Wetenschappelijke begeleiding
voor onderwijs onontbeerlijk
Laatste vijftig jaar bepaalden
p.a.'s onderwijsgezicht Zeeland
PZC/«
aanhoudend droog
DRIE WEKEN VOOR 2 KEER
RIJDEN ONDER INVLOED
Explosieyen op Axelse
begraafplaats verwijderd
Een week voorwaardelijk
Plus half jaar
rijontzegging
INLEIDERS OP 'ONDERWIJSDAG'IN MIDDELBURG:
VRIJDAG 15 OKTOBER 1976
M. A. HAGE OP ONDERWIJSDAG BIJ EEUWFEEST:
provincie
IADVERTENTIE
MET NAME BIJ
K.O. EN L.O.
IVan onze onderwijsmedewerkstert
MIDDELBURG - „De rijkskweek
school heeft in de eerste halve eeuw
van haar bestaan maar weinig kunnen
bijdragen aan de verbetering van het
onderwijs in Zeeland. De laatste halve
eeuw echterzijn de beide Middelburgse
pedagogische academies bepalend ge
weest voor de kwaliteit van het
Zeeuwse onderwijs, in sterke mate
voor het kleuteronderwijs en het lager
onderwijs, minder voor het mavo".
Dit was één van de conclusies, die oud-
rpa-directeur M. A. Hage trok aan het
slot van zijn rede 'Honderd jaar onder
wijs in Zeeland' voor een groot gezel
schap onderwijsdeskundigen en geno
digden op een onderwijsdag in de Mid
delburgse schouwburg ter gelegenheid
van de viering van het honderdjarig be
staan van de rijkspedagogische acade
mie te Middelburg, de vroegere rijks
kweekschool.
In een goed doorwrochte rede, waarin
een groot aantal facetten van honderd
jaar onderwijs in Zeeland op vaak hu
moristische wijze werden belicht, for
muleerde inleider Hage aan het slot een
aantal conclusies:
de strijd om de macht in de school
tussen overheid en kerk heeft i diep
ste wezen zijn betekenis verlorem. Dit
als gevolg van de machtige positie,
die de kleuterleidster/onderwijzer/le
raar heeft veroverd;
met name de bekwaamheid en de
persoonlijkheid van de man of de
vrouw in de klas bepalen de kwaliteit
van het onderwijs;
mgezetenen stemgerechtigd was (en dat
waren in hoofdzaak liberale stemmers).
In Goes kwam in 1871 bij b. en w. het
verzoek binnen van een aantal ouders
hun dochter totde hbs toe te laten. In de
raad werd letterlijk gezegd: „Weert,
weert de meisjes. Want het is de onder
gang der hbs. Uit een pedagogisch oog
punt zijn er grote bezwaren tegen toela
ting van meisjes. Zij zal nadelig zijn voor
de studie der jongens. Er zal gekheid
worden gemaakt en wie weet water nog
meer zal gebeuren..". De reeds toegela
ten meisjes moesten verdwijnen
Pas na de financiële gelijkstelling in
1920 konden de gemeenten een andere
koers gaan varen ten aanzien van de
behartiging van de onderwi jsbelangen,
wist oud-rpa-directeur Hage. Over
igens zijn de gemeenten in Zeeland tot
lang na de tweede wereldoorlog zuinig
te werk gegaan. Hage citerend uit een
inspecteursverslag van 1959: „Met pijn
in het hart moet ik constateren dat het
vergoedingsbedrag per leerling in 1959
in Zeeland zeer laag ligt". Op sommige
plaatsen schijnt het probleem van de
lage vergoedingen nu verplaatst te zijn
naar de financiering van het RPCZ,
merkt de heer Hage licht ironisch op.
