BACH, HAYDN, DVORAK EEN MERKWAARDIG LID VAN DE BRITSE STEENKOOLRAAD BEWOON!- DE WERELD! Kan er over de barmhartige Samaritaan nog gepreekt worden? GOED LEVEN 18 PROVINCIALE ZEEUWSE COURANT ZATERDAG 6 MAART 1976 Eén van de vaagste modekreten van de laatste jaren jaren luidt: „Wij moeten op weg gaan naar een nieuwe levensstijl." Met zo'n kreet kan van alles worden bedoeld. De term 'nieuw' en het begrip 'levens stijl' zijn ieder voor zich dermate algemeen, dat men uit de slogan alleen kan afleiden, dat wij kenne lijk iets anders moeten nastreven dan wij totdusverre hebben ge daan. Dit andere heeft dan waar schijnlijk iets met onze levensstijl te maken. Toch voelt ieder van ons wel aan, dat ei achter de kreet 'óp naar een nieuwe leven sstijl' een filosofie moet schuilgaan en wij bevroeden ook wel, welke filosofie dat is. Een nieuwe levensstijl vraagt van ons een kritische en bewuste houding: bezinning op wat wij met ons allen samen aan het doen zijn in de wereld. Het gaat bij de nieuwe le vensstijl om een mentaliteit van zorgvul digheid bij het beheer van de schepping die ons is toevertrouwd. Sommige apostelen van de nieuwe levensstijl drijven die zorg vuldigheid erg ver door. Zij zeggen bijvoor beeld, dat het maken van een meer dan ge woon lawaai, een vorm van inbreuk plegen op het acoustische domein van de mede mens is. Als zij daarmee het geweld van de 'Concorde' bedoelen, dan zal iedereen het ermee eens zijn. Maar de meest fervente nieuwe levensstijlers hebben ook wat tegen het geratel van schrijfmachines of tegen een op luide toon gevoerd gesprek. Het is niet erg waarschijnlijk, dat deze zeer begees terde voorvechters van de nieuwe levens stijl veel succes met hun campagnes zullen hebben. Slechts weinig mensen hebben aan leg voor het vak van zwijgende monnik. dan de schatten die de Vader voor ons in petto heeft De oproep om wat zorgelozer te leven heeft zyn geldigheid behouden tot aan het begin van de industriële revolutie. Sedert het moment waarop de technologie ons op een gemakkelijke en vrij goedkope manier alles ging leveren wat wij maar nodig menen te hebben, is zorgeloosheid over de dag van morgen een riskante houding geworden. Wij hebben een verfijnde en gecompliceerde produktle-machinerie opgebouwd en wij kunnen deze niet zonder enorme problemen stopzetten, maar wij kunnen haar evenmin onverstoorbaar laten doordraaien. Zorge loosheid is fataal. Als wij Gods water nu over Gods akker laten lopen, dan is de ak- Ee, -Jen oproep van de nieuwe levensstijlers die tegenwoordig heel wat beter overkomt, is die betreffende een zuiniger en meer doordacht gebruik van de schaarser worden goederen welke de natuur ons ter beschik king stelt. Men roept ons op om de echte verspilling te bestrijden en om van hetgeen wij eigenlijk te veel hebben, wat meer af te staan aan de mensen op aarde die het slechter hebben dan wij. Het programfna van de nieuwe levensstijl bevat in zijn kern weinig nieuws - het wordt alleen weer eens op een andere manier on der woorden gebracht. Jezus, en velen vóói en na hem, leerden de mensen al dat heb zucht en gemakzucht fatale gevolgen kun nen hebben - juist ook voor anderen. In de tijd waarin Jezus predikte was (blijkbaar) het beste argument om de hebzucht te be strijden, een vergelijking met de manier van leven in de natuur. Jezus nam de bloemen op het veld en de vogels in de hemel als pro totypen van nieuwe levensstijlers. Zij maaien en zaaien niet, zij weven geen kleren voor zichzelf, maar toch zijn zij precies zó als de Vader m de hemel hen het liefste ziet, zei Jezus. En hij gaf zijn toehoorders daarbij de raad om wat zorgelozer te leven. Niet voortdurend te denken aan de dag van morgen (die zorgt