Wetenschappelijke begeleiding voor onderwijs onontbeerlijk Laatste vijftig jaar bepaalden p.a.'s onderwijsgezicht Zeeland aanhoudend droog DRIE WEKEN VOOR 2 KEER RIJDEN ONDER INVLOED Een week voorwaardelijk Plus half jaar rijontzegging Explosieven op Axelse begraafplaats verwijderd INLEIDERS OP VNDERWIJSDAG'IN MIDDELBURG: VRIJDAG 15 OKTOBER 1976 M. A. HAGE OP ONDERWIJSDAG BIJ EEUWFEEST: ADVERTENTIE MET NAME BIJ K.O. EN L.O. Van onze ondenvijsmedewerksten MIDDELBURG - „De rijkskweek school heeft in de eerste halve eeuw van haar bestaan maar weinig kunnen bijdragen aan de verbetering van hel onderwijs in Zeeland. De laatste halve eeuw echter zijn de beide Middelburgse pedagogische academies bepalend ge weest voor de kwaliteit van hel Zeeuwse onderwijs, in sterke mate voor het kleuteronderwijs en het laget onderwijs, minder voor het mavo". Dit was één van de conclusies, die oud- rpa-directeur M. A. Hage trok aan hel slot van zijn rede 'Honderd jaar onder wijs in Zeeland' voor een groot gezel schap onderwijsdeskundigen en geno digden op een onderwijsdag in de Mid delburgse schouwburg ter gelegenheid van de viering van het honderdjarig be staan van de rijkspedagogische acade mie te Middelburg, de vroegere rijks kweekschool. In een goed doorwrochte rede, waarin een groot aantal facetten van honderd jaar onderwijs in Zeeland op vaak hu moristische wijze werden belicht, for- muleerdè inleider Hage aan het slot een aantal conclusies: de strijd om de macht in de school tussen overheid en kerk heeft i diep ste wezen zijn betekenis verlorern. Dit als gevolg van de machtige positie, die de kleuterleidster/onderwijzer/le raar heeft veroverd; met name de bekwaamheid en de persoonlijkheid van de man of de vrouw in de klas bepalen de kwaliteit van het onderwijs; in Zeeland wordt aan de ouders slechts zeer sporadisch die invloed toegekend bij het onderwijs, die zij - gezien hun verantwoordelijkheid voor de opvoeding van hun kinderen - verdienen; het moet mogelijk zijn door samen spraak en samenwerking van alle partijen aan het onderwijs een betere inhoud te geven, opdat de leerlingen sterker gemotiveerd aan het onder wijs kunnen deelnemen; gezien de godsdienstige en levensbe schouwelijke samenstelling van de Zeeuwse bevolking en gezien het verwachtingspatroon van de ouders voor het onderwijs zouden meer vormen van samenwerking-ook met het oog op de problemen van de kleine school - moeten worden ge realiseerd. Veranderingen Hoe sterk het onderwijs in Zeeland kwa litatief en kwantitatief in nauwelijks een eeuw is veranderd illustreerde de heer Hage aan de hand van een aantal voor beelden. Opvallend noemde hij de ge talsveranderingen: in 1876,45 peuter- en kleuterscholen in Zeeland tegen 300 nu, 184 scholen voor lager onderwijs, nu 282, verviervoudiging van het aantal leerlin gen bij peuter- en kleuteronderwijs: van 3500 tot 14.500; voorts 22.100 lagere schoolleerlingen tegen nu 33.800; op ze ven scholen voor voortgezet onderwijs 300 kinderen in 1876, een eeuw later op liefst honderd scholen voor voortgezet onderwijs 33.000 leerlingen, meer dan honderd keer zoveel. Van iedere twaalf inwoners gaan er vier naar hun werk, wist de heer Hage,. drie gaan naar school en vijf zitten thuis of aan de waterkant. Ook kwalitatief zijn de veranderingen enorm, zo doceerde Hage, Hij haalde daarbij de maatschappelijke en sociale omstandigheden van een eeuw geleden aan: grote armoede in stad en dorp, land- en fabrieksarbeiders - voorzover ze werk hadden - levend aan de rand van een bestaansminimum. Kinderarbeid en kindersterfte, ze hoorden onafschei delijk bij die tijd. Duidelijk, dat er van school-gaan niet veel kwam, uitgezon- der een kleine elitegroep. Als de