Tennissers kunnen weer buiten spelen reporten Paarden weer in de wei PROVINCIALE ZEEUWSE COURANT 25 Het is n eer zo ver: de tennissers nnrler ons kunnen wéér tutrir ile buitenbuurt itm een hullet je Ie slaan. II ruil mag er 's winters 'I rif tip in sporthallen wartlen gespeeld. er gaat toch niets haven liet tennissen in de buitenlucht De actiefste leden van de tennisverenigingen - soms bijgestaan door een aantal gemeente- werkmensen zijn al in de weer geweest Ieder iaar immers moeten de gravelbanen - gemalen baksteen - na een winter in de kou te hebben ge legen. opnieuw worden aangelegd De hele maand maart wordt er geharkt, geschoffeld, gewalst en zovoorts Dat is overigens niet de enige lennlsbo de Ook de sporthandelaren hebben de lennislen- te' in het hoofd. Geen sportwinkel kan voorbij aan de grote vlucht die de tennissport de afgelopen laren heeft geno men. In elke etalage liggen rackets, hoezen, bal len. schoenen en kleding Die kleding is - vooral bij de vrouwelijke tennissers - nogal mode- onderhevig, Hel belangrijkste toernooi ter wereld. Wimbledon, kent elk Jaar een Ladies-day'. waarop dames, soms potsierlijk gekleed, nieuwe creaties showen. Handelaren brengen voor de vrouw allerlei soorten rokjes en blouses en com binaties van die twee op de markt 'Kleding - de Koninklijke Nederlandse Lawn Ten nis Bond 1KNLTB1 schrijft nog steeds witte kle ding voor - krijgt steeds meer kleur Dat is de in vloed van de prof tennissers, meest verzameld in de The World Championship of Tennis iWCT). die toernooien nemen dat over, daarbij gestimuleerd door de textielindustrie. Het mag echter in Neder land nog steeds niet en tennissers die er te 'ge kleurd' op staan, worden vaak van de baan ge haald In de kleding, maar ook fa de tennisaltnbuten als rackets en ballen, bestaat een grote verscheiden heid. Goedgekeurde tennisballen, dat wil zeggen waaraan de KNLTB het predikaat 'goedgekeurd voor competitie en toernooien' heeft, gegeven, komen bijna op vijf gulden per stuk De ballen zijn te koop in een blik van drie of in een doos van zes tegelijk. Enkele goedgekeurde merken: Dunlop. Slazenger. Vendex. Trettorn en Donnay. Het be treft hier wel de zogenaamde eerste soorten. Ook op hel gebied van schoenen bestaat er een flinke keus. Doch niet elke sportschoen is ge schikt, Het profiel van de zool mag niet geribbeld zijn; dat beschadigt de bovenlaag van de tennis baan. zo die uit gravel bestaat er bestaan ook kunststof banen. Èen goede tennisschoen is al te koop vanaf zo n gulden of vijftien. Maar een echte leren tennisschoen met inlegzool komt toch wel op zo n zestig gulden. Tussen die vijftien en zestig gulden bestaan echter nog vele mogelijkheden. De duurste aanschaf kan ongetwijfeld het racket zijn. Die zijn er van half de honderd tot enkele honderden guldens, en dan nog zonder bespan ning Voor de beginnende tennisser is hel liter niet aan te raden meteen met fen rac ket van 125 gul den te beginnen Ten eerste omdat hij nog geen profijt heeft van de kwaliteiten die zo'n duur rar - ket biedt, maar ook omdat als luj halverwege het tennisseizoen vindt dal 'er toch niets meer aan is de strop niet zo groot is Rackets zijn er van hout en van staal 'de laaist'-ii zo n tien jaari en sinds een jaar of twee ook glasfi- ber. De houten rackets zijn doorgaans het goed koopst. Een goed frame 'dal wil zeggen een racket zonder bespannlngi van staal of glasfiber komt aanzienlijk duurder Voor de beginnende tennisser is een nylon- ol kunstdarmbespannlng voor zijn racket het meest aan te bevelen. Ook zijn er nog darmsnaren 'van .schapedarmeni en een met olie gevulde tennissnaar op de markt. Maar die komen toch wel wat duurder Daarbij dient gezegd dat een darmsnaar het kwetsbaarst is. Als zo n snaar sprint gaat de veerkracht van de bespanning in zijn totaliteit voor een groot deel weg; iets waar vooral de betere spelers niet van gediend zijn; het bemoeilijkt de nauwkeurig heid van het plaatsen van een bal De andere racketbespanningen zijn minder kwetsbaar, maar ook minder veerkrachtig llegin dan ook alleen aan groepjes Ie* geven Tennis krijg Je hei snelst onder de knie met priv ies. of door met zijn tweetje* les te volgen (woei De tennissport at de laatste jaren in de lift. en hoe Waren er m 1973 ongeveer 150 000 l'-den, ver leden jaar telde de KNLTB ruim 200 000 leden De tennisbond Is daarmee de derde sporthond In Ne derland geworden. De groei zit er zeer sterk in na de successen van Tom Okker in de laatst/- tien jaar Ook Zeeland