HOE VRIJ IS DE CONSUMENT
TEGENOVER DE RECLAME?
BEWOON
DE
WERELD!
van der ven
in de vleeshal
mmm
mÊËMÊm,
'GEMEENSCHAP DER KERKEN'
GING;'SAAMHORIG'KWAM
Waarom zijt gij bevreesd...
-„mAG8«°WARI 1976
PROVINCIALE ZEEUWSE COURANT
19
J)e reclame praat altijd tegen u.
['kunt ook wat terug zeggen!" Met
ieze pakkende kreet heeft de Re-
dame Code Commissie zich per
sdvertentie tot de Nederlandse
consumenten gericht. De commis
si die lang tussen de coulissen
ieeft gestaan, treedt nu opeens
[oor het voetlicht, teneinde het
;Jbliek attent te maken op het
^rschijnsel van de misleidende of
plaatste reclame. Als iemand
jent dat een adverteerder hem
•waarheden of grove overdrijvin-
sn vertelt, dan kan hij zich tot de
üiclame Code Commissie wenden.
3» commissie kent de wegen om
éls tegen misbruik van het me-
cium 'reclame' te ondernemen. Of
samenwerking tussen de com-
ssie en door haar gewaar
schuwde consumenten zal leiden
lot de geruisloze verdwijning van
dubieuze vormen van reclame,
moeten wij natuurlijk afwachten.
Maar het is al een heel ding, als de
consument leert om de reclame die
men op hem afvuurt, eens wat kri
tischer te bekijken. Dat dwingt
zowel de reclamemakers, alsmede
de fabrikanten en leveranciers van
allerlei produkten en diensten, om
het serieus met de waarheid te
nemen. Op de wat langere duur
zijn zowel de producenten als de
consumenten daarbij gebaat.
De oproep van de Reclame Code Commissie
un bet Nederlandse publiek komt niet on-
rawacht De reclamemakers worden gezien
ils de tamboers van de consumptiemaat-
schappij en als zodanig trokken zij enkele
jaren geleden al de aandacht van de Neder
landse bisschoppen, die in een aan de ver
sobering gewijde vastenbrief lieten weten
cat er ethische en morele aspecten aan het
consumeren vastzitten, en (dus) ook aan
bet propageren van de consumptie Kort ge
leden beeft ook de regering haar licht op de.
reclame laten schijnen. Zij meent onder an
te, dat reclame voor volslagen onnuttige
tó schadelijke artikelen - bijvoorbeeld
vanuit milieu- of energie-oogpunt bezien -
injafand moet kunnen worden. In de eco
nomische huishouding van een modem
land als het onze neemt de reclame, die be
hoeften zowel kan opwekken als helpen be
vredigen, een niet weg te denken plaats in.
Bet is mogelijk, dat de Reclame Code
Commissie probeert om een eventueel toe
komstig overheidsingrijpen in de reclame-
husiness te voorkomen, door tijdig de zaken
meigen huis op orde te stellen.
Ook in de Wereldraad van Kerken komt
van tijd tot tijd het fenomeen 'reclame* aan
ie orde. De kerken zien de rol van de re
clame vooral in het licht van het door hen
verfoeide 'consumerisme'. Met dit woord
bedoelt men een economisch mechanisme,
dat de mens dwingt om steeds meer te pro
duceren en te consumeren, zonder dat er
nog sprake is van een dekking van redelijke
behoeften. Als voorbeeld van een summum
van consumerisme noemt men: het kopen
vaneen vleugelpiano voor één enkele piano-
Ed
ichter: ook in kerkelijke kringen moet
men toegeven, dat de 20e eeuwse mens in
materiaal opzicht niet van brood alléén
leeft. Als hij dat wel zou doen. indien wij
uitsluitend datgene kochten wat voorde in
standhouding van ons leven noodzakelijk
is. dan zou onze economie binnen zeer korte
tijd krakend ineenstorten
Overconsumptie is in een welvaartsstaat
even noodzakelijk als overproduktie. Men
kan echter van mening verschiUen over de
vraag hoever men daarbij kan en mag gaan.
