'Groene munten' zijn heipalen in Europees landbouwbeleid Strijd op Cyprus is er een van lange adem PZC/opinle Pluimveehouderij stiefkind BEG Ben bord voor de vorstin ZATERDAG 23 OKTOBER 1976 /jeeland is een dunbevolkt kippenlancL Als je tenminste over dun- of dichtbevolkt mag spreken als je het over die kakelende twee-voeters hebt. Weliswaar is de eerste boerderij die je ten linkerzijde aantreft als je Zeeland binnenkomt vanuit de richting Bergen op Zoom, een pluimveehouder, maar da's puur toeval. Wellicht is dat een uitgeweken Brabander. Onze oos- terli jke provincieburren hebben enorm veel kippen op hun grondgebied. Dc kleine Brabantse bedrijven hebben een fors deel van hun opkomt na de oorlog naast de varkens aan vooal de pluimveehouderij te danken. In Zeeland hebben de boeren - voor een groot deel akkerbouwers pur sang - veel minder de mogelijkheden benut die de intensieve veehouderij bood. Vandaar datje bij ons de lage lange kippeschuren geflankeerd door een hoge slanke silo, slechts spaarzamelijk in het landschap aantreft. Vandaar ook dat de meeste Zeeuwen de afkorting N.O.P. vertalen met Noordoostpolder. De letters N.O.P. geven echter ook de initialen weer van de Nederlandse Organisatie van Pluimveehouders. Aanstaande week houdt de Zeeuwse afdeling van de N.O.P. haar jaarvergadering. Omdat die vergadering wel licht de aandacht van onder andere de pers zal vragen en omdat de pluim veehouderij momenteel met nogal wat perikelen zit, lijkt het ons goed de schijnwerperes op de kippen te laten schijnen. De 'e laatste jaren is de pluimveehouder in Nederland een veel geplaagd mens. Niet alleen dat milieu-mensen met hun fijngevoelig reukorgaan in de richting van de kippen snuffelen, ook modieuze welzijnsbepleiters hebben hun volle aandacht naar de Dluimveehouders gericht onder het afkeurende motto 'weg met de bio-industrie'. Daarbij komt nog een flink stuk leed. ver oorzaakt door moeilijkheden rond het krijgen van een hinderwetvergunning. De gemeenten die zulk een vergunning moeten verlenen, zijn niet zelden uiterst terughoudend op dit terrein. Over gemeenten gesproken: de bouw van schuren en silo's geeft ook vaak moeilijkheden. Het komt ons voor dat de leden van de schoonheidskommissie (soms ook welstand-kommissies ge noemd). een vrij merkwaardige kijk op agrarische bedrijfsgebouwen hebben. Voor nieuwe ontwikkelingen zijn ze in ieder geval meestal nogal bunzig. En bij het zien van de silo's gaan er vaak rillingen over hun lijf. Ten onrechte vinden wij. Nieuwe ontwikkelingen in een bedrijfstak vragen ook aanpassing van de traditionele gebouwen. Een hoge silo mag dan een nieuw verschijnsel zijn, daarmee is ie nog niet tot een lelijk ding bestempeld. Gewoon een kwestie van Naast deze moeilijkheden van buitenaf heeft de pluimveehouder te maken met interne problemen. De prijzen van de eieren en (pluimvee)vlees zijn de laatste jaren bepaald nietzo datje daar lyrische strofen over kunt aanheffen, je krijgt eerder de neiging om daarover sombere ballades te dichten. Daar naast bestaat er momenteel grote zorg over de nationale concurrentieDOsitie. De Nederlandse pluimveehouderij is groot geworden door de export. Dat kon slechts omdat wil het beter deden dan onze buurlanden; omdat we sneller insprongen op de consumptie-behoefte, Vooral bij onze oosterburen hebben de Nederlandse pluimveehouderij-produkten een geweldige vlucht gemaakt. Tengevolge van de structurele moeilijkheden waarmee onze pluimveehoude rij zit (deels hier omschreven) dreigt het gevaar dat wij onze voorsprong verlie zen en onze goede concurrentiepositie in gevaar komt. Nog met aangeduide faktoren van belang zijn daarbij èn de noodzakelijke bundeling van het aanbod (de slachterijen) èn de realisering van een bepaalde produküe- omvang. Een overcapaciteit van de Nederlandse slachterijen is voor een ieder in de produktie- en afzetketen op den duur van zeer groot nadeel. Lest best, zouden we zeggen, moeten we tenslotte frielding maken van het hoogst irritante beleid dat Brussel erop nahoudt, ten aanzien van de pluim veehouderij. Of eigenlijk moeten we spreken van een nietrbeleid. Nu bedoelen we daarbij nietdatwe een E.E.G.