Vruchten tweede concilie te bitter voor mgr. Lefèbvre Tiende vredesweek krijgt een geheel nieuwe opzet V lllllllllllllllllilillll Ontwikkelingen in de Oud-Katholieke Kerk Wat kan de rechtvaardige doen? ZATERDAG 4 SEPTEMBER 1976 Mo, (Door Hans Rombouts) lonseigneur Marcel Lefèbvre, de 71-jarige oud-bisschop van het Franse Tulle - hij kreeg van paus Johannes XXIII de persoonlijke titel van aarts bisschop - is op een tournee van en kele weken door Frankrijk, Zwitser land en de Benelux. Hij zou daarbij deze vrijdag het Nederlandse Stein aandoen, maar dat gaat voorlopig niet door. De Franse monseigneur, die op het punt staat een schisma in de roomska- tholieke kerk te veroorzaken (de eerste scheuring na ruim 100 jaar), stoort zich niet aan verboden van paus Paulus VI om plechtigheden te leiden en wijdin gen toe te dienen. Hij vindt dat alleen hij het, met zijn traditionalistische volgelingen, bij het rechte eind heeft, dat het Vaticaan bij het laatste conci lie de verkeerde weg is Ingeslagen en dat derhalve de ketters niet in het Zwitserse Econe, waar Lefèbvre zijn hoofdkwartier heeft, gezocht moeten worden, maar in Rome. De Fransman, oud-bisschop van Dakar, legt derhalve de Vaticaanse beslissing, dat hij ge schorst is in de uitoefening van zijn ambt. naast zich neer. Wie is nu deze Marcel Lefèbvre. die de officiële roomskatholieke top negeert0 Hij werd op 23 november 1905 geboren in het Frans-Belgische grensgebied (waar tot voor kort toeristen vaak het spoor tussen Gent, Kortrijk en Lïlle bijster raakten). Hij komt uit Tour- coing. Zijn vader was een Fransman, zijn moeder een Vlaamse. In 1929 werd hij priester gewijd. Hij behoort tot de congregatie van de Heilige Geest, waar hij later algemeen overste van werd. Als missionaris vertrok Lefèbvre kort na zijn priesterwijding naar Senegal In 1955 werd hij, in wat toen nog Frans-Afrika werd genoemd, de eerste aartsbisschop van Dakar. Hy bezat er kerkelijk gezien grote macht en kende veel vrijheid van handelen. Veel critici van nu zijn van oordeel dat hij in Af rika „ongekroonde en vrijwel onaan gevochten baas in eigen huis was" en dat dat ertoe heelt geleid dat hij zijn behoudende denkbeelden is gaan zien als welhaast leerstellingen. In 1961 droeg mgr. Lefèbvre zijn taak als aartsbisschop over aan een Sene- galees. De paus benoemde hem toen tot bisschop van Tulle. De president van Senegal benoemde hem tot groot-officier van de nationale orde. Teruggekeerd in Frankrijk keerde hij zich steeds meer af van wat hij de dwaalwegen van Rome noemde. Hij was van 1962 tot 1968 algemeen over ste van de Paters van de Heilige Geest. Vooral na 1968 dook zijn naam steeds meer op als een rechtse provocerende bisschop die zich niets aantrok van de aanvankelijk vriendelijke en zachte vermaningen van de paus. Hij verenigde traditioneel denkende katholieken om zich heen, die ook vonden dat het Tweede Vaticaanse Concilie van de jaren zestig de Kerk een verkeerde kant had opgedreven. Ze moesten en moeten niets van oe cumene. modernisme en communisme hebben. Kortom, men wilde het pa- tioon handhaven zoals dat zo lang in de RK kerk gedomineerd heeft De La tijnse liturgie was daaivan de expo nent Vandaar dat die Latijnse rite hei lig is voor Lefèbvre en diens volgelin gen. Eigen seminarie Het bleef niet bij het verenigen van rechtse groeperingen in zijn omgeving. Hij trok naar Zwitserland, waar hij de gelegenheid kreeg om een eigen semi narie op te richten, waar de priesters volledig - met afwijzing dus van alles wat op het Tweede Vaticaanse Conci lie besloten werd - in de oude traditio nele sfeer en leer werden opgeleid. Hij wijdde er twaalf „sic" priester zonder dat Rome er iets van zei. Lefèbvre ging door. Rome kwam nu in het geweer. Men waarschuwde de Franse bisschop om te stoppen en het seminarie in Econe te sluiten. Marcel