Transkei, bastaardkind van de apartheid Het schuldgevoelEEN GEESTIGE ROMAN VAN GUUS VLEUGEL PZC/ OP 26 OKTOBER ONAFHANKELIJK' IIIIIIIIIIIIIIIIIIIII ZATERDAG 23 OKTOBER 1976 Kaiser Matanzima zaterdagkrant Transkeise Xhosa-jeugd: zonder toekomst. (Door Relnler van de Loo) De antwoorden op de vragen in de hier volgende quiz staan onderaan de vra genlijst: 1. Wat is, met Libanon, het enige land ter wereld buiten dan binnen de eigen grenzen wonen? 2. Wat is het enige land ter wereld, dat maar 17 procent van zijn eigen nationale inkomen opbrengt en de rest van zijn buurland ontvangt? 3. Wat is bet enige land ter wereld dat een minister van defensie uit datzelfde buurland heeft? 4. Wat is het enige land ter wereld dat aan zee ligt en toch geen enkele haven heeft? 5. Wat is het enige land ter wereld, waarvan de onafhankelijkheid maar door één ander land - wéér dat buurland - wordt erkend? 6. Noem een land waar de meerderheid van de bevolking nog in ronde, lemen hutten met vloeren van gestolde koeïepoep woont; waar sommige platte landers een voetreis van een volle dag moeten maken om een pond zout of een zak suiker te kunnen kopen; waar er behalve rond het hoofddorp (van een hoofdstad is nauwelijks sprake) slechts blubbergeulen dienst doen als wegen; waar analfabeten door bereidwillige ambtenaren in stembureaus wordt gewezen achter welke naam ze een kruisje moeten zetten (uiteraard steevast achter dezelfde naam, die van de fungerende minister-president); waar diezelfde minister-president in feite de enige inwoner is die in de 'onafhankelijkheid' van zijn land gelooft? Antwoord op de vragen 1 tot en met 6: de Transkei, de Zuidafrikaanse bantoe stan (homeland, thuisland), die op 26 oktober onafhankelijk wordt, een onaf hankelijkheid, waarbij de hele wereld, op 'peetvader' en buurman Zuid-Afrika na, oostindisch doof de andere kant zal opkijken, omdat geen zinnig mens er ook maar aan denkt dit bastaard-kind van de apartheidspolitiek te erkennen. Waarom niet? Zie de bovenstaande vragen. Maar er zijn méér redenen. Erkenning De erkenning van de 'onafhankelijk heid' van de Transkei (een groen stuk heuvelland, zo groot als Denemarken, gelegen benoorden de Kei-rivier, be grensd door de Zuidafrikaanse pro vincie Natal in het noorden, de Kaap provincie en de bantoestan Ciskei in het zuiden, het onafhankelijke Leso tho in het westen en de Indische Oceaan in het oosten) zou in feite niets anders zijn dan de erkenning, de lega lisering en dus de goedkeuring van de kern. de grondslag en dus de juistheid van de hele apartheidspolitiek. Die kern. die grondslag is, hoe je het ook wendt of keert, dat mensen van verschillende huidskleur ook in aard en wezen totaal verschillend zijn en dus gescheiden van elkaar moeten wonen en werken Dat principe van de 'gescheiden ont wikkeling' heet. zoals bekend, in Zuid-Afrika 'apartheid' - helaas het enige woord uit het Nederlandse taal gebied dat naast 'CruijfT wereldwijde vermaardheid geniet. Die apartheid nu bestaat in wezen uit het opdelen van het Zuidafrikaanse grondgebied in een zwart-wiLgeel- en-bruine lappendeken. Volgens dit 'politieke patchwork' wonen witte mensen in witte streken, zwarte in zwarte en de bruine en gele (kleurlin gen en Aziaten) overal tussenin. Niet thuis De zwarte lapjes heten thuislanden. De naam doet ten onrechte veronder stellen dat de inwoners zich er ook thuis voelen. Ten onrechte, zeker in de Transkei. Echt