I „Antillen willen de Europese toerist in hun nieuwe ontwikkelingsplan' UITGELEVERD AAN VERANDERINGEN OF MEESTERS VAN DE EVOLUTIE? BEWOON DE WERELD! GEROEP OM SOCIALE GERECHTIGHEID I ZATERDAG 20 MAART 1976 PROVINCIALE ZEEUWSE COURANT 21 INTERVIEW MET MINISTER ELDRED G. MADURO IN DEN HAAG: Nog maar enkele maanden resideert Eldred Gabriel Maduro als gevolgmachtigd minister van de Neder landse Antillen in Den Haag. Voordien was hij een aantal jaren administrateur en adjunct-directeur van de OGEM-Curacao Na een op leiding HBS in Willemstad op Curagao studeerde de heer Maduro gemeentead ministratie en gemeenle- linancièn in Nederland. DEN HAAG - Dc Nederlandse An tillen zijn aan een hardnekkige poging begonnen om binnen te dringen in de Europese toeris- tenmarkt. 'Het Caribisch gebied is binnen bereik gekomen. Voor tweeduizend gulden liggen er al leuke mogelijkheden'. Eldred G. Maduro <40), de nieuwe gevol machtigd minister van de Antil len in Den Haag sjouwt de laatste maanden de grote Europese vakantie- en reisbeurzen af om de mogelijkheden voor zijn land in Nederland en de directe buurlan den te inventariseren. In hel Amerikaanse toerisme op de Ne derlandse Antillen is stevig de klad gekomen. De hotelwereld op Curagao, Aruba en Sint-Maarten verkeert in malaise. Is dc gok misschien te groot geweest? In ieder geval zetten de Antillen op het ogenblik alles op alles om dat gat in de markt te dichten. Lang zaam op weg naar de onafhanke lijkheid zijn de Antillen samen met Nederland bezig aan hel raamwerk voor een totaal sociaal-economisch ontwikke lingsplan met de nadruk op werkgelegenheidsprojecten. En daarin kan hoe dan ook het toe risme niet gemist worden. Minister Maduro erkent: 'Toe risme is een kwetsbare markt Eén besluit van de vorige Ameri kaanse president Nixon om de be lastingvrije invoer tot honderd dollar te beperken en de markt viel in elkaar Daarom moeten we voor de toekomst niet langer wedden op één paard Waartoe dat kan leiden hebben we ook met dc olie-industrie gezien De pro- duktie in die sector is sinds de ja ren '50 enorm toegenomen, maar de werkgelegenheid kwam ais ge volg van de automatisering danig op zijn retour We moeten naar werkgelegenheidsprojecten op een heel breed terrein van mogelijk heden: gevarieerde industrie, import-vervangende produkties. service, landbouw, misschien wat visserij en daartussen staat het toerisme als een heel belangrijke poot voor onze economie'. De plannen van de Antillen om de toeristenwerving te verleggen naar Europa zijn nog erg vers. In het Haagse Antillenhuis beseft de staf van de gevolmachtigd minis ter erg goed dat het een zaak van lange adem zal zijn om de inge zakte markt van het Amerikaanse toerisme vanuit een heel andere hoek van de wereld zodanig te. herstellen dat de investeringen in de hotellerie en de toeristenac commodatie weer rendabel kun nen worden gemaakt. Toch zijn de eerste verkenningen niet tegenge vallen. Aanvankelijk zagen de An tillen de belangstelling voor hun zoneilanden vooral zitten in Ne derland en Duitsland. Maar minis ter Maduro is al doende zijn actie radius te verruimen. Nog wat ver baasd over zijn jongste ervaringen vertelt hij: ..Wat ik niet wist, is dat er bijvoorbeeld in Italië een grote markt is van kapitaalkrachtige toeristen. Afgelopen kerst ver trokken - om maar eens wat te Minister De Gaay Fortman (koninkrijkszaken) en staatssecreta ris De Goede (Financiën» zijn deze week teruggekeerd van een reis door de Antillen. Hoofdonderwerp van gesprek met de rege ring Evertz in Willemstad was de toekomstige ontwikkelings samenwerking voor dit laatste rijksdeel op weg naar zijn staat kundige onafhankelijkheid. Het is de bedoeling dat in de loop van dit jaar een gemengd Antilliaans-Nederlandse commissie van deskundigen daarvoor een totaalplan uitwerkt, dat dan ver volgens in het overleg tussen de beide regeringen als leidraad voor harde afspraken kan dienen. Eigenlijk