Lefèbvre stoorde zich er niet aan. De paus stuurde brieven, en de rebelse Fransman werd door afgezanten be naderd. Hij bleef halsstarrig. Het Vaticaan moest toen ingrijpen, en verbood hem de uitoefening van zijn ambt Hij mocht niet voorgaan in het lezen van de mis, het toedienen van de sacramenten en het preken. Het is duidelijk dat de paus van Rome in grote moeilijkheden verkeert. Hij had eron eerekend dat Lefèbvre, zoals zovele priesters en bisschoppen vóór hem ln de historie van de kerk. het hoofd zou buigen voorde Apostolische Stoel Wat nu gebeurd is, is een ongehoorde situatie, waar men in Rome nog niet goed weg mee weet. Per slot van reke ning hebben enqu'tes uitgewezen dat een aantal Fransen wel iets voelt voor de denkbeelden van Lefèbvre (de helft van de Fransen neemt geen standpunt in en de andere helft verdeelt zijn sym pathie tussen Rome en Lefèbvre. dus een kwart zou achter de dissident staan). Ook ln het buitenland zijn natuurlijk ontevredenen genoeg die niets moeten hebben van de toenadering tot protes tanten. joden en communisten; gelo vigen die in de molen van het moder nisme geen houvast meer hebben kunnen vinden en zich angstvallig vastklemmen aan oude rituelen en oordelen, conservatieve katholieken die de huidige opvattingen van de kerk „te links" vinden. Ook in Nederland zijn groeperingen die Lefèbvre als een kampioen willen zien. Men kan daarbij denken aan het Michael-legioen. de beweging-Perk en het comité „Behoud traditionele mis liturgie". In de afgelopen jaren heeft men gezien dat juist vele zogenaamde linksen zich van de Kerk van Rome hebben afge keerd. omdat de veranderingen vanuit de top in de richting van socialisering en democratisering voor hen volslagen onvoldoende werden geacht. Hoe vaak werd niet de vrees uitgesproken dat grote groepen progressieven de kerk de rug zouden toekeren? Er werd ten slotte - over Nederland, meestal van uit Italië - meer dan eens gesproken van een dreigend schisma. Andere hoek Nu waait de wind uit de andere hoek. Rome heeft het er moeilijk mee. Inte ressant is. wat een befaamde theoloog als prof. dr Hans Kuehn - zelf vaak in conflict met Rome. maar dan om heel andere redenen - in de Neue Zuricher Zeltung heeft verklaard over deze af faire. Hij vindt dat het Vaticaan de zaak-Lefbvre zelf op de spits heeft ge dreven. Rome had menselijker en minder autoritair moeten optreden. „Christen zijn is belangrijker dan tra ditionalist of progressief te zijn. Tot dusver hebben wij een schisma ver meden. Dat is wezenlijk", aldus Kuehn. die verder opmerkt dat er overigens een verschil is met zijn zaak (die door Rome ook niet zachtzinnig is behandeld) en die van Lefèbvre: „Ik heb nooit een progressieve beweging opgericht, nooit een seminarie ge sticht of mezelf onfeilbaar verklaard". Mgr. Lefèbvre merkte zondag tijdens de escalatie ihet opdragen van een door 6000 volgelingen bijgewoonde mis) in Lille op: „Ik beschouw mijn schorsing als ongeldig. De vruchten van het Tweede Vaticaans Concilie zijn bitter". Het Interkerkelijk Vredesberaad houdt van 19 tot 26 september voor de tiende maal de Interkerkelijke Vredesweek. De grootste kerkgenootschappen in ons land namen als regel de afgelopen tien jaar aan de activiteiten rond die Vre desweek deel. Vredesmarkten, discussiebijeenkomsten en andere vormen van aandacht trokken overigens maar een deel van de kerkelijke gemeente. In veler ogen was de Vredesweek steeds 'iets links en dus iets verdachts', alle goed" bedoelingen van de organisatoren ten spijt. Voor de tiende Vredesweek heeft het Interkerkelijk Vredesberaad voor een duidelijk andere opzet gekozen. Niet alleen heeft men afgezien van het or ganiseren van evenementen als een Vredesmarkt, ook krijgen dit jaar christenen, die de problematiek van oorlog en vrede wat 'genuanceerder1 benaderen dan de