details en globale lijnen in
oude en nieuwe geschiedenis
duizend pagina's
amerika's glorie
over
en droom
UJJJJ
22
PROVINCIALE ZEEUWSE COURANT
ZATERDAG 27 MAART 1976
JL-'eze reeks besprekingen over boe
ken die oude en nieuwe geschiedenis
behandelen, beginnen we met een
'oude liefde': Chester Wilmot, De
strijd om Europa. Meer dan twintig
jaar geleden schaften we ons de En
gelse uitgave van dit boek aan: in een
Britse krant hadden we een lyrische
aanprijzing gelezen, het zou hét ge
schiedenisboek zijn over de tweede
wereldoorlog. Het klopte in zoverre
dat het een zakelijk en nuchter relaas
gaf over de operaties in Europa tij
dens de tweede wereldoorlog. Boven
dien was er een overvloed van mate
riaal in verwerkt en gaf Wilmot bij
herhaling blijk een scherp inzicht te
hebben in allerlei achtergronden van
bijvoorbeeld spanningen bij de geal
lieerde bevelvoering. De hooghartige
Montgomery vond het niet beneden
zijn waardigheid Wilmot in zijn me
moires te citeren. De eerste druk in
Engeland kwam in 1952 van de pers
en sindsdien is het daar enkele malen
herdrukt, Fontana maakte er bij
voorbeeld een pocket-uitgave van. En
nu eindelijk - bijna vijfentwintig jaar
na de verschijning - komt er een Ne
derlandse vertaling op de markt, ver
zorgd door Elsevier. Niet voor zijn
tijd.
Wilmot was een Australisch journa
list. die in 1940 als oorlogsverslagge
ver naar Engeland kwam. Hij werkte
onder meer voor de BBC en ver
scheen op vrijwel alle grote slagvel
den van Europa en Noord-Afrika. Hij
was bij de geallieerde troepen, die in
Tobroek werden ingesloten, landde
met parachutisten in Normandië en
later bij Arnhem en was ooggetuige
van de Duitse capitulatie op de Lu-
neburgerheide. In 1954 kwam hij om
bij een vliegtuigongeval. Zijn omvan
grijke relaas - de Nederlandse verta
ling telt rond zevenhonderd pagina's
- is recht op de man af: geen mooi
schrijverij, goed gedocumenteerd en
voorzien van vele details. Sinds de
verschijning van de Engelse uitgave
zijn er tientallen werken verschenen
over de tweede wereldoorlog, vooral
over deelonderwerpen. Weinig boe
ken echter geven een zo duidelijk
beeld over de operaties in Europa als
deze verhandeling van Wilmot.
Goede militaire geschiedschrijving.
Tussen haakjes: de achtergronden
van en de gang van zaken tijdens de
slag om Zeeland zijn bondig en cor
rect in dit werk weergegeven.
hitiers bunker
Bij Amsterdam-boek verscheen een
werk over een episode van de tweede
wereldoorlog, dat we - om het zomaar
eens te zeggen - met 'toegeknepen
keel' hebben gelezen: De Führerbun-
ker. In dit boek worden de laatste
tien dagen van Hitier zo nauwgezet
mogelijk beschreven door twee be
kwame scibenten. De eerste is Uwe
Bahnsen. een redacteur van Der
Spiegel, de tweede James P. O'Don-
nell uit Baltimore, aan "het eind van
de tweede wereldoorlog officier van
het Amerikaanse leger in Duitsland.
Destijds gaf Trevor Roper, een En
gels historicus, een eerste overzicht
over de macabere gebeurtenissen in
de bunker, waarin de top van het
derde rijk ten onder ging. Bahnsen en
O'Donnell hebben alle bronnen op
nieuw nagelopen en zij spraken met
getuigen. Dit is nu zo'n deelstudie
over de tweede wereldoorlog, die men
eenvoudig gelezen moet hebben: in
de eerste plaats om zich er opnieuw
bewust van te worden welk een cri
minele groep er destijds in Duitsland
de macht had, in de tweede plaats
om kennis te nemen van de 'spook
achtige, makabere en ontmaskerende
taferelen tijdens de laatste dagen in
het doodsgewelf van de dictator".