een soortgelijke gang van zaken als vorig jaar rondom de geboorte van de repu bliek Suriname. Alleen mot dit verschil dat de voorbereidingen wat minder onder druk slaan en wat rustiger kunnen verlopen ln welke richting zoeken de Antillen het voor de toekomst? Over deze vraag een gesprek met dc nieuwe gevolmachtigd minister van de Nederlandse Antillen in Den Haag de heer E. G. Maduro. noemen - van uit Milaan 100 chartervliegtuigen naar Sri Lanka (Ceylon). Het verre toerisme is daar erg in zwang. Het moet dus even gemakkelijk zijn om een jaar het totale Caribisch gebied en Midden-Amerika als vakantiedoel naar voren te schuiven in Europa. Wat heeft de toeristenindustrie de Antilliaan te bieden en hoe steil hij zich tegenover die toeris tenindustrie op° Minister Maduro: ..Als het goed loopt werkgelegenheid die je niet door machines of automatisering kunt vervangen. Kamermeisjes, taxichauffeurs. baliepersoneel. een staf in de keuken, bedienend personeel. We weten het uit erva ring. Onze bevolking is geknipt voor handel en dienstverlening, het midden- en kleinbedrijf ook. In de toeristenindustrie is wel een mentaliteitsverandering nodig. Het helpen van de toerist moet meer als een doodgewone, dage lijkse zaak worden beschouwd en minder als een minderwaardig soort werk. De witte-boorden- mentaliteit moet er nog wat meer uit. In het technisch onderwijs is - daar enkele jaren geleden een be gin mee gemaakt. Hoe stelt de Antilliaanse rege ring zich een totaal ontwikke lingsplan voor en langs welke wegen zou daar naar toe kun nen worden gewerkt, anders dan dat met Suriname is ge beurd? Minister Maauro: „We zijn veel te lang veel te veel bezig geweest met van-de-hak-op-de-tak- projecten en we hebben ons veel te veel laten leiden door onsa menhangende goede ideeën en in vallen. We moeten vooral aan An tilliaanse kant nu proberen een meerjarenplan op te zetten, waarin al onze mogelijkheden worden verwerkt. De allerbeste koppen uit eigen land hebben we gevraagd ons daarbij te helpen en de Nederlandse regering heeft ons al deskundigheid - onder meer op het gebied van de ontwikkelings samenwerking - aangeboden. Be drijfsleven. vakbonden, alle eilan den en de centrale overheid van de Antillen worden erin betrok ken. Inflatie en werkloosheid, de hoofdproblemen van de Antil liaanse economie, worden voor een niet onbelangrijk deel in de hand gewerkt dooreen eigenlijk te grote Import. Is het na al die jaren vaneen duidelijk kritische koopgewoonte onder de bevol king nuwerkelijkmogelijk om tot een grootscheepse binnen landse vervanging van die im port te komen? Minister Maduro: „De hoofdvraag is natuurlijk of de Antillen voor eigen prod uk ten in eigen land een voldoende gróte markt kunnen vinden. We hebben voorbeelden bij de hand - bier. verf, confectie - waarvan kan worden gezegd dat het aardig is gelukt Zelfs zonder met medewerking van de overheid de markt voor importgoederen in deze sectoren te sluiten. Maar het lukt natuurlij* niet bij alles. Je moet soms overgaan tot bescher mende maatregelen van de eigen produktie. En dan kun je natuur lijk zeggen: exporteren in de eigen regio, het Caribisch gebied, is een mogelijkheid. Maar dan moet je niet vergeten dat ook die eigen re gio een betrekkelijk kleine markt heeft en bovendien met dezelfde problemen kampt Er zijn dan links en rechts tolmuren, waar Je moeilijk overheen komt Veel staat of valt ook met de verbin dingen. En daama weer met de koopkracht van het omliggende gebied" Wat vernacht de Antilliaanse regerii.g bij haar langzame gang naar de onafhankelijk heid nu van Nederland als dc slotbijdrage op het gebied van ontwikkelingssamcnircrking? Minister Maduro: Dat Nederland ons leert vissen in plaats van de vis op een schaal aanbiedt. Als je op je eigen benen wilt gaan staan zul je het ook zelf moeten kunnen klaren op weg naar een gezonde sociaal-economische ontwikke ling, Op het ogenblik staat de we