partijen, die een rol hebben ge speeld in de veranderingen in en rond de school noemde de heer Hage de over heid, de kerk, de onderwijzers, de sa menleving, de ouders en de leerlingen. Aan elk van deze besteedde hij in zijn uur durende toespraak grote aandacht. Over de overheid merkte hij onder meer op, dat 'de schoolstrijd in de eerste plaats een strijd was om de macht in de school tussen burgerlij'ke overheid en de kerken'. In de Zeeuwse samenleving werd deze strijd op gemeentelijk, dorps- en stads- terrein' uitgevochten. Primair werd het verzorgingsniviveau van het on derwijs bepaald door de benarde ge meentelijke financiële positie. Hage: „Bijna alle lasten van het openbaar on derwijs kwamen voor rekening van de gemeenten. Geen wonder dat men vaak de oprichting van een bijzondere school als een welkome verlichting van de gemeentelijke uitgaven zag. Het bij zonder onderwijs werd immers niet ge subsidieerd". Zo kon het dan ook gebeuren, dat de gemeenteraad van Aagtekerke 17 juni 1883 besloot tot opheffing van de open bare lagere school, nadat op 1 mei 1881 een protestants-christelijke school was geopend en 23 maart 1883 het hoofd van de openbare lagere school kwam te overlijden. Gedeputeerde staten vernie tigden echter hetbesluit als in strijd met de wet. De gemeenteraad tekende ver volgens beroep aan, maar 's konings uiT spraak bevestigde het standpunt van g.s. Op 23 november 1883 werd een nieuw hoofd voor de openbare lagere school benoemd, die een week later al in dienst trad. Met deze en andere voor beelden toonde de inleider aan hoe moeizaam de strijd zo'n honderd j aar ge leden rond het onderwijs is geweest. mgezetenen stemgerechtigd was (en dat waren in hoofdzaak liberale stemmers). In Goes kwam in 1871 bij b. en w. het verzoek binnen van een aantal ouders hun dochter tot de hbs toe te latenIn de raad werd letterlijk gezegd: „Weert, weert de meisjes. Want het is de onder gang der hbs. Uit een pedagogisch oog- Wat betreft het aantal leraren bij het voortgezet onderwijs: een eeuw geleden was dat een kleine groep van dertig man. nu 'een machtig korps van 1600 mannen en vrouwen', zoals de heer Hage het uitdrukte. Meer dan een kwart van hen is didactisch geschoold (voor het la ger ondeiwijs weliswaar) op een kweek- punt zijn er grote bezwaren tegen toela- school. „Kleuterleidsters, onderwijzers ting van meisjes. Zij zal na'deligzijn voor de studie der jongens. Er zal gekheid worden gemaakt en wie weet wat er nog meer zal gebeuren..". De reeds toegela ten meisjes moesten verdwijnen. Pas na de financiële gelijkstelling in 1920 konden de gemeenten een andere koers gaan varen ten aanzien van de behartiging van de onderwijsbelangen, wist oud-rpa-directeur Hage. Over igens zijn de gemeenten in Zeeland tot lang na de tweede wereldoorlog zuinig te werk gegaan. Hage citerend uit een inspecteursverslag van 1959: „Met pijn in het hart moet ik constateren dat het vergoedingsbedrag per leerling in 1959 in Zeeland zeer laag ligt". Op sommige plaatsen schijnt het probleem van de lage vergoedingen nu verplaatst te zijn naar de financiering van het RPCZ, merkt de heer Hage licht ironisch op. Sprekend over de invloed van de kerken concludeerde de heer Hage, dat in Zee land de schoolstrijd met de financiële gelijkstelling in 1920 eigenlijk niet is geëindigd. 