De sensationele come-back van Franciscus van Assisi I Kubelik en negen orkesten in de Negen van Beethoven PZG/zaterdagkrant BEWOON DE WERELD! DE STRIJD OM DE EENHEID VAN DE KERK Nieuwe huizen, mensen en nog veel meer ZATERDAG 23 OKTOBER 1976 18! ZAT Ec, ■Jen van mijn kennissen die de wanden van zijn werkkamer wat wilde opfleuren, had zich voorzien van een aantal kleurige 'posters', zoals die tegenwoordig in grote sortering worden aangeboden. Zijn meest geliefde poster is die waarop een vrolijk mannetje te zien is, gekleed in een soort kemelharen jas. Het mannetje wordt op die prent omringd door dieren. Vogels fladderen om zijn hoofd, vissen steken hun kop boven het water an een beek en tussen de bomen van een bos op de achtergrond zie je de snuiten van een hele menagerie: herten, konijnen, vossen en nog allerlei andere dieren. Alles bij elkaar een Walt Disney-achtig tafercel in een romantische stijl neergezet. Mijn kennis vond deze poster bijzonder ludiek, naar hij zei. Hij had pas geruime tijd na aankoop van de prent vernomen dat het lollige mannetje in het centrum van de prent de heilige Franciscus van Assisi voorstelde. Mij: lijn kennis was duidelijk verrast dat liij - die niet veel van heiligen moet hebben - notabene eén van de top-tien figuren uit het rooms- katholieke pantheon in zijn kamer had hangen. „The saints go mar ching in", zei hij spottend en hij dacht wellicht dat de uitgave van de poster weer één van die slinkse stre ken van de roomsen was, om langs een omweg hun vereerde geestelijke krachtpatsers bij argeloze heden naar binnen te smokkelen. Hij had niet in de gaten, die kennis van mij, dat wij al sinds enkele jaren een sensationele come-back van Franciscus van Assisi beleven. En zijn tweede misverstand: Franciscus was en is allerminst een 'roomse' hei lige. De slechtste dienst die rooms- katholieken aan Franciscus en aan zichzelf kunnen bewijzen is dan ook. dat zij deze heiüge 'claimen' als hun onvervreemdbaar eigendom. Hun Cruyffie. En het domste dat nietrrooms- katholieken kunnen doen is: Francis cus rustig in zijn rooms sfeertje te laten. Men kan en mag niet eens van 'roomse' of 'protestantse' heiligen spreken. Hun leven was de hele mensheid toegewijd, omdat zij - zoals een gebrandschilderd raam - Gods licht doorlieten - een licht dat voor alle mensen en voor heel de schepping bedoeld is. Franciscus zelf heeft door zijn hele levenswandel laten blijken dat heili gen universeel zijn, Wie Franciscus uitsluitend beschouwt als de grote dierenvriend - zoals op de prent in de kamer van mijn bovenbedoelde ken nis - doet hem ernstig tekort. Zijn 'come-back' is overigens met aan Franciscus' dierenliefde te danken, maar aan het feit dat hij onder zijn grauwe pij nagenoeg alle idealen die momenteel de jeugd bezielen, beli chaamt. Zijn levensstijl is feitelijk dat wat tegenwoordig 'de nieuwe le vensstijl' heet. Door velen die een studie van zijn leven en zijn leer heb ben gemaakt wordt geconstateerd dat Franciscus eigenlijk een zeer moderne heilige is. Hij geeft - bij voorbeeld in zijn prediking tot de vo gels en in zijn wereldberoemde 'Zon nelied' een kosmische dimensie aan het heil. „Talloze christenen kunnen deze dimensie, die hen herinnert aan het feit dat ook de mens deel uit maakt van de geschapen natuur best gebruiken als correctie van hun overmatige betrokkenheid op het persoonlijk zieleheil", schreef ds J. K. van den Akker onlangs. De betekenis van Franciscus voor ons, mensen van de 20e eeuw. wordt wellicht nog duidelijker als men weet dat er in de VS stemmen opgaan (zo wel van christenen als van atheisten) om Franciscus uit te roepen tot het idool van de natuurbeschermers en de ecologen. Vroeger zeiden wij: 'schutspatroon'. Franciscus, zo kan zonder overdrijving worden gezegd, is een levende, boeiende en belang wekkende figuur