GOED TEGENSPEL „Niemand in Nederland en Europa is gediend met een verpest Zeeland" TOERNOOIEN IN REYKJA VIK EN SOTSJI i m i a 1 1 t; 1 PZC/zaterdagkrant 21 ZATERDAG 16 OKTOBER 1976 schaken/c. jansen In Reykjavik behaalde Jan Timman een fraaie eerste plaats samen met de IJslandse grootmeester Fridrik Olafsson. Beide grootmeesters na men al meteen bij destartde leiding. Tegen het einde van het toernooi kwamen Tukmakov en Najdorf ge vaarlijk opzetten, terwijl Timman door twee nederlagen in moeilijk heden kwam. Door een scherpe eindsprint wist hij toch nog de kop van het peloton te bereiken. Tim man speelde zijn partijen iedere keer op buigen of barsten, terwijl Olafsson wat voorzichtiger ope reerde. Ongeveer gelijktijdig was Hans Ree actief m het Russische Sotsji. De eer ste rookloze stad ter wereld. Het toernooi werd gewonnen door Polu- gajewski en Swesjnikow. Beiden scoorden 10 punten uit 15 partijen. Ree werd tiende met 7 punten. Dat was een redelijk resultaat gezien de sterke bezetting. Naast Poluga- jewski waren o.a. de grootmeesters Tsjesjkowsld, Adoijan, Gheórghiu, Kuzmin en Geiler van de partij. Uit Reykjavik de partij Wèsterinen - Timman. Wit: Westerinen; Zwart; Timman. Spaanse partij. Ie4 e5 2.Pf3 Pc6 3.Lb5 a6 4.La4 P6 5.0-0 Le7 De open-verdediging (5.,.Pe4:) wordt op meestertoemooien nog zelden ge speeld. 6.Tel b5 7.Lb3 d6 8.c3 0-0 9.h3 Pb8 Deze vreemd aandoende terugtocht heeft vooral sinds de match Fischer-Spassky (1972) veel aan po pulariteit gewonnen. Er ligt een hy permoderne gedachte aan ten grondslag: de paarden horen achter de eigen pionnen. 10d4 Pbd7 ll.Pbdï Lb7 12.Lc2 Te8 13.Pfl LfS Zwart ontwikkelt druk tegen e4, om wit tot opspelen (d5) of ruil (de5:van de d-pion te dwingen. 14.Pg3 gfi 15.a4 c5 16.b3? Stelt zwart in de gelegenheid het centrum met voordeel open te bre ken, Zie diagram. 1Gd5! In vele varianten van het Spaans is deze zet mogelijk. Doordat de zwarte stukken iets actiever staan opge steld. is het hier helemaal fijn voor zwart. 17.Pe5: Pe4: 18.Pe4: de4: 19.Lf4 Tweemaal slaan op e4 leidt natuur lijk tot stukverlies, omdat de dame op dl ongedekt komt te staan. 19....cd4: 20.cd4: f6 21.Pg4 gal Timman is nog nooit bang geweest, en daar is nu ook geen reden voor. 22.Lh2 f5 23.Pe5 Ld6 24.ab5: ab5: 25.Ta8: La8: 26.b4?.„ Wit staat natuurlijk niet zo erg goed meer. maar dat is nog geen reden om zomaar een pion weg te geven. Wit hoopte natuurlijk op tegenspel langs de diagonaal a2-8. maar daar komt helemaal niets van terecht. Timman voltrekt de executie krachtig en snel. 2G....Pe5: 27.de5: Lb4: 28,Lb3-r Kg7 29.Dd8: T(18: 30.Tal Lc5 31.e6.... Deze pion komt niet ver. 31f4 32.g3 e3 Deze vrijpion is heel wat gevaarlijker 33.gf4: ef2: 34.Kfl Le4 35.Ldl Td2 3G.Le2 Lfö Wit gaf het op. Een spel van kat en muis. In Sotsji verloor Hans Ree een inte ressant eindspel van Zaitsjew. Een klassiek doorbraakgeval. dat onget> wijfeld een plaatsje in de leerboekjes zal krijgen. Zie diagram: Of Ree zich na l.Kg6 van geen kwaad bewust was, is niet bekend. Het ver volg zal hem in elk geval onaange naam zijn geweest. I....h4! 2.gh4:... Er zit niets anders op. 2„..Lb4U een daverende verrassing. fj: ;y m 0 Ree 3.e6 g3 4.e7 Le7: 5g3: Lb4! Opnieuw' 6.Lf2 Lc5'.! 7.Lel f2 Wit overschreed de tijd. Hij had ook op kunnen geven. Een eventueel res terend pionneneindspel is verloren. De Nederlandse Bond van Corres pondentieschakers (NBC) draagt de lezers van de PZC een warm hart toe. Zij stelt 25,- beschikbaar voor de goede oplossers van het onder staande probleem van Jac. Haring. De oplossing moet gezonden worden naar: Appelstraat 141 te Goes. Uiter lijke datum 21 oktober. Wit: Kc8 Tb7 Tc5 Dc3 Pc2 Pc4 La6 Lc7 pion c6. Zwart: Ke4 Dg5 Tg6 T12 Le5 Lg4 PI8 Pg7 pionnen e3 e6 e7 f3 g3 Ziet u de IO? Op 20 oktober komt de NBC op de TV! Een zeer vitaal onderdeel in bridge is het tegen spel. In onderstaand spel uit een viertallenwed- strijd leverden OW mei hun subtiel tegenspel een prestatie van formaat en wanneer er een schoon heidsprijs te verdienen was geweest zouden zij zeker een goede kans hebben gemaakt. NZ waren via Zuid 1 Sch.-noord 3 Ru; Zuid 3 Sch-noord 4 SA: Zuid 5 Ha (2 azen) beland in 6 Sch, te spelen door Zuid. Sch. H 10 4 Ha. 7 6 Ru A H V B 2 K1AV6 Sch. B 2 Sch. V 9 7 Ha. B 9 8 w 0 Ha. H 10 5 4 3 Ru. 9 7 Z Ru- 8 6 5 4 KI. B 10 9 8 3 2 KI. 7 Sch. A 8 6 5 3 Ha. A V 2 Ru. 10 3 Sch. H 5 4 West kwam uit met KI B en het is nauwelijks te zien hoe zuid down zou kunnen gaan. Niettemin gebeurde dat en wel'op de volgende manier. West kwam uit met KI B door zuid genomen met de heer. In slag 2 werd een kleine schoppen gespeeld naar de heer en oost speelde de vrouw'. Oost realiseerde, zich dat het contract normaal gespro ken niet- down te branden zou zijn - uit het bied ver loop was immers gebleken dat zuid een 5-kaart schoppen moest bezitten en dat NZ over alle azen beschikten-én hij speculeerde erop dat west wel licht-aan slag zou komen, waarna deze door klave ren na te spelen de downslag zou kunnen bewerk stelligen. En hoe gelijk kreeg Oost-Zuid, een sterke speler, moest zich nu wapenen tegen de volgende mogelijke schoppenverdeling; Sch. A 8 6 5 In dat geval moet zuid uit eigen hand een kleine schoppen spelen naar de tien daar bij schoppen spelen vanuit noord twee slagen verloren gaan. Zou oost van huis uit Sch V B scc hebben gehad dan gaat eveneens maar één schoppenslag verlo ren en is het contract veilig. Zuid ging met Ru 10 naar de hand en vervolgde in slag4 met Sch 5. West maakte totzijn verbazing de kale Sch B en toen hij zijn partner nog zag bekennen, ging het bekende lampje branden. Westspeelde prompt klaveren na. door zijn partner dankbaar ingetroefd. Sch. H V 9 6 3 Ha. A V 9 5 2 Ru H2 KI. 6 Sch. 2 Sch B 7 5 Ha. B 10 6 N Ha H 7 Ru. A V B 7 3 z Ru 10 8 6 5 KI. H 7 5 2 KI B 10 4 3 Sch A 10 8 4 Ha 8 4 3 Ru 7 4 KI A V 9 8 Een aardig spel uit recente toernooi-praktijk. Zuid moest 5 Sch spelen nadat niet-kwetsbare west nog 5 Ru had geboden na 4 Sch. Zietu hoe zuid zijn contract kan maken? Met open kaart niet moei lijk. Maar ook met dichte kaart is de goede speel wijze te vinden. Zuid gaat hoe dan ook snijden op Ha H. Hij moet dat doen door in de eerste ronde de 9 te leggen en in de tweede ronde de vrouw. Er gaat immers altijd een hartenslag verloren en op deze wijze neemt zuid gratis de kans mee op Ha. B10 bij west. Zoals hier! Bridge/T. Schipperheyn Sch. geen NW-BESTUURDER WIM PEL: 'IN ZEKERE ZIN ZEEUWS REGIONALIST' d van buitenaf betelcent nieuwe werlozen MIDDELBURG - „Arbeidsplaatsen scheppen, die in de eerste plaats be stemd zijn voor de eigen Zeeuwse be volking. Geen 'immigratie' in Zee land, die 'nieuwe werklozen' met zich meebrengt. Geen sterk accent op be volkingsgroei - van buiten af-". Deze eisen vindt men niet in het program van één of andere zich 'Zeeuws- nationaal' noemende partij, zoals bij voorbeeld Friesland die kent. Men vindt ze geformuleerd in het verslag over de regionale activiteiten juli 1975- juli 197G van het N.V.V.