HOE VRIJ IS DE CONSUMENT TEGENOVER DE RECLAME? BEWOON DE WERELD! van der ven in de vleeshal mmm mÊËMÊm, 'GEMEENSCHAP DER KERKEN' GING;'SAAMHORIG'KWAM Waarom zijt gij bevreesd... -„mAG8«°WARI 1976 PROVINCIALE ZEEUWSE COURANT 19 J)e reclame praat altijd tegen u. ['kunt ook wat terug zeggen!" Met ieze pakkende kreet heeft de Re- dame Code Commissie zich per sdvertentie tot de Nederlandse consumenten gericht. De commis si die lang tussen de coulissen ieeft gestaan, treedt nu opeens [oor het voetlicht, teneinde het ;Jbliek attent te maken op het ^rschijnsel van de misleidende of plaatste reclame. Als iemand jent dat een adverteerder hem •waarheden of grove overdrijvin- sn vertelt, dan kan hij zich tot de üiclame Code Commissie wenden. 3» commissie kent de wegen om éls tegen misbruik van het me- cium 'reclame' te ondernemen. Of samenwerking tussen de com- ssie en door haar gewaar schuwde consumenten zal leiden lot de geruisloze verdwijning van dubieuze vormen van reclame, moeten wij natuurlijk afwachten. Maar het is al een heel ding, als de consument leert om de reclame die men op hem afvuurt, eens wat kri tischer te bekijken. Dat dwingt zowel de reclamemakers, alsmede de fabrikanten en leveranciers van allerlei produkten en diensten, om het serieus met de waarheid te nemen. Op de wat langere duur zijn zowel de producenten als de consumenten daarbij gebaat. De oproep van de Reclame Code Commissie un bet Nederlandse publiek komt niet on- rawacht De reclamemakers worden gezien ils de tamboers van de consumptiemaat- schappij en als zodanig trokken zij enkele jaren geleden al de aandacht van de Neder landse bisschoppen, die in een aan de ver sobering gewijde vastenbrief lieten weten cat er ethische en morele aspecten aan het consumeren vastzitten, en (dus) ook aan bet propageren van de consumptie Kort ge leden beeft ook de regering haar licht op de. reclame laten schijnen. Zij meent onder an te, dat reclame voor volslagen onnuttige tó schadelijke artikelen - bijvoorbeeld vanuit milieu- of energie-oogpunt bezien - injafand moet kunnen worden. In de eco nomische huishouding van een modem land als het onze neemt de reclame, die be hoeften zowel kan opwekken als helpen be vredigen, een niet weg te denken plaats in. Bet is mogelijk, dat de Reclame Code Commissie probeert om een eventueel toe komstig overheidsingrijpen in de reclame- husiness te voorkomen, door tijdig de zaken meigen huis op orde te stellen. Ook in de Wereldraad van Kerken komt van tijd tot tijd het fenomeen 'reclame* aan ie orde. De kerken zien de rol van de re clame vooral in het licht van het door hen verfoeide 'consumerisme'. Met dit woord bedoelt men een economisch mechanisme, dat de mens dwingt om steeds meer te pro duceren en te consumeren, zonder dat er nog sprake is van een dekking van redelijke behoeften. Als voorbeeld van een summum van consumerisme noemt men: het kopen vaneen vleugelpiano voor één enkele piano- Ed ichter: ook in kerkelijke kringen moet men toegeven, dat de 20e eeuwse mens in materiaal opzicht niet van brood alléén leeft. Als hij dat wel zou doen. indien wij uitsluitend datgene kochten wat voorde in standhouding van ons leven noodzakelijk is. dan zou onze economie binnen zeer korte tijd krakend ineenstorten Overconsumptie is in een welvaartsstaat even noodzakelijk als overproduktie. Men kan echter van mening verschiUen over de vraag hoever men daarbij kan en mag gaan. De beoefenaars van het reclamevak maken zich over deze. in wezen ethische vraag, ge woonlijk niet al te veel zorgen. Zij sporen de vraag naar een bepaald artikel of een be paalde dienst op. of zorgen dat die vraag manifest wordt en vervolgens presenteren zij op vakkundige wijze het artikel dat in deze opgewekte vraag voorziet. Als het mo gelijk zou zijn om het Nederlandse