Russen moeten
voorzichtig
zijn in Afrika
De Oosterschelde, het rapport van dijkverhogers
en de drie 'ontbindende voorwaarden' daarin
Kissinger stelt
Afrika teleur
GEVERFD LINNEN
[CraMB
VRIJDAG 30 APRIL 1976
]\JoSKOU - Na de militaire, politieke en diplomatieke over
winning, in samenspraak met Cuba, in Angola houdt de
Sowjet-Unie zich voorlopig rustig in zwart-Afrika. Volgens di
plomatieke waarnémers in Moskou zal zij zich beperken tot
voortzetting van haar stap-voor-stap-acties op het hele Afri
kaanse continent. Gezien de huidige situatie lijkt het hun
weinig waarschijnlijk dat de Sowjet-Unie zal interveniëren,
bijvoorbeeld in Rhodesië, tenzij ze daartoe een dringend ver
zoek ontvangt van een 'representaatieve' bevrijdingsbeweging.
Op het moment dat de Amerikaanse
bewindsman Henry Kissinger een
rondreis door Afrika maakt heelt het
Kremlin zich slechts beperkt tot hel
eisen van de 'liquidatie van liet ra
cistische regime' in Salisbury, zon
der te verduidelijken met welke
middelen. Deze officiële stelling-
namc tegen het Rhodeesiê van Ian
Smith, gepubliceerd door de l'ravda,
past in het geschiedkundig kader, zo
benadrukt men. Ze gaat op de mo
ment ook niet verder dan de veroor
deling met woorden van de repu
bliek Zuid-Afrika.
De Russische voorzichtigheid kan. zo
mene de diplomatieke waarnemers,
zijn ingegeven door het feit dat de
Sowjet-Unie in Afrika rekening moet
houden met de ideologische en eco
nomische invloed van China en Ame
rika Zij constateren dat Angola en
de volksrepubliek Kongo, die Mos
kou tot ravitailleringsbasis diende in
zijn indirecte oorlog tegen China en
het "Amerikaans imperialisme', zich
ervoor hebben gehoedeen aanval
op Peking te doen tijdens het 25ste
partijcongres in Moskou van twee
maanden geleden. Het is naar hun
mening ook bepaald geen toeval dat
Kissinger voornemens is tijdens zijn
rondreis in Zambia een belangrijke
verklaring af te leggen. Zambia ligt
ingeklemd tussen Angola en Rhode
sië. Het land onderhoudt goede poli
tieke betrekkingen met de Sowjet-
Unie en economische banden met
China.
He
let beroep van Afrikaanse ont
wikkelingslanden op Rusland. China
en Amerika om gelijktijdige en gelijk
waardige samenwerking bevat in
zich geen tegenstrijdigheid. De Ver
enigde Staten worden door bepaalde
Afrikaanse leiders gebruikt als een
tegenwicht. China en Rusland verle
nen de jonge, vooruitstrevende staten
een aanvullend economische hulp
pakket. De twee socialistische staten
bieden elk hun eigen model aan voor
de ontwikkeling van het land en de
weg naar het socialisme. Rusland
legt het accent op de zware industrie,
de bewapeng en de vorming van poli
tieke en economische kaderleden.
China_ geeft voorrang aan de land
bouw en de lichte industrie, waarbij
van de gelegenheid gebruik wordt
gemaakt voor ideologische arbeid
aan de basis.
Concurrentie
Ter illustratie van de Chinees-
Russisch-Amerikaanse 'concurrentie'
in Afrika behoeft men. volgens de
waarnemers, maar de situaties te
vergelijken in Angola en in Egypte.
De overwinning van Rusland in
Angola werd gevolgd door een
enorme mislukking van zijn politiek
in Egypte.
De annulering door president Sadat
van het vriendschap- en samenwer
kingsverdrag tussen Cairo en Moskou
een diplomatieke overwinning van de
verenigde Staten - is onlangs gecom
pleteerd door een verbazend snelle
toenadering van Egypte tot China en
de ondertekening in Peking van een
Chinees-Egyptisch militair akkoord.
