VMZ: ernstige bezwaren tegen
hinderwetvergunning 'Cruson'
Gs Brabant
over actuele zaken
PZC/p
Gs Brabant willen met
St.-Philipsland praten
over jachthavenkwestie
VMZ-voorzitter oneens
met procedure rond
hinderwetvergunningen
Beëdiging van 29 officieren in
de Vlissingse marinekazerne
A0
fUI
ZORG OVER ONHERROEPELIJK OVERSCHOT
AAN DIERENARTSEN IN DE TOEKOMST
ZATERDAG 9 OKTOBER 1976
Wissel Zeeuws-Viaanderen
VOORZITTER BANNINK: STUKKEN ZIJN
ONVOLLEDIG EN VOLKOMEN ONTOEREIKEND
provincie
i voorzitter
gemaakt tegen
LIJST BEZWAREN OP
HOORZITTING
IN OOSTBURG
OOSTBURG - De Vereniging Milieu
hygiëne Zeeland (VMZ) heeft vrijdag
ochtend, bij.monde 1
M. Bannink, bezwa;
het verlenen van ee
wetvergunning aan de firma Cruson
(metaaloppervlakteveredelingsbedrijf)
in Breskens. VMZ-voorzitter Bannink
uitte die bezwaren vrijdagochtend, tij
dens een hoorzitting over de aanvraag
voor een hinderwetvergunning van
Cruson. De heer Bannink noemde de
ingediendeaanvraagen de overgelegde
stukken 'bepaald onvoldoende om
daaruit de gevolgtrekking te kunnen
maken dat geen gevaar, schade of hin
der zal worden teweeg gebracht."
De VMZ-voorzitter kon maar tot één
conclusie komen, „dat de bescheiden
niet aan de gestelde eisen voldoen, zo
dat het verzoek om een hinderwetver
gunning niet ontvankelijk dient te wor
den verklaard," De heer Bannink kon
overigens wel raden naar de oorzaak
van 'de slecht voorbereide aanvraag,
„die ligt wellicht in de haastige wijze
waarop in dit geval werd gewerkt om de
dreigende bedrijfssluiting van Cruson
BV te voorkomen of ongedaan te ma
ken."
VMZ-voorzitter Bannink wees erop dat
de vereniging ongetwijfeld in beroep zal
gaan bij de Kroon, indien het gemeen
tebestuur van Oostburg geen rekening
houdt met de door de VMZ ingediende
bezwaren en van mening is dat Cruson
BV geen nieuwe aanvraag met volledige
gegevens op tafel hoeft te leggen De
heer Bannink: „Daarnaast en los hier
van treedt in ieder geval artikel 16 van
de hinderwet in werking omdat over de
te verwachten schade of hinder of het te
verwachten gevaar van de inrichting
niet meer voldoende zekerheid kan
worden geoordeeld, zodat het gemeen
tebestuur van Oostburg een voorwaar
delijke hinderwetvergunning voor een
bepaalde termijn kan verlenen. Deze
termijn zou in dit geval tot uiterlijk 1
januari 1978 moeten lopen. Voor die
datum dient dan het overleg over ver
plaatsing van het bedrijf van Cruson
naar het industrieterrein afgerond te
worden en omgezet te worden in een de
finitief besluit tot verplaatsing van het
bedrijf."
De VMZ-voorzitter noemde de stukken,
die enige tijd ter inzage hebben gelegen
'onvolledig en volkomen ontoereikend
om duidelijk te maken dat geen schade,
gevaar of hinder buiten de inrichting
veroorzaakt zal worden." Volgens de
heer Bannink blijkt uit de bewuste
stukken alleen hoe de diverse bedrijfs
onderdelen binnen het fabrieksterrein
zijn gelegen.
De heer Bannink stond verder onder
meer uitvoerig stil bij de afvoer van ver
ontreinigde lucht. Hij noemde het op
vallend dat de afvoer van de moffel-
ovens rechtstreeks zonder filtering zal
plaatsvinden, in tegenstelling tot de af
voer uit de spuitcabine, waar de afge
werkte lucht eerst een waterscherm
moet passeren. De VMZ-voorzitter ver
den „De afvoeren uit de spuitcabine en
moffelovens vinden plaats via een
schoorsteen op slechts zes meter hoogte
boven de grond. Gezien de hoogte van
de omringende gebouwen op het fa
brieksterrein en de nabijliggende
woonwijken is dit wel bijzonder laag In
geen van de gevallen wordt trouwens
aangegeven waar de lozingen in de bui
tenlucht plaatsvinden."
