Veerse notaris schreef de
'Neder-landtsche Gedenck-clanck'
LECTUUR VOOR VAKANTIEDAGEN
350 JAAR VALERIUS
EEN VATICAANS
DOCUMENT EN
DE DOOD VAN EER
PRESIDENT
ZATERDAG 17 JULI1976
PZC
zaterdagkrant
16!
Voor deze week willen we het hebben over twee gebeurtenissen die 4!
vorige week hebben plaats gevonden. De een was een kerkeli jk gehcured
maar het had direct met de politiek te maken, met de wereldpolitiek nog«J
De ander kunnen we rangschikken onder de politieke gebeurtenissen, mad
ze is toch ook w eer niet los te denken van hetgeen er in de kerk is OmgegaqJ
We doelen op het document van de Heilige Stoel over de ontwapening en o>
het streven van Gustav Heinemann. die van 1969 tot 1974 bondspresident va»
West-Duitsland is geweest. Bij beide gebeurtenissen zien we hoe het kerkt,
lijk leven en het politiek leven niet twee instanties zijn die los van elkut'
draaien, maar elkaar beïnvloeden, in elkaar grijpen als twee tandwieleg,
waardoor het komt dat ze nog al eens in tegengestelde richting draaien, jujs
omdat ze niet los van elkaar hun omwentelingen maken.
Op 14 juli 1626 verleenden de Staten Generaal 'Previlegie' voor
6 Jaar voor de uitgave van Adriaen Valerius'
neder-landsche gedenck-clanck
Vorige zondag werd dit feit in de Hervormde Kerk van Veere herdacht. Staande
zong de Veerse gemeente het lied van Valerius dat hij dichtte ter gelegenheid
van de bevrijding van Vlissingen, Veere en Zierikzee in 1572:
Com nu met sang van soete tonen,
En u met snarenspel verblyt;
Sing op, en wilt alom bethonen,
Dat ghy van herten vrolyck syt
Juycht God ter eer, Syn lof vermeer,
Die sulcken grooten werek
Gedaan heeft voor syn Kerch.
Het is immers deze week 350 jaar ge
leden dat de erfgenamen van de
schrijver tot de uitgave van zijn
sindsdien beroemd geworden boek
overgingen. De schrijver zelf was
ruim een jaar tevoren overleden en in
de Grote Kerk Tan Veere begraven.
Wie was
Adriaen Valerius
Eerst een paar leiten
In 1598 was hij door de Staten Gene
raal tot controleur van de convooien
en licenten te Veere benoemd, in 1606
tot ontvanger van de convooi- en li-
centiegelden. een soort belastingin
specteur dus Maar zo iemand was wel
gezien, getuige het feit dat hij in 1616
schepen en in 1617 raad van Veere
werd. Sinds 1606 mocht hij ook het no
tarisambt in Veere uitoefenen. Ver
meld moet zeker worden dat hij over-
deken was van de 'Camer van Rheto
rics binnen de stad van der Vere', een
kamer die hij geleid heeft, „als een va
der zijn kind
Het gezin Valerius woonde in 'De Har-
pe'. een huis met zes haardsteden, ge
legen aan de Kaai op de hoek van het
Kraanstraatje
In 1619 stierf zijn eerste vrouw. Twee
jaar later hertrouwde hij. Tijdens zijn
leven zijn vele - ws. twaalf - van zijn
kinderen gestorven. Dat was voor die
tijd een normaal verschijnsel: de kin
dersterfte was bijzonder groot. Slechts
dne overleefden hem. een zoon en twee
dochters. Op 27 jan 1625 overleed ook
hij. Er is geen groot portret van hem
bekend, we hebben alleen zijn handte
kening onder vele stukken. Deze
Veerse notaris zou zeker in de mist der
geschiedenis zijn verdwenen als niet
zijn zoon zo verstandig was geweest
het nagelaten manuscript van de
'Neder-landsche Gedenck-clanck' te
doen uitgeven.
Wat voor een man was deze Valerius,
schepen, notaris, belastingambte
naar, maar tevens schrijver, dichter,
componist, samensteller van dit vlak
voor zijn dood geschreven formida
bele boek.