thuis zijn daar hooguit de 1,7 mil joen leden van de grote Ngoeni-stam der Xhosa. die er nu (nog) wonen. El dors in de Zuidafrikaanse Republiek wonen de overige 2,3 miljoen leden van dit volk. met zijn merkwaardige 'click'-taal. beroemd geworden door de songs van Xhosa-zangeres Miriam Makeba, zijn pijprokende vrouwen, gehuld in okerrode dekens, en zijn tra ditionele afkeer van zijn buurstam- men - vooral de Zoeloe en de Sotho. Die 2.3 miljoen mensen zijn de i vooral jongere) mannen die hun karige brood buiten de Transkei verdienen in de blanke goud- en diamantmijnen aan de Witwatersrand (Johannesburg). Dat zijn de overbelaste en onderbe taalde bewoners van Soweto en de an dere "townships' ClokasieS') aan de zelfkant van de grote witte steden, die sedert juni dagelijks wereldnieuws zijn met hun felle explosies van verzet tegen het systeem. Dat zijn de goedkope loonslaven die, samengeperst in de broeierige getto's, ver van hun werk in de blanke steden en nóg verder van hun thuislanden, de economie van de blanke 'master' zo verbluffend goed op poten houden Statenloos. omdat de meesten van deze zogenaamde 'stadsbantoes' ech ter al generaties lang geen enkele bin ding meer hebben net hun 'thuis'-land. Ze zijn er niet geboren. Velen hebben er geen familie. Anderen - de pende laars - gaan er hooguit een of twee keer per jaar op verlof om hun vrouwen en kinderen op te zoeken die 'thuis' het te geringe inkomen wat bijspijkeren met schlemielige akkerbouw of kippefok- kerij. Vernederd De Soweto-mensen zijn bovendien de lokale stamtradities in de thuislan den allang ontgroeid. En als 'staatsburgers'-ver- van-huis ont breekt hen domweg geld en tijd om hun rechten te gaan halen op duizend kilometer van hun woon- en werk plaats. Daar in Soweto worden ze dus straks rechteloos, kunnen ze door de politie nu helemaal 'legaal' verne derd worden als die om hun pas vraagt die ze niet hebben en die ver vangen wordt door een lijdelijke ver blijfsvergunning, die ze nooit het Blubberpaden in Ngangalishwe, een township bij Umtata recht geeft op een eigen huis of een eigen stukje grond. Ze worden dus de 'Marokkanen. Span jaarden, Portugezen en Turken van Zuid-Afrika'. met dat enorme verschil, dat 'onze' gastarbeiders altijd nog een echt onafhankelijk en door de hele we reld erkend 'thuisland'hebben, terwijl de Transkeise emigranten gastarbei ders in eigen land worden. Want Zuid-Afrika is - althans volgens de hele wereld, behalve de Republiek zelf - wel degelijk hun eigen land. En juist dat wil de apartheidspolitiek nu ontkennen. En die ontkenning wil ze legaliseren met het 'onafhankelijk' maken van het thuisland Transkei, en in later stadium ook van de bantoe- stans KwaZulu (van de Zoeloe-stam), BophutaTswana (van het Tswana- volk), Gazankulu (de Sjangaan), Baso- tho Qwaqwa (de Sotho), de Ciskei (evenals de Transkei bewoond door Xhosa), Lebowa (de Pedi-stam). Ven- daland (de Venda) en het Swazi- thuisland. Slecht teken Als volgende week dinsdag in de Transkeise hoofdplaats Umtata, on der aanwezigheid van vele buiten landse gasten (die echter allen uit Zuid-Afrika komen), veertig ossen worden geslacht en op de Bunga (het parlementsgebouw) de oranje-wit blauwe Zuidafrikaanse driekleur wordt gestreken en het rood-wit- groen (met de stierekop) van de Transkei in top gaat, zit minister president en 'Paramount-chief (op perhoofd) Kaiser Matanzima met een aantal problemen