Wereldoorlog op melen
hobby in Vlissingen
«7r
SLOGAN 'KEEP 'EM
ROLLING'KRIJGT
OPNIEUW INHOUD
IN VLISSINGEN
KEEP EM ROLLING
Jr L\j/ zaterdagkrant
ZATERDAG 17 APRIL 1976
ben gedaan bij dergelijke organisa
ties."
De Vlissingse leden van Keep them
rolling" verzamelen niet alleen geal
lieerd matenaal Daar is ook wel bij
van de andere kant ..Maar. zo be
kent Jan Roelse. we krijgen er meer
een kick van om rond te rijden In
geallieerd spul dan in Duitse wagens
Dat Duitse materiaal Is trouwens ook
niet te betalen.
„Die moffen konden anders wel ver
nuftige dingen maken, stelt Kees
vast.
Geen gezicht
De vereniging "Keep them rolling* be
staat niet uit lieden, die graag oor
logje wlUen spelen, zo wordt mij dui
delijk gemaakt door de Vli.vsingse le
den. die de volgende verklaring af
legden: „Het feit dat er wel eens een
ke< r met groene kleding wordt gere
den komt. omdat we het geen gezicht
vinden met een fel geel regenjack in
zo'n origineel voertuig te gaan zitten.
Meestal is het zo. dat we dan wat
aangepaste kleding dragen En da', is
dan nogal eens legerkledlng. Trou
wens. als het koud is, kun je zo'n le-
gerjack best hebben Voor de rest is
het geen militaristisch gedoe, geen
soort privéleger. In dat geval zou zo'n
hobby inderdaad een beetje een
rotsmaak krijgen. De intentie van de
leden is alleen maar dat ze hun
hobby kunnen uitleven waar het gaat
om sleutelen aan oud legermate-
riaal. Dat wij daarvoor in de oorlogs
geschiedenis duiken komt, omdat wij
geen genoegen nemen met het rij
klaar maken van al dat spul. Wij wil
len het materieel ook nog eens au
thentiek hebben."
Als gevolg van dat streven naar au
thenticiteit is onlangs het verzoek bij
de organisatie van Keep them rol
ling' binnen gekomen om wagens uit
verzamelingen ter beschikking te
^tellen voor de stoffering van het
landschap, dat in het 'schootsveld'
ligt van de camera's die de beelden
gaan registreren voor de film "Een
brug te ver'. In de serie 'Oorlogswin
ter' werden ook al voertuigen van de
vereniging ingezet.
Als er zo'n oorlogsfilm op de tv komt.
blijven de Roelse's er voor thuis. Ze
willen zien hoe de wagens die ze zelf
onder handen hebben, het in het ter
rein doen. „Maar je ergert je wel rot
als je ziet hoeveel namaakvoertuigen
er soms door het beeld rijden." zegt
Kees. Je ziet dikwijls moderne voer
tuigen. die alleen maar met karton of
board van een tweede wereldoorlog-
tintje zijn voorzien. Het is ook te gek
als je dan films bekijkt over Churchill
en dan ziet dat er legervoertuigen in
rijden van 1954. Dan is dat gewoon
een aanfluiting."
Straks komen er dus enkele wagens
uit de verzameling van de Vlissingers
even op straat om betast en bekeken
te worden Dan gaan ze weer terug
naar het terrein aan de Flessenstraat
waar de gebroeders Roelse een on-
derdelenmagazijn hebben, bij welke
aanblik een garagehouder van kleur
zou verschieten.
En dat vinden de Roelse's wel een
beetje spijtig.
Het moet, zo redeneren ze.
toch eigenlijk mogelijk zijn om er 'n
min of meer permanente tenktoonstel
ling van te maken.Zo ongeveer zoals
in Overloon. maar dan in een over
dekte ruimte. De Vlissingers zijn er
niet kapot van. van de situatie in het
park Overloor,. „Dat is daar gewoon
een verschrikkelijke schroothoop"
weet Kees. ..Als je daar ergens tegen
zo'n voertuig een klap geeft, blijft al
leen de verf staan en de rest dondert
in elkaar. Wij hebben allemaal gaal
spul en we maken het nog rijklaar
ook."