We weten weinig van hem. Iets nader
komt hij ons door zijn gedicht in de
'Zeeusche Nachtegael' (16231. waarin
hij wat loslaat over zijn besluit om
zoiets als de Gedenck-clanck te gaan
ochrijven. Hij beschrijft een morgen
wandeling, eerst over de dijk langs de
Eee. dan richting Zandijk waar hy een
nof had. niet ver van de toren waar de
raven elk jaar hun nest bouwden. Tij
dens die wandeling worden de vele vo
gels en andere dieren en ook mensen
die hij bezig ziet op het land met grote
aandacht bekeken en beluisterd. Hij
zegtdantikvatsamem Alsikdatalles
bezig zie zal ik dan suffeng gaan als
ware ik haast vermuft? Zal ik God niet
eren door anderen te vertellen wat Hy
aan ons volk heeft gedaan? Stel je ta
lent niet onder een korenmaat, maar
verlang ernaar de daden te verbreiden
en 't wonderlijke werk dat God gedaan
heeft voor zijn kerk!
Hij wordt ons zelfs sympathiek door
het rijmpje getuigend van beschei
denheid en levenswijsheid dat hjj
voorin zijn manuscript plaatste
Pluckt hier uyt dezen Hoff de bloem-
kens die u lusten:
Offproos', off dicht, off sang, off'tsoete
spels geklanck.
Dat u niet aen en staet. laet vry'lijck
dat berusten,
Het slechtste laet voor my; de reste
neemt in danck.
Formidabel boek
De Gedenck-clanck. Het was een boek
voornamelijk voor de jeugd bedoeld.
Die moest weten wat er gebeurd was.
Daarom bevat de Gedenck-clanck een
verkote geschiedenis van de opstand
tegen Spanje tot, aan 1625, verlucht
met prenten, rijmen, liederen voor luit
en cither, bijbelteksten (meestal in 't
Frans, de Statenvertaling was immers
nog niet verschenen). Het gescheid-
verhaal is nogal haastig en summier
ontleend aan enkele toen reeds be
staande historiebeschrijvingen Voor
de tftd tot 1612 kon hij terecht bij
Emanuel van Meterens Historiën,
tweede druk. Voor de jaren daarna bij
Spieghel der Jeucht en de eerste druk
van Ds Baudartius' Memoriën. Mer
kwaardigerwijs is hij uitvoeriger over
het beleg van Oostende. Dit verklaar
ik uit het feit dat een aanzienlijke
groep Oostendenaren naar Veere was
gevlucht en zich daar had gevestigd.
Met zoveel Oostendenaren om zich
heen is het begrijpelijk dat hij het boek
van Ph Fleming uit 1621 in handen
kreeg en daaruit citeerde: Oostende,
vermaerde. gheweldighe, lanckdue-
(righe. ende bloedighe belegheringhe
■enz. Zo heette dat boek.
Brengt Valerius' gescheidschrijving
'ons dus niet veel origineels, anders is
het met zijn liederen. U moet beden
ken dat het de tijd was van wijdlopige
rederijkers' rijmen. Neem het gedicht
dat gemaakt werd door een lid van
Veeres kamer der rhetorica bij de dood
van Valerius, hun deken
Romwaerde Maecht, groeiyend in
Reynder Jonste.
nu is ontruckt de sleutel van u conste:
die u het bloeyen gaf licht gekerekert
hnl graf
Odoot, waerom dus straf breect gy zijn
gonste?
O bleecke doot. wat zal het u toch ba
ten
kiat ghy ons nu aüenich hier zult laten,
'g'lyck schaepkens die zyn quijt haer
herder die subiit
geruct is deur den tijt en drouvich bla
ten.
In scherpe tegenstelling tot dit soort
gedichten staat nu de gespierde, ge
spannen taal van verscheidene van
Valerius' 76 liederen. Ze zijn gedicht
op in die tijd bekende melodieën uit
binnen- en buitenland, muziekhisto
risch van grote waarde. De keuze, be
werking en harmonisatie verraden.
Valerius' grote musicaliteit. De ge
dichten zelf zijn op een paar na van
hemzelf.