volk het nut en het gemak van een elektrische eie- renpeller aan te praten, dan komen die eie- renpellers te zijner tijd ook heus wel in de winkels te liggen De doorsnee reclamespecialist zal desge vraagd zeggen. Het publiek heeft altijd het recht om iets NIET te kopen. Wij tasten zijn vrijheid om 'neen' tegen onze verkoopbood- schappen te zeggen, niet aan" De moderne reclame is echter zo'n indrin gend medium, dat men steeds nadrukkelij ker kan vragen of het wel waar is, dat wij er vrij tegenover kunnen staan. Vooral som mige vormen van etherreclame - in het bij zonder in Amerika, maar ook bij ons - ne men de consument bij de arm zonder dat hij het eigenlijk in de gaten heeft. Het produkt dat verkocht moet worden leeft in de ether reclame een volstrekt eigen leventje.-De re clameboodschap vertelt steeds minder over de kwaliteiten of de prijs van het produkt, maar steeds méér over de waarde die het m schijn vertegenwoordigt. Deze schijn waarde van een produkt noemt men het 'imago' Het imago helpt mee om rond een produkt illusies te vestigen. Het werkt op onze begeerte om (door het bezit van het aangeprezen produkt! méér te zijn dan een ander, die het produkt niét heeft. Het sug gereert ons dat het bezit van het aangepre zen artikel ons gelukkig zal maken. Van daar. dat imago-eigenschappen in de ether reclame zorgvuldig worden opgebouwd in een uitgekiend presentatiesfeertje. BLIJDSCHAP Een tintelfrisse deodorant wordt ons bijvoorbeeld aangeprezen door een in tule gehuld danseresje, dat door een sprookjes achtig bos huppelt en dat in haar bevallig- sye houding bij een klaterend beekje neer knielt. Terwijl achter een rododendronbosje een strijkorkestje begint te spelen, lispelt het lieve wezentje de merknaam. De sug gestie: „Word zo mooi, zo bevallig, zo licht en zo fris als ik - koop de deodorant van het merk X". Andere produkten worden geplaatst in korte scenario's, die geluk, blijdschap en voldoening moeten suggereren. Familieta ferelen. scènes op het werk en andere loca ties die uit het leven van de consument ge grepen zijn, helpen mee om de identificatie tussen de aanstaande klant en het produkt tot stand te brengen Er steekt een hele we tenschap achter en er komt veel talent aan te pas. Maar hoe dan ook - de imago eigenschappen van een produkt zijn geen logische en wezenlijke verkoopargumenten. De imago-eigenschappen suggereren ons al leen maar. dat geluk voor geld te koop is. En dat is onwaar. Wij leven in een tijd waarin de schijn waarde van de produkten méér aandacht in de reclame krijgt, dan de prijs en de kwali teit ervan. Mei behulp van dieptepsycholoRische me thoden proberen de reclamemakers de doordringende kracht van hun boodschap steeds verder te vergroten en soms is het moeilijk om een grens te trekken tussen gewone 'reclame' en verleidingskunst. De Amerikaanse marketing-deskundigen be weren dan ook. dat wij tegenwoordig leven in het 'psycho-economische tijdperk'. Het bespelen, indoctrineren en (soms) het hyp notiseren van de consument is daarin eer der regel dan uitzondering. De zedelijke toe laatbaarheid van deze wijze van reclame maken wordt alleen getoetst aan de vraag leidt de reclame tot de mystieke vereniging tussen hel produkt en de consument? Als het antwoord daarop bevestigend luidt, dan heeft de reclame zichzelf daarmee gerecht vaardigd. Sommige sombere psychologen vrezen, dat wij met onze moderne reclame bezig zijn om te experimenteren met de menselijke geest. Dat is het geval, als wij de gebezigde reclame niet meer doorzien. Als wij dingen gaan kopen, die wij beslist niet zouden hebben gekocht als onze redelijk heid niet zou zijn aangetast. Als. met an dere woorden, het kopen een dwanghande ling is geworden, doordat de wijze waarop de produkten ons worden aangepraat ons geen andere keus