Oud-arsenaal
Het liefst zouden de Vlissingse leden
van 'Keep them rolling" willen, dat
bij voorbeeld-een ruimte als het oude
arsenaal in Vlissingen, dat. zo hebben
ze vernomen, toch leeg komt, zou
worden ingericht als een soort oor
logsmuseum. Via contacten met an
dere leden in den lande weten ze dat
er voldoende materiaal ter beschik
king zal komen om zo'n ruimte royaal
te vullen „Daar is veel uniek spul
bij", zegt Jan. Dat varieert van trucks
lot radiowagens en kleine pantser
wagens.
..We zouden er dan nog wat fotoma
teriaal kunnen ophangen en een si
tuatieschets van bijvoorbeeld de
landing bij de Oranjemolen", mij
mert Jan Roelse. Hoeveel mensen
zijn trouwens niet. die een privécol-
lectie hebben, die zo'n verzameling
graag eens een keer aan de buiten
wacht willen tonen? Zo'n tentoon
stelling zou het trouwens ook als
toeristische trekpleister enorm goed
doen."
..Dat terreinrijden, dat is het einde."
merkt Kees op. ...Maar dan wel zoals
het hoort. Dus niet zo maar raus-
schen en scheuren."
Er wordt verder gebladerd in de
foto-albums. ..Kijk.' zegt Jan. ..daar
heb je nou een Rode Kruis-wagen
Die willen we ook nog eens aanschaf
fen Dat is namelijk de enige van de
serie Dodges die nog ontbreekt Want
we streven naar het compleet maken
van een serie. Dus alle modellen van
een bepaald type. Die hebben bij
voorbeeld allemaal dezelfde neus.
Maar de een heeft 'n gesloten carros
serie. En zo heb je er met een korte
^aadbak en met een lange. Je hebt er
ook met en zonder lier. Of met een
volledig gesloten cabine, net als een
bus.
„Dat zijn allemaal voertuigen die nog
te verplaatsen zijn. Als je nou moet
overstappen op een ander soort le
gerwagen, dan val je al direct in dat
grotere materiaal. Dan kom je in die
twee-en-een-half-ton GMC's In diverse
uitvoeringen. Nou. daar is voor een
hobbyist praktisch niet mee te rijden.
Dat is gewoon onbetaalbaar. Ten eer
ste wat het benzine verbruik betreft.
En bovendien zijn het ontzettend
zware wagens."
Staf-car
Tot het wagenpark van de Roelse's
behoort verder onder meer een geslo
ten staf-car „net zo'n Al Capone auto.
als je daar in zit." vindt Jan.
Naar de oorspronkelijke functie van
de aangekochte legerwagens kunnen
de -Roelse's -aUee.n .maar.eissen. Zegt
Jan: „Dat is niet meer te achterhalen.
Het kan best zo wezen, dat ze dienst
hebben gedaan met de bevrijding
hier. Maar dat kan netzo goed ergens
in Noord-Holland zijn geweest. Zo'n
stafcar. die we hier hebben zou bij
voorbeeld best eens rondgereden
hebben in Zuid-Engeland toen ze
daar voorbereidingen troffen voor de
landing bij Normandiê. Ook Ameri
kaanse inlichtingendiensten hadden
zulk soort auto's. Het enige wat we
via de registratie te weten zijn geko
men is. dat die stafcar die wij hebben
afkomstig is van het Second Service
Command. Voor de rest weten we
niks. Dat zal trouwens altijd wel een
ontbrekende schakel blijven."
Kees vertelt: „Wij gaan wel altijd uit
van het bouwjaar. Het meeste wat we
hebben is van 1944, maar er zijn er
ook wel degelijk bij van '42 En dan is
het bijna wel zeker dat ze dienst heb-
Jan linksi en Kees Roelse bij hun
laatste aanwinst: een commandcar
van het Franse leger. Nog puntgaaf.