Boven het eerste hoofdstuk staat in
dit opzicht een zinvol motto, afkom
stig van Von Stauffenberg, één van
de illegalen van de twingste juli 1944:
„Hitier in de bunker - dat is de ware
Hitier". Het portret van deze ware
Hitier wordt in dit boek op schok
kende wijze onthuld.
tachtigjarige oorlog
Van de tweede wereldoorlog naar een
strijd op kleiner schaal, zij het een die
veel langer duurde: de tachtigjarige
oorlog. De opmerkelijke auteur A.
Alberts - de man van de 'ingehouden
toon' in de Nederlandse literatuur -
schrijft ook over historie. Enige jaren
geleden kwam hij met een verhande
ling - beter: een essayistische vertel
ling - over 'De huzaren van Castri-
cum', nu is er een soortgelijk werk
van zijn hand bij Querido verschenen
onder de titel 'De Hollanders komen
ons vermoorden'. Het gaat over de
strijd, die tenslotte uitliep op de
scheiding tussen Noord- en Zuid-
Nederland: 1585-1648. Het aardige
van Alberts verteltrant is dat hij al
leen maar zeer globale lijnen trekt,
lijnen die hij weliswaar hier en daar
aanzet met een bijzonder oog voor
het detail, maar die toch steeds een
totaalbeeld blijven geven. Eigenlijk
gaat het hier om een sublieme vorm
van journalistiek, een schrijftrant die
de vakhistoricus vermoedelijk niet
minder zal appreciëren. Deze manier
van werken leidt er echter wel toe dat
men op nog geen honderdvijftig pa
gina's in Alberts 'Sotto' uiteengezet
krijgt waarom er eigenlijk een Neder
land is en waarom een België Et
A. ALBERTS
komt nogal wat Zeeland in dit boek
voor en dat maakt het voor Zeeuwse
lezers extra interessant.
hendrik de zeevaarder
Bij A. J. G. Strengholt, Naarden werd
vorig jaar een royaal boek uitgegeven
over een negentiende eeuwse prins,
Hendrik, bijgenaamd de Zeevaarder.
Hij was een broer van Willem III en
deed veel voor de ontwikkeling van
marine en koopvaardij in dit land. De
maatschappij Zeeland werd mede
door hem gesticht, hij was zijdelings
betrokken bij de oprichting van de
koninklijke maatschappij De Schelde
en te gast bij de eerste tewaterlating
van dit bedrijf. Vaak kwam hij in Zee
land en verzekerde dan steevast
gaarne in dit gewest op beozek te
zijn. Hij moest wat voorzichtig door
het leven gaan, want broer Willem III
lette nogal op hem. de koning vond
dat Hendrik te populair was. Over
prins nu liet Strengholt een uitste
kend boek maken, dat als ondertitel
kreeg 'Een leven naast de troon'. Di
recte aanleiding tot de verschijning:
vorig jaar oktober was het honderd
jaar geleden dat te Egmond aan Zee
de Prins Hendrik Stichting werd
geopend ten behoeve van oud
zeelieden Het jaar 1875 is wat oprich
tingen betreft zeer vruchtbaar geble
ken: de Zeeland en De Schelde kwa
men in dat jaar eveneens van de
grond
Niet minder dan vier samenstellers
hebben aan dit boek gewerkt: drs.
Ph M, Bosjscher, drs. P. I. Mörzer
Bruyns-de Haan, drs. L. M. Akveld en
dr. XG. Trausch. Zij hebben er met
steun van vormgever Ton van Zwol
een prachtig lees- en kijkboek van
gemaakt, waarin een duidelijk beeld
wordt geschetst van leven en werken
van deze maritieme oranje-prins, die
in de negentiende eeuw bijzonder
werd gerespecteerd. Toen hij in 1879
overleed werd dat als een groot ver
lies voor het land ervaren
in deze bespreking hebben we een
aantal nieuwe uitgaven bijeenge
bracht, die weinig of niets met el
kaar hebben te maken. Wat ze
slechts gemeen hebben: ze lagen de
afgelopen weken op onze schrijftafel
cn we namen ze steeds weer met
groot plezier ter hand. Voor ons wa
ren het boeiende boeken over
boeiende onderwerpen, maar geko
zen vanuit een persoonlijke belang
stelling.