meer laat dan: kopen. VERLEIDERS In de vijftiger jaren vestigde de Amerikaan Vance Packard met zijn boek 'De verborgen verleiders' de aandacht op dit verschijnsel van experimenten met de menselijke geest. De man op wie Packard het in het bijzonder had voorzien, was een zekere Emest Dich ter, die steenrijk is geworden door de wet ten van de dieptepsychologie toe te passen op de wetenschap der reclame. Dichter zag kans om alle bekende emoties die wij heb ben, door een scherpzinnig aanboren ervan, te mobiliseren - zulks' ten dienste van de verkoopcijfers van zijn opdrachtgevers Hij exploreert even lustig het gebied van de re ligiositeit, de doodsangst, of de sexuele be geerte als dat van de jaloezie of de behoefte aan geborgenheid. Hij exploreert zowel de holbewoner die nog altijd in ons leeft, als de ruimtereiziger die wij misschien in potentie zijn. In een boek met de veelzeggende titel 'De strategie der begeerte' zet Dichter uiteen om welke reden hij het juist vindt om de consument aan het consumeren te houden Dichter zegt: .Wanneer wij iets kopen, dan bc-lijden wij daarmee in zekere zin ons ge loof in de toekomst. Onze beslissingen om bijvoorbeeld een nieuwe auto of een motor boot te kopen, baseren wij op een levensbe schouwing: het optimisme. Door het kopen van onverschillig welk artikel, of het nu een bos bloemen of een huis is. geel ik uiting aan mijn levensfilosofie Kopen is boven dien een daad van creativiteit. Elk pasver- worven bezit wordt door zijn nieuwe eige naar gezien als een verrijking van zijn per soonlijkheid" Over zijn eigen rol in dit proces vertelt Dichter goedgeluimd: .Onze welvaart is te danken aan het surplus aan goederen en diensten boven het strikt nodige De werke lijke propagandisten van een positieve kijk op het leven, de werkelijke promotors van de welvaart en derhalve van de democratie, dat zijn degenen die het recht van de mens verdedigen om een nieuwe auto. een nieuw huis of een nieuwe radio te kopen. De re clamemakers openen de weg naar het ge luk". „Kopen - goed voor u bedoelt Dichter te zeegen. Hij levert daarmee een aardige rechtvaardiging van het consumerisme. MACHTSPOSITIE .Aangezien figuren als Dichter zowel nieuwe wasmiddelen als nieuwe presiden ten aan de man helpen brengen, is hun po sitie zeer invloedrijk. De vraag rijst zelfs of het reclamewezen niet een soort staat in de (consumptie)-staat dreigt te worden en of het niet een oncontroleerbare machtsposi tie is gaan innemen. Mensen als Vance Pac kard vrezen dat het die kant opgaat. De re clamewereld. zo zegt hij. is te koop voor ie dereen die er het geld voor over heeft - of het nu een tandpasta-fabrikant is of een aanstaande dictator. Bovendien hebben de geroutineerde reclamemensen het instru mentarium ter beschikking om mensen te beïnvloeden. Weinigen hebben zoveel kennis van de menselijke geest en het menselijk gedrag als zij. Menige psychiater kan afgun stig op hen zijn, zegt Packard, doelend op Amerikaanse situaties. De enige categorie mensen die de reclame makers tegenspel kan geven, wordt ge vormd door de consumenten. Zij kunnen namelijk weigeren om in ficties te geloven. Het is echter zeer de vraag of de consumen ten wel werkelijk in massa nog in staat zijn om het wezen van de reclame te doorzien. Niettemin: de campagne van de Reclame Code Commissie kan de consumenten be wust maken van het feit dat niet alle re clame even eerlijk is en dat het nodig kan zijn dat zij bij ontsporingen tot de orde wordt geroepen Vanuit de kerken geredeneerd is het initia tief van de Reclame Code Commissie niet veel meer dan een randverschijnsel. Veel wezenlijker vindt men het in deze kringen, dat vele soorten van reclame het evangelie van de schone schijn prediken: het egoïsme en vals statusbewustzijn bevorde ren en dat zij ons willen