JIMMY CARTER PER TREIN DOOR DE V.S. Indonesisch complot geen werk Hatta Piraterij op de kust van Nigeria Kiezer vervult voornameiyk de rol van zetstuk Russen niet bij oefening NAVO WOENSDAG 29 SEPTEMBER 1976 Help ons tegen de zeerovers nit Nigeria! Met deze noodkreet heeft de Feder atie van Werknemersorganisaties in de Zeevaart (FWZ) zich onlangs tot de Nederlandse regering gericht. Want de zeevarenden beleven bij de Nige- riaanse haven Lagos aan de Westaftikaanse kust avonturen die regelrecht uit een spannend jongensboek lijken te komen. Voor hen is daar echter niets links aan. Gewapende piraten klimmen in het holst van de nacht geregeld aan boord van de buitenlandse schepen en stelen dan alles wat los en vast zit. Daar zijn gewonden en - naar men fluistert - zelfs doden bij gevallen. Allerlei vragen komen op als men dit hoort. Hoe kan dit? Waarom doet de Nigeriaanse regering niets? Gaat het om sterke verhalen of zijn die zeero vers er echt? Een van onze verslaggevers had een gesprek met kapitein R. L. van Ouwerkerk, die vaart voor de Nederlandse Scheepvaart Unie. Hoewel hij zelf geen overval heeft meegemaakt, kent hij de omstandigheden bij Lagos als geen ander. Nog maar pas kwam hij terug van een verblijf daar van vier maanden. OOK NEDERLANDSE SCHEPEN SLACHTOFFER (Van onze correspondent) ROTTERDAM - „Kijk, als je nou met een klein bootje bij Lagos aan komt, je hebt waardevolle lading bij je, en die ligt dan bovendien nog eens op het dek. Ja, dan kan je er zeker van zijn. dat je "s nachts over vallen wordt". Kapitein R. L. van Ouwerkerk vertelt dit met beslist heid. Hij weet dan ook waarover hij praat. In april van dit jaar kwam hij met het goede schip de Balong, die een lijndienst onderhoudt tussen China en West-Afrika, aan in Nige ria. Tot eind juli lag hij voor Lagos te wachten, tot het zijn beurt was om te worden gelost. „Het duurt inderdaad ontzettend lang voor je in Nigeria van je lading afbent. Dat komt omdat het in die haven daar een enorme troep is, een puinhoop. De kaden liggen zo vol la ding dat de vrachtauto's niet kunnen manoeuvreren. Een snelle afvoer is dus niet mogelijk. Voor de schepen betekent het dat je. als je aankomt, een nummertje gaat halen. Net als bij de bakker, hé, een nummertje halen en dan op je beurt wachten. Dat kan tien maanden duren soms. en dan wachtje op een mijl of twee buiten de kust. want in de haven is natuurlijk geen plaats. Daar lig je met alleen. Toen ik in april aankwam lagen er 250 schepen op hun beurt te wachten, toen ik vier maanden later weer weg ging, waren er nog 210". De enorm lange wachttijden buiten gaats zijn begonnen toen Nigeria op grote schaal allerlei dingen ging ko pen. Reusachtige orders plaatste het land bijvoorbeeld bij 's werelds voor naamste producenten van cement. Al die aankopen worden betaald door de olie die in het land is gevon den. Omdat het wegennet van Nige ria met is aangepast aan deze aanko pen, ontstond de stagnatie. En daarmee de wachttijden. „Wat je dan zoal doet? Je blijft aan boord. Naar Lagos gaan heeft geen zin. Je zit twee uur in een bootje voor je in de haven bent. En dan moet je een taxi nemen naar de stad. Die doet er ook een paar uur over, omdat er altijd opstoppingen zijn. Boven dien is er in dat hele Lagos niet veel te doen. Overdag kan ik de mannen wel bezighouden. Er zijn allerlei onder- houdswerkjes, er moet worden schoongemaakt, en ga zo maar door. 