De beoefenaars van het reclamevak maken
zich over deze. in wezen ethische vraag, ge
woonlijk niet al te veel zorgen. Zij sporen de
vraag naar een bepaald artikel of een be
paalde dienst op. of zorgen dat die vraag
manifest wordt en vervolgens presenteren
zij op vakkundige wijze het artikel dat in
deze opgewekte vraag voorziet. Als het mo
gelijk zou zijn om het Nederlandse volk het
nut en het gemak van een elektrische eie-
renpeller aan te praten, dan komen die eie-
renpellers te zijner tijd ook heus wel in de
winkels te liggen
De doorsnee reclamespecialist zal desge
vraagd zeggen. Het publiek heeft altijd het
recht om iets NIET te kopen. Wij tasten zijn
vrijheid om 'neen' tegen onze verkoopbood-
schappen te zeggen, niet aan"
De moderne reclame is echter zo'n indrin
gend medium, dat men steeds nadrukkelij
ker kan vragen of het wel waar is, dat wij er
vrij tegenover kunnen staan. Vooral som
mige vormen van etherreclame - in het bij
zonder in Amerika, maar ook bij ons - ne
men de consument bij de arm zonder dat hij
het eigenlijk in de gaten heeft. Het produkt
dat verkocht moet worden leeft in de ether
reclame een volstrekt eigen leventje.-De re
clameboodschap vertelt steeds minder over
de kwaliteiten of de prijs van het produkt,
maar steeds méér over de waarde die het m
schijn vertegenwoordigt. Deze schijn
waarde van een produkt noemt men het
'imago' Het imago helpt mee om rond een
produkt illusies te vestigen. Het werkt op
onze begeerte om (door het bezit van het
aangeprezen produkt! méér te zijn dan een
ander, die het produkt niét heeft. Het sug
gereert ons dat het bezit van het aangepre
zen artikel ons gelukkig zal maken. Van
daar. dat imago-eigenschappen in de ether
reclame zorgvuldig worden opgebouwd in
een uitgekiend presentatiesfeertje.
BLIJDSCHAP
Een tintelfrisse deodorant wordt ons
bijvoorbeeld aangeprezen door een in tule
gehuld danseresje, dat door een sprookjes
achtig bos huppelt en dat in haar bevallig-
sye houding bij een klaterend beekje neer
knielt. Terwijl achter een rododendronbosje
een strijkorkestje begint te spelen, lispelt
het lieve wezentje de merknaam. De sug
gestie: „Word zo mooi, zo bevallig, zo licht
en zo fris als ik - koop de deodorant van het
merk X".
Andere produkten worden geplaatst in
korte scenario's, die geluk, blijdschap en
voldoening moeten suggereren. Familieta
ferelen. scènes op het werk en andere loca
ties die uit het leven van de consument ge
grepen zijn, helpen mee om de identificatie
tussen de aanstaande klant en het produkt
tot stand te brengen Er steekt een hele we
tenschap achter en er komt veel talent aan
te pas. Maar hoe dan ook - de imago
eigenschappen van een produkt zijn geen
logische en wezenlijke verkoopargumenten.
De imago-eigenschappen suggereren ons al
leen maar. dat geluk voor geld te koop is.
En dat is onwaar.
Wij leven in een tijd waarin de schijn
waarde van de produkten méér aandacht in
de reclame krijgt, dan de prijs en de kwali
teit ervan.
