VMZ: ernstige bezwaren tegen hinderwetvergunning 'Cruson' Gs Brabant over actuele zaken PZC/p Gs Brabant willen met St.-Philipsland praten over jachthavenkwestie VMZ-voorzitter oneens met procedure rond hinderwetvergunningen Beëdiging van 29 officieren in de Vlissingse marinekazerne A0 fUI ZORG OVER ONHERROEPELIJK OVERSCHOT AAN DIERENARTSEN IN DE TOEKOMST ZATERDAG 9 OKTOBER 1976 Wissel Zeeuws-Viaanderen VOORZITTER BANNINK: STUKKEN ZIJN ONVOLLEDIG EN VOLKOMEN ONTOEREIKEND provincie i voorzitter gemaakt tegen LIJST BEZWAREN OP HOORZITTING IN OOSTBURG OOSTBURG - De Vereniging Milieu hygiëne Zeeland (VMZ) heeft vrijdag ochtend, bij.monde 1 M. Bannink, bezwa; het verlenen van ee wetvergunning aan de firma Cruson (metaaloppervlakteveredelingsbedrijf) in Breskens. VMZ-voorzitter Bannink uitte die bezwaren vrijdagochtend, tij dens een hoorzitting over de aanvraag voor een hinderwetvergunning van Cruson. De heer Bannink noemde de ingediendeaanvraagen de overgelegde stukken 'bepaald onvoldoende om daaruit de gevolgtrekking te kunnen maken dat geen gevaar, schade of hin der zal worden teweeg gebracht." De VMZ-voorzitter kon maar tot één conclusie komen, „dat de bescheiden niet aan de gestelde eisen voldoen, zo dat het verzoek om een hinderwetver gunning niet ontvankelijk dient te wor den verklaard," De heer Bannink kon overigens wel raden naar de oorzaak van 'de slecht voorbereide aanvraag, „die ligt wellicht in de haastige wijze waarop in dit geval werd gewerkt om de dreigende bedrijfssluiting van Cruson BV te voorkomen of ongedaan te ma ken." VMZ-voorzitter Bannink wees erop dat de vereniging ongetwijfeld in beroep zal gaan bij de Kroon, indien het gemeen tebestuur van Oostburg geen rekening houdt met de door de VMZ ingediende bezwaren en van mening is dat Cruson BV geen nieuwe aanvraag met volledige gegevens op tafel hoeft te leggen De heer Bannink: „Daarnaast en los hier van treedt in ieder geval artikel 16 van de hinderwet in werking omdat over de te verwachten schade of hinder of het te verwachten gevaar van de inrichting niet meer voldoende zekerheid kan worden geoordeeld, zodat het gemeen tebestuur van Oostburg een voorwaar delijke hinderwetvergunning voor een bepaalde termijn kan verlenen. Deze termijn zou in dit geval tot uiterlijk 1 januari 1978 moeten lopen. Voor die datum dient dan het overleg over ver plaatsing van het bedrijf van Cruson naar het industrieterrein afgerond te worden en omgezet te worden in een de finitief besluit tot verplaatsing van het bedrijf." De VMZ-voorzitter noemde de stukken, die enige tijd ter inzage hebben gelegen 'onvolledig en volkomen ontoereikend om duidelijk te maken dat geen schade, gevaar of hinder buiten de inrichting veroorzaakt zal worden." Volgens de heer Bannink blijkt uit de bewuste stukken alleen hoe de diverse bedrijfs onderdelen binnen het fabrieksterrein zijn gelegen. De heer Bannink stond verder onder meer uitvoerig stil bij de afvoer van ver ontreinigde lucht. Hij noemde het op vallend dat de afvoer van de moffel- ovens rechtstreeks zonder filtering zal plaatsvinden, in tegenstelling tot de af voer uit de spuitcabine, waar de afge werkte lucht eerst een waterscherm moet passeren. De VMZ-voorzitter ver den „De afvoeren uit de spuitcabine en moffelovens vinden plaats via een schoorsteen op slechts zes meter hoogte boven de grond. Gezien de hoogte van de omringende gebouwen op het fa brieksterrein en de nabijliggende woonwijken is dit wel bijzonder laag In geen van de gevallen wordt trouwens aangegeven waar de lozingen in de bui tenlucht plaatsvinden." De heer Bannink