De plank is in Motor wordt in de watersport met het jaar belangrijker Branding- zeilen Nieuws voor individualisten PROVINCIALE ZEEUWSE COURANT 27 Voor de goede orde: Windsurfer is een merknaam van de bekendste zeil plank. Maar er zijn er in de loop der iaren verschillende bijgekomen, met eigen namen en ietsje andere uitvoe ringen. In de toekomst zullen er wel licht verschillende 'klassen' zeilplan ken komen. Voorlopig worden de meeste wedstrijden bijvoorbeeld nog gehouden voor de windsurfer, straks zullen wellicht onder de vleugels van de Nederlandse Windsurf Bond races worden gehouden in verschillende klassen. Uiteraard doen de importeurs en fabrikanten van de zeilplanken hun best om hun 'aanhang' in dezen van dienst te zijn. De populariteit van de zeilplank kan natuurlijk liggen aan de relatief ge ringe prijs: voor zestienhonderd gul den staat men zeilklaar op het water. Maar ook het zeer speciale karakter van de zeilsurf spreekt duidelijk een woorcije mee in het succes. De zeilplank is namelijk niet gewoon een goedkoop alternatief voor een klein bootje. Het is helemaal geen bootje en mist dan ook het kleine beetje comfort dat zelfs de meest Spar taans uitgevoerde wedstrijdboot nog wel heeft. De surfer is een plank en de zeiler krijgt dus het kleinste golfje me teen aan boord: dus natte voeten. Ver der kan je 'aan boord' nog geen rolletje pepermunt opbergen, tenzij er een kisjeop wordt vastgeplakt. Maar dat is juist het aparte: windsurfen is wind surfen en verder helemaal niets. In principe is het zeilen, maar dan op de meest rudimentaire wijze: een zeil om voor de voortstuwende kracht te zor gen met een plank (simpeler kan het toch niet) om de mast op te zetten en de zeiler over het water te dragen. Dat alles dan wel weer zo doordacht uitge voerd. dat alle mogelijkheden van een gewone boot ook bij de zeilplank aan wezig zijn, voor zover het om zeilen Board Een windsurfer bestaat uit een 'board' een soort brede plank, van het type waarop in warmere streken gespierde jongelieden door huizenhoge brandin gen schieten. In Nederland missen we de mogelijkheden om deze sport te beoefenen, de branding is er alleen als het knetterhard waait en dan is de lol er al snel af. Zodoende is surfen alleen bekend van de tv-reclames om tintel- frisse toiletartikelen en drankjes een oer-mannelijk image te verschaffen De boot is aan: rlo plank raakt in. h.n daarmee bedoelen we niet hoi toenemende aantal schrootje- dat in de doe-het-zelf-branche wordt verwerkt \pp het paal ons am de windsurfer de plank met een zeiltje. Sinds dit schip enkele jaren geleden VOfir het eerst op de Nederlandse wateren verscheen heeft het een groeiend aantal aanhangers verworven en nu komt men deze surfs overval tegen. Nu heeft, een slimme Amerikaanse ontwerper een zeiltje op zo'n board ge zet en wat aan het resultaat gesleuteld en de windsurfer was geboren Het board kreeg vanachteren een soort vinnetje en voorts een mastvoet en een zwaardkast Het zeil zit om de mast. zoals ook bij andere conventionele bo ten tegenwoordig het geval is. De giek bestaat uit aan weerszijden van het zeil lopende stangen die van voren en vanachteren met elkaar zijn verbon den. De 'giek' wordt aan de mast vast gezet met een lijn en klem. Het zeil. is aan de andere kant van deze giek ook met een lijntje vastgezet. Het voorlijk wordt naar beneden gehou den door een lijntje naar de mastvoet. allemaal erg simpel dus Door de con structie moet de zeiler het wel alle maal zelf doen. zonder in een zeilboot gebruikelijke zaken als bijvoorbeeld een roer en een schoot En wellicht zit hierin een groot deel van de aantrek kingskracht die een windsurfer uitoe fent. Meteen al he't wegvaren is een revolu tionair gebeuren. De mast zit namelijk niet gewoon vast op het board, maar de verbinding is een soort kogelge wricht waardoor de mast