JIMMY CARTER PER
TREIN DOOR DE V.S.
Indonesisch complot geen werk Hatta
Piraterij op de
kust van Nigeria
Kiezer vervult
voornameiyk de
rol van zetstuk
Russen
niet bij
oefening
NAVO
WOENSDAG 29 SEPTEMBER 1976
Help ons tegen de zeerovers nit Nigeria! Met deze noodkreet heeft de Feder
atie van Werknemersorganisaties in de Zeevaart (FWZ) zich onlangs tot de
Nederlandse regering gericht. Want de zeevarenden beleven bij de Nige-
riaanse haven Lagos aan de Westaftikaanse kust avonturen die regelrecht
uit een spannend jongensboek lijken te komen. Voor hen is daar echter niets
links aan. Gewapende piraten klimmen in het holst van de nacht geregeld
aan boord van de buitenlandse schepen en stelen dan alles wat los en vast
zit. Daar zijn gewonden en - naar men fluistert - zelfs doden bij gevallen.
Allerlei vragen komen op als men dit hoort. Hoe kan dit? Waarom doet de
Nigeriaanse regering niets? Gaat het om sterke verhalen of zijn die zeero
vers er echt? Een van onze verslaggevers had een gesprek met kapitein R. L.
van Ouwerkerk, die vaart voor de Nederlandse Scheepvaart Unie. Hoewel
hij zelf geen overval heeft meegemaakt, kent hij de omstandigheden bij
Lagos als geen ander. Nog maar pas kwam hij terug van een verblijf daar
van vier maanden.
OOK NEDERLANDSE
SCHEPEN SLACHTOFFER
(Van onze correspondent)
ROTTERDAM - „Kijk, als je nou
met een klein bootje bij Lagos aan
komt, je hebt waardevolle lading bij
je, en die ligt dan bovendien nog
eens op het dek. Ja, dan kan je er
zeker van zijn. dat je "s nachts over
vallen wordt". Kapitein R. L. van
Ouwerkerk vertelt dit met beslist
heid. Hij weet dan ook waarover hij
praat. In april van dit jaar kwam hij
met het goede schip de Balong, die
een lijndienst onderhoudt tussen
China en West-Afrika, aan in Nige
ria. Tot eind juli lag hij voor Lagos
te wachten, tot het zijn beurt was om
te worden gelost.
„Het duurt inderdaad ontzettend
lang voor je in Nigeria van je lading
afbent. Dat komt omdat het in die
haven daar een enorme troep is, een
puinhoop. De kaden liggen zo vol la
ding dat de vrachtauto's niet kunnen
manoeuvreren. Een snelle afvoer is
dus niet mogelijk. Voor de schepen
betekent het dat je. als je aankomt,
een nummertje gaat halen. Net als bij
de bakker, hé, een nummertje halen
en dan op je beurt wachten. Dat kan
tien maanden duren soms. en dan
wachtje op een mijl of twee buiten de
kust. want in de haven is natuurlijk
geen plaats. Daar lig je met alleen.
Toen ik in april aankwam lagen er
250 schepen op hun beurt te wachten,
toen ik vier maanden later weer weg
ging, waren er nog 210".
De enorm lange wachttijden buiten
gaats zijn begonnen toen Nigeria op
grote schaal allerlei dingen ging ko
pen. Reusachtige orders plaatste het
land bijvoorbeeld bij 's werelds voor
naamste producenten van cement.
Al die aankopen worden betaald
door de olie die in het land is gevon
den. Omdat het wegennet van Nige
ria met is aangepast aan deze aanko
pen, ontstond de stagnatie. En
daarmee de wachttijden.
„Wat je dan zoal doet? Je blijft aan
boord. Naar Lagos gaan heeft geen
zin. Je zit twee uur in een bootje voor
je in de haven bent. En dan moet je
een taxi nemen naar de stad. Die
doet er ook een paar uur over, omdat
er altijd opstoppingen zijn. Boven
dien is er in dat hele Lagos niet veel te
doen. Overdag kan ik de mannen wel
bezighouden. Er zijn allerlei onder-
houdswerkjes, er moet worden
schoongemaakt, en ga zo maar door.
's Avonds leg je een kaartje, of je
schaakt een potje. Er worden ook
films gedraaid en je kan tafeltennis
sen".