vond het ook vreemd dat de luchtafvoer uit de ontvettmgsin- stallatie, waar een chlorothene damp aanwezig kan zijn niet in de stukken wordt aangeduid. Dat gebrek aan in formatie over de afvoer van verontrei nigde lucht kwam de VMZ-voorzitter. zo bleek uit zijn woorden, op tal van pun ten tegen. VMZvoorzitter Bannink constateerde dat in het produktieproces bij Cruson ook gebruik worclt gemaakt van giftige chemicaliën, waaronder cyanide, dat wordt gebruikt in hel zinkbad. „Daar naast is bekend dat er schadelijke fluordampen vrijkomen uit de spuit cabine, waar met teflon wordt gewerkt. Slechts één ding is uit de stukken wel duidelijk geworden en dat is dat naast een hinderwetvergunning ook een ver gunning aangevraagd zou moeten wor den ingevolge de wet inzake de lucht verontreiniging. ook al valt het bedrijf niet onder het inrichtingenbesluit. Dit wordt zelfs onderstreept door de aan vrager." aldus de heer Bannink. Hij meende dat de firma Cruson in de aan vraag duidelijk aantoont dat schade lijke stoffen zullen worden 'uitgewor pen'. terwijl voorts blijkt dat zuivering toegepast kan worden. De VMZ- voorzitter: „Zuivering moet zonder meer als nodig worden beschouwd. Het standpunt van de wetgever is immers datzuivering bij de bron dient te worden toegepast. De algemeen geldende norm voor het gehalte aan schadelijke stoffen algemeen geldende norm voor het ge halte aan schadelijke stoffen is volgens werpen hoeveelheden verontreinigende stoften in de buitenlucht." Afvalwater Ook ten aanzien van het lozen van be- drijfsafvalwater en afgewerkte zuren ontbreken, volgens de heer Bannink, in de aanvraag voor de hinderwetver gunning de gegevens. „In de ter inzage liggende stukken wordt niet duidelijk gemaakt hoe voorkomen wordt dat er geen giftige chemicaliën, geen zware metalen en geen zuren builen de inrich ting in het milieu terecht zullen komen. Ook wordt niet vermeld wanneer en hoe vaak deze baden worden vernieuwd en wat er met de afgewerkte inhoud ge beurt. De tekeningen brengen evenmin duidelijkheid omdat daarin geen aan dacht is besteed aan de afvoer van vuil water, zuren en afvalstoffen via eigen opslag in bezlnkputtenofvia riolering of de bodem." aldus de VMZ-voorzitter. Hij constateerde dat iedere opgave over de samenstelling van het bedrijfsafval- water. alsmede de concentratie van Cruson bekend, zodat er geen enkel be letsel is om in de voorwaarden van een te verlenen hinderwetvergunning en vergunning ingevolge de wet inzake de luchtverontreiniging duidelijkheid te betrachten ten aanzien van de uit te schadelijke stoffen in de totale hoeveel heid afvalwater die wordt geloosd, ont breekt. En de heer Bannink wees er ook op dat de hoedanigheid van de overblij vende vaste afvalstoffen, „die blijkbaar naar de vuilnisbelt verdwijnen." onbe kend is. De VMZ-voorzitter over de afvoer van het bedrijfsafval: ..in de stukken wordt meegedeeld dat het bedrijfsafval met eigen vervoer naar de vuilnisbelt wordt gebracht. Dit met zaagsel vermengde afval is onder meer afkomstig van de ontvettingsinstallatle. Hel bedrijfsafval bevat naar alle waarschijnlijkheid che mische afvalstoffen, waarvan verwijde ring naar een' stortplaats niet zonder meer kan plaatsvinden. En in de voor waarden van een hinderwetvergunning moet aandacht besteed worden aan de samenstelling van het bedrijfsafval, waarover nu geen gegevens worden ver strekt.. Ook in dat opzicht zijn de be scheiden niet volledig." De heer Bannink miste voorts gegevens over maatregelen ter voorkoming van geluidshinder. Bezwaar maakte de VMZ-voorzitter voorts tegen het uitbreiden van