V oedselgebrek onderwerp van ongegeneerde machtspolitiek Uitspraak Zeelands staten over Oosterschelde is niet voor tweeërlei uitleg vatbaar UITSLAG VAN ITALIAANSE VERKIEZING LIGT VAST Dijkjes bouwen geulen graven PZC/opinie en achtergrond4 RUIM VIJFHONDERD MILJOEN CHRONISCH HONGERENDEN ZATERDAG 22 MEI 1976 (Van onze correspondent Gerard Verlinden) Nog voordat de Italiaanse verkie zingsstrijd officieel is losgebarsten, zijn in de voorbije weken al heel wat harde klappen gevallen en nog meer harde woorden. Leverden de communisten de kandidatenlijst keurig op tijd, derhalve twee we ken voor het verstrijken van de termijn, in; de onderling sterk ver deelde christen-democraten zaten tot net na de laatste mogelijkheid om de kieslijsten in te dienen (woensdagavond) nog te modderen over een van hun belangrijkste kandidaten: Umberto Agnelli, Fiat-baas nummer twee. Hij wilde wel een plaats op de lijst van de christen-democraten aanvaarden, maar uitsluitend in zijn eigen stad Turijn. Donat Cattin, een van de partijleiders van de christen democraten, wees deze voorwaarde evenwel krachtig van de hand. Dit is slechts een van de vele inci denten, die zich achter de schennen van de „Democrazia Christiana" hebben voorgedaan. Deze partij heeft anno 1976 danig te lijden van de ismen. Om er slechts enkele te noemen: opportunisme, cliëntelis- me, nepotisme en zelfs negativisme, zowel tegenover de eigen partij, als ook tegenover alle andere politieke groeperingen. De christen democraten van Italië beleven tij den van ware rampspoed. Het zit ze niet mee. Hun partijcongres, enkele weken geleden, was het eerste dat integraal door dc televisie mocht worden uitgezonden, en dat pakte verkeerd uit. Poolse landdag Een congres van een partij met minstens zeven stromingen van uit erst links tot tamelijk rechts, kon namelijk niet anders dan ontaarden in een Poolse landdag, waarbij het temperamentvolle Italiaanse bloed ook nog een factor van betekenis is geweest. De partijleden zaten elkaar meerdere dagen en nachten lang in de haren. Zij discussieerden over tal van zaken als de kandidaten of de verhouding ten opzichte van de so cialistische partij, maar hoogst ur gente kwesties als de abortuspro blematiek. de EEG. de NAVO, de ontwikkeling van Zuid-Italië en de redding van de lire. werden zorg vuldig vermeden. Nota bene vraag stukken, die een regeringspartij toch ter harte zouden moeten gaan. Twee andere hoofdstukken uit de bloemlezing van een maand Ita liaanse christen-democraten: begin vorige week werd bekend dat vijf prominente rooms-katholieken zouden uitkomen op de lijst van de communisten. Niet als leden van die partij (dat ontbrak er nog maar aan), maar als onafhankelijken. Dat systeem is volgens de Italiaanse wet mogelijk. De reactie van de Demo crazia Christiana getuigde van doffe berusting. Die van paus Paulus daarentegen van felle weerstand. Zelden heeft een pauselijk woord in de laatste jaren zo hard geklonken: „Onze beste vrienden verlaten ons altijd weer als de moeilijkheden groot zijn. Wij voelen ons verraden". Enkele dagen later weer een nieuwe klap op het hoofd van de christen democraten. In Venetië liet Altiero Spinelli. eveneens onafhankelijk, zich op de lijst van de communisti sche kandidaten zetten. Dat bete kende eveneens en meer nog een klap voor de EEG (en Amerika), daar Spinelli de Italiaanse commis saris voor industrie van de EEG is. Het mag dan ook geen verbazing wekken dat het Turijnse dagblad „La Stampa" een voor de christen democraten verpletterende enquête