HULPVERLENING NA RAMP SNEL OP GANG r PZC/P goederentrein onderstel goes «t middelburg H>cabine Kwartier na melding ambulances bij ramp Drie scholieren omgekomen bij treinramp 'Collega moest rennen voor z'n leven' RANGEERDER DE JONGE GAF HET EERSTE ALARM „Ik weet dat ik het er goed heb afgebracht" ■DONDERDAG 28 OKTOBER 1976 provincie Dit kaartje toont de situatie die woensdagochtend bij Eindewege ontstond. De stoptrein tgestreepti botste niet volle vaart op de naar links ajbui- gende goederentrein (zwart) die richting Sloe reed. Een aantal lankioagens kantelde oj kwam dwars over de spoorbaan. waarop het eerste deel van het. vier- wagenstel terechtkwam. Het tweede deel van het. treinstel kwam ook dwars over de rails. De twee overige delen bleven over eind, evenals het aan de trein gekop pelde postrijtuig. machinist van de stoptrein uil de wrakstukken van de cabine. Een reddingsploeg haalt het stoffelijk ov GOES - De hulpverlening aan de slachtoffers bij de buurt schap Eindewege is woensdag bijzonder snel op gang geko men. Eén kwartier na de bot sing en tien minuten na de mel ding bij het hulpcentrum voor Midden-Zeeland in Goes, wa ren de eerste ambulance-auto's en brandweerwagens al bij de plaats van het ongeval aanwe zig. De gewonden waren binnen 'n half uur allen op weg naar het ziekenhuis de Bevelanden-noord in Goes. Op de plaats van de ramp werd door de huisartsen T. F. van der Werffuit Goes en D. P. van Driel uit 's-Heer Arendskerke eerste hulp verleend. De hoofdinspecteur-korpschef van de gemeentepolitie Goes, J. L. de Rave toonde zich bijzonder tevreden over de wijze waarop de hulpverlening:, mede vanuit het Goese centrum, heeft ge draaid. „Het heeft goed gewerkt. Ik heb ook geen andere geluiden gehoord en die hoor je anders gauw genoeg", be toogde de heer De Rave. De gemeente politie was als eerst met een auto om 07.25 uur aanwezig. Daarna zijn 17 poli tiemensen er de hele dag bezig geweest. Er hoefde geen assistentie uit andere plaatsen gevraagd te worden. De am bulancedienst voor de Bevelanden zette alle vijf de wagens in. Later kwa men ook ambulances uit Middelburg en Vlissingen, terwijl verder de genees kundige dienst van Hoechst met een auto present was. Door de snelle actie, konden de meeste ambulances vrij kort na de botsing weer naar de basis terug keren. Drie wagens van de ambulance dienst voor de Bevelanden vervoerden in de loop van de dag de zwaarst ge wonde treinreizigers naar ziekenhui zen in Leiden, Rotterdam en Breda. Om half vier 's middags was men daarmee gereed. „Het is een groot geluk dat er niet heel veel gewonden waren. Daar door konden wc het snel aan", vertelde directeur M. F. Boogert van de ambu lancedienst. „We hebben wel met volle kracht gereden, ondanks de mist. Ik ben zeer content over de inzet van onze mensen". De Goese brandweer arriveerde niet een bluseenheid vrijwel tegelijk met de eerste ambulace-auto bij het rampter rein. La ter kwamen er nog drie groepen (uit Goes, 's-Heer Arendskerke en Wolphaarlsdijk) bij. Ook de brandwe ren van Vlissingen en Middelburg ver leenden ter plaatse assistentie. Van de Goese brandweer waren de hele dag zo'n 30 mensen in touw. „Er was geen brand, dus hebben we ons in eerste in stantie bezig gehouden met het redden van de slachtoffers", zei de Goese commandant W. Taekema. „Samen met de mensen van de medische dienst heb ben we slachtoffers bevrijd". Fosfor resten Het behandelen van de wagons met fos- forresten heeft de brandweer overgela ten aan de deskundigen van Hoechst Vlissingen, die met een eenheid van de gevaarlijke stoffendienst naar de rampplaats kwam. De deskundigen van Hoechst hebben een kleine hoe veelheid gelekte fosforrestanten (via een ventiel van een van de gekantelde wagons ontsnapt) met onder andere soda behandeld. De medewerkers van Hoechst bleven gedurende de opruimingswerkzaamhe den aanwezig, teneinde bij eventuele verdere lekkages direct in te kunnen gnjpen. De vier zwaar beschadigde ke telwagons met fosforresten