Voor de Y AD nog steeds geen goede vorm Perzie kocht kwart van Krupps prestige en technologie Van landbouwfront geen nieuws ZATERDAG 6 NOVEMBER 1976 Een goeie tien jaar na de eerste wereldoorlog verscheen een boek van de Duitse schrijver Erich Maria Remarque - "lm Westen nichts neues' - in het Nederlands vertaald onder de titel "Van het Westerfront geen nieuws'. Het boek dat handelde over de oorlogsbelevenissen van een groepje Duitse soldaten sloeg over de halve wereld in als een bom en wordt nog steeds veel gelezen. De titel van dat boek is ontleend aan een persbericht dat tijdens één van de laatste oorlogsdagen in 1918 door het Duitse opperbevel werd uitgegeven op een rustige dag aan het lront. 'Van het Westerfront geen nieuws' luidde het lakonieke berichtje. Er waren alleen, zoals gewoonlijk, wat soldaten gesneuveld. Ook de hoofdpersoon van het ge noemde boek. die op die dag als laatste overlevenden van zijn groepje tenslotte het loodje legde. De indiening en de behandeling van de begroting van het ministerie van landbouw door minister v. d. Stee doen ons in zijn geheel nogal wat denken aan de vermelde titel en gebeurtenissen. Behalve wat gerammel over tarieven voor aardgas is er zo verschrikkelijk weinig te zeggen over die negentig bladzijden landbouwbegroting en die paar dagen praten in de kamer. Geen nieuws, goed nieuws is men wellicht geneigd te zeggen. Ons inziens valt dat te betwijfelen- Geen nieuws wil ook zeggen geen nieuwe beleidsvoornemens vanuit het departement dat onze belangen behartigt. Piet Bukman, de voorzitter van het Landbouwschap heeft onlangs in een commentaar het volgende van de landbouw begroting gezegd- „Wat nu de volksvertegenwoordiging wordt gepresenteerd is slaapverwekkender dan ooit. Er staat namelijk zo goed als mets nieuws in. Minister Van der Stee. aan wiens boerenhart eertijds zo hevig werd getwijfeld, openbaart zich nu als een wat oudere boer zonder opvolger, die zijn bedrijf niet meer moderni seert en dus niet meer investeert, omdat het zijn tijd wel zal uitduren. Aardig klinkt dat niet. maar het is nu eenmaal zo. Het einde van de kabinetsperiode is in zicht en dat bevordert de animo niet om nog wat nieuws aan te pakken". 'Bij de begrotingsbehandeling in de kamer bleek dat de minister deze zinsnede ook had gelezen. Hij gaf er zelfs commentaar op: „Wat betreft- de kritiek van het bedrijfsleven dat van mening isdathetons aan visie ontbreekt, ik (minister Van der Stee) wil mijn departement eens vergelijken met een grammofoonplatenindustrie. Verleden j aai-heeft de maatschappij waarvan ik de leiding heb een single-tje uitge bracht. Het was getiteld 'beleidsvoornemens' en er werd de visie op korte - en soms ook op middellange termijn op uitgebracht. Aan het eind van dit jaar of in ieder geval begin volgend jaar brengt de maatschappij een L P. uit, getiteld 'visie' Op deze L P. staan de structuurvisie voor de landbouw, de visies op de bosbouw en de landschapsbouw en het structuurschema voor de landinrichting. Wat moest de platenmaatschappij nu in dit najaat doen? Het single-tje van vorig jaar opnieuw uitbrengen? Een weinig aantrekkelijk idee! Daarom heb ik besloten, en dat ook met zoveel woorden op de hoes gezet, dit jaar te volstaan met twee nummers: 'balans' en 'perspectief. Ik weet niet welke de A-kant en de B-kant worden en ik weet evenmin of ze tot de top-tien zullen doordringen. Maar ik weet wel. dat dit - zowèl voor de maker als voor de toekomstige gebruiker van de plaat - de enige juiste aanpak was". Om in de ludieke sfeer van de minister te blijven: wij hebben het idee datgramma- foonplatenindustne die slechts 2 platen per jaar uitbrengt in no-time failliet is. En dat is precies de kern van onze kritiek: D'r gebeurt zo bitter weinig en als er wat tot stand moet komen dan moet het met een dozijn paardem er-uit getrokken worden. Zou één meelevende boer nog wel weten wat de 'beleidsvoomemes' van Van de Stee inhielden vorig jaar? We betwijfelen het ten sterkste. Nu moeten we weer wachten tot volgend jaar voor er iets van een visie komt; de toegezegde pachtnota kom t voorlopig met; van de studie Hoistra is nog niets bekend, de ruilverkavelingen stagneren, het energiebeleid is volstrekt onverteerbaar, voor nieuwe initiatieven binnen het O. S fonds is weinig of geen plaats, het- zuivelbeleid zit vast, p.c.w.