vissers van
de noordzee
hans warren poetst
van vriesland's
poëziespiegel op
crau
jan de hartog, de oorlog van het lam
aandacht
sportboek
keldert
razendsnel
boek in 't kort
ZATERDAG 27 MAART 1976
PROVINCIALE ZEEUWSE COURANT
25
HANS WARREN ifoto Wim Riemens)
Een geruchtmakende klassieker
uit het Nederlandse literatuurgebeu-
ren verdwijnt, het doek valt voor
Victor van Vriesland's levenswerk,
de Spiegel van de Nederlandse Poë
zie door alle eeuwen. Dat wil zeggen:
gedeeltelijk, want Van Vriesland's
werk over de periode vóór de twin
tigste eeuw, blijft en voor dat thans
'lopende' tijdvak wordt een nieuwe
spiegel opgepoetst.
Uitgever Meulenhoff stopt de vijf de
len nu in twee, nieuw uit te geven,
banden van duizend pagina's elk.
Deel I, het Van Vrieslanddeel, omvat
de periode 1100-1900, deel n alles wat
daarna komt.
Behalve Meulenhoff is voor dat
tweede deel de dichter-schrijver-
criticus Hans Warren verantwoorde
lijk.
Hij maakt er een nieuw boek van en
dat lijkt nodig nu intussen (bijna) ie
der die de Spiegel zo af en toe eens
nodig heeft of tegenkomt, van de
'Lachspiegel' is gaan praten.
Waarom die hilariteit Misschien
omdat Van Vriesland er van uit is ge
gaan dat in zijn werk ook meteen de
gehele dichtkunst van Noord en Zuid
weerspiegeld moest worden, zodat
letterlijk alles en iedereen een
plaatsje kreeg. Ieder die ooit een re
gel aan het papier toevertrouwde die
de kant van poëzie op dreigde te
gaan. kon aanspraak maken op ver
melding. Daarbij kwam dan nog Van
Vriesland's persoonlijke keus die vol
bloed minor poets soms gul bedeelde
met opname van een twintigtal rol
lende verzen, terwijl reeds gebleken
kwaliteit het met vier regels moest
doen. De tijd heeft intussen louterend
gewerkt, gezift, geschift en zo de hila
riteit verhoogd.
Hans Warren: „Dat is natuurlijk niet
het enige. Er blijkt nog steeds be
langstelling te bestaan voor een der
gelijke uitgave. Er is in jaren niets
meer aan gedaan en dat betekent dat
men - nu er dan toch een nieuwe
druk zou moeten komen - meteen de
achterstand kan inhalen. Er is na de
oorlog en ook na zestig zo een en an
der gebeurd. Het zou gek zijn als dat
niet tot uiting zou komen. Dat is één
ding, de aanvulling met wat redelijk
nieuw is. Punt twee is inderdaad de
andere, filterende werking van de
tijd. Er komen bij Van Vriesland tien
tallen namen voor van dichters die ól
totaal onbekend zijn óf in het geheel
niet meer worden gelezen, zelfs niet
door hun naaste familie. Van Vries
land ging uit van zoveel mogelijk
namen. Ik doe dat niet. Ik geloof dat
een beperking wellicht een wat hel
derder spiegelbeeld op zal leveren.
Had van Vriesland gelijk, of heb ik
het? Ik weet het niet. Het ligt er
maar aan waar je van uit wilt gaan
Gaat bij een scherpere selectie hel
element persoonlijke appreciatie met
teveel meespreken
Hans Warren: „Er is hoe dan ook
sprake van een persoonlijke keus.
anders kan je daar je naam niet aan
verbinden. Als Van Vriesland bij
voorbeeld twintig verzen koos van
dichter A en maar één van meneer B,
moet je zeggen dat zowel A als B ver
tegenwoordigd waren, maar de ap
preciatie was dan toch duidelijk ver
schillend. Ik schrap nu een hoop na
men en titels met, dat zeg ik nadruk
kelijk, het werk van Van Vriesland
als uitgangspunt. Ik maak een
nieuwe keus. Voor een aantal dich
ters betekent dat een gedeeltelijke
reductie van hun inbreng, wellicht
aangevuld met nieuwe verzen. Voor
andere dichters zal het een totaal
nieuwe keus betekenen en er zijn ei
ook die in het hoofdstuk niet meer
zullen voorkomen. Daarbij stap ik
ook af van al te overdreven aandacht
voor enkele uitverkorenen. Meer dan
tien gedichten krijgt niemand. Het
moet tenslotte een enigszins hand
zaam en te gebruiken boek worden.
