Veerse notaris schreef de 'Neder-landtsche Gedenck-clanck' LECTUUR VOOR VAKANTIEDAGEN 350 JAAR VALERIUS EEN VATICAANS DOCUMENT EN DE DOOD VAN EER PRESIDENT ZATERDAG 17 JULI1976 PZC zaterdagkrant 16! Voor deze week willen we het hebben over twee gebeurtenissen die 4! vorige week hebben plaats gevonden. De een was een kerkeli jk gehcured maar het had direct met de politiek te maken, met de wereldpolitiek nog«J De ander kunnen we rangschikken onder de politieke gebeurtenissen, mad ze is toch ook w eer niet los te denken van hetgeen er in de kerk is OmgegaqJ We doelen op het document van de Heilige Stoel over de ontwapening en o> het streven van Gustav Heinemann. die van 1969 tot 1974 bondspresident va» West-Duitsland is geweest. Bij beide gebeurtenissen zien we hoe het kerkt, lijk leven en het politiek leven niet twee instanties zijn die los van elkut' draaien, maar elkaar beïnvloeden, in elkaar grijpen als twee tandwieleg, waardoor het komt dat ze nog al eens in tegengestelde richting draaien, jujs omdat ze niet los van elkaar hun omwentelingen maken. Op 14 juli 1626 verleenden de Staten Generaal 'Previlegie' voor 6 Jaar voor de uitgave van Adriaen Valerius' neder-landsche gedenck-clanck Vorige zondag werd dit feit in de Hervormde Kerk van Veere herdacht. Staande zong de Veerse gemeente het lied van Valerius dat hij dichtte ter gelegenheid van de bevrijding van Vlissingen, Veere en Zierikzee in 1572: Com nu met sang van soete tonen, En u met snarenspel verblyt; Sing op, en wilt alom bethonen, Dat ghy van herten vrolyck syt Juycht God ter eer, Syn lof vermeer, Die sulcken grooten werek Gedaan heeft voor syn Kerch. Het is immers deze week 350 jaar ge leden dat de erfgenamen van de schrijver tot de uitgave van zijn sindsdien beroemd geworden boek overgingen. De schrijver zelf was ruim een jaar tevoren overleden en in de Grote Kerk Tan Veere begraven. Wie was Adriaen Valerius Eerst een paar leiten In 1598 was hij door de Staten Gene raal tot controleur van de convooien en licenten te Veere benoemd, in 1606 tot ontvanger van de convooi- en li- centiegelden. een soort belastingin specteur dus Maar zo iemand was wel gezien, getuige het feit dat hij in 1616 schepen en in 1617 raad van Veere werd. Sinds 1606 mocht hij ook het no tarisambt in Veere uitoefenen. Ver meld moet zeker worden dat hij over- deken was van de 'Camer van Rheto rics binnen de stad van der Vere', een kamer die hij geleid heeft, „als een va der zijn kind Het gezin Valerius woonde in 'De Har- pe'. een huis met zes haardsteden, ge legen aan de Kaai op de hoek van het Kraanstraatje In 1619 stierf zijn eerste vrouw. Twee jaar later hertrouwde hij. Tijdens zijn leven zijn vele - ws. twaalf - van zijn kinderen gestorven. Dat was voor die tijd een normaal verschijnsel: de kin dersterfte was bijzonder groot. Slechts dne overleefden hem. een zoon en twee dochters. Op 27 jan 1625 overleed ook hij. Er is geen groot portret van hem bekend, we hebben alleen zijn handte kening onder vele stukken. Deze Veerse notaris zou zeker in de mist der geschiedenis zijn verdwenen als niet zijn zoon zo verstandig was geweest het nagelaten manuscript van de 'Neder-landsche Gedenck-clanck' te doen uitgeven. Wat voor een man was deze Valerius, schepen, notaris, belastingambte naar, maar tevens schrijver, dichter, componist, samensteller van dit vlak voor zijn dood geschreven formida bele boek. We weten weinig van hem. Iets nader komt hij ons door zijn gedicht in de 'Zeeusche Nachtegael' (16231. waarin hij wat loslaat over zijn besluit om zoiets als de Gedenck-clanck te gaan