Verscheidene ervan mag ik bij de lezer
bekend veronderstellen. Dat is niet al
tijd zo geweest. Enige eeuwen lang is
het boek vergeten. Pas in 1871 ver
scheen een keuze van 20 liederen, door
door ds P. Fagel
Prof. A D. Loman bewerkt en van pia
nobegeleiding voorzien Een complete
uitgave van de liederen kwam pas tot
stand in de Duitse bezettingstijd1941.
en een herdruk van het volledige werk
m 1942 (Wereldbibliotheek 1. En nu
kort geleden een facsimile-uitgave Ik
herinner me levendig hoe we in de win
ter van 1943- 44 geheime bijeenkom
sten hielden om deze liederen samen
met verzetspoëzie te lezen en hoe diep
we daarvan onder de indruk waren.
Al uwe boos' aenslagen
verkeerde mensch van hert!
Die sullen Godt mishagen.
Want hy se moede wert,
En dat ghy had gegist
Ghy vinden suit gemist
Of denk aan dit gebed dat we in de
bezettingstyd ook in de kerk zongen:
Heere! keere van ons af
U vertoorent aengesicht.
En door dees verdiende straf.
Ons verblindt verstant verlicht.
Dat u vriendelvck aelaet
lichtend over ons mach staen.
En u uytverkoren Saet
Eens toch mach met vreden gaen
Of ten slotte dit trotse lied:
Waer dat men stch al keerd of wend.
End' waer men loopt of staet;
Waer dat men reyst of rotst, of rend.
End' waer men henen gaet
Daer vindt men, 't Sy ook op wat Ree,,
d'Hollander end' de Zeeuw,
Sy loopen door de ivoeste Zee.
Als door het bosch de Leeuw.
De eenvoudige notaris van Veere met
zijn onwrikbaar Godsvertrouwen
heeft wel nooit kunnen denken dat
zijn 'Wilt heden nu treden voor God
den Heere' in de twintigste eeuw de
hele wereld zou worden gezongen: in
het Engels: We gather together to ask
the Lord's blessing: in 't Duits: Wir
treten zum Beten vor Gott den Her
ren; in't Frans: Seigneur, tes enfants
aujourd'hui s'unissent; en in vele an
dere talen. Het heet over de hele we
reld Nederlands dankgebed.
Het slot van zijn boek is een gebed.
„Wij stellen ons (zegt Dr N. B. Ten-
haeff in de W B. uitgave) dus Valerius
voor. schrijvende in de wintermaan
den van 1624 op 1625. Hij legt de laat
ste hand aan zijn werk.. En zo moeten
wij hem, dunkt mij. vaak schrijvend
aan zijn tafel hebben kunnen zien-
Goede. trouwhartige Valerius! Ik zou
er op willen zweren, de ontvanger van
de convooien en licenten zoo juist de
laatst vertrokken schepen van de
'Camer van Zeeland' heeft nageoogd
als hy schrijft
„Verscheydene treffelycke schepen I
de Heere wilse segenen tot zyns naems
eere I ende uytbreydinge van des Hee-
ren Jesu Christi rijeke I tot bekeennge
veler Heydenscher l ende ongeloov-
tger menschen I ende wel-vaert van
ons lieve Vaderlant I intoenemmge
van comerccien ende handelingen I
ende tot afbreuck des erf-vyands van
Spanjen Amen.
Die op goe mereken seylt Vint selden
dat hy feylt."
Adriaen Valerius. Wij gedenken hem
dankbaar. En spreken de hoop uit dat
tot in lengte van jaren zijn liederen op
de beiaard van Veere mogen worden
gehoord, de tijd markerend van een
vrij en vroom volk.
Wie dezer dagen Veere bezoekt zal van
de stadhuistoren op de halve uren Va
lerius' waarschuwing kunnen horen:
O Nederland! let op u saeck
De tyt en stont is daer.
Op dat nu in den hoeck met raeck
U vryheyt, die voorvoer
U ouders hebben dier gecocht.
Met goet en bloet en leven:
want sy werd nu gantsch en t'eene-
mael gesocht
Tot niet te zyn verdreven.
De tien geboden 1
.Zo moet Valerius het stadhuis hebben gekend.
