Jacht op Menten
Y luchtelingen strompelen
nog steeds Namibië binnen
Tevredenheid over
gezinsverzorging
DRAMA
■IPZC/.
EX SS-ER VOORTVLUCHTIG
i Door Peter Huysman)
Xln het algemeen zijn cliënten zeer
tevreden over de liulp, die door de
gezinsverzorging geboden wordt
Maar er zijn ook klachten. Bij de
groep cliënten jonger dan 65 jaar,
die lange tijd achtereen gezinshulp
krijgt, is het grote bezwaar, dat er te
vaak van verzorgster-helpster ge
wisseld wordt.
,Dït blijkt uit een onderzoek, dat in
1975 door het Nederlands Instituut
voor Maatschappelijk Werk Onder
zoek (NIMAWO) is verricht onder 492
cliënten, 472 hulpverleensters en 466
leidistiers in de gezinsverzorging.
Het onderzoek, dat 'Hoe hulp helpt
II' heet. is uitgevoerd in opdracht
van de Centrale Raad voor Gezins
verzorging in Utrecht en gefinan
cierd door het ministerie van crm.
Onderzocht werd de vraag: hoe
beoordeelt de cliënt de door de ge
zinsverzorging geboden hulp?
Degenen die een beroep op een ge
zinsverzorgster doen, zijn voor een
groot deel afkomstig uit de bevol
kingsgroep met de laagste inko
mens: van de bejaarden heeft zelfs 86
procent een bruto jaarinkomen be
neden de 17.500 gulden.
kinderen en-of relatieproblemen tus
sen de echtgenoten.
Do
Bij;
Je gemiddelde leeftijd van de be
jaarden die gezinshulp krijgen is
hoog: 74 jaar. De meerderheid krijgt
al meer dan 2 jaar achtereen hulp. De
belangrijkste redenen, dat er in deze
categorie om hulp wordt gevraagd,
zijn invaliditeit, chronisch ziek zijn
en vereenzaming In de periode dat er
nog geen gezinshulp is. krijgt 42 pro
cent van de bejaarden hulp van fami
lie, buren en vrienden. Later, als de
gezinshulp eenmaal op gang is ge
komen. krijgt nog steeds 23 procent
aanvullende hulp van andere hulp
verleners. Bejaarden zijn in het al
gemeen zowel over de gezinshulp als
over de niet-professionele hulp te
vreden.
De groep 'korte hulp'-gevallen be
staat voor een groot deel uit jonge
gezinnen met kleine kinderen. De
gemiddelde leeftijd van de vrouw is
38 jaar. In 35 procent van de gevallen
wordt hulp gevraagd, omdat de
vrouw-moeder in het ziekenhuis ligt
of nazorg nodig heeft omdat zij in het
ziekenhuis gelegen heeft. In 17 pro
cent van de gevallen is de vrouw
overspannen. In 48 procent van deze
gezinnen doen zich ook andere pro
blemen voor: moeilijkheden met de
'ijna 80 procent van de 'korte-
hulp'-gevallen krijgt binnen een
week de gevraagde gezinshulp. Bijna
de helft heeft al eens eerder hulp van
een verzorgster-helpster gehad. In
driekwart van de gezinnen is er ie
mand aanwezig die ogenblikkelijk
hulp kan verlenen als de vrouw uit
valt. In 25 procent van de gezinnen
trekt een familielid of kennis bij het
gezin in om - naast de professionele
hulp - de vrouw bij te staan.
Naast de bejaarden en 'korte hulp'-
gevallen is er de groep die langer dan
vier maanden hulp nodig heeft. In
het algemeen zijn deze hulpaanvra
gers iets ouder dan de 'korte hulp'-
gevallen: de gemiddelde leeftijd is 49
Jaar. De helft van deze categorie heeft
al meer dan 2 jaar gezinsverzorging:
meer dan 40 procent heeft al eerder
een beroep op deze hulpvorm ge
daan. Redenen voor de hulpaanvra-
gen zijn het hebben van een handi
cap en overspannenheid.