ochrijven. Hij beschrijft een morgen wandeling, eerst over de dijk langs de Eee. dan richting Zandijk waar hy een nof had. niet ver van de toren waar de raven elk jaar hun nest bouwden. Tij dens die wandeling worden de vele vo gels en andere dieren en ook mensen die hij bezig ziet op het land met grote aandacht bekeken en beluisterd. Hij zegtdantikvatsamem Alsikdatalles bezig zie zal ik dan suffeng gaan als ware ik haast vermuft? Zal ik God niet eren door anderen te vertellen wat Hy aan ons volk heeft gedaan? Stel je ta lent niet onder een korenmaat, maar verlang ernaar de daden te verbreiden en 't wonderlijke werk dat God gedaan heeft voor zijn kerk! Hij wordt ons zelfs sympathiek door het rijmpje getuigend van beschei denheid en levenswijsheid dat hjj voorin zijn manuscript plaatste Pluckt hier uyt dezen Hoff de bloem- kens die u lusten: Offproos', off dicht, off sang, off'tsoete spels geklanck. Dat u niet aen en staet. laet vry'lijck dat berusten, Het slechtste laet voor my; de reste neemt in danck. Formidabel boek De Gedenck-clanck. Het was een boek voornamelijk voor de jeugd bedoeld. Die moest weten wat er gebeurd was. Daarom bevat de Gedenck-clanck een verkote geschiedenis van de opstand tegen Spanje tot, aan 1625, verlucht met prenten, rijmen, liederen voor luit en cither, bijbelteksten (meestal in 't Frans, de Statenvertaling was immers nog niet verschenen). Het gescheid- verhaal is nogal haastig en summier ontleend aan enkele toen reeds be staande historiebeschrijvingen Voor de tftd tot 1612 kon hij terecht bij Emanuel van Meterens Historiën, tweede druk. Voor de jaren daarna bij Spieghel der Jeucht en de eerste druk van Ds Baudartius' Memoriën. Mer kwaardigerwijs is hij uitvoeriger over het beleg van Oostende. Dit verklaar ik uit het feit dat een aanzienlijke groep Oostendenaren naar Veere was gevlucht en zich daar had gevestigd. Met zoveel Oostendenaren om zich heen is het begrijpelijk dat hij het boek van Ph Fleming uit 1621 in handen kreeg en daaruit citeerde: Oostende, vermaerde. gheweldighe, lanckdue- (righe. ende bloedighe belegheringhe ■enz. Zo heette dat boek. Brengt Valerius' gescheidschrijving 'ons dus niet veel origineels, anders is het met zijn liederen. U moet beden ken dat het de tijd was van wijdlopige rederijkers' rijmen. Neem het gedicht dat gemaakt werd door een lid van Veeres kamer der rhetorica bij de dood van Valerius, hun deken Romwaerde Maecht, groeiyend in Reynder Jonste. nu is ontruckt de sleutel van u conste: die u het bloeyen gaf licht gekerekert hnl graf Odoot, waerom dus straf breect gy zijn gonste? O bleecke doot. wat zal het u toch ba ten kiat ghy ons nu aüenich hier zult laten, 'g'lyck schaepkens die zyn quijt haer herder die subiit geruct is deur den tijt en drouvich bla ten. In scherpe tegenstelling tot dit soort gedichten staat nu de gespierde, ge spannen taal van verscheidene van Valerius' 76 liederen. Ze zijn gedicht op in die tijd bekende melodieën uit binnen- en buitenland, muziekhisto risch van grote waarde. De keuze, be werking en harmonisatie verraden. Valerius' grote musicaliteit. De ge dichten zelf zijn op een paar na van hemzelf. Verscheidene ervan mag ik bij de lezer bekend veronderstellen. Dat is niet al tijd zo geweest. Enige eeuwen lang is het boek vergeten. Pas in 1871 ver scheen een keuze van 20 liederen, door door ds P. Fagel Prof. A D. Loman bewerkt en van pia nobegeleiding voorzien Een complete uitgave van de liederen kwam pas tot stand in de Duitse bezettingstijd1941. en een herdruk van het volledige werk m 1942 (Wereldbibliotheek 1. En nu