'ROBINSON' Bij Het Leger gaat geen draad verloren DRIEëRLEI KINDEREN VAN ABRAHAM PZC/laterdagkrant Een bakvisroman met diepgang van Doeschka Meijsing Het gebod der liefde 'Robinson' van Doeschka Meijsing is weer eens (het aantal onderwerpen voor romans is nu eenmaal beperkt) een boek over het conflict tus sen twee generaties. Een conflict zo oud als de mensheid en dat ook wel nooit zal verdwijnen, althans niet zolang het patroon blijft bestaan waarbij de ouders hun eigen kinderen opvoeden, of handelingen verrichten die daarvoor moeten doorgaan. Dat dit opvoeden een taak is die vrij wel niemand aan kan. weet iedereen. Het is dan ook een gesukkel en een mislukken, wederkerig en telkens weer. Je kiestje ouders niet en je kiest je kinderen niet. je hebt ze en je krijgt ze en je moet het er maar mee doen. De slachtoffers val len bij bosjes aan beide kanten; elke volgende generatie denkt het beter te zullen doen en faalt dan weer even zeer. En met de partner die je wél gekozen hebt is het veelal ook al tobben. In hu welijken die niet al te geslaagd zijn (hoe klein zou het percentage werkelijk geslaagde huwelijken zijn?) is de opvoeding van de kinderen nog moei lijker .dan in redelijk gelukkige verbuilenissen. Want daar zijn de kinderen vaak steen des aan stoots of buffer en in ieder geval lijden ze onder de spanningen en wrijvingen thuis. Doeschka Meijsing geeft in 'Robinson' een ty pisch geval van een adolescente, een school meisje van 17 jaar. dat flink in de moeilijkheden komt. voornamelijk doordat ze eigenlijk altijd een substituut is voor iets of iemand anders. Het begon al met haar naam. Robinson Ze had een jongen moeten wezen; haar vader, een kapitein op de grote vaart, had een zoon gewenst en die naam al vastgesteld. Maar er kwam een dochter en denaam bleef (ik betwijfel of dit wettelijk kan, maar goed). Robinson moet maar door het leven met die gekke naam, een extra belasting. Het huwelijk van haar ouders is slecht. Haar vader had haar moeder gehuwd om haar grote schoonheid. Zij weet haar aantrekkelijke uiter lijk met een ijzeren discipline te conserveren, blijft een buitengewoon mooie vrouw en lijkt verder een model-moeder en huisvrouw. Er valt niets op aan te merken, ook niet op haar gedrag, hoewel haar man haast nooit meer thuis kom t en overal liefjes en vriendinnetjes heeft. Mogelijk heeft dit haar toch ook verbitterd en is Robinson daar deels weer het slachtoffer van: zij is aanwe zig om alles op al te reageren. De vader wordt ons afgeschilderd als een groot charmeur, een knappe vlotte vent, maar tussen de regels door valt te lezen dat hij a llesbehalve een goede vader is. Zo beantwoordt hij nimmer de brieven die zijn dochter hem trouw schrijft en als hij eens thuis komt bekijkt hij vrouw en dochter als vreemden met wie hij nu eenmaal enige tijd optrekken moet. Wanneer het boek begint is Robinsons moeder juist verhuisd van de hoofdstad naar een provin ciestadje en Robinson moet daar na. een nieuwe school. De hele zomervakantie met naar moeder en de inrichting van het nieuwe huis is op haar zenuwen gaan werken, de school brengt afwisseling, bevrijding. Hoopt ze. Het zal anders uitpakken, in het volle jaar dat door het boek bestreken wordt, gebeurt er heel wat. Ro binson is een knap jong meisje, wel niet zo'n schoonheid als haar moeder, maar ze is intelli gent, gevoelig en heel erg behoedzaam. „Robinson had een losbol kunnen worden die haar moeder te vuur en te zwaard best reed. In plaats daarvan werd ze behoedzaam. Het bu reau in Robinsons kamer stond zo dat ze met haar rug naar de deur zat Haar rechte rug en licht opgetrokken schouders wezen er op dal ze altijd luisterde naar haar moeders voetstappen op de trap. Als haar moeder bezig was de was in de linnenkast te bergen die op de overloop stond en een rüet te definiëren aantal loopjes naar de verschillende kamers maakte, beweerde Robin son dat ze zich niet op haar huiswerk kon con centreren bij al dat lawaai. Dat was niet waar. Ze kon zich uitstekend concentreren bij vele de cibels. Maar het idee dat haar moeder een ge heimzinnig loopje