SCHENDING VAN SOEBADRA',
m
Javaans schimmenspel
Eerste deel van 'De oosterse bibliotheek'
Waarheen moet Kerk koersen?
'Krom en recht'
ZATERDAG 27 NOVEMBER 1976
ia
JrXiv/ zaterdagkrant
De keuze moest - ook voor dit toch
kloeke boek - uiteraard beperkt zijn.
De schnjfs ter heeft bij hét bepalen van
die keuze vooral aan het lezend pu
bliek gedacht. Zo heeft bijna alles wat
ze presenteert betrekking op kastelen
die ook geheel of gedeeltelijk te be
zichtigen zijn. Een directe confronta
tie is dus daar mogelijk, niet alleen
met de 'stenen waarheid' van de ge
bouwen maar ook met de geest van
eeuwen en r
l.n 1965 kreeg Helma Wolf-Catz de
ANWB-prijs voor haar terecht alom
geprezen 'kastelenboek' dat onder de
titel "Kastelen, hun personages, hun
schatten' heel wat onbekende we
tenswaardigheden en wederwaar
digheden van enkele vaderlandse
kastelen en hun "bewoners-door-de-
eeuwen-heen toevoegde aan de waar
lijk niet zo geringe 'kasteel
literatuur'.
Het boekje moest in 1967 herdrukt
worden, daarna bleef de vraag bestaan
maar een heruitgave liet op zich wach
ten. Vorigjaar-hetmonumentenjaar-
zou het dan zover zijn dat een derde,
geheel gewijzigde en uitgebreide druk
op de markt zou komen, maar de uit-
gever en de schrijfster zaten met de
gevolgen van een grote brand ter
drukkerij, zodat het monumentenjaar
voorbij ging zonder deze bijzondere
uitgave.
Het blijkt achteraf geen echte ramp.
want juistdoor alle uilgaven in 1975 op
het gebied van kastelen en landhuizen
- vaak erg fraai en zeer de moeite
waard - groeide de vraag naar een 'al
ternatieve' bundel, een boek dat eens
iets meer zou doen dan alléén maar
spreken over bouwstijlen.
W*
Dal
/at boek is er nu. Helma Wolf-Catz
heeft het 'Kleine geschiedenissen van
Grote Kastelen' genoemd en er de on
dertitel 'Hun ridders, hun vrouwen,
hun schatten' aan gegeven. Deze uit
gebreide aanduiding dekt de inhoud.
Helma Wolf-Catz tekent een boeiend
schouwspel waarvan de plaats van
handeling zich verplaatst van streek
naar streek en waarin gisteren van
daag wordt.
ie erg veel tijd heeft, zou met dit
boek binnen bereik, een wondermooie
tocht in eigen land kunnen maken en
zich op die reis tot 'medeplichtige'
maken aan de alleszins receptieve
speurzin van de schrijfster die het ver
leden op zich af heefl laten komen,
massa's gegevens heeft gegroepeerd,
verwerkt, becommentarieerd en ge
plaatst in hetkader van ditcharmante
boek.
De muzen spelen hier de eigenlijke
hoofdrol: muziek, veel literatuur, de
wereld van de beeldende kunst, de we
tenschap, alles in en om de kasteelmu
ren Helma Wolf-Ca tz behandelt ze niet
als een strenge, afstandelijke tante op
een manier die tot inkeer noodt, maar
ze laat spelen en speelt mee
Zo ontstaat een verhalenreeks die -
ruwweg aangeduid loopt van Ame-
rongen. Renswoude. het slot Zuylen
met Belle van Tuyll imadame de Char-
rière), de ridderhofstad Gunterstein
waarVan Oldenbamevelt verbleef, het
museum-kasteel Sypestein met zijn
beroemd porselein, de dichtersburcht
Assumburg, natuurlijk het Muiderslot
(Tesselschade. Hooft), het zeehelden
kasteeltje De Trompenburgh. het slot
Haamstede waar we de dichter en his
toricus Jacobus Eyndius ontmoeten,
het Renesser slot Moermond waar Ma
ria Machteld van Sypestein aan haai
miniaturen werkt, het slot Ter Hooge
bii Koudekerke met de vele. vele fami
lieperikelen en de Van Borsseles. het
kasteel Westhove bij Domburg waar
de beau monde van vroeger eeuwen
resideert en waar Marie Boddaert en
Truitje Bosboom hun inspiratie vin
den. liet kasteel Dussen dat Antoon
Coolen in de persoon van een wat
vreemde telg uit de Koudekerkse fa
milie Suringar stof voor een roman op
leverde. het kasteel Nederhemert, een
(van de twee) kastelen Well, het kas
teel Ammersoyen. de Aafjes-burcht
Hoensbroek, het Halewijnmuseum
Genhoes. kasteel Home, de kastelen
Wvchen. Hemen, de Kinkelenburg.