doen geloven dat het geluk in een potje of flesje met een mooi etiket te koop is. Dat neemt echter niet weg, dat de Reclame Code Commissie een opemng kan maken in het doorgaans gesloten front van het reclamewezen en dat zij ons, die het object van alle reclame activiteit zijn, ertoe aanzet om zelf te den ken. Want dat is de enige manier waarop men zijn geestelijke vrijheid kan behouden of herwinnen. A. F M. C. Koopman Van der Ven exposeert in de Vleeshal van het Mid delburgse stadhuis, een n"gal grootscheepse solo onderneming: er zijn 41 olieverven te zien. Ik heb bij verschillende gelegen- beden enige gram ver spreid over het feit dat Van der Ven mijns inziens 'e weinig kansen kreeg om ook werkelijk goed te' la ten zien wat hij kan laten Óen. Dat bezwaar lijkt me D" opgeheven. In de Vlees bal kan ieder die dat wil uitvoerig kennis nemen v-an wat deze Zierikzeese kunstenaar te zeggen heeft. Erg veel woorden horen daar niet J; _nn eter Ven dient de stilte: zijn - in kleur. richten met een geheel eigen sfeer. Die berichten hebben betrekking op de dingen van alledag: gewone zaken die tot het 'huiselijk ver keer' gerekend kunnen worden, zo goed als de berichten uit een sa menleving die verder gaan dan de voordeur en die maatschappelijke spanningen raken. Ik geloof dat het 'aantrekkelijke' in de kunst van Van der Ven diens afstandelijkheid tot het min of meer afgebeelde moment van ge beuren is. Dat is dan geen afstand waarin zijn persoonlijkheid ontbreekt of zelfs maar terzijde staat, want daarvoor is de persoonlijke gela denheid te sterk. Van der Ven trekt vanaf zijn eigen punt de din gen naar zich toe. zijn beschou wing is belangrijk, een 'filter' tus sen de werkelijkheid en het nieuwe beeld. Enige poëzie is aan dat gebeuren niet vreemd en me debepalend voor de geheel eigen sfeer van deze zeer aansprekende schildérijen. Va, en zeggingskracht - ver P ura tot een stille spanningsbe an der Ven zegt van zijn ma nier van werken (en ik vind net wel zo aardig om hem daar zelf over aan het woord te laten) ..Ik hou van verstilde, sobere kleuren De eerste opzetten zijn vaak bont en fel. Hoe langer ik aan een schilderij bezig ben, hoe meer de primaire kleuren ver dwijnen. Meestal vergrijsde, pas- telachtige tonen zijn het resultaat, met soms als contrast een felle kleur daartussen. De onderwerpen worden tijdens het schilderen steeds eenvoudi ger; ik probeer dat wat overblijft zo groot mogelijk weer te geven Monumentaliteit trekt me aan. Op m'n schilderijen komen vaak mensen voor. Ik geef ze weer met zo weinig mogelijk details, zo weinig mogelijk uitdrukking. Te veel expressie in het gezicht stoort me. Ik vind dat dit maar afleidt en het beeld vergankelijk maakt. Daarom vaak situaties met zo weinig mogelijk gezicht. Zo ge schilderd blijven ze me langer boeien - blijven ze meer geheim Ik wil 'gewone alledaagse dingen' uitbeelden. Dingen die om mij heen gebeuren en te vinden zijn". Het is allemaal mee te beleven in Middelburg. Vleeshal, stadhuis tot 21 maart. Van der Ven. Het Bevel. O 'ff- Van der Ven, Het Open Raam. De vorige werk ontvingen ur 'Saamhorig', het nieuwe tijdschrift van de Raad van Ker ken in Nederland. Het oude orgaan van deze Raad. 'tiemeenvehap der Kerken'. heeft op gehouden te bestaan. Dit nieuwe i\ er voor in de plaats gekomen, liet formaat ia veran derd. Het nieuwe is bijna tweemaal zo groot als het oude. Ook dr redactie is ren andere geworden. Van de oude redaetieleden vindt men geen naam terug in dr nieuwe 'kernre- dartie'. Twee van de vroegere redaetieleden zijn terug te vinden in de brede redactie raad. die tegelijk is de nieuw gerreeerde Sertie Huhlirileit van de Raad van Kerken en deze heeft besloten de reeks van 2!) jaargangen niet te laten voortgaan, maar een heel nieuwe serie te beginnen. Duidt dit