De bloeddorstige Dracula van deze Olympische spelen PRESTIGE OOSTERS HOCKEY OP KUNSTGRAS DEFINITIEF AAN HET WANKELEN GEBRACHT Gok Szewinska met goud beloond Schutter schuttert en Hoving evenzeer DOKTER HANS DE JONGSTE: „IS LASSE VIREN NIET SIMPELWEG EEN BETERE ATLEET DAN DE ANDEREN MONTREAL 1976 Hermens: bloeddoping is geen goedkoop excuus van mij' VRUDAG 30 JULI ia/6 Reportages en commentaren van de Olympische Spelen in Montreal door het speciaal voor de Provinciale Zeeuwse Courant uitgezonden reportageteam van de GPD i Gemeenschappelijke Pers Dienst i. Het zeven man sterke team bestaat uit. JOOP VAN DEN BERG. chef-sport Provinciale Zeeuwse Courant DICK LOMAN. sportverslaggever Arnhemse Courant HANS VAN ZENDEREN, sportverslaggever Gooi- en Eemlander BERT BREEVOORD. sportverslaggever Haarlems Dagblad JAN BOEROP. sportverslaggever Utrechts Nieuwsblad ALBERT GEESINK. sportverslaggever Tubantia Enschede NICO SCHEEPMAKER, columnist uit Amsterdam. MONTREAL - Voor Elljo Schutter was er nog het applaus van de tien duizenden toeschouwers in het Olympisch stadion, maar vrijwel zeker is dat het laatste applaus dat de Nijmegenaar in Montreal krijgL Op het vijfde onderdeel van de tien kamp, de 400 meter, stond Eltjo Schutter na zo'n 50 meter plotseling stil om te grijpen naar zijn boven been waarin zich de donderdag al eerder op de dag verrekte spier be vond. Stapvoets legde Schutter nog de ruim 300 meter naar de finish af, hetgeen het publiek op prijs stelde. Schutter zelf dacht echter aan de volslagen mislukte olympische tienkamp, waarvan hij zich zoveel had voorgesteld. Zou de Nijmeegse student vandaag nog starten, dan rest hem niet meer dan een laatste plaats. Na vier nummers was Schutter ei genlijk al kansloos voor een redelijke klassering Dit na een overigens goed begin op de 100 m (11,17 sec) en het verspringen (7.12 m). Resultaten die hem in het gezelschap van 28 deel nemers een zestiende plaats ople verden. ..Op de sprint had ik nog nauweüjks last van die spier, maar bij het ver springen begon het. Daama werd het alleen maar erger", aldus Schutter, die dan ook heel zwakke prestaties neerlegde bij het kogelstoten (11.74 m) en het hoogspringen (1.80 m). waarna op de 400 meter dus het doek viel voor de Nijmegenaar. .Ik heb nog de stille hoop om vrijdag te kun nen starten. Al zou het alleen maar zijn om in elk geval op polshoog nog wat goeds te kunnen doen. Ik zie het echter heel erg somber in" Terwijl tienkamper Eltjo Schutter zich met die verrekte spier in het bo venbeen naar de masseur haastte, had Evert Hoving de catacomben van het Olympisch Stadion al verla ten. Dit nadat hij kansloos was uitge schakeld in de eerste serie van de 1500 meter Opnieuw kreeg de Neder landse atletiek dus een fikse dreun. Evert Hoving, die al vorige week op de 800 meter vroegtijdig uit de strijd was geworpen, redde het op de 1500 meter bij lange na niet. In een bijzon der langzame race werd hij in de zwakke tijd van 3.45.00 vijfde en daardoor kansloos voor een plaats in de halve finale „Terwijl ik toch op papier de meest gunstige serie had. Het ging voor mij echter te langzaam. Op het laatste stuk red je het dan niet", aldus Ho ving, die het aan de andere kant ook een te gevaarlijke zaak vond om zelf het tempo op te voeren. „Ik wilde niet als aas dienen", klonk het. (Van een speciale verslaggever) MONTREAL - Het uitschakelen van Pakistan door Australië in de halve finales heeft het prestige van het Aziatische hockey definitief aan het wankelen gebracht. Werd de elimi natie van India door Australië en Nederland aanvankelijk vooral als een op zichzelf staand incident be schouwd, de nederlaag van de Pa kistani in combinatie met het falen van de Indiërs wijst