Tienduizenden staan gereed vooroverval op Terschelling PZC GEREFORMEERDE SYNODE INZAKE HET ANTIRACISME Te diep in het glaasje gekeken? ZATERDAG 5 JUNI 1976 zaterdagkrant 18 TERSCHELLING - Vlak voor 't bekoorlijke plaatsje Midsland valt het oog op een stuk karton dat door de sterke wind tegen een struik wordt gedrukt. „Schellingers, let op uw zaak", staat erop. Een oude boer kijkt er in het voorbijgaan even naar. Hij schudt zijn hoofd en loopt verder. Wat er in hem omgaat, is niet zo moeilijk te raden. Terschelling is maar een stukje zand: dertig kilometerlang en op z*n breedst zes kilometer. En toch stijgt het eiland elk jaar een plaatsje op de lijst van toeristi sche trekpleisters. Een miljoen vakantiegangers vertrekken per jaar met de boot van rederij Doeksen uit het haventje van Harlingen. Worden het er veel meer, dan gaat Terschelling de kant op van zijn grote broer Texel, die zich al helemaal heeft gericht op de smaak van de moderne toerist. Terschelling heeft het voordeel dat er een flink zeetje ligt tussen de „hoofdstad" West- Terschelling en „de wal", anders zou het eiland ongetwijfeld door legioenen natuurminnaars onder de zeespiegel zijn gedrukt. En nóg moet de brandaris, de vuur toren en trots van alle Schellingers, uitkijken dat ze niet van haar voet stuk wordt gestoten. De weergaloze schoonheid van het eiland heeft de lokkende kracht van een sirene-zang. Wie eenmaal eerfwandeling heeft ge maakt over de Longway naar Paal 8. is verloren. Hij komt hoe dan ook een keer terug, omdat hij elders vergeefs heeft gezocht naar de volmaakte harmonie van duin, hos en weide landschap. Nergens klinkt het lied van de leeuwerik zo uitgelaten als boven de velden rond Oosterend, en nergens is op kleine schaal het leven zo gevarieerd. Verhaal Het valt niet mee om de eilandbewo ner zover te krijgen dat hij honderduit gaat vertellen over zijn rijke bezit. De jongens van de wal blijven toch maar vreemde snuiters, die je het beste kunt passeren meteen „hoi" en een tik aan de pet. Maar is hij ook nog bereid daaraan toe te voegen dat het wel eens „hard wil waaien", dan is de kans aan wezig dat hij gaat schatgraven. Want daar lijkthet verhaal over het verleden van het mooie juttersland wel op. Zo'n mooi verhaal is de geschiedenis van het Amerikaanse schip, de West-Aleta, dat in 1920 voor de kust van het eiland is vergaan. Het was een grote vrachtvaarder, tot de rand gevuld met vaten wijn. Terwijl het schip regelrecht koers zette naar de bodem van de zee, dobberden de vaatjes onbekommerd naar het strand, waar de Schellingers in rijen klaar stonden om het geschenk van de zee met gejuich te ontvangen. Toen de wijn veilig geboren was, hebben de ei landers een feestje gebouwd zoals daarvoor en daarna nooit is voorge komen. Het vocht verdween in on voorstelbare hoeveelheden in de kelen van groot en klein, en veranderde het anders zo rustige Terschelling in Car- navalsland. De kater was evenredig aan de omvang van de genoten wijn. Uit schaamte hebben de Schellingers dit gezonken schip niet in een straat naam voor de eeuwigheid gered. Eenmaal goed op zijn praatstoel, is de eilandbewoner bereid toe te geven dat liet toerisme hem geen windeie ren heeft gelegd. Na jaren van schar relen voor een stuiver, heeft de wel vaart de scherpste kantjes van het le ven ook daar weggehaald. Maar de gouden gulden heeft op Terschelling een ijzeren keerzijde. De bevolking is gaan groeien. Want wie wil geen hoekje in het aardsparadijs? Het