's Avonds leg je een kaartje, of je schaakt een potje. Er worden ook films gedraaid en je kan tafeltennis sen". Al die schepen die daar liggen te wachten, hebben het helemaal niet rustig. Vooral de laatste jaren is het aantal overvallen onrustbarend toe genomen. De meeste schepen heb ben voorzorgsmaatregelen geno men: wachtlopen, extra verlichting en brandspuiten binnen handbereik „om de heren van het dek af te spui ten", aldus kapitein Van Ouwerkerk. ,2e komen altijd in de nacht. Er zitr ten dan een stuk of twintig van die jongens in snelle boten - die je je moet voorstellen als een soort uitge holde boomstammen - met een krachtige buitenboordmotor. Ze hebben touwen met haken daaraan. Die gooien ze omhoog en zo klimmen ze aan boord. Als het even kan nemen ze kleine boten, want dan kunnen ze de bemanning makkelijker aan. Ik heb ze niet op bezoek gehad. nee. Ik had het geluk dat mijn schip niet aantrekkelijk voor ze was. De lading was niet waardevol - allemaal dinge tjes uit China - en bovendien zat het opgeslagen in het ruim, en daar kun nen ze niet zo makkelijk bij". Toch was de Nederlandse kapitein wel getuige van overvallen, zij het dan indirect „Om de haverklap hoorde je het via de radio-telefoon. Die hebben alle schepen en als je dan instelt op kanaal 16 - het algemene oproepkanaal - heb je met iedereen contact Om de haverklap hoorde je „ik word overvallen" of „daar heb je ze. Ik zie hun bootjes" of zo. Ik heb vaak geboord dat er dan aan boord min of meer hevige gevechten uit braken. Daar zouden zelfs doden bij zijn gevallen". „Er is weinig aan te doen. Je kan nauwelijks maatregelen nemen tegen die piraten. Je kan aan de fluit gaan hangen, maar dan denken ze op de andere schepen dat er een feestje is en dan gaan ze allemaal blazen. Een kustwacht is er niet in Nigeria, en al was die er. hoe moeten die men sen dan in het donker jouw schip herkennen tussen die 200 andere? Politie in de haven waarschuwen heeft geen zin, want het duurt zo'n twee uur voor ze bij je zijn en dan zijn de rovers uiteraard allang weer weg. Wat ze wel zouden moeten doen, is een beetje in de haven opletten, en langs de kust. Als je nou toch een bootje zee ziet kiezen met 20 man daarin, geen netten of zo bij zich, dan weetje toch dat er weer eens piraten zee kiezen? Maar daar doen ze niets aan. Er is in feite geen enkele be scherming. Je krijgt wel eens de in druk dat ze in Nigeria niet geïnteres seerd zijn in de schepen buitengaats. Officieel besta je ook niet voor ze". Kapitein Van Ouwerkerk denkt, als hij die laatste woorden heeft gezegd, nog even na. Dan zegt hij: „Weet je wat we zouden moeten doen? Boter of groene zeep op het dek smeren. Net als De Ruyter. Die had het wel beke ken". PZC/^Plnl® en achtergrond De democratische presidentskandidaat in de V.S. Jimmy Carter bezoekt kiezers volk per trein. (Van onze correspondent) BRUSSEL - Op het hoofdkwartier van de NAVO is met grote teleurstelling kennis genomen van de weigering van de Sowjet-Unie en haar Oosteuropese bondgenoten militaire waarnemers te shiren naar de grote militaire manoeu vres die troepen van NAVO-landen de afgelopen weken in West-Duitsland en Noonvegen hebben gehouden. Het uitwisselen van waarnemers bi) mi litaire oefeningen waar meer dan 25.000 man aan deelnemen, is een afspraak die is neergelegd in de slotverklaring van Helsinki, het. akkoord waarmee de Eu ropese veiligheidsconferentie vorig jaar augustus werd besloten. Deze afspraak is het belangrijkste onderdeel van de zgn. vertrouwen wekkende maatrege len tussen Oost en West, waaraan de westelijke landen grote betekenis toe kennen. De Westduitse en Noorse regering no digden de Sowjet-Unie en andere Oos teuropese landen onlangs uit militaire waarnemers te sturen naar drie grote NAVO-oefeningen die op hun grondge bied plaats vonden. Twee werden in West-Duitsland gehouden en de derde eindigde vorige week aan de Noorse kust. In alle drie gevallen werden de westelijke uitnodigingen van de hand (Van onze correspondent in Washington, Henk Kolb) PITTSBURG - Het is 12.07 uur en de trein rijdt ten naaste bij halverwege Overbrook en Harrisburg als Robert