Lager onderwijs in de spiegel der geschiedenis - E GELLER WON IN LAS PALMAS SB J li,I PROMINENTE PROBLEMEN VERBORGEN MOGELIJKHEDEN ZATERDAG 3 JULI 1976 en foto. Leerlingen in banken tegenover elkaar; de meester die een kind helpt bij het versnijden van zijn ganzeveren pen. Boven op de tafel een gestrafte leerling te pronk met een bord om de hals met daarop voor iedereen zichtbaar gegriffeld: „kwaatdoender". Een andere foto. K inderen in groepjes van vier bi jeen, liggend op de grond, zittend aan tafeltjes, bezig met taal en rekenen. Spelend leren noemen ze dat. Met leer middelen die aangepast zijn aan wat een kind in een bepaalde levensfase het meest aanspreekt. Tussen beide foto's ligt een tijdvak van bijna twee eeuwen. Tweehonderd jaren, waarin nogal wat veranderd is in de schoolwereld. Eén ding is geble ven. omdat het eeuwig en van alle tijd is. Dat is het kind zelf. dat zich via het onderwijs een weg baande en baant naar volwassenheid. De deze maand verschenen documen taire „Lager onderwijs in de spiegel der geschiedenis" geeft in woord, maar vooral in beeld, een aardige indruk van de wijze waarop het lager onderwijs zich tussen 1801 en 1976 ontwikkeld heeft. Van de „cijfferinghe" van Bart jens, „waer uyt men meest alle de grondtregelen van de reeckenkonst leeren kan", tot de deelbank, een Mon- tessorileermiddel met rekjes, buisjes, kralen en bakjes Spicgel-samensteller John Meijsen, voorlichtingsambtenaar van het mi nisterie van ondeiwijs. heeft geen grondige geschiedschrijving willen bieden Hij „Ik ben geen onderwijs- historicus. Wat ik met mijn documen taire beoog, is dat elke Nederlander, wantwie iser nietnaar school geweest zichzelf herkent in de prenten en fo to's. Dat men zegt: dat heb ik meege maakt: dat was in mijn tijd ook zo' Het is zo'n vanzelfsprekendheid. Een kind van 4 gaat naar de kleuterschool, en een kind van 6 naar de grote school. Maar weinig mensen vragen zich af of dat altijd al zo geweest is" Meijsen („Ik nam dagelijks een re tourtje naar het verleden") is sinds 1970 dag en nacht aan het verzamelen geweest om die vraag te beantwoor den. Hij is met de Spiegel op zijn eind station aangekomen; is door al zijn speuiwerk een kenner van het onder- wijsverleden geworden, en heeft zich er zodanig in vastgebeten dat „als ik mijn ogen dicht doe. dan zit ik bij die kinderen van vroeger in de klas'' De Spiegel is verschenen aan de voor avond van een van de grootste ver nieuwingen in de geschiedenis van het onderwijs de samensmelting van kleuter- en lager onderwijs tot één ba sisonderwijs. zoals dat de huidige mi nister van onderwijs Van Kemenade voor ogen staat. Dat wordt een gigan tische operatie, waarbij 15.000 scho len, 2 miljoen kinderen en 9 000 on derwijsgevenden betrokken zijn. Dat het de minister ernst is met zijn plannen, bewijst het deze maand ge publiceerde concept-wetsontwerp op het basisonderwijs, waarin één basis school wordt aangekondigd voor kin deren van omstreeks 4 tot 12 jaar. „De nieuwe wetgeving", zegt Meijsen in een ten geleide bij zijn Spiegel, „zal een nieuw hoofdstuk vormen in de lande lijke wetgeving op het lager onderwijs sinds 1801" Van der Palm Honderd vijf en zeventig jaar geleden werd in Nederland voor de eerste maal een wet op het lager onderwijs afgekondigd. Dat was de Wet op het Lager Onderwijs, ontworpen