Waterlandkerkje
vermagert9
in een diepe stilte
DORP MET ECHTE
DORPSSFEER
Toneelvoorstelling door leerüngetjes van de lagere school. Een groot gebeuren in een dorp als Waterlandkerkje. De kinderen zijn er vol vanDe foto toont
de generale voor de 'grote dag'. J
In Waterlandkerkje heb ik mijn
rust teruggevonden
Het kerkje van Walcrlandkcrkjc.
TEKST: PAULUS MAARTEN SE
FOTO'S PETER ANDRINGA
WATERLANDKERKJE - Als de zon
bij het vallen van de avond wordt
verwisseld voor een bleek maansik
keltje, hult Waterlandkerkje zich in
een nog diepere stilte dan overdag.
Alle recreatie in de naaste omgeving
len spijt wordt dit dorp (de autoch
tone Zeeuwsvlamingen spreken con
sequent van Kerkje of Kerkske) ge
kenmerkt door een onaangetaste lan
delijkheid. Als een auto de dorpskom
binnenrijdt wordt daar nog van opge
keken, want het motorisch geraas van
passerend snelverkeer over de weg
IJzendijke-Oostburg die met een
flauwe kromming langsloopt, dringt
hier nauwelijks door. Aan de schrale
nieuwbouwzijde van Waterlandkerk-
jc, op het terrein van de transporton
derneming gebroeders Bron, heerst
eigenlijk de enige bedrijvigheid van
betekenis.
De allergrootste drukte concentreert
zich rond de bar van 'In den Koning'.
Als de cafédeur opengaat slaat je een
geroezemoes van stemmen tegemoet.
Het is vrijdagavond, topavond voor het
horecapaar Guus en Fien Dietzel. Voor
de meesten zit er weer een week wer
ken op. Gezellig relaxen achter een
pintje, een boom over het een of ander
opzetten en het laatste dorpsnieuws
uitwisselen behoren dan tot een onge
compliceerde afsluiting van vijf dagen
noeste arbeid.
Een 'madam' uit Eeklo die al vier jaar
ingezetene is van Waterlandkerkje,
mengt zich in de 'redevoering' die
barman Guus zojuist begonnen is af te
steken over het leven van alledag. „Het
is goed op 't Kerkske. meneer. Het zijn
hier allemaal goeie mensen. Daar kan
ik van meepraten. Je kunt hier als
vrouw alleen nog het café binnenstap
pen zonder datje lastig gevailén wordt
en dat de mensen je er op aankijken".
Een man tegenover haar aan de tap,
die zich over zijn gehechtheid aan dit
dorp waar hij geboren en getogen is,
niet onbetuigd wil laten gaat op dit
aangesneden gegeven door. „Het is
hier zeker goed wonen. Over aanpas
singsmoeilijkheden hoef je als nieuw
komer niet in te zitten. De mensen van
Kerkje zijn gemoedelijk van instelling
en als je zelf ook gemoedelijk bent en
de mensen zien in je iemand van wie ze
op aan kunnen, dan word je zonder
mankeren meteen geaccepteerd. Maar
je moet wel kunnen waarmaken wat je
zegt. Daar houden ze hier van".
De verkondiger van deze wijsheid
blijkt gemeentewerkman Jan Meessen
te zijn. Vroeger werkte hij dag in dag
uit aan de dorpsverfraaiingen. Waar
nodit knapte hij allerlei karweitjes op.
..Jaren heb ik dat gedaan en dat beviel
me best. Tegenwoordig zit ik nog maar
öên dag in de week op Kerkje. Voor
mijn werk dan, want wonen doe ik er al
vanaf mijn geboorte en dat zal wel zo
blijven ook", zegt Meessen met grote
stelligheid.