We beginnen met de herdruk van een
in Nederland bekend geworden boek.
De mechanisering van het wereld
beeld, geschreven door dr. E. J. Dijk-
sterhuis, destijds hoogleraar aan de
universiteiten van Leiden en Utrecht.
De eerste druk van dit werk ver
scheen in 1950 en in 1951 werd het
bekroond met de P. C. Hoottpnjs.
Een voortreffelijke geschiedenis van
de natuurwetenschap, waarbij tevens
aandacht wordt besteed aan de rela
ties met theologie en filosofie. Dijk-
sterhuis was een uitmuntend stilist,
zijn publikaties waren steeds welo
verwogen en uitgebalanceerd. Al ja
renlang was dit boek uitverkocht. Te
recht is het thans herdrukt, bijna
zeshonderd pagina's, ouderwets-
degelijk uitgegeven door Meulenhoff,
Amsterdam.
in de reeks van C. Gerretson: ver
zamelde werken verschenen bij
Bosch en Keuning, Baarn, de delen
IV en V. Destijds bij de verschijning
van de eerste delen is her en der de
vraag gesteld of een dergelijke uit
gave wel zin had: was Gerretson een
zodanig belangrijke figuur, dat de
verschijning van zes delen verzameld
werk verantwoord was? Wij hebben
destijds deze vraag zonder terughou
ding met 'ja' beantwoord, een opvat
ting die we nu weer bevestigd zien in
en door deze twee nieuwe delen. Ger
retson was een historicus van een
geheel eigen stijl, bovendien een po
lemicus van het zuiverste water. Zijn
beschouwingen en studies hebben
daardoor een extra-dimensie: zij
weerspiegelen de emoties - en vaak
ook de felheid - van een bepaald
tijdsgewricht. Vooral het vijfde deel is
in dit opzicht boeiend; zijn beschou
wingen over Coen, Colijn, de Indone
sische kwestie, om maar enkele voor
beelden te noemen, zijn typerend
voor de periode waarin Nederland tot
de ontdekking kwam dat het niet
langer meer een koloniale mogend
heid was. Dit vijfde deel eindigt met
Gerretsons vertogen en ontboeze
mingen uit 1953. Er komt nu nog één
deel: we hopen dat daarin ook de be
faamde rede zal zijn opgenomen, die
hij in de eerste kamer hield in 1954
over 'Amsterdam hoofdstad'. Een
voorbeeld van een parlementaire
welsprekendheid zoals die in Neder
land zelden wordt bereikt.
De
/e Amsterdamse hoogleraar A. N.
J. den Hollander trok in de dagen
van de studentenrevoltes in Neder
land de aandacht doordat hij na
drukkelijk niet wenste mee te huilen
met de radikale wolven in het Am
sterdamse bos. In die kwaliteit
haalde hij destijds de kranten. Helaas
een te eenzijdige attentie: Den Hol
lander - socioloog - heeft voortreffe
lijke publikaties op zijn naam staan
en is (onder meer) een groot Ameri-
kakenner. We herinneren ons een
boeiend opstel uit 1966 onder de titel
'Ongerief van de verwoording'.
Daarin zijn gedachten te vinden, die
veel later in Nederland de aandacht
kregen omdat ze toen van de Franse
filosoof Foucault afkomstig waren.
De grote mode voor menigeen in Ne
derland. Zo gaat dat vaak met de
profeet in eigen land: Bij Polak en
Van Gennep is thans in de
Atheneum-reeks een nieuw werk van
Den Hollander verschenen: „Het dé
masqué in de samenleving'. Op
nieuw: een indrukwekkend boek. De
auteur behandelt de ontmaskering
aan de hand van het 'muckrakers'-
verschijnsel in de Verenigde Staten,
de publicisten die in Amerika in het
begin van deze eeuw allerlei wantoe
standen en schandalen onthulden.