door de agent (tegenwoordig zouden we zeg gen; minister) van nationale opvoe ding van de Bataafse republiek, prof. Johannes Hendrikus van der Palm, Leids hoogleraar in de Oosterse talen, uiterst belezen en als stedelijk on- derwijsbestuurder in Middelburg vertrouwd geraakt met de concrete onderwijsproblematiek. Hij zat met de erfenis van de Repu bliek der Zeven Verenigde Nederlan den. Zeven provincies die binnen eigen grenzen hun onderwijs regelden. Van der Palm trof naar eigen zeggen een Augiasstal" aan. met daarin een „eindeloos versnipperd onderwijs" Dat kwam door de „volstrekte identi ficatie van godsdienstige vorming en onderwijs". Datzalgeen verwondering wekken, want juist in Nederland is de school bij de kerk. haast uit de kerk. ontstaan. Het is de verdienste van Van der Palm geweest dat hij een begin heeft ge maakt met de grote schoonmaak Hij heeft de onderwijsproblematiek defi nitief op het niveau van het landsbes tuur getild. Sober nog. Ook toen waren er bezuinigingen. Gevolg: een kange financiering. Wel: eisen voor de be kwaamheid van onderwijzers, een schoolprogram en een gezaghebbend schooltoezicht Bij de feestelijke presentatie van de Spiegel in de Ridderzaal, constateerde de oud-staatssecretaris van onderwijs Schelfhout dat Van der Palm door de loop van de geschiedenis „in een krap kader" staat. Onterecht naar zijn me ning. maar verklaarbaar ,als men be denkt dat de tijd van Thorbecke en Groen van Pnnsterer op punt van aanbreken stond Maar. zegt Schelf hout. als we de drie mannen over het leeftijdsverschil van bijna 40 jaar heen met elkaar vergelijken, kan er geen twijfel over bestaan dat ze van de zelfde hoge kwaliteit waren „Deze drie mannen waren de stichters van het Nederlandse schoolwezen Met voor Van der Palm nog dit eerbewijs „Hij was de eerste die de vrijheid heeft ge formuleerd: de rechtzinnige vrijheid. niet in het raam van enigerlei politieke theorie, maar van de praktische poli tiek" Meijsen bericht er in zijn boek, waarvan de eerste druk (oplage 10.000 exemplaren) overigens al is uitver kocht. uitvoerig over Ach, hoe was het ook alweer? De ver- keersbrigadiertjes die het eerste „Klaar over", lieten horen op 27 okto ber 1947 's middags om twaalf uur in de Amsterdamse Van Baerlestraat, het schoolreisje naar Schiphol, 50 kinderen voor even en altijd bijeen, of naar Scheveningen met proviand in het blikken lunchetrommeltje. een zak olienoten en een flesje prik. Pootje baden aan het strand, genieten van zon en zee en tot slot de obligate groepskiek. Lezen dat een deugdzaam kind de vreugde zijner ouders is: zien hoe op de lagere school in Stap horst de nieuwe spelling wordt aan geleerd (Niet zóó, maar zo). Ot en Sien. zoals Jetses ze duizend- en-een-keer getekend heeft, de oude schoolplaten („Franse troepen trek ken over de Lek"), het flesje mefic voor de overblijvers, de beurt voor de klas Mooie, leuke, ontroerende foto's van generaties schoolgaande kinderen die onderwijs volgden volgens de regels zoals die door grote mensen waren vastgesteld Zeldzame beelden Maar ook zeldzame beelden die pas na veel speurwerk gevonden werden. Zoals die prent van de oude school meesterslessenaar met daarop de „ongeluksvogel", een instrument dat door de onderwijzer naar een lastige leerling werd geslingerd die het voorwerp vervolgens terug diende