toch wel in de richting van het afbrokkelen van een machtspositie, die in de interna tionale hockeywereld lange tijd vanzelfsprekend leek. De ivoren to ren waarin Pakistan en India zich zo lang bevonden werd weliswaar al enige tijd belegerd - met name door de Westduitsers-maar tot de Spelen van Montreal haalde niemand het in zijn hoofd om Pakistan en India niet als belangrijke gegadigden voor de beste plaatsen te beschouwen. Het krankzinnig verlopen toernooi op het astroturf van het Molson- stadion zou wel eens het startschot kunnen zijn geweest voor een perio de, waarin een hoofdrol voor India ol Pakistan niet bij voorbaat een uit gemaakte zaak is. De intrede van het kunstgras heeft vooral in Montreal bewezen, dat een aantal Europese landen en zeker ook de finalisten van vandaag. Australië en Nieuw- Zeeland. op gelijk niveau zijn aange land. En de aanwezigheid van syn thetische grasmatten betekent bo vendien het einde van een tijdperk, waarin India en Pakistan dankzij het gunstige klimaat in beide landen langer op egale velden konden trainen en daardoor een voorsprong hadden op de internationale concur rentie. die er voor beide landen heel lang nauwelijks was. Top verbreed In ieder geval is Saeed Anwar, trainer-coach van het Pakistaanse elftal sinds de Olympische Spelen van 1952 in Helsinki, bereid de con sequenties van de gebeurtenissen in Montreal onder ogen te zien. Anwar, die de nederlaag tegen Australië met een opmerkelijke gelatenheid on derging en geen spoor van verbitte ring toonde, geeft toe dat het toer nooi in Montreal heeft bewezen dat de hockeytop aanmerkelijk verbreed is. Hij gaat zelfs zo ver, dat hij stelt dat India en Pakistan moeten oppas sen, willen ze het contact met de Eu ropese top en Australië en Nieuw- Zeeland (nu toch wel definitief door- gestolen naar de top. na er heel lang net onder te hebben gehangen i niet verliezen. Anwar: „Er zijn twee factoren die de egalisatie in de internationale hoc keywereld hebben versneld. India en Pakistan zijn er in vergelijking tot een jaar of tien geleden zeker niet be ter op geworden en vooral het afgelo pen jaar is de opkomst van de con currentie opvallend geweest. Ik hoel wat dat betreft maar één woord te zeggen: kunstgras. Dat is van veel meer invloed geweest dan de ontr wikkeling van het zaalhockey in Eu ropa. Zaalhockey blijft voor mij een surrogaat, al zeggen de Westduitsers daarover heel andere dingen" Hoewel Saeed Anwar niet naar ex cuses zoekt voor de nederlaag tegen Australië, stipt hij toch even aan dat de Pakistani pas tien dagen voordat het toernooi in Montreal begon de mogelijkheid hadden om op het astroturf te trainen. Anwar lijkt daarbij voorbij te gaan aan het feit dat Pakistan vorig jaar om deze tijd het pré-olympisch toernooi speelde ien dat erg goed deed) en dat het met het wennen aan het voor Aziaten in derdaad vreemde materiaal dus wel mee moet zijn gevallen. Afgelopen Anwar: „Natuurlijk hadden we de nodige ervaring, maar het grote ver schil met een jaar geleden is dat de Europeanen toen in feite nog moes ten beginnen met het spelen op kunstgras. Nu heeft een aantal lan den bijna een jaar kunnen oefenen. Dat is een groot pluspunt voor onze concurrenten. We hadden dankzij ons klimaat en de aanwezigheid van uitstekende velden een voorsprong, die we ook altijd hebben uitgebuit Dat is nu afgelopen Anwar wenst niet in te gaan op sug gesties als zou de terugval van India en Pakistan, of liever gezegd de op komst van Europa en Oceanië, het begin zijn van een omwenteling die lang kan duren. „Hockey is geen zaak van futurolo gen Wij gaan gewoon hard aan het werk en hopen in 1978 tijdens het we reldkampioenschap in Argentinië overtuigend terug te komen". Anwar