De 'lange hulp'-gevallen zijn een
problematischer groep dan de be
jaarden en de 'korte hulp'-gevallen.
Deze problemen hebben vooral be
trekking op de kinderen in het gezin
en op vereenzaming. De behoefte aan
hulp is groter dan die bij de bejaar
den, maar kleiner dan die bij de
'korte hulp'-gevallen. De hulp. die
verleend wordt door niet-
professionele krachten, komt sterk
overeen met die in de andere groe
pen.
oor alle drie onderzochte catego
rieën geldt dat de behoefte aan hulp
bij huishoudelijke activiteiten het
grootst is. De cliënten menen dat
hun behoefte in dit opzicht volledig
door de gezinshulp gedekt wordt. De
hulp in de verzorgende sfeer sluit
daarentegen niet altijd aan bij de
behoefte. Een uitzondering vormt
echter de groep 'korte hulp'-
gevailen, waar de hulp de behoefte
aan verzorging en opvang van de
kinderen wél volledig dekt.
Slechts in 31 procent van de gevallen
die klachten hebben over de hulp van
de gezinsverzorging, wordt door de
betrokken instelling tegemoet ge
komen. De mensen die korte tijd
hulp nodig hebben, zijn soms slecht
te spreken over de werktijden van de
hulpverleensters.
(Door Nico Scheepmaker
In het land waar de kleine luider.'-,
niet veel meer waard zijn dan fa
briekswater een woord overigen
dat niet bestaat als je Van Dale eui
Koenen mag geloven), in de Sowjel-
Unie dus. is het volgende geval noch
ongewoon, noch spectaculair. Hei
gaat om de familie van Eduard Gei-
man, 31 jaar oud, van beroep inge
nieur. die 4,5 jaar geleden van cfc!
Soiojet- Unie naar Israël is geëmi
greerd en de Israëlische nationaliteit
bezit. Op z\jn uitnodiging verzochten
zijn zuster, Irma Geiman (41). en
haar echtgenoot, Viktor Gurvits <46),
om met hun beide zonen van 16 en li
jaar, alsmede met de 72-jarige moe
der van Viktor Gurvits, te mogen
emigreren naar Israël. Op hun ver
zoek om een uitreisvisum kregen eij
in mei 1976 als antivoord van dé
Sowjet-autoriteiten 'dat .zij de
Sowjet-Unie niet mochten verlaten,
tenzij zij de ouders van Irma er.
Eduard Geiman, de 68-jarige Juliiu
Geiman en de 65-jarige Dotq>
Geiman-Reizman, met zich meena
men'.
Dit afivijzende antwoord ontvingen
zij zowel van de OVIR (de speciale
politie-afdeling die belast is met dei
behandeling van emigratie- en visu-
maanvragen) in Odessa, als in Kiei
(waar ze in hoger beroep gingen). He\
grote probleem, en tegelijk het grote
familiedrama is, dat vader Juliiu
Geiman onder geen beding de
Sowjet-Unie wenst te verlaten. Wei
heeft hij al meermalen officieel en op
schrift verklaard, dat hij er geen en
kel bezwaar tegen heeft dat zijn
dochter en haar gezin de Souyet-
Unie verlaten, maar dat heeft nieti
geholpen. Hoe is nu de situatie in de
Gogolstraat 23. appartement 1, in
Odessa? Beide gezinnen, dus zowei
dat van de ouders Julius en Dora
Geiman. als dat van Viktor Gurvits
en Irma Geiman met hun twee zonen,
wonen, gedwongen door de woning
nood, onder één dak in die Gogol
straat 23. Viktor Gurvits werd na zijn
aanvraag van een uitreisvisum ge-
dwongen ontslag te nemen uit zijn
functie van project
manager-ingenieur bij een bouw
bedrijf ten het merkwaardige in da
Sowjet-Unie is dan, datje in zo'n ge
val niet bij de bijstandswet of de wao
of de KLM kan aankloppen), wat het
leven er uiteraard niet gemakkelij
ker op maakt. Bovendien is vader Ju
lius nu door de Sowjet-autoriteitenin
de positie gemanoeuvreerd van de
man die de toekomst van zijn kinde
ren in de weg staat omdat hij persé
niet wil verkassen.