Al die schepen die daar liggen te
wachten, hebben het helemaal niet
rustig. Vooral de laatste jaren is het
aantal overvallen onrustbarend toe
genomen. De meeste schepen heb
ben voorzorgsmaatregelen geno
men: wachtlopen, extra verlichting
en brandspuiten binnen handbereik
„om de heren van het dek af te spui
ten", aldus kapitein Van Ouwerkerk.
,2e komen altijd in de nacht. Er zitr
ten dan een stuk of twintig van die
jongens in snelle boten - die je je
moet voorstellen als een soort uitge
holde boomstammen - met een
krachtige buitenboordmotor. Ze
hebben touwen met haken daaraan.
Die gooien ze omhoog en zo klimmen
ze aan boord. Als het even kan nemen
ze kleine boten, want dan kunnen ze
de bemanning makkelijker aan. Ik
heb ze niet op bezoek gehad. nee. Ik
had het geluk dat mijn schip niet
aantrekkelijk voor ze was. De lading
was niet waardevol - allemaal dinge
tjes uit China - en bovendien zat het
opgeslagen in het ruim, en daar kun
nen ze niet zo makkelijk bij".
Toch was de Nederlandse kapitein
wel getuige van overvallen, zij het
dan indirect „Om de haverklap
hoorde je het via de radio-telefoon.
Die hebben alle schepen en als je dan
instelt op kanaal 16 - het algemene
oproepkanaal - heb je met iedereen
contact Om de haverklap hoorde je
„ik word overvallen" of „daar heb je
ze. Ik zie hun bootjes" of zo. Ik heb
vaak geboord dat er dan aan boord
min of meer hevige gevechten uit
braken. Daar zouden zelfs doden bij
zijn gevallen".
„Er is weinig aan te doen. Je kan
nauwelijks maatregelen nemen
tegen die piraten. Je kan aan de fluit
gaan hangen, maar dan denken ze op
de andere schepen dat er een feestje
is en dan gaan ze allemaal blazen.
Een kustwacht is er niet in Nigeria,
en al was die er. hoe moeten die men
sen dan in het donker jouw schip
herkennen tussen die 200 andere?
Politie in de haven waarschuwen
heeft geen zin, want het duurt zo'n
twee uur voor ze bij je zijn en dan zijn
de rovers uiteraard allang weer weg.
Wat ze wel zouden moeten doen, is
een beetje in de haven opletten, en
langs de kust. Als je nou toch een
bootje zee ziet kiezen met 20 man
daarin, geen netten of zo bij zich, dan
weetje toch dat er weer eens piraten
zee kiezen? Maar daar doen ze niets
aan. Er is in feite geen enkele be
scherming. Je krijgt wel eens de in
druk dat ze in Nigeria niet geïnteres
seerd zijn in de schepen buitengaats.
Officieel besta je ook niet voor ze".
Kapitein Van Ouwerkerk denkt, als
hij die laatste woorden heeft gezegd,
nog even na. Dan zegt hij: „Weet je
wat we zouden moeten doen? Boter
of groene zeep op het dek smeren. Net
als De Ruyter. Die had het wel beke
ken".
PZC/^Plnl® en achtergrond
De democratische presidentskandidaat in de V.S. Jimmy Carter bezoekt kiezers
volk per trein.
(Van onze correspondent)
BRUSSEL - Op het hoofdkwartier van
de NAVO is met grote teleurstelling
kennis genomen van de weigering van
de Sowjet-Unie en haar Oosteuropese
bondgenoten militaire waarnemers te
shiren naar de grote militaire manoeu
vres die troepen van NAVO-landen de
afgelopen weken in West-Duitsland en
Noonvegen hebben gehouden.
Het uitwisselen van waarnemers bi) mi
litaire oefeningen waar meer dan 25.000
man aan deelnemen, is een afspraak die
is neergelegd in de slotverklaring van
Helsinki, het. akkoord waarmee de Eu
ropese veiligheidsconferentie vorig jaar
augustus werd besloten. Deze afspraak
is het belangrijkste onderdeel van de
zgn. vertrouwen wekkende maatrege
len tussen Oost en West, waaraan de
westelijke landen grote betekenis toe
kennen.
