vissers van de noordzee hans warren poetst van vriesland's poëziespiegel op crau jan de hartog, de oorlog van het lam aandacht sportboek keldert razendsnel boek in 't kort ZATERDAG 27 MAART 1976 PROVINCIALE ZEEUWSE COURANT 25 HANS WARREN ifoto Wim Riemens) Een geruchtmakende klassieker uit het Nederlandse literatuurgebeu- ren verdwijnt, het doek valt voor Victor van Vriesland's levenswerk, de Spiegel van de Nederlandse Poë zie door alle eeuwen. Dat wil zeggen: gedeeltelijk, want Van Vriesland's werk over de periode vóór de twin tigste eeuw, blijft en voor dat thans 'lopende' tijdvak wordt een nieuwe spiegel opgepoetst. Uitgever Meulenhoff stopt de vijf de len nu in twee, nieuw uit te geven, banden van duizend pagina's elk. Deel I, het Van Vrieslanddeel, omvat de periode 1100-1900, deel n alles wat daarna komt. Behalve Meulenhoff is voor dat tweede deel de dichter-schrijver- criticus Hans Warren verantwoorde lijk. Hij maakt er een nieuw boek van en dat lijkt nodig nu intussen (bijna) ie der die de Spiegel zo af en toe eens nodig heeft of tegenkomt, van de 'Lachspiegel' is gaan praten. Waarom die hilariteit Misschien omdat Van Vriesland er van uit is ge gaan dat in zijn werk ook meteen de gehele dichtkunst van Noord en Zuid weerspiegeld moest worden, zodat letterlijk alles en iedereen een plaatsje kreeg. Ieder die ooit een re gel aan het papier toevertrouwde die de kant van poëzie op dreigde te gaan. kon aanspraak maken op ver melding. Daarbij kwam dan nog Van Vriesland's persoonlijke keus die vol bloed minor poets soms gul bedeelde met opname van een twintigtal rol lende verzen, terwijl reeds gebleken kwaliteit het met vier regels moest doen. De tijd heeft intussen louterend gewerkt, gezift, geschift en zo de hila riteit verhoogd. Hans Warren: „Dat is natuurlijk niet het enige. Er blijkt nog steeds be langstelling te bestaan voor een der gelijke uitgave. Er is in jaren niets meer aan gedaan en dat betekent dat men - nu er dan toch een nieuwe druk zou moeten komen - meteen de achterstand kan inhalen. Er is na de oorlog en ook na zestig zo een en an der gebeurd. Het zou gek zijn als dat niet tot uiting zou komen. Dat is één ding, de aanvulling met wat redelijk nieuw is. Punt twee is inderdaad de andere, filterende werking van de tijd. Er komen bij Van Vriesland tien tallen namen voor van dichters die ól totaal onbekend zijn óf in het geheel niet meer worden gelezen, zelfs niet door hun naaste familie. Van Vries land ging uit van zoveel mogelijk namen. Ik doe dat niet. Ik geloof dat een beperking wellicht een wat hel derder spiegelbeeld op zal leveren. Had van Vriesland gelijk, of heb ik het? Ik weet het niet. Het ligt er maar aan waar je van uit wilt gaan Gaat bij een scherpere selectie hel element persoonlijke appreciatie met teveel meespreken Hans Warren: „Er is hoe dan ook sprake van een persoonlijke keus. anders kan je daar je naam niet aan verbinden. Als Van Vriesland bij voorbeeld twintig verzen koos van dichter A en maar één van meneer B, moet je zeggen dat zowel A als B ver tegenwoordigd waren, maar de ap preciatie was dan toch duidelijk ver schillend. Ik schrap nu een hoop na men en titels met, dat zeg ik nadruk kelijk, het werk van Van Vriesland als uitgangspunt. Ik maak een nieuwe keus. Voor een aantal dich ters betekent dat een gedeeltelijke reductie van hun inbreng, wellicht aangevuld met nieuwe verzen. Voor andere dichters zal het een totaal nieuwe keus betekenen en er zijn ei ook die in het hoofdstuk niet meer zullen voorkomen. Daarbij stap ik ook af van al te overdreven aandacht voor enkele