leden van het In terkerkelijk Vredesberaad vaak doen, de gelegenheid hun mening kenbaar te maken. „We hadden vanuit het IKV de ge dachte, dat de zaken wat genuanceer der aan de orde moesten komen. Er is nogal eens kritiek geweest over de wij ze, waarop een Vredesweek plaatshad. Met de Vredeskrant, die dit jaar is uit gegeven, hebben we aan die wat meer genuanceerde benadering gestalte willen geven, zegt wika D. E Hiensch. voorzitter van de provinciale werk groep Vredesweek in Zeeland. Eenzijdig „ln de laatste jaren zijn we misschim wel eens te eenzijdig bezig geweest. We lieten alleen mensen, die duidelijk wa- ren gemotiveerd aan het woord ko men, waardoor andere meningen niet tot hun recht kwamen. De kritiek die daarop overal in het land loskwam hébben we misschien nu in de Vredes krant van dit jaar ondervangen: niet alleen 'ontioapenaars' komen erin aan het woord, maar ook minister Vrede- ling en de gouverneur van de Konin klijke Militaire Academie'. De activiteiten rond de Zeeuwse Vre desweek spitsen zich dit jaar vooral toe op bijeenkomsten voor onder wijsmensen en pastores. Zo werden leerkrachten 'geïn strueerd' over de Vredesweek. De pas tores komen maandag 6 september aan de beurt. Thema is 'Werkplaats voor de vrede: hoe stellen wij de Vre desweek in gemeenten of parochie aan de orde". De pastores weten zich in de Vredesweek gesteund door een preek- schets, die in oecumenisch verband over dit thema is gemaakt Ds. W. M. de Bakker, gereformeerd predikant te Middelburg, ds. L. de Wit, hervormd predikant te Renesse en kapelaan dr. J. J. Hulshof te Hulst zullen een bij drage leveren, geent op het thema van de Vredesweek 'bedreigd bestaan'. De bijeenkomst van de pastores heeft plaats onder auspiciën van de Provin ciale Raad van Kerken in Zeeland, die daarmee solidariteit met het thema van de Vredesweek wil onderstrepen. Vredeskrant De inmiddels verschenen Vredes krant van het Interkerkelijk Vredes beraad geeft duidelijk gestalte aan de opvatting, dat binnen de kerken de problematiek van oorlog en vrede wat meer genuanceerd dient te wor den behandeld. Tijdens vroegere Vredesweken was bijvoorbeeld het beroepsmilitair zijn veelal op zijn minst 'discutabel'. In de Vredeskrant 1976 krijgen zowel minister Vredeling van defensie, als gouverneur generaal-majoor K. H. van Meyen- feldt van de KMA en tweede kamerlid Hannie van Leeuwen (arp) gelegen heid uiteen te zetten, wat hen beweegt te kiezen voor de politiek van ver schillen tussen de twee machtsblok ken, Oost en West. De tiende Vredesweek besteedt in het bijzonder aandacht aan het verschijn sel 'Militarisme'. De organisatoren haasten zich te stellen, dat militarisme niet moet worden gekoppeld aan de militair op zich. „Ook dit past in de genuanceerdere benadering die we in deze Vredesweek aanhouden", zegt de heer Hiensch. „We zijn er op uit ge weest een hechtere band te smeden tussen het IKV en de diverse kerken". Werklozen DS. L. H. DE LIEFDE In de Vredeskrant 1976 gaat de Vlis- singse hervormde predikantdrs. L. de Liefde in op een probleem, dat een aantal Vlissingse kerkleden aan het denken zette. „Zorgt de kerk voor 4000 werklozen?' kreeg ds. De Liefde te horen, nadat in kerkelijke kring vraagtekens waren geplaatst achter het feit. dat de Koninklijke Maat schappij De Schelde in 1975 de voor lopig laatste koopvaardij-opdracht had afgeleverd en zich nu zal specia liseren op de bouw van marinesche pen. 