'Groene munten' zijn heipalen
in Europees landbouwbeleid
Strijd op Cyprus is er
een van lange adem
PZC/opinle
Pluimveehouderij
stiefkind BEG
Ben bord
voor de
vorstin
ZATERDAG 23 OKTOBER 1976
/jeeland is een dunbevolkt kippenlancL Als je tenminste over dun- of
dichtbevolkt mag spreken als je het over die kakelende twee-voeters hebt.
Weliswaar is de eerste boerderij die je ten linkerzijde aantreft als je Zeeland
binnenkomt vanuit de richting Bergen op Zoom, een pluimveehouder, maar
da's puur toeval. Wellicht is dat een uitgeweken Brabander. Onze oos-
terli jke provincieburren hebben enorm veel kippen op hun grondgebied. Dc
kleine Brabantse bedrijven hebben een fors deel van hun opkomt na de
oorlog naast de varkens aan vooal de pluimveehouderij te danken. In
Zeeland hebben de boeren - voor een groot deel akkerbouwers pur sang -
veel minder de mogelijkheden benut die de intensieve veehouderij bood.
Vandaar datje bij ons de lage lange kippeschuren geflankeerd door een hoge
slanke silo, slechts spaarzamelijk in het landschap aantreft. Vandaar ook
dat de meeste Zeeuwen de afkorting N.O.P. vertalen met Noordoostpolder.
De letters N.O.P. geven echter ook de initialen weer van de Nederlandse
Organisatie van Pluimveehouders. Aanstaande week houdt de Zeeuwse
afdeling van de N.O.P. haar jaarvergadering. Omdat die vergadering wel
licht de aandacht van onder andere de pers zal vragen en omdat de pluim
veehouderij momenteel met nogal wat perikelen zit, lijkt het ons goed de
schijnwerperes op de kippen te laten schijnen.
De
'e laatste jaren is de pluimveehouder in Nederland een veel geplaagd
mens. Niet alleen dat milieu-mensen met hun fijngevoelig reukorgaan in de
richting van de kippen snuffelen, ook modieuze welzijnsbepleiters hebben
hun volle aandacht naar de Dluimveehouders gericht onder het afkeurende
motto 'weg met de bio-industrie'. Daarbij komt nog een flink stuk leed. ver
oorzaakt door moeilijkheden rond het krijgen van een hinderwetvergunning.
De gemeenten die zulk een vergunning moeten verlenen, zijn niet zelden
uiterst terughoudend op dit terrein. Over gemeenten gesproken: de bouw van
schuren en silo's geeft ook vaak moeilijkheden. Het komt ons voor dat de
leden van de schoonheidskommissie (soms ook welstand-kommissies ge
noemd). een vrij merkwaardige kijk op agrarische bedrijfsgebouwen hebben.
Voor nieuwe ontwikkelingen zijn ze in ieder geval meestal nogal bunzig. En bij
het zien van de silo's gaan er vaak rillingen over hun lijf. Ten onrechte vinden
wij. Nieuwe ontwikkelingen in een bedrijfstak vragen ook aanpassing van de
traditionele gebouwen. Een hoge silo mag dan een nieuw verschijnsel zijn,
daarmee is ie nog niet tot een lelijk ding bestempeld. Gewoon een kwestie van
Naast deze moeilijkheden van buitenaf heeft de pluimveehouder te maken
met interne problemen. De prijzen van de eieren en (pluimvee)vlees zijn de
laatste jaren bepaald nietzo datje daar lyrische strofen over kunt aanheffen,
je krijgt eerder de neiging om daarover sombere ballades te dichten. Daar
naast bestaat er momenteel grote zorg over de nationale concurrentieDOsitie.
De Nederlandse pluimveehouderij is groot geworden door de export. Dat kon
slechts omdat wil het beter deden dan onze buurlanden; omdat we sneller
insprongen op de consumptie-behoefte, Vooral bij onze oosterburen hebben
de Nederlandse pluimveehouderij-produkten een geweldige vlucht gemaakt.