te bezorgen om aansluitend de lijfstraf van de meester in ontvangst te ne men. En anderzijds ook beloningen door middel van kleine geschenken: een griffel of een potlood, een prent of een boek. Voor de beste leerlingen op openbare examens waren er eervolle getuigschriften of hoeken. Meijsen is erin geslaagd een afbeelding te be machtigen van een foto uit 1816, die de thuiskomst weergeeft van zo'n be kroonde leerling. Wie de loep erbij neemt, ontwaart op de kaft van het gefotografeerde boek het woord „Ereprijs". Veel portretten ook in de „Spiegel" van een lange rij vooraanstaanden. Helaas ontbreekt een foto van Adriaan van den Ende. de in 1846 overleden grondlegger van de Lageronderwijs- wet van 1806 Meijsen steekt zijn be wondering voor deze figuur niet onder stoelen of banken. „Hij was dé man achter de schermen. De onderwijswe reld heeft te weinig aandacht voor hem gehad. Nog steeds is er niet veel over hem bekend. En hij moet toch een grote zijn geweest, want op zijn graf in Wamsveld prijkt niet zonder redeneen gedenknaald met inscriptie". Overigens moet er een schilderij van Van den Ende bestaan, want naspeu ringen hebben uitgewezen dat een portret van hem in 1951 bij Sotheby in Londen geveild werd. Hoe het ook zij, ook zonder dat portret blijft de docu mentaire van Meijsen alleszins de moeite waard. GOVERT VAN BRAKEL Rond de eeuwwisse ling kwam de school- fotografie in opkomst. Dit is een van die eer ste foto's. schaken/c. jansen Het toernooi in Las Palmas is ge wonnen door Geiler, die werkelijk aan zijn tweede jeugd bezig is. Zijn grootste concurrent was Larsen, die eindelijk weer een beetje op gang begint te komen. Hij woont nu in Spanje. Gevlucht voorde Deense be lastingdruk. Larsen heeft de laatste jaren veel van de sympathie, die hij bij het schakerspubliek genoot, ver speeld. In de eerste plaats omdat hij zich een zeer slecht verliezer toonde na de 6-0 nederlaag tegen Fischer in 1971. Een belangrijke rol speelde ook de Westduitser Hübner. die Gelier aan de zege hielp door in de laatste ronde Larsen te verslaan. Hübner had in de eerste ronde een fraaie partij van Geiler verloren. Theo Schuster schrijft in Schache- cho dat het een 'nichtssagende Par- tie' was. Zo heeft in de Duitse schaakpers ook het 'Bildzeitung'-chauvinisme zijn intree gedaan. Schuster was toch met helemaal op de hoogte van het verloop van de wedstrijd, want hij schrijft ook. dat Gelier zich de luxe van een nederlaag tegen Hernandez kon veroorloven omdat hij niet meer in te halen was. Door de nederlaag tegen Hernandez evenwel kwam Larsen op kop! Gellers enige verliespartij was dus tegen Hernandez. Gelier had een overwegende, mis schien zelfs gewonnen stelling, lelijk verprutst, een remiseaanbod afge slagen en ging als volgt tenonder 1 w i li i -A 'S. i 31 .Dc6-c8! 32 Dd2-g5 Wanhoop. Door een tegenaanval op de toren op f6 denkt wit nog wat te kunnen versieren. Wegspelen van Td5 (32 Td3) was ook helemaal niets meer. 32 Td3 Dc5" 33 Khl Pe3ü enz Of 33 Df2 Pg3ü en wint. Het beste was nog 33 Pd4. maar ook dan is de witte stelling na bijvoorbeeld 33 Ph4' niet te houden. 3 2Lb7xd5 33 Dg5xf6 Dc8-c5^ 34 Pb5-d4?! Op 34 Khl volgt natuurlijk 34 .Df2! 