Grieken bouwen luchtkastelen L Speelt de Zeeuwse toeristenindustrie behendig genoeg in op verschijnsel 'tweede vakantie'? Hereniging Noord- en Zuid-Y ietnam P DENKTASH, PRESIDENT TURKS- CYPRIOTISCHE REPUBLIEK: Louis Paul Boon WOENSDAG 21 APRIL 1976 O aigon - Meer dan 30 jaar nadat Ho Tsjih-Minh op 6 januari 1946 dc onafhankelijkheid van heel Viet nam uitriep, zullen 25 april in Noord- en Zuid-Vietnam verkiezin gen worden gehouden voor de 490 leden tellende grondwetgevende vergadering die de instituten in hel leven moet roepen voor een her enigd Vietnam. In Noord-Vietnam wijkt, de cam pagne voor de 250 afgevaardigden die dit deel in het gezamenlijke par lement zullen vertegenwoordigen nauwelijks af van de eerdere verkie zingen. Anders is dat echter in Zuid-Vietnam, dat 240 afgevaardig den in het nieuwe parlement krijgt. Van de Amerikaans aandoende campagne-voering met muziek korpsen, majorettes en veel ge schetter van het vroegere bewind is niets overgebleven. Onlangs werd in Saigon de eerste verkiezingsbijeenkomst gehouden in het gebouw van het voormalige huis van afgevaardigden. Pham Hung, een vooraanstaand lid van de communistische partij, stelde een gehoor van 700 kiezers de 44 kandi daten voor die zullen dingen naar de 35 zetels die Saigon in het par lement zijn toegewezen. Geen van de kandidaten voerde het woord en Pham Hung waarschuwde de kie zers op hun hoede te zijn voor reac tionaire machten die "op sabotage van de verkiezingen uit zouden kunnen zijn". In de straten van Saigon zijn wel spandoeken te zien die het volk op roepen tot een massale opkomst en waarop staat dat stemmen moet in het belang van elke burger die het socialisme voorstaat. Inmiddels doen de revolutionaire kaders in het hele land moeite het volk op te warmen voor de verkie zingen die moeten leiden tot "her eniging op basis van het socialis me". Bij alle voorberoidingswerk- zaamheden zit de Voorlopige Revo lutionaire Regering nog met het vraagstuk van het herstel van de burgerrechten van de functionaris sen en militairen van het vroegere bewind die hun "heropvoedingscur sussen" al hebben voltooid. In prin cipe hebben ook zij stemrecht. Aan het verlenen daarvan gaat echter een verificatie vooraf. Deze is toe vertrouwd aan speciaal daartoe ge vormde 'comité's' met medewerking van de bevolking. D, verificatie bestaat doorgaans met het voorlezen van een rapport door een kaderlid waarom aan be paalde oud-officieren of ambtena ren wel (de meerderheid) stemrecht zou moeten worden verleend en aan andere nog niet. Na het voorle zen van het rapport volgt een dis cussie waarna de voorstellen door gaans worden aanvaard. Er zijn nog weinig aanwijzingen wat de regering zal besluiten over de naar schatting 300.000 officieren en ambtenaren die nog in vormings centra in "heropvoeding" zijn. In Saigon doen geruchten de ronde dat de regering de komende verkiezin gen zal aangrijpen om hen naar hun gezinnen terug te zenden. Enkele bekende kandidaten zijn premier Huynh van Phat, de voor zitter van het nationale front voor de bevrijding van Zuid-Vietnam, Nguyen Huu Tho, minister van bui tenlandse zaken mevrouw Nguyen Thi Binh en Pham Hung, lid van het politieke bureau van de Vietnamese Arbeiderspartij. De vroegere (toen legale) oppositie tijdens het bewind van Nguyen van Thieu wordt verte genwoordigd door mevrouw Ngo Ba Thanh, de Boeddhistische leidster Heyn Lien en een rooms-katholieke geestelijke, Tsjan Tin. De kandida ten voor het zuiden zijn voorgedra gen door plaatselijke volksorganisa ties aan commissies in Saigon, die hen hebben geselecteerd. In Zuid- Vietnam is bovendien de mogelijk heid van een "tweede ronde" op 2 mei