Geen groot drama natuurlijk,
slechts een kleinfamiliedrama, maar
wel gemakkelijk oplosbaar, als de
autoriteiten zich hielden aan de
overeenkomst van Helsinki, waarin
de kwestie van de familiehereniging
is opgenomen. „Zoals de sfeer ihhuis
is momenteel, wens ik niemand toe",
heeft Viktor Gurvits aan zijn zwager
Eduard Geiman geschreven, en men
kan zich. dat indenken. Hij geeft in
die brief ook een deel van het (bijna
surrealistische) gesprek weer dat hij
en zijn vrouw Irma in Odessa met di
recteur Ivanov van de OVIR hadden:
Irma: „Waarom willen jullie mijn ou
ders uil de Sowjet-Unie verbannen?"
Ivanov: „Wie zegt dat? Wij verban
nen- niemand. Alleen geven wij jullie
geen uitreisvisum omdat zij hier ach
terblijven".
Irma. „Dus als zij ook een uitreisvi
sum zouden aanvragen, krijgen we
allemaal toestemming te vertrek
ken?"
Ivanov: „Naar wie moeten zij toe
gaan?"
Irma: „Wat bedoelt u? Naarhunzoon
natuurlijk".
Ivanov: Maar waarom zouden wij
hun een uitreisvisum geven, als jullie
hier blijven? (en tegen Viktor): Uw
ouders blijven hier?"
Viktor: „Nee. mijn moeder heeft een
verzoek ingediend om samen met mij
te mogen vertrekken".
Ivanov: Naar wie wil zij dan toe
gaan?"
Irma: „Naar mijn broer".
Ivanov: „En wat is uw broer dan van
haar?"
Viktor: „Op deze manier kunnen we
natuurlijk tot in het oneindige door
blijven praten!"
WOENSDAG 17 NOVEMBER 1976
opinie en achtergrond
Uitroeien
Menten was, zo blijkt uit documenten,
verbonden aan een Sonderkommando
en had in Polen kunstschatten geroofd.
Een zakelijk meningsverschil uit de ja
ren dertig met de familie Isaac Pistiner
in Podhorodce, een plaatsje op 100 km
van Lemberg, was volgens 'Accent'
door Menten beslecht met het uitroeien
van dat gezin en een groep dorpsgeno
ten.
Het heeft er lange tijd naar uitgezien dat
er uitsluitend sprake was van een ge
nante vete tussen Accent en Menten.
Het ministerie van justitie liet zelfs vo
rige week nog weten dat het onderzoek
in de zaak-Menten nog wel tot het eind
van het jaar zou duren.
Wie was de in Polen als Pedro bekende
schatrijke zakenman die nu in Blari-
cum zijn kapitale villa met daarin een
fortuin aan kunstwerken heeft verla
ten?
Menten was al op jeugdige leeftijd kapi
talist. In 1899 in Rotterdam geboren,
erfde Pieter Menten op 22-jarige leeftijd
van zijn vader in Limburg import- en
exportbedrijven alsmede diens verza
meling kunstschatten. Hij heeft die ver
zameling steeds meer uitgebreid.
legd. die verklaarden dat Menten hen
geholpen had.
Menten heeft, zich in 1943 in Nederland
gevestigd. Alleen al die verhuizing is een
affaire vol vraagtekens. Terwijl het
treinverkeer bepaald werd door het ver
voer van militairen en dwangarbeiders,
en de Nederlanders weinig bewegings
vrijheid genoten, was het voor Menten
kennelijk mogelijk om met een trein vol
verhuisgoederen (voornamelijk dure
kunstschatten) van Polen naar Neder
land te reizen. Hij kocht een kapitale
villa in Aerdenhout en hield zich twee
jaar koest.
