VAN MODELKNAAP TOT
GEWONE JONGEN
De Padvinder:
PZCA
19
7ATERPAG 6 NOVEMBER 1976
zaterdagkrant
Direct of zijdelings, velen hebben wel
eens te maken gehad met de padvin
derij, het door de legendarische Lord
Robert Baden Powell - kortweg B. P.
the Chief Scout - ingevoerde 'Spel van
Verkennen',
Ook Zeeland werd 65 jaar geleden
stormenderhand veroverd door en
thousiastejongelingen, wier navolgers
sindsdien de leus 'Wij zijn bereid'
trouw bleven.
Vijfenzestig jaar padvinderij in Zee
land. Tussen start en nu bevindt zich
een periode, waarin het 'waken voor
behoud van tradities' langzaam is ver
slapt. Gestreefd wordt naar openheid,
waarbij veel ter discussie staat.
Momenteel telt Zeeland 39 groepen,
verdeeld over 4 districten (Walcheren
12, West-Zeeuwsch-Vlaanderen 5, Ka
naalzone Oost-Zeeuwsch-Vlaanderen
11, Oosterschelde 11).
Op zaterdag 13 november wordt 'Open
Dag' gehouden in het eerste Zeeuwse
Gewestelijke BureauWagenaar-
straat 1, Middelburg.
Voor scouts, oud en jong, volop de ge
legenheid om 'Hoort!, zegt het voort',
luidop te zingen.
B.P., the Chief Scout Een geniale uitvinder'. Een reproduk-
tie uit hel boek 'De Padvinder in woord en beeld', door Gos de
Voogt).
v-
Gos de Voogt. één van de op
richters van de Nederlandse
Padvindersorganisatie '5
januari 1911i schreef het
prachtige boek 'De Padvin
ders in woord en beeld', een
bijlander pedagogisch iverk-
je. waarin hij maar niet ge
noeg kan krijgen van het
hameren op de noodzaak
van een stok voor de pad
vinder. d.c Middelburgse
padvinders int 1913'op defo-
toi begrepen hem. En dat
was maar goed ook. want De
Voogt had ze anders wel
kunnen 'vierendelen'. Hij
schreef: ..De padvinders zijn
gewapend rnel slokken, om
dat ze daarmee honderd en
één nuttige dingen kunnen
doen. Dit weten de meeste
jongens reeds zeer goed.
maar hier en daar laten ze
toch liever die stokken thuis!
Dat is onverstandig en een
padvinder zonder stok is
maar l/4e mensch. Feitelijk
is hij reeds 214 mensch, maar
voor dien stok gaat er nog
114e af'. Je zou je kunnen af
vragen waar die andere
halve padvinder zich op
houdt.
i Foto, reproduktie uit boek
'De Padvinders in woord en
beeld' van Gos de Voogt).
Zo begon het in Nederland.
'Daar in de verte, tussen zee en dijk, kringelde een geheimzinnig rookwolkje
omhoog. Geprikkeld door een onweerstaanbare nieuwsgierigheid zette hij wat
sneller de pas erin, recht op het raadselachtige rookwolkje af.
Naderbij gekomen zag hij tot zijn grote verbazing een uitgelaten troepje jongens,
dat druk zat te beraadslagen romdom een smeulend houtvuurtje. Ze waren
getooid met oude, kennelijk afgedankte hoeden van meelevende vaders en ver
der hadden ze van wat stevige takken een driepoot gemaakt, waaraan boven het
vuurtje een oud groenteblikje bungelde'.
„Meneer, we zijn aan het boyscotten",
riep de familie in koor toen de ver
baasde wandelaar was ontdekt en
.overmeesterd'.
Zondagmiddag. 1910. Een vreugde
kreet van een op avontuur belust stel
knapen, ontleend aan de jubileumuit
gave 'Vijftig jaar verkennen in Neder
land'.
Een drassig stukje grond naast een
stille, afgelegen dijk bij Amsterdam,
daar gebeurde het. Het spel van ver
kennen - simpelweg padvinderij - was
geboren in een wolk van romantiek.
De boreling sloeg alras de spoorzoe
kende vleugels uit tot in de verste uitr
hoeken van ons land.
Zo'n 66 jaar later: de pensioengerech
tigde leeftijd is bereikt. De Diemerdijk
zal nu vast niet meer zo rustig zijn als
toen. Er zullen wel auto's rijden, toen
nauwelijks of niet. Met de padvinderij
is het net zo gegaan als met dat stukje
groen polderland: een omwenteling in
de tijd. Vier naast elkaar opererende
padvindersorganisaties werden één.
