tussen
kamerscherm
gouden gids
baby den toonder
en
7ATEADAG 28 FEBRUARI 1976
PROVINCIALE ZEEUWSE COURANT
Als ik later het bandje terugdraai valt het wat tegen. Het zou de stem
van Baby den Toonder moeten zijn maar het is in hoofdzaak het geluid
van zwaar vrachtverkeer. Voor een goede monteur met een absoluut ge
hoor moeten die geluiden te analyseren zijn. Een Merce des-diesel door
boort een mooie passage over een capricieus optreden van de Babyton-
Band in 1946, een DAF-combinatie overstemt het verhaal over de Neder
landse krijgsverrichtingen in de meidagen van 1940, toen Baby, oog in
oog met een overmachtige vijand, in een weiland bij Goes de Neder
landse driekleur niet langer hoog kon houden. Er gaan nog wat vracht
wagens voorbij en dan blijkt dat de heer Den Toonder op dit voor hem
met tragiek doortrokken moment krijgsgevangen is gemaakt. Het einde
van een militaire carrière, nog maar tien dagen daarvoor zo hoopvol als
ordonnans begonnen.
len voor een Jachthaven en raast over land
het verkeer voorbij Het Is een pleidooi voor
de kaaibewoners. die het land hebben aan
dit landverkeer en nu protesteren tegen de
plannen om dit verkeer hier blijvend te to
lereren. De microfoon, die het verhaal van
het leven van pianist Den Toonder regi
streert, staat wijd open maar vangt in
hoofdzaak één van de nadelen van de ben
zinemotor op. Baby den Toonder, een man
die nauwelijks introductie behoeft, een
naam die nauwelijks toelichting behoeft.
Bekend van bruiloften en partijen, maar
vooral in zijn eigen genre, dat men dan
gaarne kwalificeert als 'het betere amuse
ment'. een meester op zijn instrument. Hij
had zijn eigen band, de 'Babyton-Band'. die
in de dans-rage van direct na de tweede we
reldoorlog locaal en regionaal een grote rol
speelde, maar in wezen belangrijker als de
rustige, sfeerbrengende pianist bij ont
vangsten en recepties. Sinds 47 jaar en hof
leverancier Met een trio vormde hij destijds
het 'huisorkest' van commissaris der konin
gin wijlen jhr mr De Casembroot. Dat trio
speelde bij de nieuwjaarsrecepties en bij
andere ontvangsten in de Statenzaal van de
Abdij. Bij een rondleiding van koningin en
prins door de Abdij had men het trio in een
nis van de kloostergangen geplaatst. Jhr.
De Casembroot verbrak daarbij het proto
col. Hij hield halt bij de nis om de musici
aan het koninklijk paar voor te stellen
Baby den Toonder was nog geen twintig
jaar. toen hij op dezelfde wijze, solistisch, de
partijtjes moest opluisteren bij een chirurg
in Middelburg In de hal moest hij dan
wachten op zijn toelating tot het feestver
trek, de huiskamer, waar men de piano lief
devol had omringd met kamerschermen
Vanachter die beschutting speelde hij zijn
vrolijke deuntjes, die de genodigde mede
medici moesten pakken Maar hij mocht
niets zien en zij mochten hem niet zien.
Een toestand van feodaal evenwicht, waar
mee Baby geen moeite had. Op een afstand
van veertig jaar zegt hij. „Eigenlijk begon ik
al op m'n twaalfde jaar in het openbaar te
spelen. Mijn eerste partij was een bruiloft,
mevrouw en meneer Dekker, een fietsen-
zaak in Middelburg. Op de zilveren bruiloft
van die mensen heb ik ook gespeeld, zo
doende weet ik dat. Successievelijk kreeg ik
meer aanvragen. Dat mocht eigenlijk nog
niet op die leeftijd, daarom moest m'n vader
altijd mee. Toen ben ik ook gaan spelen
voor dokter Koch op de Herengracht, op
dineetjes. Daar mocht ik nooit in de kamer,
ik moest in de hal. in de kouwe hal. maar ja.
het was ook een klant van m'n vader, en
successievelijk mocht ik dan, door die par
tijtjes. in de woonkamer, achter een scherm,
wantje mocht natuurlijk niet alles zien"
Wat voor gevoel gaf het achter dat scherm
te zitten „Ach. je was jong. je wist niet be
ter Je dacht dat het zo hoorde En ach. je
kwam niets tekort"
Met toestemming van de heer Den Toonder
mag ik alle vertrekken in de flat zien Geen
kamerschermen "in de slaapkamer Je weet
het maar nooit. Een link naar het verleden,
een tick, iets wat is blijven hangen. Niels
zelfs van het kleinste trauma Hoe bestaat
het Wel een speelsverkje in de gang. dat bij
lichte draaiing 'Für Elise' voortbrengt. Beet
hoven. zij het een jeugdwerkje, in de gang
van Baby Vingeroefeningen van de meester
in het optrekje van een afvallige, aan het
amusement verslingerde kunstbroeder.
Twaalf jaar was Baby den Toonder toen hij
De geschiedenisