Praten 'arm
in Nairobi
(UNCTAD
problemen
en 'rijk'
4)
dood.
Twee Hondurezen
te gast
aan een
Nederlandse
tafel
PZG/zaterdagkrant
ZATERDAG 8 MEI 1976
Van een onzer redacteuren)
Zial de UNCTAD IV in Nairobi (Kenya) iets opleveren dat lijkt
op het begin van een poging om de Derde V/ereld uit het slop te
halen? Zal de ontmoeting tussen de arme en de rijke landen een
xoereldgrondstoffenplan op tafel weten te brengen of is dat idee
j om de ontwikkelingslanden wat minder afhankelijk te maken
van de schommelingen in de prijzen die ze voor hun basispro-
dukten kunnen bereiken al bij voorbaat tot mislukken gedoemd?
Zullen na vier weken vergaderen alle probelemen die zijn aan
gedragen opnieuw zijn doodgepraat? De vierde wereldhandels
conferentie van de Verenigde Naties is nu enkele dagen aan de
gang in Nairobi. De start was - evenals bij de drie vorige
UNCTAD-ontmoetingen - uiterst moeizaam. Hoge verwachtingen
van echte resultaten waren bij de delegaties die naar het Afri
kaanse gastland afreisden nauwelijks te ontdekken. In de EEG
was er u met uitzondering van Nederland - weinig animo om aan
ie harde eisen van de Derde V/ereld ook maar enkele stappen
tegemoet te komen. Veel zal er van afhangen hoe de houding
van de Verenigde Staten - vertolkt door minister van buiten
landse zaken Kissinger - bij de ontwikkelingslanden 'overkomt'.
Voor het rijke westen spelen twee overwegsingen een sleutelrol:
de plaats van de derde wereld in de verbetering van de interna
tionale economie en de functie van de ontwikkelingslanden als
bewakers van een ongestoorde grondstoffenaanvoer.
Dijna alle landen van de wereld
(153 in totaal) nemen deel aan deze
vierde vierjaarlijkse conferentie van
de Verenigde Naties over handel en
ontwikkeling. De ontwikkelingslan
den. die in aantal de meerderheid
van conferentiedeelnemers vormen,
zullen hier hun pogingen een nieuwe
en voor hen gunstiger economische
wereldorde tot stand te brengen,
voortzetten. Een eerste aan dit stre
ven gewijde conferentie was de spe
ciale zevende Algemene Vergadering
van de Verenigde Naties vorig jaar
september in New York. Deze ze
vende VN-conferentie betekende in
zoverre een vooruitgang voor de
ontwikkelingslanden, dat er althans
over hun moeilijkheden en wensen
werd gepraat. Zij eindigde met de
aanvaarding van een resolutie,
waarin de industrielanden zich ver
bonden tot economische samenwer
king met de ontwikkelingslanden. In
de conferentie in Nairobi zal nu ge
tracht moeten worden om de poli
tieke wilsbesluiten tot economische
samenwerking, genomen op de ze
vende speciale VN-vergadering te
vertalen in concrete maatregelen.
In de ruim zeven maanden, die sedert
de speciale VN-conferentie te New
York zijn verlopen, is gebleken, dat er
grote tegenstellingen bestaan tussen
de rijke en de arme landen over de
wijze, waarop aan de samenwerking
gestalte moet worden gegeven. De
moeite, die het nemen van de poli
tieke wilsbesluiten kostte en de
voorbehouden, die daarbij van de
kant van de rijke landen werden ge
maakt. deden al vermoeden, dat de
geïndustrialiseerde wereld niet voet-
stoots zou toegeven aan de eisen van
de arme landen. De tegenstellingen
ajn duidelijk naar voren gekomen op
de voorbereidende conferentie voor
UNCTAD IV in maart in Genève en
op de conferentie inzake internatio
nale economische samenwerking en
ontwikkeling (Noord-Zuid-dialoog) te
Parijs, die in februari van start is ge
gaan en die naar verwachting een
jaar zal duren. Deze Noord-Zuid-
dialoog is tot stand gekomen door
oen initiatief van minister Kissinger
die nadere contacten wenste tussen
de westerse wereld en de olieprodu
cerende landen. De olielanden wilden
niet alleen over energie praten en
door toedoen van de Franse presi
dent Giscard d'Estaing is het geko
men tot een conferentie over proble
men tussen geïndustrialiseerde lan
den, olieproducerende en andere
ontwikkelingslanden. Op de voorbe
reidende conferentie te Genève voor
de UNCTAD IV en in de Noord-
Zuid-dialoog te Parijs is men geen
stap verder kunnen komen over de
grondstoffenproblematiek, die nu
centraal staat in Nairobi.