Doomenburg. Voltaire op de Door-
werth. Rechteren. de nieuwe
Hannema-state 'HetNijenhuis' met de
aandachttrekkende kunstverzame
ling, Crack-State, Anna Mana van
Schuurman en het Martenahuis, de
Henneastate. Schierstins. Fogelsang-
he. hethuis Nienoord. Laarwoud, Wed-
derborg en Fraeylemaborg. Verhilder-
sum tot en met De Menkemaborg, het
stamhuis van jonkheer Unico Lewe
van Nijensteijn. de stichter van het
Bevelandse Lewedorp.
Onnodig te zeggen hoe groot de
mengeling van al deze voor zich spre
kende begrippen is. de warreling van
families en de referen ties aan weer heel
andere begrippen die er in de geest
samenkomen.
De Zeeuwse hoofdstukken in dit fraai,
goed geïllustreerde boek, zijn nieuw.
Ze betreffen de kleine geschiedenissen
van de grote kastelen Haamstede.
Moermond. Ter Hooge en Westhove en
geven daarvan bekende en onbekende
gegevens
Zoals gezegd: een waarlijk alternatief,
rijk en charmant 'kastelenboek' waar
voor nogal wat bergjes werk verzet
moeten zijn. Daarvan getuigt de breed
opgezette documentatie.
Professor Prakke sprak indertijd bij de
eerste druk van 'een van de weinige
boeken die toerisme, romantiek en po-
zie op sublieme wijze tezamen laten
gaan' en dat kan nu bij deze geheel
andere, derde druk best herhaald wor
den, zo het al niet sterker geldt.
Helma Wolf-Calz. Kleine Geschiedenissen
van Grote Kastelen. Uitgave Sijthoff-
Leiden. 265 pagina's, foto's, tekeningen, do-
tekst).
Haamstede, Haamstede (foto Slagboom).
Renesse. Moermond (foto Slagboom)
Sc,
Dommige gebeurtenissen in je ontwikkeling zijn bepa
lend voor je verdere interesses. Ze blijven je leven, je
smaak, je doen en laten mee richten. Nooit zal ik het
ogenblik vergeten dat ik voor het eerst een wajangpop
zag. Nooit ook dat ik voor het eerst de betoverende klan
ken van de gamelan hoorde. Ik was toen te jong om te
beseffen hoe het allemaal zat, maar de verwondering, be
wondering en verrukking zijn mijn hele leven gebleven, en
steeds groter geworden, Onnodig nog toe te voegen wat ik
onderging toen ik voor het eerst een wajangtentoonstel
ling zag en hoorde, al was dat dan in Nederland. Helemaal
compleet is deze wonderbaarlijke cultuuruiting natuur
lijk pas in Indonesië
Ik heb een hele collectie wajangpoppen en een rijtje
gamelan-langspeelplaten, en ook nog allerlei andere at
tributen van wajangspelen, en sta dikwijls verbaasd over
de volstrekte afwijzing van dit alles door anderen.
