ONDERWIJSVRIJHEID
WEER AAN DE ORDE
Zeelands reactie op Oosterschelde-schuifdam
duidelijk: 'geen uitstel meer, geduld is op'
Heftige reacties
na indiening van
voorstel artikel
208 te wijzigen
OVERHEID
MEDE
SCHULDIG
PRIJSSTIJG
AAN
ING
Fins
kabinet
valt
over
btw
ZATERDAG 15 MEI 1976
(Door Bert Donia, directeur van Konsumenten Kontakt)
De
Ooi
/EN HAAG - Het jongste prijsindexcijfer, dat een stijging liet zien van 2.1
procent, is voorpaginanieuws. Daar is ook alle aanleiding voor. want dit cij
fer betekent zogoed als zeker dat de geraamde prijsstijging van 7,5 a 8 pro
cent voor dit jaar niet haalbaar zal zijn. Minister Lubbers heeft dit inmiddels
ook erkend en duidelijk gesteld dat alleen door een snelle daling van met
name voedingsmiddelen de prognose nog gehaald zal kunnen worden.
Deze kans lijkt, gezien de stijgende prijzen op de grondstoffenmarkten. vol
strekt uitgesloten. De regering staat thans voor de vraag, ofwel de zaak te
laten zoals die is. waardoor van een ombuiging van de prijsspiraal dit jaar niet
of nauwelijks sprake zal zijn. ofwel verscherpte maatregelen te nemen, te
neinde zo veel mogelijk overeind te houden van de doelstellingen.
Voor het verscherpen van de maatregelen is het van belang te weten waarop
deze gericht dienen te worden Een globale analyse van de tot nu toe geïncas
seerde prijsstijging (vanaf half december tot half april 4.6 procent) leert dat de
overheid hierbij een forse partij heeft meegeblazen In het prijsindexcijfer van
januari speelde op dit vlak de accijnsverhoging voor alcohol een rol. Daar
naast het instellen van de minimumprijs voor een aantal alcoholhoudende
dranken.
Maar van veel belangrijker invloed op de prijsindex zijn in deze maand de
verhogingen voor gas, water en ucni
geweest Een recent onderzoek van
konsumenten Kontakt heeft aange
toond dat de openbare nutsbedrijven in
1976 hun tarieven belangrijk hebben
verhoogd. Zo gingen de gasprijzen ge
middeld 19 procent omhoog, voor drinkwater 12 procent en voor elektriciteit
21 procent. KK rekende uit dat een gezin voor deze drie posten in 1976 230
gulden meer moest betalen dan in 1975.
OnderwijsministerVanKemenade. te veel macht
(Van onze correspondent)
Den HAAG - Sinds 1848 kent Nederland de vrijheid van onderwijs. Vanaf dat jaar was er geen
toestemming van de gemeenten meer nodig voor het stichten van bijzondere, bijvoorbeeld pro
testantse of katholieke scholen. Men mocht dus scholen stichten, maar men moest wel zelf voor
de kosten opdraaien.
Hij kan algemene maatregelen van
bestuur uitvaardigen, waarop het
parlement pas achteraf controle kan
/ok het prijsindexcijfer van februari ondervindt nog invloed van deze ver
hogingen. In het aprilcijfer laat de overheid zich wederom niet onbetuigd. Al
lereerst de huurverhoging met een invloed van 0,7 procent, de accijnsverho
ging voor benzine en niet te vergeten de briefport.
Ook op recreatiegebied heeft de overheid, in dit geval de gemeenten, in
vloed. De stijging van de campingprijzen, ook in de aprilcijfers verwerkt, wordt
namelijk niet alleen veroorzaakt door camping-eigenaren, die er een extra
schepje bovenop leggen, maar bovendien doordat gemeenten vaak voorschrij
ven dat bepaalde voorzieningen op campings moeten worden getroffen. Voor
zieningen die geld kosten; de kosten worden pijlsnel doorberekend aan de re
creant.
Naast de briefport was normaal gesproken op 1 april ook een tariefwijziging
voor de telefoon doorgevoerd (abonnementsprijsverhoging van 22 naar 24 gul
den per maand). Gelukkig is mede dankzij de activiteiten van KK deze laatste
stijging uitgesteld tot augustus. Gebleken was namelijk dat de PTT de aange
kondigde tariefstelling voor 1976 had gebaseerd op oude, inmiddels achter
haalde cijfers, zoals een loonkostenstijging met 12 procent. Berekeningen
toonden aan dat de loonkostenstijging bij de PTT met circa 10 procent zouden
stijgen. Dit betekende een meevaller van 56 miljoen gulden, die naar de me
ning van KK tot uitdrukking moest worden gebracht in de tarieven.
Inmiddels zijn behalve de abonnementsprijs wel een aantal andere telefoon
tarieven verhoogd. De overheid is nooit zo kinderachtig met verhogingen,
want deze stijgingen varieerden van 11 tot 50 procent. Al met al is uit dit re
laas duidelijk geworden dat in de afgelopen maanden de prijsstijgingen mede
werden veroorzaakt door de overheid zelf.
-Dij deze opsomming is soms niet eens rekening gehouden met allerlei andere
maatregelen, zoals verhoging van de motorrijtuigenbelasting, legeskosten. de
invoering van onroerend-goedbelasting en nog wat van deze zaken die niet tot
uitdrukking komen in het prijsindexcijfer, maar uiteraard wel in de porte
monnee van de consument merkbaar zijn-
Als dus op dit moment bij de betrokken ministers een zekere mate van
machteloosheid bespeurbaar is ten aanzien van het prijzenbeleid, dan geldt
dit niet voor de tarieven waarop zij zelf rechtstreeks invloed kunnen uitoefe
nen. Bij de mogelijke maatregelen die de overheid wellicht gaat nemen mag zij
zichzelf vooral niet buiten schot laten.
Het heeft tot 1917 geduurd, voordat
de financiële gelijkstelling van het
openbaar en bijzonder lager onder
wijs een feit was. Ieder die zijn vader
landse geschiedenis niet helemaal
vergeten is, zal weten, dat de christe
lijke partijen een groot deel van de
19e eeuw daarvoor hun „schoolstrijd"
hebben gestreden. Sindsdien is in
etappen ook de financiële gelijkstel
ling voor het voortgezet onderwijs tot
en met het wetenschappelijke door
gevoerd.
Het grondwetsartikel, waarin de
vrijheid van onderwijs is geregeld -
208 - is na 1917 nooit meer gewijzigd.
De zogenaamde „pacificatie" (bevre
diging) was tot stand gekomen. De
roerige jaren zestig leverden echter
D'66 op. Een partij, die zich sterk
maakte voor staatsrechtelijke her
vormingen. Met als resultaat: de in
stelling van de staatscommissie
Cals-Donner. die zich ging bezighou
den met een herziening van de
Grondwet. Ook artikel 208 is daarbij
niet buiten schot gebleven.
Begin april diende de regering on
der meer een voorstel in bij de
Tweede Kamer om artikel 208 te wij
zigen. Een voorstel, dat meteen hef
tige reacties opleverde. KVP, CHU en
WD spraken van een „ernstige aan
tasting van de vrijheid van onder
wijs". Ook de organisaties van het
protestants-christelijk en rooms- ka
tholieke onderwijs gaven uiting aan
hun bezorgdheid. De minister van
onderwijs zou volgens hen te veel
macht krijgen.
Wat zijn nu de voorgestelde wijzi
gingen en wordt daarmee de vrijheid
van onderwijs werkelijk bedreigd? In
de huidige Grondwet wordt bepaald,
dat de voorwaarden waarop het bij
zonder onderwijs subsidie krijgt, bij
wet geregeld moeten worden. Dat be
tekent, dat deze voorwaarden pas in
werking kunnen treden, als ze door
het parlement zijn goedgekeurd. Het-
zelfde geldt voor de eisen van deug
delijkheid, waaraan het bijzonder
onderwijs evenals het openbaar on
derwijs moet voldoen.
Volgens de nieuwe tekst kan de
minister van onderwijs ook voor
waarden stellen „krachtens de wet"
Het nieuwe
artikel 208
Het geven van onderwijs is vrij
behoudens het bij de wet te re
gelen toezicht van de overheid.
