De sensationele come-back
van Franciscus van Assisi
I
Kubelik en negen orkesten
in de Negen van Beethoven
PZG/zaterdagkrant
BEWOON
DE
WERELD!
DE STRIJD OM DE
EENHEID VAN DE KERK
Nieuwe huizen, mensen
en nog veel meer
ZATERDAG 23 OKTOBER 1976
18!
ZAT
Ec,
■Jen van mijn kennissen die de wanden van zijn werkkamer wat wilde
opfleuren, had zich voorzien van een aantal kleurige 'posters', zoals die
tegenwoordig in grote sortering worden aangeboden. Zijn meest geliefde
poster is die waarop een vrolijk mannetje te zien is, gekleed in een soort
kemelharen jas. Het mannetje wordt op die prent omringd door dieren.
Vogels fladderen om zijn hoofd, vissen steken hun kop boven het water an
een beek en tussen de bomen van een bos op de achtergrond zie je de snuiten
van een hele menagerie: herten, konijnen, vossen en nog allerlei andere
dieren. Alles bij elkaar een Walt Disney-achtig tafercel in een romantische
stijl neergezet.
Mijn kennis vond deze poster bijzonder ludiek, naar hij zei. Hij had pas
geruime tijd na aankoop van de prent vernomen dat het lollige mannetje in
het centrum van de prent de heilige Franciscus van Assisi voorstelde.
Mij:
lijn kennis was duidelijk verrast
dat liij - die niet veel van heiligen
moet hebben - notabene eén van de
top-tien figuren uit het rooms-
katholieke pantheon in zijn kamer
had hangen. „The saints go mar
ching in", zei hij spottend en hij
dacht wellicht dat de uitgave van de
poster weer één van die slinkse stre
ken van de roomsen was, om langs
een omweg hun vereerde geestelijke
krachtpatsers bij argeloze heden
naar binnen te smokkelen.
Hij had niet in de gaten, die kennis
van mij, dat wij al sinds enkele jaren
een sensationele come-back van
Franciscus van Assisi beleven. En
zijn tweede misverstand: Franciscus
was en is allerminst een 'roomse' hei
lige. De slechtste dienst die rooms-
katholieken aan Franciscus en aan
zichzelf kunnen bewijzen is dan ook.
dat zij deze heiüge 'claimen' als hun
onvervreemdbaar eigendom. Hun
Cruyffie.
En het domste dat nietrrooms-
katholieken kunnen doen is: Francis
cus rustig in zijn rooms sfeertje te
laten. Men kan en mag niet eens van
'roomse' of 'protestantse' heiligen
spreken. Hun leven was de hele
mensheid toegewijd, omdat zij -
zoals een gebrandschilderd raam -
Gods licht doorlieten - een licht dat
voor alle mensen en voor heel de
schepping bedoeld is.
Franciscus zelf heeft door zijn hele
levenswandel laten blijken dat heili
gen universeel zijn, Wie Franciscus
uitsluitend beschouwt als de grote
dierenvriend - zoals op de prent in de
kamer van mijn bovenbedoelde ken
nis - doet hem ernstig tekort. Zijn
'come-back' is overigens met aan
Franciscus' dierenliefde te danken,
maar aan het feit dat hij onder zijn
grauwe pij nagenoeg alle idealen die
momenteel de jeugd bezielen, beli
chaamt. Zijn levensstijl is feitelijk
dat wat tegenwoordig 'de nieuwe le
vensstijl' heet. Door velen die een
studie van zijn leven en zijn leer heb
ben gemaakt wordt geconstateerd
dat Franciscus eigenlijk een zeer
moderne heilige is. Hij geeft - bij
voorbeeld in zijn prediking tot de vo
gels en in zijn wereldberoemde 'Zon
nelied' een kosmische dimensie aan
het heil. „Talloze christenen kunnen
deze dimensie, die hen herinnert aan
het feit dat ook de mens deel uit
maakt van de geschapen natuur best
gebruiken als correctie van hun
overmatige betrokkenheid op het
persoonlijk zieleheil", schreef ds J.