In die periode is wel gebleken dat hij
bijzonder bevriend was met dr. Eber-
hardt Schongarth, de opvolger van
Rauter die bevelhebber was van de be
ruchte Sichterheitspolizei en de SD.
Schongarth liet in maart 1945 255 Ne
derlanders neerschieten als represaille
voorde aanslag op Rauter. De Engelsen
hebben Schongarth in 1946 opgehan
gen.
Arrestatie
Op verdenking van collaboratie met de
vijand werd Menten in 1945 gearres
teerd. Toen begon een jarenlang proce
deren. Uit zijn Aerdenhoutse villa zijn
goederen van hem geroofd. Menten
kreeg na een reeks processen, die tot
1952 duurden, van het rijk daarvoor een
schadevergoeding van 550.000 gulden.
In de geruchtmakende processen in
1948 en 1949 werd Menten weliswaar
telkens veroordeeld, maar eerst tijdens
de behandeling voor de hoge raad kwa
men de geluiden dat Menten zou hebben
deelgenomen aan moordpartijen op jo
den op een landgoed buiten Lemberg.
Er werd toen vrijwel geen aandacht aan
besteed.
Direct na de bevrijding bracht Menten
vijf maanden door in internering. Hij
dook in 1946 onder in het buitenland na
een vlucht uit een zenuwinrichting. Het
bijzonder gerechtshof veroordeelde
hem in 1948 tot drie jaar gevangenis
straf. De eis was toen één jaar. Menten
en de advocaat-fiscaal gingen in cassa
tie. De bijzondere hoge raad van cassa
tie veroordeelde hem in 1949 tot acht
maanden gevangenisstraf. Geëist was
tweeëneenhalf jaar-.
Het was de Israëlische journalist Chaiv
Kanaan die al in 1949 beweerde dat
Menten schuldig is aan de moord op
meer dan 100 joden. Mogelijk dat die
bewering in een periode van 'berech
tingsmoeheid' te weinig aandacht heeft
gekregen. In juni van dit jaar heeft Ka
naan zijn aanklacht herhaald.
(Door Nic van Lopik)
Pieter Menten, de 77-jarige miljonair uit Blaricum, wordt door de justitie ge
zocht wegens medeplichtigheid aan oorlogsmisdaden in het voorheen Poolse en
nu Russische Lemberg (Lwow). En in Roermond begint volgende week maandag
het proces tegen de nu 58-jarige oud-SS'er Hans Loyen, die beschuldigd wordt van
moord op enkele honderden joden in het werkkamp Bobrujsk in Wit-Rusland.
Menten en Loyen verbleven beiden aan de Duitse zijde toen de moordmachine in
Polen en westelijk Rusland tijfens de Duitse overwinningsroes op volle toeren
draaide. Dat hun daden eerst nu de volle aandacht krijgen, komt mede doordat het
lange tijd vrijwel onmogelijk was gegevens van achter het IJzeren Gordijn te
verzamelen.
Loyen heeft bekend. Hij heeft direct na
de bevrijding enige tijd in een kamp ge
zeten en kwam al spoedig vrij, omdat
men meende met een van de vele tien
duizenden Nederlandse SS'ers, de mee
lopers, van doen te hebben. Onlangs
werd Loyen gearresteerd.
Menten ontkende tot voor kort nog. Hij
beriep zich erop. dat hij al gestraft was
na geruchtmakende rechtszaken in de
jaren 1945 tot 1949. De ironie van het lot
wil, dat aan zijn verleden meer aan
dacht kon worden besteed toen dc
rijksrecherche in Israël onlangs getui
gen hoorde in de zaak-Loyen. Daarbij
kregen de rechercheurs ook belastende
verklaringen over Menten te horen.
In juni van dit jaar bracht het weekblad
'Accent' de zaak-Menten aan het rollen.
Menten heeft wel acht maanden gevan
genisstraf gehad, maar dat was uitslui
tend wegens collaboratie met de vijand
Hij was niet gestraft voor het moorden
in Polen.