'Oorlogstuig' vonden sommigen „Op drachten die voor velen werk 'beteke nen'. stelden anderen daar tegenover. Drs De Liefde acht de problemen rond de bouw van manneschepen bij De Schelde - hoe plaatselijk ook - toch ook landelijke aandacht meer dan waard. „De emotionele vraag of de WIKA D. E. HIENSCH kerk de zorg voor 4.000 werklozen op zich neemt, wanneer je niet aan de fa bricage van oorlogsmaterieel mag meewerken, blijft mij bezighouden", zegt ds. De Liefde. Een pasklaar antwoord op die vraag heeft hij overigens niet. „Duidt die vraag met op een probleein dat de kerk moet onderkennen voor ze gaat spre ken Dit probleem namelijk dat ze misschien wel woorden heeft, maar geen mogelijkheden tot opvang? Dat het makkelijk praten is. want waar wordt in eigen vlees gesneden Heeft de kerk wel voldoende aandacht voor eventuele slachtoffers van haar woor den De aanleiding tot de bijdrage van ds. De Liefde is 'aan de basis' ontstaan: toen de Koninklijke Maatschappij De Schelde zich tot een specifieke Mari newerf ging ontwikkelen, toonden sommige hervormde en gereformeerde kerkleden zich in een gespreksgroep bezorgd over die ontwikkeling. De weerslag van hun gesprek kwam m de kerkbladen en wekte soms woedende reacties op. De reacties waren vaak emotioneel: 'Waarom wil de kerk 'De Schelde' dlchthebben En: 'Zorgtde kerk voor 4000 werklozen Ik en mijn gezin worden door de kerk wel mooi in de steek gelaten In zijn bijdrage pleit ds De Liefde voor een nader beraad. „Als agenda voor de komende tijd zou ik graag het voorstel van wijlen dr. Bruins Slot opnieuw op zijn uitvoerbaarheid willen onderzoe ken. Bruins Slotstelde een beraad van christen politici uit de diverse partijen voor. Een soort politiek concilie. Het zoeken naar het gemeenschappelijke zal dan vooraf dienen te gaan aan de analyse van wat scheiding brengt. Het liefst zou ik dat beraad zien vanwege de Raad van Kerken, maar ik vrees dat het te massaal wordt en dat teveel spraakverwarring een begin van een gesprek zou torpederen. Zou het niet Opzet Vele mensen hebbm het gevoel dat de grondslagen van het bestaan in de huidige tijd in de vernieling geraken. Er verandert te veel in de opvattingen van wat recht en waarheid is en wat de normen van het leven zijn. Niets staat meer vast - zo zeggen ze - en de totale ineenstorting staat ons te wachten. Nu lijkt dat heel modem, maar het blijkt dat dit gevoelen ook al m heel oude tijden voorkwam. Dat blijkt als we Psalm 12 lezen. Daar staal in het derde vers: „Wanneer de grondslagen zijn vernield, wat kan de rechtvaar dige doen?" Ja wat doe je dan? Wan neer je de psalm er verder op naleest, schijnt men de dichter de raad gege ven te hebben maar te vluchten naar de veilige bergen, waar hij ver van de woelige en richtingloze maatschappij opzijn verhaal kan komen. Een derge lijke gedachtengang tref je tegen woordig nogal eens aan. Men trekt zich terug binnen de veilige muren van de innerlijke Godsbeleving en poogt zich verre te houden van actief mee te doen in politieke en maatschappelijke beslissingen Daarbij wordt de roep gehoord, dat de kerk vooral met aan politiek moet doen." Het is de vraag of deze scheiding tus sen geloof en politiek wel zo water dicht is te maken. Als je handtekenin gen verzamelt en congressen belegt tegen abortus, poog je dan daarmee uiteindelijk geen politieke invloed uit te oefenen'' De dichter van psalm 12 wees in ieder geval die raad radicaal van de hand: „Bij den HERE schuil ik. Hoe durft gij dan tot mij zeggen: „Vliedt naar uw gebergte als vogels?" ivers lj. Hij durfde het aan om midden in zijn tur bulente maatschappij te staan, omdat hij bij God schuilde. De God, waarvan hij m vers 7 zegt, dat Hij rechtvaardig is en de gerechtigheid liefheeft. En nog een zaak houdt de dichter denkbaar zijn dan elke kerk met haar politici het gesprek zou aangaan op landelijk en regionaal en plaatselijk niveau?". De Vredeskrant van het IKV is. hoe uitgebreid ditmaal ook, niet de enige publikatie rondom de Vredesweek 1976. Er zijn handleidingen voor on derwijskrachten en pastores en er is een 'Ruziekrant' samengesteld, waarin de problematiek voor 8- tot 12- jarigen wordt verklaard. In het kader van de Vredesweek verschijnt verder 'Armoede en