voor die kiesdistricten waarbij in de eerste ronde niet alle toegewe zen zetels worden bezet. De verkie zingen in Noord-Vietnam wijken enigszins af. De kandidaten daar hebben geen "sponsors" nodig. Van de 250 zetels die Noord-Vietnam in het gezamenlijke parlement krijgt, zijn er 21 aan Hanoi toegewezen. IADVERTENTIE Alléén deze maand 'n geweldige banden-aanbieding: de VREDESTE1N155 x 12 SPRINT TUBE LESS RADIAAL Wet viug-erbij rijn en in *dn gevel, even langskomen! - hofka-sampermans bandenspecialisten as*® (Door Jaap van Wesel) NlCOSIA - „Grieken zijn mensen die net als hun goden op de wolken leven. Daar verzinnen ze hun eigen verhaal over de Turken, en bouwen luchtkastelen. Ze beginnen in hun eigen sprookjes te geloven, funderen er een strategie op, en uiteinde lijk, als ze met de werkelijkheid worden geconfronteerd, raken ze in moeilijkheden". Rauf Denktash, de 51-jarige president van de Federatieve Turks-Cypriotische republiek - op 13 februari 1975 uitgeroepen - heeft goede kaarten, en daar speelt hij op: de status quo op Cy prus werkt in zijn voordeel. Met de hulp van het Turkse leger is 40 procent van het eiland in zijn handen, waar nu de 120.000 Turkse Cyprioten (18 procent van de bevolking) wonen. dat het Grieks-Cypriotische leider schap zich geen illusies moet maken: hoe langer ze wachten, hoe meer ze te verliezen hebben. Een jaar geleden, vlak voor Makarios naar Cyprus te rugkwam, waren Klerides en ik aan een landkaart toe. om territoriale kwesties te bespreken, op bi-zonale ba sis Maar toen legde Makarios in Lon den zijn beroemde verklaring af, waarin hij zei: „Nooit Alles wat Denktash van Makarios wil, is erkenning van de status quo: een separate Turks-Cypriotische staat in het noorden van Cyprus. Een federale regering met zeer beperkte bevoegd heden, zoals het voeren van een bui tenlandse neutralistische politiek, het uitgeven van postzegels en paspoorten en dergelijke, mag blijven bestaan. De Grieken daarentegen eisen dat de Turkse invasie van 1974 ongedaan wordt gemaakt, het Turkse leger moet zich terugtrekken, de 200.000 Griekse vluchtelingen moeten in staat worden gesteld naar hun huizen terug te keren, evenals de 60.000 Turkse vluchtelin gen. Cyprus moet een eenheid blijven, met minderheidsrechten voor de Tur ken. Regeling „De Grieken zijn in 1963 deze oorlog begonnen Sindsdien hebben zij gewei gerd een regeling te treffen, tot 1974 toe. Zij hebben daarom bijgedragen tot het in twee delen gescheiden Cyprus, zoals dat nu bestaat. Zijn zij slim en eerlijk genoeg om deze realiteit te er kennen, of zien zij Cyprus nog steeds als een deel van Griekenland, waarin de Turken indringers zijn? Stellen zij zich nog steeds op het standpunt dat de Turken als een vreemd element moeten worden verdreven? Dat is de kern van de zaak. en daarom geloof ik dat we moeten wachten tot zij hun voorstellen bekend hebben gemaakt". - Verwacht u Griekse voorstellen die een basis kunnen zijn voor onderhan delingen, als die in mei in Wenen zullen worden hervat? „Ze hebben voorstellen beloofd, maar ik moet u eerlijk zeggen dat ik tot van daag geen verandering zie in het Griekse standpunt". - In welke richting moeten we een compromis zoeken? Een regeling, in houdende een Griekse erkenning van de federatieve staat in ruil voor Turkse territoriale concessies? „De Grieken weten dat wij bereid zijn over gebied te praten. Het is voor mij prematuur om daar meer concreets over te zeggen. Dat hangt van hun voorstellen af'. - Maar bent u bereid om in ruil voor erkenning de steden Famagusta. Morphou en een aantal dorpen aan de weg Nicosia-Famagusta terug te ge ven, waardoor veel Griekse vluchte lingen terug