Strauss, voorzit ter van de democratische partij, in Jimmy Carter's campagnetrein persoonlijk een stukje kaas komt uitdelen. „Dag liefje", roept hij uitbundig, doch bijziend naar een van de 250 meedenderende cor respondenten, die dat niet op prijs stelt, en van mening is dat zijn vuurrode bloesje geenszins reden is hem bij de andere kunne in te delen. Jimmy Carter heeft dan inmiddels reeds viermaal dezelfde korte rede voering afgestoken voor toehoorders, die op een doorgaans ongelegen mo ment door partij en vakbonden naar de spoorrails zijn gejaagd, waarover de democratische kandidaat zich ver plaatst. Het is maandag en een katte rige dag. Carter is aan boord In een zorgvuldig afgescheiden stukje trein, waarin ook de heer Strauss zich een comfortabel ver blijf heeft doen reserveren. Waarde trein stopt, schiet de heer Strauss naar het open achterbalkon of naar het statio nsplein. om daar met een bijna luguber enthousiasme het volk de komst van „de volgende president van de Ver enigde Staten" aan te kondigen (zodra hij zijn spreekstalmeestemummer heeft afgedraaid, neemt hij uit een kleine fla con enkele druppels tot zich ten gerieve van zijn rauw geschreeuwde keel). Carter dus: netjes in het donkerblauw met grijns, met een wat schriele stem, die nog slechter verstaanbaar wordt omdat de geluidsinstallaties met op merkelijk onbenul zijn neergezet. Een aanstaand president zegt men, die evenwel niets wezenlijks blijkt te willen opmerken en zich vergenoegd met volksmennerij van de allereenvoudigste soort. Meereizen met Jimmy Carter blijkt al spoedig zoiets te zijn ais een kaartje kopen voor Muhammad Ali en Rudi Lubbers te zien krijgen. De organisatie is ook niet helemaal feil loos. Het programma dat de democrati sche partij heeft rondgezonden, laat zien dat we ondanks een vertrek uit New York om half acht des ochtends, pas des avonds om 22.15 in Pittsburg zullen aankomen. Het schema van de Carter organisatie echter kondigt aan dat Pittsburg reeds om 21.35 wordt bereikt. Een vergelijking leert dat we niet stop pen in Villanova..We zijn nooit van plan geweest om daar stil te staan", roept een Carter-man verbaasd uit. Ik verklaar dat de party daar anders over dacht. „Ach, de partij...", zucht hij meewarig en De reis blijkt ten slotte een bijna hyste risch gebeuren. Niet alleen vanwege de zeer zorgvuldige begeleiding door lieden van de Secret Service (geheime dienst) en een voortdurend wisselend aantal dignitarissen van plaatselijke dan wel regionale betekenis, die een graantje mogen meepikken van Carter's onmis kenbare aanwezigheid en steevast met superlatieven aan het publiek worden getoond. Keurig gedresseerd staan ze op als hun naam galmt en zeer belang rijke bekleders van deze iets minder hoge waardigheid mogen zelfs een toe spraakje houden voordat JC (dat klinkt profaan, maar het betekent Jimmy Car ter) zelf aan het woord komt. En dan is het verder een kwestie van techniek. „Wat vinden jullie van Roos evelt (applaus), van Truman (luider applaus), van - in één adem - Johnson en Kennedy (zeer luid applaus vanwege Kennedy). Wat vinden jullie van Ford en NL-son (zeer overtuigend boe-geroep vanwege Nixon)". „Als Ik president word, zorg ik voor werk. Wie zijn er werkloos? Ik wil nie mand in verlegenheid brengen, maar steek ten behoeve van de nationale nieuwsmedia maar even de arm op". De armen gaan omhoog. Gehoorzaam. Terwille van het nut van het algemeen. Ik zie een radeloze man bedenken hoe hij zijn arm kan opsteken en deson danks een spandoek met „We love Car ter" kan blijven omhoog houden. Hij vindt geen oplossing: noch zijn arm, noch zijn spandoek trekt de aandacht. Eén zin van Carter blijft hangen: „Terwille van de nationale nieuwsme dia...". Daar gaat het voornamelijk om. Want het is nauwelijks