details en globale lijnen in oude en nieuwe geschiedenis duizend pagina's amerika's glorie over en droom UJJJJ 22 PROVINCIALE ZEEUWSE COURANT ZATERDAG 27 MAART 1976 JL-'eze reeks besprekingen over boe ken die oude en nieuwe geschiedenis behandelen, beginnen we met een 'oude liefde': Chester Wilmot, De strijd om Europa. Meer dan twintig jaar geleden schaften we ons de En gelse uitgave van dit boek aan: in een Britse krant hadden we een lyrische aanprijzing gelezen, het zou hét ge schiedenisboek zijn over de tweede wereldoorlog. Het klopte in zoverre dat het een zakelijk en nuchter relaas gaf over de operaties in Europa tij dens de tweede wereldoorlog. Boven dien was er een overvloed van mate riaal in verwerkt en gaf Wilmot bij herhaling blijk een scherp inzicht te hebben in allerlei achtergronden van bijvoorbeeld spanningen bij de geal lieerde bevelvoering. De hooghartige Montgomery vond het niet beneden zijn waardigheid Wilmot in zijn me moires te citeren. De eerste druk in Engeland kwam in 1952 van de pers en sindsdien is het daar enkele malen herdrukt, Fontana maakte er bij voorbeeld een pocket-uitgave van. En nu eindelijk - bijna vijfentwintig jaar na de verschijning - komt er een Ne derlandse vertaling op de markt, ver zorgd door Elsevier. Niet voor zijn tijd. Wilmot was een Australisch journa list. die in 1940 als oorlogsverslagge ver naar Engeland kwam. Hij werkte onder meer voor de BBC en ver scheen op vrijwel alle grote slagvel den van Europa en Noord-Afrika. Hij was bij de geallieerde troepen, die in Tobroek werden ingesloten, landde met parachutisten in Normandië en later bij Arnhem en was ooggetuige van de Duitse capitulatie op de Lu- neburgerheide. In 1954 kwam hij om bij een vliegtuigongeval. Zijn omvan grijke relaas - de Nederlandse verta ling telt rond zevenhonderd pagina's - is recht op de man af: geen mooi schrijverij, goed gedocumenteerd en voorzien van vele details. Sinds de verschijning van de Engelse uitgave zijn er tientallen werken verschenen over de tweede wereldoorlog, vooral over deelonderwerpen. Weinig boe ken echter geven een zo duidelijk beeld over de operaties in Europa als deze verhandeling van Wilmot. Goede militaire geschiedschrijving. Tussen haakjes: de achtergronden van en de gang van zaken tijdens de slag om Zeeland zijn bondig en cor rect in dit werk weergegeven. hitiers bunker Bij Amsterdam-boek verscheen een werk over een episode van de tweede wereldoorlog, dat we - om het zomaar eens te zeggen - met 'toegeknepen keel' hebben gelezen: De Führerbun- ker. In dit boek worden de laatste tien dagen van Hitier zo nauwgezet mogelijk beschreven door twee be kwame scibenten. De eerste is Uwe Bahnsen. een redacteur van Der Spiegel, de tweede James P. O'Don- nell uit Baltimore, aan "het eind van de tweede wereldoorlog officier van het Amerikaanse leger in Duitsland. Destijds gaf Trevor Roper, een En gels historicus, een eerste overzicht over de macabere gebeurtenissen in de bunker, waarin de top van het derde rijk ten onder ging. Bahnsen en O'Donnell hebben alle bronnen op nieuw nagelopen en zij spraken met getuigen. Dit is nu zo'n deelstudie over de tweede wereldoorlog, die men eenvoudig gelezen moet hebben: in de eerste plaats om zich er opnieuw bewust van te worden welk een cri minele groep er destijds in Duitsland de macht had, in de tweede plaats om kennis te nemen van de 'spook achtige, makabere en ontmaskerende taferelen tijdens de laatste dagen in het doodsgewelf van