Tengevolge van de structurele moeilijkheden waarmee onze pluimveehoude
rij zit (deels hier omschreven) dreigt het gevaar dat wij onze voorsprong verlie
zen en onze goede concurrentiepositie in gevaar komt. Nog met aangeduide
faktoren van belang zijn daarbij èn de noodzakelijke bundeling van het
aanbod (de slachterijen) èn de realisering van een bepaalde produküe-
omvang. Een overcapaciteit van de Nederlandse slachterijen is voor een ieder
in de produktie- en afzetketen op den duur van zeer groot nadeel.
Lest best, zouden we zeggen, moeten we tenslotte frielding maken van het
hoogst irritante beleid dat Brussel erop nahoudt, ten aanzien van de pluim
veehouderij. Of eigenlijk moeten we spreken van een nietrbeleid. Nu bedoelen
we daarbij nietdatwe een E.E.G.-marktr en prijsbeleid voor de pluimveehou
derij willen vanuit Brussel. We beseffen best dat zulks voor niet-
grondgebonden produkten uiterst moeilijk is. Sterker nog, we hebben als
exporterend land grootbelang bij een vrije markt. We verwachten echter van
een tol-unie, zoals de E.E.G. is. wel dat er ook effektieve tolmuren bestaan ter
bescherming van de buitengrens. We kunnen echter slechts constateren dat
er nogal eens gaten in die muur vallen ten nadele van onze pluimveehouders.
Het zwaarte-punt van onze kritiek gaat wat de pluimveehouderij betreft
echter naar het Europese struktuurbeleid. Brussel heeft wat dat betreft blijk
baar maar één bedoeling: wat er ook aan maatregelen gebakken wordt, de
pluimveehouderij mag er niet aan mee doen. Dat is al jaren zo. Toen het
rente-subsidiebeleid totstandkwam, enige jaren geleden, werd de intensieve
veehouderij direkt uitgesloten door Brussel. En zo is net in feite gebleven. Wie
er ook naar het bal mochten - de pluimveehouderij was en bleef Assepoester -
een ondergewaardeerd stiefkindje dat in zak en as moest blijven zitten. Een
heel extreem voorbeeld van het niet aan de bak mogen komen, beleven we
deze dagen. Een regeling voor verplaatsing van bedrijfsgebouwen buiten
ruilverkaveling heeft net fiat van Brussel gekregen. Behalve voor
pluim veehouderij-bedril ven. die vallen niet onder de regeling- uitgesloten als
ze zijn voor het hele Brusselse struktuurbeleid. We ervaren zulks enerzijds als
lachwekkend konsekwent (Prinzipen-reiterei noemen de Duitsers dat) maar
anderszijds als verbazend onrechtvaardig.
De
'e cautie-regeling - die al enige malen eerder ter sprake gekomen in deze
rubriek - mag tenslotte niet ontbreken in een opsomming van het Brusselse
Assepoester-beleid'voor de pluimveehouderij. Het teveel aan melkpoeder in
de E.E.G. wordt op last van de Brusselse heren door het veevoeder (voor
kippen en varkens) verwerkt. Aldus mag de pluimveehouder meehelpen beta
len aan moeilijkheden in een andere sektor. Bovendien doet Brussel momen
teel verbazend geheimzinnig over het bedrag dat door deze manipulatie al
verdiend is, terwijl de afspraken luidden dat die regeling zou stoppen op 31
oktober as. als het benodigde geld binnen zou zijn.
AI met al reden tot grote frustatie in de vitale sektor die de pluim
veehouderij in de Nederlandse landbouw is. Nu Brussel blijft volharden in
de rol van de slechte stiefmoeder is de komst van de goede prins voor deze
Assepoester meer dan nodig. Zou minister Van der Stee die nationale hel
denrol op zich willen nemen?
Mr. Gerard W. Smallegange.
De kwestie-Cyprus is verder dan ooit van een oplos
sing verwijderd. De direct bij het conflict betrokken
partijen - Griekse en Turkse Cyprioten - zijn allang
niet meer aan de conferentietafel verschenen. Hun
standpunten staan diametraal tegenover elkaar. Bo
vendien worden volgend jaar in Griekenland en Tur
kije parlementaire verkiezingen gehouden, hetgeen
de kans op baanbrekende vredesinitiatieven uit deze
hoek zeker tot de lente van 1977 uiterst gering doet
zijn.