Het einde der Middeleeuwen was een tijd van grote onzekerheid en verwarring. Reakties
hierop konden niet uitblijven Ignatius van Loyola, die zich onderscheidde door een vurige
liefde tot Christus en een apostolische Ijver voor de eer van God en het onderhouden van zijn
geboden, is een van de dragers van deze reakties. De reformatoren van het Westen hadden
dezelfde idealen. Het gebodenbord kreeg een ereplaats in de kerken van Calvijn. De 10
geboden luiden ln 't kort als volgt
1. Ik ben de Heer uw God Gij zult u geen godenbeeld maken.
2 Gij zult mijn naam niet ijdel gebruiken.
3. Gedenk de Sabbath.
4. Eert uw vader en moeder
5. GIJ zult niet doden
6. Gij zult niet echtbreken
7 Gij zult niet stelen.
8 Gij zult geen vals getuigenis geven.
9. Gij zult niets begeren wat van uw naaste is. op de eerste plaats niet zijn vrouw.dn de
reformatorische traditie maakte men van het eerste gebod twee geboden, in de katholieke
praktijk maakte men er van het laatste gebod twee.
Over deze 10 geboden valt ln deze tijd veel te zeggen.
Het tweede gebod richt zich tegen het nodeloos gebruik of oneerbiedig gebruik maken van
Gods Naam. maar ook tegen het verzwijgen van die naam. zoals deze in de troonrede werd
aangeroepen.
Het derde gebod betekent niet alleen, dat men eén dag het werk moet laten liggen, maar het
veronderstelt ook dat men 6 dagen zal werken
Het vierde gebod vraagt eerbied niet alleen voor onze ouders en voorouders, maar ook voor
al het goede, dat ons door hen werd overgeleverd. Het vraagt daarom, eerbied voor de
christelijke tradities. Wij worden zo geïndoctrineerd door bepaalde massamedia, dat velen
van de bomen hel bos niet meer zien en hun christelijke overtuiging los laten.
Tegen het vijfde gebod zondigt het onbeperkt recht op abortus In dit opzicht heeft ons land
een treurige vermaardheid. Als de dekaloog ons zegt gij zult niet doden, dan geldt dat ook
tegenover het meest weerloze leven
Het zesde gebod lsdat van de echtelijke trouw ..Waar werd oprechter trouw, dan tussen man
en vrouw, ter wereld ooit gevonden" iVondel). Trouw is een nobele deugd Die moet in de
verkering aangeleerd worden Maar hel toestaan van ongelimiteerde sex-ülms en sex-
boeken is een afbraak van de zuivere üefde en menselijke trouw in het huwelijk. In dit
opzicht heeft onze jeugd het moeilijk
En wat te denken van het achtste gebod in betrekking tot de hedendaagse voolichting op
allerlei gebied' Kortgeleden zag ik op een zaterdag in Amsterdam de demonstratie voor
onbeperkte abortus, een stoet van haveloos geklede jongemannen Er waren weinig vrouwen
bij 's Avonds kwam hierover een uitgebreid t v. verslag. Was dit een getuigenis van het
Nederlandse volk of een vals getuigenis
C.P.M. Holtkamp GOES.
Illlllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllli
ln de straks vijf en twintig jaar dat ik
boeken bespreek voor de P.Z.C heb ik,
meen ik, nog nooit iets over stripver
halen gezegd Dal was ook niet be
paald noodzakelijk. Maar nu is er zo'n
gek stripboek verschenen dat ik graag
een uitzondering maak. Het betreft
„Niet te geloven - Ondersteboven"
van Gustave Verbeek, in het Neder
lands uitgebracht door Thomas Rap
Amsterdam (ƒ11,50). Dit is wel het
merkwaardigste stripboek, ooit ver
schenen. In de eerste plaats behoren
de strips van Verbeek tot de oudste in
het genre, ze verschenen van 1903-1905
in de New York Herald (De alleroud
ste strips dateren uit omstreeks 1895)
De strips van Verbeek bevatten de
avonturen van mejuffrouw Lovekins
en meneer Muffaroo. en ze bestaan
steeds uit zes plaatjes Het gekke er
van is echter dat je die zes plaatjes om
kunt keren door de krant, of in dit
geval dus het boek. een halve slag om
te draaien 1. en dan gaat het verhaal,
onderste boven, gewoon verder Dat
wil zeggen ieder omgekeerd plaatje is
óok weereen plaatje en de strip van zes
afbeeldingen bestaat dus eigenlijk uit
12 plaatjes, met een doorlopend ver
haal Je houdt zoiets niet voor moge
lijk. éen keer lijkt al haast ondoenlyk.