kort geleden een facsimile-uitgave Ik herinner me levendig hoe we in de win ter van 1943- 44 geheime bijeenkom sten hielden om deze liederen samen met verzetspoëzie te lezen en hoe diep we daarvan onder de indruk waren. Al uwe boos' aenslagen verkeerde mensch van hert! Die sullen Godt mishagen. Want hy se moede wert, En dat ghy had gegist Ghy vinden suit gemist Of denk aan dit gebed dat we in de bezettingstyd ook in de kerk zongen: Heere! keere van ons af U vertoorent aengesicht. En door dees verdiende straf. Ons verblindt verstant verlicht. Dat u vriendelvck aelaet lichtend over ons mach staen. En u uytverkoren Saet Eens toch mach met vreden gaen Of ten slotte dit trotse lied: Waer dat men stch al keerd of wend. End' waer men loopt of staet; Waer dat men reyst of rotst, of rend. End' waer men henen gaet Daer vindt men, 't Sy ook op wat Ree,, d'Hollander end' de Zeeuw, Sy loopen door de ivoeste Zee. Als door het bosch de Leeuw. De eenvoudige notaris van Veere met zijn onwrikbaar Godsvertrouwen heeft wel nooit kunnen denken dat zijn 'Wilt heden nu treden voor God den Heere' in de twintigste eeuw de hele wereld zou worden gezongen: in het Engels: We gather together to ask the Lord's blessing: in 't Duits: Wir treten zum Beten vor Gott den Her ren; in't Frans: Seigneur, tes enfants aujourd'hui s'unissent; en in vele an dere talen. Het heet over de hele we reld Nederlands dankgebed. Het slot van zijn boek is een gebed. „Wij stellen ons (zegt Dr N. B. Ten- haeff in de W B. uitgave) dus Valerius voor. schrijvende in de wintermaan den van 1624 op 1625. Hij legt de laat ste hand aan zijn werk.. En zo moeten wij hem, dunkt mij. vaak schrijvend aan zijn tafel hebben kunnen zien- Goede. trouwhartige Valerius! Ik zou er op willen zweren, de ontvanger van de convooien en licenten zoo juist de laatst vertrokken schepen van de 'Camer van Zeeland' heeft nageoogd als hy schrijft „Verscheydene treffelycke schepen I de Heere wilse segenen tot zyns naems eere I ende uytbreydinge van des Hee- ren Jesu Christi rijeke I tot bekeennge veler Heydenscher l ende ongeloov- tger menschen I ende wel-vaert van ons lieve Vaderlant I intoenemmge van comerccien ende handelingen I ende tot afbreuck des erf-vyands van Spanjen Amen. Die op goe mereken seylt Vint selden dat hy feylt." Adriaen Valerius. Wij gedenken hem dankbaar. En spreken de hoop uit dat tot in lengte van jaren zijn liederen op de beiaard van Veere mogen worden gehoord, de tijd markerend van een vrij en vroom volk. Wie dezer dagen Veere bezoekt zal van de stadhuistoren op de halve uren Va lerius' waarschuwing kunnen horen: O Nederland! let op u saeck De tyt en stont is daer. Op dat nu in den hoeck met raeck U vryheyt, die voorvoer U ouders hebben dier gecocht. Met goet en bloet en leven: want sy werd nu gantsch en t'eene- mael gesocht Tot niet te zyn verdreven. De tien geboden 1 .Zo moet Valerius het stadhuis hebben gekend. Het einde der Middeleeuwen was een tijd van grote onzekerheid en verwarring. Reakties hierop konden niet uitblijven Ignatius van Loyola, die zich onderscheidde door een vurige liefde tot Christus en een apostolische Ijver voor de eer van God en het onderhouden van zijn geboden, is een van de dragers van deze reakties. De reformatoren van het Westen hadden dezelfde idealen. Het gebodenbord kreeg een ereplaats in de kerken van Calvijn. De 10 geboden luiden ln 't kort als volgt 1. Ik ben de Heer uw God Gij zult u geen godenbeeld maken. 2 Gij zult mijn naam niet ijdel gebruiken. 3. Gedenk de Sabbath. 4. Eert uw vader en moeder 5. GIJ zult niet doden 6. Gij zult niet echtbreken 7 Gij zult niet stelen. 