het tankpark voor de bovengrondse opslag van vloeibaar propaan en butaan tot een opslag van maximaal 126 kubieke OP HOORZITTING IN OOSTBURG OOK BEZWAAR TEGEN TIJDSTIP VAN AANVANG OOSTBURG - Voorzitter J. M. Bannink van de Vereniging Milieuhygiëne Zee land heeft vrijdagochtend kritiek gele verd op de procedure, die gevolgd wordt hij de behandeling van aanvra gen van hinderwetvergunningen. Ue VMZ-voorzitter zei een en ander tijdens de hootzitting naar aanleiding van de aanvraag voor een hinderwetvergun ning van Cruson in Breskens. De heer Bannink: „Volgens artikel 11 van de hinderwet is de datum waarop deze hoorzitting is uitgeschreven. 8 ok tober, corerect vastgesteld. Het vreemde ligt echter in het feit dat de daaraan voorafgaande termijn, die oor spronkelijk tien dagen bevatte waar binnen schriftelijke bezwaren ingediend konden worden, inmiddels door de mi nister is verlengd tot vier weken De be doeling vade wetgever dat een hoorzit ting volgt na de termijn van ter inzage legging en na het indienen van bee- zwaarschnften is nu ondergraven en er kunnen dus nog bezwaren worden inge diend. ook als is de datum van de hoor zitting verstreken". Volgens de VMZ-voorzitter vissen de burgers, die hin bezwaarschrift alsnog willen toelichten, op deze manier achter het net. „Bovendien is het zo dat nwo- ners van de gemeente Oostburg op deze hoorzitting van 8 oktober, moeten ver schijnen, willen hun bezwaren ontvan kelijk zijn. Voor deze burgers geldt daardoor feitelijk dat zij veel minder dan vier weken ter beschikking hebben om de ter inzage liggende stukken te bestuderen, willen zij op de hoorzitting tenminste enigszins beslagen ten ijs komen", aldus de heer Bannink. Hij constateerde dat de maatregel van de minister niet volledig is en niet voldoet. De VMZ-voorzitter: „De hoorzitting Tentoonstelling in verenigingsgebouw Amicitia te Aagtekerke aagtekerke - Dinsdag wordt in vereni gingsgebouw 'Amicitia' te Aagtekerke de tentoonstellifig 'Onder je voeten vandaan en vlak voor je neus' gehouden. De tentoonstelling is vanaf 19.30 uur te bezichtigen. De heer B. Oele uit Kapelle geeft bij deze tentoonstelling een uit^ eenzetting en zal eventuele vragen beantwoorden. dient na de nieuwe termijn van vier we ken plaats le vinden, zodat er geen on derscheid zal bestaan tussen de bevol kingsgroepen binne en buiten de 5 meter vloeibaar gas. De heer Bannink. „Omgerekend in vluchtig gas betekent dit een opslag van ongeveer 75.000 ku bieke meter propaan en butaan binnen de bebouwde kom van Breskens. Hoe wel veiligheidsvoorzieningen ongetwij feld aanwezig zullen zijn moet opslag van gas in de nabijheid van woonwijken worden afgewezen en dient zeker het uitbreiden van de opslagmogelijkheid niet te worden overwogen." Bij die laatste opmerking van de heer Bannink sloot een van de andere aan wezigen. de heer L. Maas uit Breskens (lid van de progressieve fractie in de Oostburgsegemeenteraad) zich aan. Hij had zich eveneens verdiept in de afme tingen van het tankpark De heer Maas wees erop dat de reservoirs tezamen een capaciteit hebben van 126.000 liter „Maar er is nog een reservoir met een capaciteit van 13.000 liter en dat staat nietop de tekeningen. Tel je daterbij op dan komtde totale capaciteitop 144.000 liter. Ook van de kant van het ministerie is er al opgewezen. dat een dergelijke opslagplaats midden in een woonge meenschap erg gevaarlijk is. De huidige capaciteit bedraagt 98-000 liter. En tegen die fikse vermeerdering maak ik beswaar. Ik vind dat onaanvaardbaar." aldus de heer Maas. Tenslotte kwam ook. de heer W. de Groote uit Breskens