de dictator". Boven het eerste hoofdstuk staat in dit opzicht een zinvol motto, afkom stig van Von Stauffenberg, één van de illegalen van de twingste juli 1944: „Hitier in de bunker - dat is de ware Hitier". Het portret van deze ware Hitier wordt in dit boek op schok kende wijze onthuld. tachtigjarige oorlog Van de tweede wereldoorlog naar een strijd op kleiner schaal, zij het een die veel langer duurde: de tachtigjarige oorlog. De opmerkelijke auteur A. Alberts - de man van de 'ingehouden toon' in de Nederlandse literatuur - schrijft ook over historie. Enige jaren geleden kwam hij met een verhande ling - beter: een essayistische vertel ling - over 'De huzaren van Castri- cum', nu is er een soortgelijk werk van zijn hand bij Querido verschenen onder de titel 'De Hollanders komen ons vermoorden'. Het gaat over de strijd, die tenslotte uitliep op de scheiding tussen Noord- en Zuid- Nederland: 1585-1648. Het aardige van Alberts verteltrant is dat hij al leen maar zeer globale lijnen trekt, lijnen die hij weliswaar hier en daar aanzet met een bijzonder oog voor het detail, maar die toch steeds een totaalbeeld blijven geven. Eigenlijk gaat het hier om een sublieme vorm van journalistiek, een schrijftrant die de vakhistoricus vermoedelijk niet minder zal appreciëren. Deze manier van werken leidt er echter wel toe dat men op nog geen honderdvijftig pa gina's in Alberts 'Sotto' uiteengezet krijgt waarom er eigenlijk een Neder land is en waarom een België Et A. ALBERTS komt nogal wat Zeeland in dit boek voor en dat maakt het voor Zeeuwse lezers extra interessant. hendrik de zeevaarder Bij A. J. G. Strengholt, Naarden werd vorig jaar een royaal boek uitgegeven over een negentiende eeuwse prins, Hendrik, bijgenaamd de Zeevaarder. Hij was een broer van Willem III en deed veel voor de ontwikkeling van marine en koopvaardij in dit land. De maatschappij Zeeland werd mede door hem gesticht, hij was zijdelings betrokken bij de oprichting van de koninklijke maatschappij De Schelde en te gast bij de eerste tewaterlating van dit bedrijf. Vaak kwam hij in Zee land en verzekerde dan steevast gaarne in dit gewest op beozek te zijn. Hij moest wat voorzichtig door het leven gaan, want broer Willem III lette nogal op hem. de koning vond dat Hendrik te populair was. Over prins nu liet Strengholt een uitste kend boek maken, dat als ondertitel kreeg 'Een leven naast de troon'. Di recte aanleiding tot de verschijning: vorig jaar oktober was het honderd jaar geleden dat te Egmond aan Zee de Prins Hendrik Stichting werd geopend ten behoeve van oud zeelieden Het jaar 1875 is wat oprich tingen betreft zeer vruchtbaar geble ken: de Zeeland en De Schelde kwa men in dat jaar eveneens van de grond Niet minder dan vier samenstellers hebben aan dit boek gewerkt: drs. Ph M, Bosjscher, drs. P. I. Mörzer Bruyns-de Haan, drs. L. M. Akveld en dr. XG. Trausch. Zij hebben er met steun van vormgever Ton van Zwol een prachtig lees- en kijkboek van gemaakt, waarin een duidelijk beeld wordt geschetst van leven en werken van deze maritieme oranje-prins, die in de negentiende eeuw bijzonder werd gerespecteerd. Toen hij in 1879 overleed werd dat als een groot ver lies voor het land ervaren in deze bespreking hebben we een aantal nieuwe uitgaven bijeenge bracht, die weinig of niets met el kaar hebben te maken. Wat ze slechts gemeen hebben: ze lagen de afgelopen weken op onze schrijftafel cn we namen ze steeds weer met groot plezier ter hand. Voor ons wa ren