8 Gij zult geen vals getuigenis geven. 9. Gij zult niets begeren wat van uw naaste is. op de eerste plaats niet zijn vrouw.dn de reformatorische traditie maakte men van het eerste gebod twee geboden, in de katholieke praktijk maakte men er van het laatste gebod twee. Over deze 10 geboden valt ln deze tijd veel te zeggen. Het tweede gebod richt zich tegen het nodeloos gebruik of oneerbiedig gebruik maken van Gods Naam. maar ook tegen het verzwijgen van die naam. zoals deze in de troonrede werd aangeroepen. Het derde gebod betekent niet alleen, dat men eén dag het werk moet laten liggen, maar het veronderstelt ook dat men 6 dagen zal werken Het vierde gebod vraagt eerbied niet alleen voor onze ouders en voorouders, maar ook voor al het goede, dat ons door hen werd overgeleverd. Het vraagt daarom, eerbied voor de christelijke tradities. Wij worden zo geïndoctrineerd door bepaalde massamedia, dat velen van de bomen hel bos niet meer zien en hun christelijke overtuiging los laten. Tegen het vijfde gebod zondigt het onbeperkt recht op abortus In dit opzicht heeft ons land een treurige vermaardheid. Als de dekaloog ons zegt gij zult niet doden, dan geldt dat ook tegenover het meest weerloze leven Het zesde gebod lsdat van de echtelijke trouw ..Waar werd oprechter trouw, dan tussen man en vrouw, ter wereld ooit gevonden" iVondel). Trouw is een nobele deugd Die moet in de verkering aangeleerd worden Maar hel toestaan van ongelimiteerde sex-ülms en sex- boeken is een afbraak van de zuivere üefde en menselijke trouw in het huwelijk. In dit opzicht heeft onze jeugd het moeilijk En wat te denken van het achtste gebod in betrekking tot de hedendaagse voolichting op allerlei gebied' Kortgeleden zag ik op een zaterdag in Amsterdam de demonstratie voor onbeperkte abortus, een stoet van haveloos geklede jongemannen Er waren weinig vrouwen bij 's Avonds kwam hierover een uitgebreid t v. verslag. Was dit een getuigenis van het Nederlandse volk of een vals getuigenis C.P.M. Holtkamp GOES. Illlllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllli ln de straks vijf en twintig jaar dat ik boeken bespreek voor de P.Z.C heb ik, meen ik, nog nooit iets over stripver halen gezegd Dal was ook niet be paald noodzakelijk. Maar nu is er zo'n gek stripboek verschenen dat ik graag een uitzondering maak. Het betreft „Niet te geloven - Ondersteboven" van Gustave Verbeek, in het Neder lands uitgebracht door Thomas Rap Amsterdam (ƒ11,50). Dit is wel het merkwaardigste stripboek, ooit ver schenen. In de eerste plaats behoren de strips van Verbeek tot de oudste in het genre, ze verschenen van 1903-1905 in de New York Herald (De alleroud ste strips dateren uit omstreeks 1895) De strips van Verbeek bevatten de avonturen van mejuffrouw Lovekins en meneer Muffaroo. en ze bestaan steeds uit zes plaatjes Het gekke er van is echter dat je die zes plaatjes om kunt keren door de krant, of in dit geval dus het boek. een halve slag om te draaien 1. en dan gaat het verhaal, onderste boven, gewoon verder Dat wil zeggen ieder omgekeerd plaatje is óok weereen plaatje en de strip van zes afbeeldingen bestaat dus eigenlijk uit 12 plaatjes, met een doorlopend ver haal Je houdt zoiets niet voor moge lijk. éen keer lijkt al haast ondoenlyk. maar Gustave Verbeek (1867-1937. van Nederlandse afkomst» heeft deze tour de force 64 keer volbracht Acht en twintig van deze creaties zijn in deze uitgave van Thomas Rap bij een gebracht. Het is een volkomen idioot boek. waar jong en oud veel ple zier aan kan beleven Oud mogelijk