maar Gustave Verbeek (1867-1937. van
Nederlandse afkomst» heeft deze tour
de force 64 keer volbracht
Acht en twintig van deze creaties zijn
in deze uitgave van Thomas Rap bij
een gebracht. Het is een volkomen
idioot boek. waar jong en oud veel ple
zier aan kan beleven Oud mogelijk
nog net tets meer dan jong. omdat je
werkelijk lichtelijk perplex blijft over
Wu:
illiam Kotzwinkle is naar mijn
idee een van de allerbeste jonge Ame
rikaanse schrijvers, en „Zwemmer in
de geheime zee" is. voor zover ik weet
het derde boek van hem dat in het Ne
derlands verschijnt, na „Olifant ramt
trein" en „Nachtboek".
Het is een prachtige, ontroerende no
velle over de geboorte van hel eerste
kindje van een niet meer piepjong ar
tiestenechtpaar, een kindje dat by die
geboorte sterft. Het toont een totaal
ander aspect van Kotzwinkles kun
nen dan die twee andere boeken die in
het Nederlands verschenen Hier
geen grillige fantasie of verdoorgedre-
ven perversies, maar een grote innig
heid De geboorte van het kindje, de
grote teleurstelling dat het met leven
kan. het begraven in het zelfgemaakte
kistje, hetis alles met zo'n indringende
liefde beschreven dat het Je soms de
tranen in de ogen brengt Ik geef een
citaat Wanneer de ouders thuis zijn
met het lijkje, zegt de vrouw „Ik wil
hem zien" Er is sectie op het ly kje ge
pleegd. om te kijken of er afwijkingen
waren.
„Laai mij maar eerst kijken, voor het
geval ze hem te erg hebben toegeta
keld". Hij sloeg het schone gesteven
linnen terug. Eronder zat een verscho
ten. vuil stuk laken, dat aan de randen
gescheurd en gerafeld was Hij
vouwde 't open in de verwachting dat
hij nu plotseling het gezichtje zou zien,
maar onder het laken zat nog een sta
peltje oude lappen en onder de oude
lappen een groene plastic vuilniszak-
Hij wond her ijzerdraadje waarmee de
vuilniszak was dichtgemaakt los.
Langzaam trok h\j de rand van de zak
naar omlaag tot hij het trotse hoofdje
zag. dat nu grauw en koud was Voor
zichtig rolde hij de vuilniszak verder
naar beneden en keek in de open holte
van borst en buik van zijn zoon.
..Ze hebben hem niet dichtgemaakt"
zei hi], en zijn handen die de vuilniszak
vasthielden beefden
..Het hindert niet",zeize, „Ikhebhetal
gezien"
Laski vouwde de vuilniszak open tot
dat het kind volledig bloot lag, zijn
torso een kom van huid tot op de ruq-
gegraat, met een plasje bloed erin, als
een kopje. In het bloed dreef een plas
tic stokje met een nummer erop. Een
vuur laaide op in Laski, dat zijn borst
deedztvellen van het bloed en brandde
in zijn keel ..Dit is de dood'" riep hij
uit, terwijl tranen uit zijn ogen
stroomden „Er is mets vreemds aan!
"Zijn blik gleed langs de lange benen,
naar de kleine, over elkaar geslagen
voetjes het een bovenop het andere, en
de dood kreeg hen in zijn macht en ze
zaten zo stil als steen. Hij keek weer in
het open gat in het lichaam van zijn
kind. naar de contouren van de rug-
gegraat Ze hebben zijn longen eruit
gehaald en zijn maag. ze hebben al zijn
ingewanden -weggehaald Zelfs zijn
hartje hebben ze eruit gehaald
Opnieuw werd Laski overweldigd
door liefde voor hel jongetje, dat daar
opengesneden voor hem lag. Hij nam
de rechterhand in de zijne, boog de
stijve vingertjes recht en staarde naar
de minuscule, koude handpalm. De
vingers lagen stijf tegen de zijne, met
de onbuigzame greep van de dood.
Wat zijn zijn nageltjes verschikkelijk
klem, en zo volmaakt Hij keek naar
het gezicht van zijn zoon en zag dal hel
een merkwaardige transformatie had
ondergaan. De gelaatstrekken waren
volwassen geworden en het gezicht
was dat van een heel oude man, alsof
dat ene moment dat hij had geleefd,
toen de dokter hem omdraaide in zijn
hand, een heel mensenleven geweest
was, van begin tot eind' (pp 85-871.