kunnen keren? „Ze moeten met ons onderhandelen over een in twee delen gescheiden staat Binnen dat kader kunnen we praten over bepaalde territoriale kwes ties, in samenhang met de vorming van een federale regering. Ik heb Kle rides in Wenen heel openlijk gezegd „Sindsdien hebben we een jaar verlo ren. Toen zei ik: ik kan over de grens lijn onderhandelen. Nu hebben er de mografische veranderingen plaats ge had en kan ik dat veel minder. Maka rios, de grote leider, de tovenaar - tenminste dat denken zij - heeft ge weigerd. Als ze nog een jaar wachten, in het geloof dat Makarios hen naar de overwinning zal leiden, dan is mijn antwoord: mijn bereidheid tot onder handelen wordt steeds kleiner. De scheiding van twee gemeenschappen die met elkaar overhoop hebben gele gen, is net zoals de scheiding van man en vrouw: hoe langer ze uit elkaar zijn, hoe minder ze elkaar nodig heb ben en hoe meer ze hun vrijheid gaan waarderen". - Er is aan de Griekse kant een stro ming die zegt dat het beter is om te wachten- u hebt hier grote moeilijkhe den. De economie gaat slecht, er is grote werkloosheid, wrijving tussen Turkse Cyprioten en Turken van het moederland, toenemende criminaliteit, gebrek aan een aantal elementaire le vensbehoeften. Valse propaganda Omdat we zelf niet genoeg arbeids krachten hebben, importeren we ar beiders uit Turkije. Ik heb hier thuis een kok nodig, een assistent-kok en twee dienstmeisjes. Tot wanhoop van mijn vrouw kan ik ze niet vinden. Wat de Grieken met dit soort valse propa ganda denken te bereiken, is mij een raadsel. Er is nog iets anders. Als je over de Turks-Cypriotische economie spreekt, moetje niet vergeten dat onze gemeenschap door Makarios sinds 1963 is verlamd. Niet alleen militair, maar ook economisch. Dat is pas in 1974 door de vredesoperatie veran derd". - U bent nogal verbitterd over Maka rios. Hebt u het feit dat hij met u. de vice-president, nooit heeft gesproken als een belediging ervaren? „Een compliment was het zeker niet. Het gaf je het gevoel ongewenst te zijn. En dat is de kern van alle pro blemen tussen gemeenschappen die in een bi-nationale of multi-nationale staat leven. Als de ene kant zich on gewenst voelt, dan draagt dat gevoel zeker niet tot de vrede bij". - Gelooft u dat de persoon van Maka rios een obstakel is voor een regeling? „Ik kijk niet naar Makarios als per soon, maar als vertegenwoordiger van een kerk, die een politiek ten aanzien van Cyprus voert. Het historische doel van die politiek is, Cyprus met Grie kenland te verenigen. Makarios is in dertijd als aartsbisschop gekozen om dat hij als de meest militante van de kandidaten werd beschouwd. Zijn vraag is niet: wat kan ik voor Cyprus doen als een land waarin twee gemeen schappen leven, maar wat kan ik met Cyprus doen om het te verenigen met het moederland Griekenland". - Bent u nu werkelijk nog bang voor enosis, de hereniging met Grieken land? De Grieken geloven er zelf niet meer in, en zij zeggen dat het propa ganda van u is? „We hebben nu nog steeds met de zelfde Griekse leiders te maken die verantwoordelijk zijn voor de proble men van 1963. Toen heeft Makarios geprobeerd ons van Cyprus te verdrij ven. Hoe kan ik dus zeggen dat ik niet bang meer ben voor enosis"? „Goed, het is aan de Griekse kant een minderheid die naar enosis streeft. Maar ook Makarios was in 1963 in de minderheid toen hij de jacht op ons opende. Ook de Griekse junta was een minderheid, evenals Nicos Sampson, die door Griekenland werd gesteund. Het is een minderheid die de Griekse bevolking twaalf jaar lang heeft be drogen met leugens, als zouden de Turken duivels zijn die gedood moe ten wol-den, duivels die