uitverkorenen. Meer dan tien gedichten krijgt niemand. Het moet tenslotte een enigszins hand zaam en te gebruiken boek worden. Een echte bloemlezing uit wat men dan de 'grote' dichters noemt, met enkele versjes van anderen als een soort randversiering past onmogelijk in die opzet". Dat betekent dat er naast schrappen en reduceren ook sprake kan zijn van een duidelijke herwaardering van dichters Hans Warren: „Zeker, kan dat. Er zijn mensen die een of twee heel goede bundels gepubliceerd hebben en van enig belang rijn door die poëzie op zich en ook in de ontwikkeling van, bijvoorbeeld, de na-oorlogse letter kunde. Een sprekend voorbeeld is voor mij Paul Rodenko. In zo'n geval moet een samensteller, als dat al thans in rijn systeem past. aan her waardering doen. Ik ben bovendien niet de enige die bepaalt. Ik houd niet van 'algemene normen', want waarom rijn die normen algemeen maar ik ben me er van bewust dat de tijd mee-selecteert, dus mee- waardeert". Wordt die werking van de tijd ook zichtbaar Hans Warren: „Ik kan wel wat voor beelden geven. Als ik naar dat grote werk van Vic van Vriesland kijk, tel ik in de periode 1100-1600 werken van 340 dichters. De gehele negentiende eeuw is met 150 dichters vertegen woordigd. Dan wordt het opletten. want dan komt de meer courante tijd: periode 1900-1940 krijgt 223 dichters. 1940-1955 krijgt 137 dichters en 1955-1968 krijgt 257 dichters. Dat wil zeggen dat het aantal vertegen woordigde auteurs vrij snel met de tijd stijgt. Er was blijkbaar nog te weinig overzicht om te selecteren en bovendien zou een dergelijke wat scherpere keuze niet in het systeem van Van Vriesland hebben gepast. Hoe verder af, hoe meer er vallen, hoe dichter bij, hoe meer blijvertjes. De verhoudingen raken op die maniei wat zoek". Is daar, ook bij een wat strengere aanpak, wel aan te ontkomen Hans Warren: „In het geheel niet, maar je kimt wel een eind komen. Zo geelt Van Vriesland in rijn aanpak van de twintigste eeuw 617 namen. Dat betekent bijna 300 méér dan in dat eeuwenlange deel 1100-1600. Mijn opzet is nog erg ruim. De periode 1900-1940 levert bij mij 131 namen op, 1940-1955 heb ik teruggebracht tot 65, 1955-1968 tot 119 en als nieuw tijdvak komt daar dan 1968-1975 bij met toch altijd nog zo'n vijftig namen. Ik kom zo alles bij elkaar uit op een goede 350. Dat is nog veel. Ik ben me er van bewust dat de tijd opnieuw aan het werk moet". Waarom een dergelijk gigantisch karwei zonder al te veel kans op dankbaarheid aangepakt Hans Warren: „Ik ga er van uit dat elk persoonlijke keuze aanvechtbaar is en eventueel zelfs door een andere te vervangen. Ik vind het wel een ze kere uitdaging dat mij is gevraagd mijn keuze aan dit project te verbin den. Er is bovendien blijkbaar be langstelling voor. Ik geloof dat ieder die aan het schrappen slaat, de con flictstof naar zich toe haalt, maar dat is niet iets om schrikachtig van te rijn. Ik zal mijn keuze zo goed moge lijk trachten te verantwoorden, voor zover zoiets al lukken kan. Daarbij komt nog dat Meulenhofl heus wel betaalt. Men doet daar over het algemeen al te ethisch over. Dichters en geld. het moest niet mo gen. Maar een schrijver moet ook le ven. Ik vind een dergelijke betaalde opdracht best honorabel. Het is er een tussen andere, ook echt geen le venswerk of zo. Ik werk aan een nieuwe bundel en een roman, mijn kronieken en vertalingen. Het enige waar ik gebrek aan heb is tijd. Dus dat is ook al niets nieuws of opval lends. Ik heb zo mijn bezigheden". ANDRÉ OOSTHOEK Al eeuwenlang verdienen vele tienduizenden Nederlanders direct of indirect hun brood