Kwam zo uit de motteballen. Op de
voorgrond een jeep met de kenmer
ken van de 52e Lowland Divisie.
en het ten andere nutte aanwenden
van het vakantiegeld. Ook de aanwe
zigheid van een accommodatie, beno
digd voor het runnen van het strand-
bedrijf. speelt hen bij het uitleven
van deze bijzondere liefhebberij danig
in de kaart.
Weasel
Tot het rollend oorlogsmateriaal, dat
de Roelse's in gereedheid brengen,
hoort ook een zogenaamde amfibi
sche weasel. Het voer-vaartuig is mo
torisch nog wel niet helemaal in orde,
maar men wil het straks toch graag
bij de expositie hebben om het pu
bliek een indruk te geven hoe groot
zo'n ding nou eigenlijk wel was.
Dergelijk materiaal werd destijds in
gezet bij de landing in Westkapelle en
in Vlissingen. „Hier heb je er zo een."
zegt Jan Roelse en hij legt een album
op tafel dat is opengeslagen op een
bladzijde waarop een foto prijkt met
zo'n exemplaar, gefotografeerd op de
Vlissingse Zeilmarkt.
Over die amfibische weasels zegt Jan
Roelse: „Ik garandeer je: als die
mannen daar in Vlissingen zijn in
'Brit' en ze zien daar voor de deur
zo'n ding staan, dan zeggen ze vast:
„Kijk nou eens, met zoiets zijkn we
destijds aan land gekomen. Met zo'n
ellendig rotding.
'Ja dat is het net." vult broer Kees:
aan. Er zijn niet voor niks tientallen
van die dingen gezonken voor West
kapelle. Want het is eigenlijk gewoon
een badkuip met rupsbanden er on
der. Er zijn er geloof ik een goeie
tachtig geland daar bij Westkapelle
en daar zijn er zeventien van overge
bleven. De rest heeft het niet ge
haald. Dat komt omdat die dingen
helemaal niet voor buitenwater be
stemd waren. Die waren zuiver voor
rivieren en voor stilstaand water.
„Die weasels die in Vlissingen geland
zijn. zijn overigens niet over komen
varen hoor," meldt Jan Roelse. „Die
dingen hebben in de laadruimte van
buffalo's gestaan. Het exemplaar, dat
wij op de kop hebben getikt, komt
oorspronkelijk uit Noorwegen. Die
weasel is na de oorlog in het kader
van de Marshall-hulp aan Noorwegen
geleverd, waar die dingen voorname
lijk zijn gebruikt in een bergachtig
gebied. Want daar zijn ze erg goed
voor. Ze hebben een enorme trek
kracht."
Tot leven
De door de Roelse's en de andere
hobbyisten van 'Keep 'em rolling'
rijklaar gemaakte voertuigen blij
ven niet op stal staan. Voortdurend
komt het museum tot leven, wan
neer er weer eens herdenkingen zijn
en demonstraties worden gegeven.
Ter gelegenheid van het
congres, dat de vereniging
van dragers van de Bron
zen Leeuw en het Bronzen
Kruis eind volgende week
in Vlissingen houdt, zal
voor de deur bij hotel Bri
tannia waar de congresgan
gers worden ontvangen, een
aantal oude oorlogsvoer
tuigen worden opgesteld,
die afkomstig zijn uit de
verzameling van een in
Vlissingen zetelende groep
van verzamelaars van rol
lend oorlogsmaterieel.
Meer over deze bijzondere
hobby in bijgaande repor
tage van Jacques Cats.
Bewegwijkzeringsbord voor het geallieeerde rollende materileeldat het front
moest bevoorraden. De slogan 'keep 'em rolling' is nu de verzamelnaam
voor een groep geinteresserden in historische legervoertuigen.
Keep 'em rolling: het was ten tijde van de tweede wereldoorlog
zoiets als een geallieerde strijdkreet bedoeld om er bij de maten
in de oprukkende colonnes legervoertuigen de moed in te hou
den. Keep them rolling! Houd ze rijdende. Zorg datje met je ma
teriaal de eindbestemming haalt! De strijdkreet van toen is nu
de verzamelnaam voor een aantal enthousiastelingen, die mili
taire vaar-, voer- en vliegtuigen uit de periode '40-'45 opkopen en
oplappen. Het zijn de leden van de Nederlandse vereniging tot
instandhouding van historische militaire voertuigen, opgericht
op 21 augustus 1972.
