Charles Eyck, veelzijdig kunstenaar: Ik voel me 'n Messiaanse communist „Tot waar zal ik je brengen" PZCA Leven vol anekdoten ZATERDAG 3 JULI 1976 zaterdagkrant 17 (Door Hein Steehouwer) Charles Eyck: „Ik voel me een messiaanse communist - mensen gelukkig maken waarvan ik weet dat ze het waard zijn - in veel" doodgewone gezinnen hangen mijn schilderijen of tekeningen - geen reserve in mijn atelier - mijn werk is overal te vinden". Het is de schriftelijke uitspraak van een man die in deze eeuw meer reli gieuze kunst heeft gecreëerd dan een hele generatie collega's bij elkaar. Vanaf zijn elfde jaar is Charles Eyck stokdoof na een ernstige ziekte. Hij kan wel liplezen, natuurlijk ook spreken, maar beide vormen van communicatie vallen hem moeilijk. Daarom is het onderhoud voor een groot deel schriftelijk. kramen, talloze beelden in brons, hout en zelf behakte steen. HU is ook archi tect. keramist en ontwerper van car navalswagens. Het edelsmeden is hem evenmin vreemd En alles in over vloed Tel daar dan nog zijn vele ge schriften, gedichten en aforismen bij op. Hij schrijft verder: «-Enden zijn er uiterst dankbaar voor - een plaatsje in de harten der mensen isme meer waard dan een banksaldo - dit laatste heb ik trouwens niet". Met punten en komma's houdt hij zich niet op, snel schrijvend of het om tele grammen gaat. Charles Eyck heeft me ontvangen in een droom van een huis. „Ravenbos" in Schimmert. tegen een heuvel ge bouwd met de rug naar een eigen bos, het uitzicht over een van de verrukke lijkste valleien van het Zuidlimburgse land. Het is er een en al uitbundigheid en bloei: buiten en binnen Charles Eyck, zijn huis, zijn grote atelier, de tuin. Karin Eyck-Meyer. zijn Zweedse vrouw en ook een zeer gewaardeerd schilderes. „Onder zijn handen groeit alles. Als hij in de tuin heeft gewerkt, zie je het groeien, de planten overwoe keren alles, vooral paddestoelen Het üjkt wel hekserij Ze schrijft met een vinger van haar rechterhand tekens in de palm van haar linkerhand, die ze ophoudt naar Charles toe. Ze hebben samen op die manier een eigen „taal" ontwikkeld Lachend staat hij op en komt even later terug met een paar champignons, zoals die naast zijn ate lier groeien. Ze zijn zo groot, dat er amper twee in een halve-literblik gaan „Lekker" zegt hij. „We eten ze zelf, ik heb er genoeg". Dit soort uitspraken typeren de sfeer in het huis, het sa mengaan van natuur en cultuur. De kamer is er een afspiegeling van, schilderijen, planten, antieke en mo derne meubelen door elkaar. Een grote buffetkast, die een wand be heerst, heeft reliëfpanelen met de be schilderde koppen van heiligen. Kunstboeken bij stapels, want hier wordt veel gelezen door Charles, Ka- 'rin en hun gehandicapte dochter. Er is een grote bibliotheek elders in het huis. Een atrium staat vol planten die boven de rand van het gedeeltelijk open dak uitgroeien. Het is vroeger een beeldhouwersatelier geweest. Het iseen huis vol verrassingen, zoals ook de ateliers, geladen met herinne ringen aan een enorm werkzaam le ven van een bijna 80-jarige, die één grote vreugde kent: creèren, creèren en nog eens creëren. Charles Eyck heeft alles gedaan, teke nen, schilderen, lithograferen, boek banden en stoffen ontwerpen, ker- Gezegend isolement „Ik beschouw het als een zegen van de hemel dat ik niets kan horen. Ik kan me nu volkomen op mijn werk con centreren. Beethoven en Bacil zijn namen voor me. Misschien is dat jammer, maar ik kan ook door gelui den worden gestoord. Overal kan ik werken, ook als er in de kamer wordt gepraat. En zij praten de hele dag door", zegt hij lachend, wijzend op zijn vrouw en dochter. Hij zegt het met de vlakke wat ongecontroleerde stem van iemand die zich zijn spreken alleen uit de vroege jeugd herinnert. Het was niet het enige leed