in de visserij. Ha ringbuizen, beugsloepen, blazers, bomschuiten, loggers en trawlers: ie dereen heeft er wel eens van gehoord. Er is over die visserij al veel geschre ven, maar toch kan iedere nieuwe bij drage alleen maar welkom zijn als aanvulling op de documentatie over deze boeiende tak van nijverheid. Zo'n welkome aanvulling is 'Vissers van de Noordzee' (Het Nederlandse visserijbedrijf in geschiedenis en volksleven) van dr. J. P van de Voort verschenen in de Triangelreeks bij Boekencentrum-Den Haag. Van de Voort heeft uitvoerig de doop ceel gelicht van de Nederlandse visse rij. Vistuigen, soorten vis. schepen, vismethoden. het leven aan boord, rampen en voorspoed zowel als de hele visserijnijverheid aan de wal komen in 'Vissers van de Noordzee' uitvoerig aan de orde. Dat levert een rijk ge schakeerd beeld op. dat zich in de tijd uitstrekt van enige eeuwen geleden tot in de huidige zeventigerjaren. Dit beeld zal ongetwijfeld representa tief zijn voor de hele Nederlandse vis serij, maar we kunnen ons toch niet aan de indruk onttrekken dat men met name in het uiterste zuiden en noorden van het land de detaillering in het boek wat erg 'hollands' zal vinden. Maar mogelijk is dit een gevolg van het feit dat de auteur als wetenschappelijk medewerker is verbonden aan het Vis serijmuseum in Vlaardingen. Het zou echter overdreven zijn te stellen dat door deze 'hollandse' signatuur de waarde van het boek zou verminderen. Daarvoor worden teveel Interessante zaken uit de doeken gedaan. Er is echter een punt dat ons wel even de wenkbrauwen deed fronsen: op pa gina 68 van het boek wordt de myste rieuze ondergang gemeld van de kot ter BR. 16'André', die-zo mag worden aangenomen - in de vroege morgen van 12 januari 1971 is overvaren. Tot onze schrik wordt in het boek gespro ken van een Bruinisser kotter, terwijl Meir, Golda: Mijn leven. De autobio grafie van de markante vrouw, die Is raels richting bestemde in voor idt land uiterst kritieke dagen. Een boek dat men móet hebben gelezen. Uitga ve: Fibula-VanDishoeck. Bussum. Röhl, Klaus Rainer: Vijf vingers ma ken nog geen vuist. De auteur van dit boek was getrouwd met Ulrike Mein- hof, de hoofdfiguur uit de Baader- Meinhof-groep. Hij doet in dit boek verslag van zijn avonturen, over het blad Konkret. waarvan hij uitgever was. over de communistische partij waarvan hij lid was en over zijn vroe gere vrouw. Jochen Steffen schreef een nawoord. Een citaat: 'Hij jaagt zijn hoop op de grote verwachting verder na, boos op anarchisten en teleurges teld door stalinisten. Als mens treu rend over een gebroken huwelijk, ge knakt bij de ineenstorting van mense lijke en politieke verwachtingen.' Uit gave: Het Wereldvenster. Baam. vrijwel iedere Zeeuw zich toch zal her inneren dat de onfortuinlijke BR 16 wel degelijk uit Breskens afkomstig was. De Amerikaan Charles Berlitz is de" auteur van een boeiend boek over 'De Bermuda Driehoek', een mysterieus gebied in de westelijke Atlantische Oceaan tegenover de zuidkust van de Verenigde Staten Meer dan 100 sche pen en vliegtuigen - met hun beman ningen - verdwenen in de loop van de jaren op raadselachtige wijze in dit ge bied. De juiste oorzaak kent niemand, maar er rijn uiteraard door vele in stanties en particulieren legio theo rieën ontwikkeld, die van andere zijde dan weer even hard van tafel worden geveegd. Charles Berlitz heeft over de mysteries van "De Bermuda Driehoek' ook zo zijn gedachten en zet die in zijn boek uiteen. Hij gaat uitgebreid in op tal van frappante gebeurtenissen en poogt daarvan mogelijke oorzaken aan te geven. Dat