zou laten eindigen in haar kamer - waar ze overigens niets strafbaarders deed dan haar algebraboek ongeopend laten - maakte haar zenuwachtig en schuldbewust om niets. En om alles. Een van de opmerkelijkste gewoontes die ze zich had aangemeten was het produceren van misleidende geluiden. Ze schopte haar schoenen uit onder het werk. Niet omdat ze warme voeten had. Ze schoof haar stoel achteruit en liep wat door de kamer. Niet om haar benen te strekken. Stilte is verdacht. Stilte duidt op verboden dingen. Robinson deed niets dat verboden was" (p.ll) letterkundige kroniek door hans w Zo'n citaat tekent Robmsons situatie en de ver houdingen. Toegegeven: haar moeder is geen erg aardige vrouw, maar zij staat overal alleen voor. Ze is. neutraal gezien, een betere moeder dan de vader een vader is. Maarzoals het pleegt te gaan: de aanwezige moeder is enkel maar een grote hinder en de afwezige vader, die niets doet dan voor welstand en status zorgen, wordt door Robinson vereerd en geïdealiseerd. Zij vindt het nietleuk dathij haarbrieven nooitbeantwoordt, en zelfs tijdens de korte bezoeken valt hij ook voor haar door de mand, maar toch is hij de figuur waarnaar haar genegenheid uitgaat, hij is een held, een droomfiguur en de zee, die al ge slachten lang de familie heeft beheerst, heeft ook grote invloed op Robinsons fantasieleven. Op de nieuwe school komt ze in contact met een andere nieuwe leerling, DamelBierwolf, een neef van de rector en een enfant terrible. Hij is van een andere school verwijderd en nu per gratie op proef op de school van zijn oom. Daniel is een fanatieke wijsneus en een eindeloze kletsmeier, hij ligt overhoop met alles en iedereen en zich zelf, is niet helemaal zonder originaliteit, durf en initiatieven, maar toch een schreeuwerige slap- hannes. een salonanarchist in de dop. geen echt fijne kerel. Zodra Robinsons moeder van zijn be staan weet. fantaseert ze een niet bestaande ro- mance-tussen haar dochter en Daniel, waar ook derector door haarin gemengd wordt. Robinson is terecht woedend, maar weet zich te beheersen. zegt niets Niettemin duw dit gekonkel haar toch in de richting van die jongen. Een opvallende figuur op de overigens erg saaie school is verder de lerares Duits, Johanna Freida. een char mante vrouw die kennelijk overhoop ligt met de rector, zo zeer dat de conflicten tot de leerlingen doordringen. De bom barst tijdens een school voorstelling. waarop Daniel provocerende lied jes zingt. De rector laat de show. die onder regie van de Duitse lerares stond, afgelasten- Daniel gaat bij haar zijn excuses maken en neemt Ro binson mee als schild; het is daar dat Robinson meent te merken dat Daniel verliefd is op Jo hanna. En ook hier wordt ze weer 'vervangings materiaal': wanneer Daniel het haar vraagt, gaat ze met hem naar bed. gewoon kameraad schappelijk, hij is haar eerste erotische avon tuur. Het blijft ook bij die ene keer. Grote verwikkelingen volgen, wanneer haar va der voor langere tijd thuis komt. Bij een schaat stocht ontmoet haar vader Johanna Freida. hij wordt direct verliefd op haar en zij gaat er op in. Br ontstaat een vreemde situatie: Daniel is vriend van Robinson en tevens de rivaal van Robinsons vader. De situatie spitst zich toe tij dens een zeiltocht van het viertal, die alleronge lukkigst verloopt. Daniel wordt verrader (als het al nodig was. Ro binsons moeder is alles behalve gek) en licht Robinsons moeder in. speelt haar de bewijzen in handen. Deze ziet haar kans schoon om wraak te nemen via de oudercommissie van de school, waarin ze zitting heeft: Johanna is tenslotte nog maar tijdelijk aangesteld. De afloop laat zich raden, ook voor de twee kin deren. Daniel zakt en móet de school weer verla ten. Robinson krijgt twee herexamens en ziet er geen gat meer in. Johanna moet eveneens ver dwijnen. Een drama in zakformaat, maar zeer goed verteld, oprecht, spits, zonder flauwe kul De sympathie van de lezer gaat uit naar Robin son. het meisje is echt van goede wil en ze kan er totaal niets aan doen dat alles loopt zoals het loopt, Ze heeft er geen schuld aan, ze is