aannemelijk dat het de moeite waard is om met een zeer dure trein van Amtrak, voorafgegaan en gevolgd door lege wagons, met locomo tieven en begeleid door helikopters, op pad te gaan voor de enkele duizenden, die in de loop van de dag hun kandida ten komen beluisteren. De tientallen miljoenen kijkers van de televisie en het radiopubliek, gaat het tenslotte. Daar schuilen de slok-ops van de propaganda. Carter en zijn trein scheppen een gebeurtenis, waarbij de kiezer voornamelijk de rol van zetstuk vervult. Het lijkt immers onwaarschijnlijk dat de mensen die dit soort mini-bezoeken met hun aanwe zigheid opvullen, niet allang hebben be sloten dat zij op Carter zullen stemmen. Overbrook: een kleine plaats, waar en kele honderden zijn samengestroomd. Als de trein binnenrijdt in het statio nnetje, speelt een hoempa-orkest de me lodie die Carter overval van de Roosevelt-dagen leent: „Happy days are here again" (De goeie tijd is terug). Jimmy Carter begint te spreken. Het volk mag op de spoorbaan, omdat het treinverkeer is stilgelegd. De Secret Service kijkt roerloos van achter zonne brillen toe op de moeders, die met ba by's op de arm en op knikkende enkels de ruwe steenslag trotseren. Op het per ron worden de veiligheidsagenten die de mensen zo dicht bij de spreker lieten komen, hardvochtig uitgescholden vanwege de risico's. Een mevrouw met een kindje valt, doch wordt niet doodge trapt. 'Happy days' Deze manifestatie is al beter dan de vo rige in Trenton, een van die vieze fa briekssteden net buiten New York in New Jersey, waar de mafia spierballen heeft. Een plaatselijke artiest met de allure van Neerlands onvolprezen sneldichter Willy Alfredo haastte zich tranmatisch door het voorprogramma. Zodra Jimmy Carter verscheen, ramde hij uit een elektrisch orgeltje de terug gekeerde „happy days", maar omdat hij de woorden niet bleek te kennen, zong hij niets anders dan „happy days are here again, o happy days are here again, yes happy days are here again, those happy happy days...". Mooie boel, moet Carter wel gedacht hebben. En zeker toen het Italiaanse volksdeel meende hem een van brood deeg gebakken en gelukbrengend hoe fijzer te moeten aanbieden, dat by het triomfantelijk heffen op het hoofd van „de volgende president" ineenstortte. New Yorks senaatskandidaat Patrick Moynihan stond daar fijntjes bij te la chen: hem was immers een taart in het gezicht geworpen tijdens de campagne? De campagne heeft behalve Happy Days, nog een hit: Hello Jimmy op de wijs van „Heilo Dolly". Deze melodie komt de aanwezigen slechts moeilijk door de strot. Zo voltrekt zich een dag. Dezelfde speech voor steeds andere mensen. Ten overstaan van nieuwsmedia, die in de geriefelijke vliegtuigstoelen van Ameri- ka's nieuwste trein belangeloos in slaap vallen. De kandidaat verblijft achterin en uit de luidsprekers klinken de namen van de partijbonzen, die in zijn gezel schap worden genood. Zijn perssecreta ris. Jody Powell, komt langs om aan te kondigen dat de heer Carter van plan is iedere verslaggever in de trein de hand te komen drukken. En misschien als je vlug bent, kim je hem ook een vraagje stellen. Geenszins. De kandidaat verschijnt met het ja^je uit, lachend en vol familiariteit om te zeggen dat het hem zo'n genoegen doet dat er ook iemand uit Nederland aan boord is. „Meneer Carter", roep ik haastig, „waarom zou Europa in u meer vertrouwen moeten hebben dan in Ford of Nixon?" (want dat heeft hij nog nooit uitgelegd). „Dat zal ik u vertellen", ver klaart hij. „maar niet op dit moment". Even later staan in het plaatsje John stown mannen met veiligheidshelmen toe te kijken op grote hopen steenkool in een miezerige regen. Een meisje komt een kopie uitreiken van de laatste blad zijde uit een Playboy-interview met Carter. Hij heeft zo zijn lusten, blijkt daaruit, maar het stemt hem niet zeer schuldig, wantje mag niet vergeten dat iemand die een welgevallig oog laat val len op een dame, in wezen slechts ver houdingsgewijs minder schuldig is tegenover de christelijke beginselen dan een kerel die met een heleboel vrouwen naar bed gaat. Dat wordt prompt een gegeven in het verkiezingsgewoel tussen republi keinen en democraten. Jimmy Carter heeft zich alweer iets te openhartig uit gelaten om politiek geloofwaardig te zijn. Want Amerikaanse politiek is puri teins: beginselen worden uitgesproken met het zuinige pruimemondje van de nette burger en krijgen daardoor iets onmenselijks. Op weg voor het laatste stukje naar Pittsburg klinken uit de treinluidspre- kers de woorden die Jimmy Carter toe roept aan de verregende mensen die achterblijven op het perron van John stown: „Welterusten allemaal, slaap lekker". De meerijders in zijn trein galmen lan derig, doch in koor: „Welterusten Jim my, slaap zacht". In Pittsburg wordt bij zijn aankomst ten onrechte vuurwerk afgestoken. Huldebetooh voor boerenbedrog. Tegenover de Westduitsers gaven de Russen en hun bondgenoten van het Warschau-pact op dat ze nog geen mili taire attachés naar Bonn hadden kun nen sturen en dus niet over waarnemers beschikten. Omdat een akkoord tussen Bonn en de Oosteuropese landen over het uitwisselen van militaire attachés in de maak is, iverd het Oosteuropese arü- woord op de Duitse uitnodiging in wes telijke kringen niet negatief beoordeeld. Moskou gaf de Noorse regering geen re den op voor zijn weigering waarnemers te sturen. Ook Polen wees de uitnodi ging uit Oslo zonder enige uitleg van de hand. En dit wordt bij de NA VO als tele urstellend ervaren, te meer omdat de Noren eerder dit jaar wel gebruik had den gemaakt van een Russische invita tie waarnemers te sturen. Het ging hier bij om Russische troepenmanoeuvres nabij de Noorse grens. Sinds de ondertekening van de verkla ring van Helsinki, ruim een jaar gele den, hebben de Europese NAVO-landen de Oosteuropese staten van het Pact van Warschau steeds uitgenodigd waarnemers te sturen naar de daarvoor in aanmerking komende militaire oefe ningen. De Oosteuropese landen zijn nog niet één keer op zo'n uitnodiging ingegaan. Omgekeerd stuurden de Sowjet- Unie, Polen en Hongarije het af gelopen jaar wel enige uitnodigingen naar westelijke landen, en deze maak ten daarvan ook gebruik. In het Westen werd en wordt grote bete kenis gehecht aan het uitwisselen van militaire waarnemers. Duidelijk is dat daarbij met name het politieke aspect zwaar weegt. En juist daarom vragen experts van de NAVO-landen zich af door welke motieven Moskou en zijn bondgenoten zich hebben laten leiden. Een veronderstelling die naar voren is gebracht, luidt dat de leiders in Oost- Europa en in Moskou in het bijzonder niet goed raad weten met de „vertrou wen wekkende maatregelen" uit de ver klaring van Helsinki. In dit verband wordt erop gewezen dat in de Russische pers ongebruikelijk scherpe kritiek is geuit op de najaarsmanoeuvres van de NAVO, die strijdig met de geest van hel- 'sinki werden genoemd. Omdat het seizoen voor grote militaire oefeningen alweer voorbij is, zal het nog geruime tijd duren alvore7is Moskou weer te antwoorden krijgt op een weste lijke uitnodiging en er mogelijk meer duidelijkheid komt in de Russische houding. Mogelijk niet eerder dan vol gend jaar juni, als in de Joegoslavische hoofdstad Belgrado een vervolg plaats heeft op de Europese veiligheidsconfe rentie. (Van een speciale medewerker) DEN HAAG - Begin vorige week maakte de Indonesische regering be kend dat een komplot gericht op de vervanging van generaal Soeharto als president van Indonesië door oud- vice-president prof. dr. Mohammad Hatta was ontdekt en