Een echte bloemlezing uit wat men
dan de 'grote' dichters noemt, met
enkele versjes van anderen als een
soort randversiering past onmogelijk
in die opzet".
Dat betekent dat er naast schrappen
en reduceren ook sprake kan zijn
van een duidelijke herwaardering
van dichters
Hans Warren: „Zeker, kan dat. Er zijn
mensen die een of twee heel goede
bundels gepubliceerd hebben en van
enig belang rijn door die poëzie op
zich en ook in de ontwikkeling van,
bijvoorbeeld, de na-oorlogse letter
kunde. Een sprekend voorbeeld is
voor mij Paul Rodenko. In zo'n geval
moet een samensteller, als dat al
thans in rijn systeem past. aan her
waardering doen. Ik ben bovendien
niet de enige die bepaalt. Ik houd
niet van 'algemene normen', want
waarom rijn die normen algemeen
maar ik ben me er van bewust dat de
tijd mee-selecteert, dus mee-
waardeert".
Wordt die werking van de tijd ook
zichtbaar
Hans Warren: „Ik kan wel wat voor
beelden geven. Als ik naar dat grote
werk van Vic van Vriesland kijk, tel
ik in de periode 1100-1600 werken van
340 dichters. De gehele negentiende
eeuw is met 150 dichters vertegen
woordigd. Dan wordt het opletten.
want dan komt de meer courante
tijd: periode 1900-1940 krijgt 223
dichters. 1940-1955 krijgt 137 dichters
en 1955-1968 krijgt 257 dichters. Dat
wil zeggen dat het aantal vertegen
woordigde auteurs vrij snel met de
tijd stijgt. Er was blijkbaar nog te
weinig overzicht om te selecteren en
bovendien zou een dergelijke wat
scherpere keuze niet in het systeem
van Van Vriesland hebben gepast.
Hoe verder af, hoe meer er vallen, hoe
dichter bij, hoe meer blijvertjes. De
verhoudingen raken op die maniei
wat zoek".
Is daar, ook bij een wat strengere
aanpak, wel aan te ontkomen
Hans Warren: „In het geheel niet,
maar je kimt wel een eind komen. Zo
geelt Van Vriesland in rijn aanpak
van de twintigste eeuw 617 namen.
Dat betekent bijna 300 méér dan in
dat eeuwenlange deel 1100-1600. Mijn
opzet is nog erg ruim. De periode
1900-1940 levert bij mij 131 namen op,
1940-1955 heb ik teruggebracht tot 65,
1955-1968 tot 119 en als nieuw tijdvak
komt daar dan 1968-1975 bij met toch
altijd nog zo'n vijftig namen. Ik kom
zo alles bij elkaar uit op een goede
350. Dat is nog veel. Ik ben me er van
bewust dat de tijd opnieuw aan het
werk moet".
Waarom een dergelijk gigantisch
karwei zonder al te veel kans op
dankbaarheid aangepakt
Hans Warren: „Ik ga er van uit dat
elk persoonlijke keuze aanvechtbaar
is en eventueel zelfs door een andere
te vervangen. Ik vind het wel een ze
kere uitdaging dat mij is gevraagd
mijn keuze aan dit project te verbin
den. Er is bovendien blijkbaar be
langstelling voor. Ik geloof dat ieder
die aan het schrappen slaat, de con
flictstof naar zich toe haalt, maar dat
is niet iets om schrikachtig van te
rijn. Ik zal mijn keuze zo goed moge
lijk trachten te verantwoorden, voor
zover zoiets al lukken kan.
Daarbij komt nog dat Meulenhofl
heus wel betaalt. Men doet daar over
het algemeen al te ethisch over.
Dichters en geld. het moest niet mo
gen. Maar een schrijver moet ook le
ven. Ik vind een dergelijke betaalde
opdracht best honorabel. Het is er
een tussen andere, ook echt geen le
venswerk of zo. Ik werk aan een
nieuwe bundel en een roman, mijn
kronieken en vertalingen. Het enige
waar ik gebrek aan heb is tijd. Dus
dat is ook al niets nieuws of opval
lends. Ik heb zo mijn bezigheden".