gevaar ligt daardoor voortdurend op de loer dat een alternatieve VW (Vereniging voor Vrolijk Vertier) het eiland gaat beheersen. Aan het ge meentebestuur van Terschelling de moeilijke taak om de balans in even wicht te houden. Een van de elf ge meenteraadsleden is Rijk van Veen, lid van de groepering van Plaatselijk Belang. Hij is getrouwd met Til Ser- vaas. met wie hij dertien jaar geleden naar het eiland verhuisde. Rijk en Til leidden twee jaar het grote zeehotel Paal 8 en namen daarna hotel Oepkes over. Vroeger een logement. de vergunning teruggaat tot 1882, nu een middelgroot hotel, dat. na een forse uitbreiding onderdak biedt aan vijfenveertig gasten. Rijk van Veen is ook de man die zich twee jaar geleden verzette tegen een autover bod, dat wel van kracht is voor het aangrenzende (kleinere) eiland Vlie land. DE AUTO Nog steeds is het probleem, wél of niet de auto op Terschelling, niet opgelost. Een buitenstaander vraagt zich af waarom de eilandbewoners over een dergelijke zaak zo lang moeten bak keleien. De auto is immers een gevaar voor een kwetsbaar milieu? Wat valt er dan nog te zeuren? Heel veel, ook voor de geheide natuurliefhebbers, zoals de journalist Jo Smit er een is. Hij heeft een schitterend boek ge schreven over het eiland (Terschel- linger Getij), dat in zijn ogen begint te lijken op een geopende oester met een parel zo groot als een knikker, waar naar duizenden handen zich uitstrek ken. Zijn liefde voor het eiland maakt hem ongeschikt als handelaar in compromissen, en toch kiest hij niet onvoorwaardelijk partij voor de se rene bloemenplukkers. Hij gaat van het standpunt uit dat juist een onge- selecteerd publiek Terschelling op lange termijn voor commercieel ver val behoedt. Nu davert 's zomers inderdaad het la waai uit de danstenten, walmen de fri teskramen. knetteren de brommers tot diep in de nacht, en scheuren de auto's door de bochten. „Maar het ge kke is, dat juist de ongeselecteerde mensenmenigten elkaar in een soort symbiose het vakantiebestaan nog prettig maken. Doordat de gezellig heidszoekers op bepaalde, vrij kleine oppervlakten eikaars nabijheid zoe ken, hebben de stilteminnaars nog we relden voor zich alleen, om ongestoord in te vertoeven". „Men moet er niet aan denken wat 40.000 (het eiland is dan vol - red na- tuurminnende wandelaars in het duingebied zouden aanrichten", zo schrijft Jo Smit. Caravans Kan de auto op Terschelling nog een stukje hei onder de ruitenwisser krij gen, voor de caravan is de sympathie duidelijk minder. Dat is ook niet zo vreemd. Een korte wandeling is vol doende om te ontdekken waar de klemmende problemen liggen. Op Terschelling, waar je praktisch overal mag komen, wordt Ruimte lijke Ordening met hoofdletters ge schreven. Dat moet ook wel, want veel genieters hebben aan een tochtje door de duinen niet meer genoeg. Ze hebben een stukje schoonheid voor zichzelf gereserveerd. Het eiland wemelt van de tweede huisjes en de caravans, die veel nadrukkelijker dan auto's een aanslag plegen op de juiste verhoudingen. „Dat heeft ook geleid tot een sanering onder de cam pings. De tendens is nu, dat de toeris ten hun verblijf kiezen in zomerhuis jes en hotels", zegt Rijk van Veen. Wakker blijven en waar nodig ingrij pen, is het parool op Terschelling ge worden. De Schellingers hebben geen bezwaar tegen jaarlijkse invasies van honderdduizenden klanten van de vaste wal, op voorwaarde dat zijzelf niet het gevoel krijgen in vreemd ge bied