-marktr en prijsbeleid voor de pluimveehou derij willen vanuit Brussel. We beseffen best dat zulks voor niet- grondgebonden produkten uiterst moeilijk is. Sterker nog, we hebben als exporterend land grootbelang bij een vrije markt. We verwachten echter van een tol-unie, zoals de E.E.G. is. wel dat er ook effektieve tolmuren bestaan ter bescherming van de buitengrens. We kunnen echter slechts constateren dat er nogal eens gaten in die muur vallen ten nadele van onze pluimveehouders. Het zwaarte-punt van onze kritiek gaat wat de pluimveehouderij betreft echter naar het Europese struktuurbeleid. Brussel heeft wat dat betreft blijk baar maar één bedoeling: wat er ook aan maatregelen gebakken wordt, de pluimveehouderij mag er niet aan mee doen. Dat is al jaren zo. Toen het rente-subsidiebeleid totstandkwam, enige jaren geleden, werd de intensieve veehouderij direkt uitgesloten door Brussel. En zo is net in feite gebleven. Wie er ook naar het bal mochten - de pluimveehouderij was en bleef Assepoester - een ondergewaardeerd stiefkindje dat in zak en as moest blijven zitten. Een heel extreem voorbeeld van het niet aan de bak mogen komen, beleven we deze dagen. Een regeling voor verplaatsing van bedrijfsgebouwen buiten ruilverkaveling heeft net fiat van Brussel gekregen. Behalve voor pluim veehouderij-bedril ven. die vallen niet onder de regeling- uitgesloten als ze zijn voor het hele Brusselse struktuurbeleid. We ervaren zulks enerzijds als lachwekkend konsekwent (Prinzipen-reiterei noemen de Duitsers dat) maar anderszijds als verbazend onrechtvaardig. De 'e cautie-regeling - die al enige malen eerder ter sprake gekomen in deze rubriek - mag tenslotte niet ontbreken in een opsomming van het Brusselse Assepoester-beleid'voor de pluimveehouderij. Het teveel aan melkpoeder in de E.E.G. wordt op last van de Brusselse heren door het veevoeder (voor kippen en varkens) verwerkt. Aldus mag de pluimveehouder meehelpen beta len aan moeilijkheden in een andere sektor. Bovendien doet Brussel momen teel verbazend geheimzinnig over het bedrag dat door deze manipulatie al verdiend is, terwijl de afspraken luidden dat die regeling zou stoppen op 31 oktober as. als het benodigde geld binnen zou zijn. AI met al reden tot grote frustatie in de vitale sektor die de pluim veehouderij in de Nederlandse landbouw is. Nu Brussel blijft volharden in de rol van de slechte stiefmoeder is de komst van de goede prins voor deze Assepoester meer dan nodig. Zou minister Van der Stee die nationale hel denrol op zich willen nemen? Mr. Gerard W. Smallegange. De kwestie-Cyprus is verder dan ooit van een oplos sing verwijderd. De direct bij het conflict betrokken partijen - Griekse en Turkse Cyprioten - zijn allang niet meer aan de conferentietafel verschenen. Hun standpunten staan diametraal tegenover elkaar. Bo vendien worden volgend jaar in Griekenland en Tur kije parlementaire verkiezingen gehouden, hetgeen de kans op baanbrekende vredesinitiatieven uit deze hoek zeker tot de lente van 1977 uiterst gering doet zijn. Zoals de zaken er nu bij staan, lijkt de kloof onover brugbaar. De Grieks-Cyprioten weigeren pertinent genoegen te nemen met de bestaande situatie, die sterk in hun nadeel ls. Politiek beraad met de Turkse •tegenpartij kan huns Inziens pas op gang komen, na dat de door de Turkse invasie van juli 1974 ontstane faits accomplis ongedaan zijn gemaakt. Dat wil zeg gen: de Turkse strijdkrachten dienen zich uit het be zette Noorden terug te trekken, en de circa 180.000 Grieks-Cyprische vluchtelingen moeten In staat wor den gesteld naai' hun dorpen en steden terug te keren. Wat de Grieken ook zwaar op de maag ligt, is de split sing \'an het eiland in twee staten op federale basis. Makarios verwerpt deze deling categorisch. De Turks-Cyprische minderheid