ANDRÉ OOSTHOEK
Al eeuwenlang verdienen vele
tienduizenden Nederlanders direct of
indirect hun brood in de visserij. Ha
ringbuizen, beugsloepen, blazers,
bomschuiten, loggers en trawlers: ie
dereen heeft er wel eens van gehoord.
Er is over die visserij al veel geschre
ven, maar toch kan iedere nieuwe bij
drage alleen maar welkom zijn als
aanvulling op de documentatie over
deze boeiende tak van nijverheid.
Zo'n welkome aanvulling is 'Vissers
van de Noordzee' (Het Nederlandse
visserijbedrijf in geschiedenis en
volksleven) van dr. J. P van de Voort
verschenen in de Triangelreeks bij
Boekencentrum-Den Haag.
Van de Voort heeft uitvoerig de doop
ceel gelicht van de Nederlandse visse
rij. Vistuigen, soorten vis. schepen,
vismethoden. het leven aan boord,
rampen en voorspoed zowel als de hele
visserijnijverheid aan de wal komen in
'Vissers van de Noordzee' uitvoerig
aan de orde. Dat levert een rijk ge
schakeerd beeld op. dat zich in de tijd
uitstrekt van enige eeuwen geleden tot
in de huidige zeventigerjaren.
Dit beeld zal ongetwijfeld representa
tief zijn voor de hele Nederlandse vis
serij, maar we kunnen ons toch niet
aan de indruk onttrekken dat men met
name in het uiterste zuiden en
noorden van het land de detaillering in
het boek wat erg 'hollands' zal vinden.
Maar mogelijk is dit een gevolg van het
feit dat de auteur als wetenschappelijk
medewerker is verbonden aan het Vis
serijmuseum in Vlaardingen. Het zou
echter overdreven zijn te stellen dat
door deze 'hollandse' signatuur de
waarde van het boek zou verminderen.
Daarvoor worden teveel Interessante
zaken uit de doeken gedaan.
Er is echter een punt dat ons wel even
de wenkbrauwen deed fronsen: op pa
gina 68 van het boek wordt de myste
rieuze ondergang gemeld van de kot
ter BR. 16'André', die-zo mag worden
aangenomen - in de vroege morgen
van 12 januari 1971 is overvaren. Tot
onze schrik wordt in het boek gespro
ken van een Bruinisser kotter, terwijl
Meir, Golda: Mijn leven. De autobio
grafie van de markante vrouw, die Is
raels richting bestemde in voor idt
land uiterst kritieke dagen. Een boek
dat men móet hebben gelezen. Uitga
ve: Fibula-VanDishoeck. Bussum.
Röhl, Klaus Rainer: Vijf vingers ma
ken nog geen vuist. De auteur van dit
boek was getrouwd met Ulrike Mein-
hof, de hoofdfiguur uit de Baader-
Meinhof-groep. Hij doet in dit boek
verslag van zijn avonturen, over het
blad Konkret. waarvan hij uitgever
was. over de communistische partij
waarvan hij lid was en over zijn vroe
gere vrouw. Jochen Steffen schreef een
nawoord. Een citaat: 'Hij jaagt zijn
hoop op de grote verwachting verder
na, boos op anarchisten en teleurges
teld door stalinisten. Als mens treu
rend over een gebroken huwelijk, ge
knakt bij de ineenstorting van mense
lijke en politieke verwachtingen.' Uit
gave: Het Wereldvenster. Baam.
vrijwel iedere Zeeuw zich toch zal her
inneren dat de onfortuinlijke BR 16
wel degelijk uit Breskens afkomstig
was.
De Amerikaan Charles Berlitz is de"
auteur van een boeiend boek over 'De
Bermuda Driehoek', een mysterieus
gebied in de westelijke Atlantische
Oceaan tegenover de zuidkust van de
Verenigde Staten Meer dan 100 sche
pen en vliegtuigen - met hun beman
ningen - verdwenen in de loop van de
jaren op raadselachtige wijze in dit ge
bied. De juiste oorzaak kent niemand,
maar er rijn uiteraard door vele in
stanties en particulieren legio theo
rieën ontwikkeld, die van andere zijde
dan weer even hard van tafel worden
geveegd. Charles Berlitz heeft over de
mysteries van "De Bermuda Driehoek'
ook zo zijn gedachten en zet die in zijn
boek uiteen. Hij gaat uitgebreid in op
tal van frappante gebeurtenissen en
poogt daarvan mogelijke oorzaken
aan te geven. Dat alles tesamen levert
een uitermate boeiend boek op. Ver
schenen bij J. H. Goltmer-Haarlem.
