Zeeuwse campingbeheerders komen niet aan winterslaap toe „VAN ALLEEN DE TOP DRUKTE KUN JE HET NIET HEBBEN".... ZATERDAG 1 MEI 1976 „Door al die voorzieningen die je moet treffen wordt het financieel alleen maar moeilijker om een camping te run nen. Je werkt je kapot'. „Ze eisen tegenwoordig zoveel van ons, dat het straks helemaal niet meer te doen is." Uitlatingen, die er geen twijfel over laten bestaan hoe de Zeeuwse campinghouders over hun huidige positie den ken. Zij voelen zich danig gepakt door de vele heffingen waarmee ze vooral de laatste jaren worden geconfron teerd. Ook het aantal benodigde vergunningen stemt tot grote ontevredenheid en blijkt in sommige gevallen een struikelblok te zijn. De verontwaardiging van de eigenaren-beheerders richt zich met name op de in hun ogen drastisch verhoogde zuiveringslasten, 'zware eisen' voor het geven van gron-- doppervlakte aan tenten en caravans. Toeristenbelasting gaat nog wel, 'mits die dan ook goed wordt besteed'. De keerzijde van de medaille lijkt op het eerste gezicht zonnig. De campings verwachten voor deze zomer weer een ware invasie en dat betekent geld in het laatje. Maar toch ook daarop reageerden sommige geplaagde 'cam- pingbonzen' weinig enthousiast. „Van alleen de topdrukte kun je het niet hebben. Winst wordt alleen gemaakt in het voor- en naseizoen," is een opmerking die dat illus treert. Meer over grieven, onvrede, maar ook pleziertjes van de Zeeuwse campinghouders in bijgaande reportage van Tom Lucas en Amout Vos. De Zeeuwse campinghouders hebben het de laatste jaren maar wat zwaar. Dat blijkt! Mevrouw M. J. van de Velde-Verplanke van camping 'De Pannenschuur' in Nieuwvliet kijkt een beetje pinnig als het gesprek komt op de overgang van lieftallige kampeerweitjes naar de vele hecta ren grote recreatieterreinen. „Vroeger was het nog echt een hobby en je was verschrikkelijk enthou siast Je kunt het niet meer opbren gen om te doen zoals je tien jaar ge leden deed. De campings groeien en daarmee de problemen. Als je er nu als een onkundig persoon mee be gint word je wanhopig door al die administratieve rompslomp en ga je gewoon het schip in." Campinghouder M. J. Cromzigt van 'Scheldeoord' in Baarland zegt het zo: „Als je werkelijk gaat rekenen, kun je de investering beter achter wege laten en je geld op de bank zet ten. Ik beschouw m'n werk gelukkig nog als een hobby, als een stuk so ciaal werk. Ik heb er nog steeds lol in als mijn gasten het naar hun zin heb ben." Twee uitgesproken meningen na een uitvoerige speurtocht van twee dagen op een aantal Zeeuwse campings. „Ze eisen tegenwoordig zoveel van ons, dat het straks helemaal niet meer te doen is", vertelt de heer J. H. J. van de Velde. ..Je krijgt het bijna niet meer rond. Natuurlijk krijg je het wel rond, maar je werkt je kapot, zowel "s zomers als 's winters. Je moet echt niet denken dat wij een winterslaap kunnen houden. Doorlopend zijn we bezig, met het treffen van nieuwe voorzieningen of het aanbrengen van verbeteringen. Je komt zelfs nog tijd tekort om het terrein weer in orde te brengen voor het hoogseizoen. Het is nooit helemaal af" Over de eisen voor wat betreft het geven van grondoppervlakte aan ten ten en caravans is het merendeel van campinghouders bijzonder slecht te spreken. Die eisen liggen nu op mi nimaal honderd vierkante meter voor toercaravans en 150 voor sta caravans. „Daar houd ik me met aan", zegt de heer J. Bakker, Rotter dammer bij uitstek en eigenaar van camping 'De Muie' in Sint- Maartensdijk. „Als ik daar aan zou beginnen kan ik m'n beschikbare mimte meteen met de helft beknot