Mei behulp van dieptepsycholoRische me
thoden proberen de reclamemakers de
doordringende kracht van hun boodschap
steeds verder te vergroten en soms is het
moeilijk om een grens te trekken tussen
gewone 'reclame' en verleidingskunst. De
Amerikaanse marketing-deskundigen be
weren dan ook. dat wij tegenwoordig leven
in het 'psycho-economische tijdperk'. Het
bespelen, indoctrineren en (soms) het hyp
notiseren van de consument is daarin eer
der regel dan uitzondering. De zedelijke toe
laatbaarheid van deze wijze van reclame
maken wordt alleen getoetst aan de vraag
leidt de reclame tot de mystieke vereniging
tussen hel produkt en de consument? Als
het antwoord daarop bevestigend luidt, dan
heeft de reclame zichzelf daarmee gerecht
vaardigd. Sommige sombere psychologen
vrezen, dat wij met onze moderne reclame
bezig zijn om te experimenteren met de
menselijke geest. Dat is het geval, als wij de
gebezigde reclame niet meer doorzien. Als
wij dingen gaan kopen, die wij beslist niet
zouden hebben gekocht als onze redelijk
heid niet zou zijn aangetast. Als. met an
dere woorden, het kopen een dwanghande
ling is geworden, doordat de wijze waarop
de produkten ons worden aangepraat ons
geen andere keus meer laat dan: kopen.
VERLEIDERS
In de vijftiger jaren vestigde de Amerikaan
Vance Packard met zijn boek 'De verborgen
verleiders' de aandacht op dit verschijnsel
van experimenten met de menselijke geest.
De man op wie Packard het in het bijzonder
had voorzien, was een zekere Emest Dich
ter, die steenrijk is geworden door de wet
ten van de dieptepsychologie toe te passen
op de wetenschap der reclame. Dichter zag
kans om alle bekende emoties die wij heb
ben, door een scherpzinnig aanboren ervan,
te mobiliseren - zulks' ten dienste van de
verkoopcijfers van zijn opdrachtgevers Hij
exploreert even lustig het gebied van de re
ligiositeit, de doodsangst, of de sexuele be
geerte als dat van de jaloezie of de behoefte
aan geborgenheid. Hij exploreert zowel de
holbewoner die nog altijd in ons leeft, als de
ruimtereiziger die wij misschien in potentie
zijn.
In een boek met de veelzeggende titel 'De
strategie der begeerte' zet Dichter uiteen
om welke reden hij het juist vindt om de
consument aan het consumeren te houden
Dichter zegt: .Wanneer wij iets kopen, dan
bc-lijden wij daarmee in zekere zin ons ge
loof in de toekomst. Onze beslissingen om
bijvoorbeeld een nieuwe auto of een motor
boot te kopen, baseren wij op een levensbe
schouwing: het optimisme. Door het kopen
van onverschillig welk artikel, of het nu een
bos bloemen of een huis is. geel ik uiting
aan mijn levensfilosofie Kopen is boven
dien een daad van creativiteit. Elk pasver-
worven bezit wordt door zijn nieuwe eige
naar gezien als een verrijking van zijn per
soonlijkheid"
Over zijn eigen rol in dit proces vertelt
Dichter goedgeluimd: .Onze welvaart is te
danken aan het surplus aan goederen en
diensten boven het strikt nodige De werke
lijke propagandisten van een positieve kijk
op het leven, de werkelijke promotors van
de welvaart en derhalve van de democratie,
dat zijn degenen die het recht van de mens
verdedigen om een nieuwe auto. een nieuw
huis of een nieuwe radio te kopen. De re
clamemakers openen de weg naar het ge
luk".
„Kopen - goed voor u bedoelt Dichter te
zeegen. Hij levert daarmee een aardige
rechtvaardiging van het consumerisme.
MACHTSPOSITIE
.Aangezien figuren als Dichter zowel
nieuwe wasmiddelen als nieuwe presiden
ten aan de man helpen brengen, is hun po
sitie zeer invloedrijk. De vraag rijst zelfs of
het reclamewezen niet een soort staat in de
(consumptie)-staat dreigt te worden en of
het niet een oncontroleerbare machtsposi
tie is gaan innemen. Mensen als Vance Pac
kard vrezen dat het die kant opgaat. De re
clamewereld. zo zegt hij. is te koop voor ie
dereen die er het geld voor over heeft - of
het nu een tandpasta-fabrikant is of een
aanstaande dictator. Bovendien hebben de
geroutineerde reclamemensen het instru
mentarium ter beschikking om mensen te
beïnvloeden. Weinigen hebben zoveel kennis
van de menselijke geest en het menselijk
gedrag als zij. Menige psychiater kan afgun
stig op hen zijn, zegt Packard, doelend op
Amerikaanse situaties.