legeruniformen
De stroom literatuur over de tweede
wereldoorlog houdt onverminderd
aan; tot niet geringe vreugde uiteraard
van talloze verzamelaars van docu
mentatie over de periode '40-'45. Van
Holkema en Warendorf (Unieboek) is
thans begonnen aan een nieuwe reeks
boeken in albumvorm over militair-
historische onderwerpen. De titel van
dereeks: Militair Memoriaal. Heteers te
boek uit deze reeks geeft een overzicht
van de legeruniformen die tijdens de
tweede wereldoorlog bij alle strijdende
partijen in gebruik waren. Gala
uniformen. gevechtstenues, handwa
pens en verdere uitrusting, alles is te
rug te vinden in de uiterst gedetail
leerde illustraties van Malcolm
McGreger. De tekst van het boek is
van Andrew Mollo. Voor de Neder
landse vertaling en bewerking zorgde
B. G. J. de Vries.
ED REINDERSMA
Serge, VoctorDe aanslag op kame
raad Toelajev. Een roman over het
schrikbewind in stalinistisch Rusland,
de Sowjet Unie in 1939. Victor Serge
werd in 1890 geboren en speelde een rol
in de bolsjewistische revolutie. Na Le-
nins dood werd hij uit Rusland ver
bannen. Hij vocht in Spanje in de bur
geroorlog en kwam uiteindelijk in
Mexico terecht, waar hij in 1947 over
leed. De laatste jaren is er sprake van
een hernieuwde belangstelling voor
zijn werk. Reeds eerder verscheen in
Nederland 'De jaren zonder
Deze nieuwe roman nu verscheen oor
spronkelijk in het Frans. Uitgave Meu
lenhoff, Amsterdam.
I3CIEKIENWIEIEK
Het betaalde voetbal Ie een moei
lijk verkoopbaar prodokL Iets dat
zich niet alleen manifesteert in steeds
legere voetbalstadions, maar ook in
de steeds krapper wordende markt
voor sportboeken. Met name de markt
voor het voetbalboek is nogal drama
tisch in elkaar gestort. Uitgaven van
sportscribenten belanden in steeds
sneller tempo bij De Slegte en de tij
den dat de commercie meeprofiteerde
van de ongekende (voetbal)hoogcon-
junctuur behoren momenteel defini
tief tot het verleden.
De laatste lucratieve zaak die bijvoor
beeld De Boekerij, een uitgeverij die
op het gebied van sportboeken nog het
meest actiefis. heeft gedaan, is tijdens
het- laatste wereldkampioenschap
voetbaL Namens deze uitgeverij weet
deheerVerwey: „Van het boek over de
WK hebben we toch gauw zo'n 30.000
exemplaren verkocht. Dat was een erg
aantrekkelijke zaak. Dat kwam na
tuurlijk ook omdat Nederland In dat
toernooi zo'n succes heeft gehad".
De correlatie tussen de massa
hysterie, die de successen van Feye-
noord, Ajax en het Nederlands elftal
hebben losgewoeld, en de onverzadig
bare belangstelling van de geïnteres
seerden om via het voetbalboek op een
soort „herhaling" te gaan. is natuurlijk
duidelijk. Maar zelfs dan is de markt
voor het sportboek kwetsbaar.
Dat blijkt ook uit het feit dat een der
gelijk voetbalboek, als het kan, on
middellijk na zo'n evenement moet
worden uitgegeven. Wacht men en
kele weken te lang, dan is de belang
stelling al weer dermate verflauwd,
dat dit enorm in de oplaag scheelt.
Bovendien komt daar nog bij, dat het
sportlezerspubliek na alle opwinding
van de afgelopen jaren meer dan ver
zadigd is.