verzeild te zijn geraakt De vier duizend bewoners van Terschelling zijn trots op hun land en uiten dat als het even kan met het uithangen van hun eigen vlag en het zingen van het volkslied, dat begint met de woorden „O Schylee. mijn lantse wat heb ik die jeafZelfs op de kleuren van de vlag is een lied gemaakt: „Rood zijn de da ken, blauw is de lucht. Geel zijn de halmen, groen is het gras. Wit is het zanddat zijn de kleuren van Terschel- lingerland". Cranberry Meer nog dan het lied maakt de Cran berry (bes) reclame voor het eiland. Een Picter Sipkes Cupido vond in 1840 aan het strand een vat en dacht de vondst van zijn leven te hebben gedaan. Hij rolde het geval over de zeeduinen en maakte hem ergens in het „binnenland" open. Het viel hem bar tegen dat het vaatje alleen maar was gevuld met bessen, die hem bo vendien oneetbaar leken. Hij gooide ze weg en nam de lege ton meer naar huis. Dank zij deze daad van Piéter plukken de Schellingers nu heel wat meer pen-, ningen van de toeristen dan anders het geval zou zijn geweest. De vrucht ver zoende zich met de bodem van Ter schelling en groeide duizendvoudig verder. De cranberries werden de goudstukjes van het eiland. Ze waren en zijn niet alleen lekker op de hand, doch ook uitstekend voor de produk- tie van eigen wijn. Toch doet de toe rist. die besluit Terschellingse cran berrywijn te willen hebben, er goed aan het etiket met extra aandacht, te bekijken. Wie niet uitkijkt, heeftzoeen uit Amerika geïmporteerde fles in zijn handen. Terschelling. Wat een land! Niet inte ressant voor de VW, denk je, want de toeristen struikelen in de zomer nu al over elkaar. Weer een te haastige con clusie, want volgens Rijk van Veen hebben hele volkstammen beneden de lijn Zwolle-Amsterdam nauwe lijks van Terschelling gehoord. Stel je even voor, dat die lijn verschuift naar de linie Parijs-Keulen; geen konij nenhol zou dan voor inwoning be spaard blijven. Het is overigens niet billijk alle gevaar testationeren bij het toerisme. Hetzou best eens kunnen zijn dat, door de ontwikkeling van de milieuvervuiling, de voorkeur van menig toerist voor het eiland bekoelt. De jammerklachten zouden dan op de wal te horen zijn, want de welvaart van Terschelling is immers geïnt op een intensief vreem delingenverkeer. Wie zijn ogen echter de kost geeft, ont- dekt signalen die allesbehalve wijzen op een puntgave toekomst. Op de deur van hetzeehotel „Paal 8" is een briefje geplakt met de mededeling dat de gas ten na een strandwandeling bij het be treden van de hal hun schoenen moe ten uitdoen, omdat er zeer waarschijn lijk stookolie aan zal zitten. Een flesje terpentine staat binnen handbereik, om het smerige goedje te verwijderen. Een ander teken van de opkomende verloedering zijn de dode vogels aan de wadkant. Slachtoffers van de olie. die ook langs die zijde het eiland be dreigt. Sil Maar nu draagt Terschelling nog het beeld van ongereptheid. Zuivere lucht en weerbarstige duinranden, die zich niet gewonnen geven aan de wind. Bruisend zeewater, dat alles wat vies is weer puur maakt. Dat de cor heeft NCRV-regiseur Bob Loe- wenstein uitgezocht voor de verfil ming van het boek Sil de Strandjut ter. Piet Luidenga, de oberkelner van hoteLOpkes. weet er alles van te ver tellen. Zolangs het „gedonderjaag" op het vlakke strand duurde, ruim drie maanden, was Piet van de partij. Zorgde hij voor eten en drinken en de ditjes en datjes ertussendoor. Vreemd filmvolk dat even duur kwam doen? „Fijne