-subsidies (zoals b.v. erfverharding. mengwoelen enz. komen er nauwelijks. En zo kunnen we nog een poosje doorgaan. Ondertussen lopen de landbouwtopmensen de blaren op hun voeten om hun initia tieven te realiseren. Ze zijn ondertussen kind aan huis bij een aantal departementen (zoals b.v. bij economische zaken, sociale zaken en crmi. Maar wat doet. het ministe rie van landbouw? We hebben de neiging te zeggen: op de rem staan. Dat vinden wij zeer onbevredigend. Want er is verschrikkelijk veel nodig en landbouwpolitiek gezien iser weinig veranderd, laatstaanverbetei-d.de laats tejaren, al wordt dat wat verdoezeld door hoge prijzen van sommige akkerbouwprodukten We maken ons grote zorgen over het image en het toekomstbeeld van hetministerie van landbouw. Dat hangt onder meer nauw samen met wat wij als boerenbelang zien. Geen nieuws betekent voor ons slecht nieuws. MR. GERARD W. SMALLEGANGE. ADVERTENTIE^ i Van ome correspondent Hans Amesz BONN - Opgewonden liep Berthold Beitz, hoogste baas van het Krupp-concern uit Essen, door de tentoonstellingsstand van zijn bedrijf op de handelsbeurs in Teheran. Hier en daar werd nog wat verschoven en opgeruimd, de verzamelde Krupp-managers gewezen hoe zij zich moesten opstellen. Er zou, zo schrijft Der Spiegel, hoog bezoek komen. Even voor elf uur betrad vorige week dinsdag zijn keizerlijke hoogheid sjah Reza Pahlevi de Duitse hal van de internationale handelsbeurs. Begeleid door Beitz en West-Duitslands minister van eco nomische zaken Hans Friderichs liep de heerser van Perziê regelrecht op de Krupp-stand af. Daar werden hem foto's van een geweldige scheepsdiesel en een grote hoogoven getoond. Uitgestalde modellen uit de rijke produktie van Krupp bekeek de sjah met welgevallen. Zes uur later was de handel rond. Berthold Beitz en de Iraanse minister van economie en financiën tekenden om vijf uur 's middags in het ministerie van financiën een verdrag waarin is overeengeko men dat de keizerlijke regering 25,01 procent van Krupp overneemt. wone naamloze vennootschap te ma ken waardoor hij geld bij de Duitse kapitaalbezitters had kunnen lenen, wel gedwongen met Iran zaken te doen. Hoeveel geld de keizerlijke regering voor een kwart van Krupp heeft be taald is niet. bekendgemaakt. Op de persconferentie werd er angstvallig over gezwegen. Schattingen variëren van 500 miljoen tot 1 miljard mark. Voor dat geld kan de sjah beschikken over de grote know-how van de Duitse staalgigant. Kennis die hij nodig heeft om van zijn land een 'wereldmacht' te maken Prestige De volgende ochtend ontvangt een kennelijk zeer vermoeide Beitz de ij lings uitgenodigde journalisten in de Villa Hugel in Essen, het stamdomein van de familieu Krupp. Het is een log en vierkant bouwwerk uit de Wilhel- minische tijd. dat hoewel al jaren niet meer bewoond, nog steeds de atmos feer van een soort 'Godenhuis' uit straalt: hier hebben generaties van staal- en wapenkoningen gewoond, hum imposante portretten sieren de holle ruimten van het fantasieloze gevaarte. Zelfs thans, nu het een mu seum is waarin wisselende tentoon stellingen worden gehouden, valt de kille ongezelligheid op. Is Berthold Beitz trots op dit verdrag, zoals in 1974 de toenmalige voorzitter van de raad van bestuur van Krupp, Ernst Wolf Mommsen, trots was op het feit dat Iran 25.04 procent van de zieke Krupp-staaldochter Huttenwerken had gekocht? De president- commissaris legt