enkel slachtoffer. Alle andere medespelers in dit ver haal zijn min of meer te laken, ze maken fouten en moeten 'dus' ook maar boe ten. Robinson ech ter kan het niet helpen, ze is gewoon zichzelf, aardig voor iedereen en toch wordt ook zij mee gesleept en erg ongelukkig. Het is geen geringe verdienste van Doeschka Meijsing als schrijfster dat zij met zo'n eenvou dig gegeven weet te boeien, zelfs de enkele on handigheden neemt men maar op de koop toe. Het boek heeft, tot in de titel toe, iets van een hedendaagse bakvisroman, maar het heeft ook details in de uitwerking van niet geringe literaire kracht iHet onderkoeling-, kristalliserings- en bevriezingsproces van Robinson bijvoorbeeld, geïllustreerd aan een natuurkundeles, of de tel kens opduikende zee- en schepenmotieven i. Doeschka Meijsing is een naam om te onthou den en 'Robinson' is een boek om te lezen. Doeschka Meijsing'. Robinson Quendo Men kan veilig stellen dat de mo derne mens in het algemeen een af keer heeft van 'moeten', van 'geboden' en 'verboden'. Vandaar dat de mo derne gelovige mens het Rijk van Je zus Christus liever ziet als een Rijk van liefde, niet als een Rijk van.Ge boden en Verboden. Terecht mag men dit zien als een vooruitgang in de menselijke evolutie naar grotere bewustwording en hu manisering, maar toch mag men daarbij op straffe van desintegratie van de menselijke gemeenschap, niet vergeten dat de liefde zelf een groot gebod is. ja. naar het woord van Je zus het grootste gebod. Zijn gebod! Een gebod dat. allen, die Hem als 'christenen' willen volgen, de ver plichting oplegt zich tot het uiterste in te spannen om de liefde die Jezus predikte, hier op aarde zichtbaar te maken. Daarbij mag men geen gren zen trekken voor zijn liefde en zijn welgezindheid alleen reserveren voor gelijkgezinden. Christelijke liefde moet de gehele gemeenschap van mensen omvattenzelfs de 'vijanden' dat wil zeggen de mensen die heel anders zijn dan wijzelf; elk mens hoe anders van kleur, cultuur of zelfs ge loof is door de Vader 'gewild' en daarom in zich beminnenswaardig. Daarom heeft de Jood Jezus Christus de grenzen van het uitverkoren Volk van God verlegd lot aan de grenzen der aarde en wie weet wellicht lot aan de grenzen van het heelal. Ieder een is welkom zonder onderscheid. Hij ziet iedereen die van goede wil is, als Zijn vriend en het meest van allen nog de onaanzienlijken. herders, vis sers maar oolc de belastinggaarder, de publieke vrouw en zelfs een zekere moordenaar. De enige die Hij radi caal afwijst is de in zichzelf verze kerde en daardoor verkrampte mens. En deze 'christelijke' liefde is een te ken van daadwerkelijk geloof „haar werd veel vergeven, omdat zij veel heeft liefgehad". Wie zo leeft heeft iets van God begrepen, de God die liefde is en vanouds te boek staat als gena dig en liefdevol iEx 34.6) en die met woord en daad is vleesgeworden in de persoon van Jezus Christus De taak van de kerken is dus om aan deze liefde in gemeenschap vorm te geven De goedheid en trouw die ons van God uit tegemoet is gekomen moet ten nu gebruik ik toch weer dat verfoeide woord 'moeten') in ons wor- telschieten en vruchtbaar zijn <Ps. 85. 14). Het hierboven staande is de titel van een artikel dat prof. dr. D. C. Mulder schreef in het dagblad Trouw van 10 mei. Hij schreef dit naar aanleiding van een conferentie die gehouden is door het Europese Comité van Jo den, Christenen en Moslims. We le zen daarin dat er drie jaar geleden ook zo'n soort conferentie is geweest, die toen aanleiding werd tot een Ne derlandse afdeling van dit comité. Nu zijn er dan in ons land iets meer dan 60 mensen bijeen geweest, die voornamelijk kwamen uit Engeland. Duitsland en Nederland. Dit zijn blijkbaar de landen waar de pro blematiek van de moslims in hun land het sterkste is gevoeld. „Alle drie godsdiensten waren goed verte genwoordigd". Het is dus niet een gesprek geweest van een enkele jood en een enkele moslim met een grote meerderheid van christenen. Er zijn een aantal deskundigen uit deze drie godsdiensten die in staat zijn zulk een gesprek te voeren omdat zij