Sprekend over de invloed van de kerken
concludeerde de heer Hage, dat in Zee
land de schoolstrijd met de financiële
gelijkstelling in 1920 eigenlijk niet is
geëindigd. 'Ook nu is die strijd nog niet
voorbij, hoewel er duidelijke aanwijzin
gen zijn voor 'n grotere bereidheid tot
samenwerking. De opkomst van het bij
zonder onderwijs tekentzich ook afin de
cijfers: in 1876 telde Zeeland 30 bijzon
dere scholen naast 154 openbare scho
len. In 1918 waren er al 99 bijzondere
scholen en een halve eeuw later 171. Het
aantal openbare scholen daalde daar
entegen van 155 naar HO.
in Zeeland wordt aan de ouders jy
slechts zeer sporadisch die invloed Belangrijke partij
Wat betreft het aantal leraren bij het
voortgezet onderwijs: een eeuw geleden
was dat een kleine groep van dertig
man, nu 'een machtig korps van 1600
mannen en vrouwen', zoals de heer Hage
het uitdrukte. Meer dan een kwart van
hen is didactisch geschoold (voor het la
ger onderwijs weliswaar) op een kweek
school. „Kleuterleidsters, onderwijzers
en leraren, het zijn allen vakspecialis
ten; ze hebben een eigen taal, en zijn
bijna autonoom in school en klas Doch
deze onderwijs vakmensen zijn niet bij
machte om zelf te zorgen voor hun di
dactische bijscholing. Daar moet het
RPCZ voorzorgen", aldusde heerHage.
In 1876 kwamen de onderwijzers rayon-
sgewijze bij elkaar om zichzelf bij te
scholen; in 1976 kan men zich laten
scholen: winst en verlies, meent Hage.
In verband met het beroepsonderwijs
in Zeeland stipte de oud-rpa-directeur A- HAGE
aan, dat het voor smogge Zeeuwse ou
ders het bestaan van confessioneel
lager- en middelbaar beroepsonder
wijs des te klemmender wordt, nu dat
onderwijs steeds minder specifiek
beroeps-anticiperend en meer alge
meen vormend wordt. De rol van de
ouders in het onderwijs gebeuren kwa
lificeerde hij als een bijrolletje. „Maar
eigenlijk zouden - theoretisch gezien de
ouders een van de hoofdrollen moeten
spelen".
„Honderd jaar geleden was de grote
schare niet bij machte om mee te praten
bij het onderwijs. Bezorgheid om een
schraal bestaan was een blokkerende
rem op alle maatschappelijk-culturele
aspiraties. Nog steeds hebben de ouders
bijna nergens daadwerkelijke medezeg
genschap. De bijzondere school wordt
wel eens de 'school van de ouders' ge
noemd., maar dit is blijkbaar geheel ten
onrechte. Bij het openbaar onderwijs
"Brrr, slecht winkelweer vandaag". In ons drassig landje wilt u dat nog wel 's horen,
't Aardige ervan is, dat u er in Zuidplein geen zuchtje, geen druppeltje last van hebt
Moet u weten: 140 winkels, warenhuizen, boetieks, promenades, terrasjes én marktplaats
onder 1 dak. Dat is gezellig winkelen.
- - Altijd. Düs,
- Rotterdam en omstreken, laat
't maar waaien en
plenzen.... in Zuidplein
staat de barometer
altijd op "mooi
weer".
Welkom!
/""Nwinketentrom
Q önudpiem
XJ Rotterdam
beperkt, de inspraak van de oudercom
missies zich tot bescheiden adviezen
aan de gemeenteraad. Bij het voortge
zet onderwijs komen de ouders het
moeilijkst aan bod", concludeerde de
heer Hage. Ook de ouderparticipatie
ziet de heer Hage louter als hand- en
spandiensten. De belangrijkste partij in
het onderwijs is het kind zelf. Oud-rpa-
directeur noemde de Zeeuwse school
jeugd 'over het algemeen gehoorzaam,
niet onwillig, ijverig, vrij rustig en vaak
leergierig'.
