BACH, HAYDN, DVORAK
EEN MERKWAARDIG LID VAN
DE BRITSE STEENKOOLRAAD
BEWOON!-
DE
WERELD!
Kan er over de barmhartige
Samaritaan nog gepreekt worden?
GOED LEVEN
18
PROVINCIALE ZEEUWSE COURANT
ZATERDAG 6 MAART 1976
Eén van de vaagste modekreten
van de laatste jaren jaren luidt:
„Wij moeten op weg gaan naar een
nieuwe levensstijl." Met zo'n kreet
kan van alles worden bedoeld. De
term 'nieuw' en het begrip 'levens
stijl' zijn ieder voor zich dermate
algemeen, dat men uit de slogan
alleen kan afleiden, dat wij kenne
lijk iets anders moeten nastreven
dan wij totdusverre hebben ge
daan. Dit andere heeft dan waar
schijnlijk iets met onze levensstijl
te maken.
Toch voelt ieder van ons wel aan, dat ei
achter de kreet 'óp naar een nieuwe leven
sstijl' een filosofie moet schuilgaan en wij
bevroeden ook wel, welke filosofie dat is.
Een nieuwe levensstijl vraagt van ons een
kritische en bewuste houding: bezinning op
wat wij met ons allen samen aan het doen
zijn in de wereld. Het gaat bij de nieuwe le
vensstijl om een mentaliteit van zorgvul
digheid bij het beheer van de schepping die
ons is toevertrouwd. Sommige apostelen
van de nieuwe levensstijl drijven die zorg
vuldigheid erg ver door. Zij zeggen bijvoor
beeld, dat het maken van een meer dan ge
woon lawaai, een vorm van inbreuk plegen
op het acoustische domein van de mede
mens is. Als zij daarmee het geweld van de
'Concorde' bedoelen, dan zal iedereen het
ermee eens zijn. Maar de meest fervente
nieuwe levensstijlers hebben ook wat tegen
het geratel van schrijfmachines of tegen een
op luide toon gevoerd gesprek. Het is niet
erg waarschijnlijk, dat deze zeer begees
terde voorvechters van de nieuwe levens
stijl veel succes met hun campagnes zullen
hebben. Slechts weinig mensen hebben aan
leg voor het vak van zwijgende monnik.
dan de schatten die de Vader voor ons in
petto heeft
De oproep om wat zorgelozer te leven heeft
zyn geldigheid behouden tot aan het begin
van de industriële revolutie. Sedert het
moment waarop de technologie ons op een
gemakkelijke en vrij goedkope manier alles
ging leveren wat wij maar nodig menen te
hebben, is zorgeloosheid over de dag van
morgen een riskante houding geworden. Wij
hebben een verfijnde en gecompliceerde
produktle-machinerie opgebouwd en wij
kunnen deze niet zonder enorme problemen
stopzetten, maar wij kunnen haar evenmin
onverstoorbaar laten doordraaien. Zorge
loosheid is fataal. Als wij Gods water nu
over Gods akker laten lopen, dan is de ak-
Ee,
-Jen oproep van de nieuwe levensstijlers
die tegenwoordig heel wat beter overkomt,
is die betreffende een zuiniger en meer
doordacht gebruik van de schaarser worden
goederen welke de natuur ons ter beschik
king stelt. Men roept ons op om de echte
verspilling te bestrijden en om van hetgeen
wij eigenlijk te veel hebben, wat meer af te
staan aan de mensen op aarde die het
slechter hebben dan wij.
Het programfna van de nieuwe levensstijl
bevat in zijn kern weinig nieuws - het wordt
alleen weer eens op een andere manier on
der woorden gebracht. Jezus, en velen vóói
en na hem, leerden de mensen al dat heb
zucht en gemakzucht fatale gevolgen kun
nen hebben - juist ook voor anderen. In de
tijd waarin Jezus predikte was (blijkbaar)
het beste argument om de hebzucht te be
strijden, een vergelijking met de manier van
leven in de natuur. Jezus nam de bloemen
op het veld en de vogels in de hemel als pro
totypen van nieuwe levensstijlers. Zij
maaien en zaaien niet, zij weven geen kleren
voor zichzelf, maar toch zijn zij precies zó
als de Vader m de hemel hen het liefste ziet,
zei Jezus. En hij gaf zijn toehoorders daarbij
de raad om wat zorgelozer te leven. Niet
voortdurend te denken aan de dag van
morgen (die zorgt wel voor zichzelf) en de
schatten op aarde minder hoog aan te slaan
ker er slecht aan toe... Inplaats van met
zorgeloosheid dienen wij met verantwoorde
lijkheidsbesef in het leven te staan. En mis
schien komt er daarna een tijd. waarin de
dag van morgen inderdaad wel voor zichzell
kan zorgen.