opgerold. Er wa ren arrestaties verricht en prof. Hatta werd verhoord. Dat prof. Hatta aan het hoofd zon staan van een dergelijk komplot, werd al ter stond door vrijwel iedereen in het land tot de onmogelijkheden gerekend. Niet alleen is prof. Hatta 74 jaar oud, en laat rijn gezondheid veel te wensen over, maar bovendien is deze integere Indo nesische staatsman, die wel eens het geweten van het Indonesische volk wordt genoemd, de laatste man die zich ooit voor subversieve acties zou willen lenen. Een openbaar ambt ambieert hij sinds hij in 1958 aftrad als vice- president, in het geheel niet meer. De vraag die velen bezighield, was dan ook of de bekendmaking van de ont dekking van een komplot niet als dek mantel moest dienen voor de wens van de Indonesische autoriteiten om te we ten of prof. Hatta in de komende Indo nesische verkiezingen niet het gewicht van zijn persoonlijke integriteit in de strijd zou werpen ten gunste van par tijen die een ander bewind nastreven. Aanleiding van de arrestaties was blijky baar de „vondst" van een aantal docu menten die het Indonesische volk moes ten opwekken om te werken voor betere sociale omstandigheden en de alom verbreide corruptie te bestrijden. Aan deze opwekking hadden vooraan staande Indonesische religieuze leiders en prof. Hatta door de ondertekening van de documenten, hun actieve mede werking gegeven. En blijkbaar waren de Indonesische au toriteiten nog niet vergeten dat prof. Hatta in 1971 als gastspreker op de Dies Natalis van de economische faculteit van de Sriwidjaja-unlversiteit in Pa- lembang, had gezegd het als een gewel dige fout van de regering-Soeharto te beschouwen dat zij op 1 april 1969 het eerste Indonesische vijfjarenplan voor de economische opbouw ten uitvoer had gebracht, zonder ervoor gezorgd te heb ben dat de ambtenaren die het moesten uitvoeren, voldoende betaald werden. Schuldige Een plan-economie, wat toch het vijfja renplan voor de opbouw is, die moet worden uitgevoerd door ambtenaren die met hun salaris slechts zeven dagen van de maand te eten hebben, leidt, vol gens prof Hatta. tot een allesomvat tende corruptie. Hoewel prof. Hatta aan het slot van die magistrale toespraak zijn toehoorders verzocht om met hem mede te zoeken naar een oplossing van de problemen, was de essentie van zijn thema toch wel dat de regering-Soeharto de grootste schuldige was aan de als een kankerge zwel in het lichaam van de Indonesi sche republiek groeiende corruptie. Niet alleen de talrijke generaals en hun vrouwen - zoals de vrouw van de Indo nesische president Soeharto - kunnen in het jaarlijks met miljarden guldens hulp van rijke landen gesteunde Indo nesië, gerekend worden tot de rijksten van deze aarde. Ook de burger ministers, die zich aan het begin van het bewind-Soeharto met de naam „tech nocraten" tooiden om daarmede hun in tellectuele standing te accentueren ten opzichte van Das Militar, mogen zich na tien jaar onafgebroken met de economi sche. industriële en financiële leiding van de Indonesische staat bezig te heb ben gehouden, zeker niet klaeen. Enorme schuld Een voorbeeld van het beheer van 's lands rijkdommen onder het bewind van generaal Soeharto is de schuld van 30 miljard gulden die het staatsoliebed- rtjf Pertamina vorig jaar aan het Indo nesische volk „presenteerde". President-directeur, generaal dr. Ibnu Soetowo. vloog wel de laan uit, maar de raad van toezicht van dat staatsolie- bedrijf. die toch was aangesteld om toe zicht op het door de directie te voeren beleid moest uitoefenen, bleef ondanks die voor het. Indonesische volk catastro fale ontwikkelingen rustig verder toe zien. Leden van die raad van toezicht waren naast een hoge ambtenaar van het mi nisterie van financiën, de minister van mijnbouw prof. dr. Sadli, de minister