ten. Trouwens, waarom zou ik. Uit een enquête, die vorig jaar werd ge houden door de gezamenlijke cam pingbeheerders en de streek VW op Tnolen, kwam als één van de meest opmerkelijke feiten naar voren, dat S3 procent van mijn gasten tevreden «met hun plaats." .'jonge., wat is het warm. die zon dagmiddag rond half éen op camping 'De Muie'. Eigenaar Bakker heeft 't er maar wat moeilijk mee. Het zweet, loopt in straaltjes over z'n voorhoofd. Maar met zijn gasten heeft hij prak tisch geen last. zegt-ie. „Ik heb geen kampeerreglement opgesteld voor de gasten hier. Daarin ben ik geloof ik de enige in Zeeland Maar ik heb er dan ook een verschrikkelijke hekel aan om als een politieagent over het terrein te lopen. Ze weten allemaal best. dat ze niet tegen mijn caravan moeten wateren," Weeft u last van vernielingen? ..Dat komt voor, maar meestal doen de kampeerders het zelf Een ruitje ingooien schijnen ze soms lollig te vinden, maar daar hebben ze zichzelf alleen maar mee." De heer Cromzigt heeft wel een reg lement, „En daar zullen ze zich aan houden ook! Mijn ervaring is, dat, als Je een vrij streng reglement opstelt, je alleen de gasten over houdt die goedwillend zijn. Een voorbeeld ik wil beslist niet. dat ze hun honden los laten lopen. Als er toevallig wel eentje losloopt, pak ik 'em gelijk op artikel 9" De hond of de baas „De baas natuurlijk. Ik pak de baas en zeg: luister eens, uw hond loopt los. Nou, en dan die mensen die graag een tuintje bij hun stacaravan willen hebben. Dat mag, maar het wordt wel in overleg gedaan Bedrijfsleider R. L. Boersma van De Bremhoeve in Renesse bindt zijn gas ten 'aan handen en boeten'. „Toen ik hier voor het eerste jaar zat. heb ik ze maar wat laten rommelen. Ik heb toen genoteerd wat ze allemaal wel niet konden bedenken. Aan de hand daarvan heb ik mijn reglement opge steld. Ik wil bijvoorbeeld beslist niet hebben, dat ze met z'n allen hekwer ken gaan plaatsen bij de stacaravans. Eén hekje is wel mooi. maar die tien hekjes op een rijtje, dat is lelijk Boosdoener Als grote boosdoener, met name met betrekking tot het aanrichten van vernielingen - woidt vaak de jeugd aangewezen. Énkele jaren geleden heeft dat ertoe geleid dat de heer J I de Keuninck van camping 'Welgele gen' in Cadzand er schoon genoeg van kreeg. „Ze komen er bij mij niet meer op. Niet dat ik de pest heb aan de jeugd, maar als ik dag en nacht op- het terrein moet gaan rondlopen om ze een klein beetje in toom te houden, dan hoeft het voor mij allemaal niet meer. Ik heb er een gezinscamping van gemaakt en de sfeer is er stukken beter door geworden.. Eén grote familie kun je wel zeggen de familie Welgelegen. Hier zit alles: van directeur tot putjesschepper. En de jeugd die komt. is met ouders." A. A. Dourleijn, beheerder van cam ping 'De Braakman' in Hoek: „Als ik het persoonlijk bekijk zeg ik. geen al leen reizende jongeren. Maar potver dorie waar moeten die gasten dan eens een keer terecht. Ze weten dat ik streng ben. Ik heb een jeugdcamping en die draait als een trein. De klad is er in gekomen omdat de jeugd troep ging maken. Ze zijn baldadig, ze za gen kans om een camping naar de bliksem te helpen. Dat was het em. Dat moeten ze hier echt niet probe ren." Bij camping 'De Pannenschuur' in Nieuwvliet vindt het echtpaar Van de Velde dat het allemaal nogal meevalt met die vernielingen. Mevrouw Van de Velde: „Ik vind de mensen die een verstopping veroorza ken in het sanitair veel erger. Het is heel vreemd, maar de piek wat dit betreft, hebben we afgelopen jaar ge had, een week na de bouwvakvakan tie. Je zou zeggen de bouwvak