Luister bijvoorbeeld naar Herman
Kuiphof de televisiecommentator die
pnkele jaren Europa-Cupboeken voor
uitgeverij Luitingh schreef: „Ik had
een contract voor drie jaar. De uitge
verij schoot daarmee midden in de
roos. want het waren precies de sei
zoenen (van 1971 tot en met 1973) dat
Ajax de Europa-Cup veroverde. De
eerste twee keer waren die boeken uit-
verkocht. Dat ging om tien- tot vijf
tienduizend exemplaren. Maar in het
derdejaar, toen Ajax toch beslist niet
zwakker voetbalde, begon de klad er al
in te komen. De belangstelling begon
duidelijk af te nemen. Het veroveren
van een Europa-Cup werd te gewoon
om zo'n boek nog verkoopbaar te ma
ken".
beperkt
In het algemeen kan echter worden
gesteld, dat de mogelijkheden voor het
sportboek erg beperkt zijn. Journalist
Ger Bestebreurtje. die een tijd heeft
gefungeerd als adviseur voor uitge
verij Luitingh op het gebied van
sportboeken, legt uit: „De meeste uit>
geverijen zijn ook gestopt met sportr
boeken. Zelfs Kluwer. Maar dat is ook
logisch, want er zit momenteel weinig
brood in. Je hoeft ook nu echt niet aan
te komen met een boek over Hans van
Hleden of Piet Kleine. Die rijders moe
ten eerst een paar jaar aan de top
meedraaien voordat net publiek mis
schien een boekje over hen gaat le
zen."
„Et moet eerst een soort mythe
vorming ontstaan- Dat hebben we ook
gezien met Verkerk en Schenk Er zijn
eigenlijk maar drie sporten, die zich
lenen voor de uitgave van boeken.
Voetbal, schaatsen en wielrennen Een
boek als „Vedetten van de weg" van
Jean Nelissen loopt wel aardig. Terwijl
er op wielergebled door Nederland op
dit moment toch geen buitensporige
successen worden behaald. Maar met
zo'n boek heb je weer het voordeel dat
de markt wat groter is. Vedetten van
de weg" wordt ook in België goed ver
kocht."
„Maar voetbalboeken uitgeven is op
dit moment volkomen oninteressant.
Je kunt weer een boek over Feyenoord
uitgeven als die club weer wat succes
krijgt. Feyenoord heeft namelijk een
vaste achterban. Ook Ajax verkoopt
wel. PSV en Twente zijn volkomen on
geschikt. omdatdie clubs veel meer
streekgebonden zijn. Die boeken ver
kopen niet in het Westen".
risico's
De enige uitgeverij, die zich eigenlijk
niet echt laat afschrikken door deze
sombere geluiden is De Boekerij.
Daar gaat men ook dit jaar door met
het uitgeven van Europa-Cupboeken.
De Boekerij heeft ook een schrijver
ingehuurd die van deze uitgaven een
soort professie heeft gemaakt. Jour
nalist Hans Molenaar. Hoe zit het met
zijn inkomsten, nu de verkoop zo
sterk is gedaald?
Molenaar: „Ik heb mijn werkzaamhe
den tijdig kunnen verleggen. Iets meer
radio en een kranterubriek. Het terug
vallen van de sportboekenmarkt was
voor mij een klap. maar geen dood
klap". En de heer Vc-rwey (De Boeke
rij): „Voor ons vormt sport maar een
klein onderdeeltje. Maar twee procent
van het totale budget. Daarom kun
nen wij er tot op zekere hoogte vrij risi
coloos mee doorgaan".
Dat sportboeken echter toch kunnen
uitgroeien tot een niet onaanzienlijk
deel van de totale omzet, heeft boek
handel De Vries in Haarlem onder
vonden. Na een groot aantal jaren is
deze boekhandel uitgegroeid tot de
grootste speciaalzaak voor sportboe
ken in Europa. Het gaat hier om tech
nische sportboeken wel te verstaan.
De heer De Vries: „Populaire sport
boeken worden bij een Bijenkorf of er
gens anders, waar ze op een grote sta
pel liggen, gemakkelijker verkocht
dan bij ons. Wij hebben voornamelijk
technische boeken. Uit heel Neder
land. België, maar zelfs uit Japan. In
dia. Irak en Zuld-Afrika komen aan
vragen bij ons binnen. Wat dat betreft
hebben we al een aardige reputatie
opgebouwd. Het gaat om ongeveer
drie- a vierduizend titels, die we in
voorraad hebben. We verkopen mo
menteel zo'n 50.000 sportboeken per
jaar. Datkomt, omdatwena 13 jaar de
weg een beetje weten. We halen zelfs
technische sportboeken uit Oosteuro-
pese landen. We hebben echt een aan
taljaren moeten doorbijten om het zo
ver te brengen. Maar het is voor ons
momenteel een zeer leuke handel".
