Grieken bouwen
luchtkastelen
L
Speelt de Zeeuwse toeristenindustrie behendig
genoeg in op verschijnsel 'tweede vakantie'?
Hereniging
Noord- en
Zuid-Y ietnam
P
DENKTASH, PRESIDENT TURKS-
CYPRIOTISCHE REPUBLIEK:
Louis Paul Boon
WOENSDAG 21 APRIL 1976
O aigon - Meer dan 30 jaar nadat
Ho Tsjih-Minh op 6 januari 1946 dc
onafhankelijkheid van heel Viet
nam uitriep, zullen 25 april in
Noord- en Zuid-Vietnam verkiezin
gen worden gehouden voor de 490
leden tellende grondwetgevende
vergadering die de instituten in hel
leven moet roepen voor een her
enigd Vietnam.
In Noord-Vietnam wijkt, de cam
pagne voor de 250 afgevaardigden
die dit deel in het gezamenlijke par
lement zullen vertegenwoordigen
nauwelijks af van de eerdere verkie
zingen. Anders is dat echter in
Zuid-Vietnam, dat 240 afgevaardig
den in het nieuwe parlement krijgt.
Van de Amerikaans aandoende
campagne-voering met muziek
korpsen, majorettes en veel ge
schetter van het vroegere bewind is
niets overgebleven.
Onlangs werd in Saigon de eerste
verkiezingsbijeenkomst gehouden
in het gebouw van het voormalige
huis van afgevaardigden. Pham
Hung, een vooraanstaand lid van de
communistische partij, stelde een
gehoor van 700 kiezers de 44 kandi
daten voor die zullen dingen naar
de 35 zetels die Saigon in het par
lement zijn toegewezen. Geen van
de kandidaten voerde het woord en
Pham Hung waarschuwde de kie
zers op hun hoede te zijn voor reac
tionaire machten die "op sabotage
van de verkiezingen uit zouden
kunnen zijn".
In de straten van Saigon zijn wel
spandoeken te zien die het volk op
roepen tot een massale opkomst en
waarop staat dat stemmen moet in
het belang van elke burger die het
socialisme voorstaat.
Inmiddels doen de revolutionaire
kaders in het hele land moeite het
volk op te warmen voor de verkie
zingen die moeten leiden tot "her
eniging op basis van het socialis
me". Bij alle voorberoidingswerk-
zaamheden zit de Voorlopige Revo
lutionaire Regering nog met het
vraagstuk van het herstel van de
burgerrechten van de functionaris
sen en militairen van het vroegere
bewind die hun "heropvoedingscur
sussen" al hebben voltooid. In prin
cipe hebben ook zij stemrecht. Aan
het verlenen daarvan gaat echter
een verificatie vooraf. Deze is toe
vertrouwd aan speciaal daartoe ge
vormde 'comité's' met medewerking
van de bevolking.
D,
verificatie bestaat doorgaans
met het voorlezen van een rapport
door een kaderlid waarom aan be
paalde oud-officieren of ambtena
ren wel (de meerderheid) stemrecht
zou moeten worden verleend en
aan andere nog niet. Na het voorle
zen van het rapport volgt een dis
cussie waarna de voorstellen door
gaans worden aanvaard.
Er zijn nog weinig aanwijzingen wat
de regering zal besluiten over de
naar schatting 300.000 officieren en
ambtenaren die nog in vormings
centra in "heropvoeding" zijn. In
Saigon doen geruchten de ronde dat
de regering de komende verkiezin
gen zal aangrijpen om hen naar hun
gezinnen terug te zenden.
Enkele bekende kandidaten zijn
premier Huynh van Phat, de voor
zitter van het nationale front voor
de bevrijding van Zuid-Vietnam,
Nguyen Huu Tho, minister van bui
tenlandse zaken mevrouw Nguyen
Thi Binh en Pham Hung, lid van het
politieke bureau van de Vietnamese
Arbeiderspartij. De vroegere (toen
legale) oppositie tijdens het bewind
van Nguyen van Thieu wordt verte
genwoordigd door mevrouw Ngo Ba
Thanh, de Boeddhistische leidster
Heyn Lien en een rooms-katholieke
geestelijke, Tsjan Tin. De kandida
ten voor het zuiden zijn voorgedra
gen door plaatselijke volksorganisa
ties aan commissies in Saigon, die
hen hebben geselecteerd. In Zuid-
Vietnam is bovendien de mogelijk
heid van een "tweede ronde" op 2
mei voor die kiesdistricten waarbij
in de eerste ronde niet alle toegewe
zen zetels worden bezet. De verkie
zingen in Noord-Vietnam wijken
enigszins af. De kandidaten daar
hebben geen "sponsors" nodig. Van
de 250 zetels die Noord-Vietnam in
het gezamenlijke parlement krijgt,
zijn er 21 aan Hanoi toegewezen.