niet alleen hun eigen godsdienst goed kennen, maar ook weten wat er bij de andere twee gesprekspartners leeft en omgaat. Het moeten ook te vens mensen zijn die het belang en de noodzaak van zulk een gesprek inzien. Prof. Mulder, die nu aan de Vrije Uni versiteit te Amsterdam de geschie denis en fenomenologie (leer van de verschijnselen) van de niet- christelijke godsdiensten doceert, is jarenlang hoogleraar geweest aan een van de universiteiten van het nu zo zeer door de burgerloorlog geteis terde Beiroet, de hoofdstad van Li banon. Hij is een van de mensen in ons land die het meest op de hoogte mag worden geacht van de proble men in het Midden-Oosten en die door zijn vroegere positie zich intens heeft moeten bemoeien met hetgeen er omging in de wereld van de Islam, alsook in die van het Jodendom; een man die in staat mag worden geacht om contacten te leggen tussen aan hangers van de drie religies en die te vens bevoegd is wederzijds begrip tussen aanhangers van deze drie te bevorderen. Wat zullen mensen te samen spreken die elkaar helemaal niet kennen Dan blijft het gesprek steken in een paar algemeenheden. En zo veronderstellen we dat deze 60 die bijeen waren, mensen zijn ge weest die niet alleen hun eigen gods dienst goed kenden, maar ook de twee andere die hier in het geding zijn. Dit 'kennen' moet dan meer zijn dan wat een ieder in een boek kan le zen. Zulke gesprekspartners moeten weten wat de ander beweegt, wat hen bindt aan hun godsdienst, wat er bij hun belijden diep in hun ziel omgaat. Daartoe is niet alleen voldoende dat men weet wat er in hun heilige ge schriften staat of in hun min of meer officiële regels en voorschriften. Toen in ons land de eerste gesprekken tus sen protestants- en rooms- katholieke plaats vonden, werden uit officiële stukken nog al eens aan halingen gebruikt, uit kerkorden, be lijdenisgeschriften en uitspraken van concilies en pausen en dan was aan weerszijden nog al eens het verwijt; maar dat zijn wij niet, zo denken we niet. zo geloven we niet. En zo iets zal er ook wel voorkomen wanneer er ge sprekken worden gevoerd tussen jo den. christenen en moslims. Het is waarlijk niet ieders werk zulk een ge sprek te voeren. Daartoe moet men wel een meer dan oppervlakkige kennis van de ander bezitten. Drieërlei kinderen van Abraham; Ab raham de vader der gelovigen, Daar toe rekenen zich zowel' joden als christenen alsook de moslims. Er mogen dan heel wat verschillen zijn tussen deze drie, ons Oude Testa ment is de H. Schrift van de joden en in de Koran vinden we terug de ge schiedenis van de aartsvaders en an dere gedeelten uit het O. Testament. Eveneens vinden we in de Koran hele gedeelten uit het Nieuwe Testament Joden, christenen en moslims zijn ook de enige monotheïsten in de ge schiedenis van de godsdiensten. Zij kennen en vereren slechts één God, de God van Abraham, Isaac en Jacob en daardoor hebben deze religies nog al wat aanrakingspunten. De onderlinge verstandhouding tus sen de belijders van deze drie gods diensten is nu niet zo best geweest. Het lot van de joden in de zoge naamde christelijke landen is een trieste geschiedenis van de ene ver volging in de andere. Het woord godsdienstvrijheid had men toen nog niet uitgevonden. En het lot van de joden in de mohammedaanse landen is geen haar beter geweest. Dit mag ook wel even worden gememoreerd, omdat van Arabische zijde nog altijd het fabeltje wordt rondgestrooid dat de joden in hun midden niet zijn ver volgd en het zo goed hebben gehad tot aan de stichting van de staat Is raël toe. Ze waren niet alleen tot tweederangsburgers gedegradeerd, maar in elk van deze landen hebben ook gruwelijke pogroms gewoed, evenals is de Europese landen en daar niet alleen in Rusland, Ook de verhouding van christenen en mos lims is niet best geweest sinds de vol gelingen van Mohammed het Heilige Land veroverden en het de pelgrims lastig gingen maken. De kruistocht® zijn ze in het Midden-Oosten nog nie; vergeten, hoewel het al 800 jaar gele den is dat de kruisvaarders him las', ste steunpunt in Palestina verlor® Hoewel we niet kunnen