De heer Hage besloot zijn betoog met'
een soort waarde oordeel over het
Zeeuwse onderwijs: „Als het plezier
waarmee een kind naar school gaat een
waardemeter is voor de mate waarin
het onderwijs beantwoordt aan de be
hoeften van dat kind, dan is in Zeeland
het kleuteronderwijs zeer goed, het la
ger onderwijs goed en het voortgezet
onderwijs matig te
dat alleen al maakt zuklplein zo gezellig
toegekend bij het onderwijs, die zij -
gezien hun verantwoordelijkheid
voor de opvoeding van hun kinderen -
verdienen;
het moet mogelijk zijn door samen
spraak en samenwerking van alle
partijen aan het onderwijs een betere
inhoud te geven, opdat de leerlingen
sterker gemotiveerd aan het onder
wijs kunnen deelnemen:
gezien de godsdienstige en levensbe
schouwelijke samenstelling van de
Zeeuwse bevolking en gezien het
verwachtingspatroon van de ouders
voor het onderwijs zouden meer
vormen van samenwerking-ook met
het oog op de problemen van de
kleine school - moeten worden ge
realiseerd.
Veranderingen
Hoe sterk het onderwijs in Zeeland kwa
litatief en kwantitatiefin nauwelijks een
eeuw is veranderd illustreerde de heer
Hage aan de hand van een aantal voor
beelden. Opvallend noemde hij de ge
talsveranderingen: in 1876,45 peuter-en
kleuterscholen in Zeeland tegen 300 nu,
184 scholen voorlager onderwijs, nu 282,
verviervoudiging van het aantal leerlin
gen bij peuter- en kleuteronderwijs: van
3500 tot 14.500; voorts 22.100 lagere
schoolleerlingen tegen nu 33.800; op ze
ven scholen voor voortgezet onderwijs
300 kinderen in 1876, een eeuw later op
liefst honderd scholen voor voortgezet
onderwijs 33.000 leerlingen, meer dan
honderd keer zoveel.
Van iedere twaalf inwoners gaan er
vier naar hun werk, wist de heer Hage,.
drie gaan naar school en vijf zitten
thuis of aan de waterkant.
Ook kwalitatief zijn de veranderingen
enorm, zo doceerde Hage. Hij haalde
daarbij de maatschappelijke en sociale
omstandigheden van een eeuw geleden
aan: grote armoede in stad en dorp,
land- en fabrieksarbeiders - voorzover ze
werk hadden - levend aan de rand van
een bestaansminimum. Kinderarbeid
en kindersterfte, ze hoorden onafschei
delijk bij die tijd. Duidelijk, dat ervan
school-gaan niet veel kwam, uitgezon-
der een kleine elitegroep.
Als de partijen, die een rol hebben ge
speeld in de veranderingen in en rond de
school noemde de heer Hage de over
heid. de kerk, de onderwijzers, de sa
menleving, de ouders en de leerlingen.
Aan elk van deze besteedde hij in zijn
uur durende toespraak grote aandacht.
Over de overheid merkte hij onder meer
op, dat 'de schoolstrijd in de eerste
plaats een strijd was om de macht in de
school tussen burgerlijke overheid en de
kerken',
In de Zeeuwse samenleving werd deze
strijd op gemeentelijk, dorps- en stads-
terrein uitgevochten. Primair werd
het verzorgingsniviveau van het on
derwijs bepaald door de benarde ge
meentelijke financiële positie. Hage:
„Bijna alle lasten van het openbaar on
derwijs kwamen voor rekening van de
gemeenten. Geen wonder dat men vaak
de oprichting van een bijzondere
school als een welkome verlichting van
de gemeentelijke uitgaven zag. Het bij
zonder onderwijs werd immers niet ge
subsidieerd".
