Kik brak zijn been en Jumelet kwam uit de hoed STOFFEL ADRIAAN JUMELET ANDRIESZOON, WETHOUDER VAN BRUINISSE ZATERDAG 1 MEI 1976 BRUINISSE - Een keurige woning met een keurig tuintje in een keurige straat. S. A. Jumelet Az. staat er op het naambordje, dat schuin boven de deurbel is geschroefd. Stoffel Adriaan Az.- wil zeggen: Andrieszoon. Ze kennen hem in Bruinisse beter als 'Lange Stoffel' of als 'Long Steve'Een kleine huiskamer met een weinig fantasierijk behangetje. Jumelet. is er nog niet. „Hij moest onverwachts naar 'n vergadering van b en w", excu seert zijn vrouw hem. Ze maakt het goed met twee koppen koffie. In het midden van de kamer staat een vierkante tafel, waarop een kleed met een Perzisch motiefje. Dito vloerkleed. Een volle boekenkast. Aan de muur hangen een paar wandborden, afbeeldingen van vissersschepen, enkele dorpsgezichten en een loei van een foto van boeren, die aan het hooien zijn. In de hoek een tv. In de vensterbank staan drie cactussen. Op de schoorsteen een drinkbeker, met daarop de portretten van Hare Majesteit Koningin Juliana en Zijne Koninklijke Hoogheid Prins Bern- hard. Het doet dienst als pennebakje. Als de driftig tikkende wekker kwart over elf aanwijst, arriveert hij eindelijk. Op een statig herenrij- wiel. Ondanks het fraaie lenteweer gekleed in een degelijk bruin kos tuum. Daaronder draagt hij nog een warm wollen vest. Een donkere hoed op het hoofd. Zodra hij een stoel heeft bijgeschoven, informeert hij: „Wat wil je weten? Zeg het maar." Eerst maar even enkele formaliteiten. Stoffel Adriaan Jumelet Andrieszoon werd vijfenzestig jaar geleden in Bruinisse gebo ren. Hij heeft zijn hele leven op kantoor krukken doorgebracht. Zo was hij boek houder, in de oorlogsjaren werkte hij in Den Haag op het bureau van voedselvoorzie ning, hij is ontvanger-griffier geweest, hij was kassier bij de boerenleenbank en hij deed in verzekeringen. Hij was - een bij baantje - als correspondent verbonden aan diverse kranten. Aan het einde van de vijf tiger jaren belandde hij voor de CHU in de gemeenteraad van Bruinisse. Hij is nu zo'n tien jaar wethouder. Hij zit zijn laatste rit uit. Bij de gemeenteraadsverkiezingen stelt hij zich niet meer beschikbaar. Verder is Jumelet op kerkelijk gebied actief geweest. Een karakterschets van Stoffel Jumelet: „Ik ben altijd eeen middelmatig mens geweest, met middelmatige prestaties. Nuchter, erg chauvinistisch, ik raak makkelijk geëmo tioneerd en vrij gesloten, ja dat ben ik ook weL." Bedankbriefje Jumelet de dagbladcorrespondent. „Ik heb voor heel wat kranten gewerkt. Het Zeeuwsch Dagblad. Het Rotterdams Nieuwsblad, De Rotterdammer, de Zierik- zeesche Nieuwsbode, het ANP en ook de PZC. We hadden een eeuwenoude band met de PZC. Mijn grootvader was al in 1870 cor respondent voor jullie. Toen hij overleed, nam mijn moeder het over. En toen zij ge storven was ben ik het gaan doen." Dat krantenwerk heeft hij inmiddels voor het grootste gedeelte opgegeven. Hij verzorgt nog wat visserijnieuwtjes voor de Zierikzee- sche Nieuwsbode en af en toe speelt hij wel eens iets aan het ANP door De beste herin neringen aan zijn krantentijd. „In 1929 kreeg ik van het ANP - of heette het toen nog Vaz Diaz, nou ja. dat weel ik met meer een bedankbriefje. Er stortte hier een vlieg tuig neer en daar was ik tamelijk vlug bij. Dat vliegtuig maakte een noodlanding. Toen het weer wilde opstijgen, kreeg het geen hoogte en vloog tegen de dijk aan. Geen doden, maar wel een paar mensen naai'het ziekenhuis." Veel plezier had correspondent Jumelet-in het schrijven van artikelen met een histo risch tintje. „Over