De enige categorie mensen die de reclame
makers tegenspel kan geven, wordt ge
vormd door de consumenten. Zij kunnen
namelijk weigeren om in ficties te geloven.
Het is echter zeer de vraag of de consumen
ten wel werkelijk in massa nog in staat zijn
om het wezen van de reclame te doorzien.
Niettemin: de campagne van de Reclame
Code Commissie kan de consumenten be
wust maken van het feit dat niet alle re
clame even eerlijk is en dat het nodig kan
zijn dat zij bij ontsporingen tot de orde
wordt geroepen
Vanuit de kerken geredeneerd is het initia
tief van de Reclame Code Commissie niet
veel meer dan een randverschijnsel. Veel
wezenlijker vindt men het in deze kringen,
dat vele soorten van reclame het evangelie
van de schone schijn prediken: het
egoïsme en vals statusbewustzijn bevorde
ren en dat zij ons willen doen geloven dat
het geluk in een potje of flesje met een
mooi etiket te koop is. Dat neemt echter
niet weg, dat de Reclame Code Commissie
een opemng kan maken in het doorgaans
gesloten front van het reclamewezen en dat
zij ons, die het object van alle reclame
activiteit zijn, ertoe aanzet om zelf te den
ken. Want dat is de enige manier waarop
men zijn geestelijke vrijheid kan behouden
of herwinnen.
A. F M. C. Koopman
Van der Ven exposeert in
de Vleeshal van het Mid
delburgse stadhuis, een
n"gal grootscheepse solo
onderneming: er zijn 41
olieverven te zien. Ik heb
bij verschillende gelegen-
beden enige gram ver
spreid over het feit dat
Van der Ven mijns inziens
'e weinig kansen kreeg om
ook werkelijk goed te' la
ten zien wat hij kan laten
Óen. Dat bezwaar lijkt me
D" opgeheven. In de Vlees
bal kan ieder die dat wil
uitvoerig kennis nemen
v-an wat deze Zierikzeese
kunstenaar te zeggen
heeft.
Erg veel woorden horen daar niet
J; _nn eter Ven dient de stilte:
zijn - in kleur.
richten met een geheel eigen sfeer.
Die berichten hebben betrekking
op de dingen van alledag: gewone
zaken die tot het 'huiselijk ver
keer' gerekend kunnen worden, zo
goed als de berichten uit een sa
menleving die verder gaan dan de
voordeur en die maatschappelijke
spanningen raken.
Ik geloof dat het 'aantrekkelijke'
in de kunst van Van der Ven diens
afstandelijkheid tot het min of
meer afgebeelde moment van ge
beuren is.
Dat is dan geen afstand waarin
zijn persoonlijkheid ontbreekt of
zelfs maar terzijde staat, want
daarvoor is de persoonlijke gela
denheid te sterk. Van der Ven
trekt vanaf zijn eigen punt de din
gen naar zich toe. zijn beschou
wing is belangrijk, een 'filter' tus
sen de werkelijkheid en het
nieuwe beeld. Enige poëzie is aan
dat gebeuren niet vreemd en me
debepalend voor de geheel eigen
sfeer van deze zeer aansprekende
schildérijen.
Va,
en zeggingskracht - ver
P ura tot een stille spanningsbe
an der Ven zegt van zijn ma
nier van werken (en ik vind net
wel zo aardig om hem daar zelf
over aan het woord te laten)
..Ik hou van verstilde, sobere
kleuren De eerste opzetten zijn
vaak bont en fel. Hoe langer ik
aan een schilderij bezig ben, hoe
meer de primaire kleuren ver
dwijnen. Meestal vergrijsde, pas-
telachtige tonen zijn het resultaat,
met soms als contrast een felle
kleur daartussen.