De Westduitse en Noorse regering no
digden de Sowjet-Unie en andere Oos
teuropese landen onlangs uit militaire
waarnemers te sturen naar drie grote
NAVO-oefeningen die op hun grondge
bied plaats vonden. Twee werden in
West-Duitsland gehouden en de derde
eindigde vorige week aan de Noorse
kust. In alle drie gevallen werden de
westelijke uitnodigingen van de hand
(Van onze correspondent in Washington, Henk Kolb)
PITTSBURG - Het is 12.07 uur en de trein rijdt ten naaste bij
halverwege Overbrook en Harrisburg als Robert Strauss, voorzit
ter van de democratische partij, in Jimmy Carter's campagnetrein
persoonlijk een stukje kaas komt uitdelen. „Dag liefje", roept hij
uitbundig, doch bijziend naar een van de 250 meedenderende cor
respondenten, die dat niet op prijs stelt, en van mening is dat zijn
vuurrode bloesje geenszins reden is hem bij de andere kunne in te
delen.
Jimmy Carter heeft dan inmiddels
reeds viermaal dezelfde korte rede
voering afgestoken voor toehoorders,
die op een doorgaans ongelegen mo
ment door partij en vakbonden naar de
spoorrails zijn gejaagd, waarover de
democratische kandidaat zich ver
plaatst. Het is maandag en een katte
rige dag.
Carter is aan boord In een zorgvuldig
afgescheiden stukje trein, waarin ook de
heer Strauss zich een comfortabel ver
blijf heeft doen reserveren. Waarde trein
stopt, schiet de heer Strauss naar het
open achterbalkon of naar het statio
nsplein. om daar met een bijna luguber
enthousiasme het volk de komst van
„de volgende president van de Ver
enigde Staten" aan te kondigen (zodra
hij zijn spreekstalmeestemummer heeft
afgedraaid, neemt hij uit een kleine fla
con enkele druppels tot zich ten gerieve
van zijn rauw geschreeuwde keel).
Carter dus: netjes in het donkerblauw
met grijns, met een wat schriele stem,
die nog slechter verstaanbaar wordt
omdat de geluidsinstallaties met op
merkelijk onbenul zijn neergezet. Een
aanstaand president zegt men, die
evenwel niets wezenlijks blijkt te willen
opmerken en zich vergenoegd met
volksmennerij van de allereenvoudigste
soort. Meereizen met Jimmy Carter
blijkt al spoedig zoiets te zijn ais een
kaartje kopen voor Muhammad Ali en
Rudi Lubbers te zien krijgen.
De organisatie is ook niet helemaal feil
loos. Het programma dat de democrati
sche partij heeft rondgezonden, laat
zien dat we ondanks een vertrek uit New
York om half acht des ochtends, pas des
avonds om 22.15 in Pittsburg zullen
aankomen. Het schema van de Carter
organisatie echter kondigt aan dat
Pittsburg reeds om 21.35 wordt bereikt.
Een vergelijking leert dat we niet stop
pen in Villanova..We zijn nooit van plan
geweest om daar stil te staan", roept een
Carter-man verbaasd uit. Ik verklaar
dat de party daar anders over dacht.
„Ach, de partij...", zucht hij meewarig en
De reis blijkt ten slotte een bijna hyste
risch gebeuren. Niet alleen vanwege de
zeer zorgvuldige begeleiding door lieden
van de Secret Service (geheime dienst)
en een voortdurend wisselend aantal
dignitarissen van plaatselijke dan wel
regionale betekenis, die een graantje
mogen meepikken van Carter's onmis
kenbare aanwezigheid en steevast met
superlatieven aan het publiek worden
getoond. Keurig gedresseerd staan ze
op als hun naam galmt en zeer belang
rijke bekleders van deze iets minder
hoge waardigheid mogen zelfs een toe
spraakje houden voordat JC (dat klinkt
profaan, maar het betekent Jimmy Car
ter) zelf aan het woord komt.
En dan is het verder een kwestie van
techniek. „Wat vinden jullie van Roos
evelt (applaus), van Truman (luider
applaus), van - in één adem - Johnson
en Kennedy (zeer luid applaus vanwege
Kennedy). Wat vinden jullie van Ford
en NL-son (zeer overtuigend boe-geroep
vanwege Nixon)".
„Als Ik president word, zorg ik voor
werk. Wie zijn er werkloos? Ik wil nie
mand in verlegenheid brengen, maar
steek ten behoeve van de nationale
nieuwsmedia maar even de arm op". De
armen gaan omhoog. Gehoorzaam.
Terwille van het nut van het algemeen.