Oorlogsprobleem' van prof. mr. B. V. A. Röling en zal als ge zamenlijke uitgave van IKV en Novib een boekwerkje over politieke partijen en ontwikkelingssamenwerking ver krijgbaar zijn. Ook al krijgt de Vredesweek een dui delijk andere opzet, over de concrete resultaten bestaat ook thans onze kerheid. Heeft - na tien jaar- een Vre desweek nog altijd zin Wika Hiensch: „Als je je afvraagt of al die jaren Vredesweek zin hebben gehad, moet ik wel stellen dat dat pas op lan gere termijn te beoordelen is. De Vre desweek is er steeds geweest om men sen aan het denken te zetten en de be doeling van ons als organisatoren is steeds geweest, dc mensen over be paalde zaken wat genuanceerder te laten denken. Wij veranderen als ker ken bepaalde structuren niet één, twee, drie en de resultaten van deze Vredesweek zullen pas op langere termijn kunnen worden beoordeeld. Je zou kunnen spreken van een be- wustmakingsproces van de mensen voor bepaalde dingen. En dat nu lukt ieder jaar weer: je probeert mensen over zaken van oorlog en vrede wat genuanceerder te laten denken. Re sultaten op korte termijn Daarin ge loof ik niet direct. Maar als je de men sen tot nadenken over die zaken be weegt, is er al heel wat gewonnen". TON HÜYSSOON overeind, namelijk de geloofsovertui ging dal God eenmaal toch de dingen recht zal zetten en aan alle geweld en ongerechtigheid een eind zal maken. De vraag is niet: doet een christen oj de kerk aan politiek, maar kiest hij de goede! Omtotzo'n beslissing te komen, hebben we elkaar hard nodig om met de bijbel achter ons en Gods toekomst voor ons en Gods nabijheid in en om ons uit te zoeken, wat Gods gerechtig heid nu van ons verlangt. W Huisman. Axel. oor vandaag iets over de Oud-Katholieke Kerk in Nederland. Met deze naam ordt zij gewoonlijk aangeduid. Haar officiële naam is echter: Rooms- Kahtolieke Kerk der Oud-bisschoppelijkc Clerezie. Clerezie hangt samen met clerus, dc gestelijkheid. In een van de geschriften over deze kerk, de brochure 'Twaalfhonderd jaar kromstaf" wordt gezegd: „Wij stellen die naam fiet te- geover de nieuwe kerk van de pauselijke hiêrachie, daterend van 1853." In 1953 vierde de Rooms-Katholieke Ker in ons land het feest van: 'Honderd jaar kromstaf. Met een zekere trots kon de Rooms-Kathoieke Kerk der Oud- bisschoppelijke Clerezie stellen; „Twaalfhonderd jaar kromstaf.' Deze kerk stelt dat haar bisschoppen van Utrecht in regelrechte lijn de opvolgerszijn van St-Willibrord, die in 695 door paus Sergius I tot bisschop van de Friezen werd gewijd. Pippijn van Herstal gaf hem Utre cht tot zetel voor zijn bisdom. Er zijn twee redenen waarom we voor deze kleine, maar m haar geschiedenis zeer interessante kerk enige aandacht vragen. Beide redenen lagen in berich ten die in sommige dagbladen te vin den waren. Het eerste was dat de heer S. C. Rol te Kapelle. leraar aan hetchr. lyceum te Goes, benoemd was tot kerkmeester van de oud-katholieke parochie te Dordrecht. De tweede re den lag in een ander bericht, overge nomen uit het maandblad 'De oud- Katholiek'. dat men er in deze kerk toe over zal gaan 'lectoren' op te lelden, die behulpzaam kunnen zijn bij kerk diensten zonder eucharstieviering, wanneer er geen priester aanwezig zijn. De leiding van de dienst komt in dat geval geheel te liggen in handen van 'lekken'. Dit woord mag men ook in deze kerk gebruiken, evenals in de R.K. Kerk. Het eerste bencht heeft ook betrekking op Zeeland, aangezien onze provincie behoort tot het territoir van de oud-aktholieke parochie van Dordrecht Het tweede bericht geeft aan een landelijke ontwikkeling in deze kerk, waarbij niet alleen of hoofd zakelijk de nadruk wordt gelegd op de geestelijkheid, maar ook op het ge wone kerklid. Tesamen zijn zij 'Gods volk onderweg', om de uitdrukking te gebruiken die sinds het tweede Vati caans concilie nog