-district Zeeland. Verantwoordelijk voor dit document, dat op de NVV-distnctsvergadering van 13 november in Goes ter discussie zal liggen is het districtsbestuur. De auteur namens dat bestuur is Wim Pel, districtsbestuurder voor Zeeland van het NVV. Wim Pel is al eens een enkele maal gekscherend 'een Zeeuws natio nalist' genoemd. Deze oorspronkelijk uit Gorkum afkomstige Middelburger lacht er om, maar zegt dan onmiddel lijk: „Zeeuws nationalist, of zo je wil Zeeuws regionalist? Nou. dat ben ik in zekere zin wel. Wat verwacht je anders van me? Ik ben door het NVV inge huurd als districtsbestuurder voor Zeeland, om daar de belangen te be hartigen van de mensen die daar wo nen. En dat 'daar' dat is Zeeland." Hij gaat verder: „Ik ga cr niet aan voorbij dat Zeeland in Nederland ligt, en daarmee in Eu ropa en de wereld. Maar het is wel onze taak cr voor te, zorgen dat Zee land niet verpest wordt, want daar is niemand in Nederland en Europa mee gediend." Wim Pel zegt van mening te zijn dat een groter geheel als een provincie al leen goed kan functioneren als het is opgebouwd uit in zich-zelf evenwich tige, harmonieuze onderdelen: ..Daar zal in Zeeland het beleid op gericht moeten zijn." Wie Wim Pel beluistert, en het verslag van het Zeeuwse NVV- dis'trictsbestuur leest. weet. dat men in die kring vindt dat liet beleid wel wat 'om' moet. Waarom is men in de kring van het Zeeuwse NVV-bestuur so 'Zeeland- gericht' geworden? Waarom ligt. er de nadruk nu sterker op 'Het eigen Zeeuwse'? Wim Pel; „Je moet geen tegenstellin gen gaan oproepen tussen NVV-ers van vóór en van na 1960. Dezelfde mensen van bijvoorbeeld '69 zouden, als zij nu nog in het NVV op onze plaats zouden zitten, tot dezelfde uitgangs punten gekomen zijn als wij. En mo gen wij alsjeblieft mee-evolueren?" Industrialisatie Wim Pel begint bij de industrialisatie van deze provincie, een zaak waar over in NVV-kringen nu heel \vat ge nuanceerder wordt gedacht dan een jaar of acht terug: .We kunnen constateren dat het effect /an de industrialisatie niet louter po sitief is. Maar net zo min als anderen kunnen we nalaten te zeggen dat de werkloosheid voor Zeeland ernstiger zou zijn als die industrialisatie niet had plaatsgevonden. Laten we wel te gelijkertijd vaststellen dat die indus trialisatie niet heeft verhinderd dat ook Zeeland vandaag, met ernstige werkloosheidsproblemen zit." Pel wijst er op dat ondanks de industriali satie Zeeland tot 1974 met de werk loosheid boven het landelijke gemid delde zat, en in '72 zelfs bij het teruglo pen van de conjunctuur de werkloos heid er sterker steeg dan in overige Nederland: „En nu in '76 zien we weer duidelijk dat het Zeeuwse en het lan delijke werkloosheidscijfer naar el kaar toe groeien." Volgens Pel heeft de industrialisatie van Zeeland weinig of geen betekenis géhad voor de gunstige ontwikkeling van de beroepsbevolking: „Het beeid van de jeugdwerkloosheid en van de werkloosheid onder vrou wen is identiek aan overig Nederland. En als we er van uitgaan dat de toe komstige ontwikkeling van de ar beidsmarkt bepaald wordt door de si tuatie van de jeugdigen van nu en we in Zeeland geen kans zien de werk loosheid onder de jeugd naar beneden te buigen, dan zitten we hier in de loop van de jaren met een veel grotere dis crepantie tussen aanbod en vraag. Pel vervolgt: Ik durf de stelling aan dat de werkloosheid onder jeugdigen en vrouwen in deze provincie in ze kere zin mede door het gevoerde be leid dat is gericht op vestigingsover schotten, tot stand is gekomen." Hij vervolgt: men probeert hier nieuwe arbeidsplaatsen te creëren, waarvoor we voor een deel mensen van buiten Zeeland aantrekken. Die brengen weer vrouwen en kinderen mee. en voor die laatsten hebben we op de ar beidsmarkt niks te doen. Dat is nou de reden waarom wij zeggen: „Bij het scheppen van nieuwe arbeidsplaatsen eerst kijken in hoeverre die door de eigen bevolking kunnen worden ver