aarzelend uit dat het hem „vanwege de traditie van het huis Krupp niet is meegevallen het concern voor vreemd kapitaal open te stellen". Dat dit speciaal voor Beitz moeilijk moet zijn geweest, laat zich raden. Ze ker als men zijn verhouding tot de laatste alleenheerser van het concern, de in 1967 gestorven Alffied Krupp von Bohlen und Halbach, kent. Hij ont moette de zes jaar oudere Krupp in 1952. Beitz was het type van de moderne manager: onvormelijk, gemoedelijk, af en toe een grap makend, maar onder tussen 'keihard'. Toen de oorlog uit brak. was hij 26 jaar en geen lid van de nazi-partij. Door de Engelse bezet- tingsautoritelten werd hij in 1945 be noemd tot beheerder van de verzeke ringsmaatschappijen in Hamburg. Volgens het boek Dynastie en staal" - 150 jaar Krupp van Anton Constandse - verwierf Beitz zich veel kennis van het verzekeringsvak door de deskun digen weer aan te stellen die wegens hun collaboratie met de nazi's waren ontslagen, maar die hem nu het verze keringvak moesten leren. In 1948 werd Beitz directeur-generaal van een lever ingsverzekeringsmaatschappij. Door Agressieve wervingsmethoden bracht hij haar van de zestiende op de derde plaats van Duitse bedrijven van deze aard. Uiterlijk was Berthold Beitz het, tegendeel van de gesloten Alfried. Bo vendien was Krupp psychisch nogal aangeslagen. In 1947 was hij immers wegens 'plundering van bezette ge bieden en het te werk stellen van sla venarbeiders" in Neurenberg tot 12 jaar gevangenisstraf veroordeeld. Maar al in 1951 werd hij door de Ame rikaanse hoge commissaris McCloy vrijgelaten. De twee heren konden het zeer goed met elkaar vinden. „Ik was een jonge man. en de naam Krupp had voor mij een magische klank", zei Beitz later. Alffied Krupp haalde Beitz al snel naar Essen. Met een verdrag-volgens de overlevering - waarin Beitz zelf zijn financiële voor waarden kon invullen. Persoonlijke sympathie (Beitz op de persconferen tie: „Ik heb de laatste tijd weer veel aan Alffied Krupp gedacht") en zake lijke belangen liepen wonderlijk paral lel. Ongeschikt Zo kon Beitz het zich veroorloven om Alffieds zoon Arndt al in het begin van de zestiger jaren aan de kant te schui ven. Deze leek hem niet geschikt een zo machtige onderneming als Krupp met vaste hand te leiden. De omzet- ting van een familievennootschap in een besloten vennootschap (GmbH) evenals het plaatsen van het totale aandelenkapitaal in een stichting (de Alfried Krupp von Bohlen und Hal bach stichting, voorzitter van het cu ratorium: Berthold Beitz) na de dood van Alfried in 1967 zijn in feite hetwelk van Beitz. Door de verkoop van een kwart van het bedrijf aan Iran komt een einde aan een tijdperk van 165 jaar waarin uitsluitend vanuit Essen werd bepaald wat met Krupp gebeurde. Noch ban ken noch andere geldschieters hebben invloed op de geschiedenis van het concern gehad. Slechts enkele dochte rondernemingen hebben vreemd ka pitaal aangetrokken. Nu. voor de eer ste keer in de geschiedenis van deze oer-Duitse onderneming, die zowel model heeft gestaan voor de Duitse vlijt als voor de Duitse vernietigings drang, is een buitenstaander in de moedermaatschappij opgenomen. In dit geval Iran. dat een. zogenaamde gekwalificeerde minderheid heeft verworven. Dat betekent dat in de toekomst niets meer kan worden ge daan tegen de zin van Iran, dus de sjah, Wat- dit concreet betekent valt. natuur lijk niet precies te voorspellen. Be rthold Beitz, Krupp-president Heinz Petry en financiën-chef Alfred Lukac probeerden de rol van de heerser op de pauwentroon enigszins te bagatellise ren. Nee. het was uitdrukkelijk niet de bedoeling dat zijne majesteit zich daadwerkelijk met. de gang van zaken zou gaan bemoeien ..De sjah kan ons niet dwingen plotseling wapens te bouwen", aldus Beitz. En het zou ook wel eens kunnen zyn dat bepaalde landen liever bij een wat onafhankelijker concern als Krupp hun bestellingen doen. Het is niet on mogelijk dat Bonnn in de derde wereld met moeilijkheden krijgt te maken, want de gedeeltelijke verkoop van Krupp aan Iran is tenslotte door de bondsregering goedgekeurd, zelfs met instemming begroet. En de sjah is niet zo maar een monarch en Iran is niet zomaar een land. Volgens de Frankfurter Rundschau kunnen er ook problemen ontstaan bij opdrachten van het Westduitse leger aan Krupp. Want wat hebben strenge geheimvoorschriften voor zin als bij Krupp - wat denkbaar is - in de toe komst Iraanse ingenieurs aan de te kentafels staan? Geld nodig Over deze problemen heeft de onder nemingsraad van Krupp niet eens kunnen praten. Dat heeft ze gemeen met bijna alle collega-commissarissen van Beitz. Pas nadat de zaak. waar over al sinds april (na een audiëntie van Beitz bij de sjah) is onderhandeld, officieel was beklonken, gingen de brieven naar de belanghebbenden de dein uit. De meesten werden in eerste instantie via de media op de hoogte gesteld van de Perzië-reis van Beitz. Waarom heeft Berthold Reitz ondanks alle bezwaren toch het Iraanse aanbod geaccepteerd0 Het antwoord is een voudig en precies datgene wat de fi nanciële baas Lukac op de persconfe rentie nogal laconiek opmerkte: „Men heeft altijd geld nodig, en Krupp zeer speciaal". De recessie van de laatste jaren heeft ervoor gezorgd dat de fi nanciële basis van Krupp behoorlijk is aangetast. Het zich van scheepsbouw tot sulkerraffinage lostrekkende pro- duktiepakket zorgt bij lange na niet voor diwinst. die een concern met 9.3 miljard mark omzet nodig heeft om de continuïteit te waarborgen. Vorig jaar leed Krupp. waar 78.000 mensen wer ken. een verlies van 168 miljoen mark, Dit jaar wordt weer verlies geleden en of de oliegelden van de sjah ervoor kunnen zorgen dat hier iets aan ver andert. is nog maar de vraag. In ieder geval zijn de Westduitse ban ken daar niet zonder meer van over tuigd. Wie wil. aldus de Frankfurter Rundschau, zijn geld in een onderne ming steken die waarschijnlijk nog ren geen behoorlijke winst zal maken0 Om deze reden was Beitz, die altijd heeft geweigerd van Krupp een ge In een interview met Der Spiegel zegt de Iraanse minister van economie en financien. Huschang Ansari, dat het prestige, de achtergrond en de techno logie van Krupp de belangrijkste fac toren waren om een kwart van het concern te kopen. Anton Constandse heeft de geschiedenis van de firma Krupp tot 1960 prachtig beschreven. „Haai- historie is innig verweven met de Europese oorlogsgeschiedenis. Het was Napoleon die de stoot gaf tot het oprichten van de onderneming, kort voordat hij zijn weergaloze strijd macht samentrok om Rusland binnen te vallen en Moskou te veroveren. Honderddertig jaai- later bleek het lot van de firma verbonden aan een soort gelijke mislukte veroveringstocht van Adolf Hitler. Maar de Krupps hebben de val van Napoleon en Hitier over leefd en zij leveren thans (1960 - red.) waardevolle installaties aan dit Rus land. dat twee maal - als men de oorlog van 1914-1918 meerekent, zelfs drie maal - dodelijk is bedreigd door de soevereinen die de Krupps hebben ge diend. Maar deze vormen nu eenmaal een eigen dynastie, welke leven skrachtiger is gebleken dan die der koningen en keizers. In zoverre verte genwoordigen zij de nieuwe tijd, dat. zij vorsten zijn van het industriële tijd vak". We schrijven 1961. Vrij spoedig hierna bleek dat het Krupp financieel toch niet zo voor de wind ging. In januari moest de regering ten behoeve van het behoud van tienduizenden ar beidsplaatsen interveniëren. De ban ken lieten zich voor hun hulp duur be talen. In wezen was de prijs: ONTEIGE NING. De erfgenaam van Alfried Krupp, zijn zoon Arndt von Bohlen und Halbach (een vroegere erfgename van de Krupp-miljoenen. Bertha trouwde met Gustav von Bohlen und Halbach. De Duitse keizer besliste toen dat deze de naam Krupp