alles er op dat men iels geheel nieuws wil beginnen? Je zou hel wel moeten gaan denken In het laatste nummer van CJemeen.schap der Kerken' wa.s reeds aangekondigd dat er veranderingen op komst waren en daar was er reeds iet» van gezegd waarom dat ge beurde 'Het aantal en de spreiding van de aangesloten kerken is opnieuw toegeno men'. Zo langzamerhand Zijn. in de jaren na de tweede wereldoorlog er enkele kerken bijgekomen, kerken die zich hebben aange- sloten bij de Wereldraad van Kerken. Ook heeft de R K Kerk in ons land het getal vermeerderd sinds men er in Rome gi-en be zwaar meer tegen maakte dat kerkprovin cies zich aansloten bij do landelijke raden van kerken Daarmee kwam een ander ele ment in de Raad in ons land en te begnjp'-n ls dat dit een andere redactionele instelling nodig kon maken ..Nog sterker dan voorheen is de blik van de Wereldraad naar de wereld' toegewend Maar. daarmee wil men het gemeente-njn niet verloochenen, doch meer mobiel ma ken. „Om samen naar buiten te kunnen ge tuigen. moet men op elkaar aan kunnen" Alle kerken die bij de Raad zijn aangesloten hebben nu hun inbreng via ti<- Ser';e Publi citeit. die de kernredactie zal begeleiden Zo lezen we in het laatste nummer van 'Ge meenschap der Kerken Alles duldde er reeds op dat men iets geheel nieuws in de zin had Blijkbaar heeft men het ook niet als vanzelfsprekend aangenomen dat de abonné's van 'Gemeenschap der Kerken' ook het nieuwe tijdschrift zouden begeren, want ze moeten een nieuwe abonnemer.ts- opgave doen Heeft men hel oog gehad op een andersoortige lezerskring? Je zou het wel weer denken, maar de vraag is dan waar die andersoortige lezers vandaan zouden moeten komen. Een kerk. iedere kerk moet op 'de wereld' gericht zijn en dat blijkt in de praktijk ook wel zo te zijn. Alleen, die ge richtheid is niet overal en altijd dezelfde. Vandaar dat er kerken zijn die er niet aan denken zich aan te sluiten bij de Raad van Kerken in Nederland; laat staan bij de We reldraad van Kerken. Waar moeten die an dersoortige lezers dan worden gezocht? Met deze gedachten hebben we het laatste nummer van 'Gemeenschap der Kerken' ge lezen en met veel belangstelling hebben we uitgekeken naar het eerste nummer van 'Saamhorig', dat dan nu. een maand later dan verwacht, voor ons ligt. Het wordt geopend met een inleidend artikel van prof. dr H. Berkhof, waarin hij poogt duidelijk te maken waarom men een geheel nieuw begin heeft willen maken. Daarin lezen we dat het oude orgaan stamde uit de 'oude bedeling' en daardoor werd zijn opzet en horizon' sterk bepaald. In de nieuwe opzet wordt het tijdschrift 'door alle lidkerken van de Raad gedragen'. Het communicatie- en oriënta tiecentrum voor kerk en wereld: De Hor- stink te Amersfoort zal mede de uitgaaf ver zorgen van het nieuwe tijdschrift van de Raad van Kerken in Nederland. Het meest benieuwd waren we naar wat prof. Berkhof schreef over de bedoeling van het tijdschrift. „Men zie dat tijdschrift aller eerst als een 'huisorgaan' van de Raad. Niemand hoeft van die naam te schrikken, want het zal hier allerminst knushuiselijk toegaan. De raad is geen flatje, maar een brede uitkijkpost en een brede overslag plaats. We staan in voortdurend contact met de Wereldraad in Geneve en met het Secretariaat voor de Eenheid in Rome. Rechtstreeks, maar vooral door onze sec ties, krijgen we vele theologische, sociale en politieke problemen op onze tafel. Via de communicatiemedia dringt daarover aUes naar buiten door. Maar de informatie moet vaak fragmentarisch blijven en de docu mentatie nog meer, terwijl de media zich voor onze motivatie in het algemeen weinig interesseren. Wij willen ons in dit blad op een zo volledig mogelijke informatie, docu mentatie en motivatie toeleggen, wat het veelzijdige werk van de Raad en zijn orga nen