het boeiende boeken over boeiende onderwerpen, maar geko zen vanuit een persoonlijke belang stelling. We beginnen met de herdruk van een in Nederland bekend geworden boek. De mechanisering van het wereld beeld, geschreven door dr. E. J. Dijk- sterhuis, destijds hoogleraar aan de universiteiten van Leiden en Utrecht. De eerste druk van dit werk ver scheen in 1950 en in 1951 werd het bekroond met de P. C. Hoottpnjs. Een voortreffelijke geschiedenis van de natuurwetenschap, waarbij tevens aandacht wordt besteed aan de rela ties met theologie en filosofie. Dijk- sterhuis was een uitmuntend stilist, zijn publikaties waren steeds welo verwogen en uitgebalanceerd. Al ja renlang was dit boek uitverkocht. Te recht is het thans herdrukt, bijna zeshonderd pagina's, ouderwets- degelijk uitgegeven door Meulenhoff, Amsterdam. in de reeks van C. Gerretson: ver zamelde werken verschenen bij Bosch en Keuning, Baarn, de delen IV en V. Destijds bij de verschijning van de eerste delen is her en der de vraag gesteld of een dergelijke uit gave wel zin had: was Gerretson een zodanig belangrijke figuur, dat de verschijning van zes delen verzameld werk verantwoord was? Wij hebben destijds deze vraag zonder terughou ding met 'ja' beantwoord, een opvat ting die we nu weer bevestigd zien in en door deze twee nieuwe delen. Ger retson was een historicus van een geheel eigen stijl, bovendien een po lemicus van het zuiverste water. Zijn beschouwingen en studies hebben daardoor een extra-dimensie: zij weerspiegelen de emoties - en vaak ook de felheid - van een bepaald tijdsgewricht. Vooral het vijfde deel is in dit opzicht boeiend; zijn beschou wingen over Coen, Colijn, de Indone sische kwestie, om maar enkele voor beelden te noemen, zijn typerend voor de periode waarin Nederland tot de ontdekking kwam dat het niet langer meer een koloniale mogend heid was. Dit vijfde deel eindigt met Gerretsons vertogen en ontboeze mingen uit 1953. Er komt nu nog één deel: we hopen dat daarin ook de be faamde rede zal zijn opgenomen, die hij in de eerste kamer hield in 1954 over 'Amsterdam hoofdstad'. Een voorbeeld van een parlementaire welsprekendheid zoals die in Neder land zelden wordt bereikt. De /e Amsterdamse hoogleraar A. N. J. den Hollander trok in de dagen van de studentenrevoltes in Neder land de aandacht doordat hij na drukkelijk niet wenste mee te huilen met de radikale wolven in het Am sterdamse bos. In die kwaliteit haalde hij destijds de kranten. Helaas een te eenzijdige attentie: Den Hol lander - socioloog - heeft voortreffe lijke publikaties op zijn naam staan en is (onder meer) een groot Ameri- kakenner. We herinneren ons een boeiend opstel uit 1966 onder de titel 'Ongerief van de verwoording'. Daarin zijn gedachten te vinden, die veel later in Nederland de aandacht kregen omdat ze toen van de Franse filosoof Foucault afkomstig waren. De grote mode voor menigeen in Ne derland. Zo gaat dat vaak met de profeet in eigen land: Bij Polak en Van Gennep is thans in de Atheneum-reeks een nieuw werk van Den Hollander verschenen: „Het dé masqué in de samenleving'. Op nieuw: een indrukwekkend boek. De auteur behandelt de ontmaskering aan de hand van het 'muckrakers'- verschijnsel in de Verenigde Staten, de publicisten die in Amerika in het begin van deze eeuw allerlei wantoe standen en schandalen onthulden. De, 'en Hollanders geschrift is het eer ste boek in Nederland dat systema tisch en diepgaand deze boeiende pe riode uit Amerikaanse publicistiek