Roofbouw
Het is waarschijnlijk de onbezorgheid bij
de produktie en consumptie van de goede
ren die tot de inventaris van de welvaarts
maatschappij behoren, die ons met drie cri
ses heeft opgezadeld. Volgens de belijders
van de nieuwe levensstijl zijn het deze drie
- aantasting van het milieu,
- schaarste aan natuurlijke hulpbronnen.
- onbestuurbaarheid van de bevolkingen.
Deze grote problemen moeten wij wijten
aan onze levenshouding, die neerkomt op
het motto: koop nu - betaal later. Wij heb
ben van produktie ons credo gemaakt,
maar de produktie staat of valt met het ka
pitaal dat ons door de natuur, of zo u wilt:
de schepping - wordt geleverd in de vorm
van water, lucht en hulpbronnen. Dit is uit
eraard geen blijvend kapitaal, geen
continu-inkomen. Desondanks:-op geen en
kele balans komt een post 'afschrijving we
gens gebruik van het natuurlijk kapitaal'
voor
Onze wijze van produceren en eonsumerep,
zo zeggen de nieuwe levensstijlers, beteken!
dat wij het natuurlijk bezit van de toekomst
in roofbouw nemen. De nieuwe levensstijl
biedt wellicht de mogelijkheid om de toe
komst veilig te stellen voor onze kinderen
Eén van de grote filosofen van de nieuwe le
vensstijl is de Engelsman Ernest Schuma
cher, die verbonden is aan een orgaan waar
men zo'n figuur niet direct zou zoeken: de
Britse steenkoolraadHij leell daar in de
schaduw van de nagedachtenis van wijlen
Bronowski, die tijdens zijn leven ook al aan
de Steenkoolraad verbonden was. Schuma
cher en Bronowski kunnen gelden als de
grote strategen van de nieuwe levensstijl.
Het blad 'Science' wijdde onlangs een uit-
voerig artikel aan het denken van Schuma
cher en het loont de moeite om uit dit arti
kel het één en ander te citeren. Schumacher
behoort niet tot de categorie mensen, die ik
in een vorig artikel als moderne paalheili-
gen heb aangeduid - neen. hij draait volle
dig mee in het economisch gebeuren en zijn
inzichten en ervaringen berusten op erva
ringen in de praktijk.
De techniek
Schumacher is bekend geworden door zijn
geschrift 'Small is beautifull' (Klein is fijn;
dat hard op weg is, het evangelie te worden
voor allen die de technische ontwikkeling
van vandaag de dag in een andere richting
willen afbuigen. De ondertitel van Schuma
chers geschrift luidt: 'Economie - alsof
ménsen er iets toe deden...'
Het opmerkelijke lid van de Britse steen
koolraad trekt speciaal van leer tegen de
politieke, economische en industriële lei
ders van heden, die beweren dat de techno
logie ons zal verlossen van de problemen
die zij zelf in het leven heeft geroepen. „Ver
geet het maar", zegt Schumacher. „De
technologie kan dat niet. want zij vindt
haar basis in een zestal kwaadaardige, het
leven bedreigende vormen van metafysica."
De ideeën waarop Schumacher doelt zijn in
de wereld gebracht door denkers als Dar
win, Marx en Freud Deze mensen hebben
weliswaar beweerd dat zij met de metafy
sica hebben afgerekend, maar intussen
hebben ook zij ons een handvol schijn
waarden in ruil voor de oude metafysica ge
geven en daar plukken wij nu en straks de
wrange vruchten van.
Schumacher heeft het in het bijzonder op
de techniek gemunt. Hij zegt: Het is haar
eerste taak om de last van de arbeid voor
ons te verlichten. Maar heeft zij dat ook ge
daan? Heeft zij ons van de last bevrijd?
Neen, meent hij, de techniek heeft ons met
het meeste succes 'verlost' van het kundige,
produktieve werk van de menselijke hand.