Deze omwenteling van bondgenoot
schappen heeft een harde slag toege
bracht aan de diplomatie van de
Sowjet-Unie.
In de andere gebieden van Afrika
moet de Sowjet-Unie eveneens het
hoofd bieden aan een complexe si
tuatie. In de westelijke Sahara be
perkt de voorzichtigheid van Rus
land zich noodgedwongen tot een
soort verlammende houding. Moskou
kan geen keus maken tussen Marok
ko. Mauretanië of Algerijë zonder
blijvend te vervreemden van een
groot aantal Afrikaanse en Arabische
landen Verder zouden er felle aanval
len komen uit China en terechtwij
zingen van Amenka en Europa. In
Oost-Afrika. met als krachtig kern
punt Somalië, zal de SowjeUUnie
omzichtig moeten omgaan met de
jonge Ethiopische revolutie tegen
over de expansiedrift van Mogadisjoe
teil aanzien van Dzjiboetie. Ze is dan
ook verplicht Somalië een gematigde
houding aan de raden. Rusland heeft
verder zijn aanvallen gestaakt op de
Franse politiek in het gebied.
V»,
1 Egypte tot Rhodesië moet de
Sowjet-Unie rekening houden met
China. Van de westelijke Sahara tot
aan zuld-Afrika zal ze op het gespan
nen koord moeten dansen om het
westen te ontzien. Van Dzjiboeti tot
Nigeria moet ze haar belangen be
schermen, maar zonder rich te ver
zetten tegen die van bepaalde Arabi
sche en Afrikaanse landen.
Het tegengestelde belangenspel van
de grote mogendheden (inclusief
China) in Afrika kan, volgens de
waarnemers, de niet gebonden poli
tiek van Afrikaanse landen verge
makkelijken. Maar zo voegen zij er
aan toe. de Sowjet-Unie moet bij
haar uiteindelijke acties rekening
houden met het verlangen van de A-
frikaanse leiders zelf een positie in te
nemen tussen Peking en Moskou. A-
frikaanse staatshoofden en regerings
leiders laten hun officiële bezoeken
aan de Sowjet-Unie over het alge
meen volgen door een bezoek, aan
China. In de tegenovergestelde rich
ting, Peking-Moskou, is dat niet al
tijd het gevaL
Deze houding van de Afrikaanse sta
ten tegenover Moskou, zo menen de
waarnemers, verplicht de Sowjet-
Unie dus zeer voorzichtig te zijn in
haar beleid en slecht;» met vastbera
denheid op te treden, zoals in Ango
la, een politiek van 'stap-voor-stap'
in het kader van een algehele ideo
logie van steunverlening aan de be
vrijdingsbewegingen.
In de pas onafhankelijk geworden
Afrikaanse landenzoals hier in AN-
gola, blijft men waakzaam ook tegen
nieuwe buitenlandse interventie.
(Van onze correspondent)
JOHANNESBURG - Nog is dr. Henry Kissingers rondreis
door Afrika niet ten einde, maar hij heeft thans in elk geval
tijdens een lunch met president Kaoenda van Zambia duide
lijk gemaakt, hoe Rhodesië een zwarte meerderheidsregering
moet krijgen en wat Amerika van Zuid-Afrika's apartheid
denkt alsmede dat Namibië binnen een bepaalde tijd
zelfstandig moet worden.
De eerste reactie uit de verschillende
hoofdsteden in Afrika is meer dan
teleurstellend. Amerika's ..vredes
duif' is er blijkbaar tot nog toe niet
in geslaagd - hetgeen feitelijk de be
doeling was - om het stukgeslagen
prestige van de Verenigde Staten in
Afrika te herstellen. Daaraan veran
deren ook de Amerikaanse beloftes
niets om landen zoals Mozambique
en Zambia financieel te willen hel
pen.