reldeconomie er niet best voor. Maar een kleine verandering in de goede richting kan in een klein schalig gebied als de AntiUen al heel wat ophalen. Stel dat. we in staat zouden zijn om vijf bedrijven binnen te halen die elk aan 2000 mensen werkgelegenheid zouden bieden - op wereldschaal toch maar een kleinigheid - dan zijn we op de Antillen uit alle ellende' Het staat volgens de nieuwe ge volmachtigde minister van de Ne derlandse Antillen zo vast als een huis: de snelle onafhankelijkheid die Suriname zo aantrok heeft in het laatste Nederlandse konink- rijksdeel beslist niet aanstekelijk gewerkt. ..We zijn geschrokken van alle onrust en onzekerheid waarmee dat ln Suriname gepaard ging. We hebben er uit geleerd hoe het niet moet Daarom willen wij het allemaal ln een lager temDO. Het lawaai op Aruba rangschikt minister Maduro onder de catego rie 'politieke steekspelletjes'. Hij gaat er van uit dat alle Antillianen wel zo verstandig zullen zijn dat zij bij het afscheid van Nederland geen onberaden dingen doen. En als om te bewijzen dat er geen re den is voor de Antillianen om ze nuwachtig te worden noemt hij nog even terloops het kleine aan tal van zijn rijksgenoten in Neder land: 7500. „De Antilliaan gaat niet op de bonnefooi. Hij is honk vast en wil de zaken in dat honk grondig regelen". KEES VAN DER MAAS. ■Illlllllllllllllllllllllllllllllll Lfe bisschoppelijke vastenbrieven mogen zich in een grote belangstelling verheugen. Zowel de rooms-katholicken, voor wie de brieven in de eerste plaats bedoeld zijn, als de protestanten vinden cr veel in dat hen een hart onder de riem steekt Om de één of andere reden zijn de toon en de strekking ran deze herderlijke brieven iedere keer weer zo van onze eigen tijd, dat bijna ie dereen zich erdoor weet aangesproken. Onwillekeurig vraagt men zich weieens af hoe deze brieven eigenlijk tot stand ko men. Zijn zij het prodokt van de gezamen lijke arbeid van de bisschoppen tesamen ol wordai zij door één lid van het college ge schreven en vervolgens bij eenvoudige stemmenmeerderheid en voorzien van al lerlei amendementen door de rest van toet college aanvaard? Wij weten het niet Feit is, dat de pas verschenen achtste vasten brief wederom niets verraadt over de aan wezigheid van enkele 'conservatieve' leden in het episcopaat De brief is getiteld: 'Leven in verandering'. HU schetst in een aantal korte hoofdstuk ken de materiële en geestelijke situatie waarin de mens van vandaag de dag leeft. Dat levert geen opwekkend beeld op. Onze huidige tijd wordt gekenschetst als een pe riode waarin wij leven op een kruispunt van twee houdingen. De ene houding is er één van bewondering voor de dynamiek van onze tijd waarvan wij dagelijks de tekenen om ons heen waarnemen: van hoop op de toekomst door veelbelovende ontwikkelin gen. De andere houding is er één van angst dat de mens geweld zal worden aangedaan; een gevoel vreemdeling te zijn geworden in de eigen wereld die té snel onder onze ogen aan het veranderen is. „De mens die op dat kruispunt van houdin gen leeft vraagt zich af wat de kerk. wat het evangelie, wat God hem zou kunnen bieden om in de maalstroom van veranderingen geestelijk overeind te kunnen blijven, of om «tenminste) te begrijpen wat er eigenlijk al lemaal gaande is. Maar spreekt de kerk met name niet altijd de taal van een verleden dat dood en begraven is?" Dit zjjn enkele van de ernstige en diepzin nige vragen waarop de vastenbrief een ant- woord probeert te geven. Het antwoord be staat hoofdzakelijk uit een les in geloven en wel in enkele zeer primaire zaken. „God heeft ons gewild. Hij gunt ons het leven. De gelovigebehoortaanhet'vandaag'enhij blijft in de maalstroom beter staande als hij zich vastklampt aan anderen" - dat zijn enkele van de antwoorden die de bisschoppen for muleren. Zij vestigen er de aandacht op. dat vanouds voor geloven aan bepaalde voor waarden moet zijn voldaan. De voornaam ste voorwaarde Is: zuiverheid van gemoed. Alleen daardoor kan geloof uitgroeien tot een werkelijke levenskracht, waarachtig en inspirerend, zeggen de bisschoppen. Op zichzelf lijken het oude en wellicht ver sleten uitspraken, die in elk tijdvak van de geschiedenis gesproken zouden kunnen worden. Maar zij krijgen in deze vastenbrief een bijzondere zwaarte, omdat de brief zelf een bezorgde ondertoon heea. De bisschop- Pen zijn niet gerust op het resultaat van de huidige maatschappelijke ontwikkelingen. De bisschoppen zeggen bijvoorbeeld: ..Onze huidige levensstijl bederft, ten diepste ons e!