van financin prof. dr. Aliwardhana en de minister voor economie, financiën en industrie, - tevens voorzitter van het staatsplanbureau Bappenas. prof. dr. Widjojo Nitisastro. MOHAMMED HATTA Zulke situaties dragen er niet toe bij het vertrouwen van het Indonesische volk in de bedoelingen van hun leiders te verhogen. De veiligheidsdiensten van de Indonesische staat verhoogden dan ook hun toezicht op studenten die, naast het leger, ook in Indonesië als factor in het machtsevenwicht door de autoriteiten wordt gevreesd. Maar de Indonesische studenten heb ben hun les geleerd. In 1973 zagen zij hun protesten tegen het sociaal- economische beleid van de regering, door de infiltratie in hun gelederen van politici uit de socialistische en moslim party. met als „voorman" de dikke commandant van het machtige com mando voor Veiligheid en Orde. gene raal Sumitro. veranderen in een niet door hen gewilde beweging tot omver werping van het instituut van privé- assistenten van de president en des wege tot een komplot tegen de presi- dent zelf. Op 15 en 16 januari 1974 wer den zij hardhandig door het Indonesi sche leger tot de orde geroepen. In tegenstelling tot toen. is het de Indo nesische autoriteiten niet gelukt om de studenten te provoceren. Dat lukte evenmin toen men generaal b.d. Sima- tupang, een vroegere opperbevelhebber van het Indonesische leger en sinds zijn „promotie" door wijlen president Soe- kamo tot een functie die zo hoog was dat hij geen taken meer had, actief in de We reldraad der Kerken, op liet draven als potentiële leider in het verzet tegen de Indonesische regering. De studenten doorzagen de list, omdat ze wisten dat generaal Simatupang de zg. Nieuwe Orde van president Soeharto door dik en dun had gesteund en de alom heersende corruptie onder dit be wind altijd had vergoelykt. Om te weten wat er werkelijk broeit, moesten de au toriteiten toen wel een excuus hebben om oud-vice-president prof. Moham mad Hatta te kunnen verhoren Wat de Indonesische autoriteiten meer dan iets anders vrezen is een voor Indo nesië onbekende vorm van protest tegen het beleid van de regering op sociaal-economisch gebied. Dit protest heeft de vorm aangenomen van hulp aan de regering, bij het zoeken naar op- lossingen voor het probleem van de enorme werkloosheid als oorzaak van de geweldige armoede van het Indone sische volk, dat door de rijkdom van het land aan allerlei landbouw en minerale produkten by een goed landsbestuur tot de rijkste volkeren van deze aardbol zouden behoren. Die ongevraagde hulpactiviteit heeft als een voor het bewind-Soeharto on gewenste consequentie dat zij aantoont hoe weinig de regering-Soeharto na 10 jaar bewind in feite heeft gedaan ter verbetering van de omstandigheden, waarin de massa van het Indonesische volk ondanks miljarden „hulp" uit het buitenland sociaal en economisch nog steeds verkeert. En de kloof tussen rijk en arm in het land wordt door het be leid van de regering iedere dag verder verbreed. Hoewel het voor de hand zou liggen dat prof. Hatta een van de leiders van deze niet op politieke doelstellingen gerichte beweging zou zijn, is dat niet het gevaL Hij heeft slechts zijdelingse contacten met de beweging. En daardoor kon hij zich vergissen, toen hem documenten ter medeondertekening werden gege ven met gedachten over de noodzake lijke ontwikkeling van de Indonesische samenleving, die veel leken op die welke in de beweging leven. Het verschil zit hierin, dat de beweging naar de midde len en wegen zoekt om die doelstellin gen te bereiken, zo mogelijk gezamen lijk met de Indonesische autoriteiten. Het gaat niet om een ander bewind, maar om een ander beleid van het hui dige bewind. PRESIDENT SOEKARNO

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 1976 | | pagina 4