K. van den Akker onlangs.
De betekenis van Franciscus voor
ons, mensen van de 20e eeuw. wordt
wellicht nog duidelijker als men weet
dat er in de VS stemmen opgaan (zo
wel van christenen als van atheisten)
om Franciscus uit te roepen tot het
idool van de natuurbeschermers en
de ecologen. Vroeger zeiden wij:
'schutspatroon'. Franciscus, zo kan
zonder overdrijving worden gezegd,
is een levende, boeiende en belang
wekkende figuur van internationale
Hippu
ie
xi.ls Franciscus nu tussen ons in
leefde dan zouden wij hem een hippie
noemen, maar dan een volmaakte.
Zelfs nu, 750 jaar na zijn dood. komt
Franciscus in de biografieën die er
over hem bestaan op ons over als een
mens die een gewoon leven op bui
tengewone wijze leefde. Hjj bezat een
weldadig gevoel voor humor. Hij is
wellicht zelfs de eerste 'streaker' in
de geschiedenis van de kerk. Hij was
vredelievend op de manier waarop de
mensen die atoomproeven op eiland
jesin de Stille Oceaan probeerden te
verhinderen, vredelievend waren
Deze mensen, u herinnert het zich
nog. begaven zich met bootjes tot in
het proefgebied en zolang zij daar
ronddobberden kwam er geen
atoombom tot ontploffing. Francis
cus zocht in zijn tijd, waarin de
bloedige kruistochten huishielden
onder de Mohammedanen, persoon
lijk contact met de leider van de
vijandelijke troepen, een sultan om
hem van zijn hoogachting te laten
blijken.
Maar de leer van Franciscus of liever:
dat wat hij wezenlijk was, vindt pas
volledig uitrukking in de alomvat
tende liefde die Franciscus voelde
voor de totale schepping. Een tweede
Detail vaneenschilderijindebaseliek
van Assin.
melijk nutteloos. „Wie de kerk lief
heeft moet voor haar willen lijden",
zei hij. En hetzelfde standpunt nam
hij in ten aanzien van heel de schep
ping.
Benovatie
He,
kenmerk bij deze man, die de mis
standen in kerk en maatschappij van
zijn dagen drommels goed heeft ge
zien en begrepen, was zijn inzicht dat
ertussen God en de individuele mens
geen macht kan en mag worden tus
sengevoegd. Hij leefde zijn heilig le--
ven dan ook als het ware ondanks de
kerk en ondanks 'de heer paus', zoals
hij hem noemde. Hij bejegende de
machtige instituties met een soort
onverschillig respect. Hun feilen zag
hij scherper dan wie ook.
Maar Franciscus was er niet het type
naar om spandoeken te torsen. Dat
vond hij wat al te gemakkelijk en ta-
let feit van de 'renovatie' van een
verloren gewaand stuk heiligenver
ering. zoals ten aanzien van Francis
cus het geval is. mag ons welkom
zijn. Het is goed dat wij van heiligen,
helden, grote denkers en andere figu
ren uit het verleden, de menselijk
heid beginnen te ontdekken. Daar
door kunnen zij van hun voetstukken
afdalen en plaats nemen temidden
van ons, waar zij behoren. Op het
voetstuk zijn heiligen en helden ta
melijk ongevaarlijk, maar in de wer
kelijkheid van vandaag geplaatst,
moeten wij rekening met ze houden.
In deze zin is het van belang om te
weten dat Franciscus, die immers
heel de schepping als één wonder
bare en grandioze eenheid zag. een
eind maakt aan het aloude misver
stand dat de mens alleen doel. triomf
en heerser van de scheppmg is.