hé, vergeet het maar. We hebben een echtpaar dat de toiletten onderhoudt en dat zei toen „Potverdikkeme, wat voor viezerikken er nou op het terrein zijn, ik weet het niet." Maar jeugd laten we wel toe. Alleen scheiden we de jongeren niet van de anderen. Dat is de grote fout die veel campinghouders maken. Die zeggen, zet de jeugd apart, want dan hebben de grote mensen er geen last van Ons standpunt is net andersom: zet ze gewoon tussen de oudere mensen en ze houden zich vanzelf rustig. Ze eten zelfs met de ouderen mee." De heer R. Coenen, beheerder van camping Domburg vindt datrie het ook goed voor elkaar heeft. „Aan vankelijk dachten we er goed aan te doen de jeugd bij elkaar te zetten. Maar dat gaf grote onderlinge span ningen. Er braken zelfs vechtpartijen uit. Nu zetten we ze ook tussen de ge zinnen. Als ze dan rotzooi trappen, hoor je zo klachten, Vernielingen heb ik wel. Ach, dat gebeurt. Weinigslaap Nee, wakker hggen daarover doet-ie niet zo gauw. maar toch ziet hij z'n bed weinig. Dat geldt in deze tijd over het algemeen voor alle cam pinghouders, want vanaf Pinksteren staat er een topdrukte voor de deur Overigens was het met de paasdagen op sommige campings ook al een drukte van belang. A, A. Dourleijn: „Ik heb het nog nooit meegemaakt, dat het omstreeks Pa sen voorkomt dat de mensen die hun caravan komen brengen, ook meteen blijven. Andere jaren zetten ze hem vast neer en dan zag je voorlopig niemand meer. Nu zat ik met Pasen voor 85 procent vol. Dourleijn heeft vooral veel Belgische en Nederlandse gasten. Ook veel Duitsers? „Nee. heel weinig Hoe komt dat? „Daar ga ik niet op in." A. A. Brinkman van 'De Paarde kreek' in Kortgene heeft ook niet vee Duitsers op zijn terrein. „Hoogstens ééntiende deel Zo langzamerhand beginnen ze het hier wel te ontdek ken. maar de grote afstand is toch nog altijd een moeilijk punt. Belger heb ik genoeg. Het is wel een goec volk. Maar over het algemeen zijn ze wat opdringerig en soms hebben ze wel eens een grote mond. Dan wijs ik ze even terecht." Duitsers zitten voornamelijk aan de kuststreken van Walcheren. „Dat ie van oudsher al zo", vertelt Coener van camping Domburg. „Waf doen jullie zoal aan accommo datie voor de toerist?" Cromzigt: „Kijk eens. ik ga er van uit dat de volwassenen die hier komen het zo rustig mogelijk moeten heb ben. En dat kan alleen maar door de kinderen constant bezig te houden. Daarom heb ik bij de inrichting van mijn terrein voornamelijk aandacht besteed aan de kinderrecreatie Zo heb ik een compleet dierenpark met geiten, eenden, ganzen, schapen en noem maar op De kinderen heb ben vaak het hele jaar niets anders gezien dan een flat. daar moetje aan denken. Verder heb ik een speeltuin, een kleu- terbad, een zwembad èn een ponykar. Daar rijden we de hele camping mee rond." G. J. Brinkman doet er ook alles aan om het de gasten zoveel mogelijk naar de zin te maken. „Ik zit sowieso aan het water, maar heb ook nog een zwembad. Het is niet veel meer dan een spartelvijver en eigenlijk een rot- ding. maar 't voldoet." Met name de ouderen worden bij hem 'in de watten gelegd'. „Er komt hier-al jaren een oudere dame. die erg graag zwemt. Maar ze kon moeilijk op de kant ko men. Ze heeft me toen op hel idee gebracht om een soort 'op- en afritje' aan de waterkant aan te leggen. En dat is gebeurd." In tegenstelling tot sommige cam pinghouders is Brinkman er een voorstander van dat gasten hun hond meebrengen. ...Maar ja, zo'n beest moet z'n natuurlijke behoefte natuurlijk kwijt. We hebben een aantal hondetoiletten (een soort zandbak) aangelegd. Daar n het dan maar