dat hem in zijn jeugd trof. Hoewel, leedHij wil er niet van horen. De armoe, het gevecht om kunstenaar te worden, ja ren van armoe daarna opnieuw. Hij beschouwt het allemaal als een vor ming van zijn enorm vitale karakter. Charles Eyck is geboren in het grote gezin van een fantastische vader. „Veertien kinderen", zegt hij lachend, „de oudjes konden er wat. van" Zijn vader kon nog meer en dat moest ook om het grote gezin in stand te houden. Schoenlapper was hij van beroep, met. als bijbaantje reserve-politieagent tij dens kermissen. Hij was ook slager als dat nodig was, koetsier van de burge meester. arbeider op een naaimachi- nefabriek. alles nadat hij als cavalerist uit Indonesië was teruggekomen. Hij was een populaire figuur in Meerssen. een eigenschap die Charles in hoge mate van hem heeft geërfd. Want „onze Sjarel" is een soort halfgod in neel Zuid-Limburg. Vooral in Meers sen staan ze te trappelen om hem bij iedere gelegenheid te huldigen en daarmee zijn ze iedereen weer voor geweest. Volgend jaar 24 maart wordt Charles Eyck 80 jaar. Maar de daarbu behorende huldigmg is hem enige we ken geleden reeds ten deel gevallen. Meerssen kon niet langer wachten. Er is een door hem vervaardigd aan geboden beeld, een „Moeder en kind", onthuld in een van de straten van het uit de Romeinse tijd daterende dorp. Bertus Aaljes. de bevriende dichter onthulde het bordje van de nu zo gehe ten Charles Eyckstraat in de nabyheid van de door Eyck ontworpen en gede coreerde Sint Josefkerk. Een van zijl kleinzonen bracht in de gevel van hel geboortehuis van zijn grootvader aar de Kuileindestraat 26 een herinne ringssteen aan. In het gemeentehui! opende burgemeester mr. L. Corter een ere-tentoonstelling In een oper calèche werd Charles Eyck door dt straten gereden, voorafgegaan door dt landelijke ruitervereniging en eer harmoniekorps Meelevend burger Charles Eyck leeft enorm mee. On danks zijn isolement in zijn Raven- bos, waar hij prat op gaat. volgt hij het gebeuren in Meerssen. De hoofd prijs in de loterij of een „Amerikaanse verkoop" op het jaarfeest van iedere vereniging is altijd een schilderij ol een tekening van Eyck. En dat kan soms veelgeld in het laatje brengen Hij vertelt erover „Ik ben erelid van de harmonie in Houthem Ze hadder nieuwe instrumenten nodig. Daar het ik voor gezorgd, onder voorwaarde dat ik de oude kreeg. Een paar dagen na dat alles was aangeschaft, kwam de harmonie naar boven Voorop twee kruiwagens metde oude instrumenten en daartussen Franse kazen. wijn. cognac, patrijzen Er was ook een le vend speenvarken bij. maar dat mocht niet van Karin Die vond het diertje te lief om kort te leven" De oude instru menten hangen nu als een koperen tros aan een der palen die zijn atelier inwendig stutten, een soort muzikale totempaal „Ja", schrijft hij. „die huldiging in Meerssen was een Bourgondisch feest. Dat beschouw ik als een geschenk. Daarom is er op die tentoonstelling niets te koop. Ik wil daaraan niets ver dienen. De kunst mag niet worden ge degradeerd tot een handelsobject tij dens een ere-expositie Voor kleine mensen laat ik gratis goeie reproduk- ties maken van mijn werk. Mensen die het niet kunnen betalen en waarvan ik weet dat ze een bepaald werk heel mooi vinden, krijgen het voor de kost prijs van het linnen en de verf Ik stel me op het standpunt, dat iedereen iets mag hebben". Karin schudt er haar hoofd bij. „Hij geeft te snel iets weg", zegt ze. „Er zijn te veel mensen die er misbruik van maken". Eyck leest het van haar lip pen af en lacht. „Ach, ik maak veel en andere mensen betalen wel goed. Wat ik teveel verdien, gaat naar de belas ting en de regering koopt er toch maar oorlogstuig voor. Daar wil ik niet aan meewerken". Hij noemt de prijzen die hij de laatste jaren krijgt en de belas ting