vuld." Het verklaart ook onze houding ten opzichte van de bevolkingspoli tiek voor Zeeland, waarom wij een ex tra groei van buiten-af niet onder schrijven. Wij willen dus niet in de eer ste plaats almaar 'pushen' voor groei. Eerst nagaan' „Hoe liggen de behoef ten bij je eigen bevolking? En wat zijn de aanwijzingen uit het eigen bedrijfs leven, die eer. toename rechtvaardi gen?" Dat is een basis waarop je kunt werken." Groei-nadelen NW-districtsbestuurder Pel vindt dat uit allerlei stukken' blijkt dat het hui dige beleid in-en van de provincie is gericht op extra groei: „Kijk naar het streekplan voor Oost- Zeeuwsch-Vlaanderen. Men kiest daar voor een extra bevolkings groei van een half procent van buiten af. Dat slaat nergens op In feite moet ik constateren dat men nogsteeds uit gaat van het oude motto 'groei is goed'. En dat staat voor ons helemaal niet vast." Wim Pel verwijt de Zeeuwse autoritei ten dat zij wel spreken over het gun stige effect van de groei, maar voorbij gaan aan de nadelen: „Volgens de bevolkingsgroei modellen krijg je steeds meer mensen op dezelfde lap grond en daar het in Zeeland niet tot een spreiding komen kan. zit je dus naar congestiever schijnselen toe te werken. Dat bete kent onder meer dat- het s treek-eigene verloren gaat. althans kan worden aangetast door allerlei ontwikkelin gen, onder meer minder fraaie nieuw bouwwijken bij de steden. Men mag de waarde van de leefgemeenschap en het leefbare op menselijke schaal met uit het oog verliezen." Vraag: ..Zijn er volgens uiv mening waardevolle leefgemeenschappen op menselijke schaal in Zeeland aanwe zig? Met andere woorden: Is volgens u Zeeland zo kwaad nog niet om in te leven? Wim Pel: „Op heel wat plaatsen zijn die leefbare gemeenschappen op een menselijke schaal in deze provincie zeker aanwezig. En Zeeland is zeker zo kwaad nog niet. alhoewel daar zo hier en daar wel wat plussen en minnen bij te zetten zijn." Pel verwijst dan naar een passage uit het districtsverslag waar wordt gewezen op het open land schap van Zeeland waann met zorg functies moetén worden ingepast, maar zodanig, dat de provincie haar aantrekkelijkheid niet verliest. Pel gaat verder: „De belangstelling voor - en de waardering van de leefba re menselijke schaal is j uist in de j aren '70 naar boven gekomen' Ook bij ons. want wij zijn niet zoveel anders dan anderen. Kijk bijvoorbeeld naar het milieu: Tot '68/'69 was er vrijwel geen belangstelling voor milieuproblemen. Die is pas in de jaren '70 gemeengoed geworden." Voorzieningen NW-bestuurder Pel wil nog éven te- rugnaar wat hij noemt 'de nadelen van de groei'; „De voordelen ziet men. Maar stel al zou door het huidige beleid in Zeeland 'n sterkere bevolkingsgroei optreden, dan praat je nog over een extra van nog geen 10 pet. na tien jaar Als dat dan de redding moet brengen, nou. dan is het compleet een verloren zaak En aan die filosofie over toename van het voorzieningenpeil, dat gepaard zou gaan met toename van bevolking. Onze filosofie is dat een voorzienin genniveau niet in de eerste plaats dooi de omvang van de bevolking wordt beheerst, maar door de principiële vraag: „Hoeveel geld hebben we er voor over?" En ook door de bereidheid om onderling door een goede organi satorische opzet tot een goed voorzie ningenpeil te komen. We moeten al van die mentaliteit van 'ieder doip een eigen zwembad." We moeten er één willen en durven bouwen voor drie dorpen, die metal te veruit elkaar lig gen. Men is nog onvoldoende bereid tot meer samenwerking, onvoldoende bereid een stukje autonomie prijs te geven. Die leus 'meer bevolking bete kent meer centen," vergeet die maar, De