Centraal Fonds
Wat de rijke en arme landen verdeeld
houdt is de wijze, waarop de grond
stoffenproblematiek dient te worden
opgelost. Grondstoffen vormen zo
ongeveer alles, wat de ontwikkelings
landen hebben en zijn zijn dan ook
sterk afhankelijk van de opbrengst
van de export van hun grondstoffen
naar de industrielanden. De ontwik
kelingslanden willen deze bron van
inkomsten beschermen en zij menen,
dat de beste oplossing is een centrale,
alle vitale grondstoffen omvattende
regeling, die grote schommelingen
van de prijzen moet tegengaan en die
moet zorgen voor een stelsel van prij
zen, dat zich aanpast aan de inflatie
in de industrielanden.
Zo hopen de arme landen een betere
en stabielere opbrengst voor hun ex
portgoederen te verkrijgen, terwijl zij
bovendien niet meer te lijden zouden
hebben van de koopkracht ondermij
nende inflatie in de industrielanden.
Zij noemen dit een geïntegreerde be
nadering van het grondstoffenvraag-
stuk. De door hun voorgestelde inte
grale regeling houdt in. dat er een
centraal fonds wordt gevormd, waar
bij om te beginnen wordt gedacht
aan drie miljard dollar. Met behulp
van dit geld zou dan op de markt
kunnen worden ingegrepen als er bij
voorbeeld overschotten aan bepaalde
artikelen ontstaan. Die overscnotten
zouden dan uit de markt kunnen
worden genomen om prijsdaling te
voorkomen. Ook de financiering van
het aanhouden van deze overschot
ten zou uit het centrale fonds moeten
worden bekostigd.
De voorstellen van de ontwikkelings
landen hebben betrekking op zeven
tien produkten. die te zamen onge
veer driekwart vertegenwoordigen
van de gehele exporthandel in agrari
sche en minerale produkten van de
Derde Wereld. Aardolie komt op deze
lijst niet voor. De olielanden zijn door
kartelvorming (OPEC) al in staat ge
bleken hun exportinkomsten te be
schermen. Het centrale fonds zou be
stemd moeten zijn voor tien van de
zeventien produkten, die voor deze
manier van marktregulering geschikt
worden geacht: suiker, koffie, cacao,
koper, thee, jute. sisal, katoen, rubber
en tin. De gedachte achter deze voor
stellen is, dat niet alleen prijsdalin
gen, maar ook scherpe prijsstijgingen
worden tegengegaan, omdat de in
tijden van overvloed gevormde voor
raden zouden moeten worden ge
bruikt om te worden verkocht als de
vraag het aanbod zou gaan overtref
fen.
Dit plan voor een geïntegreerde be
nadering van het grondstoffenvraag-
stuk is eigenlijk alleen door Neder
land en Noorwegen aanvaard. De
grote industrielanden staan er afwij
zend tegenover, zij geven de voorkeur
aan marktregelingen per produkt.
Ieder produkt heeft zijn eigen karak
teristieken en de markten van de di
verse produkten functioneren dik
wijls heel verschillend. Een geïnte
greerde benadering zou daarom niet
werken is het het standpunt van
sommige grote industrielanden.
Vrije markt?
De secretaris-generaal van de-UNC-
NA1ROBI - In de Keniase hoofdstad
Nairobi is deze week de vierde con
ferentie van de Verenigde Naties over
handel en ontwikkeling (UNCTADi
geopend, waaraan 153 landen deel
nemen. Ook de Amerikaanse minis
ter Kissinger IL) en Secretaris
generaal Waldheim van de VN waren
op de opening in het congrescen
trum Kenyatta aanwezig.
TAD, Gamani Corea. ziet ideologi
sche motieven een rol spelen bij de
weigerende houding van de grote in
dustrielanden tegenover een geïnte
greerde regulering van de grondstof-
fenmarkten: zij willen het vrije-
marktmechanisme niet prijs geven,
meent hij. Het zijn met name de Ver
enigde Staten. Japan en West-
Duitsland, de drie grootste economi
sche mogendheden, die het vrije
marktsysteem voor de handel in
grondstoffen willen behouden. Zij
vrezen kunstmaitge prijsvorming
door het stelsel van overheidsrege
ling van het grondstoffenaanbod, dat
de arme landen voorstaan. Bij
kunstmatige prijsvorming wordt de
produktie niet voldoende afgestemd
op de marktvraag.
