wm ORANJE ONTLUISTERT DE BELGEN: 5-0 I Belgische coach ontgoocheld Goethals complimenteerde George Knobel niet eens Robbie Rensenbrink grote ster met drie treffers! Nederlands elftal weer in wk-overwinningsroes MAANDAG 26 APRIL 1976 ort (Door Joop van den Berg) ROTTERDAM - Een beklagenswaardiger man dan Raymond Goethals was er zondagmiddag niet te ontdekken in het toch drukbevolkte (60.000 toeschouwers) Feyenoordstadion. Terwijl de duizenden Nederlanders ter plaatse en de miljoenen voor de beeldbuizen weer bevangen waren door een vreugderoes, zoals het oranjeteam die zo vaak beleefde tijdens de wereldkampioenschappen in West-Duitsland, nu bijna twee jaar geleden, doolde de Belgische trainer-coach verdwaasd en ontgoocheld door de catacomben van de Rotterdamse Kuip. De even schitterende als verdiende 5-0 triomf van het Nederlands elftal, waarmee de Belgische formatie volledig ontluisterd werd, was voor Raymond Goethals een nauwelijks te verwerken vernedering. Het kan niet anders: het liefst was de anders zo olijke en praatzieke Belgische 'keuzeheer' ter plekke door de aardbodem rerzwolgen Maar kennelijk was Goethals na de deerlijke afgang; van zijn rammelende formatie zo ontredderd, dat hij de gees telijke kracht niet kon opbrengen om Knobel de hand te reiken. Twee uur na de wedstrijd verzuchtte de Neder landse coach: „Nee, Raymond is nog steeds niet naar me toegekomen. Maar ik neem het hem niet kwalijk. Ik kan me zijn verschrikkelijke desillusie wel voorstellen. Die man moet volledig ka pot zijn gegaan, toen vooral in de tweede helft zijn team zo volledig werd weggespeeld, hoewel hij eigenlijk nog blij mag zijn dat het bij een 5- O-afstraffing is gebleven, want wat heeft dit Nederlandse elftal na de rust een kansen gehad". Overspannen In een geïmproviseerde studio, ergens onder de tribune van het Feyenoord stadion, zat Raymond Goethals later meteen ogenschijnlijke beleefde welwil lendheid voor de camera's van de Neder landse televisie. Maar nauwelijks een minuut eerder maakte de Belgische coach een nog zeer overspannen indruk en weerde hij met wilde armgebaren ie dere poging af om met NOS- verslaggever Kees Jansma voor de ca mera plaats te nemen. Maar tenslotte overmande Goethals zichzelf en liet zich door sterspeler Robbie Rensenbrink (die volgend seizoen onder trainer Goe thals bij Anderlecht speelt!) overreden om toch maar zijn zegje te doen. On middellijk na het korte tv-interview wenste een bedremmelde Goethals weer onder te duiken in de anonimiteit en moest radioverslaggever Joop Nie zen hem tot bij de uitgang van het Feye noordstadion achtervolgen om ook nog een paar woorden aan de beklagens waardige coach te ontrukken. De ontreddering, de diepe verslagen heid van Raymond Goethals was mak kelijk te begrijpen. In de laatste tien jaar was het immers altijd gelukt zijn eskadron zo op te zwepen, dat het oran jeteam steeds weer tegen de Belgen langs de rand van de afgrond balan ceerde. Altijd weer was Raymond Goe thals er in geslaagd tegen de favoriete Nederlanders zo'n voortreffelijke ver dedigende taktiek te bedenken, dat het superieur geachte Nederlandse elftal bedwongen of zelfs verslagen werd. Want let wel: het was tien jaar geleden (17 april 1966) dat Nederland op eigen bodem voor de laatste maal van de Bel gen won (3-1), eveneens in Rotterdam. Kansloos En wie herinnert zich niet hoe de 'Witte duivels' in 1972 in Antwerpen en in 1973 in Amsterdam het veel talentrijkere oranjeteam in de kwalificatiewedstrij den voor het wereldkampioenschap tot tweemaal toe bedwong (beide keren 0-0). Maar nu faalde de taktiek van Raymond Goethals volkomen. Toege geven: hij had de laatste weken al steeds geroepen, dat zijn formatie kansloos was tegen de Nederlanders. Maar had hij dat in vroeger jaren ook niet gedaan? Altijd immers speelde Goethals de rol van de underdog subliem. Altijd was hij er op uit bij de Nederlanders een gevoel van onderschatting voor deze Belgische tegenstander