alles tesamen levert een uitermate boeiend boek op. Ver schenen bij J. H. Goltmer-Haarlem. legeruniformen De stroom literatuur over de tweede wereldoorlog houdt onverminderd aan; tot niet geringe vreugde uiteraard van talloze verzamelaars van docu mentatie over de periode '40-'45. Van Holkema en Warendorf (Unieboek) is thans begonnen aan een nieuwe reeks boeken in albumvorm over militair- historische onderwerpen. De titel van dereeks: Militair Memoriaal. Heteers te boek uit deze reeks geeft een overzicht van de legeruniformen die tijdens de tweede wereldoorlog bij alle strijdende partijen in gebruik waren. Gala uniformen. gevechtstenues, handwa pens en verdere uitrusting, alles is te rug te vinden in de uiterst gedetail leerde illustraties van Malcolm McGreger. De tekst van het boek is van Andrew Mollo. Voor de Neder landse vertaling en bewerking zorgde B. G. J. de Vries. ED REINDERSMA Serge, VoctorDe aanslag op kame raad Toelajev. Een roman over het schrikbewind in stalinistisch Rusland, de Sowjet Unie in 1939. Victor Serge werd in 1890 geboren en speelde een rol in de bolsjewistische revolutie. Na Le- nins dood werd hij uit Rusland ver bannen. Hij vocht in Spanje in de bur geroorlog en kwam uiteindelijk in Mexico terecht, waar hij in 1947 over leed. De laatste jaren is er sprake van een hernieuwde belangstelling voor zijn werk. Reeds eerder verscheen in Nederland 'De jaren zonder Deze nieuwe roman nu verscheen oor spronkelijk in het Frans. Uitgave Meu lenhoff, Amsterdam. I3CIEKIENWIEIEK Het betaalde voetbal Ie een moei lijk verkoopbaar prodokL Iets dat zich niet alleen manifesteert in steeds legere voetbalstadions, maar ook in de steeds krapper wordende markt voor sportboeken. Met name de markt voor het voetbalboek is nogal drama tisch in elkaar gestort. Uitgaven van sportscribenten belanden in steeds sneller tempo bij De Slegte en de tij den dat de commercie meeprofiteerde van de ongekende (voetbal)hoogcon- junctuur behoren momenteel defini tief tot het verleden. De laatste lucratieve zaak die bijvoor beeld De Boekerij, een uitgeverij die op het gebied van sportboeken nog het meest actiefis. heeft gedaan, is tijdens het- laatste wereldkampioenschap voetbaL Namens deze uitgeverij weet deheerVerwey: „Van het boek over de WK hebben we toch gauw zo'n 30.000 exemplaren verkocht. Dat was een erg aantrekkelijke zaak. Dat kwam na tuurlijk ook omdat Nederland In dat toernooi zo'n succes heeft gehad". De correlatie tussen de massa hysterie, die de successen van Feye- noord, Ajax en het Nederlands elftal hebben losgewoeld, en de onverzadig bare belangstelling van de geïnteres seerden om via het voetbalboek op een soort „herhaling" te gaan. is natuurlijk duidelijk. Maar zelfs dan is de markt voor het sportboek kwetsbaar. Dat blijkt ook uit het feit dat een der gelijk voetbalboek, als het kan, on middellijk na zo'n evenement moet worden uitgegeven. Wacht men en kele weken te lang, dan is de belang stelling al weer dermate verflauwd, dat dit enorm in de oplaag scheelt. Bovendien komt daar nog bij, dat het sportlezerspubliek na alle opwinding van de afgelopen jaren meer dan ver zadigd is. Luister bijvoorbeeld naar Herman Kuiphof de televisiecommentator die pnkele jaren Europa-Cupboeken voor uitgeverij Luitingh schreef: „Ik had een contract voor drie jaar. De uitge verij schoot daarmee midden in de roos. want het waren precies de sei zoenen (van 1971 tot en met 1973) dat Ajax de Europa-Cup veroverde. De eerste twee keer waren die boeken uit- verkocht. Dat ging om tien- tot vijf tienduizend exemplaren. Maar in het derdejaar, toen