'Ook nu is die stryd nog niet voorbij, hoewel er duidelijke aanwijzin gen zijn voor 'n grotere bereidheid tot samenwerking. De opkomst van het bij zonder onderwijs tekent zich ook afin de cijfers: in 1876 telde Zeeland 30 bijzon dere scholen naast 154 openbare scho len. In 1918 waren er al 99 bijzondere scholen en een halve eeuwlater 171. Het aantal openbare scholen daalde daar entegen van 155 naar 110. Belangrijke partij Als een derde - misschien wel de belang rijkste- partij in hetonderwijsgebeuren moet worden gezien de kleuterleidster, de onderwijzer en de leraar, vond de heer Hage. Honderd jaar geleden was het met hun bekwaamheid maar zo-zo gesteld. Een schoolopzieners-verslag van 1880 meld'de: „Kwijnend... achter uitgaand. onderwijzersnood. zeer veel te wensen overlatend". Een eeuw geleden kwamen verreweg de meeste onderwij zers van de normaalscholen. In Zeeland heeft dat geduurd tot 1923 toen de laat ste kwekelingen van de normaallessen te Vlissingen werden overgeplaatst naar de rijkskweekschool te Middelburg. In 1876 werden normaallessen gegeven in Middelburg, Zierikzee, Oostburg, Goes, Axel en Sint-Annaland. Hage in zijn rede: „Vanzelfsprekend kon een dergelijke opleiding het ge halte van het onderwijs nauwelijks omhoog voeren. Dat hebben de onder wijzers toen blijkbaar zelf ook wel ge voeld en daarom werd veel aan bij- en nascholing gedaan". Maar ook de om standigheden bepaalden het niveau van de opleiding op de lagere school, zo bleek verder uit Hage's rede: niet zel den kwam het voor, dat onderwij- zerslessen) een klas hadden van zestig, zeventig kinderen, met uitschieters tot soms ver over de honderd. Van ade quaat les geven was dan ook vrijwel geen sprake. Bij het kleuteronderwijs was het aan vankelijk al niet veel anders gesteld. Pas de start van de beide opleidings scholen voor kleuterleidsters in Mid delburg in 1946 hebben volgens Hage 'de geboorte' van het kleuteronderwijs ge bracht. Zijn conclusie: „In dertig na oorlogse jaren heeft een nieuwe genera tie kleuterleidsters, onderwijzeressen en onderwijzers het ondeiwijs een nieuwe vorm gegeven. Daardoor is de kwaliteit van het onderwijs in bijna alle opzichten radicaal verbeterd. Alle on derwijsverslagen wijzen daarop, zij het soms met bedenkingen ten aanzien van de aangeleerde feitenkennis". en leraren, het zijn allen vakspecialis ten: ze hebben een eigen taal, en zijn bijna autonoom in school en klas. Doch deze onderwijsvakmensen zijn niet bij machte om zelf te zorgen voor hun di dactische bijscholing. Daar moet het RPCZ voorzorgen", aldus de heer Hage. In 1876 kwamen de onderwijzers rayon- sgewijze bij elkaar om zichzelf bij te scholen; in 1976 kan men zich laten scholen: winst en verlies, meent Hage. In verband met het beroepsonderwijs in Zeeland stipte de oud-rpa-directeur M A HAGE aan, dat het voor smogge Zeeuwse ou ders het bestaan van confessioneel lager- en middelbaar beroepsonder wijs des te klemmender wordt, nu dat onderwijs steeds minder specifiek beroeps-anticiperend en meer alge meen vormend wordt. De rol van de ouders in het onderwijs gebeuren kwa lificeerde hij als een bijrolletje. „Maar eigenlijk zouden - theoretisch gezien de ouders een van de hoofdrollen moeten spelen". „Honderd jaar geleden was de grote schare niet bij machte om mee te praten bij het onderwijs. Bezorgheid om een schraal bestaan was een blokkerende rem op alle maatschappelijk-culturele aspiraties. Nog steeds hebben de ouders bijna nergens daadwerkelijke medezeg genschap. De bijzondere school wordt wel eens de 'school van de ouders' ge noemd., maar dit is blijkbaar geheel ten onrechte. Bij het openbaar onderwijs "Brrr, slecht winkelweer vandaag". In ons drassig landje wilt u dat nog wel 's horen, 't Aardige ervan is, dat u er in Zuidplein geen zuchtje, geen druppeltje last van hebt Moet u weten: 140 winkels, warenhuizen, boetieks, promenades, terrasjes én marktplaats onder 1 dak. Dat is gezellig winkelen. 