die hij moet betalen. Niemand hoeft medelijden met hem te hebben, maar het is wel de tegenstelling tot lange jaren armoe, in zijn jeugd al be gonnen, soms herhaald in de crisisja ren, toen hij toch al lang naam had gemaakt als een van de veelzijdigste kunstenaars die we ooit bezaten. Charles Eyck. de Basiliek van Meerssen Op 7juni 1976 onthulde in Meerssen Cha rles Eyck tijdens zijn huldiging het bord van een naar hem vernoemde straat. In het midden een juichende Bertus Aafjes en een applaudiserende burgemeester Corten. K^harles Eyck leidt een leven vol anecdotes Hij is het middelpunt van ontelbare sterke staaltjes" en dat niet alleen in Zuid-Limburg, waar men hem ook kent als ingezonden- stukkenschrijver Hij schrikt niet te rug voor tumult, althans als het door hem is veroorzaakt. In 1949 maakte hij m opdracht van de regering een schilderij van de kroning van koningin Juliana Het werd door de kritiek veroordeeld. Het was te vrij opgevat, te expressio nistisch. kortom geen typisch „histo risch schilderijCharles Eyck loofde in het openbaar een prijs van f4000 uit voor de schilder die wél aan de opdracht zou kunnen voldoen en hem zou overtreffen. Anderen heb ben het thema wel aanvaard, maar niemand bleek het tegen hem te kun nen opnemen. Charles Eyck kreeg niettemin zijn werk terug Het heeft jaren in zijn atelier ruimte ingeno men, totdat het hem ergerde. En toen. „eensop een keer". We laten daarvoor Karei Jonckheere aan het woord, die met Bertus Aafjes eens op bezoek was bij Charles Eyck: „Mijn zoon was toen een paar jaar oud, zat op Eycks knieën en er ont stond een ontroerende genegenheid tussen een man die niet spreekt en niet hoort en een kind dat niet ziet. Toen we bij het afscheid langs het atelier van de charmante gastheer slenterden, verliet hij ons een ogen blik en kwam buiten met een doek. een smal en hoog schilderij, waarop in een groene symfonie een oudere dame met lang kleed en kostelijk hoedje stond afgebeeld. Charles Eyck nam een stuk houtskool en schreef op de achterzijde van het doek „Voor de kleine Floris, detail van een vernietigd kroningsschilde rij". Het was een geschenk van een schil der aan een kind dat uitsluitend van geluiden leeft. Zo denkt men althans. Details van „vernietigd kronings schilderij?" Wie was die dame? Char les Eyck had een bestelling gekregen om de kroning van koningin Juliana te conterfeiten. Dit tafereel icerd ge schilderd, maar achteraf bleek dat het geheel niet zo goed was geslaagd. Wat meer gebeurt bij officiële stuk ken. Iedereen was het echter eens dat een van de hofdames wél een zeer de gelijk stuk kunst teas geworden Met de eerlijkheid en de moed van een waar artiest heeft Eyck het ge slaagde detail uit de andere vier kante meters doek gesneden en de rest vernield. De groene hofdame kon precies binnen in de auto en werd meegevoerd naar de Belgische kust. vanwaar ze verder met Floris meereisde naar zijn andere wonin gen Charles Eyck is ridder in de orde van Oranje Nassau geworden. In 1966 zond hij die ridderorde terug uit pro test tegen het huwelijk van prinses Beatrix met prins Claus. Eyck gaf een verklaring uit: „Ik heb die on derscheiding jaren geleden onder andere gekregen voor het bevrij- dingsraam dat ik voor de kerk van Gouda heb gemaakt. Om principiële redenen wil ik die onderscheiding nu niet meer" In juni 1974 zou Charles Eyck een grote tentoonstelling krijgen in het Bonnefanten-museum tn Maastricht. Alles was al geregeld. Maar de maand daarvoor weigerde hij. om dat er toen een expositie was van de etsen van Anton Heyboer. Hij zei die met afgrijzen te hebben gezien en noemde het werk kippepoep waarmee hij met wenste te concurre- A. KOOLHAAS Eu -J igenli jk is „Tot waar zal ik je brengen", de nieuwe roman van A. Koolhaas een van de gekste boeken