van internationale Hippu ie xi.ls Franciscus nu tussen ons in leefde dan zouden wij hem een hippie noemen, maar dan een volmaakte. Zelfs nu, 750 jaar na zijn dood. komt Franciscus in de biografieën die er over hem bestaan op ons over als een mens die een gewoon leven op bui tengewone wijze leefde. Hjj bezat een weldadig gevoel voor humor. Hij is wellicht zelfs de eerste 'streaker' in de geschiedenis van de kerk. Hij was vredelievend op de manier waarop de mensen die atoomproeven op eiland jesin de Stille Oceaan probeerden te verhinderen, vredelievend waren Deze mensen, u herinnert het zich nog. begaven zich met bootjes tot in het proefgebied en zolang zij daar ronddobberden kwam er geen atoombom tot ontploffing. Francis cus zocht in zijn tijd, waarin de bloedige kruistochten huishielden onder de Mohammedanen, persoon lijk contact met de leider van de vijandelijke troepen, een sultan om hem van zijn hoogachting te laten blijken. Maar de leer van Franciscus of liever: dat wat hij wezenlijk was, vindt pas volledig uitrukking in de alomvat tende liefde die Franciscus voelde voor de totale schepping. Een tweede Detail vaneenschilderijindebaseliek van Assin. melijk nutteloos. „Wie de kerk lief heeft moet voor haar willen lijden", zei hij. En hetzelfde standpunt nam hij in ten aanzien van heel de schep ping. Benovatie He, kenmerk bij deze man, die de mis standen in kerk en maatschappij van zijn dagen drommels goed heeft ge zien en begrepen, was zijn inzicht dat ertussen God en de individuele mens geen macht kan en mag worden tus sengevoegd. Hij leefde zijn heilig le-- ven dan ook als het ware ondanks de kerk en ondanks 'de heer paus', zoals hij hem noemde. Hij bejegende de machtige instituties met een soort onverschillig respect. Hun feilen zag hij scherper dan wie ook. Maar Franciscus was er niet het type naar om spandoeken te torsen. Dat vond hij wat al te gemakkelijk en ta- let feit van de 'renovatie' van een verloren gewaand stuk heiligenver ering. zoals ten aanzien van Francis cus het geval is. mag ons welkom zijn. Het is goed dat wij van heiligen, helden, grote denkers en andere figu ren uit het verleden, de menselijk heid beginnen te ontdekken. Daar door kunnen zij van hun voetstukken afdalen en plaats nemen temidden van ons, waar zij behoren. Op het voetstuk zijn heiligen en helden ta melijk ongevaarlijk, maar in de wer kelijkheid van vandaag geplaatst, moeten wij rekening met ze houden. In deze zin is het van belang om te weten dat Franciscus, die immers heel de schepping als één wonder bare en grandioze eenheid zag. een eind maakt aan het aloude misver stand dat de mens alleen doel. triomf en heerser van de scheppmg is. Zijn zendingsopdracht in de wereld vatte hij op als het verkondigen van de eenheid en broederschap van heel de schepping en op die wijze straalde hij Gods geest in de wereld uit. Het Zonnelied, dat door velen wordt be schouwd als een psalm, is de hymne die Franciscus God doet loven zowel om als door zijn schepping. Terzijde zij opgemerkt dat er diepzinnige stu- diesbestaan over de vraag of Francis cus nu het begrip 'om' of het begrip 'door' heeft bedoeld toen hij zijn Zonnelied schreef. Hij hanteerde namelijk het Latijnse woord 'per', dat zowel het één als het ander kan betekenen. Volgens mij gebruikte Franciscus het woordje 'per' in zijn beide betekenissen, integraal - zoals het in zijn wijze van denken past. De mystieke eenheid van heel de schepping is een leerstuk waarin Franciscus op frappante wijze wordt ondersteund door een populaire theoloog en wetenschapsman uit de 20ste eeuw: Teilhard de Chardin, wiens theologie eveneens kosmisch is. Franciscus en Teilhard herinne ren er ons. ieder op hun eigen manier aan, hoe groot het gevaar is dat wij zondigen tegen de schepping. De Franciscaanse geest houdt, zoals wij zeggen, meer