5 Altijd. Dus, •e# Rotterdam en omstreken, laat 't maar waaien en e plenzen.... in Zuidplein staat de barometer altijd op "mooi weer". Welkom! f X" inkalcentruni (7 lj zuidplein X_7 Rotterdam beperkt de inspraak van de oudercom missies rich tot bescheiden adviezen aan de gemeenteraad, Bij het voortge zet onderwijs komen de ouders het moeilijkst aan bod", concludeerde de heer Hage. Ook de ouderparticipatie ziet de heer Hage louter als hand- en spandiensten. De belangrijkste partij in het onderwijs is het kind zelf. Oud-rpa- directeur noemde de Zeeuwse school jeugd 'over het algemeen gehoorzaam, met onwillig, ijverig, vrij rustig en vaak leergierig' De heer Hage besloot zijn betoog met: een soort waarde-oortleel over het Zeeuwse onderwijs: „Als het plezier waarmee een kind naar school gaat een waardemeter is voor de mate waarin het onderwijs beantwoordt aan de be hoeften van dat kind, dan is in Zeeland het kleuteronderwijs zeer goed, het la ger onderwijs goed en het voortgezet onderwijs matig te i dat alleen al maakt zuidptein w» gezellig AXEL - De Explosieve Opruimingsdienst uit Culemburg heeft donderdag op de algemene begraafplaats te Axel een aantal oorlogswerktuigen ver wijderd. Het betrof zes vrij grote granaten, ongeveer tien kleinere en een behoorlijk aantal geweerkogels. De explosieven waren eerder deze week ontdekt bij werkzaamheden aan de graven. Tijdens de tweede wereldoorlog was op de plaats van de vondst een munitieopslagplaats gevestigd. Het betrof hiet dus geen toevallig neergeko men granaten, wat ook wel te zien was aan de zorgvuldige manier waarop ze opgestapeld waren. Deze week werd eveneens een granaat gevonden op een landbouwbedrijf in de Beoostenblijsepolder. Ook deze granaat zou door de E.O.D. worden opge haald. MIDDELBURG - De politierechter in Middelburg heeft donderdag een au tomobilist die in enkele maanden tijds twee keer onder invloed reed met een hoog promillage veroordeeld tot een gevangenisstraf van drie weken, waar van één voorwaardelijk. Daarnaast kreeg de betrokkene. G. K van de B. uit Koudekerke een rij ontzegging van 15 maanden, waarvan 9 voorwaardelijk opgelegd en mag hij bij het aflopen van die periode bovendien nog een halfjaar lang alleen 's maan dags (voor zijn werk) rijden. Officier van justitie mr. A. P. Besier had tegen Van den B. een rij-ontzegging van 15 maanden geëist. De officier sprak van zeer ernstige feiten en zag in de herha ling 'bepaald een verkeersgevaari. Van den B. reed op 2 mei in Vlissingen meteen promillage van 2.23 en nog geen twee maanden later - op 25 juni - werd hij aangehouden met een promillage van 2.26. Daarbij was hij die tweede keer dusdanig onder invloed dat hij op de weghelft van het tegemoetkomend ver keer reed. Automobilist G. R. uit Middelburg reed op 5 juni in zijn woonplaats onder in vloed van de drank tegen een auto om vervolgens nog door te rijden. Doordat men hem klem kon rijden kwam snel uit dat er drank in het spel was. Een bloed proef bracht een promillage van 2,30 aan het licht. De officier eiste daarvoor een gevange nisstraf van 2 weken en een rij- woonplaats met een promillage van 0,89. Volgens de man had hij bij rijn aanhouding nog geen vier meter gere den. Conform de eis kreeg hij 400 gulden boete en 4 maanden niet rijden. De Aardenburger B. F. V. werd op 6 au gustus in Temuezen aangehouden met een promillage van 2,09. Conform de eis kreeg hij hiervoor een gevangenisstraf van twee weken en een rij-ontzegging van 12 maanden (3 voorwaardelijk) op gelegd. H. G. uit Rïtthem reed op 6 juni in Vlis- vonnïs was twee weken en 9 maanden singen onder invloed op een brommer, niet rijden Bij hem werd een promillage van 1,69 Beroepschauffeur P J. A. ondervond als gemeten. Conform de eis kreeg hij hier- rijder onder invloed de gevolgen van het vooreenboete van 150 gulden opgelegd, nieuwe beleid waarbij de onmisbaar- De