Ik zie een radeloze man bedenken hoe
hij zijn arm kan opsteken en deson
danks een spandoek met „We love Car
ter" kan blijven omhoog houden. Hij
vindt geen oplossing: noch zijn arm,
noch zijn spandoek trekt de aandacht.
Eén zin van Carter blijft hangen:
„Terwille van de nationale nieuwsme
dia...". Daar gaat het voornamelijk om.
Want het is nauwelijks aannemelijk dat
het de moeite waard is om met een zeer
dure trein van Amtrak, voorafgegaan en
gevolgd door lege wagons, met locomo
tieven en begeleid door helikopters, op
pad te gaan voor de enkele duizenden,
die in de loop van de dag hun kandida
ten komen beluisteren.
De tientallen miljoenen kijkers van de
televisie en het radiopubliek,
gaat het tenslotte. Daar schuilen de
slok-ops van de propaganda. Carter en
zijn trein scheppen een gebeurtenis,
waarbij de kiezer voornamelijk de rol
van zetstuk vervult. Het lijkt immers
onwaarschijnlijk dat de mensen die dit
soort mini-bezoeken met hun aanwe
zigheid opvullen, niet allang hebben be
sloten dat zij op Carter zullen stemmen.
Overbrook: een kleine plaats, waar en
kele honderden zijn samengestroomd.
Als de trein binnenrijdt in het statio
nnetje, speelt een hoempa-orkest de me
lodie die Carter overval van de
Roosevelt-dagen leent: „Happy days
are here again" (De goeie tijd is terug).
Jimmy Carter begint te spreken. Het
volk mag op de spoorbaan, omdat het
treinverkeer is stilgelegd. De Secret
Service kijkt roerloos van achter zonne
brillen toe op de moeders, die met ba
by's op de arm en op knikkende enkels
de ruwe steenslag trotseren. Op het per
ron worden de veiligheidsagenten die de
mensen zo dicht bij de spreker lieten
komen, hardvochtig uitgescholden
vanwege de risico's. Een mevrouw met
een kindje valt, doch wordt niet doodge
trapt.
'Happy days'
Deze manifestatie is al beter dan de vo
rige in Trenton, een van die vieze fa
briekssteden net buiten New York in
New Jersey, waar de mafia spierballen
heeft. Een plaatselijke artiest met de
allure van Neerlands onvolprezen
sneldichter Willy Alfredo haastte zich
tranmatisch door het voorprogramma.
Zodra Jimmy Carter verscheen, ramde
hij uit een elektrisch orgeltje de terug
gekeerde „happy days", maar omdat hij
de woorden niet bleek te kennen, zong
hij niets anders dan „happy days are
here again, o happy days are here again,
yes happy days are here again, those
happy happy days...".
Mooie boel, moet Carter wel gedacht
hebben. En zeker toen het Italiaanse
volksdeel meende hem een van brood
deeg gebakken en gelukbrengend hoe
fijzer te moeten aanbieden, dat by het
triomfantelijk heffen op het hoofd van
„de volgende president" ineenstortte.
New Yorks senaatskandidaat Patrick
Moynihan stond daar fijntjes bij te la
chen: hem was immers een taart in het
gezicht geworpen tijdens de campagne?
De campagne heeft behalve Happy
Days, nog een hit: Hello Jimmy op de
wijs van „Heilo Dolly". Deze melodie
komt de aanwezigen slechts moeilijk
door de strot.
Zo voltrekt zich een dag. Dezelfde
speech voor steeds andere mensen. Ten
overstaan van nieuwsmedia, die in de
geriefelijke vliegtuigstoelen van Ameri-
ka's nieuwste trein belangeloos in slaap
vallen. De kandidaat verblijft achterin
en uit de luidsprekers klinken de namen
van de partijbonzen, die in zijn gezel
schap worden genood. Zijn perssecreta
ris. Jody Powell, komt langs om aan te
kondigen dat de heer Carter van plan is
iedere verslaggever in de trein de hand
te komen drukken. En misschien als je
vlug bent, kim je hem ook een vraagje
stellen.
Geenszins. De kandidaat verschijnt met
het ja^je uit, lachend en vol familiariteit
om te zeggen dat het hem zo'n genoegen
doet dat er ook iemand uit Nederland
aan boord is. „Meneer Carter", roep ik
haastig, „waarom zou Europa in u meer
vertrouwen moeten hebben dan in Ford
of Nixon?" (want dat heeft hij nog nooit
uitgelegd). „Dat zal ik u vertellen", ver
klaart hij. „maar niet op dit moment".