Dorpsnieuws
Een kind van het echtpaar Dietzel
komt huppelend, met een gestencild
Papier het café binnen en schuift het
onder vaders neus. Laatste dorps
nieuws: leerlingen van de openbare
basisschool zullen zaterdagavond het
toneelspel 'De Slimme Knecht' opvoe
rt* 1161 moment dat deze schrifte-
f'jke mededeling wordt gelezen, is
juist de generale repetitieslag in het
Dorpshuis in volle gang. Het lijkt wel
carnaval. Alle leerlingen van de drie
hoogste klassen lopen er verkleed
rond. Ze hebben allemaal een rol in
het stuk. Bovenmeester Rien de Regt
staat verdekt tussen de coulissen op
gesteld en laat zich door niks anders
storen dan het spelgebeuren op de
planken.
Uit reacties van verschillende kinderen
valt op te maken dat ze het toneelspe
len evenals het jaarlijkse schoolreisje
een geweldige gebeurtenis vinden waar
ze zich met hart en ziel bij betrokken
voelen. Een groepje, bestaande uit Pe
ter Corthals (Stroopuit), Nina Girola-
mi, Annemarie Onghenae. Ingeborg
Bron en Katrientje Schank, dat deze
informaties verstrekt, groeit snel en er
ontspint zich een korte discussie over
de leefbaarheid van Waterlandkerkje.
„Het is hier hartstikke saai. want er
zijn helemaal geen winkels", merkt een
jongen wat mopperend op.
„We hebben in elk geval een goed café
en dat is het belangrijkste of niet
soms", zegt een andere jongen er bots
bovenop. „Ik heb het op Kerkje best
naar mijn zin, want je kunt hier ten
minste rustig met elkaar spelen", vindt
een meisje. „Voor winkelen kun je toch
naar Oostburg gaan. Daar kun je alles
krijgen", wuift weer een ander meisje
nog eens nadrukkelijk het bezwaar
weg dat er geen winkels op Waterland
kerkje zijn.
Woningbestand
Bovenmeester Rien de Regt is van
mening dat het in Waterlandkerkje
eerst en vooral om uitbreiding van het
woningbestand gaat. „Momenteel zijn
we via de dorpsraad hard bezig om te
proberen woningen van de grond te
krijgen. In samenwerking met de ge
meente en de woningbouwvereniging
Zeeuwsch-Vlaanderen willen we dat
voor elkaar zien te krijgen. Door meer
woningbouw te laten plegen kunnen
we ons dorp beter als woonkern aan
prijzen. Ons dorp is nu aan een sterke
vergrijzing onderhevig. Als er niks
gebeurt zie ik de toekomst voor Wa
terlandkerkje over tien of vijftien jaar
somber in. Er zijn hier wel jonge ge
zinnen maar de meeste zijn kinder
loos".
Die kinderloosheid vindt duidelijke
weerslag op het leerlingenaantal van
de eenklassige kleuterschool en de
tweeklassige basisschool. Geregi
streerd zijn: 18 kleutertjes en 40 scho
lieren.
Rien de Regt hoopt er op dat Water
landkerkje door het Oostburgse ge
meentebestuur ooit wordt aangewezen
als groeikern. „Misschien dat Kerkje
over een paar jaar als overloop van
Oostburg kan dienen. Per slot van re
kening raakt Oostburg zelf al aardig
volgebouwd".
Thuis, in zijn schilderachtig gelegen
boerderij, treffen wc de nu 66-jarige
Marinus Jacob Verbrugge aan. Van 1
augustus 1942 tot de dag van de ge
meentelijke herindeling was hij bur
gemeester van Waterlandkcrkje.
Thans bekleedt hij nog steeds de func
ties van president-kerkvoogd en voor
zitter van de plaatselijke afdeling van
de bejaardenbond. De heer Verbrugge
laat zich in zijn voorspelling over de
toekomst van Waterlandkerkje alles
behalve optimistisch uit. „Het is en
blijft een echt agrarisch dorp. Zelf zal
ik het wel niet meer meemaken dat er
wat anders van komt. Binnenkort trek
ik naar mijn nieuwe huis in Oostburg
om de boerderij verder aan mijn zoon
over te laten".