Van het begin af aan was duidelijk,
dat het Amerikaanse hulppro
gramma voor Afrika tot een bedrag
van rond 750 miljoen gulden net zo
veel waard is als de wapenleveranties
van de Sowjet-Unie aan Angola al
leen. Dr. Kissinger zal het wellicht
onbeleefd vinden om daaraan herin
nerd te worden, maar Afrika is er zich
van bewust dat Amerika op dit ogen
blik dan toch alleen maar lelijke din
gen tegen de blanke minderheden
gaat zeggen, omdat nu eenmaal Rus-
lands wapenhulp in dit continent een
feit is en aan de aanwezigheid van
Cuba's „vreemdelingenlegioen" niets
meer te veranderen is. Reeds nu zeg
gen dan ook Afrikaanse commenta
toren ironisch: „Kissinger praat zoals
Churchill en handelt zoals Chamber
lain.
On,
"mgekeerd heeft Afrika dat dan
ook duidelijk aan dr. Kissinger laten
voelen. Hij werd tot nog toe overal
sceptisch en zonder grote ceremonies
ontvangen. Zijn pleidooi voor een
vreedzame oplossing van de proble
men werd verworpen en rijn aanbod
om economische hulp en politieke
invloed, is met een glimlach voor
kennisgeving aangenomen.
Daarentegen laat de boodschap, die
de presidenten van Tanzania (Julius
Nyerere), van Mozambique (Samora
Machel) en van Zambia (dr. Kenneth
Kaoenda) hem direct of indirect lie
ten doen toekomen, niets te wensen
over. „De tijd van vreedzame onder
handelingen is voorbij. De enige op
lossing blijft geweld".
Andere politici stellen het nog duide
lijker en zeggen, dat het uiteindelijk
de Russen waren, die de prijs in wa
pens. troepen en roebels betaalden en
dat uit een kleine marxistisch-
geschoolde guerrilla-organisatie de
regering van de volksrepubliek van
Angola ontstond. Amerika daarente
gen is niet van plan om ook maar een
enkele man en een enkele kogel voor
de „bevrijding van zuidelijk Afrika"
te offeren. De SWAPO-organisatie
beschuldigt Kissinger van oneerlijk
heid en wil niets met hem te doen
hebben, bisschop Abel Moezorewa
van de radicale ANC reisde demon
stratief naar Libië om daar over wa
penleveranties aan zijn guerrilla
organisatie te praten.
Krissingers reis kan dus nu al niet
anders dan tragisch genoemd wor
den. tragisch voor het Westen in het
algemeen en voor de Verenigde Sta
ten in het bijzonder. Zijn aanbod om
hulp klinkt bijna belachelijk en ieder
realistisch denkend mens weet, dat
schoolboeken en aspirinetabletten
voor zwart Afrika een prul zijn verge
leken bij wapens ter waarde van 750
miljoen gulden.. Maar ook de blanke
regeringen in zuidelijk Afrika rijn
meer dan teleurgesteld over Kissin
gers reis. wellicht ook door het feit
dat deze reis veel te hoge verwach-,
tingen gewekt heeft, en niet zozeer
door de ..sterke taal", die Kissinger
wel moest gebruiken.
VEILING
.A.demloos heb ik toe staan kij
ken, hoe bij het tafeltje aan de In
gang van de Ronde Lutherse
Kerk, waar maandagavond de
omvangrijkste naoorlogse veiling
van geverfd linnen werd gehou
den. de deftigste dames en heren,
met dubbele namen of anders wel
zes nullen op hun banksaldo,
glashard stonden te liegen tegen
de meisjes die de bakjes met gere
serveerde kaarten beheerden. ..Ik
kan u niet vinden", zei het meisje
dan. ..Dat kan echt niet", zei de
meneer die zich had voorgenomen
in geen geval hoger te bieden dan
75.000 gulden voor die Jan Ha-
vicksz. Steen. ..Wanneer hebt u
besteld", vroeg zij dan weer met
een gericht of ze vast van plan
was het antwoord te geloven. De
meneer verviel in kort gepeins en
antwoordde vaag: „Een dag of vijf
geleden". Zij weer: „Kan het mis
schien onder een andere naam
staan?" Hij (bliksemsnel zijn kan
sen wegend): „Nee, ik heb maar
één naam (volgde de eclatante
Dezelfde scène speelde zich on
getwijfeld enkele tientallen malen
af met dames en heren die ver
zuimd hadden bijtijds te reserve
ren. en die met blufpoker, een sta
len gericht of op hun naam pro
beerden binnen te komen. Dat
lukte overigens iedereen, want er
waren vier categorieën. De eredi
visie, bestaande uit ongeveer 500
man, zat gelijkvloers, op de stoe
len op het gigantische ronde tapijt
bovenop de grafstenen, want bij
de restauratie van de Ronde Lu
therse Kerk was één der voor
waarden dat de grafstenen op het
middenveld elk moment zichtbaar
moesten kunnen worden gemaakt.
