Blijft Nederland voorop lopen met ontwikkelingshulp? AAN DE SLAG PROBLEMEN MET MOTIEFSTAND WIJTING: EEN BIJTER s M m 'S m m 9 m Nakaarten: niemand is er mee gediend ZATERDAG 18 SEPTEMBER 1976 FZt/2 zaterdagkrant 23 DEN HAAG - Blijft Nederland haantje de voorste spelen in de internationale ontwikkelingssamenwerking? Heeft de ploeg van Den Uyl kans gezien om - nu het modderen is met onze economie - de hulpinspanning aan de derde wereld voor het jaar 1977 buiten het bereik van het snoeimes op de overheidsuitgaven te houden? Volgende week dinsdag - Prinsjesdag - komen de stukken op tafel. Het kabinet heeft bij zijn eerste optreden, toen de grote klap van de energiecrisis nog moest komen, harde beloftes gedaan aan de ontwikkelingslanden over drastische verhogingen van Neder lands aandeel in de hulp. En minister Jan Pronk heeft in de voor bijedriejaar in allerlei internationale verbanden met - wat je zou bunnen noemen - nogal uitgesproken politieke denkbeelden op het terrein van de ontwikkelingssamenwerking zijn nek uitgesto ken en aldus tegenover de arme landen verplichtingen gemaakt. In eigen huis was er wat kritiek op on derdelen van het beleid. Er werd ge kibbeld over de vraag hoe en aan wie de gelden dienden te worden besteed en welke maatstaven (ja of nee aan Cuba?) daarbij moeten worden aange legd. Maar over de om vang en de snelle stijging van de Nederlandse ontwikke lingshulp heeft het kabinet in de tweede kamer tot nu toe weinig weer werk behoeven te leveren. Hoe dan ook een opvallend trekje - die min of meer automatische erkenning in Ne derland datje ook op dit terrein een maal gemaakte afspraken gewoon be hoort na te komen En dan valt te meer op als je vergelijkingen gaat maken met de manier waarop een hele rij an dere rijke' westerse landen het er bij laten zitten. In 1970 werd in New York op de alge mene vergadering van de Verenigde Naties de plechtige overeenkomst ge sloten dat de rijke landen er in de daarop volgende periode van tien jaar alles aan zouden doen om jaarlijks een bedrag zo groot als 0.7 pet. van het. zo genaamde bruto nationaal produkt (BNP) voor overheidshulp ten bate van ontwikkelingssamenwerking op tafel te leggen. (BNP is de geldwaarde van de totale produktie aan goederen en diensten in een land). Als enigen Kort geleden heeft de Nederlandse re gering een memorandum naar Parijs gezonden met een overzich t va n de to tale Nederlandse hulp in het jaar 1975. halverwege de tienjarige periode dus. Bij de Organisatie voor Economische Samenwerking en Ontwikkeling (OE SO) in Parijs heeft men het Neder landse cijfermateriaal eens naast de gegevens van zestien andere aangeslo ten landen gelegd De vergelijking le verde als resultaatop dat de 17 landen in kwestie samen hun hulp aan de derde wereld irechtstreeks of via in ternationale organisaties) in 1975 met 19 pet. hebben verhoogd ten opzichte .van het voorgaande jaar. In totaal 13.5 miljard dollar (ongeveer 35 miljard gulden). Maar ei werd ook uit het re kenwerk duidelijk dat slechts twee landen het bewuste streefbedrag (0.7 pet. van het BNP) hadden weten te be halen: Zweden en Nederland Zulveie overheidshulp is de bijdiage van de regeringen van rijke landen aan de sociaal-economische ontwikkeling van derde wereld-landen. Die hulp moet tegen zogenaamde zachte voor waarden worden verstrekt Zo moet van een lening tenminste een kwartals schenking beschikbaar woiden ge steld Naast de