De heer Bannink vond het ook vreemd
dat de luchtafvoer uit de ontvettmgsin-
stallatie, waar een chlorothene damp
aanwezig kan zijn niet in de stukken
wordt aangeduid. Dat gebrek aan in
formatie over de afvoer van verontrei
nigde lucht kwam de VMZ-voorzitter. zo
bleek uit zijn woorden, op tal van pun
ten tegen.
VMZvoorzitter Bannink constateerde
dat in het produktieproces bij Cruson
ook gebruik worclt gemaakt van giftige
chemicaliën, waaronder cyanide, dat
wordt gebruikt in hel zinkbad. „Daar
naast is bekend dat er schadelijke
fluordampen vrijkomen uit de spuit
cabine, waar met teflon wordt gewerkt.
Slechts één ding is uit de stukken wel
duidelijk geworden en dat is dat naast
een hinderwetvergunning ook een ver
gunning aangevraagd zou moeten wor
den ingevolge de wet inzake de lucht
verontreiniging. ook al valt het bedrijf
niet onder het inrichtingenbesluit. Dit
wordt zelfs onderstreept door de aan
vrager." aldus de heer Bannink. Hij
meende dat de firma Cruson in de aan
vraag duidelijk aantoont dat schade
lijke stoffen zullen worden 'uitgewor
pen'. terwijl voorts blijkt dat zuivering
toegepast kan worden. De VMZ-
voorzitter: „Zuivering moet zonder
meer als nodig worden beschouwd. Het
standpunt van de wetgever is immers
datzuivering bij de bron dient te worden
toegepast. De algemeen geldende norm
voor het gehalte aan schadelijke stoffen
algemeen geldende norm voor het ge
halte aan schadelijke stoffen is volgens
werpen hoeveelheden verontreinigende
stoften in de buitenlucht."
Afvalwater
Ook ten aanzien van het lozen van be-
drijfsafvalwater en afgewerkte zuren
ontbreken, volgens de heer Bannink, in
de aanvraag voor de hinderwetver
gunning de gegevens. „In de ter inzage
liggende stukken wordt niet duidelijk
gemaakt hoe voorkomen wordt dat er
geen giftige chemicaliën, geen zware
metalen en geen zuren builen de inrich
ting in het milieu terecht zullen komen.
Ook wordt niet vermeld wanneer en hoe
vaak deze baden worden vernieuwd en
wat er met de afgewerkte inhoud ge
beurt. De tekeningen brengen evenmin
duidelijkheid omdat daarin geen aan
dacht is besteed aan de afvoer van vuil
water, zuren en afvalstoffen via eigen
opslag in bezlnkputtenofvia riolering of
de bodem." aldus de VMZ-voorzitter.
Hij constateerde dat iedere opgave over
de samenstelling van het bedrijfsafval-
water. alsmede de concentratie van
Cruson bekend, zodat er geen enkel be
letsel is om in de voorwaarden van een
te verlenen hinderwetvergunning en
vergunning ingevolge de wet inzake de
luchtverontreiniging duidelijkheid te
betrachten ten aanzien van de uit te
schadelijke stoffen in de totale hoeveel
heid afvalwater die wordt geloosd, ont
breekt. En de heer Bannink wees er ook
op dat de hoedanigheid van de overblij
vende vaste afvalstoffen, „die blijkbaar
naar de vuilnisbelt verdwijnen." onbe
kend is.
De VMZ-voorzitter over de afvoer van
het bedrijfsafval: ..in de stukken wordt
meegedeeld dat het bedrijfsafval met
eigen vervoer naar de vuilnisbelt wordt
gebracht. Dit met zaagsel vermengde
afval is onder meer afkomstig van de
ontvettingsinstallatle. Hel bedrijfsafval
bevat naar alle waarschijnlijkheid che
mische afvalstoffen, waarvan verwijde
ring naar een' stortplaats niet zonder
meer kan plaatsvinden. En in de voor
waarden van een hinderwetvergunning
moet aandacht besteed worden aan de
samenstelling van het bedrijfsafval,
waarover nu geen gegevens worden ver
strekt.. Ook in dat opzicht zijn de be
scheiden niet volledig."