Dus wat deed men? Men vervaar
digde in segmenten een zeer groot
rond tapijt, dat bij de officiële
opening achter slot en grendel
bleef, maar bij muziekavonden,
veilingen en dergelijke schielijk
wordt neergelegd, om de bezoe
kers niet het onbehaaglijke gevoel
te geven dat rij met één been in
het graf staan.
LJan had je de eerste divisie,
mensen die op één hoog achter de
balustrade op twee rijen stoelen
mochten ritten en de tweede divi
sie, die zich bij zes televisietoestel
len met zwart-wit moesten verge
noegen, maar de schilderijen wel
in hun normale proporties zagen,
en niet zoals de eerste divisie als
anamorfose, tot een chocolade
reep samengeperste verfdoekjes.
En ten slotte was er ook nog de
derde divisie, die genoegen moest
nemen met staanplaatsen op de
geelstenen treedjes op twee hoog,
r ook de grootste schilde
rijen de dimensies aannamen van
Jan Pietersz. Brueghel de Oude
re's cirkelvormige bosgerichtje
met een diameter van 18,2 centi
meter (voor die derde divisie was
dit schilderijtje niet meer dan een
speldeknop).
ENGELS
De veiling begon meteen al goed.
namelijk met een storing in de ge
luidsinstallatie die natuurlijk zel
den een betere kans krijgt om
rond te zingen dan in zo'n perfecte
Ronde Lutherse Kerk Daarna
werden de veilingcondities voor
gelezen. eerst in het Nederlands,
door één der dames achter de ta
fel. „Harder!" werd er uit de zaal
geroepen, als vreesde men dat er
stiekem een artikel zou zijn inge
last waarin werd vastgesteld dat
de koper alleen recht kon doen
gelden op de lijst, en dat het doek
in alle gevallen aan de erfgenamen
van B. de Geus van den Heuvel
toeviel. Daarna werden de Condi
tions of Sale door J. P. Glerum, de
directeur van Kunstveilingen So-
theby Mak van Waay BV nog een
keer in het Engels voorgelezea
„Het is niet te verstaan!", riep ie
mand uit de zaal. „Het is ook En
gels!". repliceerde Glerum onder
grote hilariteit.
vyonclusie: de stemming zat er al
meteen goed in! Dat bleek ook
toen het toverhamertje ter hand
werd genomen door de scheidende
directeur Herman Nienhuis, wiens
afscheidsvoorstelling dit was.
Toen hij wilde beginnen, stond
iemand in de zaal op en herin
nerde de aanwezigen eraan dat dit
de laatste keer was dat Nienhuis
het edele handwerk van het
hamertje-tik zou uitoefenen. Er
volgde een warm applaus. En
drie-en-een-half uur later waren
105 schilderijen verkocht voor
f 8.264.400 plus 16 procent veiling-
kosten a f 1.322.304 is samen
f9.586.704 oftewel f91.301,94 per
schilderij gemiddeld.
Het schilderij dat deze gemid
delde prijs op de eerste veilinga
vond het meest nabij kwam, het
„gemiddelde schilderij" dus. was
het reeds genoemde bosgerichtje,
rond met een diameter van 18,2
centimeter van Jan Pietersz.
Brueghel de Oudere (1568-1625,
bijgenaamd de Fluwelen Brue
ghel, zoon van de 'echte' Brueghel,
zal ik maar zeggen), waarvan de
opbrengst geschat was op 45.000
tot 60.000 gulden, maar dat na een
inzet van 20.000 gulden werd afge
hamerd op 80.000 gulden, plus 16
procent is f92.800.