34Lf7! Simpel maar doeltreffend. Wit gaf het op. De geldprijzen in Las Palmas waren hoog. De eerste prijs was 150.000 pe seta's, ongeveer 5500 gulden. Geen wonder, dat de Russen politiek of geen poütiek. daar happig op zijn. (Petrosjan rijdt trouwens ook in een Mercedes, door hemzelf in Duitsland besteld). Het toernooi was geen succes voor Portisch. Hij eindigde op een ge deelde vijfde plaats. Hij won wel een prima partij tegen Larsen, maar ver loor van de tweede Rus Tsjesjkowski. Wel een goed toernooi speelde Ro bert Byrne, die gelijk met Hübner op de derde plaats eindigde. Robert Hübner is de laatste tijd weer wat ak- tiever. Hi speelt enorm sterk en hoeft voor geen enkele grootmeester be vreesd te zijn. Hoe hij met mindere goden omspringt liet hij in Las Pal mas onder andere zien tegen Garcia. Welke Garcia? Er zijn een drietal Cu baanse Garcia's. maar het was de Spaanse In 'Schachinformator' staan partijen van 10 verschillende Garcia s Wit: Hübner Zwart Garcia 1 Pgl-ffi c7-c5 2 c2-c4 Pg8-f6 3 Pbl-c3 g7-g6 4 d'2-d4 Lf8-g7 5 d4-d5 d7-d6 6 e2-e4 0-0 7 Lfl-e2 e7-e6 8 0-0 e6xd5 9 c4xd5 Tf8-e8 10 Pf3-d2 Pb8-d7 11 Tfl-el a7-a6 12 a2-a4 Dd8-c7 13 h2-h3 g6-g5? Een dergelijke verzwakking van de koningsvleugel is natuurlijk onverd raaglijk. Zeker tegen een grootmees ter als Hübner. Er volgt een fraai staaltje krachtschaak! 14 Pd2-c4!h7-h6 15 f2-f4!.... Wit bekommert zich niet om pion e4 De zwarte koningsvleugel wordt opengescheurd. 15Pf6.\e4 16 Le2-d3! Lg7-d4~ 17 Kgl-h2 Ld4xc3 18 h2xc3 Pd7-f6 19 f4xg5 h6xg5 20 Ddl-13 g5-g4 21 Df3-f4 Pf6xd5 Zwartpaktmaarwathij pakken kan. Lclxf4 Dc7-d7 25 Pc4xd6 g4xh3 26 Tal-gl! Deze toren mag ook nog even een duit in het zakje doen. 26 Dd7xa4 Zwart blijft tot de laatste snik zijn roverstaktiek trouw. Zeer princi pieel! 27 g2xh3 Voor het eerst in de partij rekende zwart nu dieper dan één zet. Hij gaf het namelijk op. Hij zag, dat op 27 Kf6 mat volgde door 28 Le5 22 Telxc4! Een "dameoffer, dat geen echt offer is. want wit krijgt voor de dame een to ren en twee lichte stukken. Boven dien heeft zijn aanval nu verwoes tende kracht gekregen 22 .Pd5xf4 23 Te4xe8t Kg8-g7 24 WILLEM LENTE was in zijn actieve periode van wedstrijddammer een geduchte tegenstander. De partijs- Peler Lente is in de werkstukken van deze problemist dikwijls duide- hjk te herkennen. Wij wezen reeds eerder op de veelal gave beginstan- den en het eindspelelemeAt. Maar ook de afwikkeling zelf doet meer malen aan een normaal partijver loop herinneren. Zo ook probleem nr. 7, een ragfijn miniatuur met alle facetten van een partijsituatie. Hel eindigt na 7 zetten oppositioneel. Nummer 8 eindigt na 8 zetten op hel langelijnmotief. In nummer 9 wordt - hoe kan het anders - na 9 zetten de winst bereikt. Persoonlijk vinden wij dit een van de mooiste vraag stukken van de gehele serie; bijzon der vindingrijk geconstrueerd en op zeer originele wijze in een oppositie eindigend. Wij menen, dat deze serie van negen Lenteproblemen een dui delijk beeld geeft van de grote talen ten van deze grootmeester uit Kou- dekerke, die dan ook niet voor niets bekend staat als een van de meest prominente problemislen uit ons land. Mede i.v.m. vakanties e.d. is de in zending van de oplossingen van alle problemen opengesteld tot 10 augus tus 1976 Adres voor inzending: Kas teelstraat 29 te Kapelle Wit: 7 sch. op 27.29,32, 39,41. 45. 48. Zwart: 7 sch. op 9,12.16,18.20.22.30 Wit: 11 sch. op 25,32,33,36. 37,41.42. 43. 44. 