£en bestaan Tijd en geld worden vaak geïnvesteerd in wat overbodig is en wat al gauw een bedreiging wordt voor gezondheid en menselijkheid. Overigens zetten mensen niet zomaar hun leven op het speL Zijn het niet vaak gevoelens van wanhoop die hen tot zo'n riskant bestaan brengen?" Op een andere plaats in de brief wordt op gemerkt: „In de verbeten en ondoorzichtige polarisatie tekenen zich gedeeltelijk al de gevaren af die dat voor de samenleving met zich mee brengt Juist in onze dagen lijkt het noodzakelijk, dat wij - koste wat het kost - met elkaar in gesprek blijven. Hoe kunnen wij anders voorkomen dat een reële dreiging omslaat in catastrofale vernieti ging? De absurde vernietigingskracht van het moderne wapentuig is emaar. Het be staan van de soort - concreet: van ons, van de kinderen, van de weerlozen, staat op het spel." Nog een ander citaat: „Wij signaleren een normloos uitgeleverd zijn aan de mode,, ten koste van de eigen integriteit en ge zondheid." De bisschoppen roepen de lezers van de vastenbrief op, om de ernst van deze ver schijnselen te wegen en er de konsekwen- ties voor hun eigen leven uit te trekken. Enkele zinnen verdienen bijzondere aan dacht. Het zijn deze: „Gaan de veranderin gen langzamerhand samenvallen in één groot élan naar het rijk van God midden onder ons? Gaat het werkelijk om heel de mens en heel de wereld, veranderend in geest en waarheid, op weg naar God? En gaat het ons, opgenomen in die veranderin gen daarom? Kunnen wij dat perspectief en die inspiratie levend houden Vol betekenis eeuw zal leven alsof hij 'n wegwerpartikel was en hij zal in elk geval als zodanig worden be handeld.Inde totaleuitverkoop van taboeszal ook de menselijkheid het loodje moeten leg gen. Toffler veronderstelt dat de mens het ge ruime tijd lang zal klaarspelen om de ver anderingen bij te houden. Alleen degenen die weigeren om de werkelijkheid onder ogen te zien zullen op een kwade dag met de meedogeloze storm van veranderingen worden geconfronteerd en dan bezwijken. De anderen zullen stand houden tot aan het ogenblik dat het echte keerpunt in de ge schiedenis vormt. Dat moment is volgens Toffler aangebroken als de mens inziet dat hij voor een keuze staat: ofwel het proces van steeds snellere verandering beteugelen, ofwel zelf verdwijnen. Het is het ogenblik waarop hij als onbewuste speelbal van evo- He, Let wordt voorzichtig en vragenderwijs gesteld en de vastenbrief geeft er geen na dere uitwerking van. Toch staat er duidelijk te lezen, dat onze tijd - vergeleken met vele andere tijdperken in de geschiedenis, vol betekenis is. Het gaat niet alleen om veran deringen. om modeverschijnselen, om het tijdelijk op drift zijn van letterlijk alles - er is waarschijnlijk méér aan de hand. Om in de taal van het evangelie te spreken: wij kijken, beangst en nieuwsgierig tegelijk, uit naar de tekenen die wijzen op het spoedige aanbreken van de lente, naar de tekenen die wijzen op de komst van het koninkrijk Gods. Net zoals de bisschoppen durven wij het nog niet duidelijk en hardop uit te spre ken. Diep in ons hunkert er iets naar een tijd - komend na de onze - waarin de dingen eindelijk weer eens gewoon op hun plaats blijven staan. Waarin de rust normaal en de onrust abnormaal zal worden gevonden. Waarin wij niet hoeven te jakkeren om onszelf bij te houden. Volgens de