Naar mijn smaak en overtuiging behoort de wajang (met
alles wat er bij hoort) tot een van de meest geraffineerde
cultuuruitingen ter wereld. Bekijk alleen al eens goed zo'n
wajangpop (en er zijn honderden typen). Hij is gemaakt
van het fijnste leder, soms een soort perkament, en zó fijn
uitgesneden en gestoken dat kantwerk er soms nog grof
bij lijkt. Je snapt eenvoudig niet dat het technisch moge
lijk is zulke grote partijen, als in de vorstenkronen en de
sieraden, zó open te werken dat de hele pop niet uit elkaar
valt. Integendeel, hij kan. bij de woeste gevechten, héél
intensief gebruikt worden zonder dat hij beschadigd
raakt. Houdt de pop tegen het licht en je wordt betoverd
door die verfijning en gratie. Maar laat het licht er op
vallen, en de verrassing is niet minder groot: hij is minu
tieus beschilderd en met bladgoud belegd, de kleuren zijn
van een onvoorstelbaar raffinement, met veel reliëfwer
king in de kleding. De armgewrichten draaien rond ivoren
knopjes, de handgreep en de armstokjes zijn van prachtig
glanzend hoorn, soms doorzichtig als kornalijn. Deze
poppen moeten immers van twee kanten bekeken kunnen
worden: de vrouwen zien enkel de schimmen op het doek.
de mannen zitten aan de kant waar de lamp hangt en de
verteller (dalang) zit: zij zien de kleurenpracht.
ging. Die Nederlanders kwamen daar in aanraking met
deze eeuwenoude verfijnde cultuuruitingen.
Enkele geleerden en kunstenaars beseften dat. en schre
ven er enthousiast over. maar die geschriften bleven vak
literatuur. De grote massa beschouwde de wajang, de
gamelan, de dansen etc. als 'vermaak voor de bruintjes',
hoogstens welwillend neerbuigend, maar ook wel geïrri
teerd als de gamelan hen uit de slaap hield Want die gaat
tot zonsopgang door.
Goed. je hing wel eens een wajangpop of een batiklap
tegenjemuurofjezettezelfseen'afgodsbeeldje'injetuinom
Do,
debozegeesten of de dieven te weren wantje weet toch maar
nooiti maar waardehechttejeerverdernietaan. netzo min
alsaandeklompmeteengeraniumerindiemenigHollands
geveltje 'siert'.
Dat dit vermaak 'van bruintjes' wel eens mijlen ver verhe
ven zou kunnen zijn boven Mozart's Toverfluit of welke
andere opera die je tijdens je verlof in Europa ging zien.
kwam in geen hoofd op.
Waarbij we dan ook nog bedenken moeten dat we de To
verfluit door de eeuwen heen zoveel mogelijk overanderd
laten, terwijl de wajang constant verandert, in beweging
is: de teksten liggen slechts globaal vast. elke goede da-
lang heeft het recht ze te bewerken, uit te breiden, aan te
He,
let aantal figuren is buitengewoon groot en gevarieerd.
Er zijn edele vorsten en prinsen met smalle gezichten en
ledematen; prinsesjes, zó fragiel datje niet begrijpt dat ze
niet direct stuk gaan bij het intensieve gebruik dat er-van
de poppen worrdt gemaakt, er zijn goden en kluizenaars
met de schitterendste kronen en de wonderüjkste tulban
den. vorsten van de tegenpartij met stompe neuzen en
weelderige klederdracht, sterken en zwakken, boeven en
clowns, mismaakten koddige dieren, mythische wezens
en ook samengestelde figuurstukken als legers
Uiteraard zijn niet alle wajangspelen even uitgebreid en
kunstzinnig gemaakt. Een poppenspel, gemaakt voor een
vorstenhof ziet er heel anders uit dan een eenvoudige
dorpswajang Maar wajang op z'n best is. zoals ik al zei.
van zo'n onvoorstelbaar raffinement en van zo n pracht
diepgang en veelzijdigheid dat ik me telkens weer ver
baas over de algemene afwijzing (vooral hierin Nederland).
Trouwens, heel de verfijnde kunst van Java en Bali staat
hier laag aangeschreven, na de Boeroeboedoer en de oude
Hindoe-Javaanse bronzen is het wel bekeken. Meent men.
Ik heb me natuurlijk vaak afgevraagd, waar dat door
komt
Ik meen dat de oorzaak in de koloniale verhoudingen ligt
Het was meestal niet het puik van de natie dat naar Indië
Koning Doeijoedana
/och terzake. Het boek waar het nu om gaat. 'Dc
schending van Soebadra'. een Javaans schimmenspel,
deel I van de splinternieuwe 'Oosterse Bibliotheek' van
Meulenhoff, Amsterdam, op zichzelf al een schitterend
initiatief, gesteund door de Unesco in Parijs.