publiceerde. Geen vluggertje van een obscuur bureau, maar een zeer nauwgezet onderzoek naar de poli tieke ideeën van de Italianen van alle bevolkingslagen, leeftijden, be roepen, religies en landstreken. Volgens dat onderzoek wil 39 pro cent van de Italianen dat commu nisten deel uit zullen maken van de nieuwe regering en het parlement. Ruim 20 procent daarvan vindt het eventueel toelaatbaar als de christen-democraten aan zulk een regering en parlement meewerken. Tweeëndertig procent wil een cen trumlinkse coalitie zonder commu nisten, acht procent (gelijk geble ven) accepteert de neofascisten Het meest verontrustende cijfer, dat te kenend is voor de ontredderde toe stand van de Italiaanse kiezers, is wel dat meer dan een vijfde deel van het Italiaanse volk niet weet welke richting het land uit moet. laat staan op welke partij het moet stemmen Bepaald vernietigend voor de christen-democratische partij is nog dit enquête-gegeven, dat bijna de helft (48 procent) van alle kiezers in de leeftijd van 18 tot 35 jaar een re gering zonder communisten niet langer reëel vindt. Campagne De communisten gaan in alle rust door met hun campagne, geleid door Berlinguer. Niet bepaald een groot redenaar, maar wel een zeer wijs man. Hij geeft precies aan wat zijn partij aan Italië te bieden heeft Laconiek voorspelde hij, wat het re sultaat van een verkiezingsonder- zoek zou zijn. „Italië kan het in de nabije toekomst niet meer zonder communisten in de regering stel len". Tegen de achtergrond van grote verwarring bij de christen democraten en van stoere zelfverze kerdheid is de uitslag van de Ita liaanse verkiezingen op 20 juni a.s, weinig twijfelachtig. De communis ten zullen winnen en de christen democraten verliezen. Wellicht maar met enkele procenten. Genoeg evenwel om de weegschaal ten gun ste van de communisten te doen doorslaan. Zij zullen deel gaan uit maken van regering en parlement. (Van onze speciale verslaggever Fred. Sanders) Meer dan vijfhonderd miljoen wereldburgers hebben chronische honger, zijn ondervoed. Elk jaar sterven tallozen van honger en ondervoeding, een wereldwijde ramp ligt nooit veraf'. Temidden van de eindeloze woordenstroom, de subtiele onderhandelingen en de ongegeneerde machtspoli tiek, die tijdens Unctad IV in Nairobi de boventoon voeren, klinkt zo een verwijzing naar het wer kelijke onderwerp van de conferentie bijna obsceen, schokkend. Regulering van de handel in grond stoffen, verlichting van de schulden last der arme landen, het blijven poli tieke kreten, tot men zich erbij voor stelt wat het werkelijke doel van elke ontwikkelingspolitiek zou moeten zijn: vervulling van de allereerste le vensbehoeften. Dat zijn: een dak bo ven het hoofd, gezondheidszorg, on derwijs en, bovenal, voedsel. Sartaj Aziz, de uit Pakistan afkomstige onderdirecteur van de Wereld Voedsel Raad. was deze week in het Kenyatta Conference Center in Nairobi de tolk van de hongerlijdende mensheid. „Zijn" Wereld Voedsel Raad (binnen kort wordt hij er de hoogste chef, als opvolger van de Amerikaan John Hannah) werd anderhalf jaar geleden opgericht, tijdens de Wereld Voedsel Conferentie in Rome, De WFC is een soort pressiegroep onder auspiciën van de Verenigde Naties, hij heeft de be doeling ervoor te zorgen dat de wereld ook na de conferentie in Rome. en ook in de jaren waarin de oogsten goed zijn. zich bewust blijft van de nader ende hongerramp, en bereid blijft (of wordt) er iets aan te doen. In principe is het niet moeilijk te be denken wat er moet worden gedaan aan de honger