voor de zijne mocht zetten, teneinde de magie van de naam niet verloren te laten gaan Dat gold ook voor zijn opvolgers) had mets meer met de Krupp-werken te maken. In ruil daarvoor ontving hij de niet onaardige rente van twee mil joen mark per jaar. Het vermogen van zijn vader werd ondergebracht in de stichting Alfried Krupp von Bohlen und Halbach. Deze stichting, toen de er- - aandeelhouder van Krupp GmbH. had als doel de bevordering van wetenschap, opvoeding en kunst in Duitsland en het buitenland. Nog .»as het kapitaal van Krupp bij wijze van spreken in één hand. die van Be rthold Beitz. voorzitter van het cura torium. Daaraan is nu een einde ge komen. Gastvrij en zonder gezichtspunten Gedeputeerde staten van Zeeland hebben van de week de vragen beantwoord die de leden van de provinciale staten hadden gesteld over de begroting voor het volgend jaar. Zij zullen het er nog met zo makkelijk mee gehad hebben, want zo'v serie indringende vragen vormt toch een soort politieke va riant op de catechetische kwestie waartoe zij op aarde zijn gesteld. Maar goed, men is er uitgekomen. En op een veelal aangename ma nier. dat moet gezegd. Zo was er bij voorbeeld de vraag om welke redenen dit jaar in de in leiding bij de begroting de gebrui kelijke beschouwi?ig ontbrak over de toekomstige ontwikkelingen van en in de provincie, zoals het college die ziet. Nou, gedeputeerde staten maken dat niet ingewikkeld. Op geruststellende toon schrijven ze: ..De gebruikelijke beschouwing over de toekomstige ontwikkelin gen van en in de provincie is ach terwege gelaten omdat zich geen bizondere gezichtspunten voorde den, waarop diende te worden in gegaan". Zo'n zin stemt tot tevredenheid. Er klinkt iets in door van 'we zitten hier gezellig en we zitten hier OK\ 1979 wordt geen jaartje van revolu ties in dit gewest. Opmerkelijk is het antiooord van gedeputeerde staten op de vraag of zij bereid zijn 'een bijdrage te leve ren in het tegengaan van het roken, door bij commissievergadringen van de staten geen rookartikelen meer aan te bieden. Het college is daartoe niet bereid. Want, zo laat het toeten: 'Het tegengaan van ro ken wordt niet verkregen door minder gastvrij op te treden'. Waf moet men daar nu van denken. G.S. zijn blijkbaar van oordeel dat het ongastvrij is als mensen, die in vergadering bijeen zijn. terugge worpen worden op het gebruik van hun eigen soft drugs. Daar is met enige goede wil nog in te komen. Maar merkwaardig is dat g.s. de leden van procinciale staten ken nelijk als gasten beschouwt. Dat is een verkeerde zienswijze. Leden van provinciale staten horen, lijkt mij, in de gebouwen van de provin cie kind aan huis te zijn. Aan het eind van de serie antwoor den gaat het college van gedepu teerde staten in op de vraag of het eens wil aangeven waarom het stel ling neemt tegen maatregelen die de rijksinspectie van de volksge zondheid voor de hygiëne van het i milieu treft om alles rein en fris te houden. Gelukkig wilde de inzen der blijkbaar geen bepaald voor beeld te binnen schieten. Gedepu teerde staten kunnen daardoor mooi in het algemeen antwoorden. Zij doen weten dat zij met de in spectie streven 'naar handhaving dan wel. verbetering van de kwali teit van het milieu in onze provin cie'. Dat is makkelijk genoteerd, maar uit het vervolg van het ant woord wordt duidelijk dat het doel waarnaar men streeft niet makke lijk bereikbaar is. Het college schrijft: „Door het ontbreken van richtlijnen op nationaal niveau vaststelling grenswaarden) moe ten wij eigen criteria ontwikkelen en hanteren. Die criteria zijn in het algemeen gebaseerd op het prin cipe van de voor de practijk meest doelmatige middelen (best practi cal meansi. Hiermee stelt het college zich bui tensporig welwillend op: zelfs de statenleden die uitsluitend, het En gels machtig zijn, worden op hun wenken bediend. Samenvallenduit alles