Amerikaanse toekomstkundige, Alvin Toffler. komt dat stille verlangen naar. een rustige toekomst voort uit onze neiging om op veranderingen te reageren als slaap wandelaars. Aan de hand van talrijke spre kende voorbeelden constateert Toffler dat wij de rust wel kunnen vergeten. Het leven in verandering is geen voorbijgaande fase van de geschiedenis, geen inhaalpro gramma op eeuwen waarin er nauwelijks iets veranderde. Neen, de verandering be hoort bij de blijvende toestand van onbe stendigheid waar wij met sneltreinvaart naar toe ijlen. Ons leven zal, aldus Toffler. steeds gejaagder, steeds onrustiger, steeds verontrustender worden. De mens van de 21e konsekwent toe op de gebeurtenissen die zich in onze tijd afspelen en hij komt aan het slot tot de conclusie, dat het zo om streeks het midden van de tachtiger jaren met ons en onze beschaving gedaan zal zijn. Dan komt God zelf orde op zaken stellen. Aan de verandering komt dan een einde, door de grootste verandering die de schep ping ooit heeft aanschouwd. Xn het boek van Lindsey wordt niet alleen gewezen op veelbetekenende gebeurtenis sen uit het recente verleden, zoals de stich ting van de staat Israël, en op de verschij ning van een per definitie goddeloze we reldmacht in de gedaante van het commu nisme. Neen, er wordt ook gewag gemaakt van alledaagse politieke gebeurtenissen, zoals de uitbreiding van de E.E.G. Lindsey schetst de E.E.G. als de door Daniël in de openbaring bedoelde confederatie van tien naties, die in de eindtijd een dramatische rol zal spelen. Op het moment dat Lindsey het boek schreef was zijn voorspelling over de betekenis van de E.E.G. in het heilsge beuren volstrekt science fiction. De E.E.G. telde in die tijd namelijk niet meer dan acht lidstaten en het zag er niet naar uit dat het er weldra tien zouden worden. Nu de tiende lidstaat zich in de gedaante van Grieken land voor de E.E.G. aanmeldt, nu lopen bij de lezers van "The late Planet Earth' de koude rillingen over de rug. Tegen boeken als die van Lindsey behoort men elkaar te waarschuwen. De lezers ervan kunnen na melijk in hun begrijpelijke angst voor wat de toekomst gaat brengen, tot een ver krampte geloofshouding worden gebracht. Het is dan ook heel goed te begrijpen om welke reden de bisschoppen hun opmerkin gen over het komende grote élan in vra gende vorm hebben gegoten. Hoopvol lutie, of er het slachtoffer, of er de meester van wordt. De mens moet er meester van worden, vindt Toffler. want een op hol geslagen versnel ling, een wild geworden evolutie is een vijand van het leven. In deze gedachtengang behoort de tomeloze versnelling, de verandering als 'normale' toestand tot een proces dat voert tot het einde van een tijdperk; misschien wel tot het einde van de tijden. Hoeveel mensen zouden er zijn die met stel ligheid geloven dat de mens aan de versnel ling en de verandering vrijwillig een halt zal toeroepen? Het zijn er verhoudingsgewijs waarschijnlijk niet zoveel. Speculaties over een spoedige ondergang van onze bescha ving worden doorgaans gretiger geloofd dan opgetogen verhalen over onze schitterende toekomst. Toen de Amerikaanse theoloog Hal Lindsey enkele jaren geleden een boek liet verschij nen onder de titel 'The late Planet Earth' (Wijlen de planeet Aarde) werden er binnen enkele maanden al in de V.S. meer dan an- derhalf miljoen exemplaren van verkocht Lindsey past in rijn boek, dat inmiddels in vele talen is vertaald, de bijbelse profetiën In sommige godsdienstige groeperingen gaat men wat resoluter te werk en ook Hal Lindsey laat er in rijn prediking geen twijfel over bestaan dat volgens hem het einde der tijden nabij is. Merkwaardig is daarbij dat degenen die hem bezig hebben gehoord, zich niet ont moedigd of in paniek geacht voelen, doch dat zij integendeel een bevrijdende, een hoopvolle invloed ondergaan. In plaats van zich voortdurend af te zetten tegen het he den en de toekomst, redeneren nu velen vanuit de toekomst naar het heden toe en op één of andere merkwaardige manier krij gen rij aldus doende de onbegrijpelijkheden van vandaag weer op hun plaats. Zij hebben, zo schreef iemand die een door Lindsey geleide bijeenkomst heeft bijge woond. het 'Halleluja', dat een taalhisto risch restant van de tongentaai moet rijn, ingeruild voor het. 