met een bezwaar. Hij constateerde dat bij de afvoer van verontreinigende lucht via een schoor steen uitgegaan wordt van een hoogte, gelijk aan de hoogste daklijn. En daar tegen had de heer De Groote ernstige bedenkingen. Hij wees erop dat Cruson, in verhouding met de Boulevard van Breskens. laag ligt. „De uitstoot van die lucht levert op die manier voor ons. op de hoger gelegen Boulevard problemen op," aldus de heer De Groote. Bij deze drie 'bezwarenmakers' bleel het Burgemeester A. Schipper van Oostburg, die de hoorzitting leidde, toonde zich enigermate opgelucht over het feit dat liet niet noodzakelijk was direct te reageren op de opmerkingen. „Daar ben ik wel een beetje blij 0111, want het is een erg technische zaak," aldus de heer Schipper. KAPITEIN TER ZEE HUBER: „U TREEDT AAN IN PERIODE VAN GROTE BEZUINIGINGEN" DEEL VAN HET CEREMONIEEL VAN PROGRAMMA AFGEVOERD VLISSINGEN' - „U treedt aan in een periode van grote, misschien te grote bezuinigingen op defensie. In een periode ook van voortschrij dende versobering. Wal ons ook nog te wachten staat, wij zullen trachten de hoge normen binnen de Konin klijke Marine te handhaven." aldus de commandant van de Vlissingse marinekazerne, kapitein ter zee W. J. Huber, vrijdagmorgen tot de kort te voren beëdigde officieren. „Vandaar dat deze inslallalieplechligheid an ders verloopt dan wij bij de marine gewoon zijn." De heer Huber doelde hierbij op het In het programma geschrapte défilé na de plechtigheid en op de vervallen inspectie. Rond elf uur vrijdagmor gen stonden de 29 adspirant- offïcieren op' de binnenplaats van de kazerne aangetreden. De comman dant beëdigde 17 dienstplichtige en 12 beroepsofficieren. De namen van de beëdigde officieren zijn: E. M. Schotanus, A. P. Hofstede, A. P. de Ruiter. G. Salentijn. F. Leppers, M. H. Smittenaar. B. w. A. Bosman. W. Visser. H. Vink, D. Vrugt, A. J. van Lubeek. K, W. Verborg. D. Melchers. L. P. N. de Winter, A. C. F. Schrau- wen. J E Dekker. C. B. C. Scholts, ir. H. Dekker, ir. B- W. A. van Dorp. ir. J. C. T. van der Veen, ir. M. R. Oberman, ir. F. Hommersom, B. C. J M. Jans sen. J. Paüjn, H. H Hogenhuis. ir. J J. vanderEijk. ir. P. J Keunïng.ir. R G. Krol en drs. H. S. Bedet. In zijn toespraak, aangehoord door de aangetreden manschappen, fami lie van de adspirant-ofïicieren en loco-burgemeester van Vlissingen Ch. J. Gillissen-Verschage, belichtte de heer Huber de drie essentiële pun ten voor de officieren, trouw, gehoor zaamheid en onderwerping. „In onze constitionele monarchie be teken t trouw niet alleen trouw aan de koningin, maar ook aan de wettige en verantwoordelijke regering. Verder belooft u een actieve gehoorzaam heid aan de wetten met steun aan de overheid en zult u zich onderwerpen aan de orde en discipline, die voor de specifieke taak van de krijgsmacht onmisbaar is." aldus de heer Huber. Na de officiële plechtigheid werd er voor genodigden een maaltijd ver zorgd in de kazerne. Foto: een van de 29 officieren die vrijdagmorgen door kapitein ter zee W. J. Huber roerden beëdigd. waar de vergunning-aanvraag speelt" Kritiek had voorzitter Bannink ook op het tijdstip waarop de hoorzitting in Oostburg werd gehouden ide zitting be gon vrijdagochtend om tien uuri: „In een aantal gemeenten is het de goede gewoonte geworden om belangrijke hoorzittingen te houden op een tijdstip dat voor de meeste burgers beter uit komt dan tien uur in de ochtend, waarop haast iedereen aan het werk is Hooguit een enkeling kan zich op dit tijdstip vrijmaken om de hoorzitting bij te wonen. De burgers worden echter niet in de gelegenheid gesteld