ontwikkelingshulp van de overheid krijgen de arme landen ook op andere manieren steun giften van particuliere organisaties en com merciële hulp (leningen tegen markt- voorwaarden. exportkredieten, inves teringen) De totale hulpstioom van Nederland naar ontwikkelingslanden liep in 1975 op tot een bediag van ruim 3.1 miljard gulden. Van de ontwikkelingshulp die de Ne derlandse regering op de rijksbegio- ting in 1975 vrijmaakte liep ruwweg veeitig procent via internationale or ganisaties en fondsen (Wereldbank. Europees ontwikkelingsfonds, nood fonds van de Verenigde Naties enzo- voorts). Bij de zogenaamde bilaterale hulp (rechtstreeks vanuit Nederland naar afzonderlijke ontwikkelingslan den i voert minister Pronk een politiek die er eerst en vooral op gericht is dat ze ten goede komt aan de aimsten in de wereld, de mensen die het meest zijn verwaarloosd en daaiom de steun het hardst nodig hebben Daarnaast zijn ook in 1975 weer grote bediagen besteed aan voedselhulp en diiecte hulp bij acute noden 'De armsten Vorige kabinetten zijn bij de recht streeks ontwikkelingshulp al uitge gaan van het beginsel van 'concentra- tielanden' die bij de verdeling in aanmerking kwamen. Op het ogen blik staan zeventien landen op deze lijst (Columbia. Cuba. Jamaica. Peru, Suriname. Boven-Volta, Tunesië. Ke nya. Tanzania. Egypte. Soedan. Zam bia. Noord-Yemen. India. Pakistan. Bangladesj. Indonesië en Sri Lankai. Pronk heeft de afgelopen jaren zelfeen aantal landen aan de oorspronkelijke lijst toegevoegd (Cuba. Jamaica. Noord-Yemen). maar schijnt nu te be seffen dal. de besteding volgens de ge dachte van de 'concenlratielanden niet in alle opzichten strookt met zijn eigen politieke uitgangspunten vooi het ontwikkelingsbeleid Eeist de armsten. dan opnieuw de armsten. dan een hele tijd niets en dan even tueel de mensen aan de bovenkant in de dei de wereld De OESO in Parijs heeft, tiouwens kritiek geoefend op het feit dat Nederlandse ontwikkelings hulp ook terecht komt in landen die ei in veigelijking met vele andere in ver schillende opzichten beter vootstaan Suriname werd in dat verband ge noemd vorig jaar bij de onafhanke lijkheid van die nieuwe iepubliek sloot de Nederlandse regering een overeen komst voor ontwikkelingssamenwer king af voor snelle en efficiënte mede werking aan een grootscheeps meerja renprogramma en werden alle be staande schulden ongedaan gemaakt-, In de toekomst zal waarschijnlijk het zelfde gebeuren wanneer ook de staat kundige zelfstandigheid van de (Ne derlandse) Antillen een feit zal zijn Deze terecht in Parijs gesignaleerde onevenwichtigheid tussen het Neder landse politieke richtsnoer voor de toekomsüge ontwikkelingssamen werking en de uiteindelijke praktijk van het beleid toont aan dat er steeds opnieuw bijgestuurd zal moeten wor den Of zoals het kort geleden in een rapport van de Teldersslichting ihet wetenschappelijk buieau van de VVD) nogal netig werd gezegd" ..In de eerste plaats valt het op dat het de politici zijn die de toon aangeven in het ont wikkelingsproces: pas als het. proces een aantal jaren op streek is verschij nen de eerste studies die de praktijk van de economische steun weten schappelijk willen onderbouwen Doolhof Veel van wat Nederland naar buiten de laatste jaren aan nieuwe ideeën en in zichten op het gebied van ontwikke lingsbeleid heeft geëtaleerd - en wat in theorie langzaamaan internationaal ook wel wordt onderschreven - moet nog in duidelijke politieke daden wor den omgezet en vertaald Nede.