IADVERTENTIE
Alléén deze maand
'n geweldige banden-aanbieding:
de VREDESTE1N155 x 12 SPRINT TUBE LESS
RADIAAL Wet viug-erbij rijn en in *dn gevel,
even langskomen! -
hofka-sampermans
bandenspecialisten as*®
(Door Jaap van Wesel)
NlCOSIA - „Grieken zijn mensen die net als hun goden op de
wolken leven. Daar verzinnen ze hun eigen verhaal over de
Turken, en bouwen luchtkastelen. Ze beginnen in hun eigen
sprookjes te geloven, funderen er een strategie op, en uiteinde
lijk, als ze met de werkelijkheid worden geconfronteerd, raken
ze in moeilijkheden".
Rauf Denktash, de 51-jarige president van de Federatieve
Turks-Cypriotische republiek - op 13 februari 1975 uitgeroepen -
heeft goede kaarten, en daar speelt hij op: de status quo op Cy
prus werkt in zijn voordeel. Met de hulp van het Turkse leger is
40 procent van het eiland in zijn handen, waar nu de 120.000
Turkse Cyprioten (18 procent van de bevolking) wonen.
dat het Grieks-Cypriotische leider
schap zich geen illusies moet maken:
hoe langer ze wachten, hoe meer ze te
verliezen hebben. Een jaar geleden,
vlak voor Makarios naar Cyprus te
rugkwam, waren Klerides en ik aan
een landkaart toe. om territoriale
kwesties te bespreken, op bi-zonale ba
sis Maar toen legde Makarios in Lon
den zijn beroemde verklaring af,
waarin hij zei: „Nooit
Alles wat Denktash van Makarios wil,
is erkenning van de status quo: een
separate Turks-Cypriotische staat in
het noorden van Cyprus. Een federale
regering met zeer beperkte bevoegd
heden, zoals het voeren van een bui
tenlandse neutralistische politiek, het
uitgeven van postzegels en paspoorten
en dergelijke, mag blijven bestaan.
De Grieken daarentegen eisen dat de
Turkse invasie van 1974 ongedaan
wordt gemaakt, het Turkse leger moet
zich terugtrekken, de 200.000 Griekse
vluchtelingen moeten in staat worden
gesteld naar hun huizen terug te keren,
evenals de 60.000 Turkse vluchtelin
gen. Cyprus moet een eenheid blijven,
met minderheidsrechten voor de Tur
ken.
Regeling
„De Grieken zijn in 1963 deze oorlog
begonnen Sindsdien hebben zij gewei
gerd een regeling te treffen, tot 1974
toe. Zij hebben daarom bijgedragen tot
het in twee delen gescheiden Cyprus,
zoals dat nu bestaat. Zijn zij slim en
eerlijk genoeg om deze realiteit te er
kennen, of zien zij Cyprus nog steeds
als een deel van Griekenland, waarin
de Turken indringers zijn? Stellen zij
zich nog steeds op het standpunt dat
de Turken als een vreemd element
moeten worden verdreven? Dat is de
kern van de zaak. en daarom geloof ik
dat we moeten wachten tot zij hun
voorstellen bekend hebben gemaakt".
- Verwacht u Griekse voorstellen die
een basis kunnen zijn voor onderhan
delingen, als die in mei in Wenen zullen
worden hervat?
„Ze hebben voorstellen beloofd, maar
ik moet u eerlijk zeggen dat ik tot van
daag geen verandering zie in het
Griekse standpunt".
- In welke richting moeten we een
compromis zoeken? Een regeling, in
houdende een Griekse erkenning van
de federatieve staat in ruil voor Turkse
territoriale concessies?
„De Grieken weten dat wij bereid zijn
over gebied te praten. Het is voor mij
prematuur om daar meer concreets
over te zeggen. Dat hangt van hun
voorstellen af'.
- Maar bent u bereid om in ruil voor
erkenning de steden Famagusta.