om van de hen toekomende rechten op inspraak op een aanvaardbare wijze gebruik te maken". tSlol van pap. Bergen op Zoom en in breder verband: de plannen, die in Brabant worden ont- wikkeld voor de werkgelegenheid om daardoor de overloopfunctie te vervul len, die voor WestrBrabant in de verste- delijkingsnota is aangeduid. Over deze zaken zei commissaris J D. van der Harten van Noord-Brabant: „Reimerswaal is door de ontwikkelin gen van de laatste lijd aanzienlijk moei lijker geworden. Als je dat plan niet kun t realiseren, zul je wat anders moeten. Een uitbreiding van het industriegebied Moerdijk alleen is onvoldoende. De technische diensten moeten de moge lijkheden eerst maar eens bekijken. Hij wees erop. dat vooreen wijziging van het streekplan WestrBrabant toch overleg met Zeeland geboden is. slikken van Ossendrecht in de ge meente Reimerswaal wordt gebouwd. Over de situering zijn de provincies het eens geworden, en ook de gemeente Reimerswaal kan met de plaats van de zuiveringsinstallatie instemmen. Commissaris Van der Harten van Bra bant toonde zich daar erkentelijk voor. De technische kanten van de zuivering zullen echter nog nader moeten worden bestudeerd, met name als het gaat om industrieel afvalwater. Zeeland en Brabant trekken 'aan de bel' over provinciefonds MIDDELBURG - De col leges van g.s. van Zeeland en Noord-Brabant heb ben zich tijdens het periodieke over leg vrijdag in Middelburg bezonnen over mogelijkheden om gezamenlijk aan de bel te trekken in Den Haag over de voorgenomen wijzigingen van de uitkeringen uit het provin ciefonds. Maandag zullen g.s. van Zeeland zich vast beraden over een vorm van protest. Commissaris der koningin dr. C. Boertien deelde dat vrijdagmiddag na afloop van de besprekingen tus sen de twee colleges mee. Twee commissarissen der koningin, dr. Boertien i rechts ten de heer Van der Harten Centrale Tholen Van de kant van gs van Zeeland is aan het Brabantse college duidelijk ge maakt, dat men er niet voor voelt om tegemoet te komen aan het Brabantse verlangen een energiecentrale in de omgeving Tholen - St-Philipsland te si tueren. Dr. Boertien: „Gs van Zeeland hadden in relatie tot het structuur schema elektriciteitsvoorzieningen eerst verschillende lokaties genoemd, maar de Zeeuwse staten willen alleen het Sloegebied bij Borssele als lokatie aangeven. Die visie hebben we toege licht. We zijn er nog niet uit met elkaar, er komt over deze zaak nog nader over- De colleges van gedeputeerde staten van Zeeland en Noord-Brabant kwamen tijdens hun bespreking verder tot de slotsom, dat de technische diensten van de provincies moeten bestuderen hoe stankhinder door industrieel afval van dp Shell-vestiging Moerdijk kan worden bestreden, als over een aantal jaren een rioolwaterzuiveringsinstallatie op de GEEN ANDER STANDPUNT TE VERWACHTEN ZEEUWSE COLLEGE KREEG TOELICHTING MIDDELBURG - Het college van gede puteerde staten van Noord-Brabant zal het college van burgemeester en we thouders van Sint-Philipsland op korte termijn uitnodigen om nader overleg te voeren over de plannen voor de aanleg van een jachthaven bij Sint- Philipsland. Het ziet er naar uit. dat dat overleg zal leiden tot een verandering van het standpunt van het gemeente bestuur van Sint-Philipsland. De (ADVERTENTIE) De stoere stofzuiger uit Denemarken Jaarrede voorzitter Koninklijke Nederlandse Maatschappij voor Diergeneeskunde „Dierenartsen staan straks voor aap" VLISSINGEN - Dc voorzitter van de Koninklijke. Nederlandse Maatschap pij voor Diergeneeskunde, drs, S. van Harten heeft vrijdagmorgen in Brit- tannia te