alle kanten op kan. Bij de 'start' ligt het zeil in het water. De zeiler (zo zullen we hem maar blijven noemen) klimt op het board en moet dan de mast met een lijntje uit het water trekken, waarbij hij de wind in de rug moet houden. Als de mast staat kan er gevaren worden Sturen Mb i-r. l)e zeilplanken in volle vlucht. Windsurfer en Windglider De zeiler staat daarbij op het board met een voet voor en een achter de mastvoet. Het sturen gaat 'met de hand' door de mast achter- of voorover te zetten: achterover is loeven en vooroveris afvallen. Het enige houvast van de zeiler is de giek. die hij met beide handen vasthoudt, een in de buurt van de mast en de andere een eindje naar achteren. Met die beide handen moet hij dus alles doen. sturen en het zeil bedienen Door de wind gaan met een windsurfer is een soort wandeling. Oploeven tot in de wind. vooromdemastheen. 'overpakken'en aan de andere kant staande doorzei len. Gijpen vereist eenzelfde soort om lopen. Uiteraard staat het op papier ietsje makkelijker dan het in werke lijkheid is. Adspirant windsurfers wordt dan ook aangeraden eerst eens wat te oefenen op de vaste wal. Er zijn ook windsurf-scholen. waar een walin- stallatie staat om de beginnelingen te leren hoe een zeilsurfer aanvoelt. Nogmaals, het is niet zo simpel als het lijkt Dat wil zeggen, als het lijkt wan neer er een 'gevorderde' surfer aan het werk is. Dan gaat alles dóódsimpel: varen, overstag gaan. gijpen, stoppen en noem maar op. Maar aan de andere kant is het bekijken van een beginne ling even leerzaam dan blijkt wat er allemaal fout kan gaan. En er wordt wat afgemarteld! Heeft een zeiler de windsurfer echter eenmaal onder de duim. dan is het een 'lust voor het oog'. De windsurf gaat namelijk bij een beetje wind op de ruimere rakken onwaarschijnlijk hard. dat is wel gebleken bij de wed strijden van WSV Kamperland, waar de 'plankjes' best konden meekomen. Nu waren daar overigens ook wel top- aan het werk. de kampioens familie Thijs onder meer. maar toch. Goed windsurfen is wel een kwestie van hard werken, afgezien van de vele handelingen met de handen moet het hele lichaam van de zeiler worden in geschakeld om de zaak in evenwicht te houden De dames en heren hangen dan ook in de meest bizarre houdingen aan de giek. waarbij toch wel verschil lende persoonlijke stijl te herkennen is. Het is raadzaam om in ieder geval gymschoenen of iets dergelijks aan te trekken om niet 'weg te slippen' op het gladde board, want de houdingen bij het snellere werk maken dit gevaar bepaald zeer groot. Voor wie de schrik in de benen is ge slagen. is er goed nieuws sinds kort is er een Catsurfer. Dat is een board met twee drijvers, een soort mini- catamaran eigenlijk, zonder zwaard. Door deze vorm is het board stabieler en het 'landen' is makkelijker, 't Zeil van de catsurfer heeft drie vensters voor een beter zicht Volgens de fabri kant is hel zeil ook geschikt voor varen bij stormachtig weer. De catsurfer kost twaalfhonderd gulden Intussen is er ook al een tweemans- ze Uplank op de markt Het is de Windglider Tandem. 6.75 meter lang, met twee masten en uiteraard ook twee zeilen. Deze loot aan de uit Duits land afkomstige Windgllderstam kost 2750 gulden. De reeks polyester plan ken bestaat verder uit de Ranger, spe ciaal voor kinderen, de Windglider standaard en de Spider een extra- snelle uitvoering- Met dl t type planken zullen dit jaar al wedstrijden worden gezeild. Er staat ook een driemans plank op stapel, maar die is nog in t 'ontwikkelingsstadium'. We houden het voor u in de gaten en u hoort er nog Strandzeilen is een tak van de edele zeilsport die in deze contreien nu ook van de grond begint te komen. Langs de kust van onze Hollanden worden al wed strijden gehouden en ook in 'los verband' steekt men nogal eens in zee. Voor het brandingzeilen zijn vooral catamarans