in dan het aardig zijn voor dieren, zoals de door Teil hard ontwikkelde theologie wat meer is dan een godsdienstige basis onder de evolutietheorie. Van beide grote geesten gaat een machtig, en vandaag de dag levensbelangrijk moreel reveil uit. Franciscus en Teilhard leggen de grondslagvoor een ecologische theo logie - een theologie van ons leefrni- lieu, onze 'UmwelL', zoals men veel treffender in het Duits zegt. Dat er aan zo'n theologie behoefte bestaat zal iedereen beamen, die de cynische uitspraak van een Amerikaans mi lieudeskundige leest: „In slechts één opzicht is de mensheid één - en wel in haar milieuvervuiling". V* rijwel iedereen ziet in dat de aan tasting van de biosfeer ons op den duur zelf de kop kan gaan kosten. Maar de morele en godsdienstige di mensies van onze bedrijvigheid ont- gaan ons gewoonlijk. Het is Francis cus die ons - 750 jaar na zijn dood - daarmee confronteert. De natuur die hij bezingt is zo heilig, zo geheel door trokken van God. dat het vernielen ei-van schennis wordt. De mens is ge roepen tot beheren en bewaren van de schepping- niet tot haar verkave ling. Het is het signaleren waard dat er in de protestantse kerken en ook in de wereldraad van kerken meer daad werkelijke belangstelling voor deze Franciscaanse kijk op de schepping bestaat dan aan rooms-katholieke zijde. Ook durft, met name de wereld raad van kerken scheipere conclu sies te trekken. Zo constateert de wereldraad: indien onherstelbare milieuverwoesting zonde is. dan zijn de processen die dat euvel bevorderen eveneens zon dig. of op zijn minst aanleidingen ol voorwaarden daartoe. Wie derhalve inziet dat een ongebreidelde econo mische groei een werkdadige milieu zorg onmogelijk maakt, zal met het dogma van deze economische groei moeten afrekenen. Maar is onbeperkte economische groei dan zo gevaarlijk en - in een aantal gevallen - zo zondig en laak baar? „Zonder economische groei zou er immers geen groeiende wel stand kunnen zijn en het stoppen er van zou wellicht nog de grootste schade toebrengen aan hen die van deze groei nimmer enig profijt heb ben kunnen trekken", zeggen velen. 'Morele aspecten zitten er nauwelijks aan'. Men moet voor de aardigheid het on derstaande citaat eens lezen. Het is genomen uit een rede die de be faamde econoomKeynes in 1930 voor zijn volgelingen hield. Keynes zei: „Nog minstens honderd jaar moeten wij onszelf en iedereen wijsmaken dat eerlijk gemeen is en gemeen: eerlijk. Want gemeen is nut tig en eerlijk niet Hebzucht, woeker en voorzorg moeten nog een tijdlang onze goden zijn. Want zij alleen kun nen ons uit de tunnel van de econo mische nood naar het daglicht lei den". Uit deze woorden blijkt op een vreeswekkende wijze dat Keynes, die door velen als economisch wonder kind wordt verafgod, terdege de mo rele consequenties van de onge remde economische groei inzag. Men zal, na lezing van het citaat uit zijn rede, beseffen dat de come-back van Franciscus geen dag te vroeg komt. Er is een maar al te grote behoefte aan een eigentijdse ethiek van de vooruitgang en aan een theologie van ons leefmilieu dat helaas de ge volgen van Keynes' stoutmoedige theorieën te dragen heeft. In deze nieuwe theologie zal het begrip moe ten worden uitgediept, dat de Gods- ontmoeting niet alleen in het con tact met de medemens wordt ver werkelijkt, maar dat deze Godsont moeting evenzeer in het niet- menselijke deel van de schepping plaatsvindt. Wat Franciscus ons wil zeggen is. dat de mens niet de maatstaf van alle dingen is. Dat hij niet alles wat hij kan ook metterdaad moet willen en dat hij weer oog moet krijgen voor de mystieke eenheid van God met en in de schepping. A, F. M. C. Koopman van en voor de draaitafel van en voor de draaitafel van en voor de draaitafel van en voor de draaitafel van en voor de draaitafel van en i Wat vijftien