de stranding van de Wil lem III in 1870 bijvoorbeeld. Je wist daar wat van, via oude verhalen. En dan zocht ik die mensen op, die het meegemaakt hadden Dat was leuk. Er strandden hier vroeger heel wat schepen. Ettelijke keren per jaar Het is gebeurd, dat er op zondag een schip vastliep. De hele kerk liep leeg en al die mannen vlogen naar dat schip. Want wie er het eerste bij was, die had de beste buit. Er zijn heel wat dingen achterover gedrukt. Later, bij de viering van een jubileum heb ik 's een vlag zien staan. Daar stond Thomas Sorbi op. En de Thomas Sorbi was een van de schepen, die destijds gestrand zijn. Dat soort dingen, daar schreef ik graag over Als ik helemaal niks meer te doen heb, als ik geen wethouder meer ben ga ik alles nog eens opsnorren en kij ken wat ik daar nou 'ns in z'n geheel van maken kan. Misschien kan ik nog 'ns watartikeltjeslaten bundelen. Datkan voorhetnageslachttochwelinteressantzijn". Tal van kranten kregen van Stoffel Jume let tijdens de watersnoodramp in 1953 ver halen over de rampzalige toestand op het eiland. De woning van de Jumelets was half onder water gelopen. Vrouw en kinderen waren geëvacueerd. Stoffel bleef in Bruinis se. om op zolder benchten te schrijven. Zijn journalistieke arbeid heeft wel eens voor conflicten gezorgd. Toen Jumelet wethou der was, weerhield hem dat er niet van, om zelf de raadsverslagen te schrijven „Ik heb altijd geprobeerd om dat zo objectief moge lijk te doen. Maar wat je zelf had gezegd, wist je achteraf natuurlijk nog het best", grinnikt hij. „Maar als Jumelet in de raad werd uitgekaf ferd stond er de volgende dag ook in de krant dat Jumelet uitgekafferd werd. Zo was het nu ook weer". Als wethouder was Jumelet natuurlijk thuis in de gemeentelijke keuken." Ik publiceerde wel 's wat. terwijl ze dat op het gemeente huis nog veel te vroeg vonden Hokken, (de voormalige burgemeester van Bruinisse) boos. En ook de secretaris kwam nogal eens met opgestoken zeiltje binnen. Maar het journalistieké bloed kruipt waar het niet gaan kan. Het was echt geen boos opzet." Er wordt beweerd, dat burgemeester Hok ken zijn ijverig pennende wethouder verbo den heeft nog langer verhalen te schrijven. die met de gemeen te te maken hadden. Jume let: „Datzou bestkunnen, maar dat ,kan ikme niet meer herinneren." Traditie Eigenlijk is Jumelet via zijn journalistieke arbeid op de wethoudersstoel terecht ge komen. „In 1933 ben ik begonnen met het schrijven van raadsverslagen. En als ik daar zo aan die perstafel zat, dacht ik: ik zou best 's in de raad willen." Die kans kwam pas in 1959. Het enige CHU-raadslid in de Bruse raad kwam te overlijden, en in de plaatselijke CH-kringen zag men niet veel heil in de man die hem zou moeten opvol gen. Ze klopten bij Stoffel aan en zo kwam hij waar hij wezen wilde. Toen hij eenmaal aan de raadstafel zat, leek het hem best leuk om wethouder te worden. Jumelet scheen echter weinig kans te maken. Het was in Bruinisse traditie, dat de twee be schikbare wethouderszetels broederlijk verdeeld werden tussen de SGP en de PvdA. Maar die traditie doorbrak Jumelet in 1966. Al was het wel stom toeval. „Kik brak zijn been en ik werd wethouder." Zo'n opmerking vraagt toch wel om een nadere uitleg. „Kik was SGP-raadslid. Een paar dagen voor de wethoudersverkiezingen brak hij zijn been, en kon niet op de raads vergadering komen. Als hij niet in het zie kenhuis had gelegen, zou er weer een PvdA-wethouder gekomen zijn. Maar nu staakten de stemmen. Er moest geloot wor den en Jumelet kwam uit de hoed." Liftende loco Jumelet dus in het college. Hij had nog een wens: „Een tijdje