Zoals de zaken er nu bij staan, lijkt de kloof onover
brugbaar. De Grieks-Cyprioten weigeren pertinent
genoegen te nemen met de bestaande situatie, die
sterk in hun nadeel ls. Politiek beraad met de Turkse
•tegenpartij kan huns Inziens pas op gang komen, na
dat de door de Turkse invasie van juli 1974 ontstane
faits accomplis ongedaan zijn gemaakt. Dat wil zeg
gen: de Turkse strijdkrachten dienen zich uit het be
zette Noorden terug te trekken, en de circa 180.000
Grieks-Cyprische vluchtelingen moeten In staat wor
den gesteld naai' hun dorpen en steden terug te keren.
Wat de Grieken ook zwaar op de maag ligt, is de split
sing \'an het eiland in twee staten op federale basis.
Makarios verwerpt deze deling categorisch.
De Turks-Cyprische minderheid wijst alle Griekse ei
sen ronduit van de hand. Met verwijzing naar de ge
beurtenissen van het jaar 1963, toen het fel oplaaiende
Cyprus-conflict een exodus van 24.000 Turks-
Cyprioten uit 107 dorpen naar veiliger plekken op net
eiland tot gevolg had en een economische en sociale
en achtergrond
blokkade van de Turks-sprekende minderheid inluid
de, heeft het huidige staatshoofd van de zgn. Turks-
Cyprische Federatieve Republiek, Rauf Denktash, de
Grieken te verstaan gegeven dat er voor zijn onderda
nen nog maar één devies is: de weg naar voren.
Waarom Denktash zich zo schrap zet. hoe zijn credo
luidt., waar hij uiteindelijk naar toe wil. en wat hij in een
eventuele bemiddelingspoging van de Nederlandse
minister van buitenlandse zaken. mr. Max van der
Stoel ziet. vertelt de Turks-Cyprische president in bij
gaand interview met onze speciale verslaggever Frits
Schils. die zojuist terugkeerde van een oriëntatiereis
door Turkije en het fel omstreden eiland in de Middel
landse Zee
(Door Frits Schils)
NICOSIA - „De Turks-Cyprische gemeenschap, die een vierde deel
van de Cyprische bevolking omvat, heeft twaalf jaar lang op eigen
krachten moeten leven. De staat, of beter de Grieks-Cyprische
leiding, die alle macht in de bi-communale staat aan zich had
getrokken, behandelde de Turken als vijanden en onthield hen alle
politieke, economische en constitutionele rechten. Voor de Turkse
Cyprioten bleef niets anders over dan zichzelf te verdedigen en
weerstand te bieden tegen alle Grieks-Cyprische pogingen om
door eliminering van de bestaande onafhankelijkheid Cyprus met
Griekenland te verenigen".
Aan bet woord is Rauf Denktash. sinds
13 februari 1975 president van de
Turks-Cyprische Federatieve Repu
bliek. in welk ambt hij de grote oppo
nent is van de Grieks-Cyprische presi
dent, aartsbisschop Makarios. Uit zijn
betoog blijkt zonneklaar dat het
staatshoofd van het bezette noorden,
zijn regering en de 130.000 'onderdanen'
nooit meer terug willen naar dc situa
tie van voor de Turkse militaire inter
ventie.
- Bent u van plan een onafhankelijke,
zelfstandige. Turks-Cyprische repu
bliek uit te roepen, als de huidige poli
tieke impasse blijft voortbestaan?