zijn voors hands aan de kant van de spoorbaan gezet en zullen worden afgevoerd naar een bedrijf in Fijnaart dat zich heeft ge specialiseerd in fosforverwijdering. In de loop van de dag kwamen vele au toriteiten zich op de hoogte stellen van de omvang van de ramp Burgemeester mr, F. G, A. Huber van Goes was een van de eersten die arriveerde. Ook commis saris van de koningin dr. C. Boertien was er. Van de NS-directie bezocht mr. P, R. Leopard Eindewege ten later de gewonden in Bevelanden-noord). Ook de officier van justitie in Middelburg, mr. T. Lebret en de voorzitter van de nationale spoorwegraad (die het onder zoek leidt), mr. Schepels namen pols hoogte. De opvang van de gewonden in het streekziekenhuis Bevelanden-noord verliep soepel. Volgens geneesheer directeur dr G. T. Lie kwam het ver pleegkundig personeel dat op de ver schillende afdelingen dienst deed. spon taan bij het opvangen van de gewonden helpen. Ook kwamen verpleegkundigen die geen dienst hadden en die de berich ten van de ramp over de radio en de sirenes van de ambulances hoorden, kijken of ze een handje konden helpen. Een team van vijf chirurgen en anaes- thesisten en een twintigtal verpleeg kundigen behandelde de gewonden, voor zover ze niet werden doorgestuurd naai' andere ziekenhuizen. De huishou delijke dienst van het ziekenhuis zorgde voor de opvang van de nabe- taanden van de dodelijk verongelukten en de familieleden van de gewonden. Deernis Mr. C. H. M. Clemens, chef exploitatie van het district zuidwest van de NS be tuigde tijdens een persconferentie in het politiebureau van Goeszijn deernis met de slachtoffers en nabestaanden. Hij was erg dankbaar voor de snelle hulpverlening van ambulance-dienst, brandweren en politie. De heer Cle mens deelde mee dat de NS in het zie kenhuis de Bevelanden-noord een op- vangteam had geïnstalleerd, bestaande uit artsen, maatschappelijk werkers en schade-experts. Zij vingen de familie leden van de slachtoffers op. Op de plaat-s van het ongeluk waren de hulp- en reparatietreinen van de NS (uit Eindhoven) omstreeks half elf al aanwezig. Ook richtte de NS e^n mo biele commandopost in. van waaruil de werkzaamheden gecoördineerd werden. Het Leger des Heils uit Goes zorgde met een aantal medewerkers voor koffie en broodjes voorde hulpverleners. De pas sagiers waren toen inmiddels al geruime tijd met bussen afgevoerd. SCHIPPER IMAN BOUT: De uil de trein gehaalde bezittingen van de slachtoffers. VERSLAGENHEID OP VLISSINGSE MTS VLISSINGEN - Bij de treinramp van woensdag zijn drie leerlingen van de Vlissingse mts om het leven gekomen. Drie andere mts-scholicren werden gewond naar ziekenhuizen in Goes en Rotterdam vervoerd. In de ramptrein zaten in totaal52 mt leerlingen. Na het bekend worden van de gevolgen van de treinramp heerste op de Vlissingse mts diepe verslagenheid. Een aantal leerlingen, dat het ongeluk wel overleefd had, kwam woensdag morgen druppelsgewijs volkomen over stuur de Vlissingse school binnen. An dere mts-ers verschenen helemaal niet meer in het schoolgebouw, maar gingen liftend of met bussen naar huis terug. De scholieren die door directieleden werden opgevangen maakten duidelijk wat voor dramatische gevolgen het treinongeval had. De jongens vertelden dat zij zelfs één van hun dode klasgeno ten met een jas afgedekt hadden voor dat ze uit het treinstel waren geklom men. Het treinstel waarin ze zaten hing een paar meter boven de grond. De school leiding heeft woensdag zeker tot twaalf uur in onzekerheid gezeten omtrent het aantal leerlingen van de mts dat in de verongelukte trein zat. EINDEWEGE - „Het is bijna niet te omschrijven. Ik weet eigenlijk nog niet goed wat er precies is gebeurd. Ik weet alleen dat ik er gelukkig erg goed vanaf gekomen ben". Een ge schokte schipper Iman Bout uit Vlissingen, passagier in het voorste rijtuig van de ramptrein. vertelt kort na het ongeluk zijn verhaal. In zijn stem klinken nog duidelijk de doorgestane emoties van het ge beurde na. Op zijn hand en