Het ambachtelijk handwerk van weleer
bracht de mens in een lichamelijk contact
met de materialen die hij wenste te bewer
ken. Daardoor was de mens, om met Tho
mas van Aquino te spreken, een wezen be
staande uit hoofd en handen.
Aan het 'denken met de handen' is door de
techniek een einde gemaakt. Alleen de kun
stenaar beschikt nog over het privilege om
zó te kunnen scheppen als voorheen de
normale ambachtsman deed. Schumacher
veronderstelt dat de voornaamste oorzaak
van de moderne neuroses weieens zou kun
nen liggen in het feit, dat de techniek ons
heeft beroofd van het creatieve en zinvolle
werk, in nauw contact met natuurlijke ma
terialen. Werk, waaraan de hele mens te pas
komt,
Daarvoor in de plaats heelt de techniek ons
bedolven onder een overvloed van werk. dat
ons in zijn onoverzichtelijkheid onmogelijk
kan boeien.
Misleidend
Dal
at wij ons in deze fuik hebben laten lok
ken komt volgens Schumacher, doordat wij
het bruto nationaal produkt tot het gang
bare en meest belangrijke criterium hebben
verheven. Volgens Schumacher is het ech
ter veel voornamer en veel gezonder voor
ons, als iedereen een beetje produceert, in
plaats van dat enkelingen (geholpen door de
technieki een hele boel produceren. „De
produktie-technieken", zegt hij. „dienen uit
te gaan van plaatselijk voorradige materia
len en van gemakkelijk aan te leren vaar
digheden." Dan kan werken weer een
vreugde worden en een genezend effect op
de mens hebben.
De economische theorie van Schumacher is
typisch on-westers. Zij is duidelijk geïnspi
reerd door de boeddistische levensbeschou
wing welke andere doeleinden aan het
menselijk bestaan stelt dan wij in het wes
ten plegen te doen.
De boeddist ziet, bevrijding (gezien als een
geestelijke zaak) als het doel van het men
selijk bestaan. Een 'boeddistische econo
mie' streeft er dan ook naar om de mense
lijke bevrediging zo groot mogelijk te doen
zijn binnen het kader van het haalbare con
sumptiepatroon. De westerse mens daaren
tegen probeert voortdurend om de con
sumptie te maximaliseren aan de hand van
het haalbare produktiepatroon. De zaken
zijn precies omgedraaid.
Dat wij in het westen de grenzen van het
haalbare op produktiegebied steeds kunnen
verruimen, komt door onze arbeidsbespa
rende machines. Als het nu zo was, dat die
machines ons, behalve arbeid, ook spanning
zouden sparen dan was het zo erg nog
niet. maar - zoals hiervoor al werd aange
stipt - de machine is tussen ons en onze
handen in gaan staan en heeft daardoor
voor een breuk tussen de mens en de natuur
gezorgd.
Dat wij dit niet duidelijk inzien komt, aldus
nog steeds Schumacher, doordat de wes
terse mens zijn gevoel voor waarden heeft
verspeeld en doordat hij door zijn nieuwe
technische mogelijkheden over het paard is
getild.
Wij zoeken de remedie in meer kennis, meer
onderwijs dus, Maar wat wij nodig hebben
is: wijsheid. De wetenschap kan ons kennis
verschaffen, maar visies waarmee wij ons
leven zinvol en gelukkig kunnen organise
ren, dienen wij door middel van zelfinkeer -
en wijsheid te verwerven. Wetenschap en
techniek brengen 'know how' vóórt, maar op
zichzelf beschouwd is 'know how' een mid
del zonder doel, een onafgemaakte zin.
Know how is net zo min cultuur als een
piano muziek is.
Het is onmogelijk om in het bestek van dit
ene artikel ook maar bij benadering recht te
doen aan alle denkbeelden van het merk-
waardig_lid van de Britse steenkoolraad
Schumacher. Hopelijk is echter wel vol
doende duidelijk gemaakt, dat er achter de
modekreet, 'Nieuwe levensstijl' méér schuil
gaat dan menigeen denkt.
A. F. M. C. Koopman
De drie strijkkwartetten opus 54
van Joseph Haydn kan men - al
lang - niet meer rekenen tot de
vroege divertimenti. Ze stammen
- vermoedelijk - uit 1788 en wer
den gesehreveu voor de violist
Tost. Haydn had toen het klas
sieke strijkkwartet in feite al
vorm gegeven. Zijn zëvenvijftig-
sie, achtenvijftigste en negenen
vijftigste strijkkwartet onder
strepen dat, maar bieden de luis
teraar een aantal verrassingen
extra.