De vertaling van dit prachtige boekje
is van de hand van Else Hoog. de Ar
beiderspers, Amsterdam, gaf het uit.
VJroter tegenstelling dan tussen
deze intens trieste vertelling en het
'Particuliere Dagboek 1925-1950' van
Paul Léautaud (vert Ed Jongma. Ar
beiderspers Amsterdam 32,50) is
haast niet denkbaar. Dit is een boek
om (zoals eigenlijk alle dagboeken en
werken van léautaud) met kleine
stukjes te gelijk te savoureren Het
dagboek bevat voornamelijk notities
over zijn verhouding met de grillige
Madame Cayssac, na de dood van haar
echtgenoot ln 1924. Léautaud was min
of meer aan deze vrouw verslaafd, en
zij behandelde hem als een stuk oud
vuiL Ze vernederde hem ontzettend,
maar paaide hem dan weer met haar
hartstocht, en Léautaud die met an
dere vrouwen au fond niet zo veel be
ginnen kon. kroop aan haar leiband.
De eerlijkheid van dit verslag, eerst in
dagboeknotities, dan. na 1930. voor
namelijk m brieven is haast onthut
send. Zelfs in het puurste gezeur en
gejammer en geklaag klinkt toch een
toon door die ieder die vergeefs liefde
kent. herkennen zal.
Met het pornografische karakter van
deze notities (die in Frankrijk buiten
de Verzamelde Werken zijn gehouden»
valt het waarachtig nog al mee. Léau
taud gebruikte zelfs stippeltjes daar
waar elk schoolland tegenwoordig
gewend is de volledige woorden te
zien. Het is haast aandoenlijk.
-Druna. Utrecht, brengt een r
(oude!, 1947) Simenon: „Le clan des
Ostendais' in vertaling onder de titel
'Vlucht uit Ostende', een roman over
de evacuatie van een groep Oostendse
vissers in de Duitse tijd, die zich tijde
lijk vestigen in La Roebelle.
Een nieuwe B. Traven bij Meulenhoff,
'De mars naar het oerwoud', ƒ24,50,
vertaling Dolf Koning (Der Marsch ins
Reich der Coaba, daterend uit 1933).
Het is het derde deel van de Caoba-
cyclus die uit 6 delen bestaat en waar
van deel 5, 'De opstand der gehange
nen' al eerder in het Nederlands ver
scheen.
De nieuwe Hesse-stroom is nog steeds
met opgedroogd, de Arbeiderspers
bracht nog 'Tegendraads', gedachten
uit zyn boeken en brieven, 18,50. Dit
boek kan. samen met het eerder ver
schenen 'Een golfte op de stroom' be
schouwd worden als een soort inlei
ding tot de ideeënwereld van Hesse.
De citaten en stukjes zijn voorname
lijk uit nog ongepubliceerde brieven
geput. Eerlijk gezegd vind ik de ge-
dachtenvlucht van Hesse uiterst mid
delmatig en zo'n hele verzameling is
niet om door te komen.
HW.
Altijd zijn er weer mensen die 1
dat deze twee los van elkaar kunnen
staan en dat de kerk niets met de poli
tiek te maken heeft en dat de politiek
zich afzijdig moet houden van het ker
kelijk gebeuren. Ook wanneer dit als
officiële regeringspoliuek wordt afge
kondigd. een volkomen scheiding van
straat en kerk. dan nog grijpen ze in
elkaar, zoals blijkt in de landen van
Oost-Europa, waar de regeringen op
alle mogelijke manier proberen de
kerk naar hun hand te zetten. Dat lukt
natuurlijk wel enigzms. omdat de re
geringen over vele en absolute
machtsmiddelen beschikken, maar
helemaal is het ook in geen van deze
landen gelukt.