zeer geschikt, ze zijn in de oervorm ten slotte afkomstig van dc eilanden uit de Stille Zuid zee waar ook vanaf het strand werd gewerkt. De twee rompen zorgen voor de nodige stabiliteit en bb de modeme catamaran zit de bemanning niet in de boot, maar op een soort trampoline, die tussen beide rompen is bevestigd. Daardoor kan het schip bij het doorkruisen van de branding ook niet volslaan. De catamaran-bouwers houden rekening met de speciale eisen die aan strandzeilen worden gesteld, een aantal van deze supersnelle schepen is zwaardloos. Door een speciale asymmetrische bouw van de rompen, van bui ten vlak en aan de binnenzijde bol. wordt de taak van het zwaard, of liever de zwaarden overgenomen. De bemanning heeft dus meteen een zekere koersvastheid en een deel van de problemen, het afdrijven en uit de koers slaan van de boot, is opgelost. Ook bij een paar centimeter water onder de boot, bij de eerste meters vanaf het strand, kan de boot op koers gehouden wor den. Blijft natuurlijk het roer. dat kan niet door iets anders vervangen worden. Nu heeft een catamaran twee roerbladen, dus de handelingen voor het neer klappen van het roerblad moeten dubbel worden uitge- De strandzeiler bij de afvaart: achterop trippen en door de branding heenHier een Hobie Cal in actie. voerd. Uiteraard kan in eerste instantie, ook met een blad worden gestuurd en later kan ook het andere worden ingezet. Maar er worden zeer listige systemen verzonnen om beide bladen makkelijker te bedienen. De Hobie Cat 14 bijvoorbeeld heeft een uitgekiend ver grendelingssysteem, waarbij met de doorlopende helmstok beide roerbladen een voor een kunnen wor den neergeklapt en vergrendeld, zonder dat de be manning, die bij dit type doorgaans uit maar één per soon bestaat, de helmstok en schoot los hoeft te laten. Wanneer een van de roerbladen iets raakt, wordt het automatisch opgeklapt, de vergrendeling schiet dan los. Uiteraard zijn de catamarans, die voor branding- zeilen geschiktzijn. zwaarder uitgevoerd dan de andere soorten catamarans. De kracht van de branding zou anders het schip volkomen in stukken slaan. Individualisten in de zeilsport krijgen een steeds rui mere keus van boottypen. Kort geleden is er een nieuwe internationale eenmansklasse bij gekomen: de' aloude Europe is nu internationaal. Het succes van de Laser, de stringent doorgevoerde 'one-design'-klasse, heeft een staartje gekregen: de Laser M is znationale klasse toegelaten. De M is een Laser-romp met daarop een iets kleiner tuig. Als voordeel kan gelden dat met één romp twee typen te maken zijn, de ouders en de kinderen kunnen met hetzelfde schip doen. Ook dan een beginnende Laser-zeiler eerst met het M-tuig varen en eventueel aan wedstrijden meedoen om daarna te promoveren tot de grote Laser door alleen een ander tuig te kopen en toch in hetzelfde schip te blijven va ren. Het succes van de Laser lijkt voor de Japanse fabriek Yamaha aanleiding geweest te zijn zich op de zeilerij te storten: hun Seahopper lijkt duidelijk op de Laser Uiteraard zijn er verschillen, De mast van de Japanner is 4-delig, de kuip is groter en voor het anker en de peddel heeft de ontwerper een speciaal plaatsje inge ruimd met de bekende aandacht van de Japanners voor uitgekiende details. Het geheel doet in ieder geval erg verzorgd aan en de snelheid zie je er zo aan af. De Engelsman Jack Holt. die jaren geleden de Solo ontwierp, heeft zich nu tot de zelfbouwers gewend. Hij ontwierp een lichtgewicht - en goedkoop - eenmans- bootje dat de modieuze naam Streaker meekreeg. De De Japanse eenmansboot: Seahopper. Streaker is inderdaad alleen in uitgeklede versie te koop, dat wil zeggen als bouwpakket, kosten 1950 gul den compleet. Alles is op maat gemaakt en dankzij de 'stitch and glue' methode en het gekozen materiaal (watervast multiplex) is de bouw eenvoudig. Het