te kweken. Maar nu faalde Raymond Goethals op alle fronten Daar was bijvoorbeeld zijn halstarrige voorkeur voor de nog lang niet fitte Standard Luik-doelman Christian Piot („een Piot op één been is nog altijd beter dan iedere andere Belgische keeper"). „Onbegrijpelijk is het dat Goethals in derdaad Piot onder de lat heeft gezet", zei bijvoorbeeld George Knobel Een Jean-Marie Pfaff, de doelman van Beveren, die nu op de reservebank zat, maar die door iedere andere coach on getwijfeld boven de nog enigszins inva lide Piot gekozen was, riep verheugd uit: „Ik ban blij dat ik er niet bij was. Mocht ik onder de lat gestaan hebben en ook vijf vallen rond m'n oren hebben gekregen, dan zou iedereen in Neder land en België mij uitgelachen heb ben". Met andere woorden: nu lachtte iedereen Raymond Goethals uit! Misgreep Met dezelfde misplaatste halstarrigheid zette de Belgische coach de Anderlecht-verdediger Gilbert van Binst niet op de rechtsbackplaats tegen de nauwelijks te beteugelen Robby Rensenbrink, maar zette deze Van Binst als laatste man in de verdediging. Ook dat bleek een fatale misgreep. Men weet het nog: in de beslissende Nederland- België voor de WK-kwalificatie in het Olympisch Stadion in Amsterdam, stond deze Van Binst wél oog in oog met Rensenbrink. Na nog geen halve minuut spelen zwiepte Van Binst toen Rensen brink van het veld en belandde de Ne derlander met een klap op de sintel- baan, waarna Rensenbrink in die wed strijd nog zelden in zijn spel kwam. Als laatste man wilde schaver Gilbert van Binst een tegenstander direct op een zelfde manier imponeren en flikte hij hetzelfde kunstje: na 20 seconden spelen schoffelde hij in het centrum de doorgebroken Johan Cruijff tegen de grasmat. Maar Cruijff stond laconiek op en speelde samen met Rensenbrink, Rep en de steeds opkomende Neeskens en Jansen de Anderlecht-verdediger volkomen uit de wedstrijd. George Knobel later daarover: „De keuze van Piot en Van Binst op die sleutelposten in het elftal is één van de beslissende factoren geweest. Van Binst werd steeds nerveuzer en onzekerder en die nervositeit verspreidde zich langzaam maarzeker door het hele elftal. Met uit zondering van het eerste kwartier zijn de Belgen daardoor aanvallend niet gevaarlijk meer geweest, omdat een soepel draaiende Nederlandse aanval de hele ploeg van Goethals bezig hield". Eén troost Voor deze betreurenswaardige Goe thals was er tenslotte slechts één troost en die wilde hij dan ook wel kwijt ruim een uur na de wedstrijd: „Ik ben alleen maar blij dat ik volgend seizoen bij An derlecht de beschikking heb over een absolute ster als Robbie Rensenbrink. Niet alleen door zijn drie doelpunten, maar door al zijn flitsende acties, zijn onnavolgbare dribbels was hij met Jo han Neeskens en Johan Cruijff de abso lute uitblinkers in deze wedstrijd." Inderdaad: het sublieme tandem Johan Cruijff-Robbie Rensenbrink groeide in deze wedstrijd uit tot een torenhoge, eenzame wereldklasse. Maar toch was de later zo schitterend acterende Rob Rensenbrink wat onwennig en met weinig overtuiging aan het karwei be gonnen: aanvankelijk was hij weinig aanspeelbaar, nam weinig initiatief en liep bij tijd en wijle zelfs wat verloren rond op de linkervleugel. Maar later de klasseerde hij zijn directe tegenstander Gerets tot een steeds zenuwachtiger en gemakkelijk te passeren opponent. Overgeslagen Rensenbrink zelf had wel een verklaring voor zijn moeizame begin en zijn meta morfose tot één van de grote sterren van dit Nederlands elftal: „Bij Anderlecht speel ik nooit ver vooruitgeschoven in de spits Ik kom meestal in de Belgische competitie uit de diepte op. geef passes aan andere aanvallers en duik alleen bij verrassing eens op tot in de voorste linie. Maar in dit Nederlands elftal moest ik met Johnny Rep als een vooruitgescho ven vleugelspits opereren, terwijl Johan Cruijff speelde als een teruggetrokken midvoor." Rensenbrink verder: „Maar het was ei genlijk verbluffend