Allereerst dan over het document van
de H. Stoel over de bewapening. Hier
bij moeten we opmerken het docu
ment nog niet onder ogen te hebben
gehad We moeten afgaan op datgene
wat correspondenten uit Rome aan
verschillende dagbladen in ons land
hebben gemeld. Pas midden augustus
zal voor ons land een vertaling be
schikbaar zijn. Maar al mogen we het
stuk zelf dan nog niet hebben, de korte
samenvatting geeft voldoende reden
om er nu al over na te denken. In de
cember van het vorige jaar heeft de
algemene vergadering van de Ver
enigde Naties (UNO) tot het Vaticaan
het verzoek gericht om zich uit te
spreken over de bewapeningswedloop
die er in de wereld gaande is en die
steeds meer om zich grijpt. Dat men
zich jn de kringen van de UNO bezorgd
maakt, is te begrijpen. Wie geeft de ga
rantie da t er niet ergens een geweer zal
afgaan dat onmetelijke gevolgen heeft
voor heel onze samenleving op aarde?
Bij een instantie als de UNO weet men,
meer dan ergens elders, hoe dicht we
zijn geweest bij een nieuwe wereld-
catastrofe die nog meer slachtoffers
zal eisen dan dat in de laatste werel
doorlog het geval is geweest. Op het
Vaticaan weet men van al deze geva
ren. want als zelfstandige staat heeft
het een permanente vertegenwoordi
ger bij de UNO. Niet dat we van hem
zoveel horen, maar hy luistert en hij
zal er als diplomaat wel voor zorgen
goede contacten te hebben en te on
derhouden met andere afgevaardig
den. Door het verzoek dat aan hem ge
daan is, was het Vaticaan wel genood
zaakt zich intenser met het bewape
ningsprobleem bezig te houden en zich
uit te spreken Dat is dan geschied in
het document dat door de Osservatore
Romano, het officiële blad van het Va
ticaan, bekend is geworden.
„Heftiger dan ooit tevoren heeft het
Vaticaan zich gekeerd tegen de bewa
peningswedloop in de wereld. De alom
groeiende bewapening wordt onvoor
waardelijk veroordeeld als gevaarlijk,
onrechtvaardig, fout en dwaas." Zo
meldt de verslaggever van De Volks
krant En hij voegt er aan toe dat het
Vaticaanse document uit twee delen
bestaat over de bewapeningswedloop
en over het terugdringen van bewape
ning. „De algemene bewapening ver
kracht het recht dat plaats moet ma
ken voor de macht; de opeenhoping
van wapens wordt tot voorwendsel
voor een wedloop om de macht. „De
bewapeningswedloop betekent ook
diefstal. De fabelachtige bedragen die
besteed worden aan de vervaardiging
en opslag van wapens, is in feite een
verduistering van gelden." Zo wordt
het Vaticaanse document aangehaald.
„De bewapeningswedloop is een
voortrollend proces geworden dat zijn
eigen tempo bepaalt, onafhankelijk
van agressief bewustzijn en zich ont
rekkend aan de controle van de staten.
Het is een dolgedraaide machine."
Voor bewapening schijnt er altijd geld
te moeten zijn, zelfs wanneer het er
niet is. En dat, terwijl er voor honge
rende volken om geld moet worden
gebedeld. Ook autoritaire regimes in
de landen van de Derde Wereld wor
den maar al te gemakkelijk van wa
pens voorzien.
Het tweede deel van het Vaticaanse
document gaat dan over het terugd
ringen van de bewapening, zelfs over
ontwapening. Daarin wordt gespro
ken over vrede door recht. Het bevat
de uitnodiging aan de UNO om „de na
tionale veiligheid en zijn militaire in
strumenten om te zetten m interna
tionale veiligheid". Betoogd wordt
verder dat de politieke wil onmisbaar
is om over te gaan van het machtse
venwicht op de dynamiek van de vre
de. Tot zover dan iets van het over
zicht van het Vaticaanse document,
zoals we dat vonden in De Volkskrant
We kunnen nu gaan mompelen dat de
zaken die in het eerste deel van het
document zijn vermeld vrij algemeen
bekend en ook wel gezegd zijn en ace
sommige instanties feller en uidró
gerder misschien nog dan tn dit V»
caans document En bij het twee»
deel kunnen we opmerken dat het e«
aantal vrome wensen bevat. Wat race
de UNO daarmee beginnen? In iede
geval is het goed dat deze dingen va
uit het Vaticaan gezegd zijn.