De onderwerpen worden tijdens
het schilderen steeds eenvoudi
ger; ik probeer dat wat overblijft
zo groot mogelijk weer te geven
Monumentaliteit trekt me aan. Op
m'n schilderijen komen vaak
mensen voor. Ik geef ze weer met
zo weinig mogelijk details, zo
weinig mogelijk uitdrukking. Te
veel expressie in het gezicht stoort
me. Ik vind dat dit maar afleidt en
het beeld vergankelijk maakt.
Daarom vaak situaties met zo
weinig mogelijk gezicht. Zo ge
schilderd blijven ze me langer
boeien - blijven ze meer geheim
Ik wil 'gewone alledaagse dingen'
uitbeelden. Dingen die om mij heen
gebeuren en te vinden zijn".
Het is allemaal mee te beleven in
Middelburg. Vleeshal, stadhuis tot
21 maart.
Van der Ven. Het Bevel.
O
'ff-
Van der Ven, Het Open Raam.
De vorige werk ontvingen ur 'Saamhorig', het nieuwe tijdschrift van de Raad van Ker
ken in Nederland. Het oude orgaan van deze Raad. 'tiemeenvehap der Kerken'. heeft op
gehouden te bestaan. Dit nieuwe i\ er voor in de plaats gekomen, liet formaat ia veran
derd. Het nieuwe is bijna tweemaal zo groot als het oude. Ook dr redactie is ren andere
geworden. Van de oude redaetieleden vindt men geen naam terug in dr nieuwe 'kernre-
dartie'. Twee van de vroegere redaetieleden zijn terug te vinden in de brede redactie
raad. die tegelijk is de nieuw gerreeerde Sertie Huhlirileit van de Raad van Kerken en
deze heeft besloten de reeks van 2!) jaargangen niet te laten voortgaan, maar een heel
nieuwe serie te beginnen. Duidt dit alles er op dat men iels geheel nieuws wil beginnen?
Je zou hel wel moeten gaan denken
In het laatste nummer van CJemeen.schap
der Kerken' wa.s reeds aangekondigd dat er
veranderingen op komst waren en daar was
er reeds iet» van gezegd waarom dat ge
beurde 'Het aantal en de spreiding van de
aangesloten kerken is opnieuw toegeno
men'. Zo langzamerhand Zijn. in de jaren na
de tweede wereldoorlog er enkele kerken
bijgekomen, kerken die zich hebben aange-
sloten bij de Wereldraad van Kerken. Ook
heeft de R K Kerk in ons land het getal
vermeerderd sinds men er in Rome gi-en be
zwaar meer tegen maakte dat kerkprovin
cies zich aansloten bij do landelijke raden
van kerken Daarmee kwam een ander ele
ment in de Raad in ons land en te begnjp'-n
ls dat dit een andere redactionele instelling
nodig kon maken
..Nog sterker dan voorheen is de blik van de
Wereldraad naar de wereld' toegewend
Maar. daarmee wil men het gemeente-njn
niet verloochenen, doch meer mobiel ma
ken. „Om samen naar buiten te kunnen ge
tuigen. moet men op elkaar aan kunnen"
Alle kerken die bij de Raad zijn aangesloten
hebben nu hun inbreng via ti<- Ser';e Publi
citeit. die de kernredactie zal begeleiden Zo
lezen we in het laatste nummer van 'Ge
meenschap der Kerken Alles duldde er
reeds op dat men iets geheel nieuws in de
zin had Blijkbaar heeft men het ook niet
als vanzelfsprekend aangenomen dat de
abonné's van 'Gemeenschap der Kerken'
ook het nieuwe tijdschrift zouden begeren,
want ze moeten een nieuwe abonnemer.ts-
opgave doen Heeft men hel oog gehad op
een andersoortige lezerskring? Je zou het
wel weer denken, maar de vraag is dan waar
die andersoortige lezers vandaan zouden
moeten komen. Een kerk. iedere kerk moet
op 'de wereld' gericht zijn en dat blijkt in de
praktijk ook wel zo te zijn. Alleen, die ge
richtheid is niet overal en altijd dezelfde.