doel aan die groet mee In het rilt. irici. waren per 30-9-1975 3854 leden Ingeschreven Ook het district bezet hiermee in Zeeland de derde plaats, na KNVB en Zebra. Met die ruim 3800 le den is Zeeland 'echter wel het kleinste district van Nederland Het tennisbestand in Nederland wordt voor onge veer vijftien procent, gevormd door mensen die deelnemen aan wedstrijden (competitie en toer nooiem en voor 35 procent door recreatie tennis sers. Recreatie 'Alle begin is moeilijk', zo luidt ren spreekwoord. En dat geldt zeker voor tennis De voorbeelden zijn legio. Een argeloze kennis die geconfronteerd wordt met een tennisser: 'D'r is niks an. Een bal letje over dat net slaan' De tennisser, moe van het zeggen 'het lijkt gemakkelijker dan he' is daagt zijn kennis een keer uit. En dan is het la chen geblazen. Onbeholpen staat de man of vrouw op de baan. krijgt een bal aangegeven, geeft een enorme zwie per met het in zijn handen gedrukte racket en moet daarna enigszins met schaamte constateren dat hij de bal niet geraakt heeft Beginnende tennissers krijgen daarom bij elke vereniging het advies van clubbestuurders om hulp te vragen van een goede speler of speelster of om tennisles te nemen. In Zeeland nu ligt dat lesnemen niet zo makkelijk. Enkele verenigingen zullen het dit jaar zonder trainer moeten stellen, of hebben alle de beschik king over een trainer met een licentie om klassi kaal les te geven. Wat overigens niet wil zeggen Onder meer voor die laatste categorie hcefl df KNLTB de secue recreatie tennis in het leven ge roepen De bond wil meer voor de recreatieten nlssers gaan doen vanuit een georganiseerde op zet. Die reereatiecommissie is er voorts om de niet bij de KNLTB aangesloten tennissers te berei ken Dat is echt niet zo n kleine groep De KNLTB schat dat er ongeveer 100.000 met- aangesloten tennissers zijn. Die profiteren echter ook zonder dat ze veel in de kosten bijdragen, van de faciliteiten van de ten- nisbond. de verenigingen en de gemeenten die- banen aanleggen. Momenteel wordt ook gedacht aan openbare tennisbanen' als de recreauetenmssers zich bij de KNLTB aansluiten. Aangesloten bij de bond zou die - bijvoorbeeld in samenwerking met het mi nisterie van erm (minister Van Doom is een groot voorstander van recreatiesport* - openbare ten nisbanen kunnen aanleggen. Iedereen die dan een balletje wil slaan buiten verenigingsverband zou dan in de gelegenheid kunnen worden gesteld. In enkele landen zijn al 'public courts', en die val len daar goed in de smaak (in de VS. Australië en Engeland bijvoorbeeld i. Elke golfbaan heeft namelijk zoveel mogelijk natuurlijke hindemissen, die het de speler kunnen bemoeilij ken het kleine witte balletje in een zo gering mogelijk aantal slagen van de afslag in een putje in de grond te spe len Het grootste aantal hindernissen op een golflink is achttien holes (speel- banen). Er zijn echter veel banen met negen holes, dat wegens ruimtege brek. Golfers spelen van wie de baan rondgaat in het geringst aantal sla gen (medalplay) of spelen volgens af- valsysteem twee aan twee tegen al keer. Op deze beide principes zijn weer vele variaties mogelijk Zo als alle verenigingen in Nederland heeft ook de Domburgse Golfclub een 'professional' de heer D. van der Luyt in dienst; Deze geeft de leden les. In Domburg zijn nog meer mensen in dienst: drie mensen zorgen er voor dat de golfbaan in goede conditie blijft. De Domburgse Golfclub (die negen holes heeft: negen speelstro- ken dus is één van de oudste van Ne derland. Verleden jaar werd het zes tigjarig bestaan gevierd. Er zijn nu meer dan 300 leden Een van de voor delen van het beoefenen van de golf- sport is dat de golfer zijn sport tot zeer hoge leeftijd kan beoefenenGol- fers van 70 jaar en ouder zijn geen uitzondering. Oorsprong De golfsport is een van de oudste openluchtspelen die er bestaan. In de huidige vorm is het voor het eerst in Schotland gespeeld. Golf is afgeleid van het middeleeuwse 'jeu de mail', bij ons maliën genoemd, en van het oudfranse 'chole'. Dat werd aan het einde van de veertiende eeuw als kol ven in Nederland beoefend. Om streeks de tweee helft van de vijf tiende eeuw wordt golf. zoals dat nu nog bekend is, in Schotland voor het eerst gespeeld. Daarna heeft de sport zich langzamerhand over de wereld uitgebreid. Behalve in de VS wordt de Royal Ancient Golf Club of 8t. Andrews (opgericht in 17541 erkend als de wetgevende instantie in de in ternationale golfwereld. In Engeland en de Verenigde Staten