„Wij zjjn binnen de republiek Cyprus
twaalf jaar lang als buitenstaanders be
handeld. En nog steeds worden wij door
de Grieks-Cyprische machthebbers op
deze manier bejegend. Het is toch bela
chelijk. dat alle na 1963 geboren
Turks-Cyprische kinderen voor het be
stuur van Makarios eenvoudig niet be
staan. Zij zijn niet centraal geregi
streerd Wij kunnen niet statenloos door
het leven blijven gaan. Wij moeten ofwel
de bi-communale onafhankelijkheid
herstellen, en dat uiteraard in samen
hang met de hedendaagse realiteiten, of
volledig de zorg voor onszelf openemen
en andere landen voor erkenning van
ons als een afzonderlijke staat benade-
Zelfs onder die omstandigheden zullen
wij blijven streven naar herstel van de
bi-communale structuur, gebaseerd op
onafhankelijkheid en niet-
gebondenheid. Maar wij hopen dat de
Grieks-Cyprioten voldoende werkelijk
heidszin zullen tonen en de droom van
zich afeetten dat zij door uitbanning van
een bi-communale Cyprische staat een
Grieks Cyprus kunnen oprichten als
voorloper op de vereniging met Grie
kenland.
Wij zullen moeten wachten op het resul
taat uit de Verenigde Naties en van de
Amerikaanse presidentsverkiezingen,
want het is duidelijk dat de Grieken uit
deze gebeurtenissen winst trachten te
behalen. Zij willen de wereld ervan over
tuigen dat zij de verdedigers zijn van een
onafhankelijk Cyprus, dat door Turkije
bezet is. In werkelijkheid had Turkije in
zijn hoedanigheid van garantiemo-
gendheid de plicht te hulp te snellen en
de onafhankelijke republiek Cyprus
voor een totale bezetting door Grieken
land te behoeden".
- Zou u in het buitenland worden er
kend?
„Ik heb er het volste vertrouwen in dat,
indien we genoodzaakt zouden zijn op
korte termijn de totale onafhankelijk
heid te proclameren, we voldoende
steun zouden krijgen om als volwaardig
lid van de Verenigde Naties toegelaten
te worden".
- Men zou bijna de indruk krijgen, dat u
het aftreden van Makarios beschouwt
als een noodzakelijke voorwaarde
om tot enigszins kansrijke onderhan
delingen met de Grieks-Cyprioten te
komen...
.Niet wij bepalen wie aan het hoofd van
de Grieks-Cyprische gemeenschap
dient te staan. Alles wat we kunnen
doen, is de aandacht erop vestigen dat
aartsbisschop Makarios zijn volgelin
gen misleid heeft. Hij is verantwoorde
lijk voor de rivier van bloed en haat tus
sen de twee volksgemeenschappen,
door 'enosis' te blijven prediken en de
EOKA (Grieks-Cyprische guerrilla) zijn
gang te laten gaan. van 1950 tot 1974 toe.
Steeds weer blijft hij verdeeldheid
zaaien door zijn pogingen het bi-
communale land te vergrieksen. Het
fraaist is wel dat hij overtuigd is van de
juistheid van zijn rampspoed en ver
woestingen die op Cyprus zijn aange
richt.
- Uw streven is gericht op de vorming
van een in twee delen gescheiden
staat met daarboven een centrale re
gering. Hoe en door wie moet zo'n re
gering worden geformeerd, welke be
voegdheden zouden zij moeten heb
ben en wie dient garant te staan voor
zo'n bestuur?
„De centrale regering moet op basis van
gelijkheid door de twee gemeenschap
pen worden samengesteld. Federalisme
betekent gelijkheid van de partijen die
zo'n verbond aangaan. Een met grote
bevoegdheden beklede centrale rege
ling zoals de Grieken die willen, is voor
ons onaanvaardbaar, omdat de tegen
partij gedurende twaalf jaar alle macht
en functies in de hechte bi-communale
centrale regering ten eigen voordele
heeft gebruikt en misbruikt. Wij passen
ervoor, nog langer misbruikt en verne
derd te worden. Wij willen niét langer
statenlozen zijn in ons eigen land. De
bevoegdheden van de overkoepelende
regering zouden beperkt moeten blijven
tot buitenlandse kwesties, financiële
zaken en defensieaangelegenheden".