Vandaar dat er kerken zijn die er niet aan
denken zich aan te sluiten bij de Raad van
Kerken in Nederland; laat staan bij de We
reldraad van Kerken. Waar moeten die an
dersoortige lezers dan worden gezocht?
Met deze gedachten hebben we het laatste
nummer van 'Gemeenschap der Kerken' ge
lezen en met veel belangstelling hebben we
uitgekeken naar het eerste nummer van
'Saamhorig', dat dan nu. een maand later
dan verwacht, voor ons ligt. Het wordt
geopend met een inleidend artikel van prof.
dr H. Berkhof, waarin hij poogt duidelijk te
maken waarom men een geheel nieuw begin
heeft willen maken. Daarin lezen we dat het
oude orgaan stamde uit de 'oude bedeling'
en daardoor werd zijn opzet en horizon'
sterk bepaald. In de nieuwe opzet wordt het
tijdschrift 'door alle lidkerken van de Raad
gedragen'. Het communicatie- en oriënta
tiecentrum voor kerk en wereld: De Hor-
stink te Amersfoort zal mede de uitgaaf ver
zorgen van het nieuwe tijdschrift van de
Raad van Kerken in Nederland.
Het meest benieuwd waren we naar wat
prof. Berkhof schreef over de bedoeling van
het tijdschrift. „Men zie dat tijdschrift aller
eerst als een 'huisorgaan' van de Raad.
Niemand hoeft van die naam te schrikken,
want het zal hier allerminst knushuiselijk
toegaan. De raad is geen flatje, maar een
brede uitkijkpost en een brede overslag
plaats. We staan in voortdurend contact
met de Wereldraad in Geneve en met het
Secretariaat voor de Eenheid in Rome.
Rechtstreeks, maar vooral door onze sec
ties, krijgen we vele theologische, sociale en
politieke problemen op onze tafel. Via de
communicatiemedia dringt daarover aUes
naar buiten door. Maar de informatie moet
vaak fragmentarisch blijven en de docu
mentatie nog meer, terwijl de media zich
voor onze motivatie in het algemeen weinig
interesseren. Wij willen ons in dit blad op
een zo volledig mogelijke informatie, docu
mentatie en motivatie toeleggen, wat het
veelzijdige werk van de Raad en zijn orga
nen betreft. En daarnaast hopen we een
doordachte keus aan te bieden uit het werk
van de internationale oecumenische orga
nen en uit het leven van de kerken buiten
Nederland" Tot zover prof. Berkhof.
Wanneer we dit alles goed begrijpen, moet
er intern iets veranderd zijn in de Raad van
Kerken. Niet dat dit plotseling gekomen is.