betreft. En daarnaast hopen we een doordachte keus aan te bieden uit het werk van de internationale oecumenische orga nen en uit het leven van de kerken buiten Nederland" Tot zover prof. Berkhof. Wanneer we dit alles goed begrijpen, moet er intern iets veranderd zijn in de Raad van Kerken. Niet dat dit plotseling gekomen is. Wanneer we met kerken te maken hebben, moeten we niet denken dat er plotseling grote veranderingen zich zullen voordoen en in een raad van kerken zal dat evenmin zo zijn. Die verandering zit misschien daarin wanneer er gesproken wordt dat de Raad geen flatje is. maar een 'hoge uitkijk post en een brede overslagplaats'. Blijkbaar is het gevoelen in de Raad gegroeid dat men tot nu toe te veel hee.'t gekeken naar wat ln ons land zoal aan kerkelijk gebeuren plaats vond en dat men te veel gekeken heeft naar wat cr ztch hier aan interkerke lijke problemen heeft voorgedaan De blik was vooral beperkt tot de grenzen van ons land Men heelt gedacht allereerst aan de lidkerken van de Raad met hun beleidsor ganen en dan kan men terechtkomen ln een warwinkel van allerlei gedachten, gevoe lens, wensen en men knjgt ook b- maken met knusche geluiden over het beleid van eigen kerken We kunnen ons geen lidker ken voorstellen waar niet de vraag opkomt of het met anders zou kunnen en moeten gaan met de Raad van Kerken En boven dien zullen er in iedere kerk leden zijn die zich afvragen of het niet wenselijker ls maar af te zien van de Raad van Kerken en van de Wereldraad van Kerken Anderen zullen er zijn vnen het alles veel te traag gaat en 'die met verlangen en pijn de ups en downs van de oecumenische /.aak in Nederland meebeleven' De plaatselijke oecumenische raden hebben het vaak moeilijk, omdat de vertegenwoordigen! van de verschillende kerken in direct contact staan met de kerk leden en weten wat er zoal bij hen leeft. Die plaatselijke oecumenische raden vormen ln zekere zin altijd een voorhoede die steeds weer het gevaar loopt het contact met haar achterban te verliezen, of althans met een gedeelte daarvan In hoever leeft de Raad van Kerken op het plaatselijke vlak? We hebben daarvan een niet al te hoge dunk. Soms is het een verbeten Initiatief van een paar mensen en wanneer deze verdwijnen, zakt de zaak soms helemaal in elkaar. De visie van prof. Berkhof vanuit de hoge ult- kijkpost ontbreekt bij menigeen die plaat- selijk bij de oecumene betrokken is Hier zal inderdaad ruggesteun gegeven kunnen en in menig geval ook gegeven moeten worden. Laten we hopen dat Saamhorig" daartoe een van de middelen moge zijn In 'de bedoeling' ls ook gesproken van het voortdurend contact met de Wereldraad ln Genève en met het Secretariaat voor de Eenheid der Christenheld in Rome. Met Genève zijn er vanuit ons land nog al wat contacten. Met Rome kunnen ze. sinds kar dinaal Wlllebrands aartsbisschop van Utrecht is. niet meer direct zijn dan moge lijk is. We zullen moeten afwachten hoe dit verder verloopt. De verwachtingen die er bij het bekend worden van zijn benoeming nog al hoog gespannen waren in dit opzicht zijn later hier en daar nog al afgezwakt Ze ko men tot uiting in de vraag: zal mgr. WUle brands in de praktijk meer aartsbisschop van Utrecht zijn, dan wel de curiekardi naal? Wat de inhoud van het eerste nummer van 'Saamhorig' betreft, kunnen we een wat an dere aanpak bespeuren. Dat een viertal mensen die de assemblee van de Wereld raad te Nairobi hebben meegemaakt over die bijeenkomst hun impressies geven, is niets bijzonders. Dat zou waarschijnlijk in "Gemeenschap der Kerken' ook zijn ge beurd. Maar wél iets anders is het wanneer we lezen dat de Raad van Kerken zich stelt achter de 180 Marokkanen die in een drietal kerken in ons land in zitstaking zijn en dat aan ieder van hen door de Raad van Kerken een 'vrijbrief werd