in doen. Of dat gebeurt wachten we af." Visitekaartje Braakman-beheerder Dourleijn is - verschrikkelijk trots op een totaal ge renoveerd toiletgebouw op zijn ter rein. „Dat gebouw hebben we zestien jaar geleden gebouwd en nu is het zo fantastisch verbouwd, dat je er met plezier naar toe gaat. "fiet Visite kaartje van 'De Braakman' zeg ik al tijd. Een andere nieuwe voorziening op zijn terrein-afgelopen winter in orde gemaakt om het kamperen he lemaal zo luxueus mogelijk te maken - is de aanleg van een grote trans formator. „Dat is een kostbare ge schiedenis geweest. We hebben die trafo moeten kopen van de PZEM. Maar van de 500 kampeerlaatsen zijn er nu wel 360 aangesloten op electri- citeit. Bij camping 'De Pannenschuur' zijn goede voorzieningen getroffen voor gehandicapten Van de Velde: „We hebben hier op het terrein twee caravans, die hele maal zijn aangepast voor minder- validen. Geen drempels, schuifdeuren en een bed op rolstoelhoogte bijvoor beeld. De toeloop is op de benodigde breedte betegeld. Ook het toiletge bouw is speciaal voor deze mensen ruim opgezet." Gedurende het hoogseizoen staan de Zeeuwse campings vaak 'bol' van de activiteiten. Deeis hebben de kam peerders er zelf een groot aandeel in. deels worden die activiteiten op touw gezet door zogenaamde recreatieams. Op De Braakman en Scheldeoord worden die meest uiteenlopende ac tiviteiten samengebundeld door in terkerkelijke commissies. „Je moet bij het begin beginnendoet Dour leijn uit de doeken. „De commissie trekt een aantal jongeren aan - mees tal van sociale- of pedagogische aca demies - en vanuit dit team wordt in hethoogseizoen de hele hap bezig gehouden." Oriéntaüetochten. droppings, teken wedstrijden, barbecue-avonden en sportwedstrijden voeren daarbij de boventoon. En natuurlijk: de disco avonden. Maar vooral de familie Van de Velde van 'De Pannenschuur' heeft daar zo z'n bedenkingen tegen. „We zij er een grote tegenstander van om dansavonden in het seizoen te houden", zeggen ze. „Dan krijg je het gevaar dat er veel gedronken wordt, vooral door gasten die van buitenaf komen. We houden wel dansavonden, maar om elf uur 's avonds is het afge lopen. hoe gezellig het ook is." Paardekreek-eigenaar Brinkman heeft ook wel een recreatieteam. „maar zo zegt hij, „mijn bezoekers zijn ook zonder dat er wat georgani seerd wordt, actief genoeg. De "hele dag wordt hier aan bootjes geschuurd en wordt er gevaren dat het een lieve lust is 's-Avonds is men eigenlijk te moe om nog op de benen te staan. Er wordt hier en daar nog wat geping pongd, maar als ik om tien uur nog even rondloop, zijn er heel wat onder zeiL" Keihard .De jeugd hoeft niet te proberen om Dor leijn van De Braakman pinghouders bleken er vijf voor deze heffing, twee uitgesproken tegen en één houdt het in het midden. „Ik ben er altijd al een felie tegenstander van geweest. En dat blijf ik ook", brengt de heer De Keuninck van 'Welgele gen' vastberaden naar voren. „Oké. ik calculeer het in. maar ze treffen alleen de mensen die op mijr terrein zitten Dat vind ik een foute boel. Een pluspuntje is misschien dat de gemeente geregeld het strand mei die opbrengsten laat schoonmaken Zelf zie ik liever een vloedlijn op hel strand, dan dat het allemaal zc schoon is." Pure voorstander Van de Velde Nieuwvliet: „Ik ben er harstikke bli. mee. Hier in de gemeente Oostburg betalen we 54 gulden per plaats. En wat er daar voor in deze streek wordt gedaan is fantastisch. Het strand wordt, drie, vier keer in de week schoon gemaakt. Voorheen hadden we dagelijks mensen met glassneden in hun voet op de camping door