We
komen nu op Gustav Ht
nemann de Duitse politicus, die dev..
nge week is overleden. In de dagbl>
den hebt u een overzicht van zijn leve
kunnen lezen. Toen in de herfst va
1971 herdacht werd hoe in Eraden, 40:
jaar geleden, de synode gehouden
waar de grondslagen gelegd zijn voce
de Nederduits Gereformeerde Kerkli
ons land. zou een van de sprekers zij'
de bondspresident Heinemann. He:
was een grote teleurstelling toen be
kend werd dat hij een paar dage:
voordien in het ziekenhuis was opge
nomen. Wat hij wilde zeggen, were
voorgelezen door een van zijn hogt
ambtenaren. Het was een pleidooi
voor de kerk en een pleidooi voor dt
vrede en hij voegde deze twee te a
men. De kerk mag niet nal aten om me:
alle middelen die haar ten diens
staan, te werken voor de vrede. Zij
moet het geweten zijn van volk a
overheid. In een hotel in Emden hei
ben we nadien met een Duitse pral
kant en zijn ouderling zitten praia
over Heinemann. Met welk een re sper.
werd er over hem gesproken! In deoa
log was hij een van de leiders van dt
Belijdende Kerk. Na de ooorlog is h:;
de eerste president geweest van dt
Evangelische Kerk van Duitsland
hij is het vooral geweest die haar struc
tuur heeft bepaald. Hij behoorde wel
niet tot het gereformeerde protestan
tisme, maar stond er toch dichtbij
volgens mijn zegslieden Hij waar
schuwde er steeds weer voor dat eea
christen niet a-politiek mag zijn
Wanneer hij dit toch probeert, is hij
mede schuldig aan het falen van c»
kerk. Heinemann was een Duitse pos
ticus die een pacifist was. Voor ow
komt dit bijna ongelooflijk voor. maar
hij is het inderdaad geweest. Hij wildt
allereerst de vrede dienen en toen zijn
land herbewapende, bedankte hij all
minister in het kabinet van Adenauer
Toen hij staatshoofd werd var
land. waarschuwde hij dat hij zich me:
alle mogelijke middelen zou verzetten
wanneer Duitsland de nucleaire be
wapening aanvaardde. Hij herinnert
de Duitsers niet alleen aan hun deug
den. maar ook aan hun ondeugden
hield er een pleidooi voor dat de Duitse
geschiedenis op een andere wijze be
keken en beschreven moest worden
Het gaat niet vooral om zegevierende
keizers, koningen en generaals „Hei
wordt tijd dat een vrij en democratisch
Duitsland in de schoolboeken andere
wordt beschreven." Zo heeft Hei-
neman de politiek in de praktijk beoe
fend. Hij is een eigen, onafhankelijke
weg gegaan en hij kon dit doordat hij
zich steeds liet leiden door zijn streng
christelijk geweten. Doch zijn gelooi
heeft hem niet fanatiek gemaakt. BIJ
zijn ambtsaanvaarding als president
sprak hij het uit het als zijn eerste
plicht te zien de vrede te dienen en de
strijd om de vrede achtte hij een
zwaardere opgave dan al de beproe
vingen van een oorlog. In de strijd om
de vrede kan een mens eigenlijk pas
tonen wat hij waard is. Daarom was hij
het ook die met enkele andere kerke
lijke mensen, kort na het eindigen van
de laatste wereldoorlog, de moed
openlijk schuld te belijden voor
vele leed dat zijn land over vele volken
en landen had gebracht. Hy was het
ook die het vorig j aar een brief schreel
aan Ulrike Meinhoff. Altijd weer ging
hij een eigen weg, een weg waarop hij
trachtte tot verzoening te komen en ln
dezen wilde hij steeds een 'radicaal
christen' zyn. Bij hem zie je m de prak
tijk hoe pliticus- en tegelijk christen-
zijn, mogelijk is. In hem zien we inder
daad iets van het geweten van een
volk.
Het Vaticaan heeft zich dan gekeerd
tegen de bewapeningswedloop. Kar
dinaal Alfrink zei naar aanleiding van
dit document dat 40 pet van alle we
tenschapsmensen bezig is met bewa
pening. De Wereldraad van Kerken
heeft het vorig jaar in Nairobi een reso
lutie aanvaard tegen het mllitainsme
Beide, Vaticaan en Wereldraad llggt»
dus op dezelfde lijn. Dat de christelijk*
geest van Heinemann deze kerkelijk*
instanties moge begeleiden.
ivf MAT SON DE MILLE