De verenigingen 'Het Nederlandse
Padvindsters Gilde. De Nederlandse
Padvinders en de Katholieke Verken
ners en de Stichting De Nederlandse
Gidsenbeweging werden Scouting
Nederland.
Waas
Wat is er over van het geheimzinnige
waas rond B. P. (Baden Powell), het
Britse, legendarische opperhoofd der
scouts? Verder nog: wat is er over van
de ridderlijkheid van de padvinders,
van de trouwheid, van de gehoor
zaamheid;
Glimlacht en fluit een padvinder nog
steeds onder alle omstandigheden?
Kortom is de padvinder nog steeds
het voorbeeld van een ideaal mens,
die zoals de padvindersbelofte in 1961
nog zei, zijn plicht doet tegenover
God en 'zijn' land en iedereen helpt
waar hij maar kan?
Een heilige met een kringetje boven
z'n hoofd is de padvinder niet (meert.
En het is ook geen baardige krachtfi
guurvan 'naar de duinen, naar de bos
sen, het volle leven tegemoet'.
Theo Scheele. voorzitter van het ge
westelijk traimngsteam van Scouting
Zeeland ziet het zo: „De padvinder is
maar een gewone jongen".
Een kille, grauwe zaterdagmorgen.
Het Veerse Meer ligt er na een druk
zomerseizoen, maar stil en verlaten
bij.
Een beétje triest.
Aan één van de steigers van het ha ven
tje van Wolphaartsdijk brengt een la
waaiig. uitgelaten, wakker stel zee
verkenners van de Goese Jacob Valc-
kegroep hun vier vletten in gereed
heid. We mogen mee. Als we ons maar
goed vasthouden en tijdig het hoofd
tussen de knieën drukken als de roer
ganger het woordje 'ree' uitkrijt bij het
overstag gaan.
Voor de fotograaf zullen we in een
waaier van schepen vertrekken. En
kele ongehoorzame bliksems willen er
te vroeg vandoor gaan. Schipper Henk
Maas ziet hetnet op tijd. Eén forse brul
galmt over het water. Ze luisteren.
„En dat moet ook", gromt Henk tevre
den.
Huiverig stappen we aan boord van
het veiligste schip. De zondagse
schoenen angstvallig onder de arm
geklemd, laarzen aan onze voeten.
„Als je daarmee in het water dondert,
verzuip je", zegt één van de bakkenis
ten berispend. Jullie hadden beter
gympies aan kunnen doen, dat zwemt
wat prettiger". We weten 't. maar we
rekenen alleen op natte voeten en niet
op een potje zwemmen. De tocht ver
loopt gelukkig gesmeerd. Grote hilari
teit is er aan boord van de 'Faila'. wan
neer vlak naast ons twee andere vlet
ten achter elkaar op een zandplaat
vastlopen. Geen beste presentatie,
stellen we genoeglijk vast. Wij mogen
ook even aan het roer. Het vertrouwen
van Henk Maas in ons was wat over
dreven. Binnen de kortst mogelijke
tijd zitten we ook muurvast.
Twee uur later, achter warme koffie
met een borreltje. De jongens varen
door. Schipper Maas geeft ze de
vrijheid. „Een zekere discipline moet
er natuurlijk zijn. Je staat maar één
trede hoger dan de jongens, zodat je
gemakkelijk een stapje terug kunt
doen. Ze weten dat je beter op de
hoogte bent dan zij".
„Het enthousiasme van de jongens,
dat is mijn plezier. Ik en ook de andere
leiding, we zijn hier niet voor onszelf,
maar voor de verkenners. Het kost me
een hoop verlofdagen. Maar daar staat
natuurlijk tegenover dat ik in de zo
mermaanden een gratis zeilboot tot
m'n beschikking heb".
„Ben je trots op je uniform?"
„Ja. ik ben wel gek op dit blauwe
blousje. Het zi t erg lekker en kan tegen
een stootje Ik geloof ook dat je met
deze traditie niet moet breken".
„Wat is volgens jou het verschil tussen
verkennerij en militaire dienst?"
„Dienst vind ik een prachtige instel
ling. maai' dan voor andere mensen.
Bij de verkennerij ga je voor je lol. Als
je de jongelui tot hun twintigste weet
vast te houden, zitje goed. We zeggen
wel eens, er zou een bord aan elk
groepshuis moeten hangen met daar
op. 'Pasop, besmettingsgevaar'. Want
als je eenmaal met het padvindersge-
beuren besmet bent. kom je er nooit
meer van los".