De,
'en Hollanders geschrift is het eer
ste boek in Nederland dat systema
tisch en diepgaand deze boeiende pe
riode uit Amerikaanse publicistiek
behandelt. Hij belicht in de eerste
plaats de historische achtergronden,
voorts de publicisten zelf, him presta
ties en vooral hun motivering. Ook
besteedt hij aandacht aan de
"whistle-blowers' van de afgelopen
tien-vijftien jaar, zoals Ralph Nader,
Paul Goodman, Rachel Carson enz.
De beroemdgeworden verslaggevers
van de Washington Post - Bernstein
en Woodward - worden eveneens
vermeld: „Hun speurzin bracht de
Watergate-affaire aan het rollen, die
uiteindelijk een president tot aftre
den noopte", aldus Den Hollander.
Dat laatste is naar ons gevoel te on
genuanceerd. Het ging in dit publi
cistisch proces niet alleen om de
Washington Post en deze beide ver
slaggevers: er deden heel wat meer
organen aan mee. Bovendien heeft de
publicist Edvard Jay Epstein er in dit
verband terecht op gewezen dat de
Watergate-zaak niet door de media,
maar door regeringsinstanties en
personen werd uitgerafeld: de se
naatscommissie van Sam Ervin,
judge Sirica, de FBI. De pers vond
lekken in dit onderzoekssysteem en
publiceerde die, daarmee weliswaar
het onderzoek beïnvloedend en sti
mulerend, maar toch niet zelf uit
voerend. Muckraking daarentegen
was veel meer gebaseerd op eigen re
cherche, ondernomen omdat de
overheid niet of onvoldoende ingreep
of kon ingrijpen.
Dit nieuwe boek van Den Hollander
is in menig opzicht een verhelderend
boek, verhelderend voor de Ameri
kaanse samenleving, verhelderend
voor het démasqué in bredere zin: de
auteur sluit dit werk namelijk af
met een reeks kanttekeningen
waarin hij ook de gedragsweten
schappen betrekt. „De sociologie
bijvoorbeeld is, vooral de laatste
tijd naar het mij wil voorkomen,
door een omvangrijke schijn omge
ven". Diegenen die de schijn in de
samenleving weten te doorbreken -
zoals demuch rakers - verwerven
inderdaad vaak een eigen beeldvor
ming dat weinig meer met de werke
lijkheid heeft te maken: de hierbo
ven geciteerde opmerking van Jep-
stein wijst ten aanzien van de jour
nalistiek in dezelfde richting. Nog
maals: een uitstekend boek.
'ij de uitgeverij De Arbeiderspers
verscheen in de Synopsis-reeks een
bundel essays van Annie Romein-
Verschoor. Titel: Drielandenpunt. De
verklaring daarvan staat in het begin
van het boek: „Alle in deze bundel
verzamelde essays zijn verkenningen
rondom het punt waar het gebied van
de literatuur, dat van de geschiedenis
en dat van de sociologie elkaar raken.
Vandaar de titel". Enkele onderwer
pen: vrouwenromans, invloed van
Marx in de literatuur, de briefwisse
ling van Ter Braak en Du Perron, het
begrip 'burgerlijk', de Anne Frank
mythe. Een reeks beschouwingen, die
men nog het beste kan karakterise
ren met 'strijdbaar'. Hoewel, soms
zou men dit woord willen vervangen
door 'vinnig': mevrouw Romein-
Verschoor is en blijft een auteur die
een grote mate van vinnigheid door
haar stukken mengt, een vinnigheid
die vaak levensbeschouwelijk is be
paald. Dat maakt ze overigens niet
minder leesbaar.
He,
Let derde deel van Geyl en Vlaan
deren is thans verschenen, de brief
wisseling van Geyl met allerlei figu
ren in Vlaanderen en Nederland over
Vlaanderen en over de Groot-
Nederlandse gedachte. Dit derde deel
omvat de jaren 1933-1966, een
boeiende periode omdat duidelijk
werd dat een deel van het Vlaams-
nationalisme afgleed in autoritaire
richting. Hoogtepunten in dit derde
deel vormen een dagboek uit 1954,
bijgehouden door Geyl tijdens een
gasthoogleraarschap in Gent. als
mede de correspondentie rond Geyls
laatste openbare optreden in Vlaan
deren: zijn omstreden rede tijdens de
Ijzerbedevaart in 1962. In juni 1965
verbleef Geyl in Brussel, vanwaar hij
een uitvoerige brief aan zijn vrouw
schreef. Zij noteerde op dit epistel:
„Laatste brief van mijn man. Op 21
juni'65 viel hij op straat en herstelde
niet meer geheel". Eind 1966 overleed
Geyl. Dit derde deel - uitgegeven bij
de Nederlandse Boekhandel, Kapel
len - bevat een omvangrijk register.