Een weekblad, datindeherlstvan 1944
werd uitgegeven door lhet Ameri
kaanse ministerie van voorlichting,
verschaft over ee slogan, 'keep them
rolling' de volgende informatie:
In de eerste weken na de invasie in
Normandiê waarin de legers hun
krachten bundelden en uitbreidden,
was het transport voor bevoorrading
betrekkelijk eenvoudig. De wagens
haalden de goederen van de stran-
en brachten het naar de stapel
plaatsen van het leger. Maar toen de
frontlijn zich steeds meer landin
waarts ging verplaatsen werden de
toevoerlijnen echter langer. Men be
sloot daarop tot het oprichten van
een vervoerstelsel, onder de naam
i Ball Express'. En er werd een
speciale route uitgestippeld, die de
Red Ball Highway werd genoemd. De
wegen van deze aanvoerroute waren
afgebakend met borden, waarop aan
de burgers werd verzocht voor mili
tair verkeer gereserveerde wegen
niet te betreden. Route reservé au
traffic militaire, stond er dan. En die
borden werden dan rijkelijk voorzien
van rode ballen.
Bij depots, steden en dorpen werden
grote wegbarden opgesteld ivaarop in
een daggrafiek stond aangegeven
welk tonnage vrachtgoed die dag
was gehaald. Ook prijkte daarop in
grote letters de kreet: Keep 'em rol
ling.
Hoe groot dat militaire transportbe
drijf wel was, blijkt uit de volgende cij
fers: er waren 25.000 mensen bij be
trokken, het brandstofverbruik voor
de voertuigen bedroeg per dag hen
miljoen liter en om het verkeer in
goede banen te houden, waren twee
bataljons militaire politie in touw.
Verder werd dagelijks voor 3250 ton
aan munitie vervoerd, naast voedsel
medicamenten en uitrustingsstukken
Dat deze vervoersstroom niet zelden
gevaarlijk was, bhjkt uit de volgende
informatie alleen al in de maand no
vember 1944 gingen 900 bemanningen
en voertuigen verloren
Terug nu naar de vereniging "Keep
em rolling', die in Vlissingen een
wakker team heeft zitten, dat bestaat
uit drie gezinsleden Roelse. Om pre
cies te zijn. Kees (35). Jan (30) en Ro
land (21). in deze contreien bekend
van hun strandbedrijf 'Kontiki' nabij
«estduin, maar in verenigingsver
band geboekstaafd als een trio bloed-
seneuze hobbyisten, die in de loop
van de jaren een verzameling hebben
opgebouwd om 'u' tegen te zeggen.
Ze hebben er alle drie een tik van te
pakken En ze hebben ook nog kans
genen een vierde te besmetten. „Dat
is Kees Telle," zegt Jan Roelse Die
nep altijd van: mij krijg je niet zo
gex, maar hij is nu nog veel gekker
dan wij."
Uitgestald
Sfe»JSp*> de Flessenstraat,
iakbij het oude Vlissingse stadhuis.
ligt en staat de hobby uitgestald Een
leger dump in het klein. Een wereld
oorlog op wielen. Rijklare wagens.
Maar ook losse onderdelen. Schroot
voor de buitenstaander. Zeer bruik
baar materiaal voor de heren, die uit
het zootje ongeregeld goed toch nog
iets bijzonders tevoorschijn weten te
toveren. Een merkwaardige hobby
eigenlijk. Maar ook een hobby die
blijk geeft van een hevige geïnteres
seerdheid in bepaalde details van het
oorlogsgebeuren. Wat voor rollend
materieel werd er ingezet. Wat was er
uit te halen, hoe zat het allemaal in
elkaar, een grote historische legpuz
zel, waar de vier Vlissingers graag
hun vrije uren en hun vakantiegeld in
steken.