mensen", werpt Piet re soluut tegen. „Ze zijn allemaal mijn vrienden geworden. Vanaf filmster Monique van de Ven tot cameraman Jan de Bont. O ja, ik stond vaak tot vier uur 's nachts aan de bar. Heerlijk, man. Maar 's morgens om zeven uur was iedereen weer present En. dan maar aanpoten tot 's avonds zes. zeven „Je hoort de mensen wel eens zeggen: filmsterren? Die kunnen rustig op hun gat blijven zitten. Het geld komt toch wel binnen". Dat is mooi niet waar. Ik heb ze zien ploeteren. Keihard. De strandscne waarin Sil voor het eerst in contact komt met zijn pleegdochter, heeft de meeste indruk op mij ge maakt. Alleen al om de paarden, die nog nooit eerder de zee in waren ge weest en nu de golven in moesten om de reddingssloep in het water te krij gen". Geen woord van kritiek uit de mond van Piet. wel een klein brokje teleur stelling. Terschelling staat bekend als het eiland van arresleeën. Nog steeds wordt 't statige straatmeubel, getrok ken door een kolos van een paardin de stadjes gesignaleerd als het weer er zich even voor leent. Loewenstein had zijn halve gage willen geven als hij ro mantische winterbedden van dit kali- beter in zijn zevendelige serie had kunnen inbouwen. Er viel echter nau welijks een vlokje sneeuw, en dat was dat" „De regisseur heeft er nog een ogen blik over gepeinsd om railsen op het strand te laten leggen en het zand te bedekken met kunstsneeuw. De kos ten van deze operatie bleken echter te hoog. „Jammer". verzuchtPiet, „maar daarom niet getreurd, want. voor zover ik de serie gezien heb in een voorver toning, mogen de kijkers rekenen op een grandioze show". Licht Misschien heeft Piet in zijn jubelend oordeel een tikkeltje chauvinisme la ten meespelen. Niet alleen is „zijn" ei land de sfeervolle achtergrond van het jutterslevcn van Sil, maar ook speelt een hoofdfiguur van het eiland, dominee Saraber, een sleutelrol in de serie. Veel meer komt men niet te we ten. Het licht in hotel „Oepkes" valt plotseling uit. zoals overal elders op het strand. „Ach ja, sinds enkele da gen zijn we aangesloten op het elek triciteitsnet van de wal. Zodoende", reageert Til van Veen adrem. Waarop een gast repliceert: „Dan zie ik het somber in als jullie óók nog het water van de wal geleverd krijgen". Maar ook dan zouden de Schellingers wel voor een oplossing zorgen. Het is niet zo gemakkelijk te zeggen wat er in het eerste jaar van onze christelijke jaartelling op Pinksteren precies gebeurd is. Wat betekent het dat 'de Geest is uitgestort, over alle mensenWat betekenen die tekenen: de stormwind, die vreemde vlammen, dat wonder dat ieder in zijn eigen moedertaal werd aangesproken? Vast staat wel: je kon er niet alleen maar naar kijken, het observeren, je moest positie kiezen. De een geraakt er ook elf door in extase, anderen we ten er geen weg mee en zeggen: wat wil toch dit zijn? Ja, en dan zijn er ook, die negatief positie kiezen; ze gaan spotten: „Ze hebben te diep in het glaasje gekeken, die lui daar zijn dronken". Wc zitten hier op dat won derlijke terrein tussen angst en exta se. Er is een vluchten in de drank bij mensen, die te angstig zijn om de le venswerkelijkheid te aanvaarden. OJ ook: te weinig liefde ondervinden oj zelf geven en als de drank is in de man, is de wijsheid in de kan. Dan gaan inderdaad de remmen los, maar het is maar al te vaak met snelle vaart naar beneden gaan. Drankvrolijkheid is schijn- blijdschap. De spotters die zeggen: „Ze hebben te veel zoete wijn