Er is tot nu toe ook weinig geestdrift
door landen als Amerika. Duitsland
en Engeland getoond voor de wens
van de ontwikkelingslanden om de
prijzen van hun grondstoffen door
middel van een soort- indexering te
koppelen aan de prijsstijging van in
dustriële goederen. Dit punt stond in
september in New York tijdens de
speciale VN-vergadering mogal op de
voorgrond bij de arme landen. Het is
echter wat op de achtergrond ge
raakt, ook al doordat de prijsaanpas
sing aan de inflatie in de industrie
landen volgens de voorstellen van de
arme landen deel moet uitmaken van
de geïntegreerde grondstoffenrege-
lingen.
Schulden
Niet alleen ten aanzien van de grond
stoffenproblematiek zijn de perspec
tieven niet gunstig. Er is ook geen
enkele aanleiding om te verwachten,
dat er een regeling tot stand zal ko
men tot leniging van de nood. die
vooral voor de armste landen is ont
staan door de voortdurende groei van
hun schuldenlast- Minister Pronk van
ontwikkelingssamenwerking heeft
zich de vorige week daar somber over
uitgelaten. Er is krachtig verzet van
de industrielanden te verwachten
tegen een gezamenlijke operatie, die
deze schuldenlast zou moeten ver
minderen. Voor een moratorium (uit
stel) voelen de rijke landen niets,
evenmin voor een schuldenconferen
tie.
Volgens het UNCTAD-secretariaat is
de buitenlandse schuld van de ont
wikkelingslanden (zonder de olielan
den) opgelopen tot meer dan 120 mil
jard dollar. Sinds 1965 is de gezamen
lijke schuld jaarlijks met gemiddeld
zestien procent gesregen in 1974 en
1975 nam tie schuld met niet minder
dan 20 procent per jaar toe. De ont
wikkelingslanden moeten jaarlijks
ongeveer 12 miljard dollar besteden
voor de betaling van rente en aflos
sing op hun buitenlandse schuld In
1975 vormde dit ongeveer veertien
procent van hun totale exportinkom
sten-
Gering worden voorts de kansen op
een vergroting van de officiële ont
wikkelingshulp geacht en ook voor
de overdracht van technologie aan
de arme landen, die eveneens op de
agenda van Nairobi staat, zijn de
perspectieven maar matig. De indus
triële wereld bevindt zich in een
proces van herstel uit de diepe re
cessie van het vorig jaar en het is
voor de regeringen van de industrie
landen al moei li >k genoeg w eerstand
te bieden aan de roep om protectie
uit hur. eigen land. In deze omstan
digheden is weinig geestdrift te
verwachten voor het opbouwen van
industriële capaciteit bij potentiële
nieuwe concurrenten, die wellicht in
staat zijn tegen lagere prijzen te le
veren.
(Door Rian Kuppenveld)
„Felipe Alberto Murillo uit Hondu
ras". „German Leitzelar uit Hondu
ras". Zo stellen zich twee mensen
voor die 's avonds bij mij „gast aan
tafel" zullen zijn. Zij zijn naar Ne
derland gekomen om één week lang
bij verschillende Nederlanders te
gast te zijn. Op deze manier met
hen kennis te maken en wat te ver
tellen over hun land, Honduras, één
van de armste landen ter wereld.
Honduras is een land waar je eigen
lijk alleen maar over hoort, als het.
getroffen wordt door verschrikke
lijke overstromingen en orkanen,
zoals Fifi, die twee jaar geleden over
het land raasde en vrijwel alles ver
woestte wat moeizaam opgebouwd
was. Dat er ook in Honduras moei
zaam geprobeerd wordt omhoog te
komen uit het dieptepunt van de
armoede en dat ook in dit land ver
schillende organisaties druk bezig
zijn de mensen bewust te maken
van de situatie en op deze manier
veranderingen te bewerkstelligen, is
iets wat weinig mensen weten. En
daarom komen Felipe Murillo en
German Leitzelar naar Nederland
Om hier de mensen duidelijk te
maken dat hun land hulp nodig
heeft en dat wij daar wat aan kun
nen doen.