wijst alle Griekse ei sen ronduit van de hand. Met verwijzing naar de ge beurtenissen van het jaar 1963, toen het fel oplaaiende Cyprus-conflict een exodus van 24.000 Turks- Cyprioten uit 107 dorpen naar veiliger plekken op net eiland tot gevolg had en een economische en sociale en achtergrond blokkade van de Turks-sprekende minderheid inluid de, heeft het huidige staatshoofd van de zgn. Turks- Cyprische Federatieve Republiek, Rauf Denktash, de Grieken te verstaan gegeven dat er voor zijn onderda nen nog maar één devies is: de weg naar voren. Waarom Denktash zich zo schrap zet. hoe zijn credo luidt., waar hij uiteindelijk naar toe wil. en wat hij in een eventuele bemiddelingspoging van de Nederlandse minister van buitenlandse zaken. mr. Max van der Stoel ziet. vertelt de Turks-Cyprische president in bij gaand interview met onze speciale verslaggever Frits Schils. die zojuist terugkeerde van een oriëntatiereis door Turkije en het fel omstreden eiland in de Middel landse Zee (Door Frits Schils) NICOSIA - „De Turks-Cyprische gemeenschap, die een vierde deel van de Cyprische bevolking omvat, heeft twaalf jaar lang op eigen krachten moeten leven. De staat, of beter de Grieks-Cyprische leiding, die alle macht in de bi-communale staat aan zich had getrokken, behandelde de Turken als vijanden en onthield hen alle politieke, economische en constitutionele rechten. Voor de Turkse Cyprioten bleef niets anders over dan zichzelf te verdedigen en weerstand te bieden tegen alle Grieks-Cyprische pogingen om door eliminering van de bestaande onafhankelijkheid Cyprus met Griekenland te verenigen". Aan bet woord is Rauf Denktash. sinds 13 februari 1975 president van de Turks-Cyprische Federatieve Repu bliek. in welk ambt hij de grote oppo nent is van de Grieks-Cyprische presi dent, aartsbisschop Makarios. Uit zijn betoog blijkt zonneklaar dat het staatshoofd van het bezette noorden, zijn regering en de 130.000 'onderdanen' nooit meer terug willen naar dc situa tie van voor de Turkse militaire inter ventie. - Bent u van plan een onafhankelijke, zelfstandige. Turks-Cyprische repu bliek uit te roepen, als de huidige poli tieke impasse blijft voortbestaan? „Wij zjjn binnen de republiek Cyprus twaalf jaar lang als buitenstaanders be handeld. En nog steeds worden wij door de Grieks-Cyprische machthebbers op deze manier bejegend. Het is toch bela chelijk. dat alle na 1963 geboren Turks-Cyprische kinderen voor het be stuur van Makarios eenvoudig niet be staan. Zij zijn niet centraal geregi streerd Wij kunnen niet statenloos door het leven blijven gaan. Wij moeten ofwel de bi-communale onafhankelijkheid herstellen, en dat uiteraard in samen hang met de hedendaagse realiteiten, of volledig de zorg voor onszelf openemen en andere landen voor erkenning van ons als een afzonderlijke staat benade- Zelfs onder die omstandigheden zullen wij blijven streven naar herstel van de bi-communale structuur, gebaseerd op onafhankelijkheid en niet- gebondenheid. Maar wij hopen dat de Grieks-Cyprioten voldoende werkelijk heidszin zullen tonen en de droom van zich afeetten dat zij door uitbanning van een bi-communale Cyprische staat een Grieks Cyprus kunnen oprichten als voorloper op de vereniging met Grie kenland. Wij zullen moeten wachten op het resul taat uit de Verenigde Naties en van de Amerikaanse presidentsverkiezingen, want het is duidelijk dat de Grieken uit deze gebeurtenissen winst trachten te behalen. Zij willen de wereld ervan over tuigen dat zij de verdedigers zijn van een onafhankelijk Cyprus, dat door Turkije bezet is. In werkelijkheid had Turkije in zijn hoedanigheid van garantiemo- gendheid de plicht te hulp te snellen en de onafhankelijke republiek Cyprus voor een totale bezetting door Grieken land te behoeden". - Zou u in het buitenland worden er kend? „Ik heb er het volste vertrouwen in dat, indien we genoodzaakt zouden zijn op korte termijn de totale onafhankelijk heid te proclameren, we voldoende steun zouden