opgeknapt, dat bij de geboorte van een jonge staat geen voorteken is voor voorspoedige ont wikkeling. Sterker, onder de huidige (en voor tientallen jaren onveranderlijke) om standigheden zal het 'kind' nooit op eigen benen kunnen staan. De onlangs bij parlementsverkiezin gen uit de volksvertegenwoordiging gewipte oppositieleider van de Demo cratische Partij'van de Transkei en Malanzima's grootste tegenstander in eigenland, dr. Knowledge Guzana, zei mij, toen ik hem vorig jaar in Umtata sprak: „We vervangen hier gewoon een blanke onderdrukker door een zwarte en blanke uitbuiting door zwarte uitr buiting. Een kleine, ontwikkelde min derheid (want ontwikkeld is hier nog vrijwel niemand) krijgt het hier straks voor het zeggen". Jaknikkers ..Het is nu al louter vriendjespolitiek van ja-knikkers rond Kaiser, die er niet voor terugdeinst analfabeten bij de stembureaus hun kruisje achter zijn naam te laten zetten; die parle mentariërs van de oppositie gevangen laat zetten (eind september gebeurde dat weer, met als gevolg dat de opposi tiekandidaten het in hun districten moesten laten afweten en Matanzima met een 'Oosteuropese' meerderheid van zo'n 95 procent der parlementsze tels achter zich kan gaan 'regeren', red en die voorts elke vorm van op positie genadeloos uitschakelt door stam- en dorpshoofden, die per tradi tie automatisch de helft van het par lement bezetten zonder gekozen te zijn. te wijzen op de mogelijkheid dat hij - Matanzima - hen dóódsimpel van hun rechten in dorp of clan kan bero ven". „En dat betreft dan wel zulke rechten als land-toewijzing aan boerenzoons, scheidsgerecht, bij bruiloftsruzies (rond de bruidsschat), elementair ci- vielrecht, kortom een stelsel van machtsmiddeltjes dat langs een oer oud patroon van stamtradities zijn ei gen machtspositie vormt. Die intimi datie werkt perfect". Guzana zei nog meer- „Wat Matan zima en de zijnen er in de afgelopen tien jaar van hebben gemaakt, kun je hier overal met eigen ogen zien". Maar dan moet je wel zorgen dat je voor de oogkleppen wordt gespaard die de Pretoriaanse overheid elke pot- tekijker wil omdoen. Ik heb tijdens twee bezoeken iets van wat Guzana bedoelde, gezien: Verpieterd Het op zichzelf niet onvruchtbare land verpietert door de enorme ero sie. Er is maar één landbouwschool (in Tsolo), waar de 'gcaba' (ongelet terde plattelandsbewoner) zou kun nen leren hoe-ie dat moeten tegen gaan. Niemand wordt verteld dat overvloedig houtkappen rampzalig is (elke Xhosa-hut heeft een 'eeuwig' vuur, dat jc- als blanke bezoeker bin nen enkele tellen naar lucht doet happen en dat jaarlijks onder de Xhosa voor zoveel tuberculose zorgt door de long-verpesting). Er zijn wel forse irrigatie-projecten op touw ge zet, maar wat heb je daaraan als de lokale boer niet geleerd wordt wat-ie met dat water moet doen. En niemand vertelt hem ook dat wisselend bo- demgebruik noodzakelijk is voor het op peil houden van de bodemkwali teit. De landbouw, toch de grootste inkom stenbron voor alle bantoestans. is ook om andere redenen een zorgenkind van de apartheidspolitiek, dat de blanke heersers óf met verwarrende cijferleugens krompraten, óf maar he lemaal doodzwijgen: feit is dat bijna 18 miljoen Afrikanen (negers, Bantoes, zwarten - de spraakverwarring is we reldwijd) 71,2 procent van de totale bevolking van de republiek Zuid- Afrika uitmaken; feit is dat zij echter slechts over 13,6 procent van de totale