overhandigd. Daarmee is voor hen een zekere verantwoordelijkheid aanvaard. Het artikel: 'Raad van Kerken verleent asyl'. geeft een stuk informatie, do cumentatie en tegelijk motivatie. Van de in formatie hadden we reeds iets gelezen. Maar hier hebben we de 'vrijbrief en tevens kun nen we het een en ander lezen waarom de Raad van Kerken zich achter deze 180 heeft gesteld, opdat hen recht wordt gedaan. Dat zal te maken hebben met hetgeen prot Berkhof bedoelt als hij spreekt over zijn hoge uitkijkpost. Dat de brochure Te gek om 'los' te lopen' over de verhouding van hervormden en ge reformeerden hier ter sprake moest komen, spreekt haast weer vanzelf. Belde kerken zijn lid van de Raad van Kerken. En even eens vanzelfsprekend ls het dat we weer iets horen over de nieuwe vorm van levensstijl. Maar een artikel; Molukkers. wat nu?, met als illustratie de trein bij Wijster. is weer iets van de hoge uitkijkpost. Het gebeurde in ons land, maar het is weer niet los te denken van problemen die samenhangen met andere landen. Laten we de hoop uit spreken dat 'Saamhorig* vruchtbaar werk mag doen. .waarom zijt gij be vreesd izie Matthews 8 23-27 Woord van Jezus tot zijn volgelingen 'in nacht en stormgetij'. Vrees en angst. Dat zijn niet maar mode- onderwerpen voor psycho logen en psychiaters in de sfeer van geestelijke ge zondheidszorg of 'bijbelse stokpaardjes' voor leiding gevende lieden in de kerke lijke regionen. Vrees en angst zijn boze rea liteiten. Onheilsprofeten en heilspro- feetjes van 'eigen makelij' maken er een dankbaar ge bruik van. Die weten alles preciesvan hel tot Utopia, van ondergang tot 'Morgen rood Het is waar, omtrent mens en toekomst valt geen vro lijk beeld te geven. De be kende dr. Trimbos Itv zon dagavond 8 februari) zei ongeveer'Het mensenleven is geen pretje'! Die hun Bijbel nog kennen, horen het de dichter zeggen (1000 j. v. Chrj: duizend zorgen, duizend doden kwel len mijn angstvallig hart. Voer mij uit mijn angst en noden'. We camoufleren het. "Wij zijn niet bang(eindeloos herhaald). Ondertussen, carnaval of niet, gaan we kapot aan de faalangst - de bestaansangst-detoekomst- angst. Daar staan christenen niet veilig terzijde buiten! De kerk is voor dit alles niet gevrijwaard. De 'beman ning' is zorgelijk gestemd, net als de discipelen in hun vissersschuit in 'stroom en storm'. In de buurt van Je zus Christus is het 'goe toe ven' - maar je komt er ook tot je nek in het stroom en stormgebied! Ze vonden destijds de Bij belse Boodschap achter haald. De Bijbel gaf zo'n donker mensbeeld. Nu schrijven ze boeken 'per do zijn' met titels als 'Hoe ont komen we aan de Toe komst'. En in al die pessi mistische boeken staat daar als een vuurtorenlicht die Bijbel, die van 'betere din gen' weet. Naast het 'vreest', 'weest beangst' weet de Heilige Schrift van het overweldi gend 'Vreest niet - uw hart worde niet m verwarring gebracht - Ik héb de wereld overwonnen - de overwin ning die de wereld overwint is: het geloof. Muiden in de schrikbarende ontluistering van mens en wereld is er het Woord van Hoop en Toekomst. En zelfs 'De Puinhoop van het Chris tendom' zal nog zijn 'als te ken van hoop ook een titel van een boek!) Geloven we dat nog Dat de mogelijkheden van God niet ten einde zijn, vanwege Jezus Christus, vanwege de Geest die waait waarheen Hij wil. De geest gaat van Pinkste ren 'Stormwind in Hande lingen 2) tot het 'suizen van een zachte stilte' in het mensenhart, midden m de?e wereld vol multiform bijge loof. berstensvol van vrees en angst Zend Uw adem, wend de steven. dat Uw schepelingen leven door Uw Goede Geest ge dreven met het loflied in de mond! 'Liedboek voor de Kerken Gezang 345. Tekst: Tom Naastepad.) C. L Verbaas, Krabbendijke

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 1976 | | pagina 19