uit zijn op een deling van Cyprus". „Het is steeds de minderheid aan de Griekse kant geweest die de dienst heeft uitgemaakt. Hoe kan ik zeker we ten dat een minderheidsgroepering ook niet in de toekomst met steun van Griekenland, of de Griekse lobby in Amerika, of met steun van de duivel nog eens hetzelfde zal proberen? Ik moet mijn kaarten zo spelen dat ik er van uitga alsof het gevaar van enosis reëel is". £jaterdag werd Louis Paul Boon, die al enkele jaren de Belgische en Nederlandse kandidaat is voor de Nobelprijs voor literatuur, in het radioprogramma Zl geïnterviewd. Hij blijkt geen hoge hoed op te heb ben van die Nobelprijs („De Nobel prijs heeft niet het minste belang", zei hij letterlijk), want die gaat toch altijd naar de verkeerde schrijvers. Als bcioijs voerde hij aan, dat de Nobelprijs wel naar een Poolse „on nozelaar" was gegaan, hoe heette hij ook al weer, de schrijver van Quo Vadis, o ja, Sienkewietz, terwijl in dezelfde tijd mensen met talent en genie als Balzac, Dostojevski en Dickens over het hoofd werden ge zien. De eerste opmerking die ik hierover wil maken. is. dat hij wel erg ver te rug gaat in de geschiedenis, name lijk 71 jaar. Henryk Sienkewicz, die leefde van 1846 tot 1916, mag dan in België ten Nederland) een ongele zen auteur zijn geworden, in Polen kent men hem nog donders goed, terwijl daar MuUatuli en Couperus weer erg weinig gelezen schijnen te worden. Maar dat zegt mij weinig over Couperus en MuUatuli. En we liswaar heeft Boon gelijk dat lang niet elk schot een eendvogel is ge weest, maar hij zou zich toch niet echt hoeven te generen in het gezel schap van schrijvers als Solzjenit- syn. Neruda, Pasternak, Camus. Andric. Hemingway. Mauriac, La- gerkvist. Faulkner, Eliot, Gide, Hes se. O'Neill, Pirandello, Mann, Shaw, Yates, Hamsun, Kipling, Sienkie- wicz om maar enkele uitschieters te noemen. Tot Boons verontschuldiging moet gezegd worden, dat hij zich kenne lijk niet in het onderwerp verdiept heeft, want anders zou hij toch wel geweten hebben, dat de Nobelprijs uitsluitend aan levende schrijvers en wetenschapsmensen wordt toe gekend, ofwel op de hoogte zijn ge weest van enkele jaartallen. De eer ste Nobelprijzen werden in 1901 uit gereikt, Sully-Prudhomme kreeg toen die voor literatuur. Sienkie- wicz kreeg zijn Nobelprijs in 1905 en degenen die hem volgens L. P. Boon eerder hadden verdiend, waren toen al lang dood: Balzac overleed in 1850. Dostojevski in 1881 en Dic kens in 1870. Ze zijn dus fysiek nooit in staat geweest de Nobelprijs te winnen. Het ivas jammer dat de in terviewer in Z. 1 daar niet even op wees, want het kan in deze tijd van Nederlandermoppen nooit kwaad af en toe een Belg als onnozelaar te ontmaskeren. Toch gelijk Een en ander wil niet zeggen dat Boontje helemaal ongelijk heeft, al koos hij zijn voorbeelden wat onge lukkig. Tien jaar geleden schreef ik al dal Vestdijk, als hij de Nobelprijs kreeg, in het weinig zeggende gezel schap terecht zou komen van Sully-Prudhomme, Mommsen, Bjoernson. Echegaray, Carducci, Eucken, Heyse, Von Heidenstamm, Jensen, Gjellerup, Pontoppidan, Benavente, Reymont, Deledda, Karlfeldt, Godoy. Alcayaga en niet te vergeten natuurlijk Winston Churchill, die de Nobelprijs voor Oorlogsmémoires kreeg. Kreeg hij de Nobelprijs daarente gen niet. dan kwam hij IVestdijk, en nu dus ook Louis Paul Boon) in het illustere gezelschap terecht van Tolstoj. Tsjechov, Gorki. Ibsen, Strindberg, Zola, Schnytzler, Rilke, Brecht. Von Musil, Von Hofmanns- thal, Lorca. Joyce, Dylan Thomas, Achterberg, Proust, Boelgakov, Scott Fitzgerald. Céline en menig ander, want dat zijn allemaal schrijvers die nog leefden na 1901 en dus voor