'ROBINSON'
Bij Het Leger
gaat geen
draad verloren
DRIEëRLEI
KINDEREN
VAN
ABRAHAM
PZC/laterdagkrant
Een bakvisroman met diepgang van Doeschka Meijsing
Het gebod
der liefde
'Robinson' van Doeschka Meijsing is weer eens
(het aantal onderwerpen voor romans is nu
eenmaal beperkt) een boek over het conflict tus
sen twee generaties. Een conflict zo oud als de
mensheid en dat ook wel nooit zal verdwijnen,
althans niet zolang het patroon blijft bestaan
waarbij de ouders hun eigen kinderen opvoeden,
of handelingen verrichten die daarvoor moeten
doorgaan. Dat dit opvoeden een taak is die vrij
wel niemand aan kan. weet iedereen. Het is dan
ook een gesukkel en een mislukken, wederkerig
en telkens weer. Je kiestje ouders niet en je kiest
je kinderen niet. je hebt ze en je krijgt ze en je
moet het er maar mee doen. De slachtoffers val
len bij bosjes aan beide kanten; elke volgende
generatie denkt het beter te zullen doen en faalt
dan weer even zeer. En met de partner die je wél
gekozen hebt is het veelal ook al tobben. In hu
welijken die niet al te geslaagd zijn (hoe klein zou
het percentage werkelijk geslaagde huwelijken
zijn?) is de opvoeding van de kinderen nog moei
lijker .dan in redelijk gelukkige verbuilenissen.
Want daar zijn de kinderen vaak steen des aan
stoots of buffer en in ieder geval lijden ze onder
de spanningen en wrijvingen thuis.
Doeschka Meijsing geeft in 'Robinson' een ty
pisch geval van een adolescente, een school
meisje van 17 jaar. dat flink in de moeilijkheden
komt. voornamelijk doordat ze eigenlijk altijd
een substituut is voor iets of iemand anders. Het
begon al met haar naam. Robinson Ze had een
jongen moeten wezen; haar vader, een kapitein
op de grote vaart, had een zoon gewenst en die
naam al vastgesteld. Maar er kwam een dochter
en denaam bleef (ik betwijfel of dit wettelijk kan,
maar goed). Robinson moet maar door het leven
met die gekke naam, een extra belasting. Het
huwelijk van haar ouders is slecht. Haar vader
had haar moeder gehuwd om haar grote
schoonheid. Zij weet haar aantrekkelijke uiter
lijk met een ijzeren discipline te conserveren,
blijft een buitengewoon mooie vrouw en lijkt
verder een model-moeder en huisvrouw. Er valt
niets op aan te merken, ook niet op haar gedrag,
hoewel haar man haast nooit meer thuis kom t en
overal liefjes en vriendinnetjes heeft. Mogelijk
heeft dit haar toch ook verbitterd en is Robinson
daar deels weer het slachtoffer van: zij is aanwe
zig om alles op al te reageren. De vader wordt ons
afgeschilderd als een groot charmeur, een
knappe vlotte vent, maar tussen de regels door
valt te lezen dat hij a llesbehalve een goede vader
is. Zo beantwoordt hij nimmer de brieven die zijn
dochter hem trouw schrijft en als hij eens thuis
komt bekijkt hij vrouw en dochter als vreemden
met wie hij nu eenmaal enige tijd optrekken
moet.
Wanneer het boek begint is Robinsons moeder
juist verhuisd van de hoofdstad naar een provin
ciestadje en Robinson moet daar na. een
nieuwe school. De hele zomervakantie met naar
moeder en de inrichting van het nieuwe huis is
op haar zenuwen gaan werken, de school
brengt afwisseling, bevrijding. Hoopt ze. Het zal
anders uitpakken, in het volle jaar dat door het
boek bestreken wordt, gebeurt er heel wat. Ro
binson is een knap jong meisje, wel niet zo'n
schoonheid als haar moeder, maar ze is intelli
gent, gevoelig en heel erg behoedzaam.
„Robinson had een losbol kunnen worden die
haar moeder te vuur en te zwaard best reed. In
plaats daarvan werd ze behoedzaam. Het bu
reau in Robinsons kamer stond zo dat ze met
haar rug naar de deur zat Haar rechte rug en
licht opgetrokken schouders wezen er op dal ze
altijd luisterde naar haar moeders voetstappen
op de trap. Als haar moeder bezig was de was in
de linnenkast te bergen die op de overloop stond
en een rüet te definiëren aantal loopjes naar de
verschillende kamers maakte, beweerde Robin
son dat ze zich niet op haar huiswerk kon con
centreren bij al dat lawaai. Dat was niet waar.
Ze kon zich uitstekend concentreren bij vele de
cibels. Maar het idee dat haar moeder een ge
heimzinnig loopje zou laten eindigen in haar
kamer - waar ze overigens niets strafbaarders
deed dan haar algebraboek ongeopend laten -
maakte haar zenuwachtig en schuldbewust om
niets. En om alles. Een van de opmerkelijkste
gewoontes die ze zich had aangemeten was het
produceren van misleidende geluiden. Ze
schopte haar schoenen uit onder het werk. Niet
omdat ze warme voeten had. Ze schoof haar
stoel achteruit en liep wat door de kamer. Niet
om haar benen te strekken. Stilte is verdacht.
Stilte duidt op verboden dingen. Robinson deed
niets dat verboden was" (p.ll)
letterkundige kroniek door hans w
Zo'n citaat tekent Robmsons situatie en de ver
houdingen. Toegegeven: haar moeder is geen
erg aardige vrouw, maar zij staat overal alleen
voor. Ze is. neutraal gezien, een betere moeder
dan de vader een vader is. Maarzoals het pleegt
te gaan: de aanwezige moeder is enkel maar een
grote hinder en de afwezige vader, die niets doet
dan voor welstand en status zorgen, wordt door
Robinson vereerd en geïdealiseerd. Zij vindt het
nietleuk dathij haarbrieven nooitbeantwoordt,
en zelfs tijdens de korte bezoeken valt hij ook
voor haar door de mand, maar toch is hij de
figuur waarnaar haar genegenheid uitgaat, hij is
een held, een droomfiguur en de zee, die al ge
slachten lang de familie heeft beheerst, heeft ook
grote invloed op Robinsons fantasieleven.
Op de nieuwe school komt ze in contact met een
andere nieuwe leerling, DamelBierwolf, een neef
van de rector en een enfant terrible. Hij is van
een andere school verwijderd en nu per gratie op
proef op de school van zijn oom. Daniel is een
fanatieke wijsneus en een eindeloze kletsmeier,
hij ligt overhoop met alles en iedereen en zich
zelf, is niet helemaal zonder originaliteit, durf en
initiatieven, maar toch een schreeuwerige slap-
hannes. een salonanarchist in de dop. geen echt
fijne kerel. Zodra Robinsons moeder van zijn be
staan weet. fantaseert ze een niet bestaande ro-
mance-tussen haar dochter en Daniel, waar ook
derector door haarin gemengd wordt. Robinson
is terecht woedend, maar weet zich te beheersen.
zegt niets Niettemin duw dit gekonkel haar toch
in de richting van die jongen. Een opvallende
figuur op de overigens erg saaie school is verder
de lerares Duits, Johanna Freida. een char
mante vrouw die kennelijk overhoop ligt met de
rector, zo zeer dat de conflicten tot de leerlingen
doordringen. De bom barst tijdens een school
voorstelling. waarop Daniel provocerende lied
jes zingt. De rector laat de show. die onder regie
van de Duitse lerares stond, afgelasten- Daniel
gaat bij haar zijn excuses maken en neemt Ro
binson mee als schild; het is daar dat Robinson
meent te merken dat Daniel verliefd is op Jo
hanna. En ook hier wordt ze weer 'vervangings
materiaal': wanneer Daniel het haar vraagt,
gaat ze met hem naar bed. gewoon kameraad
schappelijk, hij is haar eerste erotische avon
tuur. Het blijft ook bij die ene keer.