De wet kan regels stellen ter
bescherming van de gezond
heid en, voor wat bij de wet
aangeivezen soorten van on
derwijs betreft, ten aanzien
van de bekwaamheid en zede
lijkheid van hen die onderwijs
geven.
De wet regelt het openbaar
onderwijs ;«.et eerbiediging van
ieders godsdienst en levenso
vertuiging Zij verzekert dat-
overal voldoende gelegenheid
wordt gegeven tot het ontvan
gen van openbaar basisonder
wijs en dat voldoende is^ voor
zien in de behoefte aan bij de
wet aangewezen andere soor
ten van openbaar onderwijs.
Voor zover deze aan bij of
krachtens de wet te stellen
voorwaarden voldoen, ivorden
het bijzonder onderwijs en bij
dé wet aangewezen andere
soorten van bijzonder onder
wijs naar dezelfde maatstaven
als het overeenkomstige open
baar onderivijs uit de openbare
kas bekostigd.
De in het voorgaande lid be
doelde voorwaarden eerbiedi
gen de vrijheid van richting,
waaronder met name zijn be
grepen de keuze van de leer
middelen en de aanstelling van
hen die onderwijs geven. Zij
worden met inachtneming van
de vrijheid van richting zoda
nig geregeld, dat de deugde
lijkheid van het bijzonder on
derwijs even afdoende wordt
gewaarborgd als die van het
openbaar onderwijs.
I (?.6,EIGÏKI HRBRD 15
GOUD WBBRO
RR-DI6E SCHEIDSRECHTER. ,BR-OIGE MRN
fZUl IKM0R6EN EENS VERMISSEN) HU-EEN EEN
BEETJE PBRTy-DIG
Het huidige
artikel 208
Het onderwijs is een voorwerp
van de aanhoudende zorg der
Regering.
Het geven van onderivijs is
vrij, behoudens het toezicht
van de overheid en voor wat
bij de wet aangewezen vormen
van onderivijs betreft, het on
derzoek naar de bekwaamheid
en zedelijkheid van hen die
onderwijs geven, een en ander
bij de wet te regelen.
Het openbaar onderwijs
wordt met eerbiediging van ie
ders godsdienstige begrippen,
bij de wet geregeld.
In elke gemeente wordt van
Overheidswege voldoende
openbaar algemeen vormend
lager onderwijs gegeven in een
genoegzaam aantal scholen.
Volgens bij de wet te stellen re
gels kan afwijking van deze
bepaling worden toegelaten,
mits tot het ontvangen van zo
danig onderwijs gelegenheid
wordt gegeven.
De eisen van deugdelijkheid,
aan het geheel of ten dele uit
de openbare kas te bekostigen
onderwijs te stellen, worden bij
de wet geregeld, met inacht
neming, voorzover het bijzon
der onderivijs betreft, van de
vrijheid van richting.
Deze eisen worden voor het
algemeen vormend lager on
derivijs zodanig geregeld, dat
de deugdelijkheid van het ge
heel uit de openbare kas be
kostigd bijzonder onderwijs en
van het openbaar onderwijs
even afdoende wordt gewaar
borgd. Bij die regeling wordt
met name de vrijheid van het
bijzonder onderwijs betref
fende de keuze der leermidde
len en de aanstelling der on
derwijzers geëerbiedigd.
Het bijzonder algemeen vor
mend lager onderwijs, dat aan
bij de wet te stellen voorwaar
den voldoet, wordt naar de
zelfde maatstaf als het open
baar onderwijs uit de openbare
kas bekostigd. De wet stelt de
voorwaarden vast, waarop
voor het bijzonder algemeen
vormend middelbaar en voor
bereidend hoger onderwijs bij
dragen uit de openbare kas
worden verleend.
De koning moet jaarlijks van
de staat van het onderwijs aan
de Staten-Generaal verslag
geven.
uitoefenen Ook lagere overheden
(provincies, gemeenten) zouden de
mogelijkheid kunnen krijgen voor
waarden te stellen.