al eens is gehoord. .Aangezien de heer Rol voor ons ge makkelijk te bereiken was, hebben we bij hem audiëntie aangevraagd om iets meer over deze twee berichten te weten. Onze eerste vraag is natuurlijk geweest wat het inhoudt 'kerkmees ter' te zijn. Dit woord kennen we na tuurlijk uit de R.K. Kerk. Kerkmees ters hebben de zorg voor de fïnantiën van de parochie en daaronder valt ook de zorg voor de gebouwen. Hetzelfde is ook het geval in de OudpKatholieke Kerk. Heel veel loopt er trouwens in beide kerken parallel, de hiërarchie, de wijdingen, de liturgie enz. Maar toch heeft in de loop der tijden het woord 'kerkmeester' bij de oud-katholieken een wat andere inhoud gekregen. Om dit te verduidelijken werden door de heer Rol het 'statuut' van zijn werk voor de dag gehaald, alsook de laatste herderlijke brief voor de vastentijd van de drie oud-katholieke bisschop pen. Daarin lezen we dat de pastoors en kerkmeester ook 'de zorg hebben voor het algemeen kerkelijk leven in de parochie en de daarmee samen hangende behartiging van de gods dienstige belangen." Een kermeester is, volgens het huidige statuut van de kerk, nie t alleeen wat een kerkvoogd is in de N-H Kerk. maar heeft mede als zijn opdracht gekregen, tenminste enigszins, de taak die in de protes tantse kerken van ons land door de ouderling wordt vervuld en daaronder behoort biiv. ook het huisbezoek. De oud-katholieke parochie van Dord recht is maar klein en haar gebied is groot Behalve de omgeving van die stad behoort tot haar. behalve Zee land. ook West-Brabant. Onze vraag aan de heer Rol was of aan hem me t dit kerkmeesterschap, ook was opgedra gen de geestelijke verzorging van de oud-katholieken die er in ons gewest wonen en hoeveel dat er zijn. Een enigszins verlegen glimlach kwam er op zijn gezicht. Dat vond hij wel wat te veel gezegd. Het getal van de leden van zijn parochie die er in 'onze provincie wonen, chatte hij op ongeveer zestig, maar het konden er ook meer zijn. Bij verhuizingen raken er ook in deze kerk nog al eens adressen zoek. Op Walche ren hebben de oud-katholieken aan sluiting gezocht bij de Anglicaanse kerk te Vlissingen. Met de Anglicaanse Kerk heeft de O.K. Kc-rk van ons land intercommuniale banden. In de rest van Zeeland onderhoudt men contac ten met Dordrecht en de heer Rol ziet het als zijn taak met de leden van zijn kerk in ieder geval in aanraking te komen en zo de band te leggen met de parochie waartoe zij, volgens de ge trokken grenzen, behoren. Toen de geschiedenis van de Oud- Katholieke Kerk aan de orde kwam, werd uit de boekenkast opgezocht het boek van B.A. van Kleef, eenmaal hoogleraar aan het oud-katholiek se minarie te Amersfoort, de vader van de tegenwoordige o.k. bisschop van Haarlem. Na de Reformatie ln ons land zijn de kapittels van Utrecht en Haar lem in stand gebleven en zij hebben gezamelijk een bissc hop gekozen voor de zetel te Utrecht Er volgt dan een honderdjarige strijd met de Jezuïeten, die in Rome veel invloed hadden. Het is een nogal droevige geschiedenis, die eindigde met de pauselijke ontzetting uitzijn ambt van aartsbisschop Petrus Codde, die zelf berustte in zijn vonnis om een kerkscheuring te vermijden. De kapittels berustten hierin echter niet en ze hebben alles gedaan om dit onrechtvaardige vonnis ongedaan te maken. In dit alles speelde ook een be- langnjke rol de stijd van de Jzuieten in Frankrijk tegen de Jansenisten, waar van een del m ons land een vluchtoord vond toen de grond onder hun voeten in eigen land te heet werd. Deze Franse Jansenisten hebben in ons land een niet geringe invloed gehad in de strijd tegen de Jezuieten en de decreten van de paus. die de kapittels gewoon opzij zetten. Na de dood van aartsbisschop Codde hebben de kapittels dertien jaar lang gedubd wat te doen. In 1723 zijn ze overgegaan tot de verkiezing