grootste steden hebben ook de grootste tekorten." Pel wijst ^.weer op het streekplan Oost-Zeeuwsch-Vlaanderen waarin men zegt dat liet wenselijk is om de bevolking, werkzaam in de kanaalzo ne, te laten wonen in West- Zeeuwsch-Vlaanderen: „Want daar dreigt-zozegt men-terug loop van de bevolking die tot ver schraling van voorzieningen zal lei den. Maar als men die bevolkings aanwas voor West-Zeeuwsch- Vlaanderen elders vandaan.haalt, zou dan daar geen bevolkingsverlies gaan optreden met voorzieningen verschraling? En is dat daar dan wel toegestaan?" Nationale taak Pel wijst, ook nog even op de economi sche groei in groter verband. 'Econo misch zijn we duidelijk in een lager groeitempo terechtgekomen. Er zijn grenzen gesteld aan toelaatbare milieuvervuiling, aan de uitputting van de grondstoffen. Verder groeit onze Nederlandse bevolking ternau wernood meerNW- districtsbestuurder Pel besluit: „Alsje in Zeeland een beleid wil van "Zeeland moet groeien' - en dat beleid consta teer ik - dan is dat in feite een bekrom pen regionalistisch denken. Andere aanhangers van de idee - van steeds - maar-groei-voor-Zeeland" komen wel eens aan met 'de nationale taak die Zeeland heeft." Maar waar is die 'na tionale taak' nu eensklaaren duidelijk omschreven? Ik dacht dat de verstede- lijkingsnota die groei taak van Zeeland wel in een ander daglicht had gesteld! Nogmaals, als men werkelijk van me ning is dat groei voor Zeeland zo goed is, dan moet men niet de ogen er voor sluiten dat extra groei bepaalde pro blemen oproept. Daarom zeggen wij: „Baseer je beleid voor Zeeland op de natuurlijke aanwas van de bevolking, op de werkgelegenheid voor de eigen bevolking, dat betekent: op een ge zonde ontwikkeling van de eigen, aanwezige werkgelegenheid in deze provincie. En als je dat doet, dan pas kun je de consequenties nagaan die er uit zouden volgen als Zeeland een stuk zogenaamde nationale taak op zich zou nemen," aldus de lieer Pel. G. C. Van Loo mmen/l.anderson Voor de probleemliefhebbers een drietal vraagstukken van Harry de Waard ter oplossing. Eerst een pro bleem naar een idee van Isodore Weiss: we zien een gave beginstand met een logische laatste zet. Maar na dit rustige begin gaat De Waard uit een ander vaatje tappen. Absurde aanvangsstanden, te vergelijken met de onmogelijke situatie op een voetbalveld, indien bijna alle spe lers van ploeg A zich in het vijande lijke doelgebied zouden bevinden, daarbij constaterend, dat de tegen standers zich inmiddels massaal naar het doelgebied van A hebben begeven. De verbaasde toeschouwer zou zich de ogen uitwrijven en dat doen wij bij de bewuste problemen van de Waard eveneens. .Op het dambord kunnen door deze bizarre opstelling der stukken echter merkwaardige effecten worden be reikt. De problemist is nu eenmaal heerser over het gehele vierkant van de vijftig speelvelden en het zij hem van harte gegund zijn toch al schier onuitputtelijke bron van inspiraties hierdoor nog rijker te kunnen laten vloeien. De Waard is een meester in het optimaal benutten van de totale mogelijkheden, welke het dambord bieden. Oplossingen: No. 1: 37-32 27x42: 26-21 47x13; 21x3 44x35: 23-19 14x32; 3x5 No. 2: 19-14 10x30 ad lib (4 keuzes, komt alles op 't zelfde neer. knap ge vonden); 25x43 28x8; 12x3 38x49; 50- 44 49x40; 48-43 37x39: 46x28 33x22: 17x28 6x17: 3x45 (over 31) 27-31; 47- 42 Curieus. No. 3: 17-11 6x19: 23x14 16x27; 22x42 33x13; 42x24 30x10; 15x4 44x33: 4x30 35x24: 48x39 motiefstand: wit 3 sch. op 39-45-50, zwart 2 sch. op 24-40: zwart aan zet 40-44; 39-34 44-49,34-30 enz.

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 1976 | | pagina 21