Morphou en een aantal dorpen aan de
weg Nicosia-Famagusta terug te ge
ven, waardoor veel Griekse vluchte
lingen terug kunnen keren?
„Ze moeten met ons onderhandelen
over een in twee delen gescheiden
staat Binnen dat kader kunnen we
praten over bepaalde territoriale kwes
ties, in samenhang met de vorming
van een federale regering. Ik heb Kle
rides in Wenen heel openlijk gezegd
„Sindsdien hebben we een jaar verlo
ren. Toen zei ik: ik kan over de grens
lijn onderhandelen. Nu hebben er de
mografische veranderingen plaats ge
had en kan ik dat veel minder. Maka
rios, de grote leider, de tovenaar -
tenminste dat denken zij - heeft ge
weigerd. Als ze nog een jaar wachten,
in het geloof dat Makarios hen naar de
overwinning zal leiden, dan is mijn
antwoord: mijn bereidheid tot onder
handelen wordt steeds kleiner. De
scheiding van twee gemeenschappen
die met elkaar overhoop hebben gele
gen, is net zoals de scheiding van man
en vrouw: hoe langer ze uit elkaar
zijn, hoe minder ze elkaar nodig heb
ben en hoe meer ze hun vrijheid gaan
waarderen".
- Er is aan de Griekse kant een stro
ming die zegt dat het beter is om te
wachten- u hebt hier grote moeilijkhe
den. De economie gaat slecht, er is
grote werkloosheid, wrijving tussen
Turkse Cyprioten en Turken van het
moederland, toenemende criminaliteit,
gebrek aan een aantal elementaire le
vensbehoeften.
Valse propaganda
Omdat we zelf niet genoeg arbeids
krachten hebben, importeren we ar
beiders uit Turkije. Ik heb hier thuis
een kok nodig, een assistent-kok en
twee dienstmeisjes. Tot wanhoop van
mijn vrouw kan ik ze niet vinden. Wat
de Grieken met dit soort valse propa
ganda denken te bereiken, is mij een
raadsel. Er is nog iets anders. Als je
over de Turks-Cypriotische economie
spreekt, moetje niet vergeten dat onze
gemeenschap door Makarios sinds
1963 is verlamd. Niet alleen militair,
maar ook economisch. Dat is pas in
1974 door de vredesoperatie veran
derd".
- U bent nogal verbitterd over Maka
rios. Hebt u het feit dat hij met u. de
vice-president, nooit heeft gesproken
als een belediging ervaren?
„Een compliment was het zeker niet.
Het gaf je het gevoel ongewenst te
zijn. En dat is de kern van alle pro
blemen tussen gemeenschappen die in
een bi-nationale of multi-nationale
staat leven. Als de ene kant zich on
gewenst voelt, dan draagt dat gevoel
zeker niet tot de vrede bij".
- Gelooft u dat de persoon van Maka
rios een obstakel is voor een regeling?
„Ik kijk niet naar Makarios als per
soon, maar als vertegenwoordiger van
een kerk, die een politiek ten aanzien
van Cyprus voert. Het historische doel
van die politiek is, Cyprus met Grie
kenland te verenigen. Makarios is in
dertijd als aartsbisschop gekozen om
dat hij als de meest militante van de
kandidaten werd beschouwd. Zijn
vraag is niet: wat kan ik voor Cyprus
doen als een land waarin twee gemeen
schappen leven, maar wat kan ik met
Cyprus doen om het te verenigen met
het moederland Griekenland".
- Bent u nu werkelijk nog bang voor
enosis, de hereniging met Grieken
land? De Grieken geloven er zelf niet
meer in, en zij zeggen dat het propa
ganda van u is?
„We hebben nu nog steeds met de
zelfde Griekse leiders te maken die
verantwoordelijk zijn voor de proble
men van 1963. Toen heeft Makarios
geprobeerd ons van Cyprus te verdrij
ven. Hoe kan ik dus zeggen dat ik niet
bang meer ben voor enosis"?
„Goed, het is aan de Griekse kant een
minderheid die naar enosis streeft.
Maar ook Makarios was in 1963 in de
minderheid toen hij de jacht op ons
opende. Ook de Griekse junta was een
minderheid, evenals Nicos Sampson,
die door Griekenland werd gesteund.
Het is een minderheid die de Griekse
bevolking twaalf jaar lang heeft be
drogen met leugens, als zouden de
Turken duivels zijn die gedood moe
ten wol-den, duivels die uit zijn op een
deling van Cyprus".