de Nobelprijs in aan merking hadden kunnen komen. Vergelijking van het tweede lijstje namen met. het eerste lijstje leert, dat de Nobelcommissie inderdaad vaak gefaald heeft, vooral in de be ginjaren van de Prijs. Zulke grote missers worden tegemvoordig niet meer gemaakt, geloof ik, al zullen onze kleinkinderen vermoedelijk toch weer hoofdschuddend moeten constateren dat „mensen met talent en genie" (om Boon nog even te ci teren) als Nabokov, Gombrowicz, Borges, Marquez, Bellow en nog eet handjevol anderen over het hoof werden gezien ten bate van de een of andere Belgische onnozelaar, hoe heet hij ook al weer, o ja, Been oj Bon of zoiets NICO SCHEEPMAKER «LJeeland Vakantieland heeft een Pasen met een aardig volle bak achter de rug. Op vallend is trouwens dat niet alleen het ge passeerde lange weekeinde veel vroege toe risten in beweging heeft gebracht maar dat de twee weken aan weerskanten van de paasdatum op de kalender ditmaal zijn uit gegroeid tot een niet onaantrekkelijke extra drukteperiode voor de totale recreatie industrie. Voor een niet gering deel was dit te danken aan zoiets als een 'gespreide' paasvakantie, in Nederland en in West Duitsland! Er waren scholen die de deuren een week vóór Pasen sloten, andere deden het een week ema. Te zeggen dat het brein achter en de vaste wil binnen het nu al ja ren slepende overleg over een echte vakan tiespreiding in Nederland hun eerste resul taten hebben bereikt, is wat veel. Het ging meer om een 'wilde' spreiding bij het on derwijs. Veel ouders hebben de vakantie van hun kinderen te baat genomen om zelf ook even grondig het stof van de winter van zich af te schudden. Sinds een jaar of wat begint de 'tweede va kantie' meer en meer gemeengoed te wor den. Voor de een valt die in het vroege na jaar. voor de ander rondom kerst en jaar wisseling, een derde trekt er in de carnaval of bij het verschijnen van de crocussen snel een weekje tussenuit, weer een ander wacht de paasvakantie af. De tijd dat men in Zee land na afloop van de zomervakantie meer of minder opgelucht tegen elkaar zei „zo, nu zijn we voorlopig weer negen maanden on der elkaar", lijkt voorgoed voorbij. Wordt er nu van die belangstelling voor het voor- en naseizoen, van die langzamerhand vloeiend in elkaar overlopende vakantieperiodes en lange weekends in de toeristenindustrie ai iets duidelijk merkbaar? Zit het erin dat deze tot voor kort bijna over de hele linie typisch seizoenmatige bednjfstak kansen krijgt om meer en meer op jaarbasis te gaan opereren? En als er mogelijkheden liggen worden die dan tijdig genoeg onderkend, .wordt er behendig genoeg op ingespeeld? Ligt in de verlenging van het toeristensei zoen de basis voor de toekomst van de eco nomie van 'de recreatie' in Zeeland? Zal de werkgelegenheid in de horeca en de zuiver op het toerisme afgestemde dienstverlening onder invloed van deze ontwikkeling moge lijk een meer stabiele factor worden? Iiedere voorspelling is tot op heden kijken in koffiedik dan wel natte-vinger-werk. En dat komt dan vooral doordat de ervaringen met en het effect van de 'tweede vakantie' in de Zeeuwse recreatiewereld nog maar van zeer recente datum zijn en tevens door dat statistisch matenaal van enige betrouw baarheid ontbreekt. Er zijn voorzichtige aanwijzingen dat. er een doorzettende groei zit in de belangstelling voor voorseizoen en naseizoen met pieken, die een jaar of vijf ge leden nog vrijwel onbekend waren. De zo genaamde bemiddelingscentrale van de Provinciale Zeeuwse VW in Middelburg kan daarvoor min of meer als meetinstru ment dienen. Eigenaren en verhuurders van zo'n 700 zomerhuisjes en apartementen in Zeeland bieden daar