van een nieuwe aartsbisschop, Corne lls Steenoven, die daarna door een uit geweken Franse jansenistische bis schop tot aartsbisschop van Utrechtis gewijd. En daarna was de scheiding defintief. In 1726 werd te Amersfoort een seminarie voor opleiding van pre- siters gesticht Op 27 september as zal in Utrecht worden herdacht datdit 250 jaar geleden geschiedde. Na het eerste Vaticaans concilie in 1870 zijn er in allerlei landen oud- katholieke kerken ontstaan, omdal men zich niet kon neerleggen bij d( besluiten van dit concilie en zo zijn ei nu m Europa acht nationale oud- katholieke kerken, tot in Polen Tsjecho-Slowakije en Joegoslavië toe voor wie de kleine kerk m ons land aL< de moederkerk geldt. Hetwordttijdietstezeggenoverhel I tweede bericht, de opleiding van lecto ren. „De Oud-Katholiek' van juni ve i dit-Jaarverteltdaaroverheteenena I der. Het is een geheel nietwe ontwikkt ling in deze kerk. Ze is uit de nood de tijd geboren. De oud-katholieken heb ben het niet gemakkelijk. Ze vorme een kleine kerk, waarvan de leder steeds meer verspreid raken en de oude gemeenschappen steeds mee: verkleinen. Dordrecht heeft moeten combineren met Rotterdam en zo gaal het door heel het land. In de parochie van Aalsmeer, waar men de pastooi moet delen met meerdere andere pa rochies, kon er niet iedere zondag een kerkdienst zijn. De parochianen heb ben zich daarbij niet neergelegd. „Men besloot een eigen verantwoordelijk heid hierin te aanvaarden en een vorm van dienst te oefenen, die voorbereid en geleid werd door een groepje ge meenteleden." Zo kwam men op de priesterloze zondagen bijeen 'op zon dagmorgen 10 uur, de traditionele tijd van de eucharistieviering'. Van een eucharistieviering kon natuurlijkgeen sprake zijn, want daarvoor is er in deze kerk een priester nodig. Maar. „hoe wezenlijkeen euchanstievieringooku en hoe onvervangbaar ook, een kerk die geen andere vormen van eredienst meer kent of kan beleven, is ook in het licht van de kerkelijke traditie wel op een hoofdspoor, maar slechts éénspo- rig bezig op een versmald pad." Een gemeente, een parochie is er ook zon der dat er een predikant, een pneste: is. Dit hebben de parochianen in Aalsmeer waar gemaakt. Men heeft er ook een andere vorm gevonden voor die samenkomsten, „in een kring mid den ln de kerk." „Er ontstaat dan een klimaat en een ruimte waarin de oude woorden nieuw verstaan worden en anders gehoord worden dan wanneer ze beroepshalve worden gebracht" De groep die deze diensten voorbereidde heeft gezocht naar een vorm van litur gie. ze heeft gezocht naar schnftlezin- gen en psalmen en gezangen en, als we het goed begrijpen, is men gekomer. tot vrije gebeden, „voorbeden die een man of vrouw uit de gemeente ver woordt en die een andere taal en een andere gevoeligheid in de gemeente brengen dan wanneer de eigen pastoor dat doet. ook al is hij daann nog begaafd." Deze diensten wil men a Aalsmeer in geen geval weer missen ID it geval van Aalsmeer heeft ertoe geleid dat de drie bisschoppen welke de Oud-Katholieke Kerk kent, hierop hebben ingehaakt. De Stichtte* Oud-Katholiek Seminarie heeft een crusus ontworpen en zo start in Zaan dam. waar de bisschop van HaarleB woont en onder zijn leiding voor 1976/77 de opleiding van lectoren. Dit woord betekent eigenlijk alleen maar „lezers," maar de bedoeling is dat ze behulpzaam zullen zijn bij het leiden van kerkdiensten wanneer er geen priester ls. We vinden dit een geval dat niet aan de aandacht mag ontsnap pen, ook niet van kerkleden die niet behoren tot de O-K Kerk. Wie wee: wat er in de toekomst zal zijn en hoe nodig het kan worden dat gemeen- teleden, parochianen ook wat de kerkdiensten betreft, van een eigen verantwoordelijkheid weten. Dit kan alleen maar een verrijking zijn.

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 1976 | | pagina 18