gehad" vergissen zich. Inderdaad zijn ook hier remmen los geslagen. maar dan zoals dat gebeurt bij echte liefde: zichzelf geheel verlie zen in de ander, of beter: in DE AN DERE, in God-Zelf, aangeraakt door zijn Geest. Mens: je bent van God. je leven is van God en je moet het straks bij Hem terugbrengen. Ga nu werken voor de Heer. kracht puttend uit de Geest van Pinksteren. Want die Geest wijst telkens weer op de Here Jezus die in zijn dood en opstanding ons het echte leven vol liefde vêér wil geven. Die telkens zegt: er is verge ving voor ieder die met berouw tot God komt. En dat- herhaalt zich tel kens weer, de eeuwen door. De Geest van Pinksteren gaat ook door de be dding van 'hel gewone', het alledaag se, maar met de bezieling van boven: het leven heeft weer zin. weer doel gekregen. We gaan zien de grote werken van God. We worden kleine mensen in Gods grote wereld. Maar dan mensen met roeping: Gods be vrijding door te vertellen aan alle mensen. En begin dan maar vlak bij huis. Er is werk genoeg! En bij dat werk wordt gezongen. Men kan zelfs erbij in extase komen zon der een druppel drank! A. Elshout, Middelburg llllllllllllllllllllllllllllllllllllilllllllllllllllllllllllllllllllllM De vorige week heeft de synode van de Geref. Kerken twee dagen verga derd, terwijl op de agenda stond, practisch alleen, de openlijke steun aan het antiracismefonds van de We reldraad der Kerken. In 1974 had de toenmalige synode daartoe besloten. Dat was niet vanzelf gegaan. Alge meen was wel het oordeel over het racisme, dat uitgaat van de stelling dat het ene mensenras verheven is boven het andere en daarom een overheersende positie dient in te nemen. Hoewel deze stelling eeu wenlang is aanvaard en door de ker ken met bijbelse teksten is verde digd. zal geen kerk dat tegenwoordig meer doen, zelfs niet die van Zuid- Afrika, tenminste niet op de manier waarop dat vroeger geschiedde met teksten onder andere uit Genesis 9, de vloek van Noach, waarmee in geen geval negers kunnen zijn be doeld. De moeilijkheid in 1974 op de gere formeerde synode (evenals trouwens eerder op de hervormde) lag in het geweld dat door bevrijdingsbewegin gen werd gebruikt om hun doel te be reiken. Het anti-racismefonds mag dan alleen humanitair werk steunen, wie geeft de garantie dat toch geen wapens worden gekocht van het geld dat door de Wereldraad van Kerken aan bevrijdingsbewegingen ter be schikking wordt gesteld? Men heeft deze garantie ook niet willen vragen. Verschillende bevrijdingsbewegingen hebben echter wel vrijwillig verant woording afgelegd van wat er gedaan is met het hen toegekende bedrag. Als kerken zich keren tegen wapen geweld bij de bevrijdingsbeweging, zullen zij zich, wanneer ze rechtlijnig willen wezen, dan ook niet moeten keren tegen alle wapengeweld, waar ter wereld pok. De Wereldraad van Kerken gaat misschien in deze richting. In Nairobi is een resolutie in deze zin aanvaard. Het zal de vraag zijn langs welke lijnen hier de kerke lijke ontwikkeling zich zal gaan ont plooien. Maar. om bij de bevrijdings bewegingen te blijven, op het ogen blik staat die van Rhodesië, welke vooral vanuit Mozambique opereert, in het middelpunt. Daarmee hebben ook nakomelingen van ons Neder landse ras (als we hier van een ras kunnen spreken, wat moeilijk is) te maken, want bij de trek van de Zuid-Afrikaanse boeren, zijn er ook in het tegenwoordige Rhodesië beland en zij hebben de beste delen van de hoogvlakte in bezit genomen. Op at