In 1923 werd Menten eigenaar van 4000
ha bossen en olievelden in het Poolse
Oost-Galicië. Hij had daar fabrieken en
een olieraffinaderij en woonde in een
buitenhuls op het platteland en had een
huis in Lemberg. Getuigen in Polen en
Israël verklaarden onlangs dat Menten
in augustus 1941 in Podhorodce de lei
ding had bij executies.
De Duitsers roofden in 1942 zijn kunst
schatten. Menten, met een ervaring van
jarenlang procederen achter de rug,
kreeg van de Berlijnse rechtbank in 1962
een schadevergoeding van meer dan
800.000 mark toegewezen. Hij had daar
voor onder meer getuigenissen van
Poolse joden, wonend in Israël, overge-
Van onze correspondent Karl Breyem
jA-Ihoewel de gevechten tussen het
Angolese leger, de N'amibische be
vrijdingsbeweging Swapo en Cu
baanse troepen aan de ene kant en de
Unita-guerrilla's aan de andere kant
in zuidelijk Angola vrijwel ten einde
zijn, komen nog steeds tientallen uit
geputte vluchtelingen door het nie
mandsland het Ovambo-gebied in
Namibië binnen. Volgens vrij be
trouwbare bronnen zijn tussen de
acht- en negenduizend mensen -
hoofdzakelijk vrouwen en kinderen-
van de Kwanyama-stam, die aan
beide kanten van de willekeurig door
de koloniale machten getrokken
grens leeft, uit het gebied gevlucht.
Zestig buitenlandse journalisten, on
der wie een televisieteam van de
NCRV, van de BBC in Londen en van
Amerikaanse stations, konden zich dit
weekeinde zelf overtuigen van de gru
welijke gebeurtenissen in het grens
gebied. In het haastig neergepote
vluchtelingenkamp Omungwelume:-
dat op slechts enkele kilometers van
de grens met Angola afligt, konden zij
de bijna drieduizend vluchtelingen
zien die daar onder de meest primi-,
tieve omstandigheden moeten levert.'
Zuid-Afrika heeft de VN dit weekeinde
om hulp voor de vluchtelingen ge
vraagd.
Doden
Een van de eerste vluchtelingen, de
35-jarige Gabriel Mankoma, die
trouwens een van de weinige mannen
is die konden ontkomen, vertelde:
„De MPLA zette onze hutten in brand.
Daarna schoten zij precies voor mijn
ogen twintig mannen, vrouwen en
kinderen neer. Ik rende weg. Ik had
geen wapens en wat kon ik anders
doen..." Later werden volgens de le
zing van vluchtelingen de dorpsbe
woners bij elkaar gedreven en hun
verteld dat de doden door soldaten
van het Zuidafrikaanse leger waren
neergeschoten. De vluchtelingen be
weren dat zeker wel duizend mensen
in het grensgebied werden gedood.
De situatie in het kamp zelf is vrijwel
wanhopig. Urenlang staan de mensen
in de gloeiend hete zon (de tempera
tuur overdag is zo'n 40 tot 45 graden
Celsius) in de rij om voedsel te krijgen,
dat door het Zuidafrikaanse leger en
de Zuidafrikaanse politie wordt ver
deeld. Water wordt elke dag in tan
kwagens gebracht, rnaar is zodanig ge
rantsoeneerd dat de vluchtelingen
niet meer dan enkele tinnen blikjes
kunnen krijgen. De hygiënische toe
standen laten veel te wensen over, al
hoewel dokters van het Zuidafri
kaanse leger en zwarte verpleegsters
in vele gevallen de eerste hulp verle
nen.
Voor de vluchtelingen is er nauwelijks
een toekomst. Zij zijn een enorme be
lasting voor de bevolking van Ovambo
en Kavango: maar weg kunnen ze niet
want een terugkeer naar Angola zou
hun dood betekenen. De Kwanyama-
stam heeft vanaf het begin van de
strijd van Unita hegen Portugal altijd
de guerrilla's van dr. Jonas Savimbi
gesteund. Dat is met zekerheid ook
een van de redenen van de gecombi
neerde acties van MPLA. Swapo en
Cubanen.