krijgen om als volwaardig lid van de Verenigde Naties toegelaten te worden". - Men zou bijna de indruk krijgen, dat u het aftreden van Makarios beschouwt als een noodzakelijke voorwaarde om tot enigszins kansrijke onderhan delingen met de Grieks-Cyprioten te komen... .Niet wij bepalen wie aan het hoofd van de Grieks-Cyprische gemeenschap dient te staan. Alles wat we kunnen doen, is de aandacht erop vestigen dat aartsbisschop Makarios zijn volgelin gen misleid heeft. Hij is verantwoorde lijk voor de rivier van bloed en haat tus sen de twee volksgemeenschappen, door 'enosis' te blijven prediken en de EOKA (Grieks-Cyprische guerrilla) zijn gang te laten gaan. van 1950 tot 1974 toe. Steeds weer blijft hij verdeeldheid zaaien door zijn pogingen het bi- communale land te vergrieksen. Het fraaist is wel dat hij overtuigd is van de juistheid van zijn rampspoed en ver woestingen die op Cyprus zijn aange richt. - Uw streven is gericht op de vorming van een in twee delen gescheiden staat met daarboven een centrale re gering. Hoe en door wie moet zo'n re gering worden geformeerd, welke be voegdheden zouden zij moeten heb ben en wie dient garant te staan voor zo'n bestuur? „De centrale regering moet op basis van gelijkheid door de twee gemeenschap pen worden samengesteld. Federalisme betekent gelijkheid van de partijen die zo'n verbond aangaan. Een met grote bevoegdheden beklede centrale rege ling zoals de Grieken die willen, is voor ons onaanvaardbaar, omdat de tegen partij gedurende twaalf jaar alle macht en functies in de hechte bi-communale centrale regering ten eigen voordele heeft gebruikt en misbruikt. Wij passen ervoor, nog langer misbruikt en verne derd te worden. Wij willen niét langer statenlozen zijn in ons eigen land. De bevoegdheden van de overkoepelende regering zouden beperkt moeten blijven tot buitenlandse kwesties, financiële zaken en defensieaangelegenheden". - Makarios heeft gezegd niet bereid te zijn te onderhandelen tegen de ach tergrond van voldongen feiten bezet tingdeling en vluchtelingenvraag- Denktash: president van de Turks-Cypriotische Federatieve Republiek. st.uk). Athene steunt hem in deze hou ding „Wij verlangen van de Grieken geen on derhandelingen over voldongen feiten, maar over realiteiten. Kort samengevat komen die hierop neen de Grieks- orthodoxe kerk heeft- altijd geprobeerd het eiland Cyprus bij Griekenland In te lijven. Van hun kant hebben de Turks- Cyprioten geweigerd zich door Grieken land te laten kolonialiseren. Het Turkse verzet had in 1960 de onafhankelijkheid tot gevolg. Vanaf 1963 hebben de Grieks-Cypriotische leiders getracht die onafhankelijkheid om hals te bren gen. Wij konden daar natuurlijk geen genoegen mee nemen, zijn met kracht voor onze rechten en status opgekomen,' en dit leidde tot het ontstaan van twee afzonderlijke regio's. Vorig jaar zijn de twee partijen in Wenen een bevolkings uitwisseling overeengekomen (Turken konden uit het door de Grieken beheer ste zuiden naar Noord-Cyprus gaan, en omgekeerd Grieken uit het door de Turken bezette noorden zuidwaarts trekken). - Acht u de kans op een compromis aanwezig? Zouden enkele territoriale concessies van Turkse zijde de Grie-. ken niet wat spoediger doen besluiten naar de conferentietafel te komen? „We doen niet anders dan wachten en zijn bereid alle aspecten, inclusief de territoriale, ter tafel te brengen". - Maar een oplossing op federatieve basis is wel een gebiedende eis? „Dit is het enige dat we nog niet gepro beerd hebben. Al het andere heeft niet aan zijn doel beantwoord". - Is de Turks-Cyprische vrees voor eno sis niet wal overdreven? Zelfs de meeste Grieken geloven er niet meer in? „Toen in 1959 een compromis over de onafhankelijkheid uit de bus kwam, heette het officieel dat enosis van de baan was. Een jaar later waren we ge tuigen van de geboorte van de Cypri sche onafhanklijkheid. Maar nog geen drie jaar nadien werden we aangevallen door het geheime Grieks-Cyprische le ger, in de naam