Ontspanningsbed voor gevangenen een bedenkelijk 'hulpmiddel' Initiatief PZEM voor informatiecentrum bij kerncentrale in Borssele ook uitdaging PZC/opinie en achtergrond W atergateboeken, Fanny Blankers en Van der Hoop BIOGAS, NIEUWE ENERGIEBRON VOOR ARME LANDEN 1 k zal u nu, op de wijze waarop dat in de kwis „Tweekamp" wel ge beurde, een aantal namen geven, en zodra u weet welke samenhang zij vertonen roept u het codewoord door de kamer Colson, Segretti, Ziegler, Vesco, McCord. Liddy, Kalmbach, Hunt. Magruder. Dean. Mitchell. Ehrlichman. Haldeman. Agnew, Nixon Als u meteen al na Colson of Segretti ..Watergate!" riep. bevorder ik u tot generaal- krantelezer c.q. generaal- televisiekijker Kwam het juiste antwoord na Vesco, dan behoort u nog tot de kolonel-krantelezers, na Liddy bent u afgezakt tot luitenant televisiekijker, na Hunt tot sergeant-krantelezer, na Dean tot korporaal-televisiekijker, na Ehr lichman tot recruut-krantelezer, en als u pas na Agnew of Nixon, enigs zins aarzelend. „Watergate''" hebt gezegd. behoort u tot de analfabeet-krantekijkers. Wat is er, zo n twee, drie jaar na Watergate wist u dat het in augus tus alweer twee jaar geleden is dat Nixon aftrad?), van al die luidjes geworden? The Sunday Times geeft daar een uitvoerige opsomming van. maar ik zal me hier beperken tot twee opmerkingen. In de eerste plaats valt het op dat geheel con form het patroon van de klassejusti- tie de belangrijkste boosdoeners de kortste straffen hebben gekregen, en degenen die gedekt dachten te zijn door hun orders van bovenaf, de langste straffen. Hunt bijvoor beeld kreeg voor zijn inbraak in het Watergate-gebouw acht jaar. Agnew en Nixon ontsprongen de dans al thans de gevangenis). Ehrlichman kreeg 30 maanden tot 8 jaar imaar is nog vrij), Haldeman idem dito. De meesten zijn (vooralsnog?) vrij, of zijn na betrekkelijk korte tijd vrijge laten, want ze werden dus geen van allen betrapt op het roken van een stickie. Maar nu even een positief gevolg van Watergate: de bekentenislitera tuur is er in hoge mate door ver rijkt. of zal er nog door verrijkt worden. Nixon werkt aan zijn me moires. Spiro Agnew heeft een ro man, The Canfield Decision, ge schreven over een ambitieuze vice- president. Haldeman is bezig een boek te schrijven over de tijd die Nixon in het Witte Huis doorbracht (hij heeft nog geen titel, en nog geen. uitgeverJohn Ehrlichman heeft een roman, The Company, geschre ven, en werkt aan een tweede. Char les Colson schreef een boek getiteld Born Again, waarvan al een kwart miljoen verkocht. John Dean schreef een boek getiteld Blind Am- bition. en ook zijn vrouw Maureen schreef een boek over fe Watergate-episode in haar leven. Jeb Magruder publiceerde al een boek over Watergate, en het boek dat zijn vrouw schreef komt bin nenkort uit. Tel dit alles op bi) „All the president's Men" van Bernstein en Woodivard. en hun recente boek over Nixon, plus nog een reeks boe ken van mensen die minder direct bij Watergate betrokken waren, dan mogen we rustig stellen dat Water gate gedoemd lijkt om na Waterloo de meest beschreven historische ge- brytrtenis te worden! £jal de nieuioe sporthal Haarlemmermeerse Hoofddorp oj dan niet naar Fanny Blanken- Koen worden vernoemd? Ik hebs! geschreven dat Fanny weliswac geen Hoofddorpse meer was toen a haar gouden medaljes in Londc, bijeenliep, maar een collega weti mij erop dat zij toen wel in de Haar- lemmenneerstraat (in Amsterdami woonde! Dat zou toch ook mee moe ten tellenBovendien hoorde ik deze week van nog vier