behandelt. Hij belicht in de eerste plaats de historische achtergronden, voorts de publicisten zelf, him presta ties en vooral hun motivering. Ook besteedt hij aandacht aan de "whistle-blowers' van de afgelopen tien-vijftien jaar, zoals Ralph Nader, Paul Goodman, Rachel Carson enz. De beroemdgeworden verslaggevers van de Washington Post - Bernstein en Woodward - worden eveneens vermeld: „Hun speurzin bracht de Watergate-affaire aan het rollen, die uiteindelijk een president tot aftre den noopte", aldus Den Hollander. Dat laatste is naar ons gevoel te on genuanceerd. Het ging in dit publi cistisch proces niet alleen om de Washington Post en deze beide ver slaggevers: er deden heel wat meer organen aan mee. Bovendien heeft de publicist Edvard Jay Epstein er in dit verband terecht op gewezen dat de Watergate-zaak niet door de media, maar door regeringsinstanties en personen werd uitgerafeld: de se naatscommissie van Sam Ervin, judge Sirica, de FBI. De pers vond lekken in dit onderzoekssysteem en publiceerde die, daarmee weliswaar het onderzoek beïnvloedend en sti mulerend, maar toch niet zelf uit voerend. Muckraking daarentegen was veel meer gebaseerd op eigen re cherche, ondernomen omdat de overheid niet of onvoldoende ingreep of kon ingrijpen. Dit nieuwe boek van Den Hollander is in menig opzicht een verhelderend boek, verhelderend voor de Ameri kaanse samenleving, verhelderend voor het démasqué in bredere zin: de auteur sluit dit werk namelijk af met een reeks kanttekeningen waarin hij ook de gedragsweten schappen betrekt. „De sociologie bijvoorbeeld is, vooral de laatste tijd naar het mij wil voorkomen, door een omvangrijke schijn omge ven". Diegenen die de schijn in de samenleving weten te doorbreken - zoals demuch rakers - verwerven inderdaad vaak een eigen beeldvor ming dat weinig meer met de werke lijkheid heeft te maken: de hierbo ven geciteerde opmerking van Jep- stein wijst ten aanzien van de jour nalistiek in dezelfde richting. Nog maals: een uitstekend boek. 'ij de uitgeverij De Arbeiderspers verscheen in de Synopsis-reeks een bundel essays van Annie Romein- Verschoor. Titel: Drielandenpunt. De verklaring daarvan staat in het begin van het boek: „Alle in deze bundel verzamelde essays zijn verkenningen rondom het punt waar het gebied van de literatuur, dat van de geschiedenis en dat van de sociologie elkaar raken. Vandaar de titel". Enkele onderwer pen: vrouwenromans, invloed van Marx in de literatuur, de briefwisse ling van Ter Braak en Du Perron, het begrip 'burgerlijk', de Anne Frank mythe. Een reeks beschouwingen, die men nog het beste kan karakterise ren met 'strijdbaar'. Hoewel, soms zou men dit woord willen vervangen door 'vinnig': mevrouw Romein- Verschoor is en blijft een auteur die een grote mate van vinnigheid door haar stukken mengt, een vinnigheid die vaak levensbeschouwelijk is be paald. Dat maakt ze overigens niet minder leesbaar. He, Let derde deel van Geyl en Vlaan deren is thans verschenen, de brief wisseling van Geyl met allerlei figu ren in Vlaanderen en Nederland over Vlaanderen en over de Groot- Nederlandse gedachte. Dit derde deel omvat de jaren 1933-1966, een boeiende periode omdat duidelijk werd dat een deel van het Vlaams- nationalisme afgleed in autoritaire richting. Hoogtepunten in dit derde deel vormen een dagboek uit 1954, bijgehouden door Geyl tijdens een gasthoogleraarschap in Gent. als mede de correspondentie rond Geyls laatste openbare optreden in Vlaan deren: zijn omstreden rede tijdens de Ijzerbedevaart in 1962. In juni 1965 verbleef Geyl in Brussel, vanwaar hij een uitvoerige brief aan zijn vrouw schreef. Zij noteerde op dit epistel: „Laatste brief van mijn man. Op 21 juni'65 viel hij op straat en herstelde niet meer geheel". Eind 1966 overleed Geyl. Dit derde deel - uitgegeven bij de Nederlandse Boekhandel, Kapel len - bevat een omvangrijk register. De duidelijke annotaties zijn van drs. P. van Hees en dr. A. W. Willemsen. l-ilsevier heeft een omvangrijk boekwerk op de markt gebracht: De Glorie en de droom, de histo rie van de Verenigde Staten van 1932 tot 1972. Auteur: William Manchester. Een man van enige vermaardheid, ook in Nederland. Hij is immers eveneens de schrij ver van het befaamde werk 'De dood van een president', het ver haal over de moord op John F. Kennedy. Destijds kreeg hij de op dracht tot schrijven van dat boek van Jacqueline en Robert F. Ken nedy, maar nog voor de publika- tie ontstond een rel: de familie zou censuur hebben uitgeoefend. Dat bleek achteraf nog mee te vallen, de bezwaren waren ken- nenlijk meer tegen de kwaliteiten van het werk gericht dan tegen de visie die er in werd ontwik keld. Over het algemeen waren de critici in Amerika over 'De dood van een president' zelfs afwij zend. Een groot man als Walter Lipman signaleerde een reeks fouten, die stuk voor stuk 'in het zelfde patroon passen: ze worden met opzet toegepast om het dra matisch effect van het verhaal te vergroten". In 1974 verscheen van Manchester 'The glory and the dream', een uitputtend werk over veertig jaar recente geschiedenis in de Verenigde Staten. „Duizend bladzijden lang vertelt de historicusjournahstManchester over deze veertig jaren, jaren vol vrolijke en vooral trieste gebeur tenissen", meldt de flaptekst. Om precies te zijn: in Amerika zijn het dertienhonderd zevenennegentig pagina's, in Nederland duizend drieëntwintig, We vermelden dat maar even, want Elsevier zelf zwijgt er over: de oorspronkelijke uitgave is uitgebreider. In de Ne derlandse vertaling zijn namelijk een aantal zaken weggelaten, zoals de tussen de tekst gevoegde 'portretten van Amerikanen', korte verhelderende biografieën van mensen die op enigerlei wijze de aandacht trokken. We noemen een paar voorbeelden: Eleanor Roosevelt, Norma Jean Baker. BenjaminSpock. Weggelaten uitde Nederlandse vertaling zijn voorts de montages van krantekoppen, waarmee het boek is geïllustreerd. Niet dat het zo erg is. maar het zou aardig zijn geweest als de uit gever er even bij had vermeld dat het boek niet helemaal gelijk is aan de eerste druk zoals die in de Verenigde Staten is verschenen. Overigens is het een uitstekend naslagwerk: Manchester heeft met dit boek een titanenwerk gele verd, dat zijn weerga niet vindt. In zeker opzicht is de omvang van het boek tekenend voor de pe riode waarover het gaat: er ge beurde in en door Amerika zoveel dat de moeite van het vermelden waard was, dat de auteur zijn toe vlucht moest nemen tot zo'n der tienhonderd pagina's. Op die ma nier valt er in de toekomst geen geschiedenis meer te schrijven, tenzij men duizenden pagina's ter beschikking heeft. Gelooft een au teur dan ook dat ze allemaal gele zen worden? Of het werkelijk ge beurt zal - ook in Nederland - de lezer tenslotte moeten beslissen. Elsevier heeft Manchesters opus in een kloek boek uitgegeven. De vertaling is van Dolf Koning. Ooms krijgt men onverwacht een boek in handen, dat aanzienlijk boeiender blijkt dan