jeugdige bromfietser M. JH. J. H. uit heid van het rijbewijs niet meer zo sterk Sint-Laurens reed op 9 mei zonder helm weegt. Voor het rijden onder invloed en bovendien over het trottoir. Bij zijn met een promillage van 1.89 kreeg hij 2 aanhouding bleek hij bovendien onder weken gevangenis en 6 maanden niet invloed van de drank. Een bloedproef wees een promillage van 0.89 uit. Voor deze feiten kreeg hij drie boetes met een totaal van 145 gulden. ontzegging voor een jaar. Hij wees er daarbij op dat een beroep op de onmis baarheid van het rijbewijs - R. was trac.- torchauffeur- niet. meer zo sterk weegt. Dat bleek ook uit het vonnis. Politie rechter mr. J. H. Mulder veroordeelde R. tot weken en 9 maanden niet rijden- De jeugdige Vlissinger P. A. reed op 30 mei in zijn woonplaats oder invloed met een promillage van 2,14. Dit kwam uit bij een aanrijding met een fietser Ook tegen hem eiste de officier 2 weken ge vangenis en een jaar ontzegging. Het, rijden opgelegd. Zwaarder Voor A. betekent dat waarschijnlijk verlies van werk nu hij la chauffeur een half jaar niet kan lijden. Officier van justitie mr. Besier verdedigde het strengere beleid met het stellen dat de veiligheid op de weg van de gemeen schap zwaarder moet wegen dan per soonlijke belangens. Automobilist A. J. van IJ. uit Sint- Maartensdijk negeerde op 6 juni een stopbevel van de politie. Later bleek alcohol-invloed de aanleiding. Voor het doorrijden en een promillage van 1,06 kreeg hij 600 gulden boete. 1 week ge vangenisstraf voorwaardelijk en 6 maanden niet rijden. J. P. ten H. uit Bruinisse reed op 26 26 december van het vorig jaar in rijn Automobilist A. D. uit Oud-Vossemeer stond terecht voor het doorrijden na een aanrijding op 26 juni in rijn woonplaats. De eis was een geldboete van 200 gul den, De uitspraak conform. Twee Engelse zeelui uit Southampton, M. K. B. en P. S. richtten op 6 juli tijdens het passagieren in VUssingen vernielin gen aan een auto aan. Bij verstek kregen beiden daarvoor een boete van 200 gul den opgelegd. H. H. S. kreeg bij verstek een week ge vangenis voor het feit dat hij op 4 juni werd aangehouden op een bromfiets terwijl hem bij een eerder vonnis de rij bevoegdheid tijdelijk was ontzegd. Automobilist E. W. uit Hoogeveen wei gerde in juni bij Nieuwerkerk een bloed proef Bij verstek kreeg hij hiervoor 2 weken gevangenis en een jaar rij ontzegging. van andere scholen, reeds een lans ge broken voor de wetenschappelijke bege leiding van het onderwijs, direct na hem deed dit ook de heef M. Baaijens, de IN STAND TE HOUDEN vporzitter van de Innovatie-Commissie ZEELAND AAN STAND VERPLICHT DIENST Geen meisjes Ook onderwijspolitiek speelde in de gemeente een rol in de schoolstrijd. Waar al sprake was van een 'visie' op het onderwijs, was die vaak liberaal getint, omdat in doomsee slechts 1 op de 20 MIDDELBURG - Tijdens een donder dag in Middelburg gehouden 'Onder wijsdag' hebben verschillende inlei ders gepleit voor een betere bemanning van het wetenschappelijke ondersteu ningsinstituten voor het onderwijs. Hierin klonk door, dat deze begeleiding voor het onderwijs in de huidige evolu tiefase onontbeerlijk moet worden geacht. Deze veranderingsprocessen kregen donderdag in de Schouwburg alle aandacht tegen de achtergrond van onder meer de discussienota 'Contou ren van een toekomstig onderwijsbes tel'. De onderwijsdag was georganiseerd door het Koninklijk Zeeuwsch Genood schap der Wetenschappen in samen werking met de beide Pedagogische Academies te Middelburg ter gelegen heid van het honderdjarig bestaan van de Rijks Pedagogische Academie. Voor dit educatieve evenement bestond grote belangstelling. Een geheel ge vulde grote zaal van de Schouwburg be