De heer Bannink miste voorts gegevens
over maatregelen ter voorkoming van
geluidshinder.
Bezwaar maakte de VMZ-voorzitter
voorts tegen het uitbreiden van het
tankpark voor de bovengrondse opslag
van vloeibaar propaan en butaan tot
een opslag van maximaal 126 kubieke
OP HOORZITTING IN OOSTBURG
OOK BEZWAAR
TEGEN TIJDSTIP
VAN AANVANG
OOSTBURG - Voorzitter J. M. Bannink
van de Vereniging Milieuhygiëne Zee
land heeft vrijdagochtend kritiek gele
verd op de procedure, die gevolgd
wordt hij de behandeling van aanvra
gen van hinderwetvergunningen. Ue
VMZ-voorzitter zei een en ander tijdens
de hootzitting naar aanleiding van de
aanvraag voor een hinderwetvergun
ning van Cruson in Breskens.
De heer Bannink: „Volgens artikel 11
van de hinderwet is de datum waarop
deze hoorzitting is uitgeschreven. 8 ok
tober, corerect vastgesteld. Het
vreemde ligt echter in het feit dat de
daaraan voorafgaande termijn, die oor
spronkelijk tien dagen bevatte waar
binnen schriftelijke bezwaren ingediend
konden worden, inmiddels door de mi
nister is verlengd tot vier weken De be
doeling vade wetgever dat een hoorzit
ting volgt na de termijn van ter inzage
legging en na het indienen van bee-
zwaarschnften is nu ondergraven en er
kunnen dus nog bezwaren worden inge
diend. ook als is de datum van de hoor
zitting verstreken".
Volgens de VMZ-voorzitter vissen de
burgers, die hin bezwaarschrift alsnog
willen toelichten, op deze manier achter
het net. „Bovendien is het zo dat nwo-
ners van de gemeente Oostburg op deze
hoorzitting van 8 oktober, moeten ver
schijnen, willen hun bezwaren ontvan
kelijk zijn. Voor deze burgers geldt
daardoor feitelijk dat zij veel minder
dan vier weken ter beschikking hebben
om de ter inzage liggende stukken te
bestuderen, willen zij op de hoorzitting
tenminste enigszins beslagen ten ijs
komen", aldus de heer Bannink. Hij
constateerde dat de maatregel van de
minister niet volledig is en niet voldoet.
De VMZ-voorzitter: „De hoorzitting
Tentoonstelling in
verenigingsgebouw
Amicitia te Aagtekerke
aagtekerke - Dinsdag wordt in vereni
gingsgebouw 'Amicitia' te Aagtekerke
de tentoonstellifig 'Onder je voeten
vandaan en vlak voor je neus' gehouden.
De tentoonstelling is vanaf 19.30 uur te
bezichtigen. De heer B. Oele uit Kapelle
geeft bij deze tentoonstelling een uit^
eenzetting en zal eventuele vragen
beantwoorden.
dient na de nieuwe termijn van vier we
ken plaats le vinden, zodat er geen on
derscheid zal bestaan tussen de bevol
kingsgroepen binne en buiten de 5
meter vloeibaar gas. De heer Bannink.
„Omgerekend in vluchtig gas betekent
dit een opslag van ongeveer 75.000 ku
bieke meter propaan en butaan binnen
de bebouwde kom van Breskens. Hoe
wel veiligheidsvoorzieningen ongetwij
feld aanwezig zullen zijn moet opslag
van gas in de nabijheid van woonwijken
worden afgewezen en dient zeker het
uitbreiden van de opslagmogelijkheid
niet te worden overwogen."
Bij die laatste opmerking van de heer
Bannink sloot een van de andere aan
wezigen. de heer L. Maas uit Breskens
(lid van de progressieve fractie in de
Oostburgsegemeenteraad) zich aan. Hij
had zich eveneens verdiept in de afme
tingen van het tankpark De heer Maas
wees erop dat de reservoirs tezamen een
capaciteit hebben van 126.000 liter
„Maar er is nog een reservoir met een
capaciteit van 13.000 liter en dat staat
nietop de tekeningen. Tel je daterbij op
dan komtde totale capaciteitop 144.000
liter. Ook van de kant van het ministerie
is er al opgewezen. dat een dergelijke
opslagplaats midden in een woonge
meenschap erg gevaarlijk is. De huidige
capaciteit bedraagt 98-000 liter. En
tegen die fikse vermeerdering maak ik
beswaar. Ik vind dat onaanvaardbaar."
aldus de heer Maas.