Zo kon het dan ook gebeuren, dat de
gemeenteraad van Aagtekerke 17 juni
1883 besloot tot opheffing van de open
bare lagere school, nadat op 1 mei 1881
een protestants-christelijke school was
geopend en 23 maart 1883 het hoofd van
de openbare lagere school kwam te
overlijden. Gedeputeerde staten vernie
tigden echter het beslultals in strijd met
de wet. De gemeenteraad tekende ver
volgens beroep aan, maar 's konings uitr
spraak bevestigde het standpunt van
g.s. Op 23 november 1883 werd een
nieuw hoofd voor de openbare lagere
school benoemddie een week later al in
dienst trad. Met deze en andere voor
beelden toonde de inleider aan hoe
moeizaam de stnjdzo'n honderd jaar ge
leden rond het onderwijs is geweest.
derde - misschien wel de belang
rijkste-partij in hetonderwijsgebeuren
moet worden gezien de kleuterleidster,
de onderwijzer en de leraar, vond de
heer Hage. Honderd jaar geleden was
het met hun bekwaamheid maar zo-zo
gesteld. Een schoolopzieners-verslag
van 1880 meld'de. „Kwijnend... achter
uitgaand. onderwijzersnood. zeer veel te
wensen overlatend". Een eeuw geleden
kwamen verreweg de meeste onderwij
zers van de normaalscholen. In Zeeland
heeft dat geduurd tot 1923 toen de laat
ste kwekelingen van de normaallessen
te Vlissingen werden overgeplaatst naar
de rijkskweekschool te Middelburg. In
1876 werden normaallessen gegeven in
Middelburg, Zierikzee. Oostburg. Goes.
Axel en Sint-Annaland.
Hage in zijn rede: „Vanzelfsprekend
kon een dergelijke opleiding het ge
halte van het onderwijs nauwelijks
omhoog voeren. Dat hebben de onder
wijzers toen blijkbaar zelf ook wel ge
voeld en daarom werd veel aan bij- en
nascholing gedaan". Maar ook de om
standigheden bepaalden het niveau
van de opleiding op de 1 agere school, zo
bleek verder uit Hage's rede: niet zel
den kwam het voor, dat onderwij
zeressen) een klas hadden van zestig,
zeventig kinderen, met uitschieters tot
soms ver over de honderd. Van ade
quaat les geven was dan ook vrijwel
geen sprake.
Bij het kleuteronderwijs was het aan
vankelijk al niet veel anders gesteld.
Pas de start van de beide opleidings
scholen voor kleuterleidsters in Mid
delburg in 1946 hebben volgens Hage 'de
geboorte' van het kleuteronderwijs ge
bracht. Zijn conclusie: „In dertig na
oorlogse jaren heeft een nieuwe genera
tie kleuterleidsters, onderwijzeressen
en onderwijzers het onderwijs een
nieuwe vorm gegeven. Daardoor is de
kwaliteit van het onderwijs in bijna alle
opzichten radicaal verbeterd. Alle on
derwijsverslagen wijzen daarop, zij het
soms met bedenkingen ten aanzien van
de aangeleerde feitenkennis".
AXEL - De Explosieve Opruimingsdienst uit Culemburg heeft donderdag
op de algemene begraafplaats te Axel een aantal oorlogswerktuigen ver
wijderd. Het betrof zes vri.i grote granaten, ongeveer tien kleinere en een
behoorlijk aantal geweerkogels.
De explosieven waren eerder deze week ontdekt bij werkzaamheden aan de
graven. Tijdens de tweede wereldoorlog was op de plaats van de vondst een
munitieopslagplaats gevestigd. Het betrof biet dus geen toevallig neergeko
men granaten, wat ook wel te zien was aan de zorgvuldige manier waarop ze
opgestapeld waren.
Deze week werd eveneens een granaat gevonden op een I andbouwbedrijf in de
Beoostenblijsepolder. Ook deze granaat zou door de E.O.D. worden opge
haald.