NICO SCHEEPMAKER
HIER 15 lEtlRND VHN EKOrilSCHE
ZR KEN &RRS.
in november 1974 besloot de tweede kamer
met een krappe meerderheid om in de
monding van de Oosterschelde een half
open dam te bouwen. Maar het was een be
slissing met drie grote onzekerheden.
Daarom werd ze gebonden aan drie condi
ties, waarover uiterlijk anderhalf jaar later
duidelijkheid zou moeten zijn geleverd: 1 de
half open dam moet technisch uitvoerbaar
rijn, 2 de half open dam mag niet meer kos
ten dan was toegestaan. 3 de half open dam
moet in 1985 klaar zijn. Zou aan één of meer
van deze drie 'ontbindende voorwaarden'
niet worden voldaan dan zou de.in 1974 ge
nomen beslissing ongedaan worden ge
maakt.
Het rapport van het ingenieursbureau
Dwars. Heederik en Verhey over de moge
lijkheden tot dijkverhoging langs de Oos
terschelde lijkt in één enkel opricht wat op
de beslissing van november 1974: het heeft
ook drie ontbindende voorwaarden Alleen
wanneer daaraan wordt voldaan, wordt het
mogelijk genoemd om de dijken langs de
Oosterschelde technisch en organisatorisch
uiterlijk in 1985 op deltahoogte te brengen.
Al direct bij de vervroegde persconferentie
deze week - vervroegd omdat de kern van
de zaak was uitgelekt via een publicatie in
de PZC - kreeg de bijzonder behendig sa
mengestelde studie de bijnaam mee van
'het-rapport-van-de-drie-mitsen'. Het inge
nieursbureau gaat er namelijk van uit dat
de bewuste dijkverhoging in een periode
van negen jaar kan rijn afgewerkt, 1. mits
rijk en provincie aan hun aandeel in de uit
voering van de werken voorrang geven. 2.
mits de politieke wil en de bestuurlijke ac
tiviteit van de lagere overheden (provincie
en gemeenten) voldoende op de been kun
nen worden gebracht. 3 mits belangengroe
pen en belanghebbenden hun bijdragen tot
de besluitvorming beheerst en in redelijk
samenspel willen leveren.
Zelf geeft het ingenieursbureau toe dat
dat in die voorbehouden in wezen de zwak
heden van het rapport schuilen, of - zoals
de woordvoerder van Dwars, Heederik en
Verhey het op de persconferentie zei - „als
je alle initiatieven in eigen hand had. zou je
het geheel ook waar kunnen maken." De
opdrachtgevers van de studie, verenigd in
het Comité Samenwerking Oosterschelde
(SOSi. trekken de conclusie dat zonder veel
problemen aan de condities kan worden
voldaan Maar ze kunnen geen garanties
geven. Hun toezegging. „Wij van onze kant
bieden een zo constructief mogelijke sa
menwerking aan Dat is dan in naam van
25 bij het comité aangesloten organisaties
Maar daarmee is op geen stukken na de
verzekering binnen dat took eventueel ver-
kortei procedures die bij plannen tot uit
voering van dijkverhoging moeten worden
doorlopen op tijdsduur zijn te overzien Het
voorbehoud van het ingenieursbureau is
juist zo onvoorspelbaar omdat het raakt
aan de rechtsbescherming van een grote
groep belanghebbenden. Een groep die - als
puntje bij paaltje komt - onder geen enkele
organisatie is te vangen en van de ene dag
op de andere dag kan wisselen van samen
stelling. Wat te denken bijvoorbeeld van de
plooibaarheid van een bewonerscomité dat
fel op de ketting springt zodra bekend
wordt dat een rij huizen achter een Ooster-
scheidedïjk moet worden afgebroken? Er
rijn bij dijkverhogingen legio ervaringen
mee (het Oranjekwartier in Vlissingen. de
Scheldekade te Temeuzen). Ergens in het
rapport is een staatje te vinden dat eindigt
met een bedrag van 36 miljoen aan kosten
voor grondaankoop, afbraak en verwijder
ing van eigendommen waaronder 125 wo
ningen, 50 loodsen, 11 horecabedrijven, 15
boerderijen en 15 kampeerbedrijven.