De tekst is volgens de Soerakartase traditie bewerkt door
Ki Kodiron, en hij werd uit het Javaans vertaald en van
toelichtingen voorzien door dr. J. J. Ras.
Alles aan dit boek is voortreffelijk. De uitvoering: fraai
gevergeerd papier zwart linnen band met goudstempel.
Heel aantrekkelijke illustraties, schaduwfoto's. gemaakt
naar erg mooie poppen uit de collectie van het Museum
voor Volkenkunde te leiden, in authentieke opstellingen.
Uiterlijk ziet. het. boek er dus verzorgd en aangenaam uit
Zolang het nieuw is, heeft het ook nog een heel aangename
eigenschap die tegenwoordig bij boeken uiterst zeldzaam
is geworden de drukinkt ruikt lekker.
De inleiding van dr Ras (docent Javaanse letterkunde
aan de Rijksuniversiteit van Leiden) is zeer uitvoerig en
hoewel strikt wetenschappelijk leesbaar en interessant.
Dr. Ras spreektover: het wajangtoneel als geheel, met zijn
vele vormen en variaties, de wajang-poerwa (waar dit spel
toe behoort), de inhoud van de Pandawa-cyclus als geheel
en van deze 'lakon' in het bijzonder.
Op deze inleiding volgtde letterlijke vertaling van de lakon
'Soebadra Laroeng'. zoals die in 1962 uitgewerkt, opge
schreven en uitgegeven is door Ki Kodiron. een dalang
i poppenspeler) uit Ngemplok,Midden-Java, leider van de
school voor dalangkunst en muziek aldaar
Dc tekst van deze lakon is zeer boeiend, maar uiteraard
is. zoals Ras opmerkt, een wajang-lakon geen leesdrama.
Het is bovenai een kijk- en hoorspel. Het is zoiets alsof je
het libretto van een opera leest en er de rest maar bfj
verzinnen moet.
Hoeveel men mist valt te realiseren als men bedenkt dat
de tekst van het spel. die van p.l 10 tot 232 loopt, bestemd
is om een hele nachtvoorstelling, tot zes uur in de morgen
te vullen
En toch leest men dit schema met de uitgewerkte dialo
gen met groot genoegen en met bewondering. Juist door
dat de kleinste regieaanwijzingen er in staan, doet het.
geheel zo echt en onvervalst aan.
Het heeft in dit korte bestek, geen zin in te gaan op de nog
ahngewikkelde inhoud vanditwajangspel. Kortnaverteld
zou het alleen maar uiterst verwarrend werken.
Wat zo boeit is de afwisseling van plechtigheid en spot,
verhevenheid en grapjasserij, de vele dubbele bodems en
knipoogjes van verstandhouding, de ruimte om alles
heen. de milde wijsheid, het volkse, het hedendaagse, en
het oer-oeroude. Inderdaad gaat de wajang, het schim
menspel. - in wezen een religieuze aangelegenheid, en dat
is nog altijd merkbaar - tot in de grijze oudheid terug. Het
stamt waarschijnlijk uit India, het vasteland van Azië in
elk geval, maar het kreeg op Java zijn meest fascinerende,
geheel eigen vorm. en het is daar al een duizend jaar be
kend.
Hel floreert nog steeds, hoewel ook de wajang zich. als
specifieke volkskunst, natuurlijk sterk aan het moderne
leven aan moet passen.
Uitvoerige woorden- en naamlijsten alsmede een zeer vol
ledige bibliografie besluiten dit werkelijk voorbeeldige
boek.
De schending van Soebadra. Javaans schimmenspel
De Oosterse Bibliotheek, deel I.
Meulenhoff. Amsterdam, 34.50
In vele kerken die ons land kent zit men met de vraag hoe ze verder moeten in
deze lijd. Grondige veranderingen hebben er plaats gevonden en zijn nog bezig
zich te voltrekken in de wereld. Deze zijn ook van invloed op onze nationale
samenleving. Landen die vroeger wereldmachten van betekenis waren, zijn
gedegradeerd tot tweede rangsmogendheden. Andere zijn naar boven gescho-
ten omdat zij leveranciers zijn van on misbare grondstoffen. Dat brengt mee een
bepaalde machtspositie. Dit is niet alleen van belang op economisch gebied,
maar het heeft ook verdere gevolgen. Doordat bijv. de Arabische landen de
5= grootste olieleveranciers zijn. is de Islam veel meer dan dat vroeger reeds het
geval was, een geestelijke macht geworden in de wereld, die zich in Afrika, daar
vooral, maar ook in andere landen, geducht laat gelden.