Tenslotte kwam ook. de heer W. de
Groote uit Breskens met een bezwaar.
Hij constateerde dat bij de afvoer van
verontreinigende lucht via een schoor
steen uitgegaan wordt van een hoogte,
gelijk aan de hoogste daklijn. En daar
tegen had de heer De Groote ernstige
bedenkingen. Hij wees erop dat Cruson,
in verhouding met de Boulevard van
Breskens. laag ligt. „De uitstoot van die
lucht levert op die manier voor ons. op
de hoger gelegen Boulevard problemen
op," aldus de heer De Groote.
Bij deze drie 'bezwarenmakers' bleel
het Burgemeester A. Schipper van
Oostburg, die de hoorzitting leidde,
toonde zich enigermate opgelucht over
het feit dat liet niet noodzakelijk was
direct te reageren op de opmerkingen.
„Daar ben ik wel een beetje blij 0111,
want het is een erg technische zaak,"
aldus de heer Schipper.
KAPITEIN TER ZEE HUBER: „U TREEDT AAN
IN PERIODE VAN GROTE BEZUINIGINGEN"
DEEL VAN HET
CEREMONIEEL
VAN PROGRAMMA
AFGEVOERD
VLISSINGEN' - „U treedt aan in een
periode van grote, misschien te
grote bezuinigingen op defensie. In
een periode ook van voortschrij
dende versobering. Wal ons ook nog
te wachten staat, wij zullen trachten
de hoge normen binnen de Konin
klijke Marine te handhaven." aldus
de commandant van de Vlissingse
marinekazerne, kapitein ter zee W. J.
Huber, vrijdagmorgen tot de kort te
voren beëdigde officieren. „Vandaar
dat deze inslallalieplechligheid an
ders verloopt dan wij bij de marine
gewoon zijn."
De heer Huber doelde hierbij op het
In het programma geschrapte défilé
na de plechtigheid en op de vervallen
inspectie. Rond elf uur vrijdagmor
gen stonden de 29 adspirant-
offïcieren op' de binnenplaats van de
kazerne aangetreden. De comman
dant beëdigde 17 dienstplichtige en
12 beroepsofficieren. De namen van
de beëdigde officieren zijn: E. M.
Schotanus, A. P. Hofstede, A. P. de
Ruiter. G. Salentijn. F. Leppers, M.
H. Smittenaar. B. w. A. Bosman. W.
Visser. H. Vink, D. Vrugt, A. J. van
Lubeek. K, W. Verborg. D. Melchers.
L. P. N. de Winter, A. C. F. Schrau-
wen. J E Dekker. C. B. C. Scholts, ir.
H. Dekker, ir. B- W. A. van Dorp. ir. J.
C. T. van der Veen, ir. M. R. Oberman,
ir. F. Hommersom, B. C. J M. Jans
sen. J. Paüjn, H. H Hogenhuis. ir. J
J. vanderEijk. ir. P. J Keunïng.ir. R
G. Krol en drs. H. S. Bedet.
In zijn toespraak, aangehoord door
de aangetreden manschappen, fami
lie van de adspirant-ofïicieren en
loco-burgemeester van Vlissingen
Ch. J. Gillissen-Verschage, belichtte
de heer Huber de drie essentiële pun
ten voor de officieren, trouw, gehoor
zaamheid en onderwerping.
„In onze constitionele monarchie be
teken t trouw niet alleen trouw aan de
koningin, maar ook aan de wettige en
verantwoordelijke regering. Verder
belooft u een actieve gehoorzaam
heid aan de wetten met steun aan de
overheid en zult u zich onderwerpen
aan de orde en discipline, die voor de
specifieke taak van de krijgsmacht
onmisbaar is." aldus de heer Huber.
Na de officiële plechtigheid werd er
voor genodigden een maaltijd ver
zorgd in de kazerne.