hoe snel we de rou tine van de wedstrijden die we voor het wereldkampioenschap gespeeld heb In de eerste minuten maakte Van Gooi lrechtsbijna een doelpunt voor Bel gië. maar de bal kwam tegen de paal Links no. 10 Van der Kerkhof, in het midden Schrijvers. ben. weer te pakken hadden. Het ging zelfs voor mij veel beter dan tijdens de meeste wedstrijden in West-Duitsland. Daar werd ik vaak zonder meer overge slagen als we in de aanval waren. Wil lem van Hanegem bijvoorbeeld speelde bij de wereldkampioenschappen de bal meestal blindelings naar Johan Cruijff. waardoor ik veel te weinig aan de bal kwam. Maar Van Hanegem was er nu niet bij en ik werd vooral in de tweede helft veel meer in het spel betrokken. Ik krijg pas zelfvertrouwen als ik de bal vaak in de voeten krijg gespeeld. Dat gebeurde nu en met een speler als Cruijff in de buurt vloeit de aanval dan steeds soepeler." Prettige erfenis Ook Robbie Rensenbrink wilde het wel bekennen: „Deze fantastische 5-0 over winning moet je eigenlijk nog zien als een prettige erfenis van de wereldkam pioenschappen. Direct al toen we in het sportcentrum in Zeist bij elkaar waren, was er een verrukkelijke sfeer. We waren doodgewoon blij dat we met die wk- groep weer bij elkaar waren. Het kon eigenlijk niet meer stuk. Ik deelde in Zeist een kamer met Wim Jansen. Met hem heb ik ook veel over de wedstrijd gepraat." Kortom het was duidelijk: zelden waren de kandidaten voor het oranjeteam zo begerig om weer in het Nederlands elftal te spelen. De overwin ningsroes, het gevoel van onaantast- baarheid maakte zich ook nu weer meester van de oranjespelers. Voor Robbie Rensenbrink was het ei genlijk geen verrassing dat zijn Anderlecht-ploegmakker Gilbert van Binst zo verschrikkelijk door de mand viel: „Ik was zielsgelukkig, dat hij niet mijn directe tegenstander was. Hij is één van de beste backs van Europa, maar als laatste man in de centrale verdedi ging is hij te onzeker en te bang ook. Hij bleef steeds zeker drie meter achter zijn; defensie hangen en daardoor klapte de buitenspelval van de Belgen maar zel den goed dicht. Zo speelt hij ook bij An derlecht nu hij als laatste man moet opereren, maar het verschil is dat hij bij de Brusselse club zelden of nooit onder druk hoeft te spelen. Als dat wel ge beurt, zie j e wat er van hem overblijft als sleutelfiguur in de centrale verdediging Ik was blij met Gerets als directe tegen stander. Wat werd die jongen nerveus." WK-concept George Knobel kon de analyse van Rensenbrink alleen maar onderstrepen: „Ja. we hebben inderdaad het wk- concept van oranje min of meer weer toegepast Johnny Rep had de opdracht het spel breed te houden. Hii moest de vleugel blijven, waardoor zijn spel misschien minder opviel, maar taktisch speelde hij het spel goed. De verrassing kon daardoor komen van links, waar Cruijff en Rensenbrink steeds switchten en om beurten in het centrum van de aanval opdoken. En net als bij de we reldkampioenschappen kwam Johan Neeskens ook onophoudelijk uit de diepte op. Dat concept werd rampzalig voor de Belgen." Toch kwam George Knobel nog met een verrassing: niet Jantje Peters van NEC, maar Willy van de Kerkhof van PSV stond in de basisopstelling. Knobel daarover: Willy van de Kerkhof is vooral verdedigend erg sterk en daar door konden zowel Wim Jansen als Jo han Neeskens vanuit het midden veld meer in de aanval gaan." Willy van de Kerkhof („Ik was min of meer de vuilnisman die overal het vuile werk moest opknappen") speelde inderdaad een opvallende, maar ook zeer nuttige rol in de Nederlandse ver dediging. Zijn belangrijkste taak was de gevaarlijke FC Brugge-speler Van Gooi op te vangen (en dat deed hij voortreffelijk), maar bovendien nam hij voortdurend de taak van Ruud Krol (linkerverdediger) op zich, waardoor Krol kon uitzwerven door de hele de fensie en bovendien vaak gevaarlijk mee kon opkomen. Risico's George Knobel wilde het wei bekennen: de verdediging was, evenals in Westr Duitsland, niet