Wanneer we met kerken te maken hebben,
moeten we niet denken dat er plotseling
grote veranderingen zich zullen voordoen
en in een raad van kerken zal dat evenmin
zo zijn. Die verandering zit misschien
daarin wanneer er gesproken wordt dat de
Raad geen flatje is. maar een 'hoge uitkijk
post en een brede overslagplaats'. Blijkbaar
is het gevoelen in de Raad gegroeid dat
men tot nu toe te veel hee.'t gekeken naar
wat ln ons land zoal aan kerkelijk gebeuren
plaats vond en dat men te veel gekeken
heeft naar wat cr ztch hier aan interkerke
lijke problemen heeft voorgedaan De blik
was vooral beperkt tot de grenzen van ons
land Men heelt gedacht allereerst aan de
lidkerken van de Raad met hun beleidsor
ganen en dan kan men terechtkomen ln een
warwinkel van allerlei gedachten, gevoe
lens, wensen en men knjgt ook b- maken
met knusche geluiden over het beleid van
eigen kerken We kunnen ons geen lidker
ken voorstellen waar niet de vraag opkomt
of het met anders zou kunnen en moeten
gaan met de Raad van Kerken En boven
dien zullen er in iedere kerk leden zijn die
zich afvragen of het niet wenselijker ls maar
af te zien van de Raad van Kerken en van
de Wereldraad van Kerken Anderen zullen
er zijn vnen het alles veel te traag gaat en
'die met verlangen en pijn de ups en downs
van de oecumenische /.aak in Nederland
meebeleven' De plaatselijke oecumenische
raden hebben het vaak moeilijk, omdat de
vertegenwoordigen! van de verschillende
kerken in direct contact staan met de kerk
leden en weten wat er zoal bij hen leeft. Die
plaatselijke oecumenische raden vormen ln
zekere zin altijd een voorhoede die steeds
weer het gevaar loopt het contact met haar
achterban te verliezen, of althans met een
gedeelte daarvan In hoever leeft de Raad
van Kerken op het plaatselijke vlak? We
hebben daarvan een niet al te hoge dunk.
Soms is het een verbeten Initiatief van een
paar mensen en wanneer deze verdwijnen,
zakt de zaak soms helemaal in elkaar. De
visie van prof. Berkhof vanuit de hoge ult-
kijkpost ontbreekt bij menigeen die plaat-
selijk bij de oecumene betrokken is Hier zal
inderdaad ruggesteun gegeven kunnen en
in menig geval ook gegeven moeten worden.
Laten we hopen dat Saamhorig" daartoe
een van de middelen moge zijn
In 'de bedoeling' ls ook gesproken van het
voortdurend contact met de Wereldraad ln
Genève en met het Secretariaat voor de
Eenheid der Christenheld in Rome. Met
Genève zijn er vanuit ons land nog al wat
contacten. Met Rome kunnen ze. sinds kar
dinaal Wlllebrands aartsbisschop van
Utrecht is. niet meer direct zijn dan moge
lijk is. We zullen moeten afwachten hoe dit
verder verloopt. De verwachtingen die er bij
het bekend worden van zijn benoeming nog
al hoog gespannen waren in dit opzicht zijn
later hier en daar nog al afgezwakt Ze ko
men tot uiting in de vraag: zal mgr. WUle
brands in de praktijk meer aartsbisschop
van Utrecht zijn, dan wel de curiekardi
naal?
Wat de inhoud van het eerste nummer van
'Saamhorig' betreft, kunnen we een wat an
dere aanpak bespeuren. Dat een viertal
mensen die de assemblee van de Wereld
raad te Nairobi hebben meegemaakt over
die bijeenkomst hun impressies geven, is
niets bijzonders. Dat zou waarschijnlijk in
"Gemeenschap der Kerken' ook zijn ge
beurd. Maar wél iets anders is het wanneer
we lezen dat de Raad van Kerken zich stelt
achter de 180 Marokkanen die in een drietal
kerken in ons land in zitstaking zijn en dat
aan ieder van hen door de Raad van Kerken
een 'vrijbrief werd overhandigd. Daarmee is
voor hen een zekere verantwoordelijkheid
aanvaard. Het artikel: 'Raad van Kerken
verleent asyl'. geeft een stuk informatie, do
cumentatie en tegelijk motivatie. Van de in
formatie hadden we reeds iets gelezen. Maar
hier hebben we de 'vrijbrief en tevens kun
nen we het een en ander lezen waarom de
Raad van Kerken zich achter deze 180 heeft
gesteld, opdat hen recht wordt gedaan. Dat
zal te maken hebben met hetgeen prot
Berkhof bedoelt als hij spreekt over zijn hoge
uitkijkpost.