levensvragen van de gemeenschap
worden gesteld 'boven de strikt per
soonlijke geloofsvragen'. In dit oude
en nieuwe type. zoals hij ze noemt, en
die polariserend tegenover elkaar
staan, hebben wij dezelfde kwestie die
in heel wat kerken aan de orde is. Toen
in september van dit jaar de synoden
van de geref. en herv. kerken hun ge
meenschappelijke vergadering hiel
den. was natuurlijk de eerste vraag
hoe deze twee kerken verder samen op
weg zouden kunnen gaan Maar achter
deze gemeenschappelijke vraag lag
voor ieder van beide kerken ook de
vraag hoe zij afzonderlijk de toekomst
in moesten gaan. Beide kerken zitten
hier met de problemen van de andere
tijd. Dat kwam tot uiting bijv. toen
men het had over 'kernen van belij
den'. Ook hier werd openbaar een oud
en een nieuw type. Wat betekent de
binding aan de belijdenis van de kerk?
Kan men nog toe in de hedendaagse
samenleving met de belijdenisge
schriften uit de 16e eeuw? Is er nodig
een belijdenis die beantwoordt aan
vragen welke in de hedendaagse sa
menleving opkomen? In de discussie
over 'kernen van belijden' werden ook
klanken gehoord die uitgingen boven
de samenleving in ons eigen kleine
landje. Trouwens, door de zending zal
iedere kerk verbonden blijven aan en
rekening moeten houden met de
wereld-samenleving.
Op 13 september 1971 zette de bis
schop van Den Bosch zijn handteke
ning waardoor 'bet nieuwe beleidsin-
stituut van de parochie Maranatha*
werd bekrachtigd. Bij die naam "Ma
ranatha' zijn we geneigd aan een pro
testantse gemeente te denken. Eigen
lijk nog meer aan een adventistische
stroming als de Maranathabeweging.
„Kom onze Heer!" is de letterlijke ver
taling van dat woord. Maar de handte
kening van de bisschop verzekert ons
dat het hier gaat om een r-k parochie.
Het gaat hier om de parochie rondom
de universiteit van Tilburg.
Ook de invloed van het communisme
is steeds meer merkbaar Dat is niet
alleen een ander economisch stelsel,
maar ook een geloof. Hoe minder dit
geloof in de z.g.n. volksdemocratieën
aanspreekt, tenminste volgens berich
ten die deskundigen op dit terrein de
wereld insturen, des te meer spreekt
het blijkbaar aan in wat wij gewoon
zijn te noemen de vrije wereld. Een
beweging als Christenen voor het So
cialisme blijkt steeds meer te tenderen
naar het communisme. Nu kunnen wij
wel zeggen dat dit een beweging van
geringe omvang is en dat we daarom
haar betekenis niet hoog moeten aan
slaan, ik weet nog niet of 't goed is er
op deze wijze over te spreken. Zou het
met verstandiger zijn wanneer wij in
ieder geval trachten het communisme
ernstig te nemen, ook al zijn wij het er
helemaal niet mee eens. Door de vele
werklozen in ons midden zou de
structuur van onze samenleving wel
eens wat kunnen veranderen.
Volkenkundig wordt onze wereld door
elkaar geklutst. Hoeveel belijders van
een andere godsdienst hebben we
reeds nu in ons land door de 'gastar
beiders' Door hen komen wij in aan
raking met Islamieten uit Noord-
Afrika en Turkije en met Hindoes uit
Suriname. Laten we weer niet gaan
denken dat dit een voorbijgaande
zaak is. Het is eerder te voorzien dat
hun aantal zal vermeerderen dan ver
minderen. Daar komt nog bij dat er.
vanaf het begm van deze eeuw een
steeds groeiende invloed is van de
mystiek afkomstig uit het Verre Oos
ten die, naar mij is verzekerd, een
steeds meerdere invloed krijgt op jon
geren uit ons volk. We hebben reeds
eerder vermeld dat iemand die de Am
sterdamse wereld goed kent. ons eens
verzekerde dat er in zijn stad talloze
secten zijn ontstaan die tot achter
grond hebben een Aziatisch religieus
denken. Hij voegde er aan toe dat het
vooral jongeren zijn die zich hierbij
aansluiten. En in diezelfde stad wordt
de ene kerk na de andere gesloten. Ver
liest de kerk haar greep op de jeugd?