beschouwt het feit dat zijn land vandaag tegen Nederland moet spelen met als inzet de bronzen troostprijs zeker niet als een ramp. al verheelt hij niet dat de tik vrij hard is aangekomen „Het is jammer, maar we moeten verder. De hockeysport staat aan het begin van een interes sante ontwikkeling en daarbij willen wij Pakistani een hoofdrol blijven spelen. Het ls duidelij'c dat het kunstgras het spelpeil zeer ten goede beinvloedt. Het niveau van het olympisch toernooi is bijzonder hoog geweest Opwindend hoog. zou ik zeggen". Als op zeven mijls-laarzen lopend, 'knalt' de Cubaan Juantorena over de finish van de 400 meter, bijna achteloos kijkend of de Amerikaan Fred Newhouse ook nog komt Oppermachtig mnt de Poolse Irena Szewmska <l) de 400 meter De Oostduitse Brehmer ts tweede, de Finse Haggman (r) vierde. (Door Joop van den BERG' MONTREAL - De bloeddorstige Dracula van deze moderne Olympische Spelen. Zo wordt de Finse lange-afstandloper Lasse Viren zo langzamerhand gezien door vele „kilometervreters" van andere naties. Een lugubere beschuldiging bijna, die de wereld wil doen geloven, dat deze winnaar van het olympisch goud op de 10.000 meter zich kort voor een alles beslissende race een halve liter zeer zuurstofrijk bloed in de aderen laat pompen. De Zweedse wetenschapper Ecklund kwam na bloedige experimen ten tot de conclusie, dat het prestatievermogen dankzij die halve liter extra met zes tot negen procent toenam. Dokter Hans de Jongste, chef van het medisch team van de Nederlandse ploeg, heeft echter zijnr twijfels: „Men spreekt hier inderdaad over bloeddoping. Maar in de eerste plaats is het niet te bewijzen en in de tweede plaats moet ik zeggen, dat de functie daarvan mij een beetje ontgaat". Eerder dit jaar heeft Harm Kuipers (die er belangstelling voor had in verband met zijn medische studie en die zich vooral wil toeleggen op sportgenees kunde) Nederland geattendeerd op deze nieuwe vorm van doping. Vooral in Fin land, Zweden, West-Duitsland en Zwitr seriand zou met het toedienen van zuur stofrijk bloed geëxperimenteerd zijn. Het principe is even simpel als onna tuurlijk en weerzinwekkend: de atleet wordt vlak voor een wedstrijd voorzien van het bloed van een donor of van de sportman zelf. Zo kan de loper weken of maanden voor zyn topwedstrijd op grote hoogte gaan trainen. In de rode bloedlichaampjes wordt dan veel zuur stof aan de hemoglobine gekoppeld. Ter plekke wordt dan een halve liter bloed uit de getrainde atleet „gezogen", die halve liter wordt ingevroren en hem veel later, uiteraard ontdooid, weer toege diend Jos Hermens twijfelt er eigenlijk al niet meer aan, dat de bloeddoping al lang in de praktijk wordt gebracht. Reeds in ja nuari van dit jaar zei hij: „Als ik mensen als Malinowski zie, die in de winter geen meter maken en in de zomer dan plotse ling een wereldrecord lopen, dan snap ik daar niets van. Ik kreeg steeds meer mijn twijfels over de prestaties van zulke mensen. Als ik zeker zou weten dat ze via doping tot stand komen, zou het voor mij allemaal niet meer hoe ven" Dat was dus in januari. En deze week. om precies te zijn woensdag, won de Pool Bronisla Malinowski het zilver op de 3000 meter steeple chase. Niet tegen verlies Jos Hermens is nu zo langzamerhand doodziek van de publiciteit rond deze bloeddoping-affaire: „Ik praat er niet meer over, als ik zeg dat ik Lasse Viren ervan verdenk dat hij bloeddoping toepast, dan wordt dat toch opgevat als zou ik niet tegen mijn verlies kunnen. De mensen denken dan toch dat ik naar een of ander excuus loop te zoeken. Nee, ik doe er maar liever het zwijgen toe". Maar waar het hart vol van is, loopt de mond van over en even later geeft Jos Hermens toch zijn visie, terwijl