Grote verwikkelingen volgen, wanneer haar va
der voor langere tijd thuis komt. Bij een schaat
stocht ontmoet haar vader Johanna Freida. hij
wordt direct verliefd op haar en zij gaat er op in.
Br ontstaat een vreemde situatie: Daniel is
vriend van Robinson en tevens de rivaal van
Robinsons vader. De situatie spitst zich toe tij
dens een zeiltocht van het viertal, die alleronge
lukkigst verloopt.
Daniel wordt verrader (als het al nodig was. Ro
binsons moeder is alles behalve gek) en licht
Robinsons moeder in. speelt haar de bewijzen in
handen. Deze ziet haar kans schoon om wraak te
nemen via de oudercommissie van de school,
waarin ze zitting heeft: Johanna is tenslotte nog
maar tijdelijk aangesteld.
De afloop laat zich raden, ook voor de twee kin
deren. Daniel zakt en móet de school weer verla
ten. Robinson krijgt twee herexamens en ziet er
geen gat meer in. Johanna moet eveneens ver
dwijnen. Een drama in zakformaat, maar zeer
goed verteld, oprecht, spits, zonder flauwe kul
De sympathie van de lezer gaat uit naar Robin
son. het meisje is echt van goede wil en ze kan er
totaal niets aan doen dat alles loopt zoals het
loopt, Ze heeft er geen schuld aan, ze is enkel
slachtoffer. Alle andere medespelers in dit ver
haal zijn min of meer te laken, ze maken fouten
en moeten 'dus' ook maar boe ten. Robinson ech
ter kan het niet helpen, ze is gewoon zichzelf,
aardig voor iedereen en toch wordt ook zij mee
gesleept en erg ongelukkig.
Het is geen geringe verdienste van Doeschka
Meijsing als schrijfster dat zij met zo'n eenvou
dig gegeven weet te boeien, zelfs de enkele on
handigheden neemt men maar op de koop toe.
Het boek heeft, tot in de titel toe, iets van een
hedendaagse bakvisroman, maar het heeft ook
details in de uitwerking van niet geringe literaire
kracht iHet onderkoeling-, kristalliserings- en
bevriezingsproces van Robinson bijvoorbeeld,
geïllustreerd aan een natuurkundeles, of de tel
kens opduikende zee- en schepenmotieven i.
Doeschka Meijsing is een naam om te onthou
den en 'Robinson' is een boek om te lezen.
Doeschka Meijsing'. Robinson Quendo
Men kan veilig stellen dat de mo
derne mens in het algemeen een af
keer heeft van 'moeten', van 'geboden'
en 'verboden'. Vandaar dat de mo
derne gelovige mens het Rijk van Je
zus Christus liever ziet als een Rijk
van liefde, niet als een Rijk van.Ge
boden en Verboden.
Terecht mag men dit zien als een
vooruitgang in de menselijke evolutie
naar grotere bewustwording en hu
manisering, maar toch mag men
daarbij op straffe van desintegratie
van de menselijke gemeenschap, niet
vergeten dat de liefde zelf een groot
gebod is. ja. naar het woord van Je
zus het grootste gebod. Zijn gebod!
Een gebod dat. allen, die Hem als
'christenen' willen volgen, de ver
plichting oplegt zich tot het uiterste
in te spannen om de liefde die Jezus
predikte, hier op aarde zichtbaar te
maken. Daarbij mag men geen gren
zen trekken voor zijn liefde en zijn
welgezindheid alleen reserveren voor
gelijkgezinden. Christelijke liefde
moet de gehele gemeenschap van
mensen omvattenzelfs de 'vijanden'
dat wil zeggen de mensen die heel
anders zijn dan wijzelf; elk mens hoe
anders van kleur, cultuur of zelfs ge
loof is door de Vader 'gewild' en
daarom in zich beminnenswaardig.
Daarom heeft de Jood Jezus Christus
de grenzen van het uitverkoren Volk
van God verlegd lot aan de grenzen
der aarde en wie weet wellicht lot
aan de grenzen van het heelal. Ieder
een is welkom zonder onderscheid.