Ajax toch beslist niet zwakker voetbalde, begon de klad er al in te komen. De belangstelling begon duidelijk af te nemen. Het veroveren van een Europa-Cup werd te gewoon om zo'n boek nog verkoopbaar te ma ken". beperkt In het algemeen kan echter worden gesteld, dat de mogelijkheden voor het sportboek erg beperkt zijn. Journalist Ger Bestebreurtje. die een tijd heeft gefungeerd als adviseur voor uitge verij Luitingh op het gebied van sportboeken, legt uit: „De meeste uit> geverijen zijn ook gestopt met sportr boeken. Zelfs Kluwer. Maar dat is ook logisch, want er zit momenteel weinig brood in. Je hoeft ook nu echt niet aan te komen met een boek over Hans van Hleden of Piet Kleine. Die rijders moe ten eerst een paar jaar aan de top meedraaien voordat net publiek mis schien een boekje over hen gaat le zen." „Et moet eerst een soort mythe vorming ontstaan- Dat hebben we ook gezien met Verkerk en Schenk Er zijn eigenlijk maar drie sporten, die zich lenen voor de uitgave van boeken. Voetbal, schaatsen en wielrennen Een boek als „Vedetten van de weg" van Jean Nelissen loopt wel aardig. Terwijl er op wielergebled door Nederland op dit moment toch geen buitensporige successen worden behaald. Maar met zo'n boek heb je weer het voordeel dat de markt wat groter is. Vedetten van de weg" wordt ook in België goed ver kocht." „Maar voetbalboeken uitgeven is op dit moment volkomen oninteressant. Je kunt weer een boek over Feyenoord uitgeven als die club weer wat succes krijgt. Feyenoord heeft namelijk een vaste achterban. Ook Ajax verkoopt wel. PSV en Twente zijn volkomen on geschikt. omdatdie clubs veel meer streekgebonden zijn. Die boeken ver kopen niet in het Westen". risico's De enige uitgeverij, die zich eigenlijk niet echt laat afschrikken door deze sombere geluiden is De Boekerij. Daar gaat men ook dit jaar door met het uitgeven van Europa-Cupboeken. De Boekerij heeft ook een schrijver ingehuurd die van deze uitgaven een soort professie heeft gemaakt. Jour nalist Hans Molenaar. Hoe zit het met zijn inkomsten, nu de verkoop zo sterk is gedaald? Molenaar: „Ik heb mijn werkzaamhe den tijdig kunnen verleggen. Iets meer radio en een kranterubriek. Het terug vallen van de sportboekenmarkt was voor mij een klap. maar geen dood klap". En de heer Vc-rwey (De Boeke rij): „Voor ons vormt sport maar een klein onderdeeltje. Maar twee procent van het totale budget. Daarom kun nen wij er tot op zekere hoogte vrij risi coloos mee doorgaan". Dat sportboeken echter toch kunnen uitgroeien tot een niet onaanzienlijk deel van de totale omzet, heeft boek handel De Vries in Haarlem onder vonden. Na een groot aantal jaren is deze boekhandel uitgegroeid tot de grootste speciaalzaak voor sportboe ken in Europa. Het gaat hier om tech nische sportboeken wel te verstaan. De heer De Vries: „Populaire sport boeken worden bij een Bijenkorf of er gens anders, waar ze op een grote sta pel liggen, gemakkelijker verkocht dan bij ons. Wij hebben voornamelijk technische boeken. Uit heel Neder land. België, maar zelfs uit Japan. In dia. Irak en Zuld-Afrika komen aan vragen bij ons binnen. Wat dat betreft hebben we al een aardige reputatie opgebouwd. Het gaat om ongeveer drie- a vierduizend titels, die we in voorraad hebben. We verkopen mo menteel zo'n 50.000 sportboeken per jaar. Datkomt, omdatwena 13 jaar de weg een beetje weten. We halen zelfs technische sportboeken uit Oosteuro- pese landen. We hebben echt een aan taljaren moeten doorbijten om het zo ver te brengen. Maar het is voor ons momenteel een zeer leuke handel". MARC SERNE JAN DE HARTOG