nog net tets meer dan jong. omdat je werkelijk lichtelijk perplex blijft over Wu: illiam Kotzwinkle is naar mijn idee een van de allerbeste jonge Ame rikaanse schrijvers, en „Zwemmer in de geheime zee" is. voor zover ik weet het derde boek van hem dat in het Ne derlands verschijnt, na „Olifant ramt trein" en „Nachtboek". Het is een prachtige, ontroerende no velle over de geboorte van hel eerste kindje van een niet meer piepjong ar tiestenechtpaar, een kindje dat by die geboorte sterft. Het toont een totaal ander aspect van Kotzwinkles kun nen dan die twee andere boeken die in het Nederlands verschenen Hier geen grillige fantasie of verdoorgedre- ven perversies, maar een grote innig heid De geboorte van het kindje, de grote teleurstelling dat het met leven kan. het begraven in het zelfgemaakte kistje, hetis alles met zo'n indringende liefde beschreven dat het Je soms de tranen in de ogen brengt Ik geef een citaat Wanneer de ouders thuis zijn met het lijkje, zegt de vrouw „Ik wil hem zien" Er is sectie op het ly kje ge pleegd. om te kijken of er afwijkingen waren. „Laai mij maar eerst kijken, voor het geval ze hem te erg hebben toegeta keld". Hij sloeg het schone gesteven linnen terug. Eronder zat een verscho ten. vuil stuk laken, dat aan de randen gescheurd en gerafeld was Hij vouwde 't open in de verwachting dat hij nu plotseling het gezichtje zou zien, maar onder het laken zat nog een sta peltje oude lappen en onder de oude lappen een groene plastic vuilniszak- Hij wond her ijzerdraadje waarmee de vuilniszak was dichtgemaakt los. Langzaam trok h\j de rand van de zak naar omlaag tot hij het trotse hoofdje zag. dat nu grauw en koud was Voor zichtig rolde hij de vuilniszak verder naar beneden en keek in de open holte van borst en buik van zijn zoon. ..Ze hebben hem niet dichtgemaakt" zei hi], en zijn handen die de vuilniszak vasthielden beefden ..Het hindert niet",zeize, „Ikhebhetal gezien" Laski vouwde de vuilniszak open tot dat het kind volledig bloot lag, zijn torso een kom van huid tot op de ruq- gegraat, met een plasje bloed erin, als een kopje. In het bloed dreef een plas tic stokje met een nummer erop. Een vuur laaide op in Laski, dat zijn borst deedztvellen van het bloed en brandde in zijn keel ..Dit is de dood'" riep hij uit, terwijl tranen uit zijn ogen stroomden „Er is mets vreemds aan! "Zijn blik gleed langs de lange benen, naar de kleine, over elkaar geslagen voetjes het een bovenop het andere, en de dood kreeg hen in zijn macht en ze zaten zo stil als steen. Hij keek weer in het open gat in het lichaam van zijn kind. naar de contouren van de rug- gegraat Ze hebben zijn longen eruit gehaald en zijn maag. ze hebben al zijn ingewanden -weggehaald Zelfs zijn hartje hebben ze eruit gehaald Opnieuw werd Laski overweldigd door liefde voor hel jongetje, dat daar opengesneden voor hem lag. Hij nam de rechterhand in de zijne, boog de stijve vingertjes recht en staarde naar de minuscule, koude handpalm. De vingers lagen stijf tegen de zijne, met de onbuigzame greep van de dood. Wat zijn zijn nageltjes verschikkelijk klem, en zo volmaakt Hij keek naar het gezicht van zijn zoon en zag dal hel een merkwaardige transformatie had ondergaan. De gelaatstrekken waren volwassen geworden en het gezicht was dat van een heel oude man, alsof dat ene moment dat hij had geleefd, toen de dokter hem omdraaide in zijn hand, een heel mensenleven geweest was, van begin tot eind' (pp 85-871. De vertaling van dit prachtige boekje is van de hand van Else Hoog. de Ar beiderspers, Amsterdam, gaf het uit. VJroter tegenstelling