Zijn zendingsopdracht in de wereld
vatte hij op als het verkondigen van
de eenheid en broederschap van heel
de schepping en op die wijze straalde
hij Gods geest in de wereld uit. Het
Zonnelied, dat door velen wordt be
schouwd als een psalm, is de hymne
die Franciscus God doet loven zowel
om als door zijn schepping. Terzijde
zij opgemerkt dat er diepzinnige stu-
diesbestaan over de vraag of Francis
cus nu het begrip 'om' of het begrip
'door' heeft bedoeld toen hij zijn
Zonnelied schreef. Hij hanteerde
namelijk het Latijnse woord 'per',
dat zowel het één als het ander kan
betekenen. Volgens mij gebruikte
Franciscus het woordje 'per' in zijn
beide betekenissen, integraal - zoals
het in zijn wijze van denken past.
De mystieke eenheid van heel de
schepping is een leerstuk waarin
Franciscus op frappante wijze wordt
ondersteund door een populaire
theoloog en wetenschapsman uit de
20ste eeuw: Teilhard de Chardin,
wiens theologie eveneens kosmisch
is. Franciscus en Teilhard herinne
ren er ons. ieder op hun eigen manier
aan, hoe groot het gevaar is dat wij
zondigen tegen de schepping.
De Franciscaanse geest houdt, zoals
wij zeggen, meer in dan het aardig
zijn voor dieren, zoals de door Teil
hard ontwikkelde theologie wat
meer is dan een godsdienstige basis
onder de evolutietheorie. Van beide
grote geesten gaat een machtig, en
vandaag de dag levensbelangrijk
moreel reveil uit.
Franciscus en Teilhard leggen de
grondslagvoor een ecologische theo
logie - een theologie van ons leefrni-
lieu, onze 'UmwelL', zoals men veel
treffender in het Duits zegt. Dat er
aan zo'n theologie behoefte bestaat
zal iedereen beamen, die de cynische
uitspraak van een Amerikaans mi
lieudeskundige leest: „In slechts één
opzicht is de mensheid één - en wel in
haar milieuvervuiling".
V*
rijwel iedereen ziet in dat de aan
tasting van de biosfeer ons op den
duur zelf de kop kan gaan kosten.
Maar de morele en godsdienstige di
mensies van onze bedrijvigheid ont-
gaan ons gewoonlijk. Het is Francis
cus die ons - 750 jaar na zijn dood -
daarmee confronteert. De natuur die
hij bezingt is zo heilig, zo geheel door
trokken van God. dat het vernielen
ei-van schennis wordt. De mens is ge
roepen tot beheren en bewaren van
de schepping- niet tot haar verkave
ling.
Het is het signaleren waard dat er in
de protestantse kerken en ook in de
wereldraad van kerken meer daad
werkelijke belangstelling voor deze
Franciscaanse kijk op de schepping
bestaat dan aan rooms-katholieke
zijde. Ook durft, met name de wereld
raad van kerken scheipere conclu
sies te trekken.
Zo constateert de wereldraad: indien
onherstelbare milieuverwoesting
zonde is. dan zijn de processen die
dat euvel bevorderen eveneens zon
dig. of op zijn minst aanleidingen ol
voorwaarden daartoe. Wie derhalve
inziet dat een ongebreidelde econo
mische groei een werkdadige milieu
zorg onmogelijk maakt, zal met het
dogma van deze economische groei
moeten afrekenen.
Maar is onbeperkte economische
groei dan zo gevaarlijk en - in een
aantal gevallen - zo zondig en laak
baar? „Zonder economische groei
zou er immers geen groeiende wel
stand kunnen zijn en het stoppen er
van zou wellicht nog de grootste
schade toebrengen aan hen die van
deze groei nimmer enig profijt heb
ben kunnen trekken", zeggen velen.
'Morele aspecten zitten er nauwelijks
aan'.
Men moet voor de aardigheid het on
derstaande citaat eens lezen. Het is
genomen uit een rede die de be
faamde econoomKeynes in 1930
voor zijn volgelingen hield.
Keynes zei: „Nog minstens honderd
jaar moeten wij onszelf en iedereen
wijsmaken dat eerlijk gemeen is en
gemeen: eerlijk. Want gemeen is nut
tig en eerlijk niet Hebzucht, woeker
en voorzorg moeten nog een tijdlang
onze goden zijn. Want zij alleen kun
nen ons uit de tunnel van de econo
mische nood naar het daglicht lei
den".