Vlissingen zijn zorg uitge sproken over het grote aantal satuden- ten in de diegeneeskunde. dat onher roepelijk zal leiden tot een overschot aan dierenartsen. „De tijd lijkt niet ver meer", aldus drs. Van Harten, 'dat een jong afgestudeerde te horen zal krijgen 'er zijn nog zoveel wachtende voor u'. Drs. Van Harten deelde in zijn jaarrede tijdens het jaarcongres van de K.N.M.v.D. in Brittania mee, dat in ver band hiermee aan het ministerie van onderwijs en wetenschappen om een hernieuwd behoefteonderzoek is ge vraagd. Met nadruk wordt daarbij ge wezen op de persoonliljke verantwoor delijkheid van elke student en pas afge studeerde dierenarts, oog te hebben voor en zich zo mogelijk te richten op andere deelgebieden van de dierge neeskunde dan de traditionele praktij kuitoefening. Overigens voegde drs. Van Harten er metjlem aan toe. dat niet alleen 'het simpele feit van het over schot' hem op die gedachte bracht, maar dat de inbreng van de dierenart sen op velerlei gebied een aanmerke lijke verbetering kan betekenen. „Door het kennisnemen van de mogelijkhe den. door het tonen van bereidwillig heid en door het niet schuwen van het avontuur, zal blijken dat de dierenge- neeskundige wetenschap en de dierge neeskundige opleiding veel meer moge lijkheden bieden, dan men zich aanvan kelijk bewust was". zei de voorzitter van de K.N.M.v D In zijn jaarrede besteedde drs. Van Har ten voorts aandacht, aan de herstruc- tuering van de opleiding in de dierge neeskunde. die het mogelijk maakt de student tijdens de studie extra aan dacht te laten besteden aan ee ndeelge- bied van de diergeneeskundenaar zijn keuze. De K.N.M.v.D. acht dit een goede ontwikkeling en heeft meegewerkt en ingestemd met het ontwerpen van de plannen. Mede in verband met het thema van het jaarcongres 'Dierge neeskunde en Volksgezondheid' werd dieper ingegaan op de betekenis en de inbreng van de diegeneeskunde op het gebied van de volksgezondheid, met name de bewaking van de voedings middelen van dierlijke oorsprong en de beheersing van het milie. Drs. Van Har ten zei onder meer, dat de diergenees kunde per definitie de wetenschap is, die zich met deze problematiek bezig houdt vanwege de gevaren van het overbrengen van ziektekiemen uit het milieu en de dieren, hetzij rechtstreeks, hetzij via de levensmiddelen naar ce ..tens „Ee. nleöi.i.c Bewaking van de totale produktie- en verwerkingsketen van voedingsmiddelen, van milieu tot consument, behoort tot de verantwoor delijkheid van de dierenarts", aldus de spreker. In zijn jaarrede pleitte hij voor een verdere uitbouw van de wetgeving en de structuren op dit terrein om tot een optimale beheersing te komen. Zoönosen Eveneens werd aandacht besteed aan de problematiek van de zoönosen (ziek ten die van dier op mens overgaan en in verband daarmee het vraagstuk van de geneeskunde van de kleine huisdieren, tegenwoordig gezelschapsdieren ge noemd). ..De sociale betekenis die de gezel schapsdieren tegenwoor dig in onze sa menleving hebben de consequenties die dit heeft voor een adequate uitoefening van de diergeneeskunde, vereisen de nodige aanpassing van de bemoeienis van deoverheid", aldus drs. Van Harten, die er aan toevoegde dat zowel de kos ten van deze verzorging als de hoge kwa liteit die hierbij wordt geëist de nodige problemen oproepen. „Ook op het ge bied van onderzoek zal eenvergrote in zet van de overheid niet gemist kunnen worden". Na afloop van de jaarrede werd verdui delijkt dat de K.N.M.v.D. vindt, dat de overheis zijn kop uit het zand moet ste ken en meer geld moet uitgeven voor zakijn als research, bestrijding