luisterde vier inleiders, van wie de direc teur van de RPA te Middelburg, de heer M. A. Hage, in de morgenuren het on derwerp 'Honderd j aar onderwijs in Zee land' men zie ook elders in dit nummer) voor zijn rekening nam. Had de heer Hage voor een gehoor van studenten, onderwijzers, vertegen woordigers van de inspecties van het lager- en kleuteronderwijs en besturen Basisschool te Zeist „Zeiand is aan rijn stand verplicht een schoolbegelei dingsdienst in stand te houden", zo for muleerde de heer Baaijens. toen hij 'Het vraagstuk van het te eenzijdig intellec tualistische karakter van het onderwijs' belichtte. Later zou hierop inhaken dr. K. Doornbos, directeur van de Stichting School Pedagogische Dienst in de agg lomeratie Arnhem, wiens betoog een antwoord moest geven op de vraag of de contourennota een adequate oplossing aangeeft voor de problemen rond de aansluiting van het kleuter- en het lager onderwijs. „De wetenschappelijke ondersteunings-instituten dienen beter bemand te worden en dienen meer armslag te krijgen", zo stelde de heer Doornbos, die in de loop van zijn betoog aanstipte dat de ontwikkelingen in het onderwijs in wezen neerkomen op het inlopen van een achterstand: „Het gaat om een toekomst, die al lang realiteit had kunnen zijn". Vierde inleider - in de middaguren - was dr. N. Matthijssen, de voorzitter van de Innovatiecommissie participatie-onderwijs te Utrecht, die als onderwerp had 'Over normale ken nis gesproken'. Met een levendige fo rumdiscussie, geleid door gedepu teerde mr. J. P. Boersma, werd deze on derwijsdag afgesloten. De leiding van het geheel was in handen van dr. D. van der Wel, de voorzitter van het Zeeuwsch Genootschap, die aan het begin van de bijeenkomst onder meer Zeelands commissaris dr. C. Boertien kon verwelkomen. In ziin inleiding over het vraagstuk van het te intellectualistisch karakter van het onderwijs merkte de heer Baaijens op, dat dit intellectualisme een oppo nent is in 't onderwijs; gaat het echter domineren dan wordt het een gevaar. „Geen van de vormingsfacetten mag dominant zijn", stelde hij. De heer Baaijens noemde het een niet te aan vaarden zaak. dat een basisschool voor minder begaafde leerlingen een 'te ont stellend' gebruik maakt van het 'uit- stootrecht'. Hierover hoorde men hem opmerken: „Waar komt het recht van daan om iemand gehandicapt te noe men? Waar komt het recht vandaan te zeggen: hij hoorthiereigenlijkniet? Het accepteren van het kind in dit zo-zij n zet Inleider dr. Doornbos stipte aan, dat men in deze eeuw steeds meer overtuigd is geraakt van de opvatting, dat het in de school gaat om zo veelzijdig mogelij- keontplooiing. Een stel problemen in het onderwijs, zo merkte hij op. zouden met gerichte maatregelen snel uit de weg geruimd moeten worden. Nadat hij er op had gewezen, dat de ongelijkheid van kansen rechtstreeks verband houdt met de problemen van de aansluiting kleuteronderwijs-lager-onderwijs for muleerde hij: „Indien integratie het juiste antwoord zou rijn op de be staande aansluitingsproblemen in ons onderwijssyusteem, met name voor zo ver het gaat om onderwijs aan de leer plichtige jeugd, dan is de contourennota niet consistent op dit punt". De overgangsproblemen kleuter- lageronderwijs wordt, zo vervolgde hij, in gedachten opgelost door middel van de Integratie. Dit gebeurt echter terwijl dacht krijgt. „De school", aldus dr. Matthijssen, „heeft tot primaire taak een volwaardig maatschappelijk be staan voor iedereen mogelijk te maken, zodat er voor de meest verdrukten een beetje meer ruimte komt om te leven". Het onderwijs, zo vervolgde hij, is afge stemd op een categorie begaafden van tien tot twintig procent, 'met ander woorden het onderwijs is naar