is golf uiter mate populair. Er worden vele wed strijden voor profs en amateurs ge speeld. De beste speler ter wereld - en dat al zo'n vijftien jaar lang - is de Amerikaan Jack Nicklaus Hij is pro fessional en verdiende in 1975 met golf bijna 300.000 dollar. De beste speelster is de Amerikaanse Sandra Palmer. Zij streek verleden jaar ruim 75.000 dollar op. frolf heeft de naam pen zogenaamde elite-sport te zijn. De laatste jaren komt daarin verandering. Dat is nok te merken ap het speelterrein link) van de Domburgse Golfclub. De jaarcontributie is nog wel. wat aan de hoge kant ■100 gulden voor een senior, 500 gulden voor een echtpaar en honderd gulden voor een junior dat wil zeggen iemand lot zo'n jaar of 25 maar de groei, zit er ook in Domburg goed in De afgelopen jaren is per jaar een leden winst van ongeveer tien procent geboekt. Het golf in heel Nederland zit in de lift Er zijn momenteel ongeveer 10.000 leden, die zijn verenigd in zo'n 25 verenigingen. Het overkoepelend orgaan heet Nederlandse Golf Feder atie. Daarbij is ook de Domburgse Golfclub aangesloten. De aanschaf van een golfuitrusting brengt flinke kosten met zich mee. Beginners wordt aangeraden om een halve set clubs (slagstokkeni aan te schaffen. Dat komt dan ongeveer op 300 gulden. Daar staat tegenover dat zo'n set clubs wel zo'n tien jaar mee kan gaan. Wat de kleding betreft geen problemen: een paar sports schoenen en dagelijkse kleren zijn voldoende. De clubs hebben een hou ten kop (voor het slaan over een lange afstand en het drijfwerk i of een metalen kop (voor het overspelen van hindemissen en voor korte slagen i Hei voorjaar opent nieuwe perspectieven voor "sport en ontspanning" Mastermind en het dambord gaan een tijdje de kast in tenniskleding guut er uil en bijvoorbeeld het paard gaat van de stal de wei in. Voorjaar: een ideale periode om buiten weer iels te ondernemen Steeds meer mensen jong en nog jonger - ondernemen dat "iets" buiten, te paard. Het groeiend aantal ruiters wordt de laatste jaren theoretisch begeleid door een bijna navenant - groeiend aantal uitgaven over paarden en paardrijden Het gaat er hier om drie van deze nieuwe werkjes over het paard te signaleren In de vooral op de jeugd afgestemde Globe-reeks van uitgeverij Helmond en de uitgeversmij Kok uit Kampen verscheen een deeltje over paardrij den. De tekst van Margaret Hickman werd in het Nederlands vertaald door mej. J. H. M. van Amelsvoort. Het gaat om een boekje van nog geen vijf tig pagina's, het is van zak-formaal en de informatie is in feite puur op de praktijk afgestemd. Men vindt er in kort. bestek en in zeer heldere taal talrijke- aanwijzingen en adviezen over de omgang met het paard, over de verzorging, over het rij-klaar ma ken, de houding en het rijden. Daar mee verstrekt het een redelijke portie basis-informatie, mede aan de hand van een aantal illustraties. "Zo leer je springen" - verschenen bij uitgeverij L. J. Veen te Wageningen - is bestemd voor de ruiter, -die wat verder gevorderd is. B. Froud geeft er spring-onderricht in. informatie, die is vertaald door Anita Fleischeuer. Het - rijk geïllustreerde - werk bevat eerst enige algemene informatie over het paardrijden en vertelt de ruiter vervolgens wat er komt kijken als men wil leren springen. Over de oefe ningen zelf, over het kopen van een springpaard en vooral ook over de training om tot een ervaren spring ruiter te komen. Een derde vrij recente uitgave heelt geen betrekking op het paardrijden zelf, maar het lijkt ons een uitgave, die de aandacht van iedere paarden liefhebber waard is. "Hoe word ik paardenkenner?" heet het. Michael Schafer schreef het. Els Commandeur-Demesmaeker ver taalde het en Kosmos Amster dam/Antwerpen gaf het uit. Het boek gaat in op de ontwikkeling van het paard in de loop der eeuwen, "een beoordeling vanuit de biologie De auteur vat de ontwikkeling van het paard tot heden samen en ver klaart die. daarbij teruggaand tot de vier oer-typen: de oerpony, de oer- koudbloed, het steppepaard en de oerarabier. Dat levert - vonden wij - zeer boeiende lectuur op, waarin zo wel de lijn als het verhelderende de tail tot zijn recht komt. Er wordt, ver der ingegaan op de lichaamsbouw en de lichaamsfunctie van het paard, een praktische beoordeling in het al gemeen en een speciale beoordelings- leer voor springpaarden, dressuur- paarden, tuinaarden, vrijetijdspaar- den. fokmerries. dekhengsten, pony*-

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 1976 | | pagina 69