in de wereld: meer pro- duktie van voedsel, maatregelen om ervoor te zorgen dat dat voedsel ook daar terecht komt waar de behoeften het grootst zijn. Op korte termijn is het noodzakelijk dat er weer grote voedselvoorraden worden aangelegd, want in tegenstelling tot de jaren zes tig bestaan die voorraden niet meer. Er zijn tekenen, dat het werk aan een verbetering van de internationale voedselsituatie op gang komt. Zo zal de volgende maand het IFAD (Interna tionaal Fonds voor Agrarische Ont wikkeling) worden opgericht. Het be nodigde kapitaal, een miljard dollar, is bijna binnen. De olielanden, de OPEC. Z.E HOUDEN HET KRBINET ZEKER HEEL TOT IK STERK CJENOEC- BEN hebben vierhonderd miljoen dollar toegezegd, de rijke landen samen vijf honderd miljoen. Op langere termijn zal voor het IFAD. dat in de honger- landen moet gaan zorgen voor verbe terde landbouwmethoden en grotere landbouwproduktie. veel meer geld nodig hebben, maar het is interessant dat de olielanden en de westerse lan den onder aanvoering van Nederland, samen de basis hebben gelegd voor een zo belangrijke operatie. V ergroting hulp De tweede eis van de wereldvoedsel- conferentie was: vergroting van de voedselhulp. Op dat gebied is inder daad wat gebeurd. Op jaarbasis be draagt die hulp nu negen miljoen ton (graan). Het streefcijfer was tien mil joen ton. De derde doelstelling: totstandkoming van een systeem van voedselvoorra den. juist ter bescherming van de zwaksten in de internationale maat schappij tegen misoogsten. Daar is nog geen enkele vooruitgang geboekt. Voorgesteld was. dat deze voorraden in totaal dertig miljoen ton zouden be dragen - de verschillende partijen (arme landen. EEG. Amerikanen) zijn niet zo dol op het idee van de buffer voorraden: zij zijn voorstander van de vrije markteconomie, een standpunt dat ook op het terrein van de voedsel- politiek overeenstemming op' wereld niveau in de weg staat. Zonder de Verenigde Staten is elke in ternationale afspraak op dit gebied trouwens onmogelijk. Vooral op het terrein van de handel in voedsel bekle den de Amerikanen een onaantastbare positie, terwijl ook hun produktie gi- He, let wachten is op het eindrap port van rijkswaterstaat. dat in mei moet verschijnen. Zeeland houdt de adem in.Zo besluit de jachten- bouwer en watersportpublicist Jaap Kramer het hoofdstuk ..Stroomver snelling" in zijn boek ..Zee Land", dat deze week verscheen. Het werkje werd in Den Haag gepresen teerd. want daar moet je zijn als je vandaag de dag iets over de Oos- terschelde hebt mee te delen. En Jaap Kramer vindt dat hij dat heeft. Zijn boek besluit met een plan voor beveiliging van de Oosterschelde met een waterdoorlatende dam met nauwe doorstroomgaten. Om het zoute milieu in de Oosterschelde op redelijk peil te houden moet dan naar zijn mening verder een kanaal bij Bath worden aangelegd, waar door water uit de Oosterschelde naar de Westerschelde kan worden allerlei redenen niet meer in de be schouwingen betrokken" En het Ticeede-Kamerlid Schakel van de ARP. die tevens voorzitter is van de vaste kamercommissie voor verkeer en waterstaat zei: „Waf ik zo leuk vmd, is dat de mensen aan het strand altijd bezig zijn met dijk jes bouwen en geulen graven. Zo wordt iedere Nederlander deskun dig op het terrein van de water staat" Kramer heeft het „nieuwe" plan beschreven, voordat bekend werd dat de waterdoorlatende pijlerdam in de monding van de Oosterschelde uitvoerbaar is. ook wat betreft de kosten. Mistroostig merkt hij over een waterdoorlatende constructie op: „Rijkswaterstaat haalde de knapste koppen - intern en extern - erbij om dit probleem te bestuderen. En zowaar, het was mogelijk. Maar helaas - het werd onbetaalbaar duur. Daar zaten we weer. Maar dan bedenken wij wat anders". En verderop in het boek: „Ja, wij heb ben daar zo maar even een Bath- kanaal gemaakt. Een breed en diep kanaal, bijvoorbeeld 300 meter breed en 10 a 15 meter diep". Toen het boek donderdag, nadat minister Westerterp van verkeer en waterstaat als eerste was verrast met een exemplaar, op een perscon ferentie in Nieuwspoort gepresen teerd, bleek de schrijver wat minder voortvarend dan zijn tekstjes doen vermoeden. Hij verzekerde het ge zelschap. dat het niet dé. maar één oplossing is, die toch het bestuderen waard zou moeten zijn. En hij zei dat hij op dit terrein helemaal ama teur is. Toen ik bij het ministerie van verkeer en waterstaat, infor meerde hoe men er daar over dacht, kreeg ik twee reacties. Een informe le, die zo luidde: „Och, het is wel een vriendelijk boek over Zeeland en over de Oosterschelde". Én een formele: „De rijkswaterstaat heeft iets soortgelijks in het verleden al eens bekeken en het vervolgens om Een vriendelijk boek over Steeland en over de Oosterschelde. Dat is hei eigenlijk wel. Dat plan voor de Oos terschelde vormt slechts een deel van het boek. Er staat verder - aan de hand van reeksen jaartallen - veel in over de histbrie van Zeeland En Kramer, die volgens bijgesloten informatie van uitgever De Boer Maritiem „in de ban van Zeeland is geraakt", legt dingen uit over schorren en slikken. Ook is er een hoofdstuk „Zeeuw in Zeeland", waarin de auteur onder meer op merkt: „De Deltawerken hebben het isolement van eeuwen doorbroken. Het eerste gevolg was, dat de Zeeu wen zichzelf als Zeeuw gingen her kennen. Op de andere eilanden wo nen mensen die net als wij leven en werken en denken". Waar heb ik dat toch al eens eerder gelezen, denk je dan. yjZee Land" is voor het grootste aeel geïllustreerd met foto's van Theo Kampa, die blijkens het na schrift van de auteur „vele dagen door de Delta zwierf en erin slaagde om naast het heden ook het verle den in beeld te brengen". Aan het eind van dat naschrift noteert Jaap A. Af. Kramer, spelend met de Zeeuwse wapenspreuk: „Zo'n boek maken is een boeiende, maar lang durige en vaak taaie worsteling met een overvloed aan informatie. Daardoor werd het een enerverende worsteling met de beschikbare tijd. Ook ik ben bovengekomen". Wie „Zee Land" wil kopen, doet ei verstandig aan dat vlug te doen. want het kost nuf 17,50 en na 31 juli komt daar nog eens zeven gulden bij. En ten slotte: het wachten is op het volgende boek over de Ooster schelde en Zeeland. We houden de adem in... gantisch is. Aziz: „In 1975 importeer den de arme landen 55 miljoen ton graan, dat is de helft van de wereldex port. Negentig procent daarvan kwam uit de VS en Canada. Daarbij komt nog. dat de Amerikanen, net als bij de voedselhulp, bij de handel in voedsel vaak politieke motieven laten mees preken. de „agri-power". waar minister van landbouw. Earl Butz, wel eens op zinspeelt. Landen waarvan bijvoor beeld het stemgedrag in de Verenigde Naties de Amerikaanse regering niet bevalt, kunnen rekenen op moeilijkhe den bij het afsluiten van contracten, een gedragslijn die bij veel arme lan den veel kwaad bloed heeft gezet". De vierde doelstelling van de wereld- voedselconferentie was de verbete ring van het niveau van de voeding: in vele gebieden, ook in de wat rijkere ontwikkelingslanden, zoals Brazilië, is het eiwitgehalte, van