inhoud gezien ondemocratisch'. Maar toch weer. aldus dr. Matthijssen, in het ba- lang van het algemeen, opdat de inge wikkelde samenleving zal beschikken over deskundigen. Maar ook hier plaat ste hij een vraagteken bij: „Althans bij de deskundigen zoals men die thans GELDBOETES VOOR BEZIT RADIO-ZENDERS MIDDELBURG - De politierechter in Middelburg heeft donderdag twee ille gale bezitters van zend-apparatuur veroordeeld tot geldboetes van 300 e 500 gulden. In één geval werd daar nog een voorwaardelijke gevangenisstraf van 2 weken aan toegevoegd. De Middelburger L. K. stond terecht voor bezit van een zendinrichting waarmee hij - naar hij op de ritting ver telde - buitenlandse zenders beluister de, Hij gaf echter toe dat hij de appara tuur ook wel eens gebruikte om mee te zenden. Dat leidde tot klachten van bu ren die daar last van hadden. De officier eiste hiervoor een geldboete van 500 gulden en twee weken gevange nis voorwaardelijk alsmede verbeurd verklaring van de apparatuur. Politie rechter mr. J. H. Mulder nam deze eis over. P. J. F. M S. uit Tholen stond terecht voor bezit van twee zend-inrichtingen. de school voor een enorme taak maar de problematiek rond de overgang men mag niet gaan in de richting van 'productie en distnbutie'. Óver het gehandicapte kind ging hij voort: „Zo iemand wordt normaal als ie zijn aow krijgt. Dan komt hij eindelijk voor hetzelfde loketje. Tot die tijd wordt ie anders behandeld. Wie een schoolèindstreep niet haalt, wordt on- middellijkeen probleemgeval. Daarom zal de school het hele register moeten bespelen van de vormingsmogelijkhe den". Aan het slot van zijn betoog wilde de heer Baaijens er van uitgaan, dat het onderwijzend personeel beter wil, 'maar dan zonder de rem van een be- miezerende wetgeving'. lager-onderwijs-voortgezet onderwijs juist niet via integratie wordt geregeld. Na de achtjarige basisschool volgt de vierjarige middenschool. Hieruit con cludeerde de heer Doornbos, dat inte gratie kennelijk niet de meest wezen lijke factor is in de oplossing van de con tinuïteitsproblemen in hot onderwijs. Twijfel Dr. Matthijssen riep aan het begin van zijn couserie, waarmee hij 'twijfel' hoopte te zaaien om tot denken te zet ten, de vraag op waarom de normale kennis in het onderwijs zo weinig aan- kent", in welk verband hij sprak over 'de Hij verklaarde op de zitting dat hij ze grote kloof met de praktuk van het te- ^efoT YY" luisteren. De officier eiste ook hier 500 srssssirsssa™s; ^Tev,wefend'!eTge°i!™m'Hae een aantal vakken, dat een abstractie Is POMietechter legde adeen 300 gulden van de werkelijkheid. In een schrift^ en verbeurdverklaring van de ap- lijke begeleiding van zijn toespraak had par op' dr. Matthijssen hierbij aangetekend: 'Normale kennis is kennis die je leert om te gaan met problemen, die je in de alle daagse werkelijkheid om je heen tegen komt. Dit vraagt om een algehele her formulering van de onderwijsdoelen'. Districtsvergadering NVV uitgesteld GOES - De districtsvergadering van 't Aan het slot van rijn betoog conclu- Nvv.zeeland. die zaterdag 23 oktober deerde dr. Matthijssen, dat er genoeg ZQU worden gehouden in de Prins van reden aanwezig is om te twijfelen of de 0ran,e te GoeSi gaat njet door. Dit in bestaande onderwijs-inhouden wel zo verdand met de demonstratieve bijeen- goed rijn. 'Ze zijn niet goed voor de komst van de pNV op die dag De minst intelligenten en met goed voor de trictsvergadering is nu verschoven naar meest intelligenten. Maar als de eerste zaterdag 13 november, eveneens in de stap van bewustwording is gezet volgt prins van oranje, aanvang half elf 's de rest vanzelf. nnhtonris.

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 1976 | | pagina 7