zeggen dat helemaal geen contacten zijn geween tussen de belijders van deze ar.t godsdiensten, in feite hebben u, naast elkaar en langs elkaar heen gr leefd. zo niet vijandig tegenover ei kaar gestaan. De vorige week zijn we geëindigd met de vraag of West-Europa in de toe komst een ontmoetingscentrum zal worden tussen Islam en Christen dom. Dit kan niet buiten het Joden dom om. Daartoe hangen deze drie te nauw met elkaar samen. In ons land leeft een minderheid van joden en door de buitenlandse werknemers is er ook een minderheid van islamie ten. Met de joden die er na de laatste wereldoorlog zijn overgebleven, heeft men vanuit de kerk goede contacten en er is wederzijds meer begrip ge groeid. Dit kunnen we niet zeggen van de islamiet in ons midden. Dat ligt ook moeilijker. De moslims die hier zijn, leven in feite in hun land van oorsprong. Ze zijn hier tijdelijk De taal is ook een niet geringe be lemmering. Wie wel eens met een van hen in aanraking is geweest, weet dat Hun wijze van leven en denken is anders dan de onze. Wanneer het van de gewone man zou moeten komen geloven we niet dat er veel mogelijk heden tot godsdienstige contacten zullen zijn. Als vreemdelingen zullen christenen en moslims tegenover el kaar blijven staan. We hebben de hulp nodig van mannen als prof. Mulder. Op de genoemde conferentie van joden, christenen en moslims heeft men gesproken over de geloofs crisis in de religie en daarbij kreet men vanzelf te maken met 'de uitda ging die de moderne wetenschap vormt voor hen. die in Gods openba ring geloven'. Daarmee hadden ze alle drie te maken. Hoe moeten we in deze tijd de profeten lezen? Hebben de woorden (en daarbij denken we ook aan de Koran) die vroeger ge sproken zijn. nog dezelfde betekenis voor ons? Zo komen er allerlei een zelfde vragen op in alle deze drie reli gies. Welke is de betekenis van de openbaring in het verleden Behalve dit comité van joden, chris tenen en moslims, is er ook nog iels anders dat onze aandacht vraagt wanneer we er van overtuigd zijn dat er meerdere contacten mogelijk moe ten zijn tussen de belijders van deze drie godsdiensten in ons land. Dat is het informatie Bureau 'Begrip', ge vestigd te Santpoort. Dit bureau wil vooral voorlichting en inlichting ge ven aan en over islamieten in ons land. Maar hier komt men natuurlijk ook met het godsdienstig aspect in aanraking. De directeur schrijft daarover in 'De Bazuin' onder ande re: „Bij ons werk, dat bedoeld is om begrip te wekken voor de moslims in ons land. gaan we van de gedachte uit. dat wij als mensen die geloven in de éne God. verantwoordelijkheid dragen voor elkaar en bijgevolg be reid zijn om voor eikaars godsdien stige belangen in te staan. We zoeken dan vanzelf wegen om tot een relatie-opbouw te komen, in dit geval tussen moslims en christenen. We zouden deze relatie-opbouw kunnen zien als een vorm van samenleving- opbouwwerk'. Het gaat dus om een maatschappelijk opbouwwerk, maar daarbij heeft men onherroepelijk ook met de godsdienst van de Islam te maken, die het leven van zijn gelovi gen voor een belangrijk deel bepaalt. „Binnen de Nederlandse samenleving willen we ervoor pleiten dat, op grond van onze wetgeving met betrekking van vrijheid van godsdienst rekening wordt gehouden met de specifieke godsdienstpraktijken en voorschrif ten van de Islam". Meer voorlichting daarover acht men nodig om "het ge dragspatroon van de moslims te be lichten. zodat deze niet als iets vreemds, maar met begrip worden benaderd". Deze groep moslims leeft hier in een isolement, wat nog wordt vermeerderd omdat ze bestaat uit mensen die weinig of geen onderricht hebben ontvangen en mede daardoor behoort tot de allerzwakste groepen uit onze samenleving. Het is niet toevallig dat we de laatste jaren telkens weer iets lezen over de verhouding christenen-moslims. Konden we vroeger nog denken dat deze laatsten slechts tijdelijk in ons land waren, dat denken we nu niet meer. De rooms-katholieke kerk heeft de problemen die hier liggen eerder ingezien dan de protestantse, wat mede voortkwam uit het feit dat er in de