bootje, met de dubbele knik die ook de Solo-romp kenmerkt, is 3,90 meter lang. 1.45 breed en voert 6,5 vierkante meter zeil. De mast is gestaagd, in tegenstel ling tot die van de Seahopper. Ook heeft Holt niet meegedaan aan de modeme manier om het zeil rond de mast te trekken: bij de Streaker gaat het voorlijk van het zeil ouderwets door een gleuf op de mast. De m! die de motor inneemt in de watersport, wordt jaarlijks belangrijker. Daar zijn duidelijke redenen voor. Het pleziervaartuig is bereikbaar geworden voor grotere groepen van de bevolking. Dat heeft tot gevolg dat velen ,,op latere leeftijdaan een boot beginnen. I\ieuive watersporters, die geen ervaring hebben. Die niet met het kleine roeibootje zijn begonnen, om via één of meer zeilscheepjes hun uiteindelijke familieschip te kopen. De nieuwste telg van de Mercury-buitenboord-stalde 4 pk Mere 400. Dit is de lichtste motor van dit merk, die ook hekmotoren maakt. De bovengrens ligt daar op 280 pk Deze nieuwe watersporter heeft dan ook niet meer de vakkennis en han digheid van de oude visserman die zijn botter op het zeil afmeerde. Hij is meer aangewezen op de modeme techniek: de hulpmotor. De buitenboordmotor is een buiten beentje. Het is een apparaat met een naam die hem te kort doet. want de buitenboordmotor is méér dan alleen maar een motor die buiten het schip wordt opgehangen. Het is een tot mi nimale proporties teruggebrachte machine, waarin motor, schroefas en schroef tot één geheel zijn samenge voegd. Vaak zelfs inclusief een keer- koppeling en reductie Buitenboordmotoren zijn er in alle soorten en maten. Voor het grotere zeiljacht, dat ook op raw water vaart, is er de langstaart, waarbij de schroef diep steekt, zodat hij niet boven water komt wanneer het schip in een zware deining terecht komt. Voor het vis- vletje is er de kortstaart, die voldoende heeft aan een miniem laagje water on der de boot. Hetzelfde visvletje heeft genoeg aan een motor van één of en kele PK's, maar er zijn ook zescilinder racemachines van 200 PK. Het zware schip dat niet snel hoeft te varen, kan worden voorzien van een buitenboordmotor met reductie en werkschroef. De snelle speedboat, waarachter kan worden geskied, ver eist juist een motor met een snel draaiende schroef met grote spoed. De technische ontwikkeling van de buitenboordmotor is de laatste tien jaar groot geweest. Het rendement van de machines - veelal tweetaktmotoren en een enkele viertakt - is sterk geste gen, waardoor het brandstofverbruik is gedaald. Door de effectievere ver branding zijn de uitlaatgassen aan zienlijk schoner geworden. De geluids overlast is onder meer bestreden door in veel gevallen de uitlaat onderwater te laten eindigen. Binnenboord - motoren Motoren die permanent in het schip worden gemonteerd, zijn er vanaf rond 1.5 PK tot en met 200.400 en zelfs 1000 PK toe. Vanaf een klein eenpittertje tot en met reusachtige 12-cilinders. t/ii Ook in deze categorie is het vermogen y QKftgfl HIS echter niet het enige verschil tussen de vele merken en typen motoren. Zo is er keus uit diesel- en benzinemotoren, waarbij de laatste categorie weer is te splitsen in viertaktr en tweetaktmoto ren. zo ver mogelijk naar achteren wordt geplaatst, naar het breedste deel van het schip. Bij de V-drive wordt 'n zelf de voordeel geboekt. Ook daar zit de motor achter in het schip. Via een schuin naar voren liggende schroefas, een V-vormige overbrenging en een naar achteren gerichte schroefas wordt de schroef aangedreven. In dit geval is een roer noodzakelijk voor de besturing. En dan is er een vrijwel onbeperkt aan tal mogelijkheden voor wat betreft de aandrijving: verschillende reducties, verschillende typen keerkoppelingen en schroeven, en zelfs verschillende manieren om de schroef aan te drijven. Het laatste gebeurt meestal recht- streeks door middel van