De duidelijke annotaties zijn van drs.
P. van Hees en dr. A. W. Willemsen.
l-ilsevier heeft een omvangrijk
boekwerk op de markt gebracht:
De Glorie en de droom, de histo
rie van de Verenigde Staten van
1932 tot 1972. Auteur: William
Manchester. Een man van enige
vermaardheid, ook in Nederland.
Hij is immers eveneens de schrij
ver van het befaamde werk 'De
dood van een president', het ver
haal over de moord op John F.
Kennedy. Destijds kreeg hij de op
dracht tot schrijven van dat boek
van Jacqueline en Robert F. Ken
nedy, maar nog voor de publika-
tie ontstond een rel: de familie
zou censuur hebben uitgeoefend.
Dat bleek achteraf nog mee te
vallen, de bezwaren waren ken-
nenlijk meer tegen de kwaliteiten
van het werk gericht dan tegen
de visie die er in werd ontwik
keld. Over het algemeen waren de
critici in Amerika over 'De dood
van een president' zelfs afwij
zend. Een groot man als Walter
Lipman signaleerde een reeks
fouten, die stuk voor stuk 'in het
zelfde patroon passen: ze worden
met opzet toegepast om het dra
matisch effect van het verhaal te
vergroten". In 1974 verscheen van
Manchester 'The glory and the
dream', een uitputtend werk over
veertig jaar recente geschiedenis
in de Verenigde Staten.
„Duizend bladzijden lang vertelt
de historicusjournahstManchester
over deze veertig jaren, jaren vol
vrolijke en vooral trieste gebeur
tenissen", meldt de flaptekst. Om
precies te zijn: in Amerika zijn het
dertienhonderd zevenennegentig
pagina's, in Nederland duizend
drieëntwintig, We vermelden dat
maar even, want Elsevier zelf
zwijgt er over: de oorspronkelijke
uitgave is uitgebreider. In de Ne
derlandse vertaling zijn namelijk
een aantal zaken weggelaten,
zoals de tussen de tekst gevoegde
'portretten van Amerikanen',
korte verhelderende biografieën
van mensen die op enigerlei wijze
de aandacht trokken. We noemen
een paar voorbeelden: Eleanor
Roosevelt, Norma Jean Baker.
BenjaminSpock. Weggelaten uitde
Nederlandse vertaling zijn voorts
de montages van krantekoppen,
waarmee het boek is geïllustreerd.
Niet dat het zo erg is. maar het
zou aardig zijn geweest als de uit
gever er even bij had vermeld dat
het boek niet helemaal gelijk is
aan de eerste druk zoals die in de
Verenigde Staten is verschenen.
Overigens is het een uitstekend
naslagwerk: Manchester heeft met
dit boek een titanenwerk gele
verd, dat zijn weerga niet vindt. In
zeker opzicht is de omvang van
het boek tekenend voor de pe
riode waarover het gaat: er ge
beurde in en door Amerika zoveel
dat de moeite van het vermelden
waard was, dat de auteur zijn toe
vlucht moest nemen tot zo'n der
tienhonderd pagina's. Op die ma
nier valt er in de toekomst geen
geschiedenis meer te schrijven,
tenzij men duizenden pagina's ter
beschikking heeft. Gelooft een au
teur dan ook dat ze allemaal gele
zen worden? Of het werkelijk ge
beurt zal - ook in Nederland - de
lezer tenslotte moeten beslissen.
Elsevier heeft Manchesters opus
in een kloek boek uitgegeven. De
vertaling is van Dolf Koning.