zuidelijke provincies eerder en in grotere aantallen werk vonden dan ui de rest van ons land, de grote steden van het westen dan uitgezonderd Een nijpende vraag is die van het on derwijs aan moslim-kinderen. Aan dit zonder godsdienstonderricht De slechtste houding die kan worden aangenomen is te doen alsof die is lamieten niet in ons midden zijn. h. ZATERDAG 22 MEI 1976 „We halen nu per jaar in Nederland ongeveer 5000 ton kleding op. Daar gaat geen draad van verloren. Wat we niet via onze kledingwinkels en beurzen kunnen verkopen, wordt verknipt tot poetsdoeken. Wat er dan nog aan restanten overblijft, gaat naar de linoleumindustrie en wordt daar verwerkt". Aan het woord is majoor Sj. Walma, hoofd van de nationale kledingop- haaldiensten van het Leger des Heils in ons land. Bij vrijwel elk Leger des Heils-korps in ons land is een kle- dingbeurs of een kledingwinkel waar het publiek tegen een geringe ver goeding gedragen kleding kan kopen. „Die kleding moet goed zijn. Iets wat ik zelf niet zou willen dragen, wordt niet verkocht", aldus majoor Walma. In heel Nederland haalt het Leger des Heils met vrachtauto's, in de be kende blauwe kleur met rode emble men, huis aan huis kleding en schoe nen op. Ook partijen boeken en meu belen worden opgehaald en verkocht Naast het Leger des Heils voert Max Tailleur een soortgelijke actie. „Tot nu toe is er geen coördinatie. Het komt voor dat we samen tegelijk of kort na elkaar in dezelfde plaats wer ken. Onlangs zijn er met medewer kers van de actie van Max Tailleur afspraken gemaakt voor een gesprek. Wij willen graag afspraken maken, zodat wordt voorkomen dat we elk aar in de wielen rijden". Chauffeurs en bijrijders van de wa gens van het Leger des Heils geven elke morgen in een bepaalde wijk ongeveer 500 plastic zakken af, die dan enkele dagen later weer worden afgehaald. De zakken zijn in vijf ver schillende kleuren bedrukt. Voor elke dag wordt een andere kleur ge bruikt. De opgehaalde goederen worden in zes depots en in de win kels gesorteerd. Een flink percentage van de kleding is nieuw of bijna- nieuw, en wordt tegen billijke prijs in de goedkope winkels van het Le ger des Heils, die overal in het land zijn gevestigd, verkocht. Wie een smalle portemonnee heeft en er toch netjes bij wil lopen, kan in de Leger des Heils-winkel voor weinig geld een uitstekend kostuum, een fijn jurkje, keurige babykleding of een paar schoenen kopen. „Het Leger des Heils heeft van ouds her een sociale functie. Die komt ook tot uitdrukking in de opzet van deze kledingwinkels. Omdat wij onze chauffeurs en andere medewerkers moeten betalen en het huren van panden ook geld kost. kunnen we de kleding niet gratis weggeven. Om die kosten te dekken, vragen we een kleine vergoeding. Wordt er toch winst gemaakt, dan komt die ten goede aan het werk van het Leger des Heils", aldus majoor Walma, die de supervisie heeft over de kledingop- haaldiensten. Hulp Lang niet alle opgehaalde kleding gaat in de verkoop. Een deel gaat via verantwoorde kanalen naar ontwik-' kelingslanden. Bij rampen wordt gra tis kleding beschikbaar gesteld. Dat is ook het geval bij noodgevallen in eigen land. Onlangs nog werd drie ton schoenen verzonden naar Pales tijnse vluchtelingen in Jordanié. Por tugal kreeg vier ton jassen ten be hoeve van de vluchtelingen uit het voormalige Angola. Momenteel ligt er weer een verzoek van een zendings- post uit India. „Als het even mogelijk is. helpen we", licht majoor Walma toe. die vroeger officier van het inmiddels opgeheven korps Doetinchem is geweest. De kleding die niet bruikbaar is. wordt in balen geperst en verkocht aan de groothandel in afvalstoffen. Die sorteren alles opnieuw en snijden er tien verschillende soorten poets lappen van. De snippers die daarna nog overblijven, worden gebruikt in de linoleumindustrie. „U ziet. er gaat geen draadje verloren. Alle goederen die men ons schenkt, krijgen een maatschappelijke bestemming die volledig beantwoordt aan ons devies: waar nood is. moet geholpen wor den".

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 1976 | | pagina 18