Het resultaat is niet niks: het is mo
gelijk dat ik de tel ben kwijt geraakt,
want er staat ook zoveel, maar ik
schat het wagenpark van de Roelse's
toch wel op omstreeks vijftien exem
plaren, al dan niet rijklaar. Want dat
moeten ze zijn. Zonder dat, vinden de
Vlissingse hobbyisten het dode din
gen, Maar ook al zijn ze geschikt om
zo ingezet te worden bij een even
tuele mobilisatie, dan nog zijn de
Walcherse leden van 'Keep 'em rol
ling' - er zitten totaal zes leden van
deze vereniging in Zeeland - niet te
vreden. Het zijn mensen met een
sterk gevoel voor het detail. Wanneer
er in een jeep een beugel zit voor een
pompje, dan moet dat pompje ook in
die beugel komen. Verder behoort het
standaardgereedschap bij de wagens
te zitten, een ongmele oliespuit. een
krik. een wielsleutel, zelfs een brug-
classificeerplaat, die aangeeft of de
wagen al dan niet vanwege z'n ge
wicht van een bepaalde brug gebruik
kan maken, aan alles wordt gedacht.
Oude legerwagens verzamelen vergt
een grote speurzin en een even grote
vasthoudendheid In verenigingsver
band wordt druk gedaan aan het
uitwisselen van adresjes waar wat
valt te halen. Een rubriek in het ver
enigingsblad geeft aan. dat er een le
vendige ruilhandel bestaat. Ik lees
onder meer: aangeboden: motor Ca
nada Ford V 8. wielmoeren. verkerin
gen. tussenbat nieuw, aandrijfassen,
gevraagd aanhanger Jeep. Jeep body.
raampaneel en motorkap.
Ook verschaft net oiad interessante
informatie over de militaire code op
onderdeelverpakkingen. Zo is G 503
een jeep en 0299100 op een pakje be
tekent dat er een knalpot in zit. Leuk
om te weten. Anders zoek je je verlo
ren. Hobbyisten zien daar anders
weer de aantrekkelijke kanten van.
„Als wij op zo'n snuffelterreïn ko
men omdat we op onderdelen uit
zijn. is het voor ons net pakjesa
vond," vertelt Jan Roelse. „Want je
weet van tevoren niet wat je tegen
komt als je iets uitpakt.
De materialen worden soms tol ver m
het buitenland gehaald. Dan is er
weer eens een lid van de club of een
kennis op weg naar een vakantiebe
stemming langs 'n adresje gekomen,
Een weasel in volle actie. Een derge
lijk exemplaar zal volgende week
worden opgesteld op de boulevard m
Vlissingen.
waar men nog wat 'van die legervoer
tuigen of wat daar van resteert, heeft
zien staan. Jan Roelse heeft pas gele
den nog zo'n speurtocht ondernomen.
„Hartstikke leuk is dat," zo vertelt
hij, „om door Frankrijk te trekken en
dan terug te komen met een auto die
achterover staat van het gewicht aan
onderdelen dat je achterin hebt lig
gen. De onderdelen worden voorna
melijk per kg gekocht voor het dub
bele van de schrootwaarde: twintig
cent per kg. De grote kracht van de
hobbyisten, die goed in hun onderde
len zitten is, dat ze met een gerust
hart een incompleet voertuig kunnen
aanschaffen. Met zo'n grote voorraad
aan onderdelen is er altijd wel wat
De vereniging Keep 'em rolling geeft
ook een eigen blad uit. Daarin staan
veel nieuwtjes over legermateriee-
londerdelen, die nog te benutten zijn.
aan te passen. En is het dan inder
daad niet het geval, dan biedt zo'n
enorme voorraad weer de kans om
via ruiling aan de noodzakelijke
materialen te komen.
Een geldopslorpende hobby zou je zo
in een oogopslag vaststellen bij de
aanblik van zoveel materiaal. Dat
blijkt volgens de gebroeders toch
best mee te vallen Maar ze willen wel
toegeven, dat de hobby wel heeft ge
leid tot het opofferen van vakanties