45, 48. Zwart: 11 sch. op 5.7,8.9.14.18,20.21 27. 30, 34. Wit: 11 sch. op 26.27.31. 34.35.37. 38. 40. 43. 48. 50. Zwart: 11 sch. op 2,9.12.13.16.18.19. 23 24 29 33 t. schipperheijn Hoewel het vanzelfsprekend is dat men bij elk te spelen spel moet trachten alle kansen die men heeft te benutten, komt het herhaaldelijk voor dat spellen, die achteraf te winnen zijn, toch verloren gaan. De oorzaak hiervan is veelal dat de voor de hand liggende mogelijkheden groot in aantal zijn' en de verborgen mogelijkheden in verhouding klein, zodat deze gemakkelijk over het hoofd wor den gezien. Ook in het volgende interessante spel kwam dat West Sch H 5 Ha A V 7 Ru A V KI A 9 8 7 5 3 Oost Sch A B 7 4 2 Ha 5 Ru H 9 8 7 6 4 KI H West moest als leider in dit spel 6 SA spelen en kreeg een uitkomst in harten, waardoor hij van twee sla gen in die kleur verzekerd was. Hij vervolgde hierna met aas en vrouw van ruiten en toen Noord op de tweede ruiten niet bekende, bleef hem geen' andere winstkans over dan al zijn haalbare trekken te nemen en te eindigen met een snit op Sch V. Daar .de schoppens echter ook ongunstig verdeeld wa ren. eindigde het spel 3 down. Toch had West het spel kunnen winnen, als hij een andere kans niet overzien had. Hij heeft namelijk ook een zeskaart klaveren. Als hij eerst onderzocht had hoe de verde ling van die kleur bij de tegenpartij was. was hij tot de aangename ontdekking gekomen dat deze 3-3 verdeeld zaten Hij had dus na de eerste slag eerst een kleine klaveren naar de heer moeten spelen, dan met ruiten naar de hand moeten gaan en vervol gens een kleine klaveren moeten spelen. Komt hij hierna weer aan slag. dan kan KI A gespeeld worden en als de klaveren rond zitten is het spel reeds ge wonnen. In het andere geval kan hij terugvallen op de eerste speelwijze. Deze kans is tweemaal zo groot als dat Sch V derde bij Noord zou zitten. Als besluit ditmaal een fraai spel van Amerikaanse oorsprong, waarin de leider in de tweede slag een grote mate van zelfbeheersing moet tonen West Sch 9 6 2 Ha A H B 7 Ru A 64 KI H 10 6 Oost. Sch A Ha 9 6 4 2 Ru V 10 3 KI A V B 5 In dit spel moet West 6 Ha spelen en knjgt de achte raf niet ongunstige uitkomst van Sch B Hij zal dit spel ogenschijnlijk gemakkelijk winnen, als hij er maar voor zorgt twee kleine schoppens op tafel te troeven. Hij vervolgt dus met Ha 2. waarop Zuid de vrouw bijspeelt. Wanneer West deze slag nu neemt, blij dat de vrouw tenminste goed zit. zal hij zijn contract net meer kunnen maken. Uit het feit dat Zuid de vrouw speelt moet hij aannemen dat Zuid deze sec heeft en dat Noord dus viermaal de tien heeft. Deze zal indien de vrouw wordt genomen al tijd een slag maken, maar zal dat uiteraard pas doen als West de derde maal klaveren speelt. West zal dan altijd nog een slag in ruiten moeten afgeven. Slechts als hij Ha V niet neemt, is hij zeker van winst ongeacht wat Zuid naspeelt Het is zeker in teressant de verschillende mogelijkheden eens te onderzoeken. Wij vragen ons echter af welke West speler m de praktijk de verleiding zal weerstaan de tweede slag te nemen. Dit was het hele spel: Noord Sch B 10 8 7 Ha 108 53 West Sch 9 6 2 Ha A H B 7 'RU A 6 4 KI H 10 6 Zuid Sch H V 4 3 Ha V 'Ru H 97 5 KI 9 8 4 2 Oost Sch A Ha 9 6 4 2 Ru V 10 3 KI A V B 5 3

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 1976 | | pagina 19