'Maranatha' - dat letter lijk betekent: 'Kom. Heer!' Als de getuigenissen op waarheid berusten - en er is weinig reden om daaraan te twijfe len - dan beleven wij het fenomeen dat het evangelie, dat de bijbel is, zelfs daér bevrij dend en verblijdend is waar zij de mensen met het onverbiddelijke einde confronteert. En wellicht wordt op die manier waar wat de bisschoppen vragenderwijs opperen: „Gaan de veranderingen langzamerhand samenvallen in één groot élan naar het rijk van God midden onder ons?" A. F. M. C. Koopman Israël houdt de gemoederen bezig en dit zal «el zo blijven tot In lengte van dagen. Vele. vele eeuwen lang is dat nu reeds het geval geweekt. Maar sind* de grbeurleniutrn vóór en in de laatste wereldoorlog is dit toch op een andere wijze het geval als dit voordien ge schiedde De oprichting van de slaat Israel heeft er een andere dimensie aan gegeven. We kunnen aan Israel niet meer denken zonder dal de staat van die naam rr bij betrokken is. M ie zou ons het recht geven om voor de Joden die daar wonen een uilzondrring te ma- Dit alles geldt in bijzondere mate voor dc kerk. die door haar Heilige Schrift met Is raël verbonden is en die als een van de uit gangspunten van haar denken over Israël kent het woord van Jezus tot de vrouw uit Samaria dat het heil. de zaligheid uit de Jo den is (Joh. 4:22) Helaas moeten wc consta teren dat pas in deze tijd. na de ergste gru welen die aan de Joden zijn begaan, de kerk de consekwenties van dit woord heeft ge zien en als een onsmakelijk gegeven heeft aanvaard. Niet dat dit aanvaarden over heel de linie van de kerken overal algemeen is en niet dat in elke kerk afzonderlijk, op het grondvlak van de gemeenten (parochies) deze veranderde zienswijze is doorgedron gen. maar toch kunnen we vaststellen dat er. zeker in ons land. na de oorlog is meege leefd met het lot van de Joden en dat men terecht, heeft geproefd een binding die er i; van het Jodendom van over heel de werelc met de in 1948 gestichte staat Israël, waar ran we kunnen zeggen dat die is opge bouwd door vluchtelingen vanuit heel de wereld, uit Rusland, uit West-Europa, uit de Arabische landen, ja waar niet ai vandaan. Tegenwoordig schijnt dit medeleven met Is raël tin en buiten de staat) te verminderei en dat vooral na de Grote Verzoendagoor log. Het schijnt in bepaalde kringen modi te worden om op te komen voor de Palestij nen. die nu reeds sinds 1948 in vluchtelin genkampen hebben moeten leven en die vi; harde acties hun eisen hebben gesteld er nog steeds blijven stellen, welke mets min der inhouden dan het opbreken van d< staat Israël, waarbij de kern van de Pales dat de Joden die in Israël wonen en uit an- dat de Joden die ln Israël wonen en uit an dere landen zijn gekomen, zullen moeten te rugkeren naar hun land van herkomst. Dt minder harden houden zich op de vlakte maar het is te voorzien, zoals bijna steeds het geval is dat zij die de hardste eisen stel len het winnen, dat voor het geval er één democratische staat Palestina zou ko men. het lot van de Joden er niet best uit zou zien. Israël is omringd door staten die van geen erkenning willen weten en ze wor den daarin gesteund door een toevloed van Russische wapens. Nu zal niemand in de kerk gering denken over het lot van vluchtelingen, zoals die er bij miljoenen zijn over heel de wereld en waarvan de Palestijnse slechts een gering percentage uitmaken. De kerken hebben deze Palestijnse vluchtelingen van het be gin af aan gesteund. De diaconale instanties van ons land hebben er. via de Wereldraad van Kerken meestal, het hunne toe bijge