Uit deze woorden blijkt op een
vreeswekkende wijze dat Keynes, die
door velen als economisch wonder
kind wordt verafgod, terdege de mo
rele consequenties van de onge
remde economische groei inzag. Men
zal, na lezing van het citaat uit zijn
rede, beseffen dat de come-back van
Franciscus geen dag te vroeg komt.
Er is een maar al te grote behoefte
aan een eigentijdse ethiek van de
vooruitgang en aan een theologie
van ons leefmilieu dat helaas de ge
volgen van Keynes' stoutmoedige
theorieën te dragen heeft. In deze
nieuwe theologie zal het begrip moe
ten worden uitgediept, dat de Gods-
ontmoeting niet alleen in het con
tact met de medemens wordt ver
werkelijkt, maar dat deze Godsont
moeting evenzeer in het niet-
menselijke deel van de schepping
plaatsvindt.
Wat Franciscus ons wil zeggen is. dat
de mens niet de maatstaf van alle
dingen is. Dat hij niet alles wat hij
kan ook metterdaad moet willen en
dat hij weer oog moet krijgen voor de
mystieke eenheid van God met en in
de schepping.
A, F. M. C. Koopman
van en voor de draaitafel van en voor de draaitafel van en voor de draaitafel van en voor de draaitafel van en voor de draaitafel van en i
Wat vijftien jaar geleden in
plateniand een gebeurtenis was. is
langzamerhand aan de orde van de
dag: het lijkt erop, of het na
jaarsseizoen pas compleet is, als er
wéér een nieuwe cyclus met
Beethoven-symfonieën bij is. Hans
Schmidt-Isserstedt, Karl Bóhm. Ru-
dolf Kempe, Georg Solli tekenden er
de afgelopen vier, vijf jaar voor en
ditmaal is Rafael Kubelik aan de
beurt. Zijn visie op Beethovens negen
tal verscheen bij DGG en ere wie ere
toekomt: als er van de intussen legio
opnamen van de Negen een aantal
zouden moeten afvallen - de cyclus
van Kubelik zou zonder twijfel over
eind blijven.
Hij biedt een vitale Beethoven. Zijn
vertolking van de negen sy mfonieén is
er niet alleen één zonder werkelijke in
zinkingen, ze werkt bovendien cumu
lerend en heeft dat bijvoorbeeld voor
op de cyclus, die vorig jaar van Georg
Solti op de markt kwam. Kubeliks cy
clus heeft in vergelijking tot alle
andere complete opnamen bovendien
een opmerkelijk aspect: de dirigent
zette zijn visie op Beethoven op de
plaat met behulp van negen - veelal
zeer befaamde - orkesten. Behalve de
kwaliteit van de uitvoeringen zelf,
vormt dat een boeiend bijkomend
element van het achtplaatsalbum.
waarin DGG de symfonieën vatte
Een tweede bijzonderheid is de regist
ratie: de opnamen van de negen orkes
ten werden gemaakt op acht locaties
'in drie continenten', zoals DGG het
wervend en wijds in de documentatie
bij hei album omschreef Dat brengt
om te beginnen verschillende opna
mekaders binnen het gehoor. Maar
bovendien zetten de technici de orkes
ten op verschillende manieren voor de
luidsprekers. De opnamen van de
tweede symfonie door het Concertge
bouw Orkest, de vijfde door het
Boston Symphony Orchestra, de
zesde door het Orchestre de Paris en
de negende door Kubeliks 'eigen'
Symfonie-Orchester des Bayerischen
Rundfunks gebeurden in een periode,
dat van deze werken concert
uitvoeringen werden gegeven en de
vertolkingen laten de orkesten in de
'concerteopstelling' horen. De vijf an
dere symfonieën komen van het
Londen Symphony Orchestra (de eer
ste), het Israël Philharmonic
Orchestra (de vijfde), de Berliner Phil-
harmoniker spelen de Eroica. de Wie
ner Philharmonikertekenenvoordeze-
vende en de achtste komt van leden
van het Cleveland Orchestra. Bij die
vijf werken gaat het om studio
opnamen. waarbij onder meer de
eerste violen links en de tweede violen
rechts werden geplaatst.