gevallen waarin een levende landgenoot zelfs een straat naar zich genoemd kreeg: in Broek in Waterland de Burgemeester Peereboomweg, in Castricum de C.S. Smeetslaan (ook een oud-burgemeester), de schilder Charles Eyk kreeg ter gelegenheid van zijn 80e verjaardag een straat naam aangeboden, en Toon Her mans vertelde op tv dat er zowel een school als een straat naar hem vernoemd is Zo zullen er ongetwij feld nog vele voorbeelden zijn van levende personen die af en toe ters luiks door de naar hen vernoemde straat wandelen om te kijken of dot nu net zo voelt als wanneer zij over het Rembrandtsplein wandelen. Een oud-burgemeester schijnt dit genoegen indertijd ontzegd te zijn In Doorn wilde men een straatnaar hem noemen: de Van der Hoog straat, Hij wees er toen (fijntjes oj knorrig?) op. dat hij toevallig niet Van der. Hoop heette, maar Tito- massen a Thuessink van der Hoop van Slochteren. De gemeenteraad heeft nog langdurig voor zich wis ten mompelen! „Kunt u mij iw- schien zeggen waar de Thomassen a Thuessink van der Hoop m Slochterenboulevard is?", en er toen maar, onder spijtbetuiging, van af gezien... Nico Scheepmatef (Van onze correspondent Henri Hymans) Manila - De zwaar door de stijging van de olieprijzen getroffen arme landen hebben een verlichting voor hun energieproblemen gevonden. De naam van het „wondermiddel": biogas. En behalve in energie voorziet de biogas-techniek ook in de produktie van organische meststoffen, en het eiwitrijke residu kan worden verwerkt tot veevoeder. Onlangs hield de ESC AP (de Economische en Sociale Commissie voor Azië en de Pacific van de Verenigde Naties) een congres op de Filippijnen, waar de vooruitzichten van biogas als alternatieve energiebron ter discussie kwamen. Aan het congres namen twaalf Aziatische landen deel. Het is gebleken dat de plattelandsbevolking zelf voor een vervanging van de dure olie kan zorgen, door dierlijk, menselijk en plantaardig afval te verzamelen en deze in fermentatiebakken te laten verteren. De zo ge vormde gassen kan men dan aanwenden voor verlichting en om te koken. Grotere fermentatie- installaties kunnen zelfs voor genoeg brandstof zor gen om elektriciteit op te wekken voor bijvoorbeeld irrigatiesystemen en kleine machines. De rapporten uit de aan het ESCAP-congres deelnemende landen spreken voor zichzelf: in India waren vorig jaar meer dan 20.000 biogas-installaties in gebruik De biogas-techniek wordt daar door een overheidsinstantie ge coördineerd. Men zoekt nog naar middelen om de methaanhouders. in plaats van staal, van goedkoper materiaal te maken. Japanse boeren hadden al voor de oorlog biogas-putten. Maar toen de olie in de jaren '60 steeds goedkoper werd. werden de putten allengs afge schaft. Door de energiecrisis is de interesse van de Japanners in biogas weer toegenomen. Men benut nu rioolwater, fecalièn, dierlijk, agrarisch en industrieel afval, in een groot energieontwikkelingsplan, dat „Suns hine Project" wordt genoemd. In Zuid-Korea werd in 1975 een ambitieus ontwikkelingsproject voor het platteland ter hand genomen, waarbij de regering de inrichting van circa 10.000 biogas-putten met 50 tot 65 procent subsidieerde. Op de Filippijnen zelf, waar de hoeveelheid agrarisch en dierlijk afval jaar lijks op 43 miljoen ton geschat wordt, worden door het nationale instituut voorwetenschappelijke ontwikkeling technische teams uitgezonden om bij de constructie van biogas-installaties te assisteren Dit constructiepro gramma voor meer biogas-units op het platteland is een van de