Felipe en German zijn hier op uit
nodiging van de Novib. Deze orga
nisatie voert al 12.5 jaar lang de ac
tie „Gast aan tafel". Verschillende
Nederlandse gezinnen stoppen per
maand 9 gulden (per dag 30 cent) in
een busje dat op de eettafel staat.
De inhoud van dat busje gaat naar
de ontwikkelingsorganisatie Novib
die het geld besteedt aan voedsel
hulp en aan projecten in de Derde
Wereld Deze projecten moeten be
werkstelligen dat de ..gast" voor
zichzelf kan gaan zorgen. Zo wordt
het geld besteed aan watervoorzie
ningen, kunstmest, landbouwvoor
lichting en onderwijs. Om de actie
nieuw leven in te blazen is deze
week tot actieweek gemaakt. „Geld
op tafel voor gast aan tafel". En ze
ventien vertegenwoordigers uit drie
ontwikkelingslanden. Sri Lanka, De
Kaapverdische eilanden en Hondu
ras, zijn daadwerkelijk gast aan ta
fel.
Activeren
German Leitzelar is advocaat en
werkt in de armste wijken van de
Hondurese hoofdstad Tegucigalpa.
Felipe Alberto Murillo is land-
bouwtechnicus en leert zijn boe
renlandgenoten hoe zij met de
grond en de landbouwmachines
moeten omgaan. De helft van zijn
tijd gebruikt hij echter om de men
sen in Honduras bewust te maken
van hun eigen situatie en hen te ac
tiveren deze te veranderen.
German Leitzelar: „De Hondurese
bevolking bestaat voor bijna 80
procent uit boeren. En deze mensen
hebben geen land, geen geld en
vaak geen voedsel. Om aan de uit-
zichtloze situatie op het platteland
te ontsnappen, trekken velen naar
de steden en daar hebben ze hele
maal niets: geen dak boven hun
hoofd, geen werk en geen geld om
zichzelf en hun gezin te onderhou
den. Als ze een huis hebben is dat
gebouwd van kartonnen matrijzen
(een stuk karton dat een essentieel
onderdeel Is voor de vervaardiging
van een krant). Wat jullie hier weg
gooien is voor ons ontzettend kost
baar. De mensen smeren de matrij
zen met schoensmeer in, vernissen
ze daarna en bouwen er een huis
van. Maar veel mensen kunnen zelfs
niet aan de stukken karton komen".
German, die werkt onder de „Cam-
pesinos", de boeren die naar de
steden zijn gekomen en Felipe die
werkt op het land onder diezelfde
Campesinos. zijn er alle twee van
overtuigd dat Honduras pas kan
ontwikkelen als de boerenbevol
king zich ontwikkeld heeft en a^s in
het land niet veel fundamenteels
verandert.
German: „De Hondurezen hebben
werkelijk niets, zelfs geen nationali
teitsgevoel. Zij zijn altijd bezet ge
weest. eerst door Spanje, later door
Engeland en nu door de Ameri
kaanse industrieën. De bananen, de
koffie, de rijst en de suiker, alles is
in handen van de Amerikanen en
wij hebben niets. Zelfs het land is
niet van ons. De bedrijven die de
bananen exploiteren, zoals het
Amerikaanse concern United
Brands en de alom bekende Chiqui-
ta. hebben hele stukken grond die
eenvoudig braak liggen. Die hebben
ze gereserveerd voor de tijd dat de
grond, waarop de bananen nu
groeien, uitgeput is. En de boeren
kunnen naar dat land fluiten".
Bezetting
De Hondurese boeren hebben
slechts 12 procent van de grond in
handen, terwijl éen procent van de
rijke landeigenaren 25 procent
heeft. De boeren gaan er dan nu ook
toe over het land te bezetten. Zoals
hier huizen gekraakt worden,
wordt daar land gekraakt.
Felipe: ..Het bezit van het land is
essentieel om verder te komen. Als
we het land kunnen ontginnen,
kunnen we langzamerhand ook een
industrie opbouwen en kunnen we
de rijkdommen van ons land In
handen krijgen. Want hoewel de be
volking arm is. is het land rijk. IJ-
zer, tin en zilver, het zit er allemaal,
maar het is in handen van de Ame
rikanen. Zelfs de wegen zijn in feite
van hen, want die worden alleen
maar aangelegd als dat bevorderlijk
is voor de export. Een weg leidt
naar een fabriek en houdt dan op:
dan is hij niet meer nodig".