De veranderingen die er op econo
misch gebied plaats vinden laten hun
invloed gelden. Het brengt ook mee
dat er in heel wat kerken in ons 1 and de
vraag opkomt hoe zij verder moeten
koersen de toekomst in. Dat deze
vraag vooral dringend wordt in de
vroegere volkskerken, is een vanzelf
sprekende zaak. Maar, alles is boven
dien wat losser geworden. Gemakke
lijker dan dat vroeger het geval was,
sluiten leden zich aan bij sectarische
bewegingen, waar zij meer gemeen
schap smaken dan in eigen kerk. Of
ook zijn ze eerder geneigd naar een an
dere kerk te gaan, waar ze betere 'teer
kost' menen te kunnen vinden. Ook
gebeurt het dat er gemeenten ont-
staan naast die van de officiële kerken,
kritische gemeenten, universiteitspa
rochies en andere. Nog al eens zijn ze
oecumenisch van instelling, Deze zo
mer zijn we eens in een kerkdienst van
de Leidse Studenten Ekklesïa ge
weest, een parochie waarmee de bis
schop van Rotterdam nogal verlegen
zit Hetbezoekwaswaarlijknietalleen
jongeren, zoals men zou verwachten.
We hebben een heel stel informatie
bladen meegenomen en daaruit blijkt,
duidelijker nog dan uit de preek die we
die morgen hoorden, dat de gericht
heid van deze ekklesia wereldomvat
tend is. Daar tegenover ontstaan er
weer andere gemeenten waar men
meer gericht is op de piëtas, de vroom
heid van de enkeling en op 'het eigene'
dat men zoekt.
Aan de vraag welke koers men moet
inslaan ontkomt ook niet de Vereni
ging van Vrijzinnig Hervormden. Een
paar maanden geleden troffen we in
hun verenigingsblad 'Kerk en Wereld'
een artikel aan van prof. P Smits:
„Een andere tijd vraagt een andere
vrijzinnigheid." Daarin heeft hij het
over twee types vrijzinnigen die pola
riserend tegenover elkaar werken. Het
oude type klaagt over zijn uiterlijke
machteloosheid. Maar prof. Smits
meent hierachter te mogen constate
ren een innerlijke machteloosheid.
Daarom vraagt hij om een nieuw type
vrijzinnigheid 'dat geloofwaardiger is
en daardoor meer werfkracht vermag
op te brengen'. Dit meuwe type heeft
de behoefte het 'hele concrete dage
lijkse maatschappelijk bestaan in het
geloofsleven te betrekken'. Zijn stre
ven is de betrekkingen tot de mede
mens en dit in de ruimste zin genomen,
bij ons geloof te betrekken. De lévens-
vragen van de enkeling mogen niet
worden gesteld boven die van de ge-
meenschao. maar evenmin mogen de
De pastor van deze parochie heeft
enige weken geleden in 'De Bazuin'
een overzicht gegeven van de ontwik
kelingen die zich in deze parochie
hebben voorgedaan. Hier vinden we
ongeveer hetzlefde beeld als in de stu
denten ekklesia in Leiden. Het zijn ook
niet meer alleen jongeren die tot deze
parochie behoren, hoewel de inbreng
van de studenten er natuurlijk wel de:
gelijk is. Maar vanaf die bisschoppe
lijke handtekening 'kan de parochie
haar begrenzing legitiem overschrij
den en zich richten op allen die uit
vrijwilligheid zich geëngageerd wisten
inzake van geloof, wereld en kerk." Het
modewoord 'geëngageerd' wijst ons
hier reeds in een bepaalde richting.