hij in de wasserette van het olympische dorp zit te wachten tot zijn wasgoed weer schoon uit de machine zal komen. Hermens: „Ik heb regelmatig telefo nisch contact met Emiel Puttemans. Die vertelde me vóór de Spelen, dat Lasse Viren nog nergens was. Drie we ken voor de Spelen werd Viren er zelfs door Puttemans gemakkelijk uitgelo pen. Dan zeg ik: je mag nog zo'n topat leet zijn, toch kun je in drie weken tijd je conditie niet zó verbeteren, dat je hier bijna moeiteloos naar het goud loopt. Ik weet bovendien dat Lasse Viren al in de wintermaanden in'Kénia en Columbia op grote hoogte trainde. Daar kon een voorraadje zuurstofrijk bloed van hem worden aangelegd. Maar nogmaals. HANS DE JONGSTE schrijf er alsjeblieft bij dat ik dit niet aanvoer als een goedkoop excuus". Niet bewijzen „Ik heb hier inderdaad veel minder goed gelopen dan ik verwacht hdd. Nu ook weer niet super-slecht, maar ik had zelf op een vierde plaats gerekend. Toch gaat het me helemaal niet om de plaats, maar om de tijd. De Portugees Carlos Lopes was hier de sterkste van het hele gezelschap. Hij was na de serie zo fris als een hoentje, alsof hij alleen maar een trainingsloopje had gedaan Hij wuifde onderweg naar de tribune. Hij had moe ten winnen. Het is een schande dat Lasse Viren hem op die manier heeft verslagen Door bloeddoping'. Maar dat kan ik natuurlijk ook met bewijzen". Zelf peinst Hermens er niet over om ooit met bloeddoping te experimente ren. Hij houdt het op pure natuur: „Er moeten ook aan die vorm van doping gevaren kleven. Met mijn lekenver- stand zeg ik bijvoorbeeld dat je bloedd ruk enorm moet stijgen als je een halve liter extra bloed in je lichaam laat pompen. Dat kan nooit ongevaarlijk zijn". Dokter De Jongste is het er wel mee eens dat er ook aan zo'n vorm van doping gevaren kleven („maar niet voor de bloeddruk"): „En omdat het een onnatuurlijke methode is, valt ook bloeddoping, als het al wordt toege past. onder de verboden stimulerende middelen". Toch gelooft dokter De Jongste nauwe lijks dat deze bloeddoping een werkelijk beslissend effect oplevert: „Als je op deze onnatuurlijke manier extra zuur stof in het bloed brengt, is dat ook weer in een mum van tijd verdwenen. Je moet de rode bloedlichaampjes simpel ge zegd zien als karretjes, die de zuurstof in de spieren kieperen En dat gebeurt snel en het effect van die extra halve liter lijkt mij snel verdwenen. Daama ont gaat de functie van deze methode mij een beetje. Maar wat ik nu zeg. is alleen maar hardop denken". Uit de kranten Met nadruk wijst dokter De Jongste er dan ook op: „In de wetenschappelijke lectuur is niets, maar dan ook nog niets over bloeddoping verschenen. Dat is voor mij al een indicatie Alles wat ik er over gelezen heb, heb ik niet uit de vak bladen. maar uit de kranten. De naam van die Zweedse wetenschapper Ec klund is mij op die manier ook ter ore gekomen, maar ik ken de man niet. Ik weet niet eens of hij een arts. een bio chemicus of wat voor wetenschapper dan ook is. Eind april wordt er in Pa pendal een symposium gehouden, waarop ook bloeddoping ter sprake komt Misschien krijgen we dan wat meer te horen". De voorlopige mening van dokter De Jongste is. dat het wel degelijk uiterst schadelijk kan zijn een atleet het bloed van een donor, een ander dus. toe te die nen: ..Ook in de normale geneeskunde kan bloedtransfusie wel degelijk geva ren inhouden. Dat er verschillende bloedgroepen zijn. weten we natuurlijk al lang en later kwamen daar ook de resusfactoren nog bij. Maar ieder mens heeft in zijn bloed weer bepaalde antis toffen ontwikkeld, die de ontvanger van dat bloed doodziek kunnen maken. Ik heb het wel meegemaakt, dat een pa tiënt die het bloed van een donor