Ze zijn te horen op een recente
neruitgaaf van CBS, waarop het
Juilliard String Quartet de drie
werken speelt. Opmerkelijk bij
voorbeeld is, dat Haydn zich
slechts in een van de drie kwartets
ten - het laatste - aan de klassieke
vonn houdt, ook al bevatten alle
kwartetten vier delen. De beide
andere werken maken door hun
vormgeving een veel rapsodischer
indruk. Opvallend ook, dat Haydn
de eerste viool in zijn opus 54 een
dominerende rol gaf, terwijl hij al
in eerdere kwartetten de vier
stemmen 'gelijke rechten' had ge
geven: men kan er in dit geval een
relatie in zien naar de violist Tost.
Het Juilliard-kwartet zorgt voor
verklankingen, waarin expressivi
teit en helderheid samengaan. Er
spreekt uit de vertolkingen zelf
humor en gratie, maar het is inge
bed in eeen strakke, vlotte aan
pak. Er spreekt vormbesef uit - en
daarom is het enige licht teleur
stellende element in de vertolkin
gen, dat men niet iets guller met
herhalingen in de snelle delen is.
Daar staat voor de platenkoper
tegenover, dat nu alle drie de
kwartetten op één schijf kunnen.
die weliswaar in 1966 is opgeno
men, maar 'als nieuw' klinkt. En
nog geen dertien gulden kost.
(CBS 61 549. stereo)
Innemend
Men zou - enig mank gaan op de
koop toenemend - kunnen zeggen,
dat Haydn in de klassieke periode
de componist was, wiens strijk
kwartetten de luisteraar het
snelst aanspraken en dat uit de
romantiek de strijkkwartetten
van Antonin Dvorak de gemakke
lijkst toegankelijke muziek voor
deze combinatie schreef: veelal
innemende, folkloristisch ge
kruide werken.
Twee voorbeelden treft men aan
op een - in de middenprijsklasse
uitgebrachte - Deccaplaat. Het
Engelse 'Gabriel Quartet' vertolkt
de strijkkwartetten opus 51 en
opus 105 en combineert aldus in
feite een minder bekende Dvorak
met een vaker gespeeld werk:
opus 105 hoort met het Neger
kwartet (opus 96) en opus 106 tot
de grote strijkkwartetten van de
componist. Opus 51 blijkt een at
tractief stuk muziek, met een
Dumka op de plaats van het
scherzo en een levendige Slavi
sche dans als finale.
Het gaat om vertolkingen van ni
veau, Tsjechische ensembles ple
gen er meer vuurwerk uit te halen.
Maar de uitvoeringen van het Ga
briel Quartet zijn gespannen en
vief, de muziek staat niet onder
druk en klinkt toch voldoende ge
differentieerd. Te waarderen ver
tolkingen derhalve, fraai van op-
namekarakteristiek, en met een
vol uur muziek.
Ace of Diamonds SDD 479 stereo
Gamba-sonates
Een opmerkelijke uitgave tens
lotte 'van eigen bodem'. Voor EMI
legden Anneke Uittenbosch (kla
vecimbel) en Veronika Hampe
(viola da gamba) de drie gamba
sonates van J. S. Bach vast. Ook
hier een schijf in de
middenprijs-klasse, die duurdere
opnamen met succes naar de
kroon steekt.
Bach schreef de drie sonates BWV
1027,1028 en 1029 in zijn Köthense
tijd, maar de precieze data zijn
niet bekend. De gamba - knieviool,
te vergelijken met de cello maar
zachter van toon - speelde tot in
de achttiende eeuw een onderge
schikte rol als solo-instrument,
werd vooral als continuo-
instrument benut. Bach gaf in
deze drie sonates - evenals in de
vioolsonates - aan het klavecim
bel gelijke rechten, beide instru
menten zijn gelijkwaardige part
ners.