Naast geloof en kerk wilde men hier
ook de wereld in het vizier hebben. De
parochieraad, welke later werd omge
zet in een parochiebestuur kreeg 'be
leidsbepalende bevoegdheden'. De
studenten van Tilburg komen voorde
overgrote meerderheid uit het r-k mi
lieu. Maar eenmaal Ingeschreven aan
de universiteit wilden ze vrij zijn van
de vroegere bevoogding, ook in zaken-
van geloof, kerk en pastoor. Er was een
breken met de traditie. En zo is men
stap voor stap gekomen tot een 'alter
natieve kerk', waar zij eigen mondig
heid konden waarmaken. Ze wilden
een kerk waar zij recht van spreken
konden krijgen. Het wordt een paro
chie van 'vrijwilligers', waarbij dit
woord dan niet te nemen is in de geijk
te. vroegere betekenis van dit woord.
Men was 'geëngageerd'. De vrijwilli
gers maken zelf de parochie en laten
die niet van bovenaf opleggen. Het
gaat om 'de bewuste participatie in
een kleine groep van actief geënga
geerde mensen in eigentijdse maat-
schappelijke en politieke situaties'. En
dit alles werd weer zeer breed gezien,
in wereld verband.
Een van de eerste dingen waarmee
men zich heeft beziggehouden is de li
turgie geweest. Deze kwam niet meer
centraal te staan, maar wél een 'ge
loofwaardige levenspraxis'. De pastor
en zijn helpers, die men zelf uitzoekt,
werden met de neus gedrukt op 'het
maatschappelijk-politieke vlak en
hun persoonlijke stellingname daar
in'. Tot zover pastor Zonnenberg.
Ook hier staan we voor de vraag:
waarheen moet de kerk koersen in een
wereld die zozeer aan het veranderen
is. En ook hier wordt deze vraag ge
steld in direct verband met hetgeen er
in de grote wereld rondom ons omgaat.
Jez. 42-1-4.
Ineens is het weer zover dat we Advent
moeten meren. De gang van het kerke
lijk jaar geeft het aan, de kalender
schrijft het ons voor. Misschien zijn we
helemaal nog niet in de juiste stem
ming om het te beleven, maar er is geen
houden aan, het jaar 1976 spoedt ten
einde, het is zondag 28 november dele
Advent.
Het kan zijn dat we er bij zuchten,
want het vuur van onze venoachting is
wellicht reeds lang gedoofd.
Toch willen wij ons buigen over de
Schrift, want wat goedbedoelde men-
senwoorden niet kunnen en waartoe
zelfs de beste reclame niet in staat is
dat bewerkt het woord van God. Dat
maakt de dode verwachting weer le
vend. Het is ons volkomen duidelijk
dat alleen God onze verwachting kan
vervuilen en dat alleen Hijzelf de zaak
van het recht tot een goed einde zal
voeren. Hij zal het doen door middel
van zijn knecht. Die zal het recht
openbaren voor het oog van alle vol
ken. En als er iets nodig is, juist ook in
onze dagen, dan is het wel dat we wor
den onderwezen in het recht en in de
gerechtigheid. Want er is veel wat niet
deugt, wat krom is in de verhouding
tussen de volken en bij de mensen on
derling, in staat en samenleving, in hu
welijk en gezin.
Wanneer men het at niet uit eigen er
varing wist. dan kan men het dagelijks
via de nieuwsmedia gewaar worden.
De knecht van God zal het recht even-
ivel openbaren op ongedachte wijze,
door namelijk zelf onrecht te lijden. Zo
helpt hij het onrecht uit de wereld, zo
maakt hij recht wat krom is.
De woorden van Jesaja duiden in de
richting van het joodse volk als ge
heelzij wijzen met name ook op de
komst van de Messias, Jezus, die ster
vend sprak: Het is volbracht.
De hele schepping ziet reikhalzend uit
naar de voltooiing van hetgeen door
Jezus is gebracht
Daarom vieren wij Advent.
'Verheug u. gij dochter van Sion
en jonkvrouice Jeruzalem. Juich.'
zijn daden, zij zullen
de aarde vervullen,
voor jood en voor heiden
door dood en door lijden
draagt Hij met zich mede
de blijdschap, de vrede.
Hij rijdt op een ezel. Hij lijdt als een
knecht, zo brengt Hi) het leven terecht.
(Gez. 42:31
J. L Leestemaker, Wissenkerke
Middelburg, Ter Hooge 'foto Wim Riemensi
Domburg, Westhove (foto Wim Rtemensi