jas zitten wat bloedspatten. „Niet van me zelf", zegt Bout. „Waarschijnlijk van een gewonde". Schipper Bout. was om 06.27 uur in Roosendaal opgestapt in ramptrein 4611. Hij had in Antwerpen zijn bin- nenvaaittanker achtergelaten en ging een weekje op verlof naar huis in Vlissingen. ..Ik ben in het voorste stuk gaan zitten, bij het 3e raam", aldus Bout. ..Het was buiten wel erg mistig, maar daar merk je in de trein natuurlijk met veel van. Ik heb ge slapen tot aan Goes en daar werd ik wakker. Het was vrij druk in de wa gon. We vertrokken en ik zat nog wat uit het raam te kijken. Ik merkte plotseling dat er geremd werd en ik voelde een zware schok. Toen ineens een geklap, lawaai, gebrul en ge schreeuw. je kunt het niet navertel len". Volgens Bout ontstond er direct na de botsing in het omhoog geschoten voorste rijtuig de nodige paniek. ..Mensen gilden en alles was door el kaar gegooid. Gelukkig was er aan de achterkant, van de wagon een gat ge slagen en daar zijn we uit gekropen. Daarna heb ik geholpen om mensen naar buiten te halen en zo goed als dat gmg op te vangen. Ik heb veel geluk" gehad om er zo goed af te ko men. Voor hetzelfde geld ben je ook dood of gewond. Ik snap het eigenlijk nog niet hoe ik eruit- gekomen ben". Schipper Bout weet zich nog wel te herinneren dat hij zich - op het mo ment dat de schok zich aankondigde - schrap heeft gezet tegen de leuning van zijn zitplaats en de bank tegen over hem. ..Dat heeft ook helpen voorkomen dat ik eruit geslingerd ben", vermoedt hij. De Vlissingse binnenvaartschipper meent dat het zo'n 10 tot 15 minuten geduurd heeft voor ambulances en politie aan kwamen op de plaats van het onge luk. Minder te spreken is Bout over de opvang. Hij heeft meer dan 'n uur op het rampterrein moeten ronddwa len. voordat een NS-employé voor vervoer naar huis zorgde. Zijn weekend-tas had hij uit de ravage Schipper Bout: „Ik weet nog niet goed wat er gebeurd is". weten te redden. ..Ik hoorde een flinke knal en zag door het gordijn de vonken van de hoogspannins vlie gen Ik ben meteen uit bed gekomen - omdat ik in de ziektewet zit. sta ik niet zo vroeg op - en naar buiten ge gaan. Kec was erg mistig en ik kon de rijtuigen van de trein niet eens zien. Wel vlogen er nog vonken rond". Zo luidt het verhaal van de heer M. J. Krijger, die aan de Noordweegseweg woont, vlak achter de plaats van het ongeluk. Zijn huis werd in de loop van de dag gebruikt als telefoon- en koffiepost. De eerste passagiers die uit de trein kwamen, belden bij hem de plolitie. Mevrouw Krijger: ..Er was ook een meneer die de politie vroeg of ze zijn vrouw wilden waarschuwen dat hij gered was. Daarna zijn er nog men sen binnen geweest, ik weet niet meer hoeveel". Zij is zelf niet naar de plaats van het ongeval gaan kijken. ..Ik zag door de overgordijnen een soort blauw en rood en het gaf ineens een grote sis alsof het vurwerk was. Ik ben toen maar binnen gebleven", aldus mevrouw Krijger. Direct na het begin van de botsing, kwam een behoorlijk aantal mensen uit de buurtschap Eindwege naar de spoorbaan gesneld om te kijken wat er aan de hand was en te helpen met het opvangen van de geschokte treinpassagiers. Die reizigers werden door de conducteur van de trein zo veel mogelijk verzameld in de hal van het garagebedrijf Hoegen-Dijkhof en vandaar mt met bussen naar Mid delburg vervoerd. EINDEWEGE - Het eerste alarm over de treinramp werd gegeven door rangeerder J. de Jonge uit Mid delburg. Hij verzon 'e samen met zijn collega R. Slis uil Kapelle het rangeerwerk voor de goederentrein. Op het moment van de botsing was hij ongeveer 50 meter van de onheil- spiek verwijderd. Nadat hij zichzelf eerst in veiligheid had gesteld voor de afbrekende hoogspanningslei- dingen, rende De Jonge naar de ach terzijde van de goederentrein. Wat hij daar zag. deed hem snel besluiten om via de NS-huislelefoon langs de spoorbaan bij de treindienstleider in Goes groot alarm te slaan. Rangeerder Slis moet de botsing vlak voor zijn ogen hebben