Henk Maas is met zijn gedachtegang
over discipline wel een stuk soepeler
dan B. P., the Chief het gewild heeft.
„Een padvinder weet orders te gehoor
zamen zonder tegen te spreken. Ook al
krijgt hij opdrachten waar hij geen zin
in heeft, dan moet hij toch net als sol
daten en zeelieden de opdracht uitr
voeren. Pas wanneer hij deze heeft uitr
gevoerd, kan hij terugkomen en er be
zwaar tegen maken Maar de opdracht
moet hij uitvoeren".
Dat was de discipline van luitenant-
generaal Baden Powell.
B. P. wilde dan in de kracht van z'n
leven misschien zijn militaire ideeën
wel overbrengen op een internatio
naal, jeugdig stel mensen, al vrij snel
kwam men er achter dat padvinderij
beslist geen 'soldatenspel' moest wor
den.
Toch zal niemand kunnen tegenspre
ken, dal depad vinderij zich in de loop
van de jaren het predikaat militairis-
tisch op de hals haalde. Althans, dat
beeld zal voor de kritische buiten
staander nooit helemaal zijn wegge
gomd. Het moet een logisch gevolg
zijn geweest van het zo bewust kiezen
van andere normen en waarden, dan
bijvoorbeeld een simpel sportclubje,
een kaartclubje of wat dan ook.
Van meet af aan konden de buiten
staanders het geheimzinnige waas dat
om hetpadvindersgebeuren heen was
getrokken niet doorgronden. De rid
derlijkheid, de belofte, de trouwheid,
de gehoorzaamheid. Dat alles onder
gebracht onder de noemer 'Spel van
verkennen', bovendien nog uitgevoerd
in haast schilderachtige kledij; was
dat niet een vorm van zelfverheerlij
king?
Was de padvinderij niet wat al te ste
riel? 'Modelknapen, meneer, zal men
ongetwijfeld indertijd hebben uitge
roepen'
Nog maar eens B. P de Chief aange
haald: F.en padvinder is rein in ge
dachten. woord en daad. Dat wil zeg
gen, dat hij neerziet op de dwaze jon
gens, die vuile praatjes verkopen. Hij
geeft zich niet aan de verleiding over.
iets smerigs te zeggen, te denken of te
doen'.
Tegenwoordig klinken deze woorden
ook de scouts zelf belachtelijk in de
oren. Theo Scheele zei het al: „De pad
vinder is maar een gewone jongen".
Teun van Elsacker. gewestelijk train
ingsfunctionaris en tevens enige be
roepskracht van Scouting Zeeland
ziet ook duidelijk grote verschillen
tussen de 'oude' padvinderij en het
'moderne' scouting.
„Vroeger was het zo: er moest gejaagd
worden op prestaties, de jongens wer
den gedrild. Het was zelfs heel gewoon,
dat een padvinder, die geen patrouille
leider werd, er verschrikkelijk de pest
in had. Tegenwoordig is het veel meer
een spel".
Elsacker kent een anecdote. „Toen ik
nog padvinder was. maakte onze
groep een keer een busreis naar een
plaats ergens buiten Zeeland. We zou
den er meedoen aan wedstrijden. Toen
Tekst Arnout Vos en Tom
Lucas.
Foto's: Willi Riemens
we in die plaats op de markt arriveer
den. stopte er voor ons een bus met een
andere groep verkenners. Die hadden
een grote, dikke hopman bij zich,
eentje met een grote bek. Bij het uit
stappen bromde hij: „En denk er om,
kerels, zorg dat we winnen". Pas
daarna zag hij dat ik binnen gehooraf
stand stond, keek me even aan en zei:
„En jullie natuurlijk ook". Kijk. dat is
er een beetje afgesleten, gelukkig"
Wirwar
Praten over scouting op één en de
zelfde dag met vele tientallen men
sen, die het pad al hebben verkend of
er (nog) volop mee bezig zijn, betekent
een wirwar van tegenstellingen.
Ex-scoutmaster (hopman) H. Saun
ders uit het Engelse Folkestone staat
tijdens de woest drukke jubileumre
ceptie van de Middelburgse Berdenis
vah Berlekomgroep (65 jaar oud nu)
een beetje in een hoekje weggefrom-
meld. Halverwege het officiële ge
deelte wordt zijn cadeautje voor de
BvB-groep hem bijna ruw van onder
zijn arm gewrongen.