Die verschillende opstelling van de
orkesten kan licht verwarrend werken
en de appreciatie van de uitvoeringen
'oneigenlijk' beïnvloeden. Hoe voor
treffelijk de vier symfonieën in de con
certopstelling ook zijn opgenomen -
en voortreffelijk is het - de registraties
met eerste violen links en tweede
violen rechts maken het klankbeeld en
daarmee de partituut net nog iets
doorzichtiger, Al moet men een uit
zondering maken voor de opname in
het- Concertgebouw, die werkelijk fa
buleus klinkt, en de specifieke klank
van het Amsterdamse orkest beter
hoorbaar maakt dan doorgaans in dc
Philips-opnamen van het ensemble
gebeurt
De uitvoeringen zelf. De eerste twee
symfonieën uit Londen en
Amsterdam horen tot de beste uitvoe
ringen, die van beide werken voor
handen zijn en steken die van 'The
Academy of St-Martin in the Fields
(Philips) naar de kroon: vertolkingen
vol jeugdige geestdrift.
Zonder onstuimig te worden wordt
ook de vierde door het Israëlische or
kest en de achtste uit Cleveland vitaal
en energiek uitgevoerd, van met name
de achtste zouden we zo gauw geen
recente lezing weten, die de humor zo
gaaf overbrengt, Kubelik doet de
allure van de derde (Berlijn) en de
vijfde (Boston) alle recht, de zesde (Pa
rijs) gaat vloeiend en zonder opsmuk
en de negende krijgt de cumulerende
werking, die ze nodig heeft zonder 'on
persoonlijk' te klinken Van de
zevende geeft Kubelik een alleszins
respectabele uitvoering, maar - ter
wijl de Wiener Philharmoniker met
dit werk toch wel raad weten - het
merkwaardige is. dat men iets van de
spontaniëteit mist. die vrijwel alle an
dere uitvoeringen kenmerkt. Samen
vattend derhalve: Kubeliks
Beethoven-cyclus is niet teveel. Rest
de vermelding, dat de dirigent gul is
met herhalingen, dat ook die plaatr
kanten met meer dan een halfuur mu
ziek - de vierde - globaal van dy
namiek zijn en dat op de minder be
deelde plaatkanten best nog een
toegift had gekund - in ieder geval op
die met de elf minuten speelduur van
het Concertgebouw Orkest (DGG
27401551.
- 'ntra
ten in de Gereformeerde Kerken, schrijft de hoofdredacteur, dr.; 8g
Masselink: „Na ons vorig artikel 'Wij Verontrusten', kijken we nu na!
de andere kant. Je kunt hen eigenlijk niet de niet-verontrusten nï
men; want die zijn er vandaag haast niet. Dat is een juiste opmèrklJ
Wanneer er in een kerk. in een gemeente spanningen zijn die deeè
heid dreigen te verscheuren, hebben niet alleen zij die zich opeulji
verontrusten noemen, maar eveneens zij die zich niet aan hun kal
scharen, daarvan hun pijn en last. De verontrusten kijken naar degat
van zaken in hun kerken en zij zouden een heleboel dingen andert
willen. Vooral de gang van zaken op hun synode is een permanent do-,
van hun aanvallen. Het is vooral ae kwestie van de leertucht die nji
wordt gehandhaafd, zoals zij dit nodig achten. i\Iaar natuurlijk spel^
er ook allerlei andere zaken doorheen, zoals dat .gebruikelijk is wat
neer in een kerk, in een gemeente verschillend gedacht wordt ove
kerk en geloof.