zien af spelen. Hij was door het gebeuren zo overstuur geraakt, dat hij nog niet gehoord kon worden. Volgens De Jonge moest zijn collega voor zijn le ven rennen, omdat de brokstukken overal in het rond vlogen. Rangeer der De Jonge was na het gebeuren opmerkelijk kalm. ongeveer 'n uur na de botsing bezette hij alweer een telefoonpost van de Nederlandse Spoorwegen. Ook was hij actief bij de opruimingswerkzaamheden Het relaas van De Jonge: ..Ik hoorde een hevige klap en de goederentrein schoof wel 20 meter vooruit. Ook zag ik de bovenleidingen wankelen en toen realiseerde ik me dat het mis was. De draden knapten en de voken vlogen overal. Ik nam wel de benen. Meteen daarna rende ik naar de ach terkant van de trein. Wat ik daar voor tonelen zag is onbeschrijfelijk. Ik dacht wel dat er hevige paniek was. afgaande op het gegil en geschreeuw. Verder zag ik een klein brandje, waarschijnlijk van de motoren, maar dat ging vanzelf uit. Ik ben daarna over het portaal van een ketelwagen gekropen en heb gewoon de huistele foon langs de lijn gepakt en alarm geslagen Ik had de situatie nog wel niel goed kunnen overzien, maar ik had wel in de gaten dat het goed fout zat". Na de eerste alarmering is De Jonge de machinist van de goederentrein gaan waarschuwen, die voorin in de locomotief door de dichte mist niet kon zien wat er gebeurd was. Volgens de Middelburgse rangeerder heeft hij eerst met de machinist de personen trein uit de richting Middelburg ge waarschuwd voor de versperde rij baan. „We hebben knalsemen gelegd en ook met rode lampen gezwaaid. De trein is gelukkig ook op tijd ge stopt. Daarna ben ik teruggegaan met. buurtbewoners. Er was weinig assistentie meer te verlenen. De mensen die nog konden lopen, waren er al uit", aldus De Jonge.De ran geerder benadrukt dat er naar zijn mening met de gedragingen van de goederentrein niets verkeerd is ge gaan. „We zijn op tijd uit Goes ver trokken en we reden voorzichtig vanwege de mist. Maar we waren wel op tijd bij de wissel om naar het Sloe- gebied af te slaan. Ik had de perso nentrein ook nog niet verwacht, an ders zijn we er namelijk altijd al ruim door voordat die komt. Voordat we het Sloespoor opreden heeft mijn col lega eerst gebeld met de treindienst leider in Goes. Die gaf toestemming om te gaan rangeren en dat zijn we ook gaan doen", vertelt De Jonge. De Middelburgse NS-man is niet da gelijks betrokken bij het goederen vervoer naar het Sloegebied. Hij valt vooral in bij verlof of ziekte van collega's en treedt dan op als tweede rangeerder. Dat gebeurde ook woensdag. „Mijn collega Slis had de leiding zei De Jonge, die nog eens herhaalt dat er pas met wisselen be gonnen is na de toesstemming uit Goes. „Eerder mogen we de grendels niet wegnemen". De Jonge onder streept dat de hulpverlening snel op gang kwam. „Er kwam meteen hulp van overal. Het was enorm. Ja, nu ik Rangeerder De Jonge: ..Onbeschrij felijke tonelen". het allemaal nog eens goed over weeg. dan denk ik bij m'n eigen: je hebt veel geluk gehad. Je eerste reactie is natuurlijk: voor mij hoeft dat rangeren niet meer. Later kom je daar weer op terug". Machinist Th. van de Hoek uit Hein- kenszand. die op de bok van de goe derentrein zat. is diep onder de in druk van het gebeuren. Hij besefte op het moment van de botsing niet di rect wat er aan de hand was. „Ik voelde ineens een hevige klap in m'n nek. Ik dacht eerst nog dat er een rangeerder tussen de wagons zat en dat er een wagon was losgeraakt en uit de rails lag. Toen ben ik uit de cabine geklommen en gaan kijken", zegt Van de Hoek. „Ik zag de ravage en ik hoorde hulp roepen. Het was verschrikkelijk". Volgens de machi nist was zijn trein normaal op tijd vertrokken uit Goes. Op het moment van de botsing waren er al 8 wagons over de wissel in de richting Sloege bied. Lewedorp Nieuwdorp Heinkenszand 's Heer Abtskerke^ Een overzicht van het gebied, waar de treinramp plaats greep.

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 1976 | | pagina 15