de eerste indruk doet vermoeden. Ze kregen we on langs het proefschrift toegezonden van dr. G. Fafié, een theoloog die bij de kerkhistoricus professor dr. Otto J. de Jong promoveerde. Dr. Fafié is predikant bij de Evangelisch Lutherse gemeenten van Baarn en Amersfoort en was in zijn jongere ja ren korte tijd hulppredikant in Mid- delburg/Vlissingen (1938/39). Hij schreef zijn dissertatie over de Duitse rechtsfilosoof Friedrich Julius Stahl, en over diens invloed in Nederland. Fafié heeft die invloed grondig on derzocht. Zo bleek hem dat in de boekenverzameling van Groen van Prinsterer - ondergebracht in de ko ninklijke bibliotheek - zich vrijwel alle publikaties van Stahl bevonden. Ook Dacosta hield zich intensief met hem bezig, zo ook Gunning, Kuyper en De Savornin Lohman. De auteur toont in het bijzonder duidelijk aan dat de geschriften van Stahl grote in vloed hebben gehad bij de christe lijke partijvorming in Nederland: ARP en CHU zijn mede ontstaan in reflectie op zijn denken. Zorgvuldig gaat dr. Fafié in op een aantal aspec ten van dit denken en komt daarbij met vele verhelderende opmerkingen. Met name de èxcurs over Stahls be kende uitspraak 'autoriteit, geen ma joriteit' maakt veel duidelijk. Naar ons gevoel is deze dissertatie een be langrijke bijdrage tot het duidelijk politiek denken, van Nederland in de negentiende eeuw en tevens een waardevolle aanvulling tot de kennis van die merkwaardige groep Neder landers, die met elkaar het réveil vormden. Het boek is uitgegeven door Bronder-offset, Rotterdam. lïCIEKIENWIEIEK Bethell, Nicholas: Het laatste geheim van de tweede wereldoorlog. Dit boek verhaalt de gewelddadige repatriëring van meer dan twee miljoen Russen, die tussen 1944 en 1947 in geallieerde han den kwamen. De historicus Trevor Roper schreef een inleiding: „Dit boek vraagt niet naar een oordeel, zoals eik goed boek vraagt het naar bezinning." Uitgave: In den Toren. Baarn. Ten Cate. C. L.: Tot glorie der gerech tigheid. Dit werk behandelt de ge schiedenis van het brandmerken als lijfstraf in Nederland. Een bijzonder aardig en weloverwogen boek. dat al lerlei merkwaardigheden over de vroegere strafrechtpleging in Neder land onthult. Ook Zeeuwse zaken ko men aan de orde. Overigens ontdekte de auteur dat Nederlandse musea de grootste collectie brandijzers ter we reld bezitten. Uitgave: Wetenschappe lijke Uitgeverij, serie unofficial histo ry. Constandse, Anton: Geen morgen rood. beeld en balans van onze eeuw. Herdruk van een boek uit 1960, zij het aanzienlijk aangevuld. Dit boek - meldde destijds de flaptekst- 'ontsluit het verleden en doet dit zo dat het de lezer vergund is zich een beeld te vor men van wat komen gaat". De huidige flaptekst: „Inmiddels leven we in die toekomst en nu blijkt dat Constandse het in veel gevallen bij het rechte eind heeft gehad". Een knap en helder ge schreven werk. Uitgave: Meulenhoff. Continent. Onder deze titel verschijnt in een aantal Westeuropese landen een tijdschrift in boekvorm, dat fungeert als onafhankelijk forum voor Russi sche en Oosteuropese auteurs. Num mer twee is thans in Nederlandse ver taling verschenen met bijdragen van Ignazio Silone, Sozjenitsyn, Sinjavski, Robert Conquest (auteur van The great terror) e.a. Nederlandse uitgave. De Boekerij, Baarn. Elias, A. M. Het nationaal syndicaat. 