Dr. Masselink wil in zijn tweede ar-
tikel nu eens niet, naar de verontrusten
zien. maar hij wil kijken „naar de an-
dere kant". Daar heelt men, volgens
hem. van de verontrusten 'een ver-
krampt beeld, alsof die geen Ideaal
hebben dan alles van vroeger terugd-
raaien." Wanneer we nu denken dat hij
een eerlijk beeld zou tekenen van hen
die zich niet bij de verontrusten aan-
sluiten, dan hebben we het mis. Dat
blijkt, al heel spoedig. „In hun gedrag
zjjn zij vals-gerustem die maar éen
vorm van wijsheid kennen: je moet ge-
duld hebben. Er zijn vaker donkere
tijden voor kerk en christelijk geloof
geweest, het zal nu ook wel loslopen."
Het artikel eindigt dat die valsgerus-
ten nogal de les wordt gelezen, zij het
dan in wagende vorm. Hij gaat niet in
op de vraag die hier ligt waarom 'de
andere kant' bang is voor wat de ver-
ontrusten zien als hun ideaal voor kerk
en geloof. Dat konden we trouwens
van hem niet verwachten.
=j Op de laatste zitting van de Gerefor-
meerde Synode hebben de verontus-
ten ook weer voor de nodige discussie
gezorgd. Door de kerkeraden van
Baambrugge, Heinenoord. Nieuwdorp
en Urk was een aantal voorstellen in-
gediend en daaronder was er een om
het mogelijk te maken dat leden van
een bepaalde kerkgemeente (om het
nieuwe woord te gebruiken dat de vo-
rige maand in Utrecht werd voorge-
steld waar de gereformeerden 'kerk' en
de hervormden 'gemeente' bezigen)
ook zonder toestemming van hun ker-
keraad, kunnen bedanken voor hun
plaatselijke kerk. om zich dan als lid-
maten te laten inschrijven bij een an-
dere kerk binnen eigen kerkverband.
E= Leden van de Gereformeerde Kerk te
Borssele, om een voorbeeldte noemen.
zouden op die wijze lid kunnen worden
van de Gereformeerde Kerk te Nieuw-
dorp. omdat zij zich daar. wat leer en
praktijk betreft, meer thuis gevoelen.
Nu zijn er protestantse kerken waai' zo
iets mogelijk is. We kennen tenminste
EEE éen buitenlandse kerk waar men zulk
ccn systeem heeft. Bij verhuizing kan
men lid blijven van de gemeente waar-
toe men behoorde. Wat betekent in de
tegenwoordige tijd met zijn vele auto's
10 of 15 k.m.? Maar de praktijk is zo,
dat het niet aanbevelenswaardig is.
Onherroepelijk komt er een zekere
vervreemding van de kerk, is het niet
bij de ouders dan bij de kinderen. Iels
dèrgelijks zouden de vier genoemde
kerkeraden ook willen, omdat er nu
eenmaal kerkleden zijn die zich in ei
gen gemeente niet meer thuis gevoe
len. Wanneer zulk een noodmaatregel
(zo werd het voorstel genoemd) er niet
zou komen, dreigen leden over gaan
naar een ander kerkgenootschap en
dit zou nog erger zijn. Maar het is na
tuurlijk ook mogelijk dat leden van de
Gereformeerde Kerk te Nieuwdorp
zich op deze wijze zouden laten over
schrijven naar die van Borssele ook
omdat zij zich in eigen kerkgemeente
niet meer thuis gevoelen.
De
het reeds een kerksplitsing met -±
narigheid van dien. Gaat het in
geval reeds niet om onverzoenl
geachte standpunten
e komen terug op het voorstel!
de vierkerkeraden, waarde verontn
ten blijkbaar de overhand hebben,)
leden van een bepaalde kerk ge meet
zich kunnen laten overschrijven,
zonder bewilliging van hun kerkerai
naar een andere kerkgemeente bint
het eigen kerkverband, waar mens
vanwege de leer en de prak;
waarlijk thuis kan gevoelen. Die
en praktijk hangt af van de kerkerat
de predikant en de ouderlingen. Md
men zal toch wel degelijk rekeic
moeten houden met hetgeen er int
geheel van de gemeente leeft. Wam,:
er eens tot tuchtoefening wordt ot
gegaan, komt de gemeente gewoon!;
los.