waarnemend burgemees ter. Dat leek wel aardig En ook die wens ging in vervulling. Hokken vertrok en Bruinisse moest dertien maanden op een nieuwe burgemeester wachten. Jumelet mocht de zaken waarnemen. Hij heeft al leen een lagere schoolopleiding, maar dat heelt hij nooit als een belemmering ervaren. „Door mijn werk voor de krant, heb ik een hoop dingen opgestoken. En ik las een goeie krant. De NRC. Vrij Nederland heb ik ook nog een tijdje gehad. Maar die moet ik niet meer. Al de sexadvertenties. De mensen stimuleren overspel te plegen, nee De liftende loco, noemden ze Jumelet in die tijd. Hij heeft geen rijbewijs, laat staan een auto. En ieder keer met dat openbaar vervoer is in deze provincie ook geen preije. Moest Jumelet naar een vergadering, hij wist altijd wel iemand te vinden, die bereid was hem een lift aan te bieden. „Ik wilde de gemeente zo weinig mogelijk op kosten ja gen. Ik wilde niet iedere keer zeggen: Jume let mot een taxi." Jumelet is zuinig. En niet alleen als het om gemeentelijke uitgaven gaat. „We heb ben het nooit erg breed gehad. In mijn jeugd niet en later ook niet Er was thuis geen geld, om mij naar de HBS te sturen. En die correspondentschappen, dat geld had ik nodig. Het leverde maar een schijntje op voor watje er voor moest doen. Maar 't was meegenomen. Een sigarencenlje. noemden we dat altijd. En die weihouders- wedde. ik wil daar best eerlijk voor uitko men. kan ik zeer goed gebruiken." Droevige herinneringen Over zijn^jongensjaren: „Ik heb een goeie jeugd gehad, maar echt dierbare herinne ringen, nee.. Wel droevige herinneringen Het overlijden van mijn ouders. Toen ik veertien was overleed mijn moeder. Zeven jaar later stierf mijn vader. En we hadden nog twee onderwijzeressen in de kost. Die overleden dat jaar daarop ook Dus het was eigenlijk maar een droevige geschiedenis. Toen stond ik helemaal op mezelf. Tot ne gentienveertig heb ik samen met mijn grootmoeder geleefd." Stoffel Jumelet trouwde in de oorlog. Drie van zijn vijf kinderen zijn in de oorlogsjaren geboren. Aan het eind van de oorlog kreeg Jumelet tbc. „In de vin ter van 1944 vatte ik een kou. Ik kwam drijfnat thuis. En mijn weerstand was misschien verminderd. Hon ger hebben we wel niet geleden, maar je had geen melk, je had geen dit en je had geen dat. En als je wat had. gaf je het aan de kin deren. Misschien is daar die tb vandaan ge komen. Geneesmiddelen waren er met Ik weet het nog goed. Als je tbc had in die ja ren. dan was je onherroepelijk ten dode op geschreven. Ik heb nog verschillende jon gens van mijn leeftijd daaraan zien bezwij ken. Maar toch heb ik zelf nooit het idee ge had van: dit wordt mijn eind." Dat dacht Stoffel Jumelet wel, toen hij in die oorlogs jaren vanuit een vliegtuig werd beschoten. „Ik was naar Rotterdam geweest. Het was op de verjaardag van mijn vrouw. Ik liep in de Rozenstraat, toen kwam er een vliegtuig over en dat ging aan het schieten. Ik ben heel hard gaan lopen en ben onder een be tonnen geval, ik weet niet meer wat het was. gaan zitten. Naast me heb ik mensen zien neervallen. Een stuk of vier. badend in het bloed." Fraude In de raadzaal van Bruinisse wordt ook nogal eens met scherp geschoten. In sep tember 1974 bijvoorbeeld, toen het duo Van Gilst-Jumelet opnieuw met de wethouders baantjes gingen strijken. Het raadslid Van der Velde had zelf op de gerieflijke wethou derszetel willen plaatsnemen, en kon zijn nederlaag maar moeilijk verkroppen. Hij be tichtte Van Gilsten Jumelet van „christelijke bedriegerij". Hij verweet wethouder Van Gilst te vaak en te diep in het glas te kijken en wethouder Jumelet