MIDDELBURG - De politierechter in
Middelburg heeft donderdag een au
tomobilist die in enkele maanden tijds
twee keer onder invloed reed met een
hoog promillage veroordeeld tot een
gevangenisstraf van drie weken, waar
van één voorwaardelijk.
Daarnaast kreeg de betrokkene, G. K.
van de B. uit Koudekerke een rij
ontzegging van 15 maanden, waarvan 9
voorwaardelijk opgelegd en mag hij bij
het aflopen van die periode bovendien
nog een half jaar lang alleen 's maan
dags (voor zijn werk) rijden.
Officier van justitie mr. A. P. Besier had
tegen Van den B. een rij-ontzegging van
15 maanden geëist. De officiersprak van
zeer ernstige feiten en zag in de herha
ling 'bepaald een verkeersgevaar.
Van den B. reed op 2 mei in Vlissingen
meteen promillage van 2,23 en nog geen
twee maanden later - op 25 juni - werd
hij aangehouden met een promillage
van 2,26. Daarbij was hij die tweede keer
dusdanig onder invloed dat hij op de
weghelft van het tegemoetkomend ver
keer reed.
Automobilist G. R. uit Middelburg reed
op 5 juni in zijn woonplaats onder in
vloed van de drank tegen een auto om
vervolgens nog door te rijden. Doordat
men hem klem kon rijden kwam snel uit
dat er drank in het spel was. Een bloed
proef brachteen promillage van2,30 aan
het licht.
De officier eiste daarvoor een gevange
nisstraf van 2 weken en een rij
ontzegging voor een jaar. Hij wees er
daarbij op dat een beroep op de onmis
baarheid van het rijbewijs - R. was trac
torchauffeur-niet meer zo sterk weegt.
Dat bleek ook uit het vonnis. Politie
rechter mr. J. H. Mulder veroordeelde R.
tot weken en 9 maanden niet rijden.
De jeugdige Vlissinger P. A. reed op 30
mei in zijn woonplaats oder invloed met
een promillage van 2.14. Dit kwam uit
bij een aanrijding met een fietser. Ook
tegen hem eiste de officier 2 weken ge
vangenis en een jaar ontzegging. Het
vonnis was twee weken en 9 maanden
niet rijden.
Beroepschauffeur P. J. A. ondervond als
rijder onder invloed de gevolgen van het
nieuwe beleid waarbij de onmisbaar-
woonplaats met een promillage van
0.89. Volgens de man had hij bij zijn
aanhouding nog geen vier meter gere
den. Conform de eis kreeg hij 400 gulden
boete en 4 maanden niet rijden.
De Aardenburger B. P. V. werd op 6 au
gustus in Temuezen aangehouden met
een promillage van 2.09. Conform de eis
kreeg hij hiervoor een gevangenisstraf
van twee weken en een rij-ontzegging
van 12 maanden (3 voorwaardelijk) op
gelegd.
H. G. uit Ritthem reed op 6 juni in Vlis
singen onder invloed op een brommer-
Bij hem werd een promillage van 1,69
gemeten. Conform de eis kreeg hij hier
voor een boete van 150 gulden opgelegd.
De jeugdige bromfietser M. JH. J. H. uit
heid van het rijbewijs niet meer zo sterk Sint-Laurens reed op 9 mei zonder helm
weegt. Voor het rijden onder invloed en bovendien over het trottoir. Bij zijn
met een promillage van 1,89 kreeg hij 2 aanhouding bleek hij bovendien onder
weken gevangenis en 6 maanden niet invloed van de drank. Een bloedproef
rijden opgelegd.
Zwaarder
Voor A. betekent dat waarschijnlijk
verlies van werk nu hij la chauffeur een
half jaar niet kan rijden. Officier van
justitie mr. Besier verdedigde het
strengere beleid met het stellen dat de
veiligheid op de weg van de gemeen
schap zwaarder moet wegen dan per
soonlijke belang ens.