jaar geleden in plateniand een gebeurtenis was. is langzamerhand aan de orde van de dag: het lijkt erop, of het na jaarsseizoen pas compleet is, als er wéér een nieuwe cyclus met Beethoven-symfonieën bij is. Hans Schmidt-Isserstedt, Karl Bóhm. Ru- dolf Kempe, Georg Solli tekenden er de afgelopen vier, vijf jaar voor en ditmaal is Rafael Kubelik aan de beurt. Zijn visie op Beethovens negen tal verscheen bij DGG en ere wie ere toekomt: als er van de intussen legio opnamen van de Negen een aantal zouden moeten afvallen - de cyclus van Kubelik zou zonder twijfel over eind blijven. Hij biedt een vitale Beethoven. Zijn vertolking van de negen sy mfonieén is er niet alleen één zonder werkelijke in zinkingen, ze werkt bovendien cumu lerend en heeft dat bijvoorbeeld voor op de cyclus, die vorig jaar van Georg Solti op de markt kwam. Kubeliks cy clus heeft in vergelijking tot alle andere complete opnamen bovendien een opmerkelijk aspect: de dirigent zette zijn visie op Beethoven op de plaat met behulp van negen - veelal zeer befaamde - orkesten. Behalve de kwaliteit van de uitvoeringen zelf, vormt dat een boeiend bijkomend element van het achtplaatsalbum. waarin DGG de symfonieën vatte Een tweede bijzonderheid is de regist ratie: de opnamen van de negen orkes ten werden gemaakt op acht locaties 'in drie continenten', zoals DGG het wervend en wijds in de documentatie bij hei album omschreef Dat brengt om te beginnen verschillende opna mekaders binnen het gehoor. Maar bovendien zetten de technici de orkes ten op verschillende manieren voor de luidsprekers. De opnamen van de tweede symfonie door het Concertge bouw Orkest, de vijfde door het Boston Symphony Orchestra, de zesde door het Orchestre de Paris en de negende door Kubeliks 'eigen' Symfonie-Orchester des Bayerischen Rundfunks gebeurden in een periode, dat van deze werken concert uitvoeringen werden gegeven en de vertolkingen laten de orkesten in de 'concerteopstelling' horen. De vijf an dere symfonieën komen van het Londen Symphony Orchestra (de eer ste), het Israël Philharmonic Orchestra (de vijfde), de Berliner Phil- harmoniker spelen de Eroica. de Wie ner Philharmonikertekenenvoordeze- vende en de achtste komt van leden van het Cleveland Orchestra. Bij die vijf werken gaat het om studio opnamen. waarbij onder meer de eerste violen links en de tweede violen rechts werden geplaatst. Die verschillende opstelling van de orkesten kan licht verwarrend werken en de appreciatie van de uitvoeringen 'oneigenlijk' beïnvloeden. Hoe voor treffelijk de vier symfonieën in de con certopstelling ook zijn opgenomen - en voortreffelijk is het - de registraties met eerste violen links en tweede violen rechts maken het klankbeeld en daarmee de partituut net nog iets doorzichtiger, Al moet men een uit zondering maken voor de opname in het- Concertgebouw, die werkelijk fa buleus klinkt, en de specifieke klank van het Amsterdamse orkest beter hoorbaar maakt dan doorgaans in dc Philips-opnamen van het ensemble gebeurt De uitvoeringen zelf. De eerste twee symfonieën uit Londen en Amsterdam horen tot de beste uitvoe ringen, die van beide werken voor handen zijn en steken die van 'The Academy of St-Martin in the Fields (Philips) naar de kroon: vertolkingen vol jeugdige geestdrift. Zonder onstuimig te worden wordt ook de vierde door het Israëlische or kest en de achtste uit Cleveland vitaal en energiek uitgevoerd, van met name de achtste zouden we zo gauw geen recente lezing weten, die de humor zo gaaf overbrengt, Kubelik doet de allure van de derde (Berlijn) en de vijfde (Boston) alle recht, de zesde (Pa rijs) gaat vloeiend en zonder opsmuk en de negende krijgt de cumulerende werking, die ze nodig heeft zonder 'on persoonlijk' te klinken Van de zevende geeft Kubelik een alleszins respectabele uitvoering, maar - ter wijl de