„Het is steeds de minderheid aan de
Griekse kant geweest die de dienst
heeft uitgemaakt. Hoe kan ik zeker we
ten dat een minderheidsgroepering
ook niet in de toekomst met steun van
Griekenland, of de Griekse lobby in
Amerika, of met steun van de duivel
nog eens hetzelfde zal proberen? Ik
moet mijn kaarten zo spelen dat ik er
van uitga alsof het gevaar van enosis
reëel is".
£jaterdag werd Louis Paul Boon,
die al enkele jaren de Belgische en
Nederlandse kandidaat is voor de
Nobelprijs voor literatuur, in het
radioprogramma Zl geïnterviewd.
Hij blijkt geen hoge hoed op te heb
ben van die Nobelprijs („De Nobel
prijs heeft niet het minste belang",
zei hij letterlijk), want die gaat toch
altijd naar de verkeerde schrijvers.
Als bcioijs voerde hij aan, dat de
Nobelprijs wel naar een Poolse „on
nozelaar" was gegaan, hoe heette
hij ook al weer, de schrijver van
Quo Vadis, o ja, Sienkewietz, terwijl
in dezelfde tijd mensen met talent
en genie als Balzac, Dostojevski en
Dickens over het hoofd werden ge
zien.
De eerste opmerking die ik hierover
wil maken. is. dat hij wel erg ver te
rug gaat in de geschiedenis, name
lijk 71 jaar. Henryk Sienkewicz, die
leefde van 1846 tot 1916, mag dan in
België ten Nederland) een ongele
zen auteur zijn geworden, in Polen
kent men hem nog donders goed,
terwijl daar MuUatuli en Couperus
weer erg weinig gelezen schijnen te
worden. Maar dat zegt mij weinig
over Couperus en MuUatuli. En we
liswaar heeft Boon gelijk dat lang
niet elk schot een eendvogel is ge
weest, maar hij zou zich toch niet
echt hoeven te generen in het gezel
schap van schrijvers als Solzjenit-
syn. Neruda, Pasternak, Camus.
Andric. Hemingway. Mauriac, La-
gerkvist. Faulkner, Eliot, Gide, Hes
se. O'Neill, Pirandello, Mann, Shaw,
Yates, Hamsun, Kipling, Sienkie-
wicz om maar enkele uitschieters te
noemen.
Tot Boons verontschuldiging moet
gezegd worden, dat hij zich kenne
lijk niet in het onderwerp verdiept
heeft, want anders zou hij toch wel
geweten hebben, dat de Nobelprijs
uitsluitend aan levende schrijvers
en wetenschapsmensen wordt toe
gekend, ofwel op de hoogte zijn ge
weest van enkele jaartallen. De eer
ste Nobelprijzen werden in 1901 uit
gereikt, Sully-Prudhomme kreeg
toen die voor literatuur. Sienkie-
wicz kreeg zijn Nobelprijs in 1905 en
degenen die hem volgens L. P. Boon
eerder hadden verdiend, waren
toen al lang dood: Balzac overleed
in 1850. Dostojevski in 1881 en Dic
kens in 1870. Ze zijn dus fysiek nooit
in staat geweest de Nobelprijs te
winnen. Het ivas jammer dat de in
terviewer in Z. 1 daar niet even op
wees, want het kan in deze tijd van
Nederlandermoppen nooit kwaad
af en toe een Belg als onnozelaar te
ontmaskeren.
Toch gelijk
Een en ander wil niet zeggen dat
Boontje helemaal ongelijk heeft, al
koos hij zijn voorbeelden wat onge
lukkig. Tien jaar geleden schreef ik
al dal Vestdijk, als hij de Nobelprijs
kreeg, in het weinig zeggende gezel
schap terecht zou komen van
Sully-Prudhomme, Mommsen,
Bjoernson. Echegaray, Carducci,
Eucken, Heyse, Von Heidenstamm,
Jensen, Gjellerup, Pontoppidan,
Benavente, Reymont, Deledda,
Karlfeldt, Godoy. Alcayaga en niet
te vergeten natuurlijk Winston
Churchill, die de Nobelprijs voor
Oorlogsmémoires kreeg.