grondoppervlakte kunnen beschik ken. In de thuislanden is die grond doorgaans van goede kwaliteit, maar meestal ondeskundig bewerkt, slecht bevloeid, 'over-beweid'. geërodeerd, Via een ingewikkelde, maar correcte berekening, waarbij gelet wordt op inwonertal, bevolkingsdichtheid, bo demkwaliteit, bevloeiingswerken en ontwikkelingsgraad van de verschil lende bevolkingsgroepen, is de con clusie gewettigd dat de feitelijke ver deling van de landbouwgronden neer komt op een schandalige verhouding van 2,0 hectare per blanke Zuidafri- kaan tegen 0.14 hectare per zwarte thuislanden ofwel een wanverhouding van bijna 15 tegen 1, Alleen is het 'Soweto van Umtata' er na tien jaar semi-onafhankelijk Matanzima-bewind heel wat slechter aan toe dan Soweto: Ngangalishwe. zo heet de township bij Umtata voor plat telandsmigranten die stadswerk zoe ken. is één verbijsterende modderpoel met uit golfplaat en ander goedkoop materiaal opgetrokken 'huizen' En met een bevolking die in Umtata de hemel zocht en de hel vond en der halve via verslonzing, wanhoop, alco hol en parasiteren op nog-niet- werkloze familieleden aan de rand van de afgrond raakte. Guzana: „Wat kan het die mensen schelen of ze onafhankelijk zijn? Bo vendien weten ze net zo goed als u en ik dat meneer Matanzima alleen maar de grote jongen kan uithangen, omdat hij de ontbrekende 83 procent van zijn staatsbegroting uit de ruif van buur man Zuid-Afrika kan halen, Onafhan kelijkheid met de opgehouden handen van een bedelaar". Voor 1976 ziet Matanzïma's begroting er zo uit. 135 miljoen Rand (een Rand is drie gulden), waarvan 20 miljoen uit eigen Transkeise inkomsten. Industrie Industrie is er nauwelijks in de Transkei, ondanks de moeite die de XDC (de Xhosa Development Corpo ration) en de BIC (de Bantu Invest ment Corporation) doen om binnen- en buitenlandse ondernemers en in vesteerders warm te maken voor me dewerking aan de opbouw van een minimum-industrie-apparaat. Buitenlanders zijn er nauwelijks meer te vinden die in de apartheidsstaat (en haar geesteskinderende thuislanden) willen investeren, met het risico in de wereld aan de schandpaal te worden genageld. Binnenlandse ondernemers zijn óf blank en blijven liever dicht bij huis in het 'eigen' gebied, óf ze zijn zwart, maar dan wel even talrijk als ijsberen in het oerwoud. Trouwens, wie zou in de Transkei ma chines moeten bedienen. Een Xhosa, die dat al kan. doet het liever en winst gevender m de buurt van Johannes burg. En wie in de Transkei is achter gebleven, is meestal volstrekt onge schoold door het ontbreken van een goed onderwijssysteem of door lang durige werkloosheid aan de zelfkant van het leven geraakt. Of nog zó tradi tiegebonden. dat hij ervan overtuigd is dat zijn 'werk' uit niets anders dient te bestaan dan met de 'knobkerrie' rond lopen en de geslachtsrijpe vrouwen hun volwassen-zijn te laten ervaren (de knobkerrie is een soort vechtstok, overblijfsel uit de tijd van de stam- twisten en de 'kaffer'-oorlogen tegen Boeren en Britten, toen de dagtaak van de man inderdaad geheel bestond uit het krijgerschap ter verdediging van have en goed en uit het opvoeren van hoog aanzien verschaffend, veel voudig vaderschap). Dit probleemgebied, dat als het er kend zou worden, onmiddellijk tot kern-land door ontwikkelingsminister Pronk gepromoveerd zou moeten worden, gaat nu zijn eigen ellende be sturen. Scepter En Kaiser Matanzima mag er de scep ter