Dat is ook een van de elementen,
die treffen in de uitvoeringen: het
hechte samengaan van beide in
strumenten. Er is doorgaans
sprake van een perfect evenwicht
in rolverdeling. De muziek klinkt-
in de langzame, maar ook in de
snelle delen - in fraaie melodische
bogen. De verstilling van de lang
zame delen leidt nergens tot 'stil
stand', in de dansante delen wordt
de muziek evenmin onder druk
gezet. Men krijgt als luisteraar de
plezierige indruk, dat er recht op
de muziek af wordt gemusiceerd.
Hoog te noteren vertolkingen, in
een uitstekende balans opgeno
men,
(EMI 5C053-25216, stereo)
Dat was in een gesprek een vraag die zo ineens werd gesteld. Ze was niet
helemaal in ernst bedoeld. Natuurlijk kan er over de barmhartige Sama
ritaan ook tegenwoordig worden gepreekt. En hoe menigmaal wordt
men in de kerk niet naar hem verwezen en dit terecht, want de gelijkenis
eindigt immers: ga heen en doe gij evenzo. Wat kan er uit deze gelijkenis
in de tegenwoordige tijd zoal niet naar voren worden gehaald dat vroe-
ger actueel was en het nu nog is. De namen van Joden en Samaritanen
die in een niet eindigende vijandschap met elkaar leefden, kunnen zo
vervangen worden door namen uit deze eeuw (en dit behoeven niet eens
namen van volken te zijn) die een voortdurende vete vooronderstellen
Het vallen in handen van rovers is ook nog geen onbekende zaak, al zijn
de middelen waarvan zij zich bedienen dan nu gemoderniseerd. De pries-
ter en de leviet, die met dit slachtoffer geen raad weten en allereerst
denken aan eigen veiligheid, kunnen we gemakkelijk ook in ons zelf her
kennen. De vraag wie mijn naaste is (daarom heeft Jezus die gelijkenis
immers verteld) is nog altijd een zeer actuele vraag, die we maar al te
gemakkelijk geneigd zijn naast ons neer te leggen. We gaan zoeken naar
anderen, die veel meer als naasten moeten worden beschouwd en zo vol
gen we weer het pad van priester en leviet, al is het dan nu met een
ander argument.
We zullen het er allen over eens zijn dat er
over deze gelijkenis van de barmhartige
Samaritaan goed en actueel kan worden
gepreekt. En toch was de vraag die ineens
in dat gesprek werd geworpen geen onno
zele vraag, Het gesprek ging over de kerk en
over het feit dat de kerk zich in de laatste
dertig Jaar heel wat heeft moeten aanpas
sen. Het een na het ander is haar uit handen
geglipt. Wat is er overgebleven van het
vroegere diakonale werk van de kerk? Het
is verdwenen en zo er nog iets van resteert,
is het meestal zwaar gesubsidieerd, zodat je
vragen mag of het nog wel het werk van de
kerk is. De overheid geeft hier de richtlij
nen. Heeft de kerk er zich niet bij moéten
neerleggen dat het 'helpen als ambacht' er
voor in de plaats is gekomen, ook al draagt
dit dan nog wel de naam van eén of meer
kerken. In verband met de gelijkenis van de
barmhartige Samaritaan geeft dit helpen
als ambacht nog een kostelijke uitvlucht
ook. zo in de geest van: en waar is het
maatschappelijk werk, de gezinszorg enz.?
Wat is er overgebleven van het kerkelijk
jeugdwerk dat de overheid vroeger niets ol
nagenoeg niets kostte, Het had zijn gebre
ken, dat weten we. Het is nu alles breder
opgezet, Het is gesubsidieerd, maar het
dreigt helemaal aan de kerk te ontglippen,
zo dit niet alreeds is geschied.
Nu zouden we heus niet terug willen naar
hetgeen dat geweest is. Als we het wilden,
zou het onmogelijk blijken te zijn. Het ge
sprek waarin onze vraag over de barmhar
tige Samaritaan opkwam, ging eigenlijk
over de bijbelse, de evangelische boodschap
die de kerk in deze wereld heeft uit te dra
gen en dit moet toch ook in de prediking tot
uiting komen. Men was het er over eens dat
er moeilijk een scheiding te maken is tussen
vertikalisme en horizontalisme, welke
woorden tegenwoordig nog al eens worden
gebruikt om aan te duiden dat men nadruk
legt op geloof, bekering, wedergeboorte, het
gedreven worden door de Geest Gods en
aan de andere kant de sterke nadruk die
door anderen gelegd wordt op de eis tot ge
rechtigheid, het uitgaan in Christus naam
in deze wereld voor de dienst waartoe hij
ons roept. We moeten niet alleen hoorders
maar ook daders van het Woord zijn. Wan
neer deze twee uiteen worden getrokken en
vertikalisme en horizontalisme als tegen
stellingen worden gezien, ligt er iets scheef.