Kreeg hij de Nobelprijs daarente
gen niet. dan kwam hij IVestdijk, en
nu dus ook Louis Paul Boon) in het
illustere gezelschap terecht van
Tolstoj. Tsjechov, Gorki. Ibsen,
Strindberg, Zola, Schnytzler, Rilke,
Brecht. Von Musil, Von Hofmanns-
thal, Lorca. Joyce, Dylan Thomas,
Achterberg, Proust, Boelgakov,
Scott Fitzgerald. Céline en menig
ander, want dat zijn allemaal
schrijvers die nog leefden na 1901
en dus voor de Nobelprijs in aan
merking hadden kunnen komen.
Vergelijking van het tweede lijstje
namen met. het eerste lijstje leert,
dat de Nobelcommissie inderdaad
vaak gefaald heeft, vooral in de be
ginjaren van de Prijs. Zulke grote
missers worden tegemvoordig niet
meer gemaakt, geloof ik, al zullen
onze kleinkinderen vermoedelijk
toch weer hoofdschuddend moeten
constateren dat „mensen met talent
en genie" (om Boon nog even te ci
teren) als Nabokov, Gombrowicz,
Borges, Marquez, Bellow en nog eet
handjevol anderen over het hoof
werden gezien ten bate van de een
of andere Belgische onnozelaar, hoe
heet hij ook al weer, o ja, Been oj
Bon of zoiets
NICO SCHEEPMAKER
«LJeeland Vakantieland heeft een Pasen
met een aardig volle bak achter de rug. Op
vallend is trouwens dat niet alleen het ge
passeerde lange weekeinde veel vroege toe
risten in beweging heeft gebracht maar dat
de twee weken aan weerskanten van de
paasdatum op de kalender ditmaal zijn uit
gegroeid tot een niet onaantrekkelijke extra
drukteperiode voor de totale recreatie
industrie. Voor een niet gering deel was dit
te danken aan zoiets als een 'gespreide'
paasvakantie, in Nederland en in West
Duitsland! Er waren scholen die de deuren
een week vóór Pasen sloten, andere deden
het een week ema. Te zeggen dat het brein
achter en de vaste wil binnen het nu al ja
ren slepende overleg over een echte vakan
tiespreiding in Nederland hun eerste resul
taten hebben bereikt, is wat veel. Het ging
meer om een 'wilde' spreiding bij het on
derwijs. Veel ouders hebben de vakantie
van hun kinderen te baat genomen om zelf
ook even grondig het stof van de winter van
zich af te schudden.
Sinds een jaar of wat begint de 'tweede va
kantie' meer en meer gemeengoed te wor
den. Voor de een valt die in het vroege na
jaar. voor de ander rondom kerst en jaar
wisseling, een derde trekt er in de carnaval
of bij het verschijnen van de crocussen snel
een weekje tussenuit, weer een ander wacht
de paasvakantie af. De tijd dat men in Zee
land na afloop van de zomervakantie meer
of minder opgelucht tegen elkaar zei „zo, nu
zijn we voorlopig weer negen maanden on
der elkaar", lijkt voorgoed voorbij. Wordt er
nu van die belangstelling voor het voor- en
naseizoen, van die langzamerhand vloeiend
in elkaar overlopende vakantieperiodes en
lange weekends in de toeristenindustrie ai
iets duidelijk merkbaar? Zit het erin dat
deze tot voor kort bijna over de hele linie
typisch seizoenmatige bednjfstak kansen
krijgt om meer en meer op jaarbasis te gaan
opereren? En als er mogelijkheden liggen
worden die dan tijdig genoeg onderkend,
.wordt er behendig genoeg op ingespeeld?
Ligt in de verlenging van het toeristensei
zoen de basis voor de toekomst van de eco
nomie van 'de recreatie' in Zeeland? Zal de
werkgelegenheid in de horeca en de zuiver
op het toerisme afgestemde dienstverlening
onder invloed van deze ontwikkeling moge
lijk een meer stabiele factor worden?
Iiedere voorspelling is tot op heden kijken
in koffiedik dan wel natte-vinger-werk. En
dat komt dan vooral doordat de ervaringen
met en het effect van de 'tweede vakantie'
in de Zeeuwse recreatiewereld nog maar
van zeer recente datum zijn en tevens door
dat statistisch matenaal van enige betrouw
baarheid ontbreekt. Er zijn voorzichtige
aanwijzingen dat. er een doorzettende groei
zit in de belangstelling voor voorseizoen en
naseizoen met pieken, die een jaar of vijf ge
leden nog vrijwel onbekend waren. De zo
genaamde bemiddelingscentrale van de
Provinciale Zeeuwse VW in Middelburg
kan daarvoor min of meer als meetinstru
ment dienen. Eigenaren en verhuurders van
zo'n 700 zomerhuisjes en apartementen in
Zeeland bieden daar centraal hun accom
modaties aan. Dat is zo'n tien procent van
het totale aanbod en dus een vrij aardige
steekproef om er een tendens uit af te lezen.