van ziek ten van gezelschapsdieren en laborato rium ondersteuning voor de praktische dierengeneeskunde. Daarvoor zijn be roepen gedaan op CRM en het ministe rie van volksgezondheid. Onvrede werd uitgesproken over het feit dat het minis terie zulke geringe bedragen beschik baar stelt voor het rechtstreekse lab- werk. terwijl de fiscus wel beslag legt op het enorme bedrag, dat de inentingen van gezelschapsdieren heeft opgele verd. Volgens woordvoerder zijn in Ne derland de laatste tijd bij elkaar zo'n anderhalf miljoen gezelschapsdieren (voor een bedrag van tussen de 15 en 20 gulden) ingeënt. Van die ongeveer 30 miljoen gulden daarmee samenhan gend is de helft bestemd voor de schatr kist. Het programma voor vrijdag was over het geheel genomen van wetenschappe lijke aard. De officiële opening werd ver richt door commissaris der koningin in Zeeland, dr. C. Boertien. terwijl een wel komstwoord werd gesproken door bur gemeester drs. Th. J. Weslerhout. Drs. P. M. Smit uit Groningen ontving de jaarprijs voor het beste artikel in 1975 in het tijdschrift voor diergenees kunde. De schimmel-virulyprijs was voor dr E. J. Ruiterberg, die werkzaam is op het rijksinstituut voor de volksge zondheid. Voor vandaag, zaterdag, staat een algemene ledcnbvergadering op het programma. meerderheid van de gemeenteraad heeft de jachthavenplannen afgewe zen, Volgens burgemeester G. van den Berg van Sint-Philipsland valt geen wijziging in dat standpunt van de meerderheid te verwachten. Hij meent dal in een gesprek met gedeputeerde staten van Brabant alleen sprake kan zijn van een toelichting van de gedach ten die in de raad van zijn gemeente over de jachthaven leven. De kwestie rond de jachthaven in Sint- Philipsland kwam vrijdagmiddag aan de orde tijdens het overleg dat de colle ges van g.s. van Zeeland en Brabant met elkaar voerde. De Zeeuwse commissaris van de koningin, dr. C. Boertien. liet na afloop van dat beraad weten dat g.s. van Zeeland het Brabantse college hebben verzocht een gesprek te voeren' met bur gemeester en wethouders van Sint- Philipsland. Dat verzoek deed het Zeeuwse college nadat het zelf vrijdag morgen een gesprek had gehad met b. en w. van Sint-Philipsland. Volgens burgemeester Van den Berg is tijdens dat gesprek tussen g.s. van Zee land en b. en w. nog eens een nadere toelichting gegeven op de standpunten van de twee stromingen in de gemeente raad: die van de SGP, die van oordeel is dat Sint>Philipsland wel moet meestu ren aan de activiteiten van het kanaals chap De Eendracht maar geen recrea tieve ontwikkelingen hoeft toe te laten die de zondagsrust zouden schaden; die van de minderheid van de raad, die meent dat de jachthaven er wel mag komen. Gedeputeerde staten van Noord- Brapant nemen m de kwestie rond de jachthaven een sleutelpositie in. Vol gens artikel 18 van de statuten van het kanaalschap kunnen g.s. van Brabant uiteindelijk bepalen of de jachthaven er komt. Als de gemeenteraad van een bij het schap aangesloten gemeente zich niet neerlegt bij door het kanaalschap gegeven richtlijnen, wordt de zienswijze van g.s. van Brabant doorslaggevend. Voor dat college zijn standpunt bepaalt, overlegt het met gedeputeerde staten van Zeeland. Dat is vrijdag gebeurd en op advies van het Zeeuwse college zul len g.s. van Brabant nu b. en w. van Sint-Philipsland over de zaak horen. De heer Boertien wilde vrijdag tijdens de persconferentie geen mededelingen doen over de inhoud van het gesprek tussen g.s. van Zeeland en b. en w. van Sint-Philipsland.

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 1976 | | pagina 43