wel voor zichzelf) en de schatten op aarde minder hoog aan te slaan ker er slecht aan toe... Inplaats van met zorgeloosheid dienen wij met verantwoorde lijkheidsbesef in het leven te staan. En mis schien komt er daarna een tijd. waarin de dag van morgen inderdaad wel voor zichzell kan zorgen. Roofbouw Het is waarschijnlijk de onbezorgheid bij de produktie en consumptie van de goede ren die tot de inventaris van de welvaarts maatschappij behoren, die ons met drie cri ses heeft opgezadeld. Volgens de belijders van de nieuwe levensstijl zijn het deze drie - aantasting van het milieu, - schaarste aan natuurlijke hulpbronnen. - onbestuurbaarheid van de bevolkingen. Deze grote problemen moeten wij wijten aan onze levenshouding, die neerkomt op het motto: koop nu - betaal later. Wij heb ben van produktie ons credo gemaakt, maar de produktie staat of valt met het ka pitaal dat ons door de natuur, of zo u wilt: de schepping - wordt geleverd in de vorm van water, lucht en hulpbronnen. Dit is uit eraard geen blijvend kapitaal, geen continu-inkomen. Desondanks:-op geen en kele balans komt een post 'afschrijving we gens gebruik van het natuurlijk kapitaal' voor Onze wijze van produceren en eonsumerep, zo zeggen de nieuwe levensstijlers, beteken! dat wij het natuurlijk bezit van de toekomst in roofbouw nemen. De nieuwe levensstijl biedt wellicht de mogelijkheid om de toe komst veilig te stellen voor onze kinderen Eén van de grote filosofen van de nieuwe le vensstijl is de Engelsman Ernest Schuma cher, die verbonden is aan een orgaan waar men zo'n figuur niet direct zou zoeken: de Britse steenkoolraadHij leell daar in de schaduw van de nagedachtenis van wijlen Bronowski, die tijdens zijn leven ook al aan de Steenkoolraad verbonden was. Schuma cher en Bronowski kunnen gelden als de grote strategen van de nieuwe levensstijl. Het blad 'Science' wijdde onlangs een uit- voerig artikel aan het denken van Schuma cher en het loont de moeite om uit dit arti kel het één en ander te citeren. Schumacher behoort niet tot de categorie mensen, die ik in een vorig artikel als moderne paalheili- gen heb aangeduid - neen. hij draait volle dig mee in het economisch gebeuren en zijn inzichten en ervaringen berusten op erva ringen in de praktijk. De techniek Schumacher is bekend geworden door zijn geschrift 'Small is beautifull' (Klein is fijn; dat hard op weg is, het evangelie te worden voor allen die de technische ontwikkeling van vandaag de dag in een andere richting willen afbuigen. De ondertitel van Schuma chers geschrift luidt: 'Economie - alsof ménsen er iets toe deden...' Het opmerkelijke lid van de Britse steen koolraad trekt speciaal van leer tegen de politieke, economische en industriële lei ders van heden, die beweren dat de techno logie ons zal verlossen van de problemen die zij zelf in het leven heeft geroepen. „Ver geet het maar", zegt Schumacher. „De technologie kan dat niet. want zij vindt haar basis in een zestal kwaadaardige, het leven bedreigende vormen van metafysica." De ideeën waarop Schumacher doelt zijn in de wereld gebracht door denkers als Dar win, Marx en Freud Deze mensen hebben weliswaar beweerd dat zij met de metafy sica hebben afgerekend, maar intussen hebben ook zij ons een handvol schijn waarden in ruil voor de oude metafysica ge geven en daar plukken wij nu en straks de wrange vruchten van. Schumacher heeft het in het bijzonder op de techniek gemunt. Hij zegt: Het is haar eerste taak om de last van de arbeid voor ons te verlichten. Maar heeft zij dat ook ge daan? Heeft zij ons van de last bevrijd? Neen, meent hij, de techniek heeft ons met het meeste succes 'verlost' van het kundige, produktieve werk van de menselijke hand. Het