1802-1805. Het gaat hier om de ge schiedenis van een instituut uit de tweede grondwet van de Bataafse Re publiek. Deze instelling had een soort ombudsfunctie, maar zag er tegelij kertijd op toe dat de grondwet werd nageleefd en de veiligheid van de staat werd gewaarborgd. Een merkwaardig stuk Nederlandse geschiedenis, zorg vuldig beschreven. Dit Leidse proef schrift is uitgegeven bij Fibula, van Dishoeck, Bussum. Hoffmann, Banesh: Albert Einstein, schepper en rebel. Hoffman heeft met Einstein samengewerkt en vreeg voor dit boek medewerking van mevrouw Helen Dukas, meer dan zevenentwin tigjaar Eindsteins secretaresse. Erzijn ruim honderd foto's opgenomen. Een goede en leesbare biografie, waarin bovendien Eindsteins theorieën ver staanbaar uiteengezet worden. Uitga ve: Kosmos. Amsterdam. Juda, Jo: De zon stond nog laag. Het ontroerende jeugdverhaal van deze grote violist, een stuk maatschappe lijke historie tevens uit de jaren twin tig en dertig. Het eindigt met Juda's voorspelen voor een beurs om bij Flesch te gaan studeren, een auditite voor Dresden, Wagenaar, de oude Röntgen en Sam Swaab: een koste lijke scene. Juda kreeg de beurs en Flesch accepteerde hem als leerling. Uitgeverij Heuff, Nieuwkoop. Jungle, Robert: Kansen voor de mens. Deze auteur behoort tot de futurolo gen van het eerste uur, destijds was zijn 'Heller als tausend Sonnen' - over de atoombom - een bestseller evenals 'De toekomst is reeds begonnen'. De teneur van dit nieuwe boek: 'De mens is pas net begonnen', een aantal ideeén en ontwikkelingen voor de toekomst. Afgezien daarvan: het boek bevat al lerlei interessante gegevens over lo pende wetenschappelijke projecten. Uitgave: De Fontein, De Bilt. Kelen, Betty: De Minnaressen. De on dertitel zegt al genoeg: huiselijke schandalen aan negentiende eeuwse vorstenhoven, Rusland, Frankrijk, Oostenrijk en België zijn de landen waarvan de hoven het materiaal heb ben geleverd. De eerste druk van dit boek kwam destijds uit onder de titel Maitressen en monarchen. Uitgave: Wetenschappelijke uitgeverij, serie unofficial history. Luxemburg, Rosa: Brieven. Van Oor schot heeft een aantal brieven van deze strijdbare vrouw uitgegeven in een Nederlandse vertaling cn J, de Kadt leverde daarbij een kritische in leiding óver haar werk en leven. 'Van haar een heilige en een bijna onfeilbare voorganster te willen maken is de slechtste dienst die men haar nage dachtenis kan bewijzen. Maar nog slechter is het als figuren van haar be tekenis onbekend zijn en worden ver geten.' Uitgave: Van Oorschot. Am sterdam. Lamour Catherine en Michel Lamber- ti: Opiumzwendel. Dit schrijversduo belicht de achtergronden van de han del in verdovende middelen, zij bren gen verslag uit van wat zij daarover hebben gezien in landen als Laos, Thailand, Birma, Amerika enz. Een nuchtere en zakelijke rapportage, die weinig aanleiding tot optimisme geeft. Uitgave: In den toren, Baarn. McLellan, David: Marx'leven en werk.. Een aantal jaren geleden kochten we een Pelican-book over 'Marx before Marxism', een uitstekende inleiding, die ons uitermate boeide. Het boek was geschreven door David McLellan en in de flaptekst werd meegedeeld dat deze auteur aan een biografie over Marx werkte. Die verscheen drie jaar geleden en kreeg in Engeland over het algemeen lovende kritieken. Van Ge nnep heeft nu voor een Nederlandse vertaling gezorgd (door Hans Kraan). Een goede greep: het gaat hier om een bijzonder goed leesbare biografie, waarin allerlei nieuwe elementen van de 'Marx-forschung' zijn verwerkt. Uitgave: Van Lennep, Amsterdam.

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 1976 | | pagina 22