lassen van Zuid-Afrika staat, naast Zuid-West-Afrika (Namibië) ook steevast Rhodesië, dat zich ruim tien jaar geleden, tegen de wil van Enge land, onafhankelijk heeft verklaard en er het blanke minderheidsregiem heeft gevestigd. We kunnen vanuit dit Rhodesië namen lezen als Van der Bijl en andere, die hun afkomst niet verloochenen- Al mag het dan minder zijn dan in Zuid-Afrika, hier zit toch ook een deel van de Nederlandse stam en het Zuid-Afrikaans wordt er nog gekend. De Gereformeerde ker ken in ons land hebben steeds goede contacten gehad met de kerken in Zuid-Afrika, vooral met de Neder duits gereformeerde kerk en met de Geref. Kerk van Z.Afr. (Doppers). Het vorige jaar is de band met de Dop pers verbroken. Het anti racismefonds speelde hier ook wel een rol, maar de voornaamste rede nen bleken toch van theologische aard te zijn. Een jaar eerder had de Nederduits Geref Kerk aan de sy node der Geref. Kerken in ons land. een ultimatum gesteld. De steun aan het anti-racismefonds van de Wereld raad van Kerken moest worden op gezegd, anders zou de band verbro ken worden. En dit moest nog wel gebeuren op de eerstvolgende bijeen komst van de synode in ons land. Dat is niet geschied.De gereformeerde sy node heeft geweigerd zich zo de pin op de neus te laten zetten. Het is ook iets een synodebesluit dat pas geno men is, weer in te trekken. Daarvoor zou toen, onder de gegeven omstan digheden. moeilijk een meerderheid te vinden zijn geweest. Maar. lekker lag dit alles niet. Hoewel men bleef staan tegenover het apartheidsbeleid van de regering van Z.Afr.. dat mede uit de kerk was voortgekomen, zou het algemeen worden betrd wananeer de banden met de Nederduits Geref. Kerk werden doorgesneden. De vo rige week heeft de geref. synodè dan twee dagen vergaderd over het aan hangige punt en het resultaat hebt u kunnen lezen en horen. De synode blijft staan achter het anti- racismefonds. maar wil aan de ker kleden geen aanbevelingen meer doen bij te dragen aan dit fonds. Of men hiermee in Zuid-Afrika tevreden zal zijn, is de vraag. Vermoedelijk zal men er zich bij neerleggen, omdat er ook in de betrokken kerk meerdere stemmen zijn opgegaan om in geen geval de banden te verbreken. Nu zat de geref. synode m een bijzonder moeilijk parket, want zij heeft niet al leen te maken met de blanke Neder duits Geref. Kerk, maar ook met de Zwarte Nederduits Geref. Kerk. die uit het zendingswerk van de eerste is voortgekomen. Verschillende p,*. kanten van deze zwarte kerk httoj aan de VU te Amsterdam en Theologische Hogeschool te Kan;; hun opleiding ontvangen. Desynfe leden hadden niet alleen te mie met het ultimatum van de btwjj broeders, maar ook met de stemn» die kwamen van de zwarte broeden en deze pleitten voor handhaving ve steun aan het anti-racismefonds. E- van hun kerkleiders heeft het voni? jaar op de synode hier de verklahrr afgelegd dat het afwijzen van fe; anti-racismefonds door de zwarte 5. reformeerden in zijn land zou worla gezien als een capituleren van dt Ne derlanders voor de blanke geref::- meerden, ten koste van nen ditu hun land leden onder de gevolgd van de rassenwaan. De geref synode werd zo uiteengetrokken door tie; mogelijkheden die ze beide met Mi- de, of verwijdering van de blanke, oi verwijdering van de zwarte Neder duits Gereformeerde kerk. De kleinsi mogelijke meerderheid was voor he: onverkort handhaven van hetbeski van 1974. De kleinst mogelijke rnt- derheid wilde de banden met anti-racismefonds