projecten om te komen tot een geïntegreerd energiebeleid, waarbij men minder af hankelijk is van de import van olie uit het buitenland. Verder zijn vorig jaar in Thailand zo'n 150 biogas-putten ingericht, en men verwacht dat er dit jaar nog enkele honderden zullen volgen. Pakis tan heeft plannen voor honderd biogas-units dit jaar. De regering heeft toegezegd te zullen zorgen voor de stalen gashouders, vaak te duur zijn voor de verarmde dorpen. De boeren moeten zelf hun fermentatieput- ten bouwen. Zelfs in China, een land dat over rijke steenkoolvoorraden. gas- en oliere serves beschikt, wordt veelal gebruik gemaakt van biogas voor energieop wekking en mestproduktie. Onlangs werd in een Chinees rapport gewag gemaakt van het feit dat veel communes biogas-programma's hebben op gesteld voor huiselijk zowel als industrieel gebruik. VRIJDAG 11 JUNI 1976 UTRECHT - Alle Nederlandse gevangenissen blijken de beschikking te hebben over de „fiets", een soort verstevigd ziekenhuisbed waar weerspannige gevangenen ter kalmering op worden vastge bonden. Maar, zegt het ministerie van justitie, de „fiets" is niet - zoals is beweerd - van cement, en voor het gebruik van wat justitie het „ontspanningsbed" noemt zijn duidelijke regels. Dat lijkt in ieder geval op verwaarlo zing van het voorschrift dat de „fiets" alleen als uiterste middel gehanteerd mag worden, als andere middelen ter kalmering falen. Het zou kunnen zijn dat bewakers het zekere voor het on zekere nemen en sneller een lastige ge detineerde vastbinden naarmate ze zichzelf veiliger willen voelen. Een be grijpelijke, maar toch te willekeurige toepassing van de regels. Een andere verwijzing naar het ge bruik van het veihgheidsbed valt te ha len uit de ontstaansgeschiedenis van het apparaat. Volgens gegevens van het ministerie van justitie mochten ge vangenen tot 8 maart 1905 met ijzeren beugels worden vastgeketend aan de celmuur als ze het te bont maakten. Nadat echter deze zgn. dwangbeugels waren verboden, kwam de britsplank in zwang. Dat was een houten plaat, waarop de gevangene eveneens met ijzeren beu gels om polsen en armen werd vastge zet. De britsplank werd dan op de grond gelegd of tegen de muur over eind gezet. Dat dit geen humanisering was, werd op 20 april 1923 ook op het ministerie, ingezien. Op die datum werd ook de britsplank verboden. Sinds die tijd zijn andere apparaten ontwikkeld of geïntroduceerd: de dwangbuis, het veiligheidsbed en een wat uitgebreidere versie daarvan, zgn. dressuurcabine. In Bajesmaf men daarvan een Griezelige foto aan: een stalen kooi, ook royaal voorzien van banden en riemen. Toestemming Pas in 1953 werden door justitie voorschriften uitgevaardigd voor het gebruik van het veiligheidsbed, in houdende dat een bewaker toestem ming voor het gebruik moet hebben van zijn directie, die op haar beurt het geval moet melden aan Den Haag. Bo vendien is het een vereiste, dat de vastgebonden gevangene geregeld wordt gecontroleerd op zijn gezond heidstoestand. Die voorschriften zijn natuurlijk niet voor niets verschenen - er zal aanlei ding toe zijn geweest, en dat kan slechts ontoelaatbaar gebruik zijn ge weest. Gezien die bedenkelijke voorge schiedenis zijn de waakzaamheid van iet Medisch-Juridisch Comité en de ïieuwsgierigheid van Huijsen op hun ilaats. Jos Goos Klachten Jandaar dat tot nog toe erg weinig bekend is over bestaan en toepassing van de „fiets". Het apparaat is pas in de openbaarheid gekomen nadat het Medisch-Juridisch Comité (een aantal medici en juristen die de positie