-iand heeft een stuk verantwoordelijkheid tegenover de derde wereld in een fi nanciële hulpinspanning op de rijks begroting erkend Hoe ze daaimee naar de derde wereld toe het best. kan opereren ts in veel opzichten nog een kwestie van zoeken en tasten en van moeizame pogingen om met anderen op éen lijn te komen. Van Pronk kan worden gezegd dat hij in internatio naal verband top de Zevende speciale zitting van de algemene vergadering van de VN in New York. 1975 op de Unctad-IV in Nairobi, mei 1976) een aantal initiatieven heeft genomen, die duidelijk waren bedoeld om de span ningen tussen de arme en de rijke lan den weg te nemen en te zoeken naar een algemeen aanvaardbaar compro mis. Vooral dat laatste blijkt- steeds weer een hels moeilijke zaak Viaag- stukken als de grondstoffenpolilïek en de regeling van de schulden met de derde wereld leveren binnen de Euro pese gemeenschap alleen al zoveel verschillen van opvattingen en harde woorden op. dat uitsluitend met heel voorzichtige manoeuvres een openuig naar zoiets ais een begin van een Eu ropees overleg- laat staan een breder- kan worden gevonden Begin deze week heeft Pronk namens de Neder landse regering bij de EEG-burelen in Brussel een memorandum ingediend, waarin staat hoe en op welke voor waarden een Europees ontwikke lingsbeleid van de grond zou kunnen komen Het weekend ervoor had de zelfde minister in Oslo nog overleg ge voerd met twee andere kleintjes' van de EEG. België en Denemarken en drie Scandinavische landen. Noorwe gen. Finland en Zweden. De zoveelste poging m de doolhof van tegenstrij digheden. waann de rijke landen bi) hun ontwikkelingspolitiek tegenover de derde wereld zijn terechtgekomen. En juist omdat het er voorlopig niet op lijkt dat het eenvoudig zal zijn om een uitweg te vinden kan Nederland met een kaarsje voorop lopen. En dat is dan weer te danken aan het voordeel dat de politieke wil om verplichtingen tegenover de arme landen na te komen hier over de hele linie aanwezig is.Zelfs de oppositie is mild in haar beoorde ling van de hoofdinrichting van de Ne derlandse ontwikkelingssamenwer king. Tenslotte moetje het echt beter weten wanneer je je vinger opsteekt. KEES VAN DER MAAS, schaken/c. jansen Enkele weken geleden boden we de Itars van deze rubriek een vijfzet te oplossing aan. We dachten, dat hijnogal moeilijk was en dat bleek inderdaad het geval te zijn. We kre gen geen enkele goede oplossing binnen! Een oplosser schreef, dat hij in een ommezien had opgelost en dat noch zijn eetlust en noch zijn nachtrust er onder had geleden- Dat is prettig natuurlijk, maar het wasecht een vijfzet mijnheer S. Uw oplossing duurde zes zetten!! Er zijn vijanden van het schaakpro bleem. die niet kunnen begrijpen vaarom je je zou moeten inspannen om de enige zet te vinden, die tot een matin twee leidt, terwijl er wel twin tigmogelijkheden zijn om matin drie te geven. Voor zulke schaakliefheb bers is het probleem natuurlijk niet bedacht De oplossing van het pro bleem Eichstadt (1876) moet elke 'iefhebber aanspreken. De stelling «as: Wit: Kc6 Tf6 Lf2 Pc5 Pe4 pion b2. Zwart: Ke5 Ld8 Pb6 pionnen a2 87 g2 g4 en h2. Daar gaat ie! l.Pc5- d3+ü! De puristen onder de problemisten doen nu van afschuw hun ogen dicht. Een schaakzet als sleutelzet. Foei toch! 1Ke5xe4 2.Pd3-c5+!l!(Nog een schaakzet! Wat een ramp Waarom gaat dat dekselse paard nu terug naar c5???) 