de schroefas, maar er zijn ook andere mogelijkhe den, zoals bijvoorbeeld de hydrauli sche aandrijving, Z-drive of V-drive. De hydraulische aandrijving maakt het mogelijk de motor op de meest gunstige plaats in het schip te monte ren. Dat hoeft dus niet noodzakelij kerwijs aan 't ene eind van de schroef as te zijn. Via flexibele leidingen en een tweetal pompen wordt ae senroet aangedreven. Een veel gebruikte vorm van aandrijving voor snelle plane rende motorboten is de Z-drive. Hier bij staat de binnenboordmotor hele maal achter in het schip. De schroefas is nu in een Z-vormig staartstuk inge bouwd. dat door de spiegel van het schip in het water steekt. Dit staart stuk is bestuurbaar, zodat een roer overbodig is. Het voordeel van dit sy; steem is - speciaal voor snelle motor boten - dat het gewicht van de motor De binnenboordmotor is aanzienlijk duurder dan een qua vermogen verge lijkbare buitenboordmotor. Vooral ook omdat veelal schroefas, reductie, keerkoppeling en schroef niet in de prijs zijn begrepen en omdat de in bouw van een motor in een schip moei lijk is. vakkennis vereist en daardoor kostbaar is. Tegenover die aanschaf- en inbouw- kosten stelt de binnenboordmotor echter een reeks voordelen. Zoals een bijzonder economisch brandstofver bruik en een lange levensduur -15 jaar mag gerust worden aangehouden bij kostprijsberekeningen. Er zijn zelfs jachten in Nederland waarin dezelfde motor al 50 jaar storingvrij draait. Uiteraard is het belangrijk de juiste motor in het schip te zetten. Daarbij is de keuze tussen de diesel- en benzine motor vooral een kwestie van econo mie, veiligheid, gewicht (een diesel is zwaarder dan een benzinemotor) en voorkeur. Als hulpmotor in een zeil jacht voldoet een benzinemotor voor treffelijk. Hij is goedkoper in aanschaf dan de diesel, lichter en bij een juiste inbouw en een goed luchtverversings systeem volkomen veilig. Explosies doen zich alleen voor wanneer de zaak niet juist is ingebouwd en wanneer on voldoende veiligheidsmaatregelen zijn getroffen. De dieselmotor is in aanschaf de duur ste oplossing, maar zijn verbruik is la ger dan de benzinemotoren bovendien kost dieselolie globaal maar half zo veel als benzine. Bij voldoende vaaru- ren per jaar verdient de diesel dan ook zijn hogere afschrijving - afhankelijk van aanschafkosten en restwaarde - terug. Bij hoeveel vaaruren dat precies is. moet van geval tot geval worden bekeken. Globaal kan 75 tot 100 uur op de motor varen per jaar worden aan gehouden. Bij meer uren is dan de die sel voordeliger, bij minder uren de benzinemotor Niet alleen de economie kan in het voordeel van de diesel werken. Ook de mate van bedrijfszekerheid kan bij voorbeeld de zeezeiler ertoe brengen een diesel te monteren. En de waarde van het schip bij verkoop kan een rol spelen: een schip met een binnenboord-dieselmotor is over het algemeen meer waard dan een zelfde schip met een ander type motor. Wat een scheepsmotor in het alge meen pas echt duur maakt, is het kie zen van een machine die meer vermo gen heeft dan noodzakelijk is, iets dat veel voorkomt. Voor planerende sche pen en halfglijders zijn niet direct normen te geven, maar voor schepen van het waterverdringende type - de meeste motorkruisers en kajuitzeil schepen - wel. Voor die schepen geldt, dat de maximaal haalbare snelheid afhankelijk is van de lengte van het schip op de waterlijn. Via een formule kan die snelheid, de rompsnelheid van het schip, worden uitgerekend. Voor het bereiken van zijn rompsnel heid heeft een motorkruiser 6 tot 7 PK per ton waterverplaatsing nodig en een zeiljacht rond de 3 PK-ton of zelfs minder. Wie meer vermogen instal leert, maakt het zichzelf onnodig duur. Sneller varen wordt er niet mee bereikt. Wel worden hogere golven getrokken.

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 1976 | | pagina 71