Automobilist A. J. van IJ. uit Sint-
Maartensdijk negeerde op 6 juni een
stopbevel van de politie. Later bleek
alcohol-invloed de aanleiding. Voor het
doorrijden en een promillage van 1,06
kreeg hij 600 gulden boete. 1 week ge
vangenisstraf voorwaardelijk en 6
maanden niet rijden.
J. P. ten H. uit Bruinisse reed op 26 26
december van het vorig jaar in zijn
wees een promillage van 0,89 uit Voor
deze feiten kreeg hij drie boetes meteen
totaal van 145 gulden.
Automobilist A. D. uit Oud-Vossemeer
stond terecht voor het doorrijden na een
aanrijding op 26 juni in zijn woonplaats.
De eis was een geldboete van 200 gul
den. De uitspraak conform.
Twee Engelse zeelui uit Southampton,
M. K. B. en P. S. richtten op 6 juli tijdens
het passagieren in Vlissingen vernielin
gen aan een auto aan. Bij verstek kregen
beiden daarvoor een boete van 200 gul
den opgelegd.
H. H. S. kreeg bij verstek een week ge
vangenis voor het feit dat hij op 4 juni
werd aangehouden op een bromfiets
terwijl hem bij een eerder vonnis de rij
bevoegdheid tijdelijk was ontzegd.
Automobilist E. W. uit Hoogeveen wei
gerde in juni bij Nieuwerkerk een bloed
proef. Bij verstek kreeg hij hiervoor 2
weken gevangenis en een jaar rij
ontzegging.
Geen
meisjes
Ook onderwijspolitiek speelde in de
gemeente een rol in de schoolstrijd.
Waar al sprake was van een 'visie' op het
onderwijs, was die vaak liberaal getint,
omdat in doomsee slechts 1 op de 20
ZEELAND AAN STAND
VERPLICHT DIENST
IN STAND TE HOUDEN
MIDDELBURG - Tijdens een donder
dag in Middelburg gehouden 'Onder
wijsdag' hebben verschillende inlei
ders gepleit voor een betere bemanning
van het wetenschappelijke ondersteu
ningsinstituten voor het onderwijs.
Hierin klonk door, dat deze begeleiding
voor het onderwijs in de huidige evolu
tiefase onontbeerlijk moet worden
geacht Deze veranderingsprocessen
kregen donderdag in de Schouwburg
alle aandacht tegen de achtergrond van
onder meer de discussienota 'Contou
ren van een toekomstig onderwijsbes
tel'.
De onderwijsdag was georganiseerd
door het Koninklijk Zeeuwsch Genoot
schap der Wetenschappen in samen
werking met de belde Pedagogische
Academies te Middelburg ter gelegen
heid van het honderdjarig bestaan van
de Rijks Pedagogische Academie. Voor
dit educatieve evenement bestond
grote belangstelling. Een geheel ge
vulde grote zaal van de Schouwburg be
luisterde vier inleiders, van wie de direc
teur van de RP A te Middelburg, de heer
M. A. Hage, in de morgenuren het on
derwerp 'Honderd J aar onderwijs in Zee
land' (men zie ook elders in dit nummer)
voor zijn rekening nam.
Had de heer Hage voor een gehoor van
studenten, onderwijzers, vertegen
woordigers van de inspecties van het
lager- en kleuteronderwijs en besturen
van andere scholen, reeds een lans ge
broken voorde wetenschappelijke bege
leiding van hetonderwijs, directna hem
deed dit ook de heer M. Baaijens, de
voorzitter van de Innovatie-Commissie
Basisschool te Zeist „Zeiand is aan zijn
stand verplicht een schoolbegelei
dingsdienst in stand te houden", zo for
muleerde de heer Baaijens, toen hij 'Het
vraagstuk van het te eenzijdig intellec
tualistische karakter van hetonderwijs'
belichtte. Later zou hierop inhaken dr.