die ik de laatste tijd las. Eerst was ik tamelijk geboeid. Toen begon het verhaal me verschrikkelijk te erge- ren, het was geen boek meer, maar een film. en wel een van het ergste soort dat ik ken, de slapstick. Er kwa men bladzijden (en niet éen, maar tientallen) waar ik nauwelijks doorheen kon komen. Als ik het boek en kel voor m'n plezier had gelezen, was ik daar gestopt. Maar er is de laatste tijd nogal wat over Koolhaas te doen. dus de plicht riep; en doorgezet. En toen werd liet boek op een of andere vreemde manier weer wel wat beter, hoewel niet echt goed. Het is me trouwens; altijd al een raadsel geweest waarom zoveel mensen dolgraag Koolhaas lezen. Maar tenslotte zijn er ook miljoenen verzot op voetbal en slapsticks. Koolhaas dus Geen dierenverhalen deze keer god dank, maar min of meer een gewone roman In zoverre „origineel" dat de schrijver niet geschuwd heeft een Qmk aantal protagonisten te laten sneuvelen. Dat was vroeger in de letteren en op het toneel gebruikelijk, hoe meer doden hoe liever, na heftige sensaties en tafere len Geleideüjk waren we daar van af geraakt, en ge wend aan romans waarin iemand tweehonderd blad- zijs lang enkel maar overwoog of hij een parelgrijze of muisgrijze das om zou strikken, om daarna als apo theose een kopje slappe thee te drinken Dat alles zeld zaam diep psychologisch uitgerafeld met wortels naar Oidipoes en Heidegger zaliger Zo zoetjes aan is iedereen dat gewauwel beu. dus komt er weer wat meer actie, en met de actie komen de heftigheden en vallen de doden. Koolhaas laat niemand de hand opheffen met een sti letto of een gifpoeier, zijn talrüke doden vallen door een natuurramp. Een natuurramp die zo afgrijselijk vervelend en langdradig beschreven is datje toch weer netzo goed een tractaatje Heidegger kunt lezen. Enfin. doden en oude Ujken moeten er zijn. en ze komen er Vrij veel. ik heb ze niet geteld, 't volkje interesseerde me ook niet zo. en wie bleef er of verdween maakt niet zoveel uit Houden van deze mensen doe je beslist met. 't zyn stuk voor stuk onbenullen, zo geen mispunten, en missen doe je ze dus ook niet, wal rest is navenant. Ik zal proberen, enige indruk te geven van dit chaoti sche geschrijf. Een echtpaar, een modelechtpaar zelfs, Luc en Jacque line alias Jacky, gaat voor het eerst na lange jaren eens samen met vakantie. De drie kinderen zijn al zo groot dat ze elk naar een kamp in het buitenland gaan Het reisdoel van Luc en Jacky is niet erg duidelijk bepaald, het lijkt me ergens aan de Belgische of Franse kust Doet er ook niet zoveel toe Luc en Jacky zyn dus een modelechtpaar. Volgens vrienden en kennissen, en zelf doen ze er ook wel aan mee Voorbeeldige, keurige mensen en echt geen domme doetjes. Zoals wel bij ieder zitten er ergens flinke barsten en scheuren in de verbintenis, maar die zijn onzichtbaar gerepareerd Zy hebben een gemeubileerde villa gehuurd, in een zeer afgelegen oord en komen daar vermoeid aan. Dan blijkt dat ze in handen van een oplichter zUn gevallen Het huis is volkomen leeg gehaald, tot de badkamer toe is onttakeld. En dat is opeens de klap die alle oude scheuren m hun verhouding weer duidelijk doet open springen Ze krijgen net geen ordinaire ruzie, daarvoor zijn ze te verstandig en ervaren, maar het is wèl grondig Tot hier was ik geboeid Knappe opzet Dan komt de slechte film. Er is verandering van weer op komst, on weer. noodweer, orkanen, tornado's, compleet meteen vloedgolf zoals nog nooit is getoond De oplichter is. verder oplichtend, met zijn financier, diens vrouw, een vriendin en twee zeelieden met een zeiljacht de zee op Wat. daar allemaal gebeurt, laat zich raden, wel is het heel. heel vreemd, dat er van al die mensen memand zeeziek wordt Er verdrinken er drie van de zes. welge teld, en een wordt er gek