dan tussen deze intens trieste vertelling en het 'Particuliere Dagboek 1925-1950' van Paul Léautaud (vert Ed Jongma. Ar beiderspers Amsterdam 32,50) is haast niet denkbaar. Dit is een boek om (zoals eigenlijk alle dagboeken en werken van léautaud) met kleine stukjes te gelijk te savoureren Het dagboek bevat voornamelijk notities over zijn verhouding met de grillige Madame Cayssac, na de dood van haar echtgenoot ln 1924. Léautaud was min of meer aan deze vrouw verslaafd, en zij behandelde hem als een stuk oud vuiL Ze vernederde hem ontzettend, maar paaide hem dan weer met haar hartstocht, en Léautaud die met an dere vrouwen au fond niet zo veel be ginnen kon. kroop aan haar leiband. De eerlijkheid van dit verslag, eerst in dagboeknotities, dan. na 1930. voor namelijk m brieven is haast onthut send. Zelfs in het puurste gezeur en gejammer en geklaag klinkt toch een toon door die ieder die vergeefs liefde kent. herkennen zal. Met het pornografische karakter van deze notities (die in Frankrijk buiten de Verzamelde Werken zijn gehouden» valt het waarachtig nog al mee. Léau taud gebruikte zelfs stippeltjes daar waar elk schoolland tegenwoordig gewend is de volledige woorden te zien. Het is haast aandoenlijk. -Druna. Utrecht, brengt een r (oude!, 1947) Simenon: „Le clan des Ostendais' in vertaling onder de titel 'Vlucht uit Ostende', een roman over de evacuatie van een groep Oostendse vissers in de Duitse tijd, die zich tijde lijk vestigen in La Roebelle. Een nieuwe B. Traven bij Meulenhoff, 'De mars naar het oerwoud', ƒ24,50, vertaling Dolf Koning (Der Marsch ins Reich der Coaba, daterend uit 1933). Het is het derde deel van de Caoba- cyclus die uit 6 delen bestaat en waar van deel 5, 'De opstand der gehange nen' al eerder in het Nederlands ver scheen. De nieuwe Hesse-stroom is nog steeds met opgedroogd, de Arbeiderspers bracht nog 'Tegendraads', gedachten uit zyn boeken en brieven, 18,50. Dit boek kan. samen met het eerder ver schenen 'Een golfte op de stroom' be schouwd worden als een soort inlei ding tot de ideeënwereld van Hesse. De citaten en stukjes zijn voorname lijk uit nog ongepubliceerde brieven geput. Eerlijk gezegd vind ik de ge- dachtenvlucht van Hesse uiterst mid delmatig en zo'n hele verzameling is niet om door te komen. HW. Altijd zijn er weer mensen die 1 dat deze twee los van elkaar kunnen staan en dat de kerk niets met de poli tiek te maken heeft en dat de politiek zich afzijdig moet houden van het ker kelijk gebeuren. Ook wanneer dit als officiële regeringspoliuek wordt afge kondigd. een volkomen scheiding van straat en kerk. dan nog grijpen ze in elkaar, zoals blijkt in de landen van Oost-Europa, waar de regeringen op alle mogelijke manier proberen de kerk naar hun hand te zetten. Dat lukt natuurlijk wel enigzms. omdat de re geringen over vele en absolute machtsmiddelen beschikken, maar helemaal is het ook in geen van deze landen gelukt. Allereerst dan over het document van de H. Stoel over de bewapening. Hier bij moeten we opmerken het docu ment nog niet onder ogen te hebben gehad We moeten afgaan op datgene wat correspondenten uit Rome aan verschillende dagbladen in ons land hebben gemeld. Pas midden augustus zal voor ons land een vertaling be schikbaar zijn. Maar al mogen we het stuk zelf dan nog niet hebben, de korte samenvatting geeft voldoende reden om er nu al over na te denken. In de cember van het vorige jaar heeft de algemene vergadering van de Ver enigde Naties (UNO) tot het Vaticaan het verzoek gericht om zich uit te spreken over de bewapeningswedloop die er in de wereld gaande is