de dagelijkse voeding onvoldoende. Naar schatting 20 procent van de bevolking van Azië en Afrika is op deze wijze ondervoed, 12 procent van de Latijns- Amerikaanse bevolking deelt dat lot. Ook op dat terrein is nog weinig of geen vooruitgang geboekt, sinds eind 1974. N etto-importeur s Ten slotte, uiteraard samenhangend met de vorige punten, de regulering van de handel in voedingsmiddelen, zoals gezegd, deze handelsstroom gaat voor de helft naar de arme landen. Sinds de Tweede Wereldoorlog zijn in feite alle ontwikkelingslanden netto- importeurs geworden van. voedsel. An ders gezegd: twee derde van de we reldbevolking produceert slechts een derde van de totale voedselvoorraad Van de twee derde die wordt geprodu ceerd in de rijke landen, verdwijnt 60 procent in de magen van koeien en an der vee waama. zoals bekend, slecht: een zevende deel van de oorspronke lijke voedingswaarde, in de vorm van rundvlees, voor de mens beschikbaar komt. Op langere termijn zal de oplossing van het voedselprobleem in de arme landen gevonden moeten worden in die landen zelf. sociaal maximum Een groot probleem voor de oplossin? van het voedselprobleem, de onder voeding van de grote massa's in de arme landen, ligt echter niet alleen in de onderproduktle van voedsel. Die ligt ook in de overconsumptie van voedsel in de rijke rest van de wereld en, niet te vergeten, bij de toplaag in de arme landen. Die ligt ook in de zucht van die toplaag de sociale ge woonten. de technologie van het Wes ten over te nemen. En juist die toplaag heeft, het woord zegt het al, in de meeste arme lander- de macht in handen, bepaalt de priori teiten en zorgt er voor- dat de „staal- r- glasontwikkeling" voortschrijdt, dol prachtige gebouwen als het Kenyatta Conference Center in Nairobi worden gebouwd, terwijl op een paar honderd meter afstand kinderen in de open lucht slapen en gezinnen honger lijden onder geïmproviseerde daken van hout en plastic, slechts gedeelte'P aan het oog onttrokken door oiergi' schilderde reclames van Pepsi-Cola. -L-'e motie waaiw de staten van Zeeland gisteren met grote meerderheid hun stand punt in de Oosterscheldekwestie hebben verwoord, heeft twee dingen heel duidelijk gemaakt. De Zeeuwse politici hebben zich op een enkele uitzondering na loyaal opge steld achter de beslissing van regering en tweede kamer - in november 1974 genomen - om de veiligheid voor de gebieden rondom deze zeearm in het jaar 1985 volgens de normen van de deltawet te garanderen met een half open dam. Maar ze hebben er met een en met. veel gewicht aan toegevoegd dat deze - nu volgens het eindrapport van rijkswaterstaat en minister Westerterp nu mogelijk gebleken - oplossing dan ook in derdaad wordt uitgevoerd. De openmg die de PPR-ffactie via een motie wilde maken naar de oplossing (open Oosterschelde met dijksverhoging) die in hetzelfde kamerdebat van anderhalf jaar geleden met beslistheid van de hand is gewezen, haalde een luttel aantal stemmen. Opvallend was vooral de stemmenverhou ding in de fractie van de Partij van de Ar beid. In de bewogen vergadering van de sta ten van Zeeland, die in 1974 voorafging aan regeringsbeslissing en kamerbehandeling, trad binnen deze fractie een complete scheiding der geesten op. Er was toen een minderheid - onder aanvoering van fractie voorzitter Don - die vasthield aan volledige afsluiting van de Oosterschelde. Een opval lende meerderheid - inclusief de beide PvdA-gedeputeerden - wilde het kabinet steunen om de oplossing van de half open dam op zijn bruikbaarheid te onderzoeken. Dit xeer was het anders. De' PvdA- statenfractie was weer één blok geworden. Een blok dat zich met een grote meerder heid uit de andere partijen uitsprak voor een snelle kabinetsbeslissing over wat in november 1974 aan Zeeland is beloofd en nadien nog verschillende malen door minis ter Westerterp met grote nadruk is her haald. het oog op dit nieuwe Oosterscheldedebat niet had bijgewoond. De algemene teneur uit de discussie giste ren in de staten was: er moet een eind ko men aan de onzekerheid rond de Ooster schelde. We willen nu in Zeeland weten waaraan we met de veiligheid voor de be volking achter deze zeearm aan toe zijn. W.i 'e fractie telde één uitzondering: het sta tenlid Roels. die zich in zijn kwaliteit van kamerlid de afgelopen maanden als een "bekeerling" naar een open Oosterschelde heeft ontpopt en daarvan nu ook in eigen Zeeuwse politieke kring getuigenis aflegde. De verhoudingen tussen hem en een groot deel van de fractie zijn er niet op verbeterd. Dat was in de statenzittdng onderhuids goed te merken. Het werd hem vooral kwa lijk genomen dat hij het fractieberaad met elke waarde zal er in politiek 'Den Haag' worden toegekend aan deze vrijwel unaniem aanvaarde motie in de staten van Zeeland Het gaat er daarbij vooral om hoe de veel meer dan in november 1974 gesloten gelederen in de Zeeuwse PvdA-fractie 'overkomt' en bij de PvdA-ministers in het kabinet en de kamerfractie van deze partij. Er is minister Westerterp van verkeer en waterstaat bij verschillende bezoeken aan Zeeland in de afgelopen anderhalf jaar te verstaan gegeven dat er toch wel op 'moei lijkheden' uit deze provincie moet worden gerekend, wanneer de Oosterscheldekwes tie nog weer een andere kant zou opgaan dan eind'74 is beloofd. In Haagse politieke en ambtelijke kringen viel de laatste tijd nogal eens opmerking te beluisteren dat 'Zeeland voor de Oosterscheldekwestie met in actie komt'. Daarmee werd dan half ge suggereerd dat een protestoptocht met schapen op het Binnenhof en allerlei ander lawaai nog wel eens een handje wil helpen bij de standpuntbepaling. Hoe tegen de achtergrond van dit soort redeneringen de uitspraak van de staten van Zeeland wordt beoordeeld, valt niet te schatten. Ee, lén ding is zo klaar als een klontje: met de Oosterschelde staat minister Westerterp in het kabinet heel wat sterker dan met de vaste oeververbinding Westerschelde. In het eerste geval kan hij zonder meer terug verwijzen naar een kabinetsbeslissing van destijds, die met zeer veel moeite is tot stand gekomen. Dat bepaalde ministers tegenover Westerterp een dreigende hou ding gaan aannemen nu het op de uitvoer ing van die beslissing aankomt is nauwe lijks aan te nemen. De vaste oeververbin ding Westerschelde is tot op dit moment nog niet meer dan een voorstel van Wester terp aan het kabinet. En dat moet nog he lemaal door de molen. Eigenlijk is het Oosterscheldedebat giste ren min of meer bij toeval op de agenda van de staten van Zeeland gekomen op een moment dat een uitspraak van deze kant bijzonder geboden was. Het rapport van provinciale waterstaat over de (on)moge- lijkheid van dijkverhoging en de tijd die daarmee zou zijn gemoeid kon nu in direct verband worden gebracht met het gunstige resultaat van het onderzoek bij rijkswater staat naar de bouw van een half open dam. Voor wat betreft de stem uit het gewest be hoeft er in Den Haag geen misverstand meer te bestaan. We zijn benieuwd. KEES VAN DER MAAS

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 1976 | | pagina 4