Even later staan in het plaatsje John
stown mannen met veiligheidshelmen
toe te kijken op grote hopen steenkool
in een miezerige regen. Een meisje komt
een kopie uitreiken van de laatste blad
zijde uit een Playboy-interview met
Carter. Hij heeft zo zijn lusten, blijkt
daaruit, maar het stemt hem niet zeer
schuldig, wantje mag niet vergeten dat
iemand die een welgevallig oog laat val
len op een dame, in wezen slechts ver
houdingsgewijs minder schuldig is
tegenover de christelijke beginselen
dan een kerel die met een heleboel
vrouwen naar bed gaat.
Dat wordt prompt een gegeven in het
verkiezingsgewoel tussen republi
keinen en democraten. Jimmy Carter
heeft zich alweer iets te openhartig uit
gelaten om politiek geloofwaardig te
zijn. Want Amerikaanse politiek is puri
teins: beginselen worden uitgesproken
met het zuinige pruimemondje van de
nette burger en krijgen daardoor iets
onmenselijks.
Op weg voor het laatste stukje naar
Pittsburg klinken uit de treinluidspre-
kers de woorden die Jimmy Carter toe
roept aan de verregende mensen die
achterblijven op het perron van John
stown: „Welterusten allemaal, slaap
lekker".
De meerijders in zijn trein galmen lan
derig, doch in koor: „Welterusten Jim
my, slaap zacht".
In Pittsburg wordt bij zijn aankomst
ten onrechte vuurwerk afgestoken.
Huldebetooh voor boerenbedrog.
Tegenover de Westduitsers gaven de
Russen en hun bondgenoten van het
Warschau-pact op dat ze nog geen mili
taire attachés naar Bonn hadden kun
nen sturen en dus niet over waarnemers
beschikten. Omdat een akkoord tussen
Bonn en de Oosteuropese landen over
het uitwisselen van militaire attachés in
de maak is, iverd het Oosteuropese arü-
woord op de Duitse uitnodiging in wes
telijke kringen niet negatief beoordeeld.
Moskou gaf de Noorse regering geen re
den op voor zijn weigering waarnemers
te sturen. Ook Polen wees de uitnodi
ging uit Oslo zonder enige uitleg van de
hand. En dit wordt bij de NA VO als tele
urstellend ervaren, te meer omdat de
Noren eerder dit jaar wel gebruik had
den gemaakt van een Russische invita
tie waarnemers te sturen. Het ging hier
bij om Russische troepenmanoeuvres
nabij de Noorse grens.
Sinds de ondertekening van de verkla
ring van Helsinki, ruim een jaar gele
den, hebben de Europese NAVO-landen
de Oosteuropese staten van het Pact
van Warschau steeds uitgenodigd
waarnemers te sturen naar de daarvoor
in aanmerking komende militaire oefe
ningen. De Oosteuropese landen zijn
nog niet één keer op zo'n uitnodiging
ingegaan. Omgekeerd stuurden de
Sowjet- Unie, Polen en Hongarije het af
gelopen jaar wel enige uitnodigingen
naar westelijke landen, en deze maak
ten daarvan ook gebruik.
In het Westen werd en wordt grote bete
kenis gehecht aan het uitwisselen van
militaire waarnemers. Duidelijk is dat
daarbij met name het politieke aspect
zwaar weegt. En juist daarom vragen
experts van de NAVO-landen zich af
door welke motieven Moskou en zijn
bondgenoten zich hebben laten leiden.
Een veronderstelling die naar voren is
gebracht, luidt dat de leiders in Oost-
Europa en in Moskou in het bijzonder
niet goed raad weten met de „vertrou
wen wekkende maatregelen" uit de ver
klaring van Helsinki. In dit verband
wordt erop gewezen dat in de Russische
pers ongebruikelijk scherpe kritiek is
geuit op de najaarsmanoeuvres van de
NAVO, die strijdig met de geest van hel-
'sinki werden genoemd.
Omdat het seizoen voor grote militaire
oefeningen alweer voorbij is, zal het nog
geruime tijd duren alvore7is Moskou
weer te antwoorden krijgt op een weste
lijke uitnodiging en er mogelijk meer
duidelijkheid komt in de Russische
houding. Mogelijk niet eerder dan vol
gend jaar juni, als in de Joegoslavische
hoofdstad Belgrado een vervolg plaats
heeft op de Europese veiligheidsconfe
rentie.