en die steeds meer om zich grijpt. Dat men zich jn de kringen van de UNO bezorgd maakt, is te begrijpen. Wie geeft de ga rantie da t er niet ergens een geweer zal afgaan dat onmetelijke gevolgen heeft voor heel onze samenleving op aarde? Bij een instantie als de UNO weet men, meer dan ergens elders, hoe dicht we zijn geweest bij een nieuwe wereld- catastrofe die nog meer slachtoffers zal eisen dan dat in de laatste werel doorlog het geval is geweest. Op het Vaticaan weet men van al deze geva ren. want als zelfstandige staat heeft het een permanente vertegenwoordi ger bij de UNO. Niet dat we van hem zoveel horen, maar hy luistert en hij zal er als diplomaat wel voor zorgen goede contacten te hebben en te on derhouden met andere afgevaardig den. Door het verzoek dat aan hem ge daan is, was het Vaticaan wel genood zaakt zich intenser met het bewape ningsprobleem bezig te houden en zich uit te spreken Dat is dan geschied in het document dat door de Osservatore Romano, het officiële blad van het Va ticaan, bekend is geworden. „Heftiger dan ooit tevoren heeft het Vaticaan zich gekeerd tegen de bewa peningswedloop in de wereld. De alom groeiende bewapening wordt onvoor waardelijk veroordeeld als gevaarlijk, onrechtvaardig, fout en dwaas." Zo meldt de verslaggever van De Volks krant En hij voegt er aan toe dat het Vaticaanse document uit twee delen bestaat over de bewapeningswedloop en over het terugdringen van bewape ning. „De algemene bewapening ver kracht het recht dat plaats moet ma ken voor de macht; de opeenhoping van wapens wordt tot voorwendsel voor een wedloop om de macht. „De bewapeningswedloop betekent ook diefstal. De fabelachtige bedragen die besteed worden aan de vervaardiging en opslag van wapens, is in feite een verduistering van gelden." Zo wordt het Vaticaanse document aangehaald. „De bewapeningswedloop is een voortrollend proces geworden dat zijn eigen tempo bepaalt, onafhankelijk van agressief bewustzijn en zich ont rekkend aan de controle van de staten. Het is een dolgedraaide machine." Voor bewapening schijnt er altijd geld te moeten zijn, zelfs wanneer het er niet is. En dat, terwijl er voor honge rende volken om geld moet worden gebedeld. Ook autoritaire regimes in de landen van de Derde Wereld wor den maar al te gemakkelijk van wa pens voorzien. Het tweede deel van het Vaticaanse document gaat dan over het terugd ringen van de bewapening, zelfs over ontwapening. Daarin wordt gespro ken over vrede door recht. Het bevat de uitnodiging aan de UNO om „de na tionale veiligheid en zijn militaire in strumenten om te zetten m interna tionale veiligheid". Betoogd wordt verder dat de politieke wil onmisbaar is om over te gaan van het machtse venwicht op de dynamiek van de vre de. Tot zover dan iets van het over zicht van het Vaticaanse document, zoals we dat vonden in De Volkskrant We kunnen nu gaan mompelen dat de zaken die in het eerste deel van het document zijn vermeld vrij algemeen bekend en ook wel gezegd zijn en ace sommige instanties feller en uidró gerder misschien nog dan tn dit V» caans document En bij het twee» deel kunnen we opmerken dat het e« aantal vrome wensen bevat. Wat race de UNO daarmee beginnen? In iede geval is het goed dat deze dingen va uit het Vaticaan gezegd zijn. We komen nu op Gustav Ht nemann de Duitse politicus, die dev.. nge week is overleden. In de dagbl> den hebt u een overzicht van zijn leve kunnen lezen. Toen in de herfst va 1971 herdacht werd hoe in Eraden, 40: jaar geleden, de synode gehouden waar de grondslagen gelegd zijn voce de Nederduits Gereformeerde