Een globale doorlichting van de bemidde
lingsadministratie laat zien dat vooral de
tussentijdse schoolvakanties de laatste ja
ren in rap tempo de verhuurcijfers omhoog
hebben gebracht. Telde vroeger de kerstva
kantie nauwelijks mee als een periode om je
terug te trekken in Zeeland, - sinds kort be
staat er een levendige belangstelling voor
het huren van een vakantieverblijf. Het
zelfde geldt voor de vroege voorjaarsvakan
tie of crocus vakantie, die tegenwoordig op
de scholen samenvalt met het wilde carna
valsweekend in het zuiden van het land.
Enkele jaren terug waagden een handvol
exploitanten van vakantieverblijven in Zee
land zich aan een gerichte actie onder Bra
banders en Limburgers die in deze hos- en
hijsdagen het lawaai toch maar liever ver
wisselden voor de rust van de kust Het was
al direct na de eerste keer een doorslaand
succes in de kasboeken. In maart van dit
jaar werd er al niet eens meer actie gevoerd:
de anti-camavallers (en met hen nog vele
anderen! kwamen als vanzelf
Ooi
'ok al weer afgaand op allerlei toch wel
duidelijke aanwijzingen kan met de nodige
slagen om de arm worden vastgesteld dat
de stijging van het aantal toeristische over
nachtingen in Zeeland de laatste paar jaar
hoofdzakelijk moet worden gezocht in de
verlenging van het vakantieseizoen. In de
jaren '60 was er een snelle groei (van onge
veer 3 miljoen overnachtingen per jaar naar
een kleine 6 miljoen), die voornamelijk was
toe te schrijven aan een voortdurende en
nogal spectaculaire uitbreiding van de ver-
blijfsaccommodatie in hotels, pensions, zo
merhuizen en kampeerterreinen. Na 1968 is
er in die cijfers een opvallende afvlakking
gekomen. Het vorig jaar in opdracht van
provinciale VW uitgebrachte rapport-
Tideman over 'De economische betekenis
van de recreatie in Zeeland' meldde over
1974 een totaal aan toeristische overnach
tingen in deze provincie van 7,8 miljoen In
vergelijking met de groei in de jaren'60 was
die ten opzichte van de drie voorgaande ja
ren beduidend minder. Vooral nu het ook in
de recreatiewereld zelf Is doorgedrongen dat
Zeeland het in de toekomst zal moeten
hebben van een zorgvuldig beleid (uit een
oogpunt van planologie en uit een oogpunt
van toeristische attractie) begint het ele
ment 'kwaliteit' een duidelijker rol te spe
len. Ook op de campings, die doorgaans
nogal elastisch zijn wat hun opnamecapaci
teit van vakantiegangers betreft.
Hoe speelt het zogenaamde logies verstrek
kende bedrijfsleven nu in op het verschijn
sel van de tweede vakantie en dus een gro
tere spreiding van de toeristische 'vraag'
over het hele jaar? In toeristische kringen
waar men erover kan meepraten wordt on
omwonden vastgesteld: het vakantiepro-
dukt wordt onvoldoende en ouderwets ver
kocht. Zeker, is dan meteen de toevoeging,
de 'inkoop' is goed geregeld, de verpakking
ziet er best uit, de aflevering is netjes. -
maar het ontbreekt aan een goede verkoop
organisatie. Er overheerst in de vakantie
industrie nog te vaak en te veel de simpele
opvatting: „Als de zon schijnt komen er wel
weer mensenMaar is dat nu wel zo? Het
vakantieprodukt 'Zeeland' in voorseizoen
en naseizoen vergt een andere benadering,
een andere mentaliteit ook. Verkoopdes
kundigen op dit zo heel aparte en tegelijk
bijzonder gevoelige terrein van de dienst
verlening zeggen dat er in de Zeeuwse toe
ristische wereld juist op weg naar een ex
ploitatie op jaarbasis heel wat meer zou zijn
te bereiken dan thans het geval ls, wanneer
aan een aantal voorwaarden wordt voldaan.