zwaaien. Op die scepter staat Im- Bumba Yamanyama - eenheid maakt macht. Matanzima is de enige Zuidaf rikaanse thuislandleider die de waardeloosheid, de onechtheid, het 'geleende' van die 'macht' niet door ziet of niet wil doorzien. Zijn collega's „van de andere bantoestans, Gatsha Buthelezi van de Zoeloes voqrop, la ten vandaag-de-dag wel andere ge luiden horen: geen schijnonafhanke- lijkheid, maar integratie van alle Zuidafrikanen - wit, zwart, geel en bruin - in één en dezelfde republiek. BANTOETHUISLANDEN Illllllllllll Illllllllllll 'Het schuldgevoel' is de eerste roman van Guus Vleugel (Goes, 1932), die zijn literaire carrière begon met het schrijven van speels-elegische gedichten onder de naam Guus Valleide en die daarna, onder eigen naam, grote bekendheid verkreeg als schrijver van liedjes en sketches. Voor zijn 'teksten' kreeg hij in 1973 de Van der Hoogt>prijs, 'Hetschuldgevoel', zijn eerste roman dus, wordt op het omslag terecht een 'comic novel' genoemd. Het is een genre dat geliefd is in Engeland, maar dat in ons land niet veel beoefenaars heeft. Een goede comic novel heeft dezelfde kwaliteiten van een goede comedie: alles is echt, alles heeft diepgang maar met alles wordt ook de draak gestoken. Niets is bloedemstig of tra gisch. maar wel moet men aldoor kunnen voelen dat de verhaalde toestanden onder een andere belichting dan die welke de auteur geliefd aan te brengen, bloedemstig of tragisch zouden kunnen worden. Ook de schrijver laat voelen dat hij dat best weet, maar hij kan het niet helpen, hij schatert he t al weer uit, zoals je lachen kunt als iemand dwaas valt of tegen een boom oploopt. Hij vertelt het erge of het smerige with his tongue in his cheek, en je moet, geamuseerd lachen, 'Hetschuldgevoel' is, vooral in het eerste gedeelte, zo'n verrukkelijk speels boek. He, plot is dat van de typische klucht, je zou er vrij gemakkelijk een flitsend en geestig toneelstuk van kunnen maken. De protagonisten heten Herman-Jaap, 45, een zeer ge slaagd zakenman met grote belangstelling voor litera tuur en het 'hogere', en Silena, 37, zijn vrouw, een knappe, oppervlakkige vrouw die erg op gemak en luxe en popmuziek gesteld is. Ze zijn 12 jaar getrouwd en hebben geen kinderen. Sinds enige tijd is Herman- Jaap zijn vrouw ontrouw, maar veel plezier beleeft, hij daarnietaan, want telkens alsereen momentsupréme zou moeten komen, verschijnt Silena voor zijn geestes oog in één of andere deplorabele toestand, en dat bezorgt hem dan prompt een afknapper. Na een paar mislukkingen biecht hij haar dit op, en zij reageert werkelijk fantastisch: hij hoeft echt geen schuldgevoe lens te hebben, zij vindt hetbest, sterker, juicht het toe. Gesterkt door dat fiat gaat Herman-Jaap zijn gang. letterkundige kroniek door hans w Hij sliep met een zwart meisje, met een blond meisje, met een rood meisje. Met een meisje met borsten in het handzame tussenformaat - ook mooi. Een meisje dat droomde van een zakencarrière; een meisje dat, omdat ze van een carrière in het cabaret droomde, in bed nog even een liedje van drs. P, bracht; en meer dere meisjes die godzijdank helemaal niet droomden. Maar met geen van hen gewerd Herman-Jaap de vol heid der lust. Want steeds als aan de einder die veilige haven al verscheen, dook, als van een behekste zeemeermin, het gezicht van Silena uit de golven voor hem op; zoals het er had uitgezien, nu eens toen ze, voor het eerst op de