Volgens oud-burgemeester Verbrugge
lijdt het ongeveer 475 zielen tellende
Kerkje 'tot en met aan vermagering'.
Hij somt de negatieve factoren op:
„Industrie heb je hier praktisch niet,
(Daaarmee doelt hij niet op chemische
kolossen maar gewoon op een paar ge
zonde bedrijfjes). Van de recreatie pik
ken we ook al geen graantje mee. Het
hele dorp holt steeds verder achteruit.
Komt er ergens een woninkje leeg dan
wordt dat opgekocht door een Duitser
of een Belg. Het wordt werkelijk 's tijd
dat er verandering in deze stilstand
komt. In mijn burgemeestersperiode
werd er tenminste nog voor gezorgd
dat er elk jaar een blokje van twee of
vier huizen bijkwam. Sinds die ge
meentelijke samenvoeging is er eigen
lijk alleen nog een rijtje bejaardenwo
ningen gezet".
Over de gehele linie genomen vindt de
heer Verbrugge de toestand van Water
landkerkje zorgelijk. „Er moeten meer
woningen komen, dat is het enige mid
del tot behoud van ons dorp. Nu zit er
een dalende lijn in het bevolkingsaan
tal en neemt de vergrijzing toe". In de
Oostburgse gemeenteraad zal men
geen pleitbezorger voor Waterland
kerkje aantreffen. „Op zich een trieste
zaak natuurlijk. Maar we kunnen geen
lijst met een plaatselijke vertegen
woordiger uitbrengen, om de eenvou
dige reden dat we nooit aan de kiesde
ler kunnen geraken".
Onderhoud
Een verwaarloosd dorp is Waterland
kerkje beslist niet. Jan Meessen,
daadwerkelijk met de voortgang van
de exterieure dorpsverzorging belast,
heeft die mening en oud-burgemeester
Verbrugge deelt deze. „Het onderhoud
van het dorp is goed, het valt zeker
niet tegen. Oostburg heeft de kerkto
ren en de begraafplaats behoorlijk la
ten opknappen en het voormalige ge
meentehuis is tot een mooie onderwij
zerswoning verbouwd. Alle verdere
verzorgingen zijn ook goed".
Van het ter kerke gaan van de 'Kerk
jes' heeft de heer Verbrugge nooit een
hoge hoed op gehad. „De kerksheid
was altijd al zwak en die zal wel zwak
blijven ook. Om die reden zijn we ge
dwongen om samen te werken met
Zuidzande. Dominee Van Hoek staat
bij ons op de preekstoel". Om aan te
geven hoe genng het aantal actief be
lijdende godsdienstigen is. noemt de
heer Verbrugge twee cijfers. „Er zijn
ongeveer 150 vaste kerkgangers. Ze
ventig zijn lid van de kerk"
Mentaliteit
Het café 'In den Koning' hoeft in elk
geval niet aan een ledenwinning te
doen. Er is daar altijd wel een ko
mende of gaande man. Caféhouder
Guus Dietzel praat van een 'bloeiende
zaak', terwijl sommige tongen toch
beweren dat hij de zaak over wil doen.
Zoals een goed zakenman betaamt
Iaat hij daar in het gesprek niks van
doorschemeren.
„Niet alleen uit Kerkje maar uit de
wijde omgeving komen mensen bij ons
binnenvallen. Bezitters van een tweede
woning in Waterlandkerkje verschijnen
hier bijna elk weekend. Dat is vanwege
de mentaliteit. Je wordt hier meteen in
de gemeenschap opgenomen, als je je
maar een beetje weet aan te passen.
Aan de loop in onze zaak kan je mer
ken dat de mensen het in Waterland-
kerkje gezellig vinden. Van nul hebben
we dit café opgeschroefd naar een
bloei. Dat kan ik rustig zo stellen, want
.wehebben intussen genoeg gelden
naar de belasting weggebracht, begrijp
je. Het is echt geen gezelschapscafé
waar 's-avonds echtparen en vrouwen
alleen rustig nog durven binnen te
stappen".