kreeg in die openbare ver gadering van Van der Velde te horen, dat hij fraude gepleegd zou hebben bij de Boeren leenbank Jumelet zou - zo deed het verhaal de ronde - toen hii als kassier werkte honderd zeventigduizend gulden hebben verdonke remaand. Die kwestie is voor de politierech ter uitgevochten. De man, die het praatje de wereld in had geholpen, werd wegens smaad veroordeeld. Jumelet: „Ik heb me er nooit veel van aangetrokken. Ik wist wie het zei Een fantast. De achtergronden, daar ben ik pas later achter gekomen Het was op een vergadering van ingelanden over de herverkaveling. Die man wilde ook stem men, maar hij had helemaal geen stem recht. En dat heb ik toen gezegd. Dat heeft hij blijkbaar zeer hoog opgenomen Na de veroordeling werd er tegen me gezegd: ach. Jumelet, wal heb je daar nou aan. Nu moet die man nog een boete betalen. Zou je het niet zus of zo doen. Toen heb ik gezegd: „Als jullie een advertentie laten zetten, waarin hij verklaart dat 'ie alles uit z'n duim heeftgezogen.danhoefthijvoormijgeenboete te betalen. Maar dat. kon niet. Dat scheen juridisch weer niet mogelijk te zijn. Volgens mij heeft niemand die praatjes ooit geloofd. En als ze het wel willen geloven, dan moeten ze het zelf maar weten." Fluistercampagnes Jumelet laat mê een verkiezingspamflet ('De Schijnwerper') van de CHU uit 1958 zien. Er is wat de plaatselijke politiek be treft niet zo erg veel veranderd, in Bruinis se. Werd Jumelet nog niet zo lang geleden beticht van fraude, in dat pamflet wordt de kiezers voorgehouden, dat zij zich niets moeten aantrekken van allerlei fluister campagnes. In dat stencil wordt het kie zersvolk er ook op gewezen, dat de CHU zal waken voor de zondagsrust. En ook dat speelt nog steeds in Bruinisse. Ik zie Jume let nog lopen tijdens de laatste januan- stormen over de bedreigde dijken bij Brui nisse. Gebogen, z'n lange jas wapperend in de wind en zijn hoed diep over de oren ge trokken. Of ik hem de volgende dag even kon bellen voor wat nadere informaties. „Dat kan niet", riep hij. „Morgen is het zon dag." Er is in de raad van Bruinisse het nodige te doen geweest, toen er een voorstel op tafel lag om de tennisbaan op zondag open te stellen. „Het raadslid Groeneveld, die was er voor om de zaak open te houden. Maar hij zat zelf in de tennisclub. Ook de PvdA was er tegen Die zeiden ook. nee, niks te tennissen op zondag. En daar blijkt toch wel uit, dat de hele bevolking van Bruinisse voor de zondagsheiliging is. Als zeifis de PvdA..." Die principes moeten voor dagbladcor respondent Jumelet wel problemen met zich hebben meegebracht. Kranten ver schijnen nu eenmaal ook op maandag, dus zal er zondags gewerkt moeten worden. Jumelet: „Ik probeerde 't zo te regelen, dat ik op zondag zo min mogelijk hoefde te doen. Als er een heel ernstig ongeluk was, dan wilde ik het wel even doorgeven, maar dan pas na twaalven. En als het echt niet anders kon. belde ik het wel's om elf uur door. Maar dan moest het wel heel erg be langrijk zijn. Dan moesten er wel dooien ge vallen zijn." De zondagsheiliging heeft tot een conflict geleid tussen Wilma. de projectontwikke lingsmaatschappij die bii Bruinisse een Gi gantisch recreatieproject uit de grond stampt, en net gemeentebestuur. Wilma wil de winkels bij de jachthaven op zondag open houden. Het gemeentebestuur ver biedt dat. Wilma zegt dat het gemeentebe stuur daarmee eerder gemaakte afspraken niet nakomt, „Er is door ons nooit gezegd dat die winkels de hele zondag open mogen. Wilma zegt. dat we hen carte blanche gege ven hebben. Het ei wil wijzer zijn dan de kip. Er wordt hier nu eenmaal