blijkt dat 1977 een rustig jaartje wordt, waarvoor zich in deze procincie voorshands geen nieuwe gezichts punten voordoen. En gastvrijheid i hospitalityi blijft voor het dage lijks bestuur van dit gewest de boodschap (the message) aange zien ongastvrij optreden niet be hoort tot de best practical means om het roken (smoking) tegen te gaan. A. J. Snel Van onze redactie economiei DEN HAAG - Geen enkele andere na-oorlogse sociale hervorming is meer omstreden, bekritiseerd, ver guisd en aangevallen dan het wets voorstel over de vermogensaan- wasdelïng (VAD). Nu is het daar ook wel naar gemaakt. De zwakke pun ten in het wetsontwerp zijn talrijk en hebben dan ook voor een onafge broken en onophoudelijke stroom van kritiek gezorgd die zijn climax nog kan bereiken in de parlemen taire behandeling en zelfs in een mogelijke val van het kabinet. KVP-fractieleider Andriessen kondigde vo rige week nog aan dat zijn partij tegen het VAD-ontwerp zal stemmen wanneer dat waarschijnlijk eind februari in de kamer komt. als niet eerst flink wat veranderingen zijn aangebracht. De verantwoordelijke minister Boersma (sociale zaken) is niet on gevoelig gebleken voor die kritiek. Hij heeft laten doorschemeren dat het wetsontwerp wegens 'verborgen gebreken' sterk moet worden gewijzigd of zelfs ingetrokken. De discussie over de VAD gaat voornamelijk over technische problemen, waarbij het op valt dat die problemen worden opgeroepen door degenen die tegen de VAD zijn Het is opvallend dat de meeste argumenten elkaar paarsgewijs opheffen. Zo wordt gezegd dat de VAD voor de werknemers niets oplevert en toch tot een fabelachtige machtsconcentra tie bij de vakbeweging zal leiden. Of dat de VAD voor de werknemers niets oplevert en toch leidt tot een verloren gaan van economi sche activiteit Of het een is waar. of het. an der. Daarom vallen veel argumenten tegen elkaar weg. Uitgangspunt De aanwas oi groei van het- vermogen van hel bedrijf komt tot nu toe de aandeelhouders ten goede. Maar de regering vindt dat ook de werknemer hierin moet gaan delen. Het voorstel, zoals dat er nu ligt en waarop de regering twee jaar heeft zitten broeien, komt er in grote lijnen op neer een stukje van de winsten, die de bedrijven behalen 'af te ro men' om daarmee een 'nieuwe aandeelhou der'. de brede massa, aan een beetje vermo gen te helpen. Het gaat bij de VAD om het verdelen van de overwinst, dat is het gedeelte van de winst dat overblijft nadat de aandeelhouders een 'redelijke' vergoeding hebben gekregen. Wat dan van de winst overblijft is de overwinst en daarvan gaat een deel naar de VAD. Niet contant De bedrijven gaan de VAD niet in contant geld uitkeren, maar houden het geld in de onderneming om er uitbreidingen of ver nieuwing van machines mee te betalen In ruil hiervoor geeft het bedrijf aandelen of soortgelijke waardepapieren uit aan het na tionale fonds, dat de VAD-centen gaat behe ren Al vlak na de laatste oorlog kwam de vermo- gensaanwasdeling ter discussie, maar het duurde tot maart 1974 voordat de VAD echt fel in de schijnwerpers kwam te staan. In die maand bracht NVV-voorzitter Wim Kok de VAD opnieuw ter sprake. Aanleiding waren toen de 'schokkende' winststijgingen bij een aantal grote ondernemingen terwijl de lonen van de werknemers door de machtigingswet bevroren' waren. Kok vond die superwinsten onverteerbaar en kwam met het voorstel om een deel van die onevenredig gestegen win sten in een fonds te laten vloeien dat eigen dom is van de werknemers en door hen (dat.is de vakbeweging) zal worden beheerd. Met het beheer van het fonds komen we me teen op een van de eerste bezwaren van de werkgevers tegen de VAD. Zij vinden dat de vakbeweging hiermee een te grote macht krijgt toebedeeld. Van vakbondszijde wordt daar tegen ingebracht dat het om geld van de werknemers gaat en dat de concentratie van macht nu bij de bedrijfsleiding ligt