Kerkli ons land. zou een van de sprekers zij' de bondspresident Heinemann. He: was een grote teleurstelling toen be kend werd dat hij een paar dage: voordien in het ziekenhuis was opge nomen. Wat hij wilde zeggen, were voorgelezen door een van zijn hogt ambtenaren. Het was een pleidooi voor de kerk en een pleidooi voor dt vrede en hij voegde deze twee te a men. De kerk mag niet nal aten om me: alle middelen die haar ten diens staan, te werken voor de vrede. Zij moet het geweten zijn van volk a overheid. In een hotel in Emden hei ben we nadien met een Duitse pral kant en zijn ouderling zitten praia over Heinemann. Met welk een re sper. werd er over hem gesproken! In deoa log was hij een van de leiders van dt Belijdende Kerk. Na de ooorlog is h:; de eerste president geweest van dt Evangelische Kerk van Duitsland hij is het vooral geweest die haar struc tuur heeft bepaald. Hij behoorde wel niet tot het gereformeerde protestan tisme, maar stond er toch dichtbij volgens mijn zegslieden Hij waar schuwde er steeds weer voor dat eea christen niet a-politiek mag zijn Wanneer hij dit toch probeert, is hij mede schuldig aan het falen van c» kerk. Heinemann was een Duitse pos ticus die een pacifist was. Voor ow komt dit bijna ongelooflijk voor. maar hij is het inderdaad geweest. Hij wildt allereerst de vrede dienen en toen zijn land herbewapende, bedankte hij all minister in het kabinet van Adenauer Toen hij staatshoofd werd var land. waarschuwde hij dat hij zich me: alle mogelijke middelen zou verzetten wanneer Duitsland de nucleaire be wapening aanvaardde. Hij herinnert de Duitsers niet alleen aan hun deug den. maar ook aan hun ondeugden hield er een pleidooi voor dat de Duitse geschiedenis op een andere wijze be keken en beschreven moest worden Het gaat niet vooral om zegevierende keizers, koningen en generaals „Hei wordt tijd dat een vrij en democratisch Duitsland in de schoolboeken andere wordt beschreven." Zo heeft Hei- neman de politiek in de praktijk beoe fend. Hij is een eigen, onafhankelijke weg gegaan en hij kon dit doordat hij zich steeds liet leiden door zijn streng christelijk geweten. Doch zijn gelooi heeft hem niet fanatiek gemaakt. BIJ zijn ambtsaanvaarding als president sprak hij het uit het als zijn eerste plicht te zien de vrede te dienen en de strijd om de vrede achtte hij een zwaardere opgave dan al de beproe vingen van een oorlog. In de strijd om de vrede kan een mens eigenlijk pas tonen wat hij waard is. Daarom was hij het ook die met enkele andere kerke lijke mensen, kort na het eindigen van de laatste wereldoorlog, de moed openlijk schuld te belijden voor vele leed dat zijn land over vele volken en landen had gebracht. Hy was het ook die het vorig j aar een brief schreel aan Ulrike Meinhoff. Altijd weer ging hij een eigen weg, een weg waarop hij trachtte tot verzoening te komen en ln dezen wilde hij steeds een 'radicaal christen' zyn. Bij hem zie je m de prak tijk hoe pliticus- en tegelijk christen- zijn, mogelijk is. In hem zien we inder daad iets van het geweten van een volk. Het Vaticaan heeft zich dan gekeerd tegen de bewapeningswedloop. Kar dinaal Alfrink zei naar aanleiding van dit document dat 40 pet van alle we tenschapsmensen bezig is met bewa pening. De Wereldraad van Kerken heeft het vorig jaar in Nairobi een reso lutie aanvaard tegen het mllitainsme Beide, Vaticaan en Wereldraad llggt» dus op dezelfde lijn. Dat de christelijk* geest van Heinemann deze kerkelijk* instanties moge begeleiden. ivf MAT SON DE MILLE

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 1976 | | pagina 16