ambachtelijk handwerk van weleer bracht de mens in een lichamelijk contact met de materialen die hij wenste te bewer ken. Daardoor was de mens, om met Tho mas van Aquino te spreken, een wezen be staande uit hoofd en handen. Aan het 'denken met de handen' is door de techniek een einde gemaakt. Alleen de kun stenaar beschikt nog over het privilege om zó te kunnen scheppen als voorheen de normale ambachtsman deed. Schumacher veronderstelt dat de voornaamste oorzaak van de moderne neuroses weieens zou kun nen liggen in het feit, dat de techniek ons heeft beroofd van het creatieve en zinvolle werk, in nauw contact met natuurlijke ma terialen. Werk, waaraan de hele mens te pas komt, Daarvoor in de plaats heelt de techniek ons bedolven onder een overvloed van werk. dat ons in zijn onoverzichtelijkheid onmogelijk kan boeien. Misleidend Dal at wij ons in deze fuik hebben laten lok ken komt volgens Schumacher, doordat wij het bruto nationaal produkt tot het gang bare en meest belangrijke criterium hebben verheven. Volgens Schumacher is het ech ter veel voornamer en veel gezonder voor ons, als iedereen een beetje produceert, in plaats van dat enkelingen (geholpen door de technieki een hele boel produceren. „De produktie-technieken", zegt hij. „dienen uit te gaan van plaatselijk voorradige materia len en van gemakkelijk aan te leren vaar digheden." Dan kan werken weer een vreugde worden en een genezend effect op de mens hebben. De economische theorie van Schumacher is typisch on-westers. Zij is duidelijk geïnspi reerd door de boeddistische levensbeschou wing welke andere doeleinden aan het menselijk bestaan stelt dan wij in het wes ten plegen te doen. De boeddist ziet, bevrijding (gezien als een geestelijke zaak) als het doel van het men selijk bestaan. Een 'boeddistische econo mie' streeft er dan ook naar om de mense lijke bevrediging zo groot mogelijk te doen zijn binnen het kader van het haalbare con sumptiepatroon. De westerse mens daaren tegen probeert voortdurend om de con sumptie te maximaliseren aan de hand van het haalbare produktiepatroon. De zaken zijn precies omgedraaid. Dat wij in het westen de grenzen van het haalbare op produktiegebied steeds kunnen verruimen, komt door onze arbeidsbespa rende machines. Als het nu zo was, dat die machines ons, behalve arbeid, ook spanning zouden sparen dan was het zo erg nog niet. maar - zoals hiervoor al werd aange stipt - de machine is tussen ons en onze handen in gaan staan en heeft daardoor voor een breuk tussen de mens en de natuur gezorgd. Dat wij dit niet duidelijk inzien komt, aldus nog steeds Schumacher, doordat de wes terse mens zijn gevoel voor waarden heeft verspeeld en doordat hij door zijn nieuwe technische mogelijkheden over het paard is getild. Wij zoeken de remedie in meer kennis, meer onderwijs dus, Maar wat wij nodig hebben is: wijsheid. De wetenschap kan ons kennis verschaffen, maar visies waarmee wij ons leven zinvol en gelukkig kunnen organise ren, dienen wij door middel van zelfinkeer - en wijsheid te verwerven. Wetenschap en techniek brengen 'know how' vóórt, maar op zichzelf beschouwd is 'know how' een mid del zonder doel, een onafgemaakte zin. Know how is net zo min cultuur als een piano muziek is. Het is onmogelijk om in het bestek van dit ene artikel ook maar bij benadering recht te doen aan alle denkbeelden van het merk- waardig_lid van de Britse steenkoolraad Schumacher. Hopelijk is echter wel vol doende duidelijk gemaakt, dat er achter de modekreet, 'Nieuwe levensstijl' méér schuil gaat dan menigeen denkt. A. F. M. C. Koopman De drie strijkkwartetten opus 54 van Joseph Haydn kan men - al lang - niet meer rekenen tot de vroege divertimenti. Ze stammen - vermoedelijk - uit 1788 en wer den gesehreveu voor de violist Tost. Haydn had toen het klas sieke strijkkwartet in feite al vorm gegeven. Zijn zëvenvijftig- sie, achtenvijftigste en negenen vijftigste strijkkwartet onder strepen dat, maar bieden de luis teraar een aantal verrassingen extra. Ze zijn te horen op een recente neruitgaaf van CBS, waarop het Juilliard String Quartet de drie werken speelt. Opmerkelijk bij voorbeeld is, dat Haydn zich slechts in een van de drie kwartets ten - het laatste - aan de klassieke vonn houdt, ook al bevatten alle kwartetten vier delen. De beide andere werken maken door hun vormgeving een veel rapsodischer indruk. Opvallend ook, dat Haydn de eerste viool in zijn opus 54 een dominerende rol gaf, terwijl hij al in eerdere kwartetten de vier stemmen 'gelijke rechten' had ge geven: men kan er in dit geval een relatie in zien naar de violist Tost. Het Juilliard-kwartet zorgt voor verklankingen, waarin expressivi teit en helderheid samengaan. Er spreekt uit de vertolkingen zelf humor en gratie, maar het is inge bed in eeen strakke, vlotte aan pak. Er spreekt vormbesef uit - en daarom is het enige licht teleur stellende element in de vertolkin gen, dat men niet iets guller met herhalingen in de snelle delen is. Daar staat voor de platenkoper tegenover, dat nu alle drie de kwartetten op één schijf kunnen. die weliswaar in 1966 is opgeno men, maar 'als nieuw' klinkt. En nog geen dertien gulden kost. (CBS 61 549. stereo) Innemend Men zou - enig mank gaan op de koop toenemend - kunnen zeggen, dat Haydn in de klassieke periode de componist was, wiens strijk kwartetten de luisteraar het snelst aanspraken en dat uit de romantiek de strijkkwartetten van Antonin Dvorak de gemakke lijkst toegankelijke muziek voor deze combinatie schreef: veelal innemende, folkloristisch ge kruide werken. Twee voorbeelden treft men aan op een - in de middenprijsklasse uitgebrachte - Deccaplaat. Het Engelse 'Gabriel Quartet' vertolkt de strijkkwartetten opus 51 en opus 105 en combineert aldus in feite een minder bekende Dvorak met een vaker gespeeld werk: opus 105 hoort met het Neger kwartet (opus 96) en opus 106 tot de grote strijkkwartetten van de componist. Opus 51 blijkt een at tractief stuk muziek, met een Dumka op de plaats van het scherzo en een levendige Slavi sche dans als finale. Het gaat om vertolkingen van ni veau, Tsjechische ensembles ple gen er meer vuurwerk uit te halen. Maar de uitvoeringen van het Ga briel Quartet zijn gespannen en vief, de muziek staat niet onder druk en klinkt toch voldoende ge differentieerd. Te waarderen ver tolkingen derhalve, fraai van op- namekarakteristiek, en met een vol uur muziek. Ace of Diamonds SDD 479 stereo Gamba-sonates Een opmerkelijke uitgave tens lotte 'van eigen bodem'. Voor EMI legden Anneke Uittenbosch (kla vecimbel) en Veronika Hampe (viola da gamba) de drie gamba sonates van J. S. Bach vast. Ook hier een schijf in de middenprijs-klasse, die duurdere opnamen met succes naar de kroon steekt. Bach schreef de drie sonates BWV 1027,1028 en 1029 in zijn Köthense tijd, maar de precieze data zijn niet bekend. De gamba - knieviool, te vergelijken met de cello maar zachter van toon - speelde tot in de achttiende eeuw een onderge schikte rol als solo-instrument, werd vooral als continuo- instrument benut. Bach gaf in deze drie sonates - evenals in de vioolsonates - aan het klavecim bel gelijke rechten, beide instru menten zijn gelijkwaardige part ners. Dat is ook een van de elementen, die treffen in de uitvoeringen: het hechte samengaan van beide in strumenten. Er is doorgaans sprake van een perfect evenwicht in rolverdeling. De muziek klinkt- in de langzame, maar ook in de