- Makarios heeft gezegd niet bereid te
zijn te onderhandelen tegen de ach
tergrond van voldongen feiten bezet
tingdeling en vluchtelingenvraag-
Denktash: president van de Turks-Cypriotische Federatieve Republiek.
st.uk). Athene steunt hem in deze hou
ding
„Wij verlangen van de Grieken geen on
derhandelingen over voldongen feiten,
maar over realiteiten. Kort samengevat
komen die hierop neen de Grieks-
orthodoxe kerk heeft- altijd geprobeerd
het eiland Cyprus bij Griekenland In te
lijven. Van hun kant hebben de Turks-
Cyprioten geweigerd zich door Grieken
land te laten kolonialiseren. Het Turkse
verzet had in 1960 de onafhankelijkheid
tot gevolg. Vanaf 1963 hebben de
Grieks-Cypriotische leiders getracht
die onafhankelijkheid om hals te bren
gen. Wij konden daar natuurlijk geen
genoegen mee nemen, zijn met kracht
voor onze rechten en status opgekomen,'
en dit leidde tot het ontstaan van twee
afzonderlijke regio's. Vorig jaar zijn de
twee partijen in Wenen een bevolkings
uitwisseling overeengekomen (Turken
konden uit het door de Grieken beheer
ste zuiden naar Noord-Cyprus gaan, en
omgekeerd Grieken uit het door de
Turken bezette noorden zuidwaarts
trekken).
- Acht u de kans op een compromis
aanwezig? Zouden enkele territoriale
concessies van Turkse zijde de Grie-.
ken niet wat spoediger doen besluiten
naar de conferentietafel te komen?
„We doen niet anders dan wachten en
zijn bereid alle aspecten, inclusief de
territoriale, ter tafel te brengen".
- Maar een oplossing op federatieve
basis is wel een gebiedende eis?
„Dit is het enige dat we nog niet gepro
beerd hebben. Al het andere heeft niet
aan zijn doel beantwoord".
- Is de Turks-Cyprische vrees voor eno
sis niet wal overdreven? Zelfs de
meeste Grieken geloven er niet meer
in?
„Toen in 1959 een compromis over de
onafhankelijkheid uit de bus kwam,
heette het officieel dat enosis van de
baan was. Een jaar later waren we ge
tuigen van de geboorte van de Cypri
sche onafhanklijkheid. Maar nog geen
drie jaar nadien werden we aangevallen
door het geheime Grieks-Cyprische le
ger, in de naam van de enosis op de been
gebracht door de president (Makarios)
van Cyprus. De enosis-campagne is
voortgezet tot de Turkse vredesoperatie
'74. Wie weet komt het enosis-
streven weer tot leven, zodra de Turkse
vredestroepen het eiland verlaten heb
ben.
De Turks-Cyprische gemeenschap ver
langt van de Grieks-Cyprische leiders
een duidelijke verklaring over het defi
nitieve afdanken van de enosis-
gedachte. Tussen 1968 en 1974 heb ik
zelf herhaaldelijk een beroep gedaan op
Makarios, zo'n verklaring uit te geven-
Het resultaat was averechts. Enosis
bleef zijn ultimatieve eis. Laten we aan
nemen dat het idee van de aansluiting
aan Griekenland werkelijk van de baan
is, wat weerhoudt de Grieken er dan
van, akkoord te gaan met de nationale
garanties tegen enosis, zoals die van
daag de dag bestaan? Of: waarom laat
Makarios het Griekse volkslied als na
tionale hymne van Cyprus voor zich af
spelen? Wat moeten ai deze tegenstrij
digheden?".
- Stelt de politiek van de VS inzake Cy
prus u teleur?
„Het ls uitermate deprimerend, dat het
Amerikaanse congres door de beknot
ting van de militaire hulp aan Turkije
gepoogd heeft druk uit te oefenen op
Ankara. Dit embargo levert geen enkele
bijdrage aan de oplossing van het con
flict. Integendeel, het leverantieverbod
heeft Makarios nog onverzoenlijker ge
maakt".
- En hoe ziet u de Britse rol
„Groot-Brittanië heeft consequent ge
faald In zijn verplichtingen jegens Cy
prus. Bovendien hebben we niets aan de
Britten. Die zitten praktisch als gijze
laars in het Griekse zuiden opgesloten.