Hij ziet iedereen die van goede wil is,
als Zijn vriend en het meest van allen
nog de onaanzienlijken. herders, vis
sers maar oolc de belastinggaarder,
de publieke vrouw en zelfs een zekere
moordenaar. De enige die Hij radi
caal afwijst is de in zichzelf verze
kerde en daardoor verkrampte mens.
En deze 'christelijke' liefde is een te
ken van daadwerkelijk geloof „haar
werd veel vergeven, omdat zij veel
heeft liefgehad". Wie zo leeft heeft iets
van God begrepen, de God die liefde
is en vanouds te boek staat als gena
dig en liefdevol iEx 34.6) en die met
woord en daad is vleesgeworden in
de persoon van Jezus Christus
De taak van de kerken is dus om aan
deze liefde in gemeenschap vorm te
geven De goedheid en trouw die ons
van God uit tegemoet is gekomen
moet ten nu gebruik ik toch weer dat
verfoeide woord 'moeten') in ons wor-
telschieten en vruchtbaar zijn <Ps. 85.
14).
Het hierboven staande is de titel van
een artikel dat prof. dr. D. C. Mulder
schreef in het dagblad Trouw van 10
mei. Hij schreef dit naar aanleiding
van een conferentie die gehouden is
door het Europese Comité van Jo
den, Christenen en Moslims. We le
zen daarin dat er drie jaar geleden
ook zo'n soort conferentie is geweest,
die toen aanleiding werd tot een Ne
derlandse afdeling van dit comité.
Nu zijn er dan in ons land iets meer
dan 60 mensen bijeen geweest, die
voornamelijk kwamen uit Engeland.
Duitsland en Nederland. Dit zijn
blijkbaar de landen waar de pro
blematiek van de moslims in hun
land het sterkste is gevoeld. „Alle
drie godsdiensten waren goed verte
genwoordigd". Het is dus niet een
gesprek geweest van een enkele jood
en een enkele moslim met een grote
meerderheid van christenen. Er zijn
een aantal deskundigen uit deze drie
godsdiensten die in staat zijn zulk
een gesprek te voeren omdat zij niet
alleen hun eigen godsdienst goed
kennen, maar ook weten wat er bij
de andere twee gesprekspartners
leeft en omgaat. Het moeten ook te
vens mensen zijn die het belang en
de noodzaak van zulk een gesprek
inzien.
Prof. Mulder, die nu aan de Vrije Uni
versiteit te Amsterdam de geschie
denis en fenomenologie (leer van de
verschijnselen) van de niet-
christelijke godsdiensten doceert, is
jarenlang hoogleraar geweest aan een
van de universiteiten van het nu zo
zeer door de burgerloorlog geteis
terde Beiroet, de hoofdstad van Li
banon. Hij is een van de mensen in
ons land die het meest op de hoogte
mag worden geacht van de proble
men in het Midden-Oosten en die
door zijn vroegere positie zich intens
heeft moeten bemoeien met hetgeen
er omging in de wereld van de Islam,
alsook in die van het Jodendom; een
man die in staat mag worden geacht
om contacten te leggen tussen aan
hangers van de drie religies en die te
vens bevoegd is wederzijds begrip
tussen aanhangers van deze drie te
bevorderen. Wat zullen mensen te
samen spreken die elkaar helemaal
niet kennen Dan blijft het gesprek
steken in een paar algemeenheden.
En zo veronderstellen we dat deze 60
die bijeen waren, mensen zijn ge
weest die niet alleen hun eigen gods
dienst goed kenden, maar ook de
twee andere die hier in het geding
zijn. Dit 'kennen' moet dan meer zijn
dan wat een ieder in een boek kan le
zen. Zulke gesprekspartners moeten
weten wat de ander beweegt, wat hen
bindt aan hun godsdienst, wat er bij
hun belijden diep in hun ziel omgaat.