Maar als goed scout blijft hij opgewekt
kijken en blijkt haast dc enige, die vol
hardt in de traditionele linkerhandd-
ruk
Dat sticht nogal ccr.s verwarring: tot
driemaal toe ligt hij in de knoop met de
rechterhand van een Nederlandse
collega-scout. De bejaarde Brit, die
zich er op beroemt B. P. ooit op een
jambouree in de jaren twintig van na
bij te hebben meegemaakt, gaat pas
triest kijken, als we over de padvinde
rij van nu beginnen. „Over verschillen
in uniform wil ik me niet eens opwin
den". murmelt-ie. „Ik loop tenslotte
ook niet meer in een korte broek. Maai
dat ze tegenwoordig de tradities zo
maar aan de kant schuiven, is dood
zonde. Je moet ze juist hebben om al
les bij elkaar te houden". Hij heeft ge
noeg gezegd. Zijn vrouw Lilia sleurt
hem mee naar een volgende linker
hand.
Discipline
Over discipline gesproken. Een kort
bezoek aan de Pieter Maritzstam, on
derdeel van de M.A.de Ruytergroep in
Vlissingen, leert spoedig dat daar niet
te commanderen valt. Jongens en
meisjes van de Jongerentak (vroeger
voortrekkers genaamd) werken in een
snikheet vertrek duivels hard aan de
samenstelling van een Sint-Nikolaas
programma.
Dienen van de mens noemen ze dat.
„Maar wel democratisch", zegt er één.
..Dit soort werk zien we heus wel zit
ten. We zijn eigen leiders. De leiding
heeft bij ons slechts een adviserende
functie" De leiding zit in de keuken
Ze hebben tijd genoeg. ..Van dat die
nen'moet je geen beladen woord ma
ken. We willen gewoon mens zijn tus
sen de mensen", zegt één van hen, die
zijn naam niet in de krant wil. „Want
dat is tegenover de andere jongens
niet democratisch".
Scouting Nederland is nu bijna 5 jaar
oud. De vereniging noemt zichzelf één
van de vele in ons land, die bezig zijn
op het welzijnsterrein. „Gezien ons
grote ledenaantal, hebben wij een ze
kere mate van mede
verantwoordelijkheid voor de ontwik
keling van een krachtig welzijnsbe
leid". kondigt de beleidslijn voor 1977 -
en verder - aan.
Na de fusie van de vier verenigingen in
1971 is binnen het scoutingwereldje
een duidelijke verschuiving in nonnen
en waarden ontstaan. Niet alleen wet
en belofte en kledij werden naar he
dendaagse maatstaven danig bijge
schaafd. In het presenteren naar bui
ten, zoals vroeger 'heitje voor 'n kar
weitje' en 'St. Jorisriag' lijkt men ook
weinig heil meer te zien.
„Zelfstandigheid, creativiteit, plezier
hebben en - nog steeds - hulpbereid
heid. samen met internationale ver
bond enheid", luidt het devies.
Zijn jullie soms'idealisten?
Scheele: „In zekere zin wel. Anders
kon het werk niet worden gedaan.
De discipline is nog wel aanwezig.
Maar dat geldt ook voor anderen, die
bijvoorbeeld bij de fanfare zitten".
B, P. heeft eens gezegd: zorg datje de
wereld een stukje beter achterlaat,
dan je Hem hebt gevonden.
Scheele: „B. P. was een geniale uitvin
der, wat hij zei klinkt wel mooi. maar
daadwerkelijk de wereld verbeteren,
dat redden we niet met onze idealen".
Wim Roose, voorzitter van het gewes
telijk bestuur van Scouting Zeeland, is
best tevreden met de huidige gang van
zaken: „Het is heus niet minder dan
het geweest is. Mensen die dat zeggen,
zijn leiders die vinden dat hun groep
met mindere prestaties thuiskomt De
jongens en meisjes hebben tegen
woordig netzo'n mooie tijd in scouting
als vroeger".
En misschien wel mooier.
Lang, lang geleden was er een welpje
dat onder een auto kwam: een dubbele
beenbreuk. Maar toen hij bij de dokter
kwam en deze met forse bewegingen
het bot wilden zetten, vertrok het jo
chie geen spier. „Ik ben toch zeker
padvinder", verkondigde hij na afloop
met fiere stem tegen een verbaasde
verpleegster.
Een welp was moedig en hield voL
Tegenwoordig mag een welp wel hui
len.
Het volle leven tegemoet.
De zeeverkenners van de Jacob Valckegroep. hun enthousiasme is het plezier van de leiding.