snelle delen - in fraaie melodische bogen. De verstilling van de lang zame delen leidt nergens tot 'stil stand', in de dansante delen wordt de muziek evenmin onder druk gezet. Men krijgt als luisteraar de plezierige indruk, dat er recht op de muziek af wordt gemusiceerd. Hoog te noteren vertolkingen, in een uitstekende balans opgeno men, (EMI 5C053-25216, stereo) Dat was in een gesprek een vraag die zo ineens werd gesteld. Ze was niet helemaal in ernst bedoeld. Natuurlijk kan er over de barmhartige Sama ritaan ook tegenwoordig worden gepreekt. En hoe menigmaal wordt men in de kerk niet naar hem verwezen en dit terecht, want de gelijkenis eindigt immers: ga heen en doe gij evenzo. Wat kan er uit deze gelijkenis in de tegenwoordige tijd zoal niet naar voren worden gehaald dat vroe- ger actueel was en het nu nog is. De namen van Joden en Samaritanen die in een niet eindigende vijandschap met elkaar leefden, kunnen zo vervangen worden door namen uit deze eeuw (en dit behoeven niet eens namen van volken te zijn) die een voortdurende vete vooronderstellen Het vallen in handen van rovers is ook nog geen onbekende zaak, al zijn de middelen waarvan zij zich bedienen dan nu gemoderniseerd. De pries- ter en de leviet, die met dit slachtoffer geen raad weten en allereerst denken aan eigen veiligheid, kunnen we gemakkelijk ook in ons zelf her kennen. De vraag wie mijn naaste is (daarom heeft Jezus die gelijkenis immers verteld) is nog altijd een zeer actuele vraag, die we maar al te gemakkelijk geneigd zijn naast ons neer te leggen. We gaan zoeken naar anderen, die veel meer als naasten moeten worden beschouwd en zo vol gen we weer het pad van priester en leviet, al is het dan nu met een ander argument. We zullen het er allen over eens zijn dat er over deze gelijkenis van de barmhartige Samaritaan goed en actueel kan worden gepreekt. En toch was de vraag die ineens in dat gesprek werd geworpen geen onno zele vraag, Het gesprek ging over de kerk en over het feit dat de kerk zich in de laatste dertig Jaar heel wat heeft moeten aanpas sen. Het een na het ander is haar uit handen geglipt. Wat is er overgebleven van het vroegere diakonale werk van de kerk? Het is verdwenen en zo er nog iets van resteert, is het meestal zwaar gesubsidieerd, zodat je vragen mag of het nog wel het werk van de kerk is. De overheid geeft hier de richtlij nen. Heeft de kerk er zich niet bij moéten neerleggen dat het 'helpen als ambacht' er voor in de plaats is gekomen, ook al draagt dit dan nog wel de naam van eén of meer kerken. In verband met de gelijkenis van de barmhartige Samaritaan geeft dit helpen als ambacht nog een kostelijke uitvlucht ook. zo in de geest van: en waar is het maatschappelijk werk, de gezinszorg enz.? Wat is er overgebleven van het kerkelijk jeugdwerk dat de overheid vroeger niets ol nagenoeg niets kostte, Het had zijn gebre ken, dat weten we. Het is nu alles breder opgezet, Het is gesubsidieerd, maar het dreigt helemaal aan de kerk te ontglippen, zo dit niet alreeds is geschied. Nu zouden we heus niet terug willen naar hetgeen dat geweest is. Als we het wilden, zou het onmogelijk blijken te zijn. Het ge sprek waarin onze vraag over de barmhar tige Samaritaan opkwam, ging eigenlijk over de bijbelse, de evangelische boodschap die de kerk in deze wereld heeft uit te dra gen en dit moet toch ook in de prediking tot uiting komen. Men was het er over eens dat er moeilijk een scheiding te maken is tussen vertikalisme en horizontalisme, welke woorden tegenwoordig nog al eens worden gebruikt om aan te duiden dat men nadruk legt op geloof, bekering, wedergeboorte, het gedreven worden door de Geest Gods en aan de andere kant de sterke nadruk die door