K. Doornbos, directeur van de Stichting
School Pedagogische Dienst in de agg
lomeratie Arnhem, wiens betoog een
antwoord moest geven op de vraag of de
contourennota een adequate oplossing
aangeeft voor de problemen rond de
aansluiting van het kleuter- en het lager
onderwijs. „De wetenschappelijke
ondersteunings-instituten dienen beter
bemand te worden en dienen meer
armslag te krijgen", zo stelde de heer
Doornbos, die in de loop van zijn betoog
aanstipte dat de ontwikkelingen in het
onderwijs in wezen neerkomen op het
inlopen van een achterstand: „Het gaat
om een toekomst, die al lang realiteit
had kunnen zijn".
Vierde inleider - in de middaguren -
was dr. N. Matthijssen, de voorzitter
van de Innovatiecommissie
participatie-onderwijs te Utrecht, die
als onderwerp had 'Over normale ken
nis gesproken'. Met een levendige fo
rumdiscussie, geleid door gedepu
teerde mr. J. P. Boersma, werd deze on
derwijsdag afgesloten. De leiding van
het geheel was in handen van dr. D. van
der Wel, de voorzitter van het
Zeeuwsch Genootschap, die aan het
begin van de bijeenkomst onder meer
Zeelands commissaris dr. C. Boertien
kon verwelkomen.
In zijn inleiding over het vraagstuk van
het te intellectualistisch karakter van
het onderwijs merkte de heer Baaijens
op. dat dit intellectualisme een oppo
nent is in 't onderwijs; gaat het echter
domineren dan wordt het een gevaar.
„Geen van de vormingsfacetten mag
dominant zijn", stelde hij. De heer
Baaijens noemde het een niet te aan
vaarden zaak, dat een basisschool voor
minder begaafde leerlingen een 'te ont
stellend' gebruik maakt van het 'uit-
stootrecht'. Hierover hoorde men hem
opmerken: „Waar komt het recht van
daan om iemand gehandicapt te noe
men? Waar komt het recht vandaan te
zeggen: hij hoort hier eigenlijk niet? Het
accepteren van het kind in dit zo-zijn zet
de school voor een enorme taak maar
men mag niet gaan in de richting van
'productie en distributie'.
Over het gehandicapte kind ging hij
voort: „Zo iemand wordt normaal als ie
zijn aow krijgt. Dan komt hij eindelijk
voor hetzelfde loketje. Tot die tijd
wordt ie anders behandeld. Wie een
sehooleindstreep niet haalt, wordt on
middellijk een probleemgeval. Daarom
zal de school het hele register moeten
bespelen van de vormingsmogelijkhe
den". Aan het slot van zijn betoog wilde
de heer Baaijens er van uitgaan, dat het
onderwijzend personeel beter wil,
'maar dan zonder de rem van een be-
miezerende wetgeving'.
Inleider dr. Doornbos stipte aan, dat
men in deze eeuw steeds meer overtuigd
is geraakt van de opvatting, dat het in
de school gaat om zo veelzijdig mogelij-
keontplooiing. Een stel problemen in
het onderwijs, zo merkte hij op, zouden
met gerichte maatregelen snel uit de
weg geruimd moeten worden. Nadat hij
er op had gewezen, dat de ongelijkheid
van kansen rechtstreeks verband houdt
met de problemen van de aansluiting
kleuteronderwijs-lager-onderwijs for
muleerde hij: „Indien integratie het
juiste antwoord zou zijn op de be
staande aansluitingsproblemen in ons
onderwijssyusteem, met name voor zo
ver het gaat om onderwijs aan de leer
plichtige jeugd, dan is de contourennota
niet consistent op dit punt".
De overgangsproblemen kleuter-
lageronderwijs wordt, zo vervolgde hij,
in gedachten opgelost door middel van
de integratie. Dit gebeurt echter terwijl
de problematiek rond de overgang
lager-onderwijs-voortgezet onderwijs
juist niet via integratie wordt geregeld.