van gevangenen willen verbeteren) klach ten had ontvangen van gevangenen en oud-gevangenen. Enige aanwijzing voor de manier waarop het veiligheidsbed wordt ge bruikt valt te lezen in het boek „Ba jesmaf', een co-produktie van de schilder Siet Zuyderland en van de schrijver J. Bemlef. Deze laatste heeft in gevangenissen rondgesnuffeld in de zgn bijzonderhedenboeken, een soort logboeken van alle voorvallen en voor valletjes, opgetekend door de dienst doende bewakers. In Bajesmaf zijn op die manier enkele onthullende notities terechtgekomen. Hierbij heeft ondergetekende, bewaar der H. B. T., de eer u het volgende te rapporteren: Gedetineerde E. I. B. C., reg.no. 5266, terzake wangedrag (zie hiernaast) in de Observatiecel verblijvend, had tij dens een onderhoud met de heer K. zich bereid verklaard, de observatiecel die hij met voedsel en urine had be vuild. te willen reinigen. Desivege bracht ik omstreeks 15.00 uur een em mer water en een dweil en maakte hem duidelijk dat hij aan de slag kon. Hij schudde zijn hoofd en mompelde iets waaruit ik kon opmaken dat hij niet voornemens was de boel schoon te maken. Toen ik op hem toetrad om hem nogmaals duidelijk te maken dat hij het wel moest doen. trok hij zijn jasje uit en nam een dreigende hou ding aan. Hierop hebben hfd.bew. C bew Q en ik hem beetgepakt zodat hij buiten gevecht was gesteld. Aangezien hij begon te trappen en te spugen, is hij op last van de heer K. ter kalmering op het veiligheidsbed vastgemaakt. C.183b op veiligheidsbed in observatie cel. Weigert zijn eten, drinkt wel, In opdracht van heer Van C. gedeti neerde K. T., reg.no. 214c, bewoner ob servatiecel, op ontspanningsbedje ge legd. Deze laatste twee notities zijn opmer kelijk, omdat daarin niets Wordt mee gedeeld over de aanleiding van het gebruik van het „ontspanningsbedje" zoals de schrijver het jolig noemt. Toch zijn deze geruststellende woor den van het ministerie niet naar de zin van het (vroeger CHU, nu onaf hankelijke) Tweede-Kamerlid Jac. Huijsen. In schriftelijke vragen aan minister Van Agt geeft hij als zijn me ning, dat een apparaat als de „fiets" eigenlijk uit de tijd is, gezien de „mo derne opvattingen over het gevange niswezen". Huijsen wil weten aan welke regels het gebruik van het bed is onderworpen, hoe vaak het wordt gebruikt, of er voldoende zekerheid is of elk gebruik (zoals is voorgeschre ven) aan het ministerie wordt gemeld, of dat slechts in het uiterste geval is en of er absolute garanties zijn dat er geen ongelukken mee kunnen gebeu- Gevangenissen zijn uit hun aard geslo ten instellingen. Wie na een veroorde ling daar terechtkomt, verliest vrijwel al zijn rechten. Gevangenisdirecties en bewakers hebben daar het recht en de macht een regime te handhaven, waar tegen het voor gedetineerden zeer moeilijk is in het geweer te komen, ook al is daar aanleiding toe. Het is met de discussie en de voorlich ting over energie net zo gesteld als met hel verbruik ervan: het werkt vaak met piek- belastingen. Nu de regering begin dit jaar de beslissing over de vraag of er al dan niet moet worden overgegaan tot de bouw van drie nieuwe kern centrales in Nederland heeft doorgescho ven naar een volgend kabinet en nu ook de kou weer wat uit de lucht is over de ge miste order voor kernenergieleveranties aan Zuid-Airika, zou het energievraagstuk voor het grote publiek voorlopig wel eens op de achtergrond kunnen raken. Daarom is het zinvol dat pogingen worden onder nomen om de informatie over de energie voorziening in Nederland, de