van de enosis op de been gebracht door de president (Makarios) van Cyprus. De enosis-campagne is voortgezet tot de Turkse vredesoperatie '74. Wie weet komt het enosis- streven weer tot leven, zodra de Turkse vredestroepen het eiland verlaten heb ben. De Turks-Cyprische gemeenschap ver langt van de Grieks-Cyprische leiders een duidelijke verklaring over het defi nitieve afdanken van de enosis- gedachte. Tussen 1968 en 1974 heb ik zelf herhaaldelijk een beroep gedaan op Makarios, zo'n verklaring uit te geven- Het resultaat was averechts. Enosis bleef zijn ultimatieve eis. Laten we aan nemen dat het idee van de aansluiting aan Griekenland werkelijk van de baan is, wat weerhoudt de Grieken er dan van, akkoord te gaan met de nationale garanties tegen enosis, zoals die van daag de dag bestaan? Of: waarom laat Makarios het Griekse volkslied als na tionale hymne van Cyprus voor zich af spelen? Wat moeten ai deze tegenstrij digheden?". - Stelt de politiek van de VS inzake Cy prus u teleur? „Het ls uitermate deprimerend, dat het Amerikaanse congres door de beknot ting van de militaire hulp aan Turkije gepoogd heeft druk uit te oefenen op Ankara. Dit embargo levert geen enkele bijdrage aan de oplossing van het con flict. Integendeel, het leverantieverbod heeft Makarios nog onverzoenlijker ge maakt". - En hoe ziet u de Britse rol „Groot-Brittanië heeft consequent ge faald In zijn verplichtingen jegens Cy prus. Bovendien hebben we niets aan de Britten. Die zitten praktisch als gijze laars in het Griekse zuiden opgesloten. Het onwaarachtig gedrag van de Engel sen is een gecompliceerde factor in het conflict". - De Nederlandse minister van buiten landse zaken Van der Stoel wil. ook als het om Cypnts gaat, wel 'postbo de' zijn tussen Ankara en Athene. Kunt u zo'n bemiddelingsaanbod waarderen? „Alle vrienden van Cyprus doen er goed aan een afkoelingsperiode in acht te nemen, opdat Makarios eindelijk zal gaan inzien dat de wereld niet genegen is hem met de enosis-kroon l.e tooien. Momenteel zijn er geen moeilijkheden op Cyprus. Ook in de toekomst zal het rustig blijven, want de Grieken zijn niet in staat om ons aan te vallen. De wereld moet de Grieken ervan doordringen, dat zij het probleem Cyprus alleen in relatie met. ons. de Turks-Cyprioten, moeten oplossen. Dat heeft Cyprus vandaag nodig. Zolang 'postbodes' intervenië ren, zal Makarios geen serieuze onder handelingen met ons beginnen. Het et valt moeilijk uit te maken wk het van de week het moeilijkst had. koningin Juliana of de in dit gewest aanwezige functionarissen, die et zorg voor moesten dragen dat de vorstin een rustige doch tevens spon tane ontvangst werd bereid, dat tijdig enig schilderwerk aan in het oog springende wanden werd ver richt. dat ramen van openbare ge bouwen er mooi gezeemd uitzagen en dat straten en pleinen gekuist waren. De koningin had een programma aj te werken dat waarlijk niet gering was. Alleen al in het stadhuis te Vlis- singen werd ze een kleine drie kwar tier op de hoogte gesteld van de pro blemen rond de vissershaven, hel onderwijs, de rehabilitatie en de re novatie alsmede die met betrekking tot het Oranjekwartier. Er zijn mensen met een degelijke opleiding, die maanden nodig hebben om enig zicht te krijgen op slechts één van die problemen. De ambtelijke instanties, die ervoor moesten zorgen dat Hare Majesteit alle inlichtingen in een prettige sfeer konden bereiken, werden daarbij zoals bij dit soort bezoeken gebruike lijk is - gesteld voor vraagstukken als: in welke volgorde moeten dc leden van gedeputeerde staten aan de vorstin worden voorgesteld en hoe stellen we de gemeenteraad van Vlis- singen op als zij het stadhuis betreedt. ..zoveel zinnen Dat 'at dat het uiterste van zenuwen der verantwoordelijken vergt, laat zich verstaan. Hel is dan ook vergeeflijk dat een ambtenaar, toen de koningin op weg was naar de Burgerzaal in het Vlissingse stad huis, benauwd riep: 'Het nadert Het samenzijn van vorstin en ge meenteraad werd