centraal hun accom modaties aan. Dat is zo'n tien procent van het totale aanbod en dus een vrij aardige steekproef om er een tendens uit af te lezen. Een globale doorlichting van de bemidde lingsadministratie laat zien dat vooral de tussentijdse schoolvakanties de laatste ja ren in rap tempo de verhuurcijfers omhoog hebben gebracht. Telde vroeger de kerstva kantie nauwelijks mee als een periode om je terug te trekken in Zeeland, - sinds kort be staat er een levendige belangstelling voor het huren van een vakantieverblijf. Het zelfde geldt voor de vroege voorjaarsvakan tie of crocus vakantie, die tegenwoordig op de scholen samenvalt met het wilde carna valsweekend in het zuiden van het land. Enkele jaren terug waagden een handvol exploitanten van vakantieverblijven in Zee land zich aan een gerichte actie onder Bra banders en Limburgers die in deze hos- en hijsdagen het lawaai toch maar liever ver wisselden voor de rust van de kust Het was al direct na de eerste keer een doorslaand succes in de kasboeken. In maart van dit jaar werd er al niet eens meer actie gevoerd: de anti-camavallers (en met hen nog vele anderen! kwamen als vanzelf Ooi 'ok al weer afgaand op allerlei toch wel duidelijke aanwijzingen kan met de nodige slagen om de arm worden vastgesteld dat de stijging van het aantal toeristische over nachtingen in Zeeland de laatste paar jaar hoofdzakelijk moet worden gezocht in de verlenging van het vakantieseizoen. In de jaren '60 was er een snelle groei (van onge veer 3 miljoen overnachtingen per jaar naar een kleine 6 miljoen), die voornamelijk was toe te schrijven aan een voortdurende en nogal spectaculaire uitbreiding van de ver- blijfsaccommodatie in hotels, pensions, zo merhuizen en kampeerterreinen. Na 1968 is er in die cijfers een opvallende afvlakking gekomen. Het vorig jaar in opdracht van provinciale VW uitgebrachte rapport- Tideman over 'De economische betekenis van de recreatie in Zeeland' meldde over 1974 een totaal aan toeristische overnach tingen in deze provincie van 7,8 miljoen In vergelijking met de groei in de jaren'60 was die ten opzichte van de drie voorgaande ja ren beduidend minder. Vooral nu het ook in de recreatiewereld zelf Is doorgedrongen dat Zeeland het in de toekomst zal moeten hebben van een zorgvuldig beleid (uit een oogpunt van planologie en uit een oogpunt van toeristische attractie) begint het ele ment 'kwaliteit' een duidelijker rol te spe len. Ook op de campings, die doorgaans nogal elastisch zijn wat hun opnamecapaci teit van vakantiegangers betreft. Hoe speelt het zogenaamde logies verstrek kende bedrijfsleven nu in op het verschijn sel van de tweede vakantie en dus een gro tere spreiding van de toeristische 'vraag' over het hele jaar? In toeristische kringen waar men erover kan meepraten wordt on omwonden vastgesteld: het vakantiepro- dukt wordt onvoldoende en ouderwets ver kocht. Zeker, is dan meteen de toevoeging, de 'inkoop' is goed geregeld, de verpakking ziet er best uit, de aflevering is netjes. - maar het ontbreekt aan een goede verkoop organisatie. Er overheerst in de vakantie industrie nog te vaak en te veel de simpele opvatting: „Als de zon schijnt komen er wel weer mensenMaar is dat nu wel zo? Het vakantieprodukt 'Zeeland' in voorseizoen en naseizoen vergt een andere benadering, een andere mentaliteit ook. Verkoopdes kundigen op dit zo heel aparte en tegelijk bijzonder gevoelige terrein van de dienst verlening zeggen dat er in de Zeeuwse toe ristische wereld juist op weg naar een ex ploitatie op jaarbasis heel wat meer zou zijn te bereiken dan thans het geval ls, wanneer aan een aantal voorwaarden wordt voldaan. En die zijn dan