In het partijblad van de ARP „Ne
derlandse Gedachten" schrijft het
Tweede-Kamerlid mevrouw J G.
Kraaijeveld-Wouters (ARP), dat het
begrip „bij wet" al vanaf het begin
gehanteerd wordt als „bij of krach
tens wet". Voor veel zaken hoeft er
dan geen aparte wet te worden ge
maakt, maar kan in een wet de be
voegdheid overgedragen worden aan
de regering.
Mevrouw Kraaijeveld-Wouters:
„Reeds tientallen jaren werkt men zo
met het begrip „bij wet". Er zijn aller
lei voorbeelden van in de kleuteron
derwijswet. de lager onderwijswet
etc. Het Academisch Statuut, dat be
rust op de wet op het wetenschappe
lijk onderwijs is bijvoorbeeld een
boekwerk, waarin praktisch de ge
hele inrichting van het wetenschap
pelijk onderwijs wordt geregeld".
„Als het de bedoeling is de grond
wet aan die praktijk aan te passen,
wordt daardoor althans de vrijheid
van onderwijs niet beperkt. Integen
deel, wie de term „bij de wet" wil
handhaven, wil in feite de minister
van onderwijs vrijheden ontnemen
die hij nu wel bezit", zei ARP-
fractieleider Aantjes begin april op de
partijraad van zijn partij.
Aantjes broeders in het christelijke
kamp. KVP en CHU, zien echter wel
degelijk een bedreiging van de
vrijheid van onderwijs. Er wordt vol
gens de KVP-fractie in de Tweede
Kamer geen onderscheid meer ge
maakt tussen de eisen van deugde
lijkheid en de voorwaarden voor be-
kosting van het bijzonder onderwijs.
„Deze nieuwe bekostigingsvoorwaar
den houden dus meer in dan alleen
technische subsidie-voorwaarden",
aldus een door de KVP-fractie uitge
geven verklaring.
In het huidige artikel heelt het be
grip „eisen van deugdelijkheid" vol
gens de KVP de functie de wetgever
(regering en parlement) op een af
stand te houden van het bijzonder
onderwijs. In de nieuwe tekst wordt
de wetgever volgens de KVP als het
ware uitgenodigd actief op te treden
en als het ware allerlei zaken te gaan
regelen. Een suggestie, die volgens
mevrouw Kraaijeveld onvoldoende
grond vindt in de nieuwe tekst.
De Grondwet wordt gemoderni
seerd, artikel 208 aangepast aan een
al lang bestaande praktijk. Een uit
spraak van het CHU-Eerste- Kamer
lid prof. Van Hulst - „De minister
(Van Kemenade van onderwijs, red.)
is op'het ogenblik bezig een uit
slaande brand met een glas water te
blussen" - is nogal overdreven. De
tegenstanders zien een binnen
brandje aan voor een uitslaande
brand. Wat niet wil zeggen, dat de
regering aan éen glas water genoeg
zal hebben om de wijziging van arti
kel 208 door de Tweede Kamer te
krijgen.
He
(Van onze correspondent)
LELSINKI - Voor de 59e keer
sinds de vrede van Parijs in 1947
werd gesloten moet in Finland
weer een nieuwe regering worden
gevormd De laatste regering on
der premier Miettunen struikelde
over een verhoging van de btw
van 11 naar 13 procent, en zelfs
president Urho Kekkonen, een
echte landsvader sinds 1956, kon
deze catastrofe niet verhinderen.
Zijn land met zijn 5 miljoen inwo
ners leeft sedert de vredesover
eenkomst die op 13 maart 1940
met de SowjeLUnie werd gesloten,
onder de slagschaduw van deze
buurman Met het oog hierop
durfde men zelfs de Marschall-
hulp niet te accepteren.
President Kekkonen heeft door
de jaren heen te kampen gehad
met overheersende moeilijkheden
op politiek gebied. Men heeft ge
bieden zoals Karelimoeten af
staan aan de Russen, die er een
oorlogsbasis van hebben gemaakt.