Ooms krijgt men onverwacht een
boek in handen, dat aanzienlijk
boeiender blijkt dan de eerste indruk
doet vermoeden. Ze kregen we on
langs het proefschrift toegezonden
van dr. G. Fafié, een theoloog die bij
de kerkhistoricus professor dr. Otto
J. de Jong promoveerde. Dr. Fafié is
predikant bij de Evangelisch
Lutherse gemeenten van Baarn en
Amersfoort en was in zijn jongere ja
ren korte tijd hulppredikant in Mid-
delburg/Vlissingen (1938/39). Hij
schreef zijn dissertatie over de Duitse
rechtsfilosoof Friedrich Julius Stahl,
en over diens invloed in Nederland.
Fafié heeft die invloed grondig on
derzocht. Zo bleek hem dat in de
boekenverzameling van Groen van
Prinsterer - ondergebracht in de ko
ninklijke bibliotheek - zich vrijwel
alle publikaties van Stahl bevonden.
Ook Dacosta hield zich intensief met
hem bezig, zo ook Gunning, Kuyper
en De Savornin Lohman. De auteur
toont in het bijzonder duidelijk aan
dat de geschriften van Stahl grote in
vloed hebben gehad bij de christe
lijke partijvorming in Nederland:
ARP en CHU zijn mede ontstaan in
reflectie op zijn denken. Zorgvuldig
gaat dr. Fafié in op een aantal aspec
ten van dit denken en komt daarbij
met vele verhelderende opmerkingen.
Met name de èxcurs over Stahls be
kende uitspraak 'autoriteit, geen ma
joriteit' maakt veel duidelijk. Naar
ons gevoel is deze dissertatie een be
langrijke bijdrage tot het duidelijk
politiek denken, van Nederland in de
negentiende eeuw en tevens een
waardevolle aanvulling tot de kennis
van die merkwaardige groep Neder
landers, die met elkaar het réveil
vormden. Het boek is uitgegeven
door Bronder-offset, Rotterdam.
lïCIEKIENWIEIEK
Bethell, Nicholas: Het laatste geheim
van de tweede wereldoorlog. Dit boek
verhaalt de gewelddadige repatriëring
van meer dan twee miljoen Russen, die
tussen 1944 en 1947 in geallieerde han
den kwamen. De historicus Trevor
Roper schreef een inleiding: „Dit boek
vraagt niet naar een oordeel, zoals eik
goed boek vraagt het naar bezinning."
Uitgave: In den Toren. Baarn.
Ten Cate. C. L.: Tot glorie der gerech
tigheid. Dit werk behandelt de ge
schiedenis van het brandmerken als
lijfstraf in Nederland. Een bijzonder
aardig en weloverwogen boek. dat al
lerlei merkwaardigheden over de
vroegere strafrechtpleging in Neder
land onthult. Ook Zeeuwse zaken ko
men aan de orde. Overigens ontdekte
de auteur dat Nederlandse musea de
grootste collectie brandijzers ter we
reld bezitten. Uitgave: Wetenschappe
lijke Uitgeverij, serie unofficial histo
ry.
Constandse, Anton: Geen morgen
rood. beeld en balans van onze eeuw.
Herdruk van een boek uit 1960, zij het
aanzienlijk aangevuld. Dit boek -
meldde destijds de flaptekst- 'ontsluit
het verleden en doet dit zo dat het de
lezer vergund is zich een beeld te vor
men van wat komen gaat". De huidige
flaptekst: „Inmiddels leven we in die
toekomst en nu blijkt dat Constandse
het in veel gevallen bij het rechte eind
heeft gehad". Een knap en helder ge
schreven werk. Uitgave: Meulenhoff.
Continent. Onder deze titel verschijnt
in een aantal Westeuropese landen een
tijdschrift in boekvorm, dat fungeert
als onafhankelijk forum voor Russi
sche en Oosteuropese auteurs. Num
mer twee is thans in Nederlandse ver
taling verschenen met bijdragen van
Ignazio Silone, Sozjenitsyn, Sinjavski,
Robert Conquest (auteur van The
great terror) e.a. Nederlandse uitgave.
De Boekerij, Baarn.
Elias, A. M. Het nationaal syndicaat.