Foto: een van de 29 officieren die
vrijdagmorgen door kapitein ter zee
W. J. Huber roerden beëdigd.
waar de vergunning-aanvraag
speelt"
Kritiek had voorzitter Bannink ook op
het tijdstip waarop de hoorzitting in
Oostburg werd gehouden ide zitting be
gon vrijdagochtend om tien uuri: „In
een aantal gemeenten is het de goede
gewoonte geworden om belangrijke
hoorzittingen te houden op een tijdstip
dat voor de meeste burgers beter uit
komt dan tien uur in de ochtend,
waarop haast iedereen aan het werk is
Hooguit een enkeling kan zich op dit
tijdstip vrijmaken om de hoorzitting bij
te wonen. De burgers worden echter niet
in de gelegenheid gesteld om van de hen
toekomende rechten op inspraak op een
aanvaardbare wijze gebruik te maken".
tSlol van
pap.
Bergen op Zoom en in breder verband:
de plannen, die in Brabant worden ont-
wikkeld voor de werkgelegenheid om
daardoor de overloopfunctie te vervul
len, die voor WestrBrabant in de verste-
delijkingsnota is aangeduid.
Over deze zaken zei commissaris J D.
van der Harten van Noord-Brabant:
„Reimerswaal is door de ontwikkelin
gen van de laatste lijd aanzienlijk moei
lijker geworden. Als je dat plan niet kun t
realiseren, zul je wat anders moeten.
Een uitbreiding van het industriegebied
Moerdijk alleen is onvoldoende. De
technische diensten moeten de moge
lijkheden eerst maar eens bekijken. Hij
wees erop. dat vooreen wijziging van het
streekplan WestrBrabant toch overleg
met Zeeland geboden is.
slikken van Ossendrecht in de ge
meente Reimerswaal wordt gebouwd.
Over de situering zijn de provincies het
eens geworden, en ook de gemeente
Reimerswaal kan met de plaats van de
zuiveringsinstallatie instemmen.
Commissaris Van der Harten van Bra
bant toonde zich daar erkentelijk voor.
De technische kanten van de zuivering
zullen echter nog nader moeten worden
bestudeerd, met name als het gaat om
industrieel afvalwater.
Zeeland en Brabant
trekken 'aan de bel'
over provinciefonds
MIDDELBURG - De col leges van g.s.
van Zeeland en Noord-Brabant heb
ben zich tijdens het periodieke over
leg vrijdag in Middelburg bezonnen
over mogelijkheden om gezamenlijk
aan de bel te trekken in Den Haag
over de voorgenomen wijzigingen
van de uitkeringen uit het provin
ciefonds. Maandag zullen g.s. van
Zeeland zich vast beraden over een
vorm van protest.
Commissaris der koningin dr. C.
Boertien deelde dat vrijdagmiddag
na afloop van de besprekingen tus
sen de twee colleges mee.
Twee commissarissen der koningin, dr. Boertien i rechts ten de heer Van der Harten
Centrale Tholen
Van de kant van gs van Zeeland is aan
het Brabantse college duidelijk ge
maakt, dat men er niet voor voelt om
tegemoet te komen aan het Brabantse
verlangen een energiecentrale in de
omgeving Tholen - St-Philipsland te si
tueren. Dr. Boertien: „Gs van Zeeland
hadden in relatie tot het structuur
schema elektriciteitsvoorzieningen
eerst verschillende lokaties genoemd,
maar de Zeeuwse staten willen alleen
het Sloegebied bij Borssele als lokatie
aangeven. Die visie hebben we toege
licht. We zijn er nog niet uit met elkaar,
er komt over deze zaak nog nader over-
De colleges van gedeputeerde staten
van Zeeland en Noord-Brabant kwamen
tijdens hun bespreking verder tot de
slotsom, dat de technische diensten van
de provincies moeten bestuderen hoe
stankhinder door industrieel afval van
dp Shell-vestiging Moerdijk kan worden
bestreden, als over een aantal jaren een
rioolwaterzuiveringsinstallatie op de
GEEN ANDER STANDPUNT
TE VERWACHTEN
ZEEUWSE COLLEGE
KREEG TOELICHTING
MIDDELBURG - Het college van gede
puteerde staten van Noord-Brabant zal
het college van burgemeester en we
thouders van Sint-Philipsland op korte
termijn uitnodigen om nader overleg te
voeren over de plannen voor de aanleg
van een jachthaven bij Sint-
Philipsland. Het ziet er naar uit. dat dat
overleg zal leiden tot een verandering
van het standpunt van het gemeente
bestuur van Sint-Philipsland. De
(ADVERTENTIE)
De stoere stofzuiger uit Denemarken
Jaarrede voorzitter Koninklijke Nederlandse Maatschappij voor Diergeneeskunde
„Dierenartsen
staan straks
voor aap"
VLISSINGEN - Dc voorzitter van de
Koninklijke. Nederlandse Maatschap
pij voor Diergeneeskunde, drs, S. van
Harten heeft vrijdagmorgen in Brit-
tannia te Vlissingen zijn zorg uitge
sproken over het grote aantal satuden-
ten in de diegeneeskunde. dat onher
roepelijk zal leiden tot een overschot
aan dierenartsen. „De tijd lijkt niet ver
meer", aldus drs. Van Harten, 'dat een
jong afgestudeerde te horen zal krijgen
'er zijn nog zoveel wachtende voor u'.