dragen. Onze regering heeft dit gedaan via de instanties van de Verenigde Naties. Het vorige jaar is door haar nog een twee mil joen neergeteld. Maar men hoort tegen woordig niet alleen over de vluchtelingen, maar ook over de Arabieren, die in de staat Israël wonen en in verzet komen, omdat zij worden 'gediscrimineerd'. Ze worden be handeld als tweederangsburgers. Dit is, dunkt mij, moeilijk te ontkennen. Maar hoe kan het anders, gezien de oorlogstoestand waarin de Joden in Israël nu reeds tiental len jaren verkeren. De Arabieren in Israël hebben economisch van de opbouw van de staat Israël in niet geringe mate geprofi teerd, niet minder dan de Joden zelf. En wanneer we hun positie vergelijken met die van de Joden welke in de Arabische landen zijn achtergebleven, dan valt alles uit ten gunste van de Arabieren in Israël. Trou wens, de geschiedenis van de Islam leert dat de tamelijk milde behandeling die aan niet mohammedanen in veroverde streken werd gegeven, toch ook gepaard ging met het feit dat rij tot tweederangsburgers wer den gemaakt en dat hen extra lasten wer den opgelegd. Vandaar ook die voortdu rende trek van christenen uit deze landen. Het gaat niet tegen de Joden, maar tegen de Zionisten onder hen en vooral tegen die, welke de Zionistische staat Israël hebben gesticht. De motie van de Veiligheidsraad van de Verenigde Naties, waarin het Zio nisme gelijk werd gesteld met racisme, is het begin geweest van steeds verder gaande acties die uiteindelijk ten doel hebben Is raël uit de Verenigde Naües te stoten. Zelfs de kerk van Rome heeft rich in dit spoor begeven in de Libische hoofdstad Tripoli, waar een gesprek plaats vond tussen ver tegenwoordigers van het VaUcaan en is lamieten Later is men er blijkbaar van ge schrokken en werden verklaringen uitgege ven dat het geenszins de bedoeling was het Joodse volk te belasteren en te isoleren in de internationale gemeenschap. Maar het kwaad was geschied, terwijl de verhouding van Rome tegenover de Joden iets beter scheen te worden, niettegenstaande het feit dat het VaUcaan de staat Israél niet heeft willen erkennen en de paus zijn mo rele vinger opsteekt, wanneer Isarél een ac tie onderneemt tegen de Palestljnen en rijn mond houdt wanneer deze laatste hun ac ties tegen Israël voortzetten. Nu heeft de synode van de Ned. Herv Kerk ln 1970 een geschrift uitgegeven onder de ti tel: 'Lsraei. volk. land. staal'. Daarin werd de vraag of de staat Israél voor christenen een zekere geloofsdimensie heeft, ln die rin van de verbondenheid met Israël aan dat speciale land. bevestigend beantwoord. Daarop zijn nogal reacties gekomen, vooral ook van rooms-katholieke theologen. Maar een van de gevolgen is ook geweest dat er het vorig jaar een 'Kerk-voor-Israél-acöe' Is gestart. Wanneer een kerk zich stelt achter een stuk als Israël; volk. land. staat, mag ze dit ook metterdaad wel eens tonen en zo Is men met het plan gekomen de bouw en in richting van een vakschool voor beroepsop leidingen in het Israëlische dorp Eshel Ha- nassi voor rekening van de hervormde kerk te nemen. In september van het vorige jaar heeft de praeses van de hervormde kerk een cheque van 700.000 overhandigd aan de gezant van Israël in ons land. De school kost echter meer. zeker 1 miljoen. Een 550 leerlingen zullen er vakonderrtcht moeten kunnen volgen en ze is vooral van belang voor de immigranten die uit Rus land rijn gekomen en gevestigd worden ln de Negev. niet ver van Berseba. Er ls nu een opleving van die acüe. om te zien vóór 4 mei het miljoen vol te maken. Volgens de laat ste berichten is er sinds men wederom be gonnen is, al meer dan ƒ80.000 binnenge komen. Wanneer het ons in de kerk ernst )s dat we met Israël verbonden zijn. vinden we hier een object om die verbondenheid ook metterdaad te tonen. En dat is des te rneer van belang, nu de economische moei lijkheden van de staat steeds duidelij ker worden en het Israëlische pond