(Van een speciale medewerker)
DEN HAAG - Begin vorige week
maakte de Indonesische regering be
kend dat een komplot gericht op de
vervanging van generaal Soeharto als
president van Indonesië door oud-
vice-president prof. dr. Mohammad
Hatta was ontdekt en opgerold. Er wa
ren arrestaties verricht en prof. Hatta
werd verhoord.
Dat prof. Hatta aan het hoofd zon staan
van een dergelijk komplot, werd al ter
stond door vrijwel iedereen in het land
tot de onmogelijkheden gerekend. Niet
alleen is prof. Hatta 74 jaar oud, en laat
rijn gezondheid veel te wensen over,
maar bovendien is deze integere Indo
nesische staatsman, die wel eens het
geweten van het Indonesische volk
wordt genoemd, de laatste man die zich
ooit voor subversieve acties zou willen
lenen. Een openbaar ambt ambieert hij
sinds hij in 1958 aftrad als vice-
president, in het geheel niet meer.
De vraag die velen bezighield, was dan
ook of de bekendmaking van de ont
dekking van een komplot niet als dek
mantel moest dienen voor de wens van
de Indonesische autoriteiten om te we
ten of prof. Hatta in de komende Indo
nesische verkiezingen niet het gewicht
van zijn persoonlijke integriteit in de
strijd zou werpen ten gunste van par
tijen die een ander bewind nastreven.
Aanleiding van de arrestaties was blijky
baar de „vondst" van een aantal docu
menten die het Indonesische volk moes
ten opwekken om te werken voor betere
sociale omstandigheden en de alom
verbreide corruptie te bestrijden. Aan
deze opwekking hadden vooraan
staande Indonesische religieuze leiders
en prof. Hatta door de ondertekening
van de documenten, hun actieve mede
werking gegeven.
En blijkbaar waren de Indonesische au
toriteiten nog niet vergeten dat prof.
Hatta in 1971 als gastspreker op de Dies
Natalis van de economische faculteit
van de Sriwidjaja-unlversiteit in Pa-
lembang, had gezegd het als een gewel
dige fout van de regering-Soeharto te
beschouwen dat zij op 1 april 1969 het
eerste Indonesische vijfjarenplan voor
de economische opbouw ten uitvoer had
gebracht, zonder ervoor gezorgd te heb
ben dat de ambtenaren die het moesten
uitvoeren, voldoende betaald werden.
Schuldige
Een plan-economie, wat toch het vijfja
renplan voor de opbouw is, die moet
worden uitgevoerd door ambtenaren
die met hun salaris slechts zeven dagen
van de maand te eten hebben, leidt, vol
gens prof Hatta. tot een allesomvat
tende corruptie.
Hoewel prof. Hatta aan het slot van die
magistrale toespraak zijn toehoorders
verzocht om met hem mede te zoeken
naar een oplossing van de problemen,
was de essentie van zijn thema toch wel
dat de regering-Soeharto de grootste
schuldige was aan de als een kankerge
zwel in het lichaam van de Indonesi
sche republiek groeiende corruptie.
Niet alleen de talrijke generaals en hun
vrouwen - zoals de vrouw van de Indo
nesische president Soeharto - kunnen
in het jaarlijks met miljarden guldens
hulp van rijke landen gesteunde Indo
nesië, gerekend worden tot de rijksten
van deze aarde. Ook de burger
ministers, die zich aan het begin van het
bewind-Soeharto met de naam „tech
nocraten" tooiden om daarmede hun in
tellectuele standing te accentueren ten
opzichte van Das Militar, mogen zich na
tien jaar onafgebroken met de economi
sche. industriële en financiële leiding
van de Indonesische staat bezig te heb
ben gehouden, zeker niet klaeen.
Enorme schuld
Een voorbeeld van het beheer van 's
lands rijkdommen onder het bewind
van generaal Soeharto is de schuld van
30 miljard gulden die het staatsoliebed-
rtjf Pertamina vorig jaar aan het Indo
nesische volk „presenteerde".
President-directeur, generaal dr. Ibnu
Soetowo. vloog wel de laan uit, maar de
raad van toezicht van dat staatsolie-
bedrijf. die toch was aangesteld om toe
zicht op het door de directie te voeren
beleid moest uitoefenen, bleef ondanks
die voor het. Indonesische volk catastro
fale ontwikkelingen rustig verder toe
zien.