De Hondurezen worden sinds de
laatste jaren zich steeds meer be
wust van hun misère en willen die
veranderen. Het luisteren naar de
radiozenders, zoals radio Havanna
en radio Nederland Wereldomroep,
leert de mensen dat ze de situatie
kan en moet veranderen. Bovendien
trekken veel Hondurezen naar de
Verenigde Staten om daar te gaan
werken en zij zien daar hoe het kan
en willen dat ook hebben. Felipe:
„Het zien van Amerika en de rijke
Amerikanen heeft ook zijn slechte
kanten: zoals jullie zo ontzettend
veel roken, kauwen de Hondurezen
de hele dag hun kauwgum en onze
maatschappij wordt steeds meer
een Coca-Cola-maatschappij. maar
gelukkig zet het de mensen er we!
toe iets aan hun situatie te doen"
Hervorming
De bevolking van Honduras zet
zich dan ook steeds meer in voor de
landhervormingen. Er is wel een
wet op de landhervorming, en de
contracten met de maatschappijen
zien er ook veelbelovend uit, maar
alles gaat nog zijn gewone gangetje
en er verandert niets. De eis tot
hervormingen heeft in Honduras,
dat met de regelmaat van de klok
van dictator verandert, al geleid
tot een aantal moordpartijen onder
boerenleiders. Zo leidde een hon-
germars in de stad Juticalpa vorig
jaar tot een aanval op een boeren-
vormingscentrum waarbij veertien
boeren werden vermoord. Eén van
de verantwoordelijke legerofficie
ren bouwt een luxe huis op de bin
nenplaats van de gevangenis- Hij
hoeft waarschijnlijk niet bang te
zijn voor een proces, maar builen
de gevangenismuren is hij zijn le
ven niet zeker.
German: „De regenng probeert de
boeren aan alle kanten te onder
drukken. daarom bestaat een groot
deel van hun werk ook uit het ver
dedigen van mensen die landbezit
hebben. Zij worden dan beschuldigd
van roof en dan sta ik er voor hen te
helpen".
Felipe Murillo: „De mensen zien de
noodzaak in om het land te bezet
ten. we laten het hen zien door mid
del van films. Als wij vertellen dat
landhervormingen mogelijk zijn. ge
loven ze ons toch niet. Maar als ze
zelf zien hoe het er in Cuba en
Mexico wat dat betreft aan toe gaat.
dan moeten ze het wel geloven. Hier
Ln Nederland maken we dan ook een
film van de irrigatiewerken en het
voorkomen van overstromingen,
dan kunnen de boeren het zien en
dan gaan ze aan de slag".
Aalmoezen
Felipe en German zijn niet naar
Nederland gekomen om aalmoezen
te vragen. „We hebben geen voed
selhulp nodig, maar steun en geld
om allerlei projecten uit te voeren.
Echte honger, zoals in India, wordt
er niet geleden, al zijn veel mensen
ondervoed en ligt de kindersterfte
hoog. maar ons probleem is niet
waar halen we voedsel vandaan.
Want dat is er genoeg in Honduras,
maar hoe krijgen we het in han
den".
Felipe: „We eten natuurlijk niet zo
goed als de Nederlanders en
daarom zijn er bij ons ook bijna
geen grote en forse mensen, maar
we hebben wel te eten".
German: „We zijn hier in de eerste
plaats om de mensen te vertellen
over ons land, over de problemen
daar en we vragen de Nederlanders
ons te helpen, want we kunnen na
tuurlijk wel hulp gebruiken. Finan
ciële hulp aan de boerenorganisa-
ties. beurzen voor advocaten die de
aller armsten kunnen gaan helpen.
Technische hulp. zodat de boeren
scholing krijgen, en het onderwijs
op poten kan worden gezet. Maar
het onderwijs Is wel gratis in Hon
duras en er bestaat ook leerplicht,
maar het is zo slecht dat we 55 pro
cent analfabeten hebben, want voor
het goede onderwijs moet je beta
len Maar wat we echt willen is hulp
zonder voorwaarden".
De gasten aan tafel. Felipe en Ge
rman, hebben zoveel over hun land
te vertellen ten vertellen naar goede
Latijns-Amerikaanse gewoonte alles
tweemaali dat er van tafelen niet
veel terecht komt. German laat het
grootste gedeelte van zijn vlees
staan. Het is koud geworden.