een licht enerve rend gebeuren. Onder meer doordat één van de raadsleden de koningin op een gegeven moment vroeg of ze het telegram had ontvangen, waarin het actiecomité Oranjekwartier haai vroeg of ze zich over de plannen mei dit bedreigde stadsdeel wilde laten inlichten. Dat had ze niet en ze stapte naar haar particulier secretaris, mr. J. van der Hoeven om opheldering te vragen. „Nee, de secretaris heeft dal telegram", zei de heer Van der Hoe ven. „Ik dacht dat u de secretari was", antwoordde de koningin wal, koeltjes. Even later trof ze gemeentesecretaris J. W. Peters en ze voegde hem toe: „Wat hoor ik, u hebt een telegram voor mij onderschept? En ik zie datu het ook hebt geopend". Waarop de heer Peers uitlegde dat het telegram bij een pakket andere stukken over Vlissingse aangelegenheden zou worden gevoegd en naar Soestdijk zou worden gezonden. En dan was er een raadslid dat de aandacht van de vorstin vroeg voor het oude stadhuis, waannee het maar kwalijk gesteld is. Hij opperde de gedachte, dat het monumentale pand misschien een aardige be stemming zou kunnen krijgen als looning voor een prins. Een denkbeeld waarin de koningin zich niet leek te kunnen vinden. Bu urgemeester drs. Th. J. Wester hout van Vlissingen kwam met de meest verrassende mededeling, tij dens het tweedaagse bezoek van de koningin. Hij overhandigde haar een Makkummer bord en liet daarbij weten dat dit geschenk wordt gegeven aan mensen die zich voor de stad verdienstelijk hebben gemaakt, liet ivordt gewoonlijk uitgereikt als iemand met pensioen gaat, verduide lijkte hij nog. Tenvijl de koningin er kort geleden met zoveel nadruk op gewezen heeft dat ze er niet aan denkt om af te tre den. A. J. Snel (Van onze correspondent) BRUSSEL - 'Groene munten' zijn een manier om de Europese huisvrouwen en boeren te beschermen tegen de gevolgen van in grijpende veranderingen in de wisselkoersen. Deze uitspraak is afkomstig van ir. Pierre Lardinois. de landbouw commissaris van de Europese Gemeenschap. Op het eerste gezicht gaat het hier andermaal om het soort Europese abacadabra, waarmee het Verenigd Europa op zo groot mogelijke afstand van \\raarde de Europeanen wordt gehouden. dere landen van de Europese Gemeen schap. Het 'groene pond' is niet meer dan een rekeneenheid die in de EEG wordt toe gepast bij de berekening van de 'mone tair compenserende bedragen' (MCB's in Brussels jargon), een mechanisme waarmee de gemeenschappelijke land bouwmarkt in stand wordt gehouden. Maar dat is een misvatting. Achter de Brusselse geheimtaal gaat een politiek en economisch probleem schuil, dat de kern raakt van de Europese samen werking: de onderlinge solidariteit tussen de negen EEG-landen. Het systeem van 'groene munten' is een van de heipalen waarop het gemeen schappelijk landbouwbeleid van de Europese Gemeenschap is gegrond vest. Een van die groene munten, het Britse 'groene pond' is nu te veel waard sinds het echte pond-sterling sinds en kele maanden opnieuw sterk in waarde is gedaald en op dc internationale geldmarkten bij wijze van spreken nog maar een ons 'oude sterling' waard is. Of en in welke mate het Britse groene pond nu mee naar beneden moet, ls de hoogst belangrijkste vraag waarover de ministers van landbouw, alsmede hun collega's van financiën uit de Negen maandag en dinsdag in Luxemburg een antwoord moeten geven. Een antwoord, dat van direct belang is voor de Britse huisvrouwen, die hun levensmiddelen nu te goedkoop kunnen inkopen in ver gelijking met de huisvrouwen in de an De MCB's worden gebruikt om de land bouwprijzen in alle negen EEG-landen geüjk te houden, ondanks de schomme lingen in de wisselkoersen van de natio nale munten van de Negen. Voor EEG- landen met munten die sterk 'zweven', zoals Groot-Brittannië en Italië, zijn dus 'groene ponden' en 'groene lires' vast gesteld. die op hun beurt dienen ter vaststelling van de MCB's, de waarde van de groene munten wordt bepaald door de ministerraad van de Europese Negen. Het