Daartoe is niet alleen voldoende dat
men weet wat er in hun heilige ge
schriften staat of in hun min of meer
officiële regels en voorschriften. Toen
in ons land de eerste gesprekken tus
sen protestants- en rooms-
katholieke plaats vonden, werden
uit officiële stukken nog al eens aan
halingen gebruikt, uit kerkorden, be
lijdenisgeschriften en uitspraken van
concilies en pausen en dan was aan
weerszijden nog al eens het verwijt;
maar dat zijn wij niet, zo denken we
niet. zo geloven we niet. En zo iets zal
er ook wel voorkomen wanneer er ge
sprekken worden gevoerd tussen jo
den. christenen en moslims. Het is
waarlijk niet ieders werk zulk een ge
sprek te voeren. Daartoe moet men
wel een meer dan oppervlakkige
kennis van de ander bezitten.
Drieërlei kinderen van Abraham; Ab
raham de vader der gelovigen, Daar
toe rekenen zich zowel' joden als
christenen alsook de moslims. Er
mogen dan heel wat verschillen zijn
tussen deze drie, ons Oude Testa
ment is de H. Schrift van de joden en
in de Koran vinden we terug de ge
schiedenis van de aartsvaders en an
dere gedeelten uit het O. Testament.
Eveneens vinden we in de Koran hele
gedeelten uit het Nieuwe Testament
Joden, christenen en moslims zijn
ook de enige monotheïsten in de ge
schiedenis van de godsdiensten. Zij
kennen en vereren slechts één God,
de God van Abraham, Isaac en Jacob
en daardoor hebben deze religies nog
al wat aanrakingspunten.
De onderlinge verstandhouding tus
sen de belijders van deze drie gods
diensten is nu niet zo best geweest.
Het lot van de joden in de zoge
naamde christelijke landen is een
trieste geschiedenis van de ene ver
volging in de andere. Het woord
godsdienstvrijheid had men toen nog
niet uitgevonden. En het lot van de
joden in de mohammedaanse landen
is geen haar beter geweest. Dit mag
ook wel even worden gememoreerd,
omdat van Arabische zijde nog altijd
het fabeltje wordt rondgestrooid dat
de joden in hun midden niet zijn ver
volgd en het zo goed hebben gehad
tot aan de stichting van de staat Is
raël toe. Ze waren niet alleen tot
tweederangsburgers gedegradeerd,
maar in elk van deze landen hebben
ook gruwelijke pogroms gewoed,
evenals is de Europese landen en
daar niet alleen in Rusland, Ook de
verhouding van christenen en mos
lims is niet best geweest sinds de vol
gelingen van Mohammed het Heilige
Land veroverden en het de pelgrims
lastig gingen maken. De kruistocht®
zijn ze in het Midden-Oosten nog nie;
vergeten, hoewel het al 800 jaar gele
den is dat de kruisvaarders him las',
ste steunpunt in Palestina verlor®
Hoewel we niet kunnen zeggen dat
helemaal geen contacten zijn geween
tussen de belijders van deze ar.t
godsdiensten, in feite hebben u,
naast elkaar en langs elkaar heen gr
leefd. zo niet vijandig tegenover ei
kaar gestaan.
De vorige week zijn we geëindigd met
de vraag of West-Europa in de toe
komst een ontmoetingscentrum zal
worden tussen Islam en Christen
dom. Dit kan niet buiten het Joden
dom om. Daartoe hangen deze drie te
nauw met elkaar samen. In ons land
leeft een minderheid van joden en
door de buitenlandse werknemers is
er ook een minderheid van islamie
ten. Met de joden die er na de laatste
wereldoorlog zijn overgebleven, heeft
men vanuit de kerk goede contacten
en er is wederzijds meer begrip ge
groeid. Dit kunnen we niet zeggen
van de islamiet in ons midden. Dat
ligt ook moeilijker. De moslims die
hier zijn, leven in feite in hun land
van oorsprong. Ze zijn hier tijdelijk
De taal is ook een niet geringe be
lemmering. Wie wel eens met een van
hen in aanraking is geweest, weet
dat Hun wijze van leven en denken is
anders dan de onze. Wanneer het van
de gewone man zou moeten komen
geloven we niet dat er veel mogelijk
heden tot godsdienstige contacten
zullen zijn. Als vreemdelingen zullen
christenen en moslims tegenover el
kaar blijven staan. We hebben de
hulp nodig van mannen als prof.