In dit gesprek nu kwam ineens de vraag:
kan "ér óver de barmhartige Samaritaan nog
wel worden gepreekt? Het ging de vrager
vooral om de woorden barmhartige en
barmhartigheid, die in de gelijkenis een be
langrijke rol spelen. Kunnen we in de kerk
daarmee nog wel voor de dag komen nu zo
zeer de nadruk valt op gerechtigheid en dan
niet de gerechtigheid van God en van
Christus. Een aalmoes is tegenwoordig uit
de boze. Dat is een stuk liefdadigheid van
voorgaande eeuwen, waarvoor men in de
sociale academies geen goed woord over
heeft. Het is mij best. Liefdadigheid is een
woord dat tenslotte niet in de bijbel te vin
den is. Maar barmhartigheid is een van de
bijbelse kernwoorden. Het wordt wel aller
eerst en allermeest van God gebruikt. Op
zijn barmhartigheid mogen wij een beroep
doen. Maar daarom wordt barmhartigheid
ook van mensen gevraagd. Zij die weten te
leven uit de barmhartigheden des Heren,
zullen ook zelf barmhartigheid moeten ken
nen tegenover hun medemensen. „Gij hebt
geen barmhartigheid bewezen," is een
zware profetische aanklacht. Wat moeten
we nu doen met dit bijbelse woord barm
hartigheid? Kunnen we er nog wel een
plaats voor vinden in deze tijd van zwarte,
politieke, feministische en weet ik welke
andere theologieën nog meer, die alle hori
zontalistisch gericht zijn? Kunnen we nog
wel een plaats vinden voor dit woord in
onze eigen Nederlandse verhoudingen, die
steeds meer door allerlei niet bepaald bij
belse geloofsideologieën schijnen te worden
beheerst. Kunnen we met dit bijbelse be
grip barmhartigheid nog wel iets beginnen
in de internationale verhoudingen, die
steeds meer worden beheerst door de tegen
stellingen oost-west en noord-zuid? Kunnen
we daar terecht met de gelijkenis van de
barmhartige Samaritaan als we die de
barmhartige blijven noemen?
Dit zijn tenslotte geen vragen voor een ge
zellig praatje bij een kop koffie, zo op een
achtermiddag. Het zijn zwaarwegende vra
gen waarmee we hier te maken krijgen en
we behoeven ons er dan ook geen ogenblik
over te verwonderen dat men in de Raad
van Kerken in ons land daarover ook heeft
zitten peinzen. Volgens een persbericht dat
ons onder ogen kwam, is er een studiecom
missie geweest over diakonale kerkelijke
vragen. Deze commissie heeft een rapport
daarover samengsteld dat de titel heelt
meegekregen: 'Diakonia-Charitas'. Het
ging, aldus het bericht, over de verhouding
tussen deze beide begrippen, waarvan het
eerste in protestantse kerken gebruikelijk
is. terwijl het tweede woord een meer
roomskatholieke klank heeft. „Het onder
zoek was er op gericht hoe termen als chari-
tas en diakonia operationeel kunnen wor
den gemaakt, zodat recht wordt gedaan aan
de bijbelse boodschap en een bijdrage
wordt geleverd in de noden en aspiraties
van deze tijd." Zo lezen we. Bij het woord
diakonie valt de nadruk op het dienen. Een
diaken is een dienaar, een kerkelijk dienaar.
Tot deze dienst worden eigenlijk alle ge
meenteleden geroepen. Het woord charitas
brengt ons meer in de sfeer van de liefda
digheid die van alle parochianen mag wor
den gevraagd. Maar ergens heeft men bij de
Raad van Kerken met deze twee woorden
verlegen gezeten en zo kwam de vraag: hoe
kunnen ze operationeel worden gemaakt?
Hoe kunnen wij de dienst, welke in deze
beide woorden ligt besloten, in de kleine en
in de grote samenleving in de praktijk
brengen. Welke weg hebben de kerken
daartoe te gaan?