1802-1805. Het gaat hier om de ge
schiedenis van een instituut uit de
tweede grondwet van de Bataafse Re
publiek. Deze instelling had een soort
ombudsfunctie, maar zag er tegelij
kertijd op toe dat de grondwet werd
nageleefd en de veiligheid van de staat
werd gewaarborgd. Een merkwaardig
stuk Nederlandse geschiedenis, zorg
vuldig beschreven. Dit Leidse proef
schrift is uitgegeven bij Fibula, van
Dishoeck, Bussum.
Hoffmann, Banesh: Albert Einstein,
schepper en rebel. Hoffman heeft met
Einstein samengewerkt en vreeg voor
dit boek medewerking van mevrouw
Helen Dukas, meer dan zevenentwin
tigjaar Eindsteins secretaresse. Erzijn
ruim honderd foto's opgenomen. Een
goede en leesbare biografie, waarin
bovendien Eindsteins theorieën ver
staanbaar uiteengezet worden. Uitga
ve: Kosmos. Amsterdam.
Juda, Jo: De zon stond nog laag. Het
ontroerende jeugdverhaal van deze
grote violist, een stuk maatschappe
lijke historie tevens uit de jaren twin
tig en dertig. Het eindigt met Juda's
voorspelen voor een beurs om bij
Flesch te gaan studeren, een auditite
voor Dresden, Wagenaar, de oude
Röntgen en Sam Swaab: een koste
lijke scene. Juda kreeg de beurs en
Flesch accepteerde hem als leerling.
Uitgeverij Heuff, Nieuwkoop.
Jungle, Robert: Kansen voor de mens.
Deze auteur behoort tot de futurolo
gen van het eerste uur, destijds was
zijn 'Heller als tausend Sonnen' - over
de atoombom - een bestseller evenals
'De toekomst is reeds begonnen'. De
teneur van dit nieuwe boek: 'De mens
is pas net begonnen', een aantal ideeén
en ontwikkelingen voor de toekomst.
Afgezien daarvan: het boek bevat al
lerlei interessante gegevens over lo
pende wetenschappelijke projecten.
Uitgave: De Fontein, De Bilt.
Kelen, Betty: De Minnaressen. De on
dertitel zegt al genoeg: huiselijke
schandalen aan negentiende eeuwse
vorstenhoven, Rusland, Frankrijk,
Oostenrijk en België zijn de landen
waarvan de hoven het materiaal heb
ben geleverd. De eerste druk van dit
boek kwam destijds uit onder de titel
Maitressen en monarchen. Uitgave:
Wetenschappelijke uitgeverij, serie
unofficial history.
Luxemburg, Rosa: Brieven. Van Oor
schot heeft een aantal brieven van
deze strijdbare vrouw uitgegeven in
een Nederlandse vertaling cn J, de
Kadt leverde daarbij een kritische in
leiding óver haar werk en leven. 'Van
haar een heilige en een bijna onfeilbare
voorganster te willen maken is de
slechtste dienst die men haar nage
dachtenis kan bewijzen. Maar nog
slechter is het als figuren van haar be
tekenis onbekend zijn en worden ver
geten.' Uitgave: Van Oorschot. Am
sterdam.
Lamour Catherine en Michel Lamber-
ti: Opiumzwendel. Dit schrijversduo
belicht de achtergronden van de han
del in verdovende middelen, zij bren
gen verslag uit van wat zij daarover
hebben gezien in landen als Laos,
Thailand, Birma, Amerika enz. Een
nuchtere en zakelijke rapportage, die
weinig aanleiding tot optimisme geeft.
Uitgave: In den toren, Baarn.
McLellan, David: Marx'leven en werk..
Een aantal jaren geleden kochten we
een Pelican-book over 'Marx before
Marxism', een uitstekende inleiding,
die ons uitermate boeide. Het boek
was geschreven door David McLellan
en in de flaptekst werd meegedeeld
dat deze auteur aan een biografie over
Marx werkte. Die verscheen drie jaar
geleden en kreeg in Engeland over het
algemeen lovende kritieken. Van Ge
nnep heeft nu voor een Nederlandse
vertaling gezorgd (door Hans Kraan).
Een goede greep: het gaat hier om een
bijzonder goed leesbare biografie,
waarin allerlei nieuwe elementen van
de 'Marx-forschung' zijn verwerkt.
Uitgave: Van Lennep, Amsterdam.