kreeg, inderdaad doodziek werd en hoge koortsen kreeg. Een voorbeeld: wie geelzucht heeft gehad, kan al geen do nor meer zijn. Met het oog op die antis toffen zeg ik daarom: het is zeker ge vaarlijk een atleet het zuurstofrijke bloed van een andere atleet te geven". eer gevaren Maar ook het toedienen van het eigen, opgespaarde bloed aan de atleet voor een race acht dokter Hans de Jongste voorlopig meer gevaren dan voordelen inhouden: „Ieder mens heeft ongeveer vijf liter bloed en als je daar dan ineens een halve liter aan toevoegt, vind ik dat nogal wat. Voorde bloeddruk, zoals Jos Hermens denkt, is dat niet gevaarlijk. Maar het hart en dus ook het hele long vatenstelsel moeten die halve liter ex tra wel ineens verwerken en dat lijkt me, als je voor een krachtenslopende race staat, niet zo aan te bevelen". Slotconclusie van De Jongste: „Zou het nou niet simpelweg mogelijk zijn, dat Lasse Viren een iets betere atleet is dan de andere toplopers. Zou het niet moge lijk zijn. dat zijn trainingsprogramma zó uitgebalanceerd is. dat hy op het juiste moment in absolute topvorm is. Dat is voor mij meer aannemelijk. Daarom wijs ik die beschuldigingen voorlopig van de hand. Zoeken naar betere train ingsmethodieken moet het antwoord zijn van de andere landen. Emiel Zato- pek won alleen op suikerklontjes de vijf kilometer, de tien kilometer en de mara thon. En zo is het volgens mij nog al tijd". MONTREAL - De gok van Irena Sze winska werd gisteravond in Montreal met goud beloond. Twaalf jaar nadat de Poolse onder haar meisjesnaam Kir- zenstein haar eerste gouden medaille (vier maal honderd meter estafette) veroverde, deed Irena Szewinska op nieuw een geslaagde greep naar een olympische titel. Dit keer op de 400 me ter. op welke afstand de Poolse zo'n onthutsende overmacht aan de dag legde, dat de verzamelde concurrentie van afstand moest toekijken hoe zij bo vendien haar eigen wereldrecord met bijna een halve seconde verbeterde en bracht op 49,29 seconden. Christina Brehmer, de Oostduitse, die als eerste vrouw ter wereld de 400 meter aflegde binnen de 50 seconden, moest tevreden zijn met het zilver, het brons ging naar haar landgenote Ellen Streidt. Voor Irena Szewinska. die in 1964 in To kio nog twee zilveren medailles be haalde op de onderdelen verspringen en 200 meter, betekende haar triomf van gisteravond „de mooiste overwinning uit mijn carrière". De dolblije Poolse na haar superieure overwinning: ..Lang heb ik geaarzeld voor welke afstand ik zou kiezen. Ik kwam naar deze Spelen als wereldrecordhoudster op de 200 en de 400 meter Maar doordat deze beide afstanden bijna onmogelijk waren te combineren, moest ik een keuze maken. Na overleg met mijn man. die ook mijn trainer is. heb ik besloten te kiezen voor de 400 meter" Van die keuze behoefde de slanke Poolse geen spijt te hebben. Het was bo vendien een verstandige beslissing, omdat haar kans op olympisch goud op de 200 meter door haar relatief vrij trage start aanzienlijk kleiner zouden zijn ge weest dan op de dubbele afstand. Juantorena Wat minder overtuigend dan eigenlijk was verwacht, behaalde Alberto Juan torena goud op dezelfde afstand bij de heren. Met die overwinning schreef de Cubaan tegelijk olympische geschiede nis. want nooit eerder tevoren slaagde er iemand in zowel de 400 als de 800 meter op zijn naam te brengen Hij boekte zijn winst op de laatste 100 meter. Bij het uitkomen van de laatste bocht had de per traditie traag startende Cubaan nog een achterstand van zeker drie meter op de Amerikaan Newhouse. die vervol gens echter duidelijk de kracht miste om de vernietigende eindsprint van Juantorena te beantwoorden.

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 1976 | | pagina 11