Ook in de gereformeerde keft
blijkt in vele gevallen de predikant;
sleutelfiguur te wezen. Aan hem ij
prediking toevertrouwd en hij is:
voorzitter van de lierkeraad. Wat!
denkt en zegt en doet is van groot)
lang. De uitspraak die we eens hot
den over een vereniging dat ze moei!
verder komt dan de voorzitter den!
kan men ook laten gelden voor
kerkeraad en dat zeker wanneer de
den nogal eens wisselen. Wanneer ei
een kerkgemeente een andere pre
kant komt. kan dit betekenen eenv
andering in het beleid. Wanneer
verstandig is, zal dit niet ineens gebi
ren, maar zo langzamerhand zal
kerkgemeente toch wel bemerken
er met een andere predikant ook e
andere geest in de kerkeraad is
men. Bovendien preekt en catec
seert iedere predikant op eigen wij
Hij mag zich nog zo aan de bijbel ho
den, hy moet het Woord vertalen
deze tijd. En daarin zit nog al eenst-
deel van de moeilijkheden die in
kerkgemeente kunnen ontstaan.
alles is zo'n algemeen verschijnsel, i
je het in alle kerken kunt waarnemt
De rooms-katholieke parochies, ws
de pastoor (vroeger althans) een n
grotere invloed heeft gehad dan
predikant in een protestantse e
meente vormen hier natuurlijk.,
uitzondering. Waar moeten ledenj
zich naar een andere kerkgemi
hebben laten overschrijven dan b:
ven, wanneer er een andere predikt
komt en met hem een andere praktij;
Ee,
Je Gereformeerde Synode zat niet
alleen met het voorstel van de vier be
zwaarde kerkeraden, maar ook met
het feit dat binnen verschillende gere
formeerde kerkgemeenten noodge-
meenten zijn ontstaan In de her
vormde kerk sprak men vroeger in zo'n
geval van evangelisaties. Tegenwoor
dig heten deze dan buitengewone
wijkgemeenten in wording. Maar de
praktijk is nagenoeg dezelfde. Voor
een beperkte tijd is deze regeling in
dertijd door de Hervormde Synode
aangenomen, in de hoop dat men el
kaar wel zou vinden. Dat is nagenoeg
niet gebeurd en daarom is de regeling
verlengd zonder weinig of geen voor
uitzicht dat er inderdaad een overeen
komst met de plaatselijke gemeente
zou komen. We hoorden eens een her
vormd synodelid de verzuchting sla
ken: hoe komen we er ooit weer vanafi
Daarmee zit men nu ook op de synode
van de Gereformeerde Kerken. Is offi
ciële erkenning van zulk een noodge-
meente mogelijk? Het voorlopig ant
woord van de synodale commissie die
zich met deze aangelegenheid bezig
hield luidde ontkennend. Het geval op
Urk laat ons trouwens zien dat men
met het stichten van zulk een nood-
gemeente zich reeds innerlijk kan
hebben losgemaakt van heel het kerk
verband. om over te gaan naar een an
der kerkgenootschap. Het zal in alle
kerkgemeenten waar zich Zulk een
noodgemeente heeft geformeerd, wel
eens moeilijk, zo niet onmogelijk blij
ken elkaar met liefde te dragen, zoals
op de synode is voorgesteld. In feite is
j en van de leden van de Synode v
de Gereformeerde Kerken is ds. E,
Oomkes, een van de voormannen vi
de verontrusten. Hjj heeft zich
klaard tegen het voorstel van de v.
verontruste kerkeraden. Volgens is
verslag van de synodezitting, dat
lazen in Trouw', kon men een spe.