„Te weinig heeft men zich op dit voor kerk
en christendom zo aangelegen en aan
vechtbare terrein afgevraagd welk beeld
van mens en maatschappij wordt gehuldigd
en waar de verbindingen liggen met bijbelse
grondwoorden." Toen ik dit zinnetje las,
moest ik ineens weer denken aan de vraag
in dat gesprek: kan er over de barmhartige
Samaritaan nog wel worden gepreekt? Het
is niet zomaar een losse flodder, maar een
vraag waarmee kerken in ons land zitten,
voor zover ze lid zijn van de Raad van Ker
ken. Het persbericht verzekert dat de ver
schillende kerken op het terrein van de
dienst (diaconie) niet alleen voor de zelfde
vragen staan, maar zich ook bewegen in de
zelfde richting 'zodat de overeenkomsten
groter worden dan de verschillen." Daarom
hebben ze alle behoefte 'aan bijbelse noties
over de dienst."
Kan de kerk met de bijbel in de hand,
waarin ons toch bepaalde normen worden
gesteld, nog wel iets zeggen in deze wereld
waar mensen steeds meer hun eigen nor
men formuleren en daarnaar handelen,
normen die samenhangen met en voortko
men uit een ander wereldbeeld en een ander
mensbeeld? Kan de kerk zich gaan bewegen
los van een norm die God ons heeft gesteld?
Wat doen we in deze wereld nog met de tien
geboden, een stuk zedelijke norm, die we
niet ongestraft terzijde kunnen schuiven,
En toch zien we dat het gebeurt en men
doet alsof het de normaalste zaak van de
wereld is, Kan de kerk anders dan met de
bijbel in de hand in deze wereld gaan staan?
Kan ze anders dan haar dienst verrichten
zoals ze daartoe geroepen is? Kan ze zich
losmaken van de gelijkenis van de barm
hartige Samaritaan? Wie Christus heeft le
ren kennen als de waarachtige en barmhar
tige Samaritaan, zal zich van zijn beeld met-
kunnen losmaken en hij zal iets trachten te
verwerkelijken van het slot van de gelijke
nis: ga heen en doe gij evenzo. Hij zal er ook
niet ook geven als hij met zijn ideeën dan
voor ouderwets wordt aangezien,
ANTONIN DVORAK
Qoed leven is de wens van
iedereen. V/ie ons dat bieden
Ran, kan op onze aanhang
rekenen. Oeluk, vrede,
harmonie, sjaloom, de hele
wereld snakt er naar. V/aar
is een wereldheiland die dat
kan bewerkstelligen
In de loop van de tijd heeft
men telkens weer bepaalde
mannen aangezien voor
zulke geluksbrengers, en
werd er „heil" geroepen.
Maar op zijn zachtst gezegd
is het steeds weer op een
teleurstelling uitgelopen na
korter of langer tijd.
Nu is er iemand die zich ook
aandient als Heiland van de
wereld. Zijn naam is u alle
maal bekend: Jezus Chris
tus. Al eeuwen lang horen
we vanuit de Bijbel zijn
woorden: Mij is gegeven alle
Waarom heeft deze Heiland
niet ieders vertrouwen
Weet u een betere
Hij roept ons op om Hem te
volgen. Laat Mij uw leider
zijnVrede en geluk voor
nu en eeuwig voor ieder die
het Mij waagt.
Laten we deze roepstem ho
ren. Heus: wie waagt, die
wint. En een wereld waarin
mensen het met deze Hei
land wagen, zal er wél bij
varen.
Jezus is een ander soort
Heiland dan de mensheid
uit zichzelf oplevert. Hij, de
door God aan ons geschon
ken Heiland, brengt vrede
via het kruis.
Via het offer. Zo wordt de
schuld verzoend. Aan het
kruis heeft Jezus, Gods
Zoon, de machten die het
goede leven aantasten en
kapot maken, de doodsteek
gegeven. Zo is er perspectiej
geopend op nieuw leven.
Morgens is het de eerste
zondag in de lijdenstijd. De
kerk richt zich op het
komende Paasfeest, hel
feest van het nieuwe leven,
maar de weg daarheen ging
via het kruis op Golgotha.
Gaat u allemaal mee, alles
verwachtend van Jezus
Op weg naar werkelijk goed
leven
Of weet u een andere moge
lijkheid voor u zelf en voor
de wereld
J. van Eijk
Middelburg