gewijzigde inzichten daarover bij velen en alles wat er omheen speelt, op peil te houden. Vandaag (vrijdag) opent de PZEM op haar centrale-complex bij Borssele een informa tiecentrum. Het is de bedoeling dat geïnte resseerden daar via moderne voorlichtings technieken op de hoogte worden gebracht van de rol van kernenergie bij de opwek king van elektriciteit. Maar daar hoeft het met bij te blijven. De PZEM speelt ook met de gedachte om het centrum, vanuit de praktijk van de elektriciteitsvoorziening in Nederland, een rol te laten spelen in de be nadering van het energievraagstuk in bre der verband. Daarbij heeft men dan het oog op zoiets als een studiecentrum. De rol van de elektriciteitsbedrijven en van de vele onderzoeks- en ontwikkelings instituten op het gebied van de energie voorziening is de laatste jaren sterk veran derd Zeker, de bedrijven zijn in de eerste plaats producenten gebleven die moeten voldoen aan de (nog steeds stijgende) vraag naar elektriciteit en de instituten zijn er nog steeds en vooral om kennis en ervaring met de veelal hoog gespecialiseerde technologie te verbreden en te verdiepen. Maar daar naast hebben beide veel nadrukkelijker dan vroeger het geval was een functie gekregen in het maatschappelijk verkeer dat zich tegenwoordig eveneens op de vanouds 'ei gen wegen' van de energievoorziening in Nederland beweegt. Willen ze in dat inge wikkelde en onvoorspelbare veld van de publieke opinie en de politieke discussie kunnen meespelen, dan zullen zij zich daar voor de nodige beweeglijkheid moeten ge ven. En voorlichting is dan een heel belang rijk punt. In een onlangs verschenen bro chure over 'Elektriciteit in Nederland 1975' schrijven de zogenaamde Arnhemse instel lingen (SEP. GKN. KEMA. VEEN en VDEN) zelf: „Vooral het aspect van de vei ligheid bij het verbruik van elektnciteit speelde in het begin van de elektrische ge schiedenis een belangrijke rol. De voortdu rende voorlichting hierover en het stimule ren van de technische ontwikkeling door de elektriciteitsbedrijven hebben ertoe bijge dragen dat elektriciteit gemeengoed is ge worden waar men vrij zorgeloos gebruik van kan maken De verbruikersvoorlichting is intussen een heel andere geworden. Niet langer - en de energieensis is daarin het breekpunt geweest - gaat het om bevorder- nader bekeken ing van het verbruik van elektriciteit, maar veel meer om een veilig, doelmatig en zuinig gebruik van het produkt. Een soortgelijke verruiming van het op treden naar buiten en ook van de taakop vatting -maar dan nog veel ingrijpender - heeft zich voltrokken bij het Reactor Cen trum Nederland iRCN). Tot voor kort een instelling met een vnj gesloten karakter die zich vrijwel uitsluitend bezig hield met stu die. onderzoek en ontwikkeling op het ge bied van de kernenergie. Nu. sinds een be slissing van het kabinet op 27 juni vorig jaar. is er een energiecentrum dat zich ook gaat bezighouden met de zogenaamde niet-nucleaire energiesystemen (ook wel "al ternatieve energie genoemd) en toeganke lijk wordt alle instanties, instellingen en ij ven die zich hiermee bezig houden. Bij het RCN zal ook in de komende jaren het onderzoek naar de mogelijkheden tot veilige en economische toepassing van kernsplijting erg belangrijk blijven. Maar het betekent niet dat het onderzoek naar andere bronnen en andere mogelijkheden (met de ontwikkeling ervan) in dit instituut nog langer aan kant zal worden geschoven. In samenwerking met andere wetenschap pelijke instituten (universiteiten en hoge scholen) zal het