horen vallen toe hij sprak. „In een
wogen betoog" heeft hij zijn houdir,
verklaard. „Mijn hart ligt bij hén
melijk bij de vier kerkeraden) me:
mijn kerkelijk geweten zegt nee tege
hun voorstel. In feite vragen zij te lep
liseren, dat wij modaliteiten-kerk
geworden. Wij mogen ons bij de situs
tie met neerleggen. Doen wat de
broeders voorstellen, zou betekene
een Berüjnse muur door onze kerke
bouwen. Dat zou ik vreselijk vinde:
Met heel mijn ziel verlang ik naar
gemeenschap van alle heiligen, nl:
die van een geselekteerd gezelschap
Aldus het verslag. Daarmee sloot h
aan bij de synodecommissie die de
zaak had voorbereid. „Men vraagt
feite regelingen om de ene kerk me
haar verscheidenheid, rijkdom en
moe te mogen opsplitsen in clubs v£
gelijkgezinden. io groepen waar me
zich thuis voelt."
De dieper liggende vraag is hier: wat;
een kerk; wat is een kerkgemeente
Bestaat die uit mensen die elkaï
hebben gezocht en gevonden en
zich aaneengesloten hebben om s:
men een kerk. een gemeente te va
men? Of moeten we ons houden aa
wat zowel de Heidelbergse catecht
mus. als de Nederlandse geloofsbeli,
dems (zie zondag 21 en art. 27) ons li
ren. dat het niet mensen zijn die c:
kerk maken, maar dat het Christus
die de zijnen verzamelt? In dit laatst
geval, kun je moeten voortgaan
anderen, waarbij je jezelf nu niet zo d:
reet thuis gevoelt misschien, maar me
wie je toch een dieper liggend verban;
kent.
b
lijd van liet nii-nwe huis kunne:
vijken kompleet met grote flatge
r getekend. Er is een tijd geweeS
e nieuw e woning is nog steeds iet
weetic wereldoorlog
Overal kun je dal nieuwe huis zit
houwen erbij. Hel aangezicht van om
dal wemcl icdernieuw huisgelukkig
aantrekkelijks.
Maar we voelen dat er ook een andere kant Is. Wat een chaos heeft de naoorlogse verhuis
woede in ons landscnap aangebracht. En wat te denken van de verwarring, die daarmef
parallel in net geestelijke vlak zich heelt vollrokken.De albraak van allerlei lë
vensverbanden is onvoorstelbaar groot. Zulke verbanden groeien lang niet zo snel als eer
nieuwe wijk zelf Toch nebje ze broodnodig.
Sinds de grote volksvernuizing van onze tijd is een brok onrust ons blijven beheersen. W,
zijn niet meer zover gekomen dal we ons ergens eent gingen vestigen We wónen nergeai:
meer In de nieuwbouwwijken hebben we ons adres en nog watspullen We rusten er af en totj
wat, maar wijzelf zijn daar met meer, altijd al weer bezig met net volgende. Wij zijn zwerver-I
geworden. Je trelt ons niet meer zo gemakkelijk. Wij vertonen ons trouwens ook niet#!
graag Er zijnzelis gedeelten in ons bestaan, waar we altijd alleen zijn. Daar komt zelden
nooit een mens. Er zijner nogal waldiedat al neel gewoon vinden. En er zijn er inmiddels oe
nee! wat. die er neilig van overtuigd zijn dat een mens ook niet meer is dan watje van hen
doorgaans ziet.
Zoiets kan mij wel eens naar de keel grijpen. Zijn we op weg karikaturen te worden? Mauij
toen, net gebeurt gelukkig nogal eens dat je er één tegenKOmt midden In die op,
drmsenge wereld van ons vol roerende en onroerende goederen. Een heus mens( voorbij aÈ
kreterigneld en acnter alle verbittering. En dan omvang je weer dat onontkoombare gevoe
dat wij mensen wel degelijk een nemelse vader en nog veel meer hebben. Met minder kunne
wij net maar moeilijk doen. D.A. Vanhaelen. Oost-Soubun