stelsel van de monetair compense rende bedragen werd enkele jaren gele den ingesteld als een overgangsmaatre gel die op korte termijn zou worden op geheven. Maar het bestaat nog steeds en kost meer geld dan ooit aan het Euro pese landbouwfonds, de 'kas' van Lar dinois. waaruit de toch al hoge kosten van de Europese gemeenschappelijke landbouw betaald moeten worden. In het geval van EEG-landen wier na tionale munten minder waard worden, zoals Groot-Brittanniè of Italië, heb ben de MCB's het effect van belasting op de export naar en subsidie op de im port van landbouwprodukten uit an dere EEG-staten. Door de spectaculaire val van het Britse pond-sterling zijn de MCB's, die voor Groot-Brittanni'van toepassing zijn, nu opgelopen tot maar liefst 35 procent van de Europese land bouwprijzen. Groot-Brittannië voert aanmerkelijk meer landbouwprodukten in dan het exporteert naar de partners in de Euro pese Gemeenschap. En dit leidt ertoe dat de MCB's in het Britse geval het ef fect krijgen van subsidie op de prijzen van levensmiddelen. Een subsidie die volgens ir. Lardinois thans ruim 6 mil joen gulden per dag bedraagt. Of. zoals de minister van landbouw uit een van Engelands EEG-partners het onlangs zei: „De Engelsen eten voor de halve prijs en wij betalen dat via onze bijdrage aan het Europese landbouw fonds". Landbouwcommissaris Lardinois wil nu een bescheiden devaluatie (4,5 pro cent) van het Britse 'groene pond' als eerste stap naar aanpassing aan de voor Engeland onaangename realiteit dat de Britse munt minder waardis geworden. Begin oktober verzette de Britse minis ter van landbouw Silkin zich daar ech ter hardnekkig tegen: een waardever mindering van het 'groene pond' leidt tot hogere voedselprijzen in Engeland, iets wat de regering in Londen, met zo veel economische problemen aan het hoofd, niet gebruiken kan. Subsidie De subsidie van Britse levensmiddelen door middel van de MCB's kan ook be schouwd worden als een overdracht van geld door de rijkste EEG-landen naar partners die het minder breed hebben. Zoals gezegd, gaat het daarbij nu om enorme bedragen. Experts van de Eu ropese Commissie, het 'dagelijks be stuur' van de Europese Gemeenschap, hebben berekend dat het alleen al in het geval van Groot-Brittannië om circa 3,6 miljard gulden op jaarbasis gaat als het 'groene pond' niet wordt gedevalueerd. Een landbouw-technische maatregel heeft dus tot een politiek vraagstuk ge leid dat de kern van de Europese sa menwerking raakt: dat van de onder linge solidariteit. Maar het is een vraag stuk met een keerzijde: hogere voedsel prijzen in Groot-Brittannië - een markt van zo'n 50 miljoen verbruikers - zou vermindering van de consumptie en dus ook van import van landbouwproduk ten uit de andere EEG-landen tot gevolg hebben. En met mathematische zeker heid kan voorspeld worden dat de melkpoeder-, boter- en rundvlees- en andere bergen in de EEG dan weer zou den toenemen - allemaal vertrouwde uitschieters van het Europese land bouwbeleid die eveneens en zelfs tame lijk veel geld kosten. Reden te over dus om de aandacht te richten op de regering van de Duitse Bondsrepubliek, die circa 30 procent van de EEG-kosten, dus ook van het Eu ropees landbouwfonds, voor haar reke- ning neemt. Bonn betaalt honderden miljoenen om het Engelse voedsel I goedkoop te houden. En: de westduit sers zijn ook de enigen in de EEG die over voldoende financile reserves be- I schikken om Londen althans tijdelijk met leningen uit de financiële nood te helpen. Naar verluidt voelt bondskanselier Schmidt er weinig voor er bij Londen nadrukkelijk op aan te dringen de waarde van het 'groene pond' aan te passen aan de harde realiteit van de internationale geldmarkt, waar zoals bekend alleen de mark een daalder I waard is. Tenslotte moet hulp aan de Britten uit de lengte of uit de breedte komen. Dus waarom niet via goedkoop voedsel - hoe merkwaardig dit ook klinkt.

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 1976 | | pagina 4