Drs. Van Harten deelde in zijn jaarrede
tijdens het jaarcongres van de
K.N.M.v.D. in Brittania mee, dat in ver
band hiermee aan het ministerie van
onderwijs en wetenschappen om een
hernieuwd behoefteonderzoek is ge
vraagd. Met nadruk wordt daarbij ge
wezen op de persoonliljke verantwoor
delijkheid van elke student en pas afge
studeerde dierenarts, oog te hebben
voor en zich zo mogelijk te richten op
andere deelgebieden van de dierge
neeskunde dan de traditionele praktij
kuitoefening. Overigens voegde drs.
Van Harten er metjlem aan toe. dat niet
alleen 'het simpele feit van het over
schot' hem op die gedachte bracht,
maar dat de inbreng van de dierenart
sen op velerlei gebied een aanmerke
lijke verbetering kan betekenen. „Door
het kennisnemen van de mogelijkhe
den. door het tonen van bereidwillig
heid en door het niet schuwen van het
avontuur, zal blijken dat de dierenge-
neeskundige wetenschap en de dierge
neeskundige opleiding veel meer moge
lijkheden bieden, dan men zich aanvan
kelijk bewust was". zei de voorzitter van
de K.N.M.v D
In zijn jaarrede besteedde drs. Van Har
ten voorts aandacht, aan de herstruc-
tuering van de opleiding in de dierge
neeskunde. die het mogelijk maakt de
student tijdens de studie extra aan
dacht te laten besteden aan ee ndeelge-
bied van de diergeneeskundenaar zijn
keuze. De K.N.M.v.D. acht dit een goede
ontwikkeling en heeft meegewerkt en
ingestemd met het ontwerpen van de
plannen. Mede in verband met het
thema van het jaarcongres 'Dierge
neeskunde en Volksgezondheid' werd
dieper ingegaan op de betekenis en de
inbreng van de diegeneeskunde op het
gebied van de volksgezondheid, met
name de bewaking van de voedings
middelen van dierlijke oorsprong en de
beheersing van het milie. Drs. Van Har
ten zei onder meer, dat de diergenees
kunde per definitie de wetenschap is,
die zich met deze problematiek bezig
houdt vanwege de gevaren van het
overbrengen van ziektekiemen uit het
milieu en de dieren, hetzij rechtstreeks,
hetzij via de levensmiddelen naar ce
..tens „Ee. nleöi.i.c Bewaking van de
totale produktie- en verwerkingsketen
van voedingsmiddelen, van milieu tot
consument, behoort tot de verantwoor
delijkheid van de dierenarts", aldus de
spreker. In zijn jaarrede pleitte hij voor
een verdere uitbouw van de wetgeving
en de structuren op dit terrein om tot
een optimale beheersing te komen.
Zoönosen
Eveneens werd aandacht besteed aan
de problematiek van de zoönosen (ziek
ten die van dier op mens overgaan en in
verband daarmee het vraagstuk van de
geneeskunde van de kleine huisdieren,
tegenwoordig gezelschapsdieren ge
noemd).
..De sociale betekenis die de gezel
schapsdieren tegenwoor dig in onze sa
menleving hebben de consequenties die
dit heeft voor een adequate uitoefening
van de diergeneeskunde, vereisen de
nodige aanpassing van de bemoeienis
van deoverheid", aldus drs. Van Harten,
die er aan toevoegde dat zowel de kos
ten van deze verzorging als de hoge kwa
liteit die hierbij wordt geëist de nodige
problemen oproepen. „Ook op het ge
bied van onderzoek zal eenvergrote in
zet van de overheid niet gemist kunnen
worden".