Dat de brochure Te gek om 'los' te lopen'
over de verhouding van hervormden en ge
reformeerden hier ter sprake moest komen,
spreekt haast weer vanzelf. Belde kerken
zijn lid van de Raad van Kerken. En even
eens vanzelfsprekend ls het dat we weer iets
horen over de nieuwe vorm van levensstijl.
Maar een artikel; Molukkers. wat nu?, met
als illustratie de trein bij Wijster. is weer
iets van de hoge uitkijkpost. Het gebeurde
in ons land, maar het is weer niet los te
denken van problemen die samenhangen
met andere landen. Laten we de hoop uit
spreken dat 'Saamhorig* vruchtbaar werk
mag doen.
.waarom zijt gij be
vreesd
izie Matthews 8 23-27
Woord van Jezus tot zijn
volgelingen 'in nacht en
stormgetij'.
Vrees en angst.
Dat zijn niet maar mode-
onderwerpen voor psycho
logen en psychiaters in de
sfeer van geestelijke ge
zondheidszorg of 'bijbelse
stokpaardjes' voor leiding
gevende lieden in de kerke
lijke regionen.
Vrees en angst zijn boze rea
liteiten.
Onheilsprofeten en heilspro-
feetjes van 'eigen makelij'
maken er een dankbaar ge
bruik van. Die weten alles
preciesvan hel tot Utopia,
van ondergang tot 'Morgen
rood
Het is waar, omtrent mens
en toekomst valt geen vro
lijk beeld te geven. De be
kende dr. Trimbos Itv zon
dagavond 8 februari) zei
ongeveer'Het mensenleven
is geen pretje'!
Die hun Bijbel nog kennen,
horen het de dichter zeggen
(1000 j. v. Chrj: duizend
zorgen, duizend doden kwel
len mijn angstvallig hart.
Voer mij uit mijn angst en
noden'.
We camoufleren het. "Wij
zijn niet bang(eindeloos
herhaald). Ondertussen,
carnaval of niet, gaan we
kapot aan de faalangst - de
bestaansangst-detoekomst-
angst.
Daar staan christenen niet
veilig terzijde buiten! De
kerk is voor dit alles niet
gevrijwaard. De 'beman
ning' is zorgelijk gestemd,
net als de discipelen in hun
vissersschuit in 'stroom en
storm'. In de buurt van Je
zus Christus is het 'goe toe
ven' - maar je komt er ook
tot je nek in het stroom en
stormgebied!
Ze vonden destijds de Bij
belse Boodschap achter
haald. De Bijbel gaf zo'n
donker mensbeeld. Nu
schrijven ze boeken 'per do
zijn' met titels als 'Hoe ont
komen we aan de Toe
komst'. En in al die pessi
mistische boeken staat daar
als een vuurtorenlicht die
Bijbel, die van 'betere din
gen' weet.
Naast het 'vreest', 'weest
beangst' weet de Heilige
Schrift van het overweldi
gend 'Vreest niet - uw hart
worde niet m verwarring
gebracht - Ik héb de wereld
overwonnen - de overwin
ning die de wereld overwint
is: het geloof.
Muiden in de schrikbarende
ontluistering van mens en
wereld is er het Woord van
Hoop en Toekomst. En zelfs
'De Puinhoop van het Chris
tendom' zal nog zijn 'als te
ken van hoop ook een titel
van een boek!)
Geloven we dat nog
Dat de mogelijkheden van
God niet ten einde zijn,
vanwege Jezus Christus,
vanwege de Geest die waait
waarheen Hij wil.
De geest gaat van Pinkste
ren 'Stormwind in Hande
lingen 2) tot het 'suizen van
een zachte stilte' in het
mensenhart, midden m de?e
wereld vol multiform bijge
loof. berstensvol van vrees
en angst
Zend Uw adem, wend de
steven.
dat Uw schepelingen leven
door Uw Goede Geest ge
dreven
met het loflied in de mond!
'Liedboek voor de Kerken
Gezang 345. Tekst: Tom
Naastepad.)
C. L Verbaas,
Krabbendijke