ivAet De oorlog van het Lam besluit Jan de Hartog zijn vierdelig epos over de geschiedenis van de quakers. De cyclus heeft tot titel Het Koninkrijk van de Vrede. Vier boeken, waarin steeds dezelfde namen voorkomen. Die van een aantal quakerfamilies, die uit Engeland naar de Verenigde Staten trokken en waarvan enkele le den weer terugkeerden naar het oude Europa. Vandaar dat het vierde deel van de serie, De oorlog van het Lam, begint in een Nederlandse stad, waar in mei 1940 de Dnitsers binnenmar cheren. Twee mensen springen er in het ver haal uit: Jacob Martens en zijn doch ter Laura. Hij een Nederlandse quaker, die weduwnaar is van een nazaat uit de befaamde quakerfamilie Best, welke In de hele serie een grote rol speelt. Wat het voorgeslacht deed en ook: overkwam, manifesteert zich in de ja ren na 1940 in Jacob Martens en zijn dochter. Hij begeeft zich in het verzet (het redden van joodse kinderen) en moet dat met een verschrikkelijk dood in een Duits concentratiekamp beko pen. Laura is hem op de fiets uit Neder land gevolgd, gedreven door een dwaas geloof in het goede van de mens dat zich toch ook in Duitse gevangen bewaarders zou moeten manifesteren. Zij komt al erg bedrogen uit - of mis schien toch niet? Ze wordt - eerst gedwongen, later vrijwillig - de vriendin van de Duitse kamparts, die ze haar hele verdere le ven za.l blijven liefhebben, omdat ze naast de meest verschrikkelijke bruutheid in hem toch een tederheid heeft gevonden, die alle grenzen over schrijdt. In feite is het zo. dat zij in haar later leven als kinderarts gaat doen wat haar minnaar altijd had willen doen, maar dat bij hem door zijn ver keerde keuze voor de SS in het tegen deel is verkeerd: het redden van kinde ren. In Biafra komt ze bij een van haar reddingsacties om. De manier waarop Laura Martens door een quakerhulporganisatie uit Amerika uit het concentratiekamp wordt verlost, in Amerika zichzelf ontdekt en daarbij oude en jonge quakers ontmoet is de kern van dit werkelijk adembenemende verhaal. De titel van het boek is ontleend aan Openbaring 17, waar van de staats machten in de wereld wordt gezegd dat zij „oorlog voeren tegen het Lam, maar het Lam zal ze overwinnen, want Hij is de Heer der Heren". Het geweldige van De Hartogs be schrijving is dat hij steeds laat zien hoe dat Lam - in het boek vertegenwoor digd door de quakers - steeds gesla gen, verslagen en vermorzeld wordt, maar hoe er, door alles heen. een dui delijke overwinning is, niet maar van het goed e over hét kwade! Het gaat om het goede over het kwade. Het gaat om geweldig belangrijke dingen: om het redden van mensenzielen. Dat kan al leen door het volstrekte offer van het Lam. Het verbijsterende ln de quakers is dat ze dat op vaak ongezochte wijze demonstreren. Bijvoorbeeld als er een jacht met jonge quakers uit de Ver enigde Staten naar Hanoi zeilt, met een symbolische lading medicijnen. Een door de oude quakers als „een hippie-bevlieging" afgedane zaak, die toch oorzaak wordt dat er een kind uit de hel van Vietnam kan worden gered. Quakers, de enigen die ln die situatie ..het fatsoen" van de Verenigde Staten redden. Een hard. maar met veel liefde geschreven boek voor de zwoegers die de Quakers zijn. Jan de Hartog heeft eens verteld dat zijn moeder quaker was en dat hij in haar schijnbaar vruchteloze en verschrikkelijke dood strijd de inspiratie voor deze boeken vond. Hij moet geweldig van die moe der hebben gehouden. H. G. 'Vissers van de NoordzeeAfbeelding van een haringbuis. HERMAN KUIPHOF

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 1976 | | pagina 25