anderen gelegd wordt op de eis tot ge rechtigheid, het uitgaan in Christus naam in deze wereld voor de dienst waartoe hij ons roept. We moeten niet alleen hoorders maar ook daders van het Woord zijn. Wan neer deze twee uiteen worden getrokken en vertikalisme en horizontalisme als tegen stellingen worden gezien, ligt er iets scheef. In dit gesprek nu kwam ineens de vraag: kan "ér óver de barmhartige Samaritaan nog wel worden gepreekt? Het ging de vrager vooral om de woorden barmhartige en barmhartigheid, die in de gelijkenis een be langrijke rol spelen. Kunnen we in de kerk daarmee nog wel voor de dag komen nu zo zeer de nadruk valt op gerechtigheid en dan niet de gerechtigheid van God en van Christus. Een aalmoes is tegenwoordig uit de boze. Dat is een stuk liefdadigheid van voorgaande eeuwen, waarvoor men in de sociale academies geen goed woord over heeft. Het is mij best. Liefdadigheid is een woord dat tenslotte niet in de bijbel te vin den is. Maar barmhartigheid is een van de bijbelse kernwoorden. Het wordt wel aller eerst en allermeest van God gebruikt. Op zijn barmhartigheid mogen wij een beroep doen. Maar daarom wordt barmhartigheid ook van mensen gevraagd. Zij die weten te leven uit de barmhartigheden des Heren, zullen ook zelf barmhartigheid moeten ken nen tegenover hun medemensen. „Gij hebt geen barmhartigheid bewezen," is een zware profetische aanklacht. Wat moeten we nu doen met dit bijbelse woord barm hartigheid? Kunnen we er nog wel een plaats voor vinden in deze tijd van zwarte, politieke, feministische en weet ik welke andere theologieën nog meer, die alle hori zontalistisch gericht zijn? Kunnen we nog wel een plaats vinden voor dit woord in onze eigen Nederlandse verhoudingen, die steeds meer door allerlei niet bepaald bij belse geloofsideologieën schijnen te worden beheerst. Kunnen we met dit bijbelse be grip barmhartigheid nog wel iets beginnen in de internationale verhoudingen, die steeds meer worden beheerst door de tegen stellingen oost-west en noord-zuid? Kunnen we daar terecht met de gelijkenis van de barmhartige Samaritaan als we die de barmhartige blijven noemen? Dit zijn tenslotte geen vragen voor een ge zellig praatje bij een kop koffie, zo op een achtermiddag. Het zijn zwaarwegende vra gen waarmee we hier te maken krijgen en we behoeven ons er dan ook geen ogenblik over te verwonderen dat men in de Raad van Kerken in ons land daarover ook heeft zitten peinzen. Volgens een persbericht dat ons onder ogen kwam, is er een studiecom missie geweest over diakonale kerkelijke vragen. Deze commissie heeft een rapport daarover samengsteld dat de titel heelt meegekregen: 'Diakonia-Charitas'. Het ging, aldus het bericht, over de verhouding tussen deze beide begrippen, waarvan het eerste in protestantse kerken gebruikelijk is. terwijl het tweede woord een meer roomskatholieke klank heeft. „Het onder zoek was er op gericht hoe termen als chari- tas en diakonia operationeel kunnen wor den gemaakt, zodat recht wordt gedaan aan de bijbelse boodschap en een bijdrage wordt geleverd in de noden en aspiraties van deze tijd." Zo lezen we. Bij het woord diakonie valt de nadruk op het dienen. Een diaken is een dienaar, een kerkelijk dienaar. Tot deze dienst worden eigenlijk alle ge meenteleden geroepen. Het woord charitas brengt ons meer in de sfeer van de liefda digheid die van alle parochianen mag wor den gevraagd. Maar ergens heeft men bij de Raad van Kerken met deze twee woorden verlegen gezeten en zo kwam de vraag: hoe kunnen ze operationeel worden gemaakt? Hoe kunnen wij de dienst, welke in deze beide woorden ligt besloten, in de kleine en in de grote samenleving in de praktijk brengen. Welke weg hebben de kerken