veel waarde aan de zon dagsrust gehecht. Daar kunnen ze toch niet omheen. De winkels mogen van ons op zon dag drie uur open zijn. Dat is een redelijk compromis. Die drie uur zijn voor mij eigen lijk nog te veel." Er wordt gezegd, dat het gemeentebestuur van Bruinisse is gezwicht onder druk van de kerk. „Jumelet heeft altijd op hetzelfde standpunt gestaan. Jumelet is nooit door de kerk op zijn vingers getikt.' Geest uit defies Wilma. Recreatie „Ik heb veel waardering voor wat Hokken gedaan heeft voor Brui nisse. Maar 'k heb toch ook genoeg aanmer kingen. Dat Wilmaproject. Hij is in zijn en thousiasme te hard van stapel gelopen. Ik zie de ontwikkeling van de recreatie met grote zorg tegemoet. Wij staan nu voor een (zit accompli. Het is uit de hand gelopen. Ons treft wel enige schuld. Financieel zijn we er misschien mee uit de brand geholpen, maar aan de andere kant gaan we toch het hele karakter van de gemeente verliezen. De gemoedelijkheid, de gemeenschapsband. Die verdwijnt. Zoiets gaat me wel aan het hart. We hebben 'n geest uit de fles opgeroe pen, die we er strakjes niet meer in terug kunnen doen. Maar wat moesten we. Brui nisse ligt aan 't Grevelingenmeer. Een bron van inkomsten.zoals de mosselvisserij, is voor de gemeenschap verloren gegaan. De middenstand klimt hoog in de bomen en roept, dat het hier een dooie gemeente wordt, als er niets gebeurt. We hebben op de recreatie gewed. Maar "t gaat te hard. Ach teraf gezien hadden we het misschien an ders moeten aanpakken. Die mannen van Wilma, keiharde zakenlui. Blunder Jumelet heeft grote belangstelling voor de visserij. Niet zo vreemd. Zijn vader was mosselvisser. Het is dan ook weinig ver wonderlijk. dat hij zich afzet tegen een to tale afsluiting van de Oosterschelde. Tij dens de installatie van burgemeester Hek man noemde hij de afsluiting van de Greve- lingen voor het vissersdorp Bruinisse de grootste ramp uit haar 500-jarige geschie denis. Afsluiting van de Oosterschelde beti telde hij als de blunder van de eeuw.. Hij voelt zich in die mening gesterkt door de conclusies van het Amersfoortse inge nieursbureau Dwars. Heederik en Verheij BV. in een rapport over de beveiliging van het Oosterscheldegebied door verhoging van de dijken. „Verhalen, als zou Bruinisse voor de helft moeten worden afgebroken als de dijken op Deltahoogte gebracht worden, d'r is toch zeker geen hond. die dat gelooft. Voordat ik met Jumelet ging praten, werd hij me omschreven als een 'cultuurbarbaar'. „Hij laat in de raad geen gelegenheid voor bij gaan om zijn gal te spuwen als er onder werpen aan de orde komen, die iets met kunst te maken hebben Maar in zijn boe kenkast staat de complete serie 'openbaar kunstbezit'. Er klopt dus iets niet. Jumelet: „Waar ik me tegen afzet, dat is die moderne kunst, Ik neb laatst Rién Poortvliet over de radio horen zeggen: d'r geven zich zoveel mensen voor kunstenaar uit. die dat hele maal niet zijn. Daar ben ik het voor de volle honderd procent mee eens. Misschien ben ik te nuchter. Maitr als er gezegd wordt: het stelt dat en dat voor. dan wil ik dat ook werkelijk zien. Het is het afgelopen jaar ge beurd. Dan kwamen ze bij ons: we willen dit of dat doen. En dan worden die avonden maar bezocht door een man of tien, vijftien. Dan hoeft het voor mij niet.. Dan heeft het toch geen levensvatbaarheid. Ik verdiep me er wel in. Maar 't feit, dat iedereen die geen zin heeft om te werken, zich maar uitgeeft voor kunstenaar en van de bijstand gaat le ven, nee... Jumelet laat zich niet voor de gek houden,"

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 1976 | | pagina 17