Guus Dietzel vindt dat een klein dorp
als Waterlandkerkje zich naar vermo
gen behoorlijk actief voor de sport en
de jeugd inzet. „Aan Cor Bron hebben
we een zeer goede voorzitter van de
dorpsraad. Er wordt hier veel aan sport
gedaan. We hebben een zaalvoetbal
team, op de donderdagmiddagen is het
altijd bejaardensoos. op maandag
komt de gymclub bij elkaar en er is een
kerkkoor. We kennen grote wielere-
venementen zoals de 'Nacht van Sluis'
en de '24 uur van Oostburg'. Als café
doen wij daar actief aan mee"
Globetrotter
Aan de bar worden deze sport- en an
dere plannen meer dan eens met de
stamgasten doorgepraat. Eén van hen
was de 61-jarige Jan Bril. een opmerke
lijk figuur, een vrijheidslievende 'glo
betrotter'. Zo staat hij bekend. Na vele
omzwervingen vanuit zijn geboorte
plaats Breskens heeft hij in Water
landkerkje zijn 'definitieve' rust terug
gevonden. „Ik heb een gezellig bejaar
denhuisje weten te bemachtigen en
daar zal niemand mij vandaan krijgen.
Ik ben lekker zelfstandig, ik onderhoud
de zaak goed en ik kan hier ontvangen
wie ik wil", zegt Jan Bril vastberaden.
„In het café zullen ze me niet zo vaak
meer zien. Ik hou van een stevige bor
rel als ik mijn misère kwijt wil. Maar ik
weet ook van ophouden. Als ik 'm echt
om heb dan wordt er gezegd: daar heb
je die zuiplap. Maar als je binnenstapt,
broodje nuchter, en gewoon om een
watertje vraagt dan krijg je zo van die
merkwaardige opmerkingen naar je
hoofd geslingerd: Jan, een Spa. wat is
dat nou. dat is toch zeker een vergis
sing. Van zulke praat ga ik over mijn
nek", oordeelt Jan Bril nuchter
Intussen springen de dansmeisjes van
Henk van Montfoort's showpro
gramma over het beeldscherm. Jan
Bril, ens barpianist geweest en eens
ambassade-chauffeur, zegt opgewekt:
„Laat mij maar lekker genieten achter
mijn televisietje. En toch zou ik niet
meer weg willen uit Waterlandkerkje.
Ik moet er niet aan denken weer bij
een of andere hospita op een kamer te
kruipen. Dè mensen zijn hier sympa
thiek. Ik kan goed met mijn buurlui-
tjes opschieten. Iedereen mag bij me
over de vloer komen, als-ie verlegen is
om een praatje. Dat kan allemaal in
Waterlandkerkje". De bel gaat. „Dat is
Jan de Meijer. Ik wist dat-ie zou ko
men. Je kunt er de klok op gelijk zet
ten".
Een gebrilde man. klein van postuur,
stapt de woonkamer binnen. „Goeien-
avond", mompelt hij. „Jan, jongen
neem een plek op de bank. ik ben net
van plan een riedeltje Chopin weg te
geven". Wijdbeens en lichtelijk voor
over gebogen gaat Jan Bril voor zijn
witgeschilderd pianootje staan en slaat
de eerste accoorden aan. De muziek
klinkt zo vals als een krab. Jan Bril is
dit pianogeluid als gewend geraakt.
„Klinkt niet helemaal zuiver, hè, dat
weet ik. Ik heb al tien keer de pianos
temmer gebeld, maar die vertikt het
om te komen Pom. pom. pooooom.
Waterlandkerkje".
GUUS DIETZELin ons café durven de vrouwen nog alleen binnen te stappen".
EXT
zeeuwsch-vlaanderen
MARINUS JACOB VERBRUGGE Oud-burgemeester van Waterland kerkje.