Het onwaarachtig gedrag van de Engel
sen is een gecompliceerde factor in het
conflict".
- De Nederlandse minister van buiten
landse zaken Van der Stoel wil. ook
als het om Cypnts gaat, wel 'postbo
de' zijn tussen Ankara en Athene.
Kunt u zo'n bemiddelingsaanbod
waarderen?
„Alle vrienden van Cyprus doen er goed
aan een afkoelingsperiode in acht te
nemen, opdat Makarios eindelijk zal
gaan inzien dat de wereld niet genegen
is hem met de enosis-kroon l.e tooien.
Momenteel zijn er geen moeilijkheden
op Cyprus. Ook in de toekomst zal het
rustig blijven, want de Grieken zijn niet
in staat om ons aan te vallen. De wereld
moet de Grieken ervan doordringen, dat
zij het probleem Cyprus alleen in relatie
met. ons. de Turks-Cyprioten, moeten
oplossen. Dat heeft Cyprus vandaag
nodig. Zolang 'postbodes' intervenië
ren, zal Makarios geen serieuze onder
handelingen met ons beginnen.
Het
et valt moeilijk uit te maken wk
het van de week het moeilijkst had.
koningin Juliana of de in dit gewest
aanwezige functionarissen, die et
zorg voor moesten dragen dat de
vorstin een rustige doch tevens spon
tane ontvangst werd bereid, dat
tijdig enig schilderwerk aan in het
oog springende wanden werd ver
richt. dat ramen van openbare ge
bouwen er mooi gezeemd uitzagen en
dat straten en pleinen gekuist waren.
De koningin had een programma aj
te werken dat waarlijk niet gering
was. Alleen al in het stadhuis te Vlis-
singen werd ze een kleine drie kwar
tier op de hoogte gesteld van de pro
blemen rond de vissershaven, hel
onderwijs, de rehabilitatie en de re
novatie alsmede die met betrekking
tot het Oranjekwartier. Er zijn
mensen met een degelijke opleiding,
die maanden nodig hebben om enig
zicht te krijgen op slechts één van die
problemen.
De ambtelijke instanties, die ervoor
moesten zorgen dat Hare Majesteit
alle inlichtingen in een prettige sfeer
konden bereiken, werden daarbij
zoals bij dit soort bezoeken gebruike
lijk is - gesteld voor vraagstukken
als: in welke volgorde moeten dc
leden van gedeputeerde staten aan
de vorstin worden voorgesteld en hoe
stellen we de gemeenteraad van Vlis-
singen op als zij het stadhuis
betreedt.
..zoveel zinnen
Dat
'at dat het uiterste van
zenuwen der verantwoordelijken
vergt, laat zich verstaan. Hel is dan
ook vergeeflijk dat een ambtenaar,
toen de koningin op weg was naar de
Burgerzaal in het Vlissingse stad
huis, benauwd riep: 'Het nadert
Het samenzijn van vorstin en ge
meenteraad werd een licht enerve
rend gebeuren. Onder meer doordat
één van de raadsleden de koningin
op een gegeven moment vroeg of ze
het telegram had ontvangen, waarin
het actiecomité Oranjekwartier haai
vroeg of ze zich over de plannen mei
dit bedreigde stadsdeel wilde laten
inlichten. Dat had ze niet en ze stapte
naar haar particulier secretaris, mr.
J. van der Hoeven om opheldering te
vragen. „Nee, de secretaris heeft dal
telegram", zei de heer Van der Hoe
ven. „Ik dacht dat u de secretari
was", antwoordde de koningin wal,
koeltjes.
Even later trof ze gemeentesecretaris
J. W. Peters en ze voegde hem toe:
„Wat hoor ik, u hebt een telegram
voor mij onderschept? En ik zie datu
het ook hebt geopend". Waarop de
heer Peers uitlegde dat het telegram
bij een pakket andere stukken over
Vlissingse aangelegenheden zou
worden gevoegd en naar Soestdijk
zou worden gezonden.