Wiener Philharmoniker met dit werk toch wel raad weten - het merkwaardige is. dat men iets van de spontaniëteit mist. die vrijwel alle an dere uitvoeringen kenmerkt. Samen vattend derhalve: Kubeliks Beethoven-cyclus is niet teveel. Rest de vermelding, dat de dirigent gul is met herhalingen, dat ook die plaatr kanten met meer dan een halfuur mu ziek - de vierde - globaal van dy namiek zijn en dat op de minder be deelde plaatkanten best nog een toegift had gekund - in ieder geval op die met de elf minuten speelduur van het Concertgebouw Orkest (DGG 27401551. - 'ntra ten in de Gereformeerde Kerken, schrijft de hoofdredacteur, dr.; 8g Masselink: „Na ons vorig artikel 'Wij Verontrusten', kijken we nu na! de andere kant. Je kunt hen eigenlijk niet de niet-verontrusten nï men; want die zijn er vandaag haast niet. Dat is een juiste opmèrklJ Wanneer er in een kerk. in een gemeente spanningen zijn die deeè heid dreigen te verscheuren, hebben niet alleen zij die zich opeulji verontrusten noemen, maar eveneens zij die zich niet aan hun kal scharen, daarvan hun pijn en last. De verontrusten kijken naar degat van zaken in hun kerken en zij zouden een heleboel dingen andert willen. Vooral de gang van zaken op hun synode is een permanent do-, van hun aanvallen. Het is vooral ae kwestie van de leertucht die nji wordt gehandhaafd, zoals zij dit nodig achten. i\Iaar natuurlijk spel^ er ook allerlei andere zaken doorheen, zoals dat .gebruikelijk is wat neer in een kerk, in een gemeente verschillend gedacht wordt ove kerk en geloof. Dr. Masselink wil in zijn tweede ar- tikel nu eens niet, naar de verontrusten zien. maar hij wil kijken „naar de an- dere kant". Daar heelt men, volgens hem. van de verontrusten 'een ver- krampt beeld, alsof die geen Ideaal hebben dan alles van vroeger terugd- raaien." Wanneer we nu denken dat hij een eerlijk beeld zou tekenen van hen die zich niet bij de verontrusten aan- sluiten, dan hebben we het mis. Dat blijkt, al heel spoedig. „In hun gedrag zjjn zij vals-gerustem die maar éen vorm van wijsheid kennen: je moet ge- duld hebben. Er zijn vaker donkere tijden voor kerk en christelijk geloof geweest, het zal nu ook wel loslopen." Het artikel eindigt dat die valsgerus- ten nogal de les wordt gelezen, zij het dan in wagende vorm. Hij gaat niet in op de vraag die hier ligt waarom 'de andere kant' bang is voor wat de ver- ontrusten zien als hun ideaal voor kerk en geloof. Dat konden we trouwens van hem niet verwachten. =j Op de laatste zitting van de Gerefor- meerde Synode hebben de verontus- ten ook weer voor de nodige discussie gezorgd. Door de kerkeraden van Baambrugge, Heinenoord. Nieuwdorp en Urk was een aantal voorstellen in- gediend en daaronder was er een om het mogelijk te maken dat leden van een bepaalde kerkgemeente (om het nieuwe woord te gebruiken dat de vo- rige maand in Utrecht werd voorge- steld waar de gereformeerden 'kerk' en de hervormden 'gemeente' bezigen) ook zonder toestemming van hun ker- keraad, kunnen bedanken voor hun plaatselijke kerk. om zich dan als lid- maten te laten inschrijven bij een an- dere kerk binnen eigen kerkverband. E= Leden van de Gereformeerde Kerk te Borssele, om een voorbeeldte noemen. zouden op die wijze lid kunnen worden van de Gereformeerde Kerk te Nieuw- dorp. omdat zij zich daar. wat leer en praktijk betreft, meer thuis gevoelen. Nu zijn er protestantse kerken waai' zo iets mogelijk is. We kennen tenminste EEE éen buitenlandse kerk waar men zulk ccn systeem heeft. Bij verhuizing kan men lid blijven van de gemeente waar- toe men behoorde. Wat betekent in de tegenwoordige tijd met zijn vele auto's 10 of 15 k.m.? Maar de praktijk is zo, dat het niet aanbevelenswaardig is. Onherroepelijk komt er een zekere vervreemding van de kerk, is het niet bij de ouders dan bij de kinderen. Iels dèrgelijks