2Ke4-e5. (Nu zijn we evenver. Wit is alleeen een stuk kwijt). 3.Lf2-d4 (De fomidabele pionte van dit gran dioze probleem) 3Ke5xd4 4.Tf6- e6ü zw.wiL. 5Te6-e4 mat. Het gaat echt alleen maar op deze manier. l.Lg3+ Kd4 2Td6Pd5! duurt zes zetten. Voor alle oplossers die nu een min derwaardigheidscomplex hebben gekregen, doen we nu maar weer eens een oploswedstrijd. Twee tweezetten en twee driezetten. Je moet het ook weei niet al te gemakkelijk maken! Het zijn lekkere kluifjes. De oplos- termijn is tamelijk ruim De oplos singen moeten binnen zijn voor 16 oktober. Onder de goede oplossers wordt een schaakboek verloot In zenden aan C. Jansen. Vroonland- scheweg 12, Kapelle. Nr.l Wit: Kc3 Dg5 Te4. Zwart: Kf2 Lfl pion f3 Wit: Kei Dd8 Th4 Ldl Pb2 Pf6 pionnen c3 c4 en f4 (9stukken). Nr.3 Zwart: Kh8 Db8 pion b4 (drie stuk- Wit: Kh3 Te2 Lh4 Lg4 pion f2 6 stuk- ken ken) 1 I S 1 1 1 P 1 i 3! B 2 5 i I 1 s Mat in twee zetten. Mat in twee zetten. Mat in drie zetten. No.4 Wit: Kbl T12 Te7 Lb3 (vier stukken) Mat in drie zetten. Wij zitten nu wel in angst, dat ze tóch weer te moeilijk zijn. Komaan, thuis- schakers, clubschakers en kofEe- huisschakers. De problemen zijn op losbaar!! dammen/1, anderson Van de bekende problemist H. C. de faard uit Oudewater mochten we *eer een aantal problemen ontvan- ten. dat de moeite van het oplossen meer dan waard is. Als voorproefje van de later nog te plaatsen proble men een drietal, waarvan het eerste een merkwaardige afwikkeling te Jen geeft: een motiefafstand in een drie-fase afwerking. Kort. maar «raehtig is de oplossing van num mer twee, terwijl hel derde exem plaar een onvervalste Canalejas - bewerking te zien geeft. DIAGRAM I 39-33 6x39. Een prachtige meerslag- stuatae 34x41 31x22. 41-37 42x31. 36x7.... jefase motiefstand: Wit.: 4 sch. op 7. '9.24 en 30. Zwart: 4 sch. op 3.5.8 en 108-13 gedwongen. 19x8 3x1. 3*fase motiefstand: Wit: 2 sch. op 24 30. Zwart: 3 sch. op 1.5 en 10.24-20! m jü O a Üf J üt i/ SI w ÉP wt" -m m O m T i [ül "ff I m 88 i 9 ff 3 O J de sleutelzet: zwart, geeft steeds ge dwongen het best tegenspel, 1-7. 30-24' 7-12. 24-19 12-18. 19-13 18x9. 3e fase motiefstand: Wit: 1 schijf op 20. Zwart: 3 sch. op 5. 9 en 10, 20-15 10-14. 15-10 en wint. 49-43 38x40,42x3816x27.38-32 37x17. 39-33 13x22. 29-23 19x30. 45x3 en het spel is uit. Overigens is het ons niet duidelijk welke functie schijf 5 in het geheel vervult 11-7 2x22; 16-11 26x6: 31-27 22x42; 46x39 3x14:19x1028x19: 39-33 38x29: 34x14 20x9. 10-4 45x34: 4x2. Blijft al leen onze vraag aan de auteur welke verklaring is te geven voor de bijzon dere positie van schijf 9. Oplossingen Willem Lente proble men. Na loting werd winnaar M. P. Versluis te Kapelle. die dus een jaar lang op gratis toezending van Dam- eldorado mag rekenen Een pluim verdienen ook de volgende oplossers van deze toch lang niet gemakkelijke serie: I. J. de Bert te Vlissingen, M. Arendse te Souburg. H. Harthoorn- de Bruine te Kruiningen: J Jansen te Waterlandkerkje; J Neels te Krab- bendijke: P. Walthuls te Middel- burg.No. 1. 21-17, 23x12. 16x7. 24-19 (13x33 gedw 49-44. 34-30. 44-40. 50X8.31x4 (21-27(1. 4x31 <32-37).42-38. 38-32 (12-17). 32-27 (26-31). 27-21. 36x27. No. 2 32-27. 19-14. 22x13. 17x8. 33-28. 38-33. 33-29 38-33. 33-29. 27-22. 43-39. 49x9.15x4 (35-40). 4x24. 45-40 (30-35) 40-34. No. 3 44-39. 45-40. 50x28. 28-22.32x21. 17-11. 38-33 .29x38i, 43x3. (47x20). 15x24.3x9.49-43 13-18). 