En dan was er een raadslid dat de
aandacht van de vorstin vroeg voor
het oude stadhuis, waannee het
maar kwalijk gesteld is. Hij opperde
de gedachte, dat het monumentale
pand misschien een aardige be
stemming zou kunnen krijgen als
looning voor een prins. Een
denkbeeld waarin de koningin zich
niet leek te kunnen vinden.
Bu
urgemeester drs. Th. J. Wester
hout van Vlissingen kwam met de
meest verrassende mededeling, tij
dens het tweedaagse bezoek van de
koningin. Hij overhandigde haar een
Makkummer bord en liet daarbij
weten dat dit geschenk wordt
gegeven aan mensen die zich voor de
stad verdienstelijk hebben gemaakt,
liet ivordt gewoonlijk uitgereikt als
iemand met pensioen gaat, verduide
lijkte hij nog.
Tenvijl de koningin er kort geleden
met zoveel nadruk op gewezen heeft
dat ze er niet aan denkt om af te tre
den.
A. J. Snel
(Van onze correspondent)
BRUSSEL - 'Groene munten' zijn een manier om de Europese
huisvrouwen en boeren te beschermen tegen de gevolgen van in
grijpende veranderingen in de wisselkoersen.
Deze uitspraak is afkomstig van ir. Pierre Lardinois. de landbouw
commissaris van de Europese Gemeenschap. Op het eerste gezicht
gaat het hier andermaal om het soort Europese abacadabra,
waarmee het Verenigd Europa op zo groot mogelijke afstand van \\raarde
de Europeanen wordt gehouden.
dere landen van de Europese Gemeen
schap.
Het 'groene pond' is niet meer dan een
rekeneenheid die in de EEG wordt toe
gepast bij de berekening van de 'mone
tair compenserende bedragen' (MCB's
in Brussels jargon), een mechanisme
waarmee de gemeenschappelijke land
bouwmarkt in stand wordt gehouden.
Maar dat is een misvatting. Achter de
Brusselse geheimtaal gaat een politiek
en economisch probleem schuil, dat de
kern raakt van de Europese samen
werking: de onderlinge solidariteit
tussen de negen EEG-landen.
Het systeem van 'groene munten' is een
van de heipalen waarop het gemeen
schappelijk landbouwbeleid van de
Europese Gemeenschap is gegrond
vest. Een van die groene munten, het
Britse 'groene pond' is nu te veel waard
sinds het echte pond-sterling sinds en
kele maanden opnieuw sterk in waarde
is gedaald en op dc internationale
geldmarkten bij wijze van spreken nog
maar een ons 'oude sterling' waard is.
Of en in welke mate het Britse groene
pond nu mee naar beneden moet, ls de
hoogst belangrijkste vraag waarover de
ministers van landbouw, alsmede hun
collega's van financiën uit de Negen
maandag en dinsdag in Luxemburg een
antwoord moeten geven. Een antwoord,
dat van direct belang is voor de Britse
huisvrouwen, die hun levensmiddelen
nu te goedkoop kunnen inkopen in ver
gelijking met de huisvrouwen in de an
De MCB's worden gebruikt om de land
bouwprijzen in alle negen EEG-landen
geüjk te houden, ondanks de schomme
lingen in de wisselkoersen van de natio
nale munten van de Negen. Voor EEG-
landen met munten die sterk 'zweven',
zoals Groot-Brittannië en Italië, zijn dus
'groene ponden' en 'groene lires' vast
gesteld. die op hun beurt dienen ter
vaststelling van de MCB's, de waarde
van de groene munten wordt bepaald
door de ministerraad van de Europese
Negen.
Het stelsel van de monetair compense
rende bedragen werd enkele jaren gele
den ingesteld als een overgangsmaatre
gel die op korte termijn zou worden op
geheven. Maar het bestaat nog steeds en
kost meer geld dan ooit aan het Euro
pese landbouwfonds, de 'kas' van Lar
dinois. waaruit de toch al hoge kosten
van de Europese gemeenschappelijke
landbouw betaald moeten worden.