al die rommel. Dat is nu praktisch voorbij." Voor Scheldeoord-baas Cromzigt hoeft de toeristenbelasting niet. „Ge lukkig" hoeft-ie het niet te heffen, want in de gemeente Borsele is deze belasting - nog - niet van toepassing. „Het zou misschien wel goed wezen, als het dan maar goed wordt ge bruikt. Volgens mij varen alleen de gemeente en de middenstand er wel bij." Zuiveringslasten is een ontzettend heet hangijzer. De campingbazen voelen zich daar mee een beetje in een hoekje gedrukt: „Veel te hoog. Van de Velde „Ik betaal 60 gulden per seizoen. Vijftienhonderd plaatsen is dus dertigduizend gulden in totaal. Het moet gewoon worden opge bracht, maar wat krijgen de mensen er voor terug? Niets!" En nog wat verontwaardigder. „Vorig jaar was net nog 15.000 gulden. En dan krijg je de grootste fout. van nee: de regering waarschijnlijk. Ze verho gen het met honderd procent. Maar we gaan er achteraan. We hebben bij mij rotzooi te schoppen." z hier eeen campingvereniging en mis schien kan het lang duren, maar we zullen het uitpluizen. Dit is te gek." Kikkers „Kijk maar naar buiten", zegt Boerma van De 3remhoeve. „We zijn bezig met de aanleg van een riool- pers leiding. Dat moet tegenwoordig. Vroeger loosden we op open water, toen liep het gewoon naar de sloot In die tijd leefden er nog kikkers. Nu. door al die chloor, en andere chemi sche toestanden zie je ze nauwelijks meer." Ondanks al die lasten waarmee de campinghouders geplaagd worden, blijven ze redelijk optimistisch ten aanzien van de verwachtingen voor het komend seizoen. Die verwachtingen zijn hoog cespan nen. Cromzigt: „Het wordt bijzonder druk. Dat kun Je nu al zien aan de re serveringen voor de zomer. Ik geloof dat Zeeland enorm in trek is. Zeker bij de mensen uit het noorden en oos ten van het land. En dan het grote percentage Spanje-gangers dat maar eens lekker dicht bij huis blijft. Dat is veel goedkoper, we hebben hier veel meer hygiëne en het weer kan oók best mooi zijn. Dat hebben we vorig jaar wel gezien." De Walchersc campings verwachten een ware invasie. Ook dat wordt grotendeels afgeleid uit het grote aantal voorbesprekingen. „Het is al lemaal wel mooi", vindt camping Domburg-beheerder Coenen, „maar toch is al dat werken met reserve ringen voor vaste plaatsen wat on gunstig voor Walcheren. Losse kam peerders komen daardoor moeilijk aan bod en die kunnen, voor zover mijn capaciteit reikt, bij mij te recht." De Keuninck, 'hoofd' van de 'familie Welgelegen' heeft helemaal geen twijfels meer over de verwachte drukte: „Ik heb bijna geen tenten. Elk jaar sta ik vol met gewone- en stacaravans. Bij mij komen vrijwel altijd dezelfde mensen terug." i >4 M. J. Cromzigt heeft een dierentuin op zijn camping. De kinderen amuseren zich kostelijk. Het beheren van een camping wordt veelal in het romantische getrokken. Natuurlijk, carnpingbehccrdcrs rijden wel eens over het terrein in eer. oude legerjeep «wat de kinderen maar wat prachtig vinden - een ritje op de mo torkap is nooit wegi. ze hebben vaak contact met mensen van allerlei al lure en ze zullen vast wel eens een graantje meepikken op een barbecue-avond. Maar de keerzijde van de medaille is keihard. Om het nog maar eens over de toeristenbe lasting en de zuiveringslasten tvan de oppervlaktewatereni te hebben: Toeristenbelasting vinden de mees ten niet zo heel erg. „Mits het dan ook maar ten goede komt aan de toe rist." Van de negen gevraagde cam- J. Bakker van de Muie: Ik houd er niet van om als een politieagent over m'n terrein te lopen."

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 1976 | | pagina 19