Bovendien probeert de commu
nistische partij, alhoewel gesplitst
in twee delen, de overmacht te
krijgen in de coalitie. Momenteel
bestond die uit vijf partijen: de
Centrum Partij, de zogenaamde
Zweedse Volkspartij (Finland is
net als België tweetalig), de Libe
rale Volkspartij, de sociaal
democraten en de communisten.
Premier Miettunen is er niet in ge
slaagd deze coalitie tot een een
heid te vormen omdat voorname
lijk de vrij sterke communisten
zich tegen deze verhoging van de
btw keerden.
De communisten in Finland zijn
trouwens een hoofdstuk apart. Er
zijn twee groepen: Stalinisten en
revisionisten, geleid door respec
tievelijk Saarinen en Sinisalo. Nu
premier Miettunen zijn ontslag
heeft ingediend wordt een
vierpartijen- regering voorgesteld,
waarbij de macht van de commu
nisten aanzienlijk beperkt zou
moeten worden. Of men daarin zal
slagen is natuurlijk een vraag.
Revisionisten en Stalinisten heb
ben nu elk een recept voor succes.
Saarinen en zijn vrienden willen
de constitutionele weg naar het
communisme voortzetten, terwijl
Sinisalo de militante weg prefe
reert. Hierbij worden stakingen
voor politieke doeleinden ge
bruikt.
De Stalinisten hopen het toe
komstige minderheidskabinet in
verlegenheid te brengen door on
rust in de industrie te veroorzaken
en door de leiding van de vakver
enigingen over te nemen van
sociaal-democraten en de revisio
nisten. Dit is geen loos dreige
ment. De Finse communisten be
zitten aanzienlijke macht in de
vakbeweging en beheersen onge
veer de helft van de vakbonden.
Hun grootste invloed hebben ze
bij de metaalarbeiders en bouw
vakkers.
Sinisalo en Saarinen zullen dus
elk op eigen houtje respectievelijk
onrust verwekken en compromis
sen zoeken en waarschijnlijk nu
en dan elkaar ontmoeten om hun
resultaten te vergelijken. Daarop
heeft president Kekkonen vrijwel
geen invloed. Hij die het meeste
wint met zijn methode zal ver
moedelijk de macht veroveren.
Het is een manier om voor de
communistische partij als geheel
het grootste voordeel te verwer
ven. Wanneer het een wat ver
warde procedure lijkt, dan is die
slechts een weerslag van de situa
tie van de communistische bewe
ging en de huidige invloedssfeer
van de SowjetrUnie in Finland.
Liet bewogen stem verklaarde minister
Westerterp van verkeer en waterstaat op
woensdag 21 november 1974 in de tweede
kamer: „Aan de onzekerheid voor Zeeland
over de Oosterschelde moet een definitief
einde komen De beslissing van de regenng
is daarop gericht." De anderhalf jaar die
sindsdien zijn verlopen hebben er allesbe
halve toe bijdragen dat Zeeland het vol
ste vertrouwen kon hebben in de afloop van
de studies bij rijkswaterstaat naar de moge
lijkheden om in de monding van de Ooster
schelde een half open dam met schuiven te
bouwen.
En minister Westerterp was in die
periode bepaald niet de man die optimisme
op dit punt voedde. Toch beschikt hij nu
over een eindrapport van rijkswaterstaat
dat. hem in staat stelt om het kabinet met
klem voor te stellen te besluiten tot wat
Zeeland in november 1974 aan Zeeland is
beloofd: een punt zetten achter het Ooster-
scheldedebat. dat de laatste maanden weer
helemaal opnieuw dreigde te beginnen.
Zichtbaar opgelucht oogde minister Wes
terterp donderdagavond in de camera's van
het NOS-joumaal om te vertellen dat zijn
pessimisme van de laatste maanden onge
grond was geweest De half open dam kan
er komen. Aan alle drie zogenaamde 'ont-
bindende voorwaarden' die het besluit van
'74 weer ongedaan zouden kunnen maken, is
tegemoet gekomen: technisch zijn er geen
onoverkomelijke problemen, het werkstuk
kan in 1985 klaar zijn en de afgesproken
kostenmarge hoeft niet verder dan met en
kele procenten te worden overschreden. Het
is duidelijk dat tegen het einde van de stu
die alles (en vooral de prijscalculatie) op
scherp is gezet om het zo ver te krijgen Het
zou namelijk donderen geworden zijn in het
kabinet wanneer de beslissing over die half
open dam had moeten worden teruggeno
men.