Weerstand
Tijdens de viering van het eerste jaar
der onafhankelijkheid verklaarde
premier Agostinho Neto in Loeanda
dat de laatste vestingen van weer
stand tegen zijn regering vernietigd
moeten worden. Vast staat dat de
MPLA weliswaar grote steden en
dorpen in zuidelijk Angola contro
leert. maar niet de landelijke gebie
den. Een bewijs voor de nog steeds
voortdurende activiteit van Unita is
wel de nog steeds onderbroken en
voor zowel Zaire alsook Zambia le
vensnoodzakelijke Benguela-
spoorlijn, die dwars door zuidelijk
Angola gaal. Herhaaldelijk werd
aangekondigd dat deze spoorlijn
weer in gebruik zal worden gesteld.
maar tot nog toe lopen er geen trein
en.
Unita werd de laatste tijd ook ge
steund door een groep gewezen
Swapo-leden, die zich keerde tegen het
beleid van Swapo- president Sam Nu-
joma. Deze groep werd geruime tijd
aangevoerd door de voormalige in
formatiesecretaris van Swapo, And
reas Shipanga, die in Tanzania wordt
gevangengehouden. De Shipanga-
vleugel van Swapo wilde aan de om
streden gesprekken over de onafhan
kelijkheid van Namibië in de 'Turnhal-
le' in Windhoek deelnemen, wat door
de Swapo als verraad werd be
schouwd. Van de andere kant is zeker
dat Sam Nujoma's Swapo-vleugel be
lang heeft by een actieve deelname
aan de 'zuiveringsactie' in zuidelijk
Angola. Swapo is er van overtuigd dat
succesvolle militaire activiteiten van
uit Angola onmogelijk zijn zolang
Unita niet is vernietigd.
Bovendien verklaart Sam Nujoma dat
Unita in belangrijke mate door de
Zuidafrikaanse regering wordt ge
steund. Dit is zeker niet - althans vol
gens goed geïnformeerde waarnemers
- onmogelijk, alhoewel het dezer da
gen nog door de Zuidafrikaanse minis
ter van defensie, P. W. Botha, werd
ontkend. Het Zuidafrikaanse zondag
blad 'Sunday Express' meldde echter
dat George Sangumba. die beschouwd
wordt als Unita's minister van buiten
landse zaken en als dr. Savimbi's be
langrijkste medewerker, in Zuid-
Afrika is aangekomen en daar ge
heime besprekingen over een verdere
hulpverlening door Zuid-Afrika voert.
Bezorgd
Dat Swapo uiteindelijk betrokken is
bij de gebeurtenissen in zuidelijk An
gola blijkt ook wel uit het feit dat
Sam Nujoma reeds meer dan twaalf
dagen geleden voor besprekingen met
politici in Loesaka werd terug ver
wacht. Hij kwam echter niet opdagen
en er wordt beweerd dat hij uit
Loeanda naar Zuid- Angola is ver
trokken. Goed geïnformeerde kringen
in de Zambiaanse hoofdstad Loesaka
beweren dat Zambia ten ergste be-'
zorgd is over de ontwikkeling in
Zuid-Angola en vreest dat de gevech
ten tussen de verschillende
guerrilla-groeperingen naar de wes
telijke provincies van Zambia zouden
kunnen overslaan, waar de
Mushala-bende nog steeds actief is.
Afgezien van de problemen in het
zuiden, blijkt de MPL.A ook nieuwe
moeilijkheden in het noorden en inde
enclave van Cabinda te hebben. Naar
alle waarschijnlijkheid heeft de
guerrilla-organisatie FLEC, die daar
met steun van Zaire's generaal Moe-
boeto actief was, de hoop nog niet op
gegeven. In elk geval betekent dit dat
de regering van dr. Agostinho Neto op
minstens twee fronten in eigen land
moet strijden en dat zij nog steeds niet
de controle over geheel Angola heeft.
Dit betekent tevens dat de Cubanen
nog geruime tijd in de vioegere Portu
gese kolonie zullen blijven.