verbreken. En r: men gekomen tot het aangenocc tussenvoorstel. Nu was erin 1974 tó reeds een tamelijke minderheid tee: daadwerkelijke steun aan het an» racismefonds. Dit kon ook moeiliji worden opgelegd. Men had een spe ciaal postrekeningnummer waart; bijdragen konden worden gestort Dat nummer blijft ook nu gehand haafd en wat er op komt, zal naai Genève worden overgemaakt De sy node mag dan nu geen speciale aan bevelingen meer doen aan de plaats lijke kerken, het hangt nu af van hut kerkeraden of zij dit wèl zullend*: Verder is ook besloten 'jmitg i? openen met de Wereldraad Kt: ken of er voor de gerefomsitae andere weg gevonden kan ma voor steun aan de strijd tegen de ras senwaan dan via het speciale fond! van het PCR (anti-Racisnefoodi) gezien de relatie die de Nederlanden met de blanke en niet-blanke geie formeerden in Zuid-Afrika hebben' Aldus berichtte ons het dagblat Trouw. Op de geref. synode was 00! aanwezig dr. F. O'Brien Geldenhuys, die zich nog al tevreden toonde ove dit resultaat Hij zag het genoma besluit 'als een uitgestoken ha* naar de blanke N. G. Kerk, zodat Óen de verbroken band weer kon opne men'. Waarschijnlijk zullen ze dit we doen, want er is rondom Zuid-Amfc in de laatste twee jaar het een en au der veranderd. De Portugese koto niën, die een beschermende wal wa •ren, zijn zelfstandig geworden, Heti inmiddels duidelijk geworden dat Z.Afrika het minderheidsregiem i) Rhodesië laat vallen. De berichte! over Namibië luiden ook reeds ander dan een jaar geleden. Er woidtoph: ogenblik ïn Zuid-Afrika vrij operJij gepraat over het apartheidsbel:.: Deze wordt nog wel beheerst door de vrees dat. wanneer de apartheid wordt opgeheven, alle blanken het land zullen worden uitgesmeten maar er blijkt toch een grotere be reidheid de problemen die hier lig gen, onder ogen te zien. Het Christe lijk Instituut van dr. Beyers Naudc krijgt meer steun uit Zuid-Afrika zei dan waarop men gerekend had. Nzzi ons verzekerd is. worden vooral jrc* geren er door beïnvloed. De zgn kleine apartheid wordt landen» hand overal opgebroken. Men ante? meer mogelijkheden voor kleurin gen. Doch deze eerste zwaluwen rei ken nog geen lente. Al te goedkoop heeft de geref. synode de overwin®? (zo zien wij het toch) van de Necer- duits Geref. Kerk ook niet willen ma ken. In het besluit staat verder nog dat de synode 'er bij de blanke ge» formeerden op aan dringt zich tester len achter het besluit van de Ge® Oecumenische Synode (GOS) on gemengde huwelijken toelaat en voor gemeenschappelijke kerktwi sten van verschillende rassengtte pen' Aan de blanke broeders wo® gevraagd 'zich in woord en daad oo- dubbelzinnig te keren tegen rasse» discriminatie in het kerkelijke, so ciale en politieke leven van zuio- Afrika'. Voorlopig zal dit nog wel eet vrome wens büjven, maar wanneer« door de twee kerken weer onderis gesproken zal worden, kan dit- p van het besluit moeilijk onder uu« blijven en misschien is men gin eerder bereid er over te sprekendso twee jaar geleden. Met prot. Tio^ kunnen we dit synodebesluit m geheel betreuren, zoals hij oen ut voor de radio. Het blijft een cap lie En met de ouderling die merkte dat de synode in de sin. tegen de rassenwaan de daad van woord heeft gescheiden, kunnen het eens zijn. Geweld past met kader van het Pinksterfeest ma» evenmin past daarin elk toegeven aan de apartheid in de zin van zuid-afrikaanse wetten. h

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 1976 | | pagina 18