ski's, meteen een enorme schuiver had gemaakt; dan weer toen ze met die of die gloed nieuwe rok tussen het autoportier bleef vastzitten; en ach, ook eenmaal zoals het had gekeken toen hij haar, aan de koffie in het restaurant, zijn eerste, mislukte avonturen had opgebiecht. Eigenlijk had het sip geke ken - erg, erg sip", (pp 14115). He, -erman-Jaap huurt een flatje voor zijn amoureuze bijeenkomsten, en Silena stelt voor het gezellig voor hem in te richten. Die inschikkelijkheid gaat hem toch iets te ver - hij wilde liever dat ook zij een vriendje nam, maar daar is ze eigenlijk te lui voor. ze had het al een corvëe gevonden een echtgenoot aan de haak te slaan. Vleugel voert nu de klucht op door een kaartlegster in te voeren, zij het een kaartlegster in ruste, maar toch een die een blonde heer voor Silena in het verschiet ziet. Als Herman-Jaap maar blijft zeuren over zijn mis lukkingen biecht ze hem op haar beurt iets op: dat ze met een blonde jongen naar bed is geweest Herman-Jaap twijfelt geen ogenblik aan de waarheid, hij informeert naar z'n leeftijd (even twintig), zijn uiter lijk (knap, blond, blauwe ogen) etc. „Na enige tijd was Silena erin geslaagd een nauwkeurig portret te construeren van de denkbeel dige jongen die haar denkbeeldige minnaar ivas ge weest; ze had hem 'gezien', was in hem thuis als in een examenstof en kende van Andy izo had ze hem tijdens een ondervraging lukraak gedooptde lengte van zijn haar tot die van zijn teennagels" (p, 32). Het helpt, bij Herman-Jaap, hij heeft nu prettig sex, maar vindt dat eigenlijk ook weer niet zo de moeite waard: „na zijn triomfen zat (hij) opgescheept met vrouwelijk gezelschap dat hem verveelde of irriteerde, en dat hij zo gauw mogelijk moest zien kwijt te raken; wat niet altijd even gemakkelijk ging" (p. 33). Ook voelt hij zich weer tot zijn eigen vrouw aangetrokken, en hij wordt jaloers. Hij stelt een plan de campagne op teneinde Andy uit haar leven te doen verdwijnen, het moet beginnen met et>n etentje gedrieèn. Silena strib belt tegen, maar kan er niet meer onderuit. Ze ziet zich gedwongen, een vriendje op de kop te tikken dat aan haar beschrijvingen beantwoordt.. Zo is de opzet van dit komische boek. Het zou te ver voeren de verwikkelingen op de voet te volgen, en dat zou ook helemaal niet leuk zijn voor wanneer u het boek gaat lezen wat ik hoop dat u zult gaan doen. Wel wil ik nog verklappen dat Silena, na allerlei dwaze avonturen op een nog dwazere manier een jongen vindt die volkomen aan de beschrijvingen voldoet, en die ook nog wel is over te halen tot het spelen van de rol die hem is toegedacht. En dan beginnen de grote verwikkelingen pasecht. Ook Silena krijgt nu haar schuldgevoel, en wel tegenover Andy (die eigenlijk Arie heet). Maar als het zover is, is Arie eensdeels erg verliefd geraakt op een vriendin van Herman-Jaap, een call-girl, en verder in homosexuele praktijken verstrikt met een vriendje. Het vernaai begint dan, eerlijk gezegd, Vleugel een beetje uit de hand te lopen, en het tweede gedeelte van zijn roman, en ook het wat geforceerde slot, als Silena, helemaal wild geworden, en op de versiertoer, Herman-Jaap's flatje overneemt, is niet meer zo geestig en fijntjes als het begin. Niettemin raad ik u deze aardige roman ten zeerste aan! Guus Vleugel: 'Het schuldgevoel'. Querido, Amsterdam. GUUS VLEUGEL

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 1976 | | pagina 19