volgens hen: doelgericht werken op de vakakantiemarkt, origineel zijn en in de prijsstelling scherp calculeren. Zo wordt het ronduit 'onbegrijpelijk' ge noemd dat men in midden-Zeeland niet veel agressiever de Engelse vakantiemarkt be werkt, die sinds kort als het ware volkomen open ligt. De Engelsen van hun kant zijn op het ogenblik opvallend druk bezig de va kantieganger in zuidwest-Nederland voor hun land te interesseren. Vv, van de ondernemer in de vakantiebran che wordt gevraagd dat hij zijn produkt (zoals dat dan met een vakterm heet) toe gankelijker maakt. Er zijn in Zeeland voor beelden van (vooral) jonge ondernemers die de nieuwe ontwikkelingen zien zitten en te gelijk aandurven. Daar is meer en meer een professionele aanpak voor nodig. Over schakelen van een puur seizoenmatige ex ploitatie naar een bedrijfseconomische op zet die gaat in de richting van 'een jaar lang doordraaien' brengt hoopjes problemen mee en afschrijving van een serie ingewor telde gewoonten. De betrokken bedrijven (hotel, pensions, zomerwoningcomplexen en 'dergelijke) zullen niet zelden moeten wor den aangepast en er zal vaak ook een ander personeelsbeleid moeten worden gevoerd. De stand van zaken op de horeca- en recreatie-arbeidsmarkt is daarbij in het ge ding. Hoe ligt het met het aanbod van be roepsmensen, wanneer veel minder dan tot nu toe het geval ls kan worden gewerkt met 'vrolijke vrijbuiters die in de zomer wat meepakken en het nadien weer elders gaan zoeken'. Voor de ondernemer is er de kant van de loonkosten, die er geheel anders komt uit te zien wanneer hij zich zal moeten gaan richten op 'vast personeel'. En dan ls er natuurlijk de nog helemaal open vraag hoe de vakantiemarkt van het voorseizoen en het naseizoen zich verder zal gaan ontwikkelen. De werkelijke vakantie- spreiding wil in Nederland nog maar steeds niet van de grond komen. In tegenstelling tot een land als Frankrijk waar men ze veel meer als een dwingende noodzaak is gaan zien en nu met allerlei door de overheid ge stimuleerde maatregelen op k.orte termijn en in hoog tempo wil gaan doorvoeren. Hier in Nederland tobben we jaar in jaar uit met fraaie voornemens die niet of nauwelijks in daden kunnen worden omgezet. Minister Van Kemenade (onderwijs) komt nu al voor de derde achtereenvolgende maal bij het lager- en kleuteronderwijs met het vriende lijke verzoek of men daar wil meewerken aan spreiding van de zomervakantie vol gens een systeem waarbij het land in drie zones wordt geknipt. Maar diezelfde minis ter weet dat hij in feite het onmogelijke vraagt, doodeenvoudig omdat hij verzuimt zodanige maatregelen te nemen dat ook het voortgezet onderwijs aan een dergelijke re geling medewerking kan verlenen. Kort ge leden nog liet hij doorschemeren 'dat het er nu echt van zou komen in de zomervakantie van 1977', maar enkele weken later kwam het bericht dat het weer niet was gelukt -L och heeft de nu verstreken Pasen aange toond dat de 'tweede vakantie' (of zo men wil: de eerste) niet langer tot de uitzonder ingen behoort. Bij het grootscheepse Zeeuwse recreatieonderzoek - dat in op dracht van het provinciaal bestuur van Zee land gaande is - kan aan deze ontwikkeling niet worden voorbijgegaan. Het is namelijk èn voor het in de toekomst te voeren recrea- tiebeleid, èn voor de mogelijkheden op de horeca- en recreatie-arbeidsmarkt, èn voor de ondernemer in de toeristische industrie van vitaal belang om tenminste enige be trouwbare aanwijzingen te krijgen hoe de toerist-van-morgen zijn vakantiegeld over het hele jaar heen denkt te gaan besteden. KEES VAN DER MAAS

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 1976 | | pagina 4