daartoe te gaan? „Te weinig heeft men zich op dit voor kerk en christendom zo aangelegen en aan vechtbare terrein afgevraagd welk beeld van mens en maatschappij wordt gehuldigd en waar de verbindingen liggen met bijbelse grondwoorden." Toen ik dit zinnetje las, moest ik ineens weer denken aan de vraag in dat gesprek: kan er over de barmhartige Samaritaan nog wel worden gepreekt? Het is niet zomaar een losse flodder, maar een vraag waarmee kerken in ons land zitten, voor zover ze lid zijn van de Raad van Ker ken. Het persbericht verzekert dat de ver schillende kerken op het terrein van de dienst (diaconie) niet alleen voor de zelfde vragen staan, maar zich ook bewegen in de zelfde richting 'zodat de overeenkomsten groter worden dan de verschillen." Daarom hebben ze alle behoefte 'aan bijbelse noties over de dienst." Kan de kerk met de bijbel in de hand, waarin ons toch bepaalde normen worden gesteld, nog wel iets zeggen in deze wereld waar mensen steeds meer hun eigen nor men formuleren en daarnaar handelen, normen die samenhangen met en voortko men uit een ander wereldbeeld en een ander mensbeeld? Kan de kerk zich gaan bewegen los van een norm die God ons heeft gesteld? Wat doen we in deze wereld nog met de tien geboden, een stuk zedelijke norm, die we niet ongestraft terzijde kunnen schuiven, En toch zien we dat het gebeurt en men doet alsof het de normaalste zaak van de wereld is, Kan de kerk anders dan met de bijbel in de hand in deze wereld gaan staan? Kan ze anders dan haar dienst verrichten zoals ze daartoe geroepen is? Kan ze zich losmaken van de gelijkenis van de barm hartige Samaritaan? Wie Christus heeft le ren kennen als de waarachtige en barmhar tige Samaritaan, zal zich van zijn beeld met- kunnen losmaken en hij zal iets trachten te verwerkelijken van het slot van de gelijke nis: ga heen en doe gij evenzo. Hij zal er ook niet ook geven als hij met zijn ideeën dan voor ouderwets wordt aangezien, ANTONIN DVORAK Qoed leven is de wens van iedereen. V/ie ons dat bieden Ran, kan op onze aanhang rekenen. Oeluk, vrede, harmonie, sjaloom, de hele wereld snakt er naar. V/aar is een wereldheiland die dat kan bewerkstelligen In de loop van de tijd heeft men telkens weer bepaalde mannen aangezien voor zulke geluksbrengers, en werd er „heil" geroepen. Maar op zijn zachtst gezegd is het steeds weer op een teleurstelling uitgelopen na korter of langer tijd. Nu is er iemand die zich ook aandient als Heiland van de wereld. Zijn naam is u alle maal bekend: Jezus Chris tus. Al eeuwen lang horen we vanuit de Bijbel zijn woorden: Mij is gegeven alle Waarom heeft deze Heiland niet ieders vertrouwen Weet u een betere Hij roept ons op om Hem te volgen. Laat Mij uw leider zijnVrede en geluk voor nu en eeuwig voor ieder die het Mij waagt. Laten we deze roepstem ho ren. Heus: wie waagt, die wint. En een wereld waarin mensen het met deze Hei land wagen, zal er wél bij varen. Jezus is een ander soort Heiland dan de mensheid uit zichzelf oplevert. Hij, de door God aan ons geschon ken Heiland, brengt vrede via het kruis. Via het offer. Zo wordt de schuld verzoend. Aan het kruis heeft Jezus, Gods Zoon, de machten die het goede leven aantasten en kapot maken, de doodsteek gegeven. Zo is er perspectiej geopend op nieuw leven. Morgens is het de eerste zondag in de lijdenstijd. De kerk richt zich op het komende Paasfeest, hel feest van het nieuwe leven, maar de weg daarheen ging via het kruis op Golgotha. Gaat u allemaal mee, alles verwachtend van Jezus Op weg naar werkelijk goed leven Of weet u een andere moge lijkheid voor u zelf en voor de wereld J. van Eijk Middelburg

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 1976 | | pagina 18