W esterterp heeft weliswaar gevraagd en
ongevraagd steeds onverschrokken volge
houden dat het zonder meer 'terug naar het
oude plan' zou worden, zodra de zaak er
gens fout liep Maar hij wist tegelijk dat de
Oostcrschcldc in de regeringsclub tot een
van de moeilijkste hobbels was uitgegroeid.
nader bekeken
Het andere uiterste - open Oosterschelde
met dijkverhoging - zou voor weer andere
ministers (inclusief Westerterp zelfi een on
verteerbare zaak zijn geworden. En daarom
moest het destijds gevonden compromis,
waarover financieel almaar somberder werd
gedaan, eigenlijk wel als de enige haalbare
oplossing boven water komen. In de tweede
kamer dienden zich ook steeds meer voor
standers aan van de gedachte om zo nodig
nog maar enkele honderden miljoenen ex
tra op tafel leggen voor een half open dam
in de Oosterschelde. wanneer het niet an
ders kon.
Intussen blijken nu de angels uit de Oos-
terscheldeproblematiek. Op grote politieke
moeilijkheden behoeft niet meer te worden
gerekend. De half open dam kan worden
gebouwd op de condities, die daarvoor in
november 1974 gesteld. En daarom kan Zee
land nu eisen dat er ook inderdaad op korte
termijn wordt begonnen met de uitvoering
van een project voor beveiliging van het
Oosterscheldegebied dat al een uitstel van
zeven jaar (aanvankelijk was 1978 het jaar
van de afsluiting, nu wordt het 1985) in zich
bergt Iedere verdere vertraging is onnodig
en onaanvaardbaar, zoals het college van
gedeputeerde staten kort geleden nog eens
zonder veel omwegen heeft vastgesteld in
een reactie op het rapport van het inge
nieursbureau Dwars Heederik en Verhey
over de mogelijkheden tot dijkverhoging.
Trouwens: uit het rapport van rijkswater
staat aan minister Westerterp blijkt dat er
heel snel knopen moeten worden doorge
hakt, wil niet opnieuw een werkseizoen in
de monding van de Oosterschelde verloren,
gaan. Als uiterste datum werd genoemd 1
augustus aanstaande. Staat dan nog niet
vast wat er moet gebeuren dan kan de ui
terste termijn voor de oplevering van een pij-
lerdam met schuiven in de Ooslerschelde-
monding in gevaar komen.
Zeeland mag intussen ook van regering en
tweede kamer verwachten dat de in 1974
gekozen en nu dus mogelijk geworden op
lossing voor de Oosterschelde in alle op
zichten (ook financieel) wordt beoordeeld
naar het gewicht dat er in de politieke dis
cussie steeds aan is toegekend, voor een
gebied met een natuurwetenschappelijke
waarde die van nationale, ja zelfs van we
reldwijde betekenis is. En dat houdt m dat
de rekensommen voor de investeringen in
deze oplossing van een half open dam op
een ander stapeltje thuis horen dan die van
bijvoorbeeld de vast oeververbinding Wes-
terschelde.
Het staat nu al vast dat er na de beslissing
van de regering over de Oosterschelde
(vermoedelijk rolt die uit het kabinetsbe
raad van vnjdag 28 mei) nog een nieuw de
bat over de kwestie in de tweede kamer zal
worden gehouden. Uiteraard zullen dan de
totale afsluiting en de open Oosterschelde
met dijkverhoging niet buiten de discussie
blijven. Veel wijst er overigens op dat het
om niet meer zal gaan dan nog enkele poli
tieke schermutselingen om de zaak in
evenwicht te houden. De reactie uit Zeeland
zal ondubbelzinnig zijn: „Aan de slag nu.
Geen enkel uitstel meer. Het geduld is op."
KEES VAN DER MAAS.