Na de achtjarige basisschool volgt de
vierjarige middenschool. Hieruit con
cludeerde de heer Doornbos, dat inte
gratie kennelijk niet de meest wezen
lijke factor is in de oplossing van de con-
tinuiteitsproblemen in het onderwijs.
Twijfel
Dr. Matthijssen riep aan het begin van
zijn couserie, waarmee hij 'twijfel'
hoopte te zaaien om tot denken te zet
ten, de vraag op waarom de normale
kennis in het onderwijs zo weinig aan
dacht krijgt. „De school", aldus dr.
GELDBOETES
VOOR BEZIT
RADIO-ZENDERS
MIDDELBURG - De politierechter in
Middelburg heeft donderdag twee ille
gale bezitters van zend-apparatuur
veroordeeld tot geldboetes van 300 e
500 gulden. In één geval werd daar nog
een voorwaardelijke gevangenisstraf
van 2 weken aan toegevoegd.
De Middelburger L. K. stond terecht
voor bezit van een zendinrichting
Matthijssen, „heeft tot primaire taak waarmee hij - naar hij op de zitting ver-
telde - buitenlandse zenders beluister
de. Hij gaf echter toe dat hij de appara
tuur ook wel eens gebruikte om mee te
zenden. Dat leidde tot klachten van bu
ren die daar last van hadden.
De officier eiste hiervoor een geldboete
van 500 gulden en twee weken gevange
nis voorwaardelijk alsmede verbeurd
verklaring van de apparatuur. Politie
rechter mr. J. H. Mulder nam deze eis
olwaardig maatschappelijk be
staan voor iedereen mogelijk te maken,
zodat er voor de meest verdrukten een
beetje meer ruimte komt om te leven".
Het onderwijs, zo vervolgde hij, is afge
stemd op een categorie begaafden van
tien tot twintig procent, 'met ander
woorden het onderwijs is naar inhoud
gezien ondemocratisch'. Maar toch
weer, aldus dr. Matthijssen. in het ba-
lang van het algemeen, opdat de inge
wikkelde samenleving zal beschikken over.
over deskundigen. Maar ook hier plaat-
ste hij een vraagteken bij- „Althans bij p- J- S. uit Tholen stond terecht
de deskundigen seals men die thans
kent", in welk verband hij sprak over 'de Hij ««klaarde op de zitting dat hit ze
grote kloof met de prakhjk van het le- SSTE*
yren. luisteren. De officier eiste ook hier 500
zo'silnaleerde Mj. is dat dit bestaat uit en 2 weken gevangems, maat de
een aantal vakken, dat een abstractie is P-"ierechter legde «Heen 300 gulden
van de werkelijkheid. In een schrifte- e" verbeurdverklaring d.
lijke begeleiding van zijn toespraak had paratuur op.
dr. Matthijssen hierbij aangetekend:
'Normale kennis is kennis die je leert om
te gaan met problemen, die je in de alle
daagse werkelijkheid om je heen tegen
komt. Dit vraagt om een algehele her
formulering van de onderwijsdoelen'.
Aan het slot van zijn betoog conclu
deerde dr. Matthijssen, dat er genoeg ^'worden gehouden 'in' de Prins van
reden aanwezig is om te twijfelen of de 0ranje te Goes_ gaat met door. Dit in
bestaande onderwijs-inhouden wel zo verband met de demonstratieve btjeen-
goed zijn. Ze zijn niet goed voor de komst van de FNV op die dag. De dis
minst intelligenten en niet goed voor de trictsvergadering is nu verschoven naar
meest intelligenten. Maar als de eerste zaterdag 13 november, eveneens in de
stap van bewustwording is gezet volgt prJns van 0ranjei aanvang half elf 's
de rest yanzetf. ochtends. -
n de ap-
Districtsvergadering
NVV uitgesteld
GOES - De districtsvergadering v
NVV-Zeeland, die zaterdag 23 oktober