Na afloop van de jaarrede werd verdui
delijkt dat de K.N.M.v.D. vindt, dat de
overheis zijn kop uit het zand moet ste
ken en meer geld moet uitgeven voor
zakijn als research, bestrijding van ziek
ten van gezelschapsdieren en laborato
rium ondersteuning voor de praktische
dierengeneeskunde. Daarvoor zijn be
roepen gedaan op CRM en het ministe
rie van volksgezondheid. Onvrede werd
uitgesproken over het feit dat het minis
terie zulke geringe bedragen beschik
baar stelt voor het rechtstreekse lab-
werk. terwijl de fiscus wel beslag legt op
het enorme bedrag, dat de inentingen
van gezelschapsdieren heeft opgele
verd. Volgens woordvoerder zijn in Ne
derland de laatste tijd bij elkaar zo'n
anderhalf miljoen gezelschapsdieren
(voor een bedrag van tussen de 15 en 20
gulden) ingeënt. Van die ongeveer 30
miljoen gulden daarmee samenhan
gend is de helft bestemd voor de schatr
kist.
Het programma voor vrijdag was over
het geheel genomen van wetenschappe
lijke aard. De officiële opening werd ver
richt door commissaris der koningin in
Zeeland, dr. C. Boertien. terwijl een wel
komstwoord werd gesproken door bur
gemeester drs. Th. J. Weslerhout.
Drs. P. M. Smit uit Groningen ontving
de jaarprijs voor het beste artikel in
1975 in het tijdschrift voor diergenees
kunde. De schimmel-virulyprijs was
voor dr E. J. Ruiterberg, die werkzaam
is op het rijksinstituut voor de volksge
zondheid. Voor vandaag, zaterdag,
staat een algemene ledcnbvergadering
op het programma.
meerderheid van de gemeenteraad
heeft de jachthavenplannen afgewe
zen, Volgens burgemeester G. van den
Berg van Sint-Philipsland valt geen
wijziging in dat standpunt van de
meerderheid te verwachten. Hij meent
dal in een gesprek met gedeputeerde
staten van Brabant alleen sprake kan
zijn van een toelichting van de gedach
ten die in de raad van zijn gemeente
over de jachthaven leven.
De kwestie rond de jachthaven in Sint-
Philipsland kwam vrijdagmiddag aan
de orde tijdens het overleg dat de colle
ges van g.s. van Zeeland en Brabant met
elkaar voerde. De Zeeuwse commissaris
van de koningin, dr. C. Boertien. liet na
afloop van dat beraad weten dat g.s. van
Zeeland het Brabantse college hebben
verzocht een gesprek te voeren' met bur
gemeester en wethouders van Sint-
Philipsland. Dat verzoek deed het
Zeeuwse college nadat het zelf vrijdag
morgen een gesprek had gehad met b.
en w. van Sint-Philipsland.
Volgens burgemeester Van den Berg is
tijdens dat gesprek tussen g.s. van Zee
land en b. en w. nog eens een nadere
toelichting gegeven op de standpunten
van de twee stromingen in de gemeente
raad: die van de SGP, die van oordeel is
dat Sint>Philipsland wel moet meestu
ren aan de activiteiten van het kanaals
chap De Eendracht maar geen recrea
tieve ontwikkelingen hoeft toe te laten
die de zondagsrust zouden schaden; die
van de minderheid van de raad, die
meent dat de jachthaven er wel mag
komen.
Gedeputeerde staten van Noord-
Brapant nemen m de kwestie rond de
jachthaven een sleutelpositie in. Vol
gens artikel 18 van de statuten van het
kanaalschap kunnen g.s. van Brabant
uiteindelijk bepalen of de jachthaven er
komt. Als de gemeenteraad van een bij
het schap aangesloten gemeente zich
niet neerlegt bij door het kanaalschap
gegeven richtlijnen, wordt de zienswijze
van g.s. van Brabant doorslaggevend.
Voor dat college zijn standpunt bepaalt,
overlegt het met gedeputeerde staten
van Zeeland. Dat is vrijdag gebeurd en
op advies van het Zeeuwse college zul
len g.s. van Brabant nu b. en w. van
Sint-Philipsland over de zaak horen.
De heer Boertien wilde vrijdag tijdens
de persconferentie geen mededelingen
doen over de inhoud van het gesprek
tussen g.s. van Zeeland en b. en w. van
Sint-Philipsland.