43-38 18-23). 38-33. No. 4 41-36. 34-30. 39x8. (3x12 gedw.). 38-32. 36x7. 7-1 (23-28 gedw.), 1x45 (28-33). 48-42 39-43). 42-38. 45-40. 50x37. No. 532-27 19x28 gedw 27x7.33x22. 36-3148-42.38-33.40x9 (28x39). 45-40. 15x4 13-19). 4-10119-24). 10-15 (30-34). 15x6. 6x50. No. 6 26-21 A (17x26), 38-33. 43x32. 49x38. 21-17.27x29,35x4.4x43, 46x48 (26-31). 48-42 (31-36). 42-37. A. 17x28). 38-33.43-32.49x38.21-17.27x29.35x4. 4x43. 46x48 (28-32). 48-42 No. 7 29-23 (22x31 gedw 39-34. 45x3 (31-36), 3x21. 41-37 (38-42). 37-31. 48x37. No. 9 26-21. 43-38. 27-22. 35-30, 50x28. 34x3.3x46 (36-41 46x8.48-43. (13-19). 43-39)19-24). 39-34. Vandaag iets over wijting, een vis die leeft in de schaduw van zijn grote neef. de kabeljauw. Er wordt op kabeljauw gevist en er wordt wijting gevangen. Als er dan geen kabeljauw wordt gevangen maar alleen wat wijting, dan is dat een zekere compensatie, min of meer ook een teleurstelling. Er wordt echter niet over zo'n vangst gepraat. Toch is de wijting een felle bijter, waar menig hengelaar al aange name sport aan heeft beleefd. Een flinke wijting van zo'n 40 cm, wordt dikwijls voor gul aangezien. Kenmerken van de wijting zijn: uitste kende bovenkaak: in tegenstelling met de kabeljauw heeft de wijting geen baarddraad; een zwarte vlek bij de basis van de borstvinnen. De vis telt net als de kabeljauw drie rugvinnen en twee aarsvinnen. De kleur varieert, de rug en de kop van een zandige geel-grijze kleur tot groen. De zijden van de buik zijn zilverwit. De wijting is aan onze kust vrij algemeen en wordt tot ver in de Ooster- schelde aangetroffen. Een overvloed van wijting zit in de Noordzee en m de Ierse Zee, In de Noordzee zal de wijting over het algemeen niet groterworden danzo'n40cm. maar uitschieters zijn mogelijk tot70cm. Het Nederlands record van een wijting, die door een hengelaar aan de hengel is gevangen, is 52 cm met een gewicht van 1280 gram. Voor de wijting geldt een wettelijke minimum maat van 23 cm. De wijting voedt zich met garnalen, steurgarnalen, zwemkrabben en vooral met jonge vis. De wijting maakt zich ook wel eens schuldig aan kanibalisme door jongere soortgenoten op te eten Toch heeft de stand van de wijting nog niet te lijden gehad van overbe vissing of andere factoren. De vangsten in de Noordzee zijn de laatste jaren alleen maar toegenomen In 1952 beliep de vangst voor heel Europa 74 000 ton In 1963 was dit ruim verdubbeld en bedroeg de aanvoer zo'n 188.000 ton. De wijting wordt veel gevangen door de trawlers, maar komt ook als bijvangst in haring en gamalennetten terecht. Van de aangevoerde wijting wordt naast de consumptie ook veel van deze vis verwerkt tot vismeel, visolie en als voedsel voorforellenkwekertjen. pelsdierenen kippen. Het vlees van de wijting is zacht en teer. maar van goede smaak. Voordat de wijting echter de wettelijke maat van 23 cm heeft bereikt, (dit na ruim twee jaar) zijn er al vrij veel van zijn broertjes en zusjes hengelen/c. h. van schelven gesneuveld. De wijting heeft n.l. veel vijanden op jonge leeftijd. Zodra hij ui t het ei is en aan de oppervlakte drijft., zonder verdedigingsmiddel is hij een prooi voor roofvogels en zeevogels. Jonge wijtingen van 2-5 cm zoeken dikwijls een verblijfplaats onder de klok van gele en blauwe haarkwallen Bij een lengte van 5-10 cm gaan ze over tot een leven nabij de bodem. Voor de hengelaars valt de periode dat er vanaf de wal op wijting gevist kan worden in de herfstin