zouden de vier genoemde kerkeraden ook willen, omdat er nu eenmaal kerkleden zijn die zich in ei gen gemeente niet meer thuis gevoe len. Wanneer zulk een noodmaatregel (zo werd het voorstel genoemd) er niet zou komen, dreigen leden over gaan naar een ander kerkgenootschap en dit zou nog erger zijn. Maar het is na tuurlijk ook mogelijk dat leden van de Gereformeerde Kerk te Nieuwdorp zich op deze wijze zouden laten over schrijven naar die van Borssele ook omdat zij zich in eigen kerkgemeente niet meer thuis gevoelen. De het reeds een kerksplitsing met -± narigheid van dien. Gaat het in geval reeds niet om onverzoenl geachte standpunten e komen terug op het voorstel! de vierkerkeraden, waarde verontn ten blijkbaar de overhand hebben,) leden van een bepaalde kerk ge meet zich kunnen laten overschrijven, zonder bewilliging van hun kerkerai naar een andere kerkgemeente bint het eigen kerkverband, waar mens vanwege de leer en de prak; waarlijk thuis kan gevoelen. Die en praktijk hangt af van de kerkerat de predikant en de ouderlingen. Md men zal toch wel degelijk rekeic moeten houden met hetgeen er int geheel van de gemeente leeft. Wam,: er eens tot tuchtoefening wordt ot gegaan, komt de gemeente gewoon!; los. Ook in de gereformeerde keft blijkt in vele gevallen de predikant; sleutelfiguur te wezen. Aan hem ij prediking toevertrouwd en hij is: voorzitter van de lierkeraad. Wat! denkt en zegt en doet is van groot) lang. De uitspraak die we eens hot den over een vereniging dat ze moei! verder komt dan de voorzitter den! kan men ook laten gelden voor kerkeraad en dat zeker wanneer de den nogal eens wisselen. Wanneer ei een kerkgemeente een andere pre kant komt. kan dit betekenen eenv andering in het beleid. Wanneer verstandig is, zal dit niet ineens gebi ren, maar zo langzamerhand zal kerkgemeente toch wel bemerken er met een andere predikant ook e andere geest in de kerkeraad is men. Bovendien preekt en catec seert iedere predikant op eigen wij Hij mag zich nog zo aan de bijbel ho den, hy moet het Woord vertalen deze tijd. En daarin zit nog al eenst- deel van de moeilijkheden die in kerkgemeente kunnen ontstaan. alles is zo'n algemeen verschijnsel, i je het in alle kerken kunt waarnemt De rooms-katholieke parochies, ws de pastoor (vroeger althans) een n grotere invloed heeft gehad dan predikant in een protestantse e meente vormen hier natuurlijk., uitzondering. Waar moeten ledenj zich naar een andere kerkgemi hebben laten overschrijven dan b: ven, wanneer er een andere predikt komt en met hem een andere praktij; Ee, Je Gereformeerde Synode zat niet alleen met het voorstel van de vier be zwaarde kerkeraden, maar ook met het feit dat binnen verschillende gere formeerde kerkgemeenten noodge- meenten zijn ontstaan In de her vormde kerk sprak men vroeger in zo'n geval van evangelisaties. Tegenwoor dig heten deze dan buitengewone wijkgemeenten in wording. Maar de praktijk is nagenoeg dezelfde. Voor een beperkte tijd is deze regeling in dertijd door de Hervormde Synode aangenomen, in de hoop dat men el kaar wel zou vinden. Dat is nagenoeg niet gebeurd en daarom is de regeling verlengd zonder weinig of geen voor uitzicht dat er inderdaad een overeen komst met de plaatselijke gemeente zou komen. We hoorden eens een her vormd synodelid de verzuchting sla ken: hoe komen we er ooit weer vanafi Daarmee zit men nu ook op de synode van de Gereformeerde Kerken. Is offi ciële erkenning van zulk een noodge- meente mogelijk? Het voorlopig ant woord van de synodale commissie die zich met deze aangelegenheid bezig hield luidde ontkennend. Het geval op Urk laat ons trouwens zien dat men met het stichten van zulk een nood- gemeente zich reeds innerlijk kan hebben losgemaakt van heel het kerk verband. om over te gaan naar een an der kerkgenootschap. Het zal in alle kerkgemeenten