Leden van die raad van toezicht waren
naast een hoge ambtenaar van het mi
nisterie van financiën, de minister van
mijnbouw prof. dr. Sadli, de minister
van financin prof. dr. Aliwardhana en de
minister voor economie, financiën en
industrie, - tevens voorzitter van het
staatsplanbureau Bappenas. prof. dr.
Widjojo Nitisastro.
MOHAMMED HATTA
Zulke situaties dragen er niet toe bij
het vertrouwen van het Indonesische
volk in de bedoelingen van hun leiders
te verhogen. De veiligheidsdiensten
van de Indonesische staat verhoogden
dan ook hun toezicht op studenten die,
naast het leger, ook in Indonesië als
factor in het machtsevenwicht door de
autoriteiten wordt gevreesd.
Maar de Indonesische studenten heb
ben hun les geleerd. In 1973 zagen zij
hun protesten tegen het sociaal-
economische beleid van de regering,
door de infiltratie in hun gelederen van
politici uit de socialistische en moslim
party. met als „voorman" de dikke
commandant van het machtige com
mando voor Veiligheid en Orde. gene
raal Sumitro. veranderen in een niet
door hen gewilde beweging tot omver
werping van het instituut van privé-
assistenten van de president en des
wege tot een komplot tegen de presi-
dent zelf. Op 15 en 16 januari 1974 wer
den zij hardhandig door het Indonesi
sche leger tot de orde geroepen.
In tegenstelling tot toen. is het de Indo
nesische autoriteiten niet gelukt om de
studenten te provoceren. Dat lukte
evenmin toen men generaal b.d. Sima-
tupang, een vroegere opperbevelhebber
van het Indonesische leger en sinds zijn
„promotie" door wijlen president Soe-
kamo tot een functie die zo hoog was dat
hij geen taken meer had, actief in de We
reldraad der Kerken, op liet draven als
potentiële leider in het verzet tegen de
Indonesische regering.
De studenten doorzagen de list, omdat
ze wisten dat generaal Simatupang de
zg. Nieuwe Orde van president Soeharto
door dik en dun had gesteund en de
alom heersende corruptie onder dit be
wind altijd had vergoelykt. Om te weten
wat er werkelijk broeit, moesten de au
toriteiten toen wel een excuus hebben
om oud-vice-president prof. Moham
mad Hatta te kunnen verhoren
Wat de Indonesische autoriteiten meer
dan iets anders vrezen is een voor Indo
nesië onbekende vorm van protest
tegen het beleid van de regering op
sociaal-economisch gebied. Dit protest
heeft de vorm aangenomen van hulp
aan de regering, bij het zoeken naar op-
lossingen voor het probleem van de
enorme werkloosheid als oorzaak van
de geweldige armoede van het Indone
sische volk, dat door de rijkdom van het
land aan allerlei landbouw en minerale
produkten by een goed landsbestuur tot
de rijkste volkeren van deze aardbol
zouden behoren.
Die ongevraagde hulpactiviteit heeft
als een voor het bewind-Soeharto on
gewenste consequentie dat zij aantoont
hoe weinig de regering-Soeharto na 10
jaar bewind in feite heeft gedaan ter
verbetering van de omstandigheden,
waarin de massa van het Indonesische
volk ondanks miljarden „hulp" uit het
buitenland sociaal en economisch nog
steeds verkeert. En de kloof tussen rijk
en arm in het land wordt door het be
leid van de regering iedere dag verder
verbreed.
Hoewel het voor de hand zou liggen dat
prof. Hatta een van de leiders van deze
niet op politieke doelstellingen gerichte
beweging zou zijn, is dat niet het gevaL
Hij heeft slechts zijdelingse contacten
met de beweging. En daardoor kon hij
zich vergissen, toen hem documenten
ter medeondertekening werden gege
ven met gedachten over de noodzake
lijke ontwikkeling van de Indonesische
samenleving, die veel leken op die welke
in de beweging leven. Het verschil zit
hierin, dat de beweging naar de midde
len en wegen zoekt om die doelstellin
gen te bereiken, zo mogelijk gezamen
lijk met de Indonesische autoriteiten.
Het gaat niet om een ander bewind,
maar om een ander beleid van het hui
dige bewind.
PRESIDENT SOEKARNO