nieuwe ECN (Energieon derzoek Centrum Nederland) op zoek gaan naar alles wat nodig is om Nederland te blijven helpen aan 'evenwichtige energie voorziening'. ^)ver dat uitgangspunt van de energienota-Lubbers die een halfjaar terug in het kabinet en de tweede kamer aan de orde is geweest, is in algemene zin heel wat gezegd. Maar over de uitwerking ervan wordt voorlopig nog veel gezwegen. Toch komt veel op die uitwerking aan. Er zijn namelijk een aantal harde gegevens waar men met het oog op de toekomstige ener gievoorziening in Nederland niet omheen kan. Bijgestelde prognoses wijzen uit dat in een periode van tien jaar (tot 1986 dus) de gemiddelde groei van het elektriciteitsver bruik in Nederland zal toenemen met 5.7% per jaar Dat is minder dan in 1973 - vóór de oliecrisis - werd verwacht, maar toch altijd niet niks. Van alle elektrische energie die in het jaar 1975 op het net kwam was 86% af komstig uit aardgas De rest uit kolen (1%), olie (6%) en kernenergie (77c). De regering heeft intussen ook besloten dat het aandeel van aardgas in het grondstoffenpakket van de elektriciteitscentrales in Nederland in de komende jaren drastisch terug zal moeten. De aardgasreserves slinken en zullen in de eerste plaats voor andere doeleinden (huis verwarming en industrie) beschikbaar moe ten blijv En dat betekent dan weer dat niet alleen nieuw te bouwen centrales, maar ook een aantal bestaande in eerste instantie op olie en verder op kolen zullen moeten overschakelen, nu de bouw van drie nieuwe kerncentrales voorlopig naar een verdere toekomst is verschoven. De milieubelasting van deze met olie en/of kolen gestookte cen trales zal een niet onbekend, maar wel gro ter probleem worden dan het al is. Van de elektriciteitsbedrijven zal het veel inspan ning vragen, met inzet van alle beschikbare deskundigheid, om die milieubelasting bin nen aanvaardbare grenzen te houden. In de hoek van de kernenergie zijn de pro blemen en nieuwe vragen ook niet aan het eind. Zo komt daar bijvoorbeeld het vraag stuk van de splijtstofeconomie om de hoek kijken. Overal in de wereld worden grote se ries nieuwe kerncentrales gebouwd. De Ver enigde Staten alleen al willen bijvoorbeeld tussen nu en 1985 niet minder dan 140 nieuwe kerncentrales in bedrijf hebben, die dan met de reeds bestaande 60 samen 26 procent van het totale energieverbruik moeten kunnen opvangen. Maar ook aan de voorraden splijtbaar materiaal (uranium) voor kerncentrales zijn grenzen. Er worden overal zogenaamde strategie-studies opge zet om onevenwichtigheden in de opwek king van elektriciteit te voorkomen. En dan is er het onderzoek naar de veiligheid van kerncentrales zelf, het gedrag van materia len en constructies in kernreactoren, ln stoomketels, in watergekoelde condensors, op fundaties van turbines en zo meer. In de kerncentrale van de PZEM te Borssele heeft men zojuist weer een 'grote beurt' en een nieuwe oplading met splijtstofelemen ten achter de rug. De ervaringen die men daarbij heeft opgedaan waren hoopgevend in vergelijking met de eerste keer, het jaar daarvoor. De kerncentrale bleek de kinder ziektes kwijt te zijn. Het initiatief van de PZEM om een infor matiecentrum bij Borssele in te richten opent de mogelijkheid om de ervaringen uit eigen huis doorlopend te toetsen aan de nieuwe ontwikkelingen op het gebied van de energievoorziening in brede zin. Met een kritisch publiek dat op je handen kijkt be paald een uitdaging. KEES VAN DER MAAS

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 1976 | | pagina 4