Mulder. Op de genoemde conferentie
van joden, christenen en moslims
heeft men gesproken over de geloofs
crisis in de religie en daarbij kreet
men vanzelf te maken met 'de uitda
ging die de moderne wetenschap
vormt voor hen. die in Gods openba
ring geloven'. Daarmee hadden ze
alle drie te maken. Hoe moeten we in
deze tijd de profeten lezen? Hebben
de woorden (en daarbij denken we
ook aan de Koran) die vroeger ge
sproken zijn. nog dezelfde betekenis
voor ons? Zo komen er allerlei een
zelfde vragen op in alle deze drie reli
gies. Welke is de betekenis van de
openbaring in het verleden
Behalve dit comité van joden, chris
tenen en moslims, is er ook nog iels
anders dat onze aandacht vraagt
wanneer we er van overtuigd zijn dat
er meerdere contacten mogelijk moe
ten zijn tussen de belijders van deze
drie godsdiensten in ons land. Dat is
het informatie Bureau 'Begrip', ge
vestigd te Santpoort. Dit bureau wil
vooral voorlichting en inlichting ge
ven aan en over islamieten in ons
land. Maar hier komt men natuurlijk
ook met het godsdienstig aspect in
aanraking. De directeur schrijft
daarover in 'De Bazuin' onder ande
re: „Bij ons werk, dat bedoeld is om
begrip te wekken voor de moslims in
ons land. gaan we van de gedachte
uit. dat wij als mensen die geloven in
de éne God. verantwoordelijkheid
dragen voor elkaar en bijgevolg be
reid zijn om voor eikaars godsdien
stige belangen in te staan. We zoeken
dan vanzelf wegen om tot een
relatie-opbouw te komen, in dit geval
tussen moslims en christenen. We
zouden deze relatie-opbouw kunnen
zien als een vorm van samenleving-
opbouwwerk'. Het gaat dus om een
maatschappelijk opbouwwerk, maar
daarbij heeft men onherroepelijk ook
met de godsdienst van de Islam te
maken, die het leven van zijn gelovi
gen voor een belangrijk deel bepaalt.
„Binnen de Nederlandse samenleving
willen we ervoor pleiten dat, op grond
van onze wetgeving met betrekking
van vrijheid van godsdienst rekening
wordt gehouden met de specifieke
godsdienstpraktijken en voorschrif
ten van de Islam". Meer voorlichting
daarover acht men nodig om "het ge
dragspatroon van de moslims te be
lichten. zodat deze niet als iets
vreemds, maar met begrip worden
benaderd". Deze groep moslims leeft
hier in een isolement, wat nog wordt
vermeerderd omdat ze bestaat uit
mensen die weinig of geen onderricht
hebben ontvangen en mede daardoor
behoort tot de allerzwakste groepen
uit onze samenleving.
Het is niet toevallig dat we de laatste
jaren telkens weer iets lezen over de
verhouding christenen-moslims.
Konden we vroeger nog denken dat
deze laatsten slechts tijdelijk in ons
land waren, dat denken we nu niet
meer. De rooms-katholieke kerk heeft
de problemen die hier liggen eerder
ingezien dan de protestantse, wat
mede voortkwam uit het feit dat er in
de zuidelijke provincies eerder en in
grotere aantallen werk vonden dan ui
de rest van ons land, de grote steden
van het westen dan uitgezonderd
Een nijpende vraag is die van het on
derwijs aan moslim-kinderen. Aan dit
zonder godsdienstonderricht De
slechtste houding die kan worden
aangenomen is te doen alsof die is
lamieten niet in ons midden zijn.
h.
ZATERDAG 22 MEI 1976
„We halen nu per jaar in Nederland
ongeveer 5000 ton kleding op. Daar
gaat geen draad van verloren. Wat
we niet via onze kledingwinkels en
beurzen kunnen verkopen, wordt
verknipt tot poetsdoeken. Wat er
dan nog aan restanten overblijft,
gaat naar de linoleumindustrie en
wordt daar verwerkt".