En die zijn dan volgens hen: doelgericht
werken op de vakakantiemarkt, origineel
zijn en in de prijsstelling scherp calculeren.
Zo wordt het ronduit 'onbegrijpelijk' ge
noemd dat men in midden-Zeeland niet veel
agressiever de Engelse vakantiemarkt be
werkt, die sinds kort als het ware volkomen
open ligt. De Engelsen van hun kant zijn op
het ogenblik opvallend druk bezig de va
kantieganger in zuidwest-Nederland voor
hun land te interesseren.
Vv,
van de ondernemer in de vakantiebran
che wordt gevraagd dat hij zijn produkt
(zoals dat dan met een vakterm heet) toe
gankelijker maakt. Er zijn in Zeeland voor
beelden van (vooral) jonge ondernemers die
de nieuwe ontwikkelingen zien zitten en te
gelijk aandurven. Daar is meer en meer een
professionele aanpak voor nodig. Over
schakelen van een puur seizoenmatige ex
ploitatie naar een bedrijfseconomische op
zet die gaat in de richting van 'een jaar lang
doordraaien' brengt hoopjes problemen
mee en afschrijving van een serie ingewor
telde gewoonten. De betrokken bedrijven
(hotel, pensions, zomerwoningcomplexen en
'dergelijke) zullen niet zelden moeten wor
den aangepast en er zal vaak ook een ander
personeelsbeleid moeten worden gevoerd.
De stand van zaken op de horeca- en
recreatie-arbeidsmarkt is daarbij in het ge
ding. Hoe ligt het met het aanbod van be
roepsmensen, wanneer veel minder dan tot
nu toe het geval ls kan worden gewerkt met
'vrolijke vrijbuiters die in de zomer wat
meepakken en het nadien weer elders gaan
zoeken'. Voor de ondernemer is er de kant
van de loonkosten, die er geheel anders
komt uit te zien wanneer hij zich zal moeten
gaan richten op 'vast personeel'.
En dan ls er natuurlijk de nog helemaal
open vraag hoe de vakantiemarkt van het
voorseizoen en het naseizoen zich verder zal
gaan ontwikkelen. De werkelijke vakantie-
spreiding wil in Nederland nog maar steeds
niet van de grond komen. In tegenstelling
tot een land als Frankrijk waar men ze veel
meer als een dwingende noodzaak is gaan
zien en nu met allerlei door de overheid ge
stimuleerde maatregelen op k.orte termijn
en in hoog tempo wil gaan doorvoeren. Hier
in Nederland tobben we jaar in jaar uit met
fraaie voornemens die niet of nauwelijks in
daden kunnen worden omgezet. Minister
Van Kemenade (onderwijs) komt nu al voor
de derde achtereenvolgende maal bij het
lager- en kleuteronderwijs met het vriende
lijke verzoek of men daar wil meewerken
aan spreiding van de zomervakantie vol
gens een systeem waarbij het land in drie
zones wordt geknipt. Maar diezelfde minis
ter weet dat hij in feite het onmogelijke
vraagt, doodeenvoudig omdat hij verzuimt
zodanige maatregelen te nemen dat ook het
voortgezet onderwijs aan een dergelijke re
geling medewerking kan verlenen. Kort ge
leden nog liet hij doorschemeren 'dat het er
nu echt van zou komen in de zomervakantie
van 1977', maar enkele weken later kwam
het bericht dat het weer niet was gelukt
-L och heeft de nu verstreken Pasen aange
toond dat de 'tweede vakantie' (of zo men
wil: de eerste) niet langer tot de uitzonder
ingen behoort. Bij het grootscheepse
Zeeuwse recreatieonderzoek - dat in op
dracht van het provinciaal bestuur van Zee
land gaande is - kan aan deze ontwikkeling
niet worden voorbijgegaan. Het is namelijk
èn voor het in de toekomst te voeren recrea-
tiebeleid, èn voor de mogelijkheden op de
horeca- en recreatie-arbeidsmarkt, èn voor
de ondernemer in de toeristische industrie
van vitaal belang om tenminste enige be
trouwbare aanwijzingen te krijgen hoe de
toerist-van-morgen zijn vakantiegeld over
het hele jaar heen denkt te gaan besteden.
KEES VAN DER MAAS