en tot op zekere hoogte bij de aandeelhouders. Nu komt er dus misschien een andere, derde machtsfactor bij. Maar is dat nu concentratie te noemen, zo redeneren zij Veeleer is het te zien als een verdere verdeling van macht, want er komen meer machthebbers Voldoende stof lot discussie levert ook de verdeling van de VAD-pot. De regering stelt twee manieren voor. In de eerste plaats krij gen de werknemers in een bedrijf dat over winst maakt een deel van de VAD-gelden in een gelijk bedrag voor elke werknemer. Dit bedrag wordt voor een bepaalde tijd (zeven tot 10 jaar) geblokkeerd en geeft aanspraken op het beheersfonds. Het overige gedeelte is bestemd voor verde ling over alle in Nederland werkzame meer derjarige werknemers, met uitzondering van de ambtenaren en de zelfstandigen. Dit ge deelte is bestemd voor pensioenverbetering. Er zijn allerlei schattingen gemaakt over wat er in de vermogensaanwaspot- terecht zou komen. Voor 1975 had de regering eerst gere kend op f 500 miljoen, later is dat 'bijgesteld' tot f 300 miljoen. Als je de f 300 miljoen deelt door de drie miljoen VAD-gerechtigden kom je precies op f 100 de man. waarvan een deel voor later pensioen en een deel ten minste zeven jaar geblokkeerd. Voorbeeld Dat een werknemer op beduidend minder moet rekenen dan wanneer hij een deel van de winst rechtstreeks in handen krijgt, maakt het volgende voorbeeld duidelijk. Als nu een bedrijf van de winst f 1000 aan een werknemer uitkeert, houdt hij daarvan, na aftrek van de inkomstenbelasting f 667 over. Nu f 1000 bij een vermogensaanwasdeling. Eerst gaat er vennootschapsbelasting af. dat is f 480. Er blijft f 520 over. Van die f 520 gaat een gedeelte naai' het collectief, dat kan twee-derde tot driekwart zijn. maar laten we het op twee-derde houden, dus f350, dan blijft er over in het centrale fonds f 170. Daar moet 15 procent speciale-tarief- loonbelasting vanaf. Blijft over f 145. Maar daar moeten nog wel allerlei kosten van wor den afgetrokken. Bij verkoop van het VAD- bewijs blijft uiteindelijk niet veel meer over dan f 100. Van die duizend gulden die het be drijf uitkeert, komt dus niet meer dan f 100 bij de eigen werknemer terecht. De werkgevers zeggen dan ook terecht dat zoiets de band tussen de man en het bedrijf niet bevordert. Evenals een deel van de vak beweging voelen zij veel meer voor een win- stregelingdie het individuele en persoonlijke bezit van de werknemer bevordert. Nu zeggen werkgevers helemaal geen be hoefte te hebben aan een moderne winstde- lingsregeling zoals de VAD is. Winstdelingen bestaan al tientallen jaren. Uit onderzoek, dat werkgevers pas hebben laten verrichten, blijkt dat meer dan 4500 bedrijven een vorm van winstdeling kennen waarvan ruim een miljoen werknemers profiteren. We moeten daarbij denken aan gratificaties en bijvoor beeld aan een 'dertiende maand'. Nu is er wel degelijk verschil tussen de be staande winstregeling en de voorgestelde vermogensaanwasdeling. Op papier heeft de eerste enige relatie met de winst, maar be hoort in feite tot het loon en wordt ook als loon behandeld. Ook als een bedrijf verües lijdt, worden deze winstuitkeringen veelal betaald, omdat er geen enkele relatie bestaat tussen deze winstregeling en de winst. De ondernemer calculeert de kosten van zijn winstregeling van tevoren. De hoogte van de VAD is daarentegen pas achteraf vast te -stel len en jaagt het bedrijfniet op hogere kosten. Deze drie facetten: de grootte van de pot, de verdeling en het beheer van het fonds vor men nog maar de top van de ijsberg waarop de kritiek zich richt. Maar alleen al hierover kan nog zoveel 'heisa' ontstaan dat het bijna uitgesloten is dat de politieke partijen tot een compromis we.ten te komen voordat de termijn van het kabinet Den Uyl in mei vol gend jaar is verstreken.

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 1976 | | pagina 4