waar zich Zulk een noodgemeente heeft geformeerd, wel eens moeilijk, zo niet onmogelijk blij ken elkaar met liefde te dragen, zoals op de synode is voorgesteld. In feite is j en van de leden van de Synode v de Gereformeerde Kerken is ds. E, Oomkes, een van de voormannen vi de verontrusten. Hjj heeft zich klaard tegen het voorstel van de v. verontruste kerkeraden. Volgens is verslag van de synodezitting, dat lazen in Trouw', kon men een spe. horen vallen toe hij sprak. „In een wogen betoog" heeft hij zijn houdir, verklaard. „Mijn hart ligt bij hén melijk bij de vier kerkeraden) me: mijn kerkelijk geweten zegt nee tege hun voorstel. In feite vragen zij te lep liseren, dat wij modaliteiten-kerk geworden. Wij mogen ons bij de situs tie met neerleggen. Doen wat de broeders voorstellen, zou betekene een Berüjnse muur door onze kerke bouwen. Dat zou ik vreselijk vinde: Met heel mijn ziel verlang ik naar gemeenschap van alle heiligen, nl: die van een geselekteerd gezelschap Aldus het verslag. Daarmee sloot h aan bij de synodecommissie die de zaak had voorbereid. „Men vraagt feite regelingen om de ene kerk me haar verscheidenheid, rijkdom en moe te mogen opsplitsen in clubs v£ gelijkgezinden. io groepen waar me zich thuis voelt." De dieper liggende vraag is hier: wat; een kerk; wat is een kerkgemeente Bestaat die uit mensen die elkaï hebben gezocht en gevonden en zich aaneengesloten hebben om s: men een kerk. een gemeente te va men? Of moeten we ons houden aa wat zowel de Heidelbergse catecht mus. als de Nederlandse geloofsbeli, dems (zie zondag 21 en art. 27) ons li ren. dat het niet mensen zijn die c: kerk maken, maar dat het Christus die de zijnen verzamelt? In dit laatst geval, kun je moeten voortgaan anderen, waarbij je jezelf nu niet zo d: reet thuis gevoelt misschien, maar me wie je toch een dieper liggend verban; kent. b lijd van liet nii-nwe huis kunne: vijken kompleet met grote flatge r getekend. Er is een tijd geweeS e nieuw e woning is nog steeds iet weetic wereldoorlog Overal kun je dal nieuwe huis zit houwen erbij. Hel aangezicht van om dal wemcl icdernieuw huisgelukkig aantrekkelijks. Maar we voelen dat er ook een andere kant Is. Wat een chaos heeft de naoorlogse verhuis woede in ons landscnap aangebracht. En wat te denken van de verwarring, die daarmef parallel in net geestelijke vlak zich heelt vollrokken.De albraak van allerlei lë vensverbanden is onvoorstelbaar groot. Zulke verbanden groeien lang niet zo snel als eer nieuwe wijk zelf Toch nebje ze broodnodig. Sinds de grote volksvernuizing van onze tijd is een brok onrust ons blijven beheersen. W, zijn niet meer zover gekomen dal we ons ergens eent gingen vestigen We wónen nergeai: meer In de nieuwbouwwijken hebben we ons adres en nog watspullen We rusten er af en totj wat, maar wijzelf zijn daar met meer, altijd al weer bezig met net volgende. Wij zijn zwerver-I geworden. Je trelt ons niet meer zo gemakkelijk. Wij vertonen ons trouwens ook niet#! graag Er zijnzelis gedeelten in ons bestaan, waar we altijd alleen zijn. Daar komt zelden nooit een mens. Er zijner nogal waldiedat al neel gewoon vinden. En er zijn er inmiddels oe nee! wat. die er neilig van overtuigd zijn dat een mens ook niet meer is dan watje van hen doorgaans ziet. Zoiets kan mij wel eens naar de keel grijpen. Zijn we op weg karikaturen te worden? Mauij toen, net gebeurt gelukkig nogal eens dat je er één tegenKOmt midden In die op, drmsenge wereld van ons vol roerende en onroerende goederen. Een heus mens( voorbij aÈ kreterigneld en acnter alle verbittering. En dan omvang je weer dat onontkoombare gevoe dat wij mensen wel degelijk een nemelse vader en nog veel meer hebben. Met minder kunne wij net maar moeilijk doen. D.A. Vanhaelen. Oost-Soubun

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 1976 | | pagina 18