Maar dat gebeurt pas na de langdradigste en onwaarschijnlijkste uitweidingen. Het andere stuk van deslechte film speelt zich afop het land. waar hele lanen ontworteld worden, torens in storten. auto's als done bladeren ronddwarrelen. en daartussen Luc en Jacky. gescheurd en geschramd en geblutst op zoek naar onderdak. Er lijkt geen einde aan die beschrijvingen te komen, zoals er geen einde komt aan het smijten met taarten of het vechten in bars of het schieten en ander gedonder in die films waar ik op zinspeel. Zelden heb ik zo'n onbedwingbare lust gehad stukken over te slaan, maar tenslotte wil ik m'n werk grondig doen, dus: doorgebeten. Al is dat wel moeilijk als je leest dat het zó stormt dat de tongen van blaf fende honden door de wind achterover krullen in hun bekken, zodat ze niet meer blaffen kunnen. Ik noem maar iets Ik zal ook een staaltje geven van dit ge schrijf. Op 't schip maar, het zeiljacht in de storm „Toen Tes weer iets begon te zien na de dreun tegen haar hoofd gaf ze een serie vloeken weg zoals die Rob tot extase zouden brengen als ze die tn zijn armen had gelost Maar opluchting brachten ze nu niet, want eerst smakte ze nu met haar hoofd tegen de ijskast en vervolgens met een heup tegen het fornuis Ze pro beerde de ijskast open (e doen. want ze moest nu een voudig allereerst drank hebben, maar juist toen ze hem open had smakte die koele witte deur tegen haar gezicht en sloeg drie even witte tanden van hun plaats Maar tegelijkertijd vloog er een slordig buiten de rek ken gezette fles whisky tegen haar kin. die tussen haar borsten belandde na een beweging van haar. ongeveer even behendig als die van een jonglerende zeeleeuw Bij haar poging om defies open Ie krijgen door de kurk er met haar tanden af te trekken, merkte ze dat ze daar niet genoeg meer van had en toen sloeg ze half uit overleg, haf door een schok van het schip een stukje van de hals van defies er af. Ze bedacht zich geen moment en begon gulzig te dunken Ik hoop dat dit stukje onsterfelijk proza zonder fouten overkomt leest u het eens heel grondig. Zo'n stijl die vergelijkingen, die lollige toevoegingen, ze maken dat je geen seconde in de situatie kunt geloven, je enkel stom verveelt. Koolhaas' beeldspraak raakt vaak kant noch wal Als de telefoondraden door de storm verward zijn geraakt, heet dat: „de telefoondienst was net. een Italiaans spaghetti-restaurant". Ik kan me desnoods nog voorstellen dat zo iets inderhaast uitje pen vloeit, maar niet dat je het uittikt, corrigeert en laat staan. E„ infin. Jacky en Luc raken uit elkaar, na eerst nog twee gekken te hebben ontmoet, en Jacky verdrinkt ook. Met haar gastvrouwe. op wie ze blijkbaar zoveel lykt. dat later, als éen van de twee gevonden wordt, geen van beide echtgenoten eigenlijk precies weet wie wie is. Wat op zichzelf een van de boeiendste gegevens in het boek is, dat wel Diepzinnige onwaarschijnlijkheden volgen Jacky is nauwehjks vermist of Luc ligt al in de armen van een andere dubbelgangster Marianne wier man vermist, is. maar dit wordt toch ook weer niets. Dan volgt een lange weg terug en Inwaarts, en dat is af en toe weer wel goed. Luc gaat steeds dieper beseffen dat hy en Jacky elkaar helemaal niet zo goed hebben gekend, en dat ze braaf meegebouwd hebben aan de image van het ge slaagde huwelijk. ten detrimente van hun eigen per- soonlykheid Diverse dromen maken dit Luc duidelijk, en tenslotte raakt hij wel wat in de versukkeling. Zo zeer dat het vrindje van zijn oudste dochter hem. na een zeer on heuse uitval van zijn kant. toebyt „Tabeh opa. zie ze nog maar een poosje bU elkaar te houden". En inder daad. meer is het niet A Koolhaas:Tot waar zal ik je brengen? G A «hot. Amsterdam. 17.90

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 1976 | | pagina 17