het sterkste deel van het oranjeteam: „Maar als je aanvallend genoeg druk kunt blijven ontwikkelen moetje bepaalde risico's nemen, omdat we steeds aan een gelijkspel genoeg hadden. Nu wilden we winnen, moesten we winnen en daarom namen we verde digend meer risico om zoveel mogelijk aanvalskracht te ontwikkelen." Laatste man Adrie van Kraay kreeg hetdoorhet Nederlandse aanvalsgeweld dan ook niet eens zo heel moeilijk, vooral ook omdat het 'vuile werk' voor een belang rijk deel werd opgevangen door Wim Rijsbergen, die FC Brugge-spits Lam bert het leven en het spelen zuur maak te. Met acht overtredingen en één gele kaart was Rijsbergen dan ook de meest bestrafte van het veld. Rijsber gen: „Ach, die overtreding waarvoor ik een gele kaart kreeg was in feite geen gele kaart waard, maar het was wel een juiste beslissing van die scheidsrechter als je zeven overtre Rensenbrink maakt het vijfde doelpunt voor Nederland, terwijl de Belg Mar tens verslagen toekijkt. Zelfs de Nederlandse bondscoach George Knobel, die door zijn ophefmakende avonturen met Ajax en het oranjeteam zo langzamerhand alles beleefd heeft wat er te beleven valt in de voetbalwereld, toonde zich onthutst over de timide houding van de beschaamde Goethals, die bijna letterlijk in zijn schulp wilde wegkruipen. Een verblufte George Knobel: „Dat heb ik nog niet meegemaakt. Ondanks de rivaliteit mag ik Raymond toch tot mijn vrienden rekenen, maar hij kwam na het laatste fluitsig naal niet eens naar me toe om me te feliciteren. En dat is toch een heilige traditie, een beleefdheid na iedere wedstrijd: de ene trainer, die de andere onmiddellijk complimenteert na de krachtmeting". dingen die ik toen al gemaakt had bij elkaar optelt". Het was de eerste gele kaart die Rijs bergen in een interland-wedstrijd kreeg. Dat 'leed' werd volledig gecom- poseerd doordat hij ook voor het eerst in een interlandwedstrijd een doelpunt scoorde. Het was overigens dankzij een meesterzet van Johan Cruijff, die een vrije trap mocht nemen. Terwijl alle Belgen verwachtten, dat hij de bal naar de mee opgekomen Krol. Nees kens of Rensenbrink zou sturen, tikte hij het leer opzij naar Rijsbergen, die ineens aanlegde voor het beslissende schot. In de zwakste hoek van Piot (rechts van hem) flitste de bal in de touwen. Piot (gekwetst aan de linker knie) was in die voor hem rechterhoek kansloos: 1-0 in de 18e minuut. Capituleren Uit een corner van Cruijff, waarbij de bal plotseling vreemd 'stil' bleef han gen voor het doel, kopte Rensenbrink in de 28e minuut raak: 2-0. Volledig capituleerden de Belgen in de 14e mi nuut na rust toen Rensenbrink alleen doorging na een dieptepass van Rep, niet alleen Leekens en Gerets passeer de. maar ook doelman Piot en in een verlaten doel schoot: 3-0. Nadat Leek ens In de 34e minuut een lobbal van Willy van de Kerkhof met de hand on der de lat had weggeslagen, schoot Neeskens uit de penalty beheerst langs de 'sterke kant' van Plot <4-0» en tens lotte schampte Rensenbrink met het hoofd de bal in het doel na een krom me. draaiende voorzet van Cruijff (5-0). „Een klein wonder" noemde George Knobel deze verbluffend grote zege op de Belgen. Maar er moet een voor Bel gië nog veel groter wonder gebeuren wil Nederland straks in Brussel niet definitief in de halve finale van de strijd om het Europees kampioen schap komen. Een oranjeteam in deze vorm kan ook door een sterker Bel gisch eskadron, spelend voor eigen publiek, niet meer gestuit worden. Jean-Marie Pfaff tenslotte: „Het zal mij benieuwen of er veel Belgen be reid zijn naar de return in Brussel te komen". En dat is een reële voorspel ling, want de 'witte duivels' hebben zondagmiddag in het Feyenoordsta dion veel van hun goodwill bij eigen publiek verspeeld. Rensenbrink, Cruijff, Nesskens en de andere Neder landers hebben daarvoor wel gezorgd! Cruijff en de Belg Van Binst in duel op de doellijn.

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 1976 | | pagina 9