steeds meer devalueert. „In het spel van de machten is Israël de zwakste en meest bedreigde partij," We behoeven het niet eens te rijn met alle maatregelen die door haar regering worden genomen. Kerkelijk is het werk voor de Palestijnse vluchtelingen gesteund ter wijl we het ook niet eens waren met alles wat daar geschiedde. Waarom zou werk voor Joodse vluchtelin gen dan niet worden gesteund. En, zoals reeds gezegd, is in feite heel de Joodse be volking van de staat Israél een volk van vluchtelingen. Een 300.000 van ben komen uit de Arabische landen. Na wat we in deze rubriek met Kerstmis hebben geschreven over Nes Amim, de christelijke kibboets in het noord-westen van Galilea, hebben we een tweetal reac ties gekregen. In de een werd gepleit voor meerdere steun aan Nes Amim. Uit ervaring wist men van welke betekenis die kibboets was om de verbondenheid van de kerk met Israël tot uiting te brengen. In de andere reactie ging men verder. Men had het ge voel dat Israél ook door de kerk wederom in de steek werd gelaten nu dat volk niet on overwinnelijk bleek te rijn. Het trof hem dat er in de kerk niet voor Israël (dit dan genomen in de meest ruime zin) werd ge beden, zoals dat enige jaren geleden nog wel geschiedde. Hij roerde ook de actie aan .voor de school in Eshel Hanassi, waarvan hij in Zeeland niet veel had gemerkt We willen ons bij deze reacties, die mis schien bij meerderen zijn opgekomen, gaar ne aansluiten en de hoop uitspreken dat de verbondenheid die er is met Israël, niet alleen met woorden tot uiting zal komen. 1 Daarom geven we gaarne het gironummer door, n.L 3554 ten name van 'Kerk voor Israël' te Utrecht, waarop tot 4 mei giften kunnen worden gestort. In Latijns-Amerika is sinds enkele jaren een bevrij dingsbeweging aan de gang, die als een frisse wind door de Kerk gaat. Velen zijn tot het inzicht gekomen, dat de Kerk niet langer liefde kan blijven preken, als daar geen daden op volgen. De tijd dat je mensen zoet kon houden met een rijke beloning in de eeuwigheid, terwijl ze met een lege, hongerige maag naar de ge ruststellende woorden luis terden, lijkt mij voorbij De stem van profeten als Amos. Micha en Jesaja be gint steeds luider te klinken in het geroep om sociale ge rechtigheid. De mensen, die leven aan de basis van de maatschappij, beginnen te zien dat God aan hun kant staat: ,fZo spreekt de Heer: als gij iemands mantel in pand neemt, dan moet ge die vóór zonsondergang aan hem teruggeven. Hij heeft niets om zich mee toe te dekken, het is de beschut ting voor zijn blote lichaam, hij moet er in slapen. Roept hij tot Mij om hulp, dan zal Ik hem verhoren, want Ik ben vol medelijden" lEx. 22, 25-26). In het Oude Testa ment - bij het joodse volk - vergat men de armen niet. In het Nieuwe Testament is het niet anders: Gij zult de Heer uw God beminnen met geheel uw hart, geheel uw ziel en geheel uw verstand. Dit is het eerste en voor naamste gebod. Het twee de daarmee gelijkwaardig: „Gij zult u naaste beminnen als Uzelf. Aan deze twee ge boden hangt heel de Wet en de Profeten" iMt. 22, 37-40). Zeggen dat je God dient, terwijl je je broeder onrecht doet. is een leugen. Het gaat in tegen alles wat Jezus ge zegd en gedaan heeft, het gaat in tegen de Kerk. Het is goed eraan te den ken, dat alles iaat wij geven aan ontwikkelingshulp op staatsniveau, én aan bijdra gen aan Vastenaküe, Soli- daridad, enz. nog steeds ge geven wordt vanuit onze overvloed, en vaak nog tot ons eigen voordeel „Wat liefde is hebben wij ge leerd van Christus: Hij heeft zijn leven voor ons gegeven. Dus zijn wij ook verplicht ons leven te geven voor onze broeders. Hoe kan de god delijke liefde blijven in een mens die geld genoeg heeft, en toch zijn hart shot voor de nood van rijn broeder<1 Joh., 3, 16-17). Wij, de Kerk. hebben nog een lange weg te gaan, maar wie weet At ErpeUnck, Sas van Gent

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 1976 | | pagina 21