MARC SERNE
JAN DE HARTOG
ivAet De oorlog van het Lam besluit
Jan de Hartog zijn vierdelig epos over
de geschiedenis van de quakers. De
cyclus heeft tot titel Het Koninkrijk
van de Vrede. Vier boeken, waarin
steeds dezelfde namen voorkomen.
Die van een aantal quakerfamilies,
die uit Engeland naar de Verenigde
Staten trokken en waarvan enkele le
den weer terugkeerden naar het oude
Europa. Vandaar dat het vierde deel
van de serie, De oorlog van het Lam,
begint in een Nederlandse stad, waar
in mei 1940 de Dnitsers binnenmar
cheren.
Twee mensen springen er in het ver
haal uit: Jacob Martens en zijn doch
ter Laura. Hij een Nederlandse quaker,
die weduwnaar is van een nazaat uit de
befaamde quakerfamilie Best, welke
In de hele serie een grote rol speelt.
Wat het voorgeslacht deed en ook:
overkwam, manifesteert zich in de ja
ren na 1940 in Jacob Martens en zijn
dochter. Hij begeeft zich in het verzet
(het redden van joodse kinderen) en
moet dat met een verschrikkelijk dood
in een Duits concentratiekamp beko
pen. Laura is hem op de fiets uit Neder
land gevolgd, gedreven door een
dwaas geloof in het goede van de mens
dat zich toch ook in Duitse gevangen
bewaarders zou moeten manifesteren.
Zij komt al erg bedrogen uit - of mis
schien toch niet?
Ze wordt - eerst gedwongen, later
vrijwillig - de vriendin van de Duitse
kamparts, die ze haar hele verdere le
ven za.l blijven liefhebben, omdat ze
naast de meest verschrikkelijke
bruutheid in hem toch een tederheid
heeft gevonden, die alle grenzen over
schrijdt. In feite is het zo. dat zij in haar
later leven als kinderarts gaat doen
wat haar minnaar altijd had willen
doen, maar dat bij hem door zijn ver
keerde keuze voor de SS in het tegen
deel is verkeerd: het redden van kinde
ren. In Biafra komt ze bij een van haar
reddingsacties om.
De manier waarop Laura Martens
door een quakerhulporganisatie uit
Amerika uit het concentratiekamp
wordt verlost, in Amerika zichzelf
ontdekt en daarbij oude en jonge
quakers ontmoet is de kern van dit
werkelijk adembenemende verhaal.
De titel van het boek is ontleend aan
Openbaring 17, waar van de staats
machten in de wereld wordt gezegd
dat zij „oorlog voeren tegen het Lam,
maar het Lam zal ze overwinnen,
want Hij is de Heer der Heren".
Het geweldige van De Hartogs be
schrijving is dat hij steeds laat zien hoe
dat Lam - in het boek vertegenwoor
digd door de quakers - steeds gesla
gen, verslagen en vermorzeld wordt,
maar hoe er, door alles heen. een dui
delijke overwinning is, niet maar van
het goed e over hét kwade! Het gaat om
het goede over het kwade. Het gaat om
geweldig belangrijke dingen: om het
redden van mensenzielen. Dat kan al
leen door het volstrekte offer van het
Lam. Het verbijsterende ln de quakers
is dat ze dat op vaak ongezochte wijze
demonstreren. Bijvoorbeeld als er een
jacht met jonge quakers uit de Ver
enigde Staten naar Hanoi zeilt, met
een symbolische lading medicijnen.
Een door de oude quakers als „een
hippie-bevlieging" afgedane zaak, die
toch oorzaak wordt dat er een kind uit
de hel van Vietnam kan worden gered.
Quakers, de enigen die ln die situatie
..het fatsoen" van de Verenigde Staten
redden. Een hard. maar met veel liefde
geschreven boek voor de zwoegers die
de Quakers zijn. Jan de Hartog heeft
eens verteld dat zijn moeder quaker
was en dat hij in haar schijnbaar
vruchteloze en verschrikkelijke dood
strijd de inspiratie voor deze boeken
vond. Hij moet geweldig van die moe
der hebben gehouden.
H. G.
'Vissers van de NoordzeeAfbeelding van een haringbuis.
HERMAN KUIPHOF