In het geval van EEG-landen wier na
tionale munten minder waard worden,
zoals Groot-Brittanniè of Italië, heb
ben de MCB's het effect van belasting
op de export naar en subsidie op de im
port van landbouwprodukten uit an
dere EEG-staten. Door de spectaculaire
val van het Britse pond-sterling zijn de
MCB's, die voor Groot-Brittanni'van
toepassing zijn, nu opgelopen tot maar
liefst 35 procent van de Europese land
bouwprijzen.
Groot-Brittannië voert aanmerkelijk
meer landbouwprodukten in dan het
exporteert naar de partners in de Euro
pese Gemeenschap. En dit leidt ertoe
dat de MCB's in het Britse geval het ef
fect krijgen van subsidie op de prijzen
van levensmiddelen. Een subsidie die
volgens ir. Lardinois thans ruim 6 mil
joen gulden per dag bedraagt.
Of. zoals de minister van landbouw uit
een van Engelands EEG-partners het
onlangs zei: „De Engelsen eten voor de
halve prijs en wij betalen dat via onze
bijdrage aan het Europese landbouw
fonds".
Landbouwcommissaris Lardinois wil
nu een bescheiden devaluatie (4,5 pro
cent) van het Britse 'groene pond' als
eerste stap naar aanpassing aan de voor
Engeland onaangename realiteit dat de
Britse munt minder waardis geworden.
Begin oktober verzette de Britse minis
ter van landbouw Silkin zich daar ech
ter hardnekkig tegen: een waardever
mindering van het 'groene pond' leidt
tot hogere voedselprijzen in Engeland,
iets wat de regering in Londen, met zo
veel economische problemen aan het
hoofd, niet gebruiken kan.
Subsidie
De subsidie van Britse levensmiddelen
door middel van de MCB's kan ook be
schouwd worden als een overdracht van
geld door de rijkste EEG-landen naar
partners die het minder breed hebben.
Zoals gezegd, gaat het daarbij nu om
enorme bedragen. Experts van de Eu
ropese Commissie, het 'dagelijks be
stuur' van de Europese Gemeenschap,
hebben berekend dat het alleen al in het
geval van Groot-Brittannië om circa 3,6
miljard gulden op jaarbasis gaat als het
'groene pond' niet wordt gedevalueerd.
Een landbouw-technische maatregel
heeft dus tot een politiek vraagstuk ge
leid dat de kern van de Europese sa
menwerking raakt: dat van de onder
linge solidariteit. Maar het is een vraag
stuk met een keerzijde: hogere voedsel
prijzen in Groot-Brittannië - een markt
van zo'n 50 miljoen verbruikers - zou
vermindering van de consumptie en dus
ook van import van landbouwproduk
ten uit de andere EEG-landen tot gevolg
hebben. En met mathematische zeker
heid kan voorspeld worden dat de
melkpoeder-, boter- en rundvlees- en
andere bergen in de EEG dan weer zou
den toenemen - allemaal vertrouwde
uitschieters van het Europese land
bouwbeleid die eveneens en zelfs tame
lijk veel geld kosten.
Reden te over dus om de aandacht te
richten op de regering van de Duitse
Bondsrepubliek, die circa 30 procent
van de EEG-kosten, dus ook van het Eu
ropees landbouwfonds, voor haar reke-
ning neemt. Bonn betaalt honderden
miljoenen om het Engelse voedsel I
goedkoop te houden. En: de westduit
sers zijn ook de enigen in de EEG die
over voldoende financile reserves be- I
schikken om Londen althans tijdelijk
met leningen uit de financiële nood te
helpen.
Naar verluidt voelt bondskanselier
Schmidt er weinig voor er bij Londen
nadrukkelijk op aan te dringen de
waarde van het 'groene pond' aan te
passen aan de harde realiteit van de
internationale geldmarkt, waar zoals
bekend alleen de mark een daalder I
waard is. Tenslotte moet hulp aan de
Britten uit de lengte of uit de breedte
komen. Dus waarom niet via goedkoop
voedsel - hoe merkwaardig dit ook
klinkt.