de maanden oktober - novem ber De wijtingvangsten vinden altijd plaats aan het begin van het kabeljauw-seizoen BlJ hel vissen op Kabeljauw vangt men wel wijting aan zo'n grote gulhaak. maar het is beter om een iets kleinere haak te gebruiken Als aas kunnen zeepieren. mosselen, garnalen en stukjes vis worden gebruikt. Het vissen naar wijting vanuit een boot kan attractief zijn en een goede vangst opleveren. Bij gunstige dagen kan de henge laar. vissend met een paternoster met twee of drie haken, rustig even wachten tot er aan iedere haak een vis heeft gebeten De komende maanden zijn dus gunstig voor de vangst van wijting en daarom uw aandacht en waardering gevraagd voor deze aangename sportvis. bridge t. schipperheyn Nakaarten heeft als regel weinig zin. Degenen die het doen leren er niets van en degenen die er naar luisteren meestal nog minder. Heel gevaarlijk is het nakaarten aan de hand van een scorelijst Men leest daarop dat NZ in een voorgaande ronde down gingen in 4 sch, terwijl dit contract er met een overslag in zit. Hoe is het mogelijk, weer zo'n ca deautje voor OW. Bij navraag blijkt evenwel dat een psyche van oost de zuidspeler een verkeerd beeld van de kaart heeft gegeven, waardoor deze misleid is en een verkeerd speelplan heeft geko- zen.Het is onmogelijk conclusies te trekken zonder dat men bied- en spelverloop kent. Hoe is het In vredesnaam mogelijk zo veel down te gaan. vroeg een verbolgen speler aan zijn teamge noot bij het uitslaan. Het contract is potdicht en dat lijkt het met open kaart inderdaad: Sch B 2 Ha 9 3 Rui H V Kla 7 2 Sch A H 3 Ha A H Rui A 9 7 5 Kla A 8 6 5 W O I 10 8 6 2 Sch 10 9 8 7 6 4 Ha V B 10 5 Rui geen «"la H B 10 Sch V 5 Ha 8 7 6 4 2 Rui 4 3 Kla V 9 4 3 OW waren beland in 7 SA na een biedverloop dat niet m aanmerking komt voor een schoonheids prijs. Maar west was een speler van wereldformaat en het contract lijkt van schokbeton. Op de noord- stoel zat evenwel ook een kampioen en die gooide - uitkomst Ru H voor het aas - onder Sch A zonder enige aarzeling de boer West incasseerde Ha A H en stond nu voor een pijnlijke beslissing. Zou zuid van huis uit Sch V x x hebben gehad dan is die vrouw er ui t te snijden, maar daartoe zijn twee entrees nodig. West besloot de gok te wagen, speelde een kleine klaveren naar de boer en ging ,7 down. Veron derstel nu eens dat een dergelijke score voorkomt op een score staat, zou men dan niet twijfelen of de kaarten wel goed in het board zijn gestopt? En zie dan ter vergelijking dit spel. Sch 9 5 4 Ha V 9 6 Rui A 10 7 Kla H 10 8 4 Sch A V 8 3 Ha A H 8 5 4 2 Rui geen Kla V 7 6 Sch B 10 7 6 Ha 3 Rui H B 8 5 2 Kla A 9 5 Sch H 2 Ha B 10 7 Rui V 9 6 4 3 Kla B 3 2 Een spel dat Josephine Culbertson speelde in 1933. Het contract9 7 Sch! In die dagen was het bieden minder geperfectioneerd dan nu. Noord kwam uit met KI 4 en Josephine liet deze kaart na ampel be raad doorlopen, zuid de boer. west de vrouw. Ha A. een ingetroefde harten en de schoppensnit bracht haar een nieuw stuk in de goede richting. Nadat alle schoppens en op één na alle hartens waren ge speeld. bleef over Sch geen Ha geen Rui A KlaH 10 Sch geen Ha 2 Rui géén Kla 7 o Sch géén Ha geen Rui H Kla A 9 (onbelangrijk) Ha 2 volgde en noord was machteloos. Een knap staaltje speeltechniek en opnieuw de vraag: zou men^met twijfelen als men deze score genoteerd zag

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 1976 | | pagina 23