He,
Let ingemieursbureau heeft in zijn tijd
schema voor de dijkverhoging (de negen
jaar dus) ruimte gelaten voor de nodige be-
zwaardenprocedui;es en onteigeningskwes
ties. Over de omvang van die ruimte wordt
overigens tegelijk nogal vaag gedaan. Met
de nodige nadruk werd op de persconferen
tie verklaard dat het mogelijk is om gebruik
te maken van artikel 65 van de wet op de
ruimtelijke ordening. Via een wilsovereen-
komst op hoog niveau (de minister) kan
men langs die weg procedures met betrek
king tot bestemmingsplannen afkappen. De
beslissing om de woningbouw in de uiter
waarden van Wageningen te verbieden is
daarvan 'n voorbeeld Uitgebreide beroeps
procedures (bij de raad van staten) zijn in
het schema niet ingeschat en kunnen de
planning van de werkzaamheden in gevaar
brengen, schrijven de samenstellers van de
studie. Hoe groot dat gevaar in tijd gemeten
is. wordt er niet bij vermeld. En zo kan dus
maar moeilijk worden aangegeven hoeveel
uitvoeringstijd er eigenlijk zou moeten wor
den toegevoegd aan de negen jaar die het
ingenieursbureau heeft uitgetrokken om te
bereiken dat de zaak niet al te zeer afhanke
lijk wordt gesteld van de medewerking van
■belanghebbenden', van wie toch eigenlijk
moet worden aangenomen dat ze in eerste
instantie voor hun eigen (door wetten be-
chermde) belangopkomen en daarop door
gaans iet uit eigen wil op afdingen.
He,
Let rapport van Dwars. Heederik en Ver
hey is daarnaast vooral globaal van karak
ter en behandelt in wezen enkele deelgebie
den van het totale vraagstuk van de dijk
verhoging rond de Oosterschelde. Dat was
de wens van de opdrachtgevers, het was
bovendien met mogelijk in een zo korte pe
riode dieper te graven. De Stichting 'Natuur
en Milieu' - optredend namens de samen
werkende organisaties die pleiten voor een
open Oosterschelde - deed haar definitieve
opdracht op 17 maart cle deur uit. Vijf we
ken later lag het rapport op tafel. „Binnen
het kader van deze opdracht was het uitge
sloten om in detail te gaan", stelde een van
de vertegenwoordigers van het ingenieurs
bureau deze week tegenover de verzamelde
pers vast. Zo is steeds als een bijzonder
probleem aangevoerd de stabiliteit van de
ondergrond van de bestaande Oosterschel-
dedijken. Is die overal zo dat dijkverhoging
is toe te passen zonder - om het maar eens
populair te zeggen - de huidige dijken eerst
bijna geheel af te graven? Het ingenieurs
bureau stelt vast dat er op- dit punt geen
bijzondere problemen zijn. zodat risico's,
extra kosten en vertragingen kunnen wor
den uitgesloten. Men komt tot deze conclu
sie op basis van contacten met de Rijks
Geologische Dienst en het Laboratorium
voor Grondmechanica. Er wordt overigens
meteen aan toegevoegd dat systematisch
onderzoek naar cle kwestie van stabiliteit
over de hele linie van de Oosterscheldedij-
ken tot nu toe niet is verricht.