Aan het woord is majoor Sj. Walma,
hoofd van de nationale kledingop-
haaldiensten van het Leger des Heils
in ons land. Bij vrijwel elk Leger des
Heils-korps in ons land is een kle-
dingbeurs of een kledingwinkel waar
het publiek tegen een geringe ver
goeding gedragen kleding kan kopen.
„Die kleding moet goed zijn. Iets wat
ik zelf niet zou willen dragen, wordt
niet verkocht", aldus majoor Walma.
In heel Nederland haalt het Leger des
Heils met vrachtauto's, in de be
kende blauwe kleur met rode emble
men, huis aan huis kleding en schoe
nen op. Ook partijen boeken en meu
belen worden opgehaald en verkocht
Naast het Leger des Heils voert Max
Tailleur een soortgelijke actie. „Tot
nu toe is er geen coördinatie. Het
komt voor dat we samen tegelijk of
kort na elkaar in dezelfde plaats wer
ken. Onlangs zijn er met medewer
kers van de actie van Max Tailleur
afspraken gemaakt voor een gesprek.
Wij willen graag afspraken maken,
zodat wordt voorkomen dat we elk
aar in de wielen rijden".
Chauffeurs en bijrijders van de wa
gens van het Leger des Heils geven
elke morgen in een bepaalde wijk
ongeveer 500 plastic zakken af, die
dan enkele dagen later weer worden
afgehaald. De zakken zijn in vijf ver
schillende kleuren bedrukt. Voor
elke dag wordt een andere kleur ge
bruikt. De opgehaalde goederen
worden in zes depots en in de win
kels gesorteerd. Een flink percentage
van de kleding is nieuw of bijna-
nieuw, en wordt tegen billijke prijs
in de goedkope winkels van het Le
ger des Heils, die overal in het land
zijn gevestigd, verkocht.
Wie een smalle portemonnee heeft en
er toch netjes bij wil lopen, kan in de
Leger des Heils-winkel voor weinig
geld een uitstekend kostuum, een fijn
jurkje, keurige babykleding of een
paar schoenen kopen.
„Het Leger des Heils heeft van ouds
her een sociale functie. Die komt ook
tot uitdrukking in de opzet van deze
kledingwinkels. Omdat wij onze
chauffeurs en andere medewerkers
moeten betalen en het huren van
panden ook geld kost. kunnen we de
kleding niet gratis weggeven. Om die
kosten te dekken, vragen we een
kleine vergoeding. Wordt er toch
winst gemaakt, dan komt die ten
goede aan het werk van het Leger des
Heils", aldus majoor Walma, die de
supervisie heeft over de kledingop-
haaldiensten.
Hulp
Lang niet alle opgehaalde kleding
gaat in de verkoop. Een deel gaat via
verantwoorde kanalen naar ontwik-'
kelingslanden. Bij rampen wordt gra
tis kleding beschikbaar gesteld. Dat
is ook het geval bij noodgevallen in
eigen land. Onlangs nog werd drie
ton schoenen verzonden naar Pales
tijnse vluchtelingen in Jordanié. Por
tugal kreeg vier ton jassen ten be
hoeve van de vluchtelingen uit het
voormalige Angola. Momenteel ligt er
weer een verzoek van een zendings-
post uit India.
„Als het even mogelijk is. helpen we",
licht majoor Walma toe. die vroeger
officier van het inmiddels opgeheven
korps Doetinchem is geweest. De
kleding die niet bruikbaar is. wordt
in balen geperst en verkocht aan de
groothandel in afvalstoffen.
Die sorteren alles opnieuw en snijden
er tien verschillende soorten poets
lappen van. De snippers die daarna
nog overblijven, worden gebruikt in
de linoleumindustrie. „U ziet. er gaat
geen draadje verloren. Alle goederen
die men ons schenkt, krijgen een
maatschappelijke bestemming die
volledig beantwoordt aan ons devies:
waar nood is. moet geholpen wor
den".