Eigenlijk is dat door het hele rapport van
Dwars. Heederik en Verhey heen de telkens
terugkerende conclusie: de directe en indi
recte problemen die zich bij de dijksverho-
gïng voordoen zijn technisch te ondervan
gen, het moet mogelijk zijn om het tempo
van uitvoering op te voeren, maar er zal op
een groot aantal punten nog nader onder
zoek en modelstudie nodig zijn Het inge
nieursbureau heeft zich bij het aanvaarden
van de opdracht ervan vergewist dat men
bij de rijkswaterstaat en de provinciale wa
terstaat van Zeeland terecht kon voor de
feitelijke gegevens die de afgelopen jaren bij
diverse gelegenheden al eens op een rij wa
ren gezet. Toen men daarover beschikte
was het een kwestie van alle beweeglijkheid
waarmee organisatorisch rekening kon
worden gehouden, uitbuiten. Om vervol
gens tot de conclusie te komen dat de haal
baarheid in feite afhangt van een aantal
omstandigheden die men als waterbouw
kundige niet in de hand heeft.
Hm
Ligt de waarheid dan misschien in het mid
den en zal voor een dijksverhoging Ooster
schelde niet een periode van 20 jaar, niet
een periode van 9 jaar, maar misschien een
periode van 14 jaar moeten worden aange
houden? Van 1976 uit gerekend komt men
dan uit op het jaar 1990. En dat is dan 12
jaar l'aler dan 1978, het jaar waarin het oor
spronkelijke deltaplan zou zijn voltooid.
Ee,
Let rapport over de dijkverhoging Oos
terschelde dat nu op tafel ligt gaat bewust
voorbij aan een beoordeling en een afwe
ging van het verschil tussen een 'maximale
veiligheid', die via een afsluiting voor het
Oosterscheldegebied wordt gegarandeerd,
en een hoge eis van veiligheid, zoals ook
voor de Westerschelde als veiligheidsnorm
wordt gehanteerd. Ook begeven de samen
stellers zich niet opnieuw in een vergelij
king van de kosten en de baten van de ene
oplossing tegenover de andere.
Alles bij elkaar komt het er dus op neer dat
de welles-nietes-discussie over het vraag
stuk van de dijkverhoging niet veel verder
is gekomen. Het verschil tussen het korte
geleden gepubliceerde en bijgewerkte rap
port van provinciale waterstaat Zeeland en
dat van het bureau Dwars, Heederik en
Verhey spitst zich toe op de uitvoerings
termijn. Is provinciale waterstaat Zeeland
uitgegaan van de meest sombere veronder
stellingen en heeft men alle tegenslagen bij
de uitvoering ingecalculeerd'' Heeft het in
genieursbureau daartegenover de meest op
timistische kijk op de zaak als uitgangs
punt genomen om vervolgens vast te stellen
dat het mogelijk moet zijn om langs de rand
van het organistorisch kunnen te lopen?
lén ding staat sinds het verschijnen van
het rapport Dwars, Heederik en Venvey
vast: het 'open antwoord' over de Ooster-
scheldekwestie ligt besüst nog niet op tafeL
Daarvoor spreken de samenstellers te vaak
over 'genuanceerde oplossingen', die ze niet
verder uitwerken. Daarvoor zeggen ze te
vaak dat er op een groot aantal detailpun
ten nog nader onderzoek nodig is. Daarvoor
maken ze net even te veel en te belangrijke
voorbehouden bij de uitvoerbaarheid.
Daarvoor houden ze net even te veel slagen
om de arm.
Minister Westerterp van verkeer en water
staat heeft de afgelopen maanden catego
risch geweigerd om zelf opdracht te geven
eeen studie naar dijksverhoging rond de
Oosterschelde te maken. Hij heeft intussen
met de deur dichtgegooid voor de neus van
een particulier ingenieursbureau dat door
anderen in de arm was genomen om zo'n
onderzoek in te stellen. Nu het resultaat op
kardinale punten verschilt van de opvatting
die bij provinciale waterstaat van Zeeland
en de Zeeuwse waterschappen heerst over
deze kwestie, wordt het hoog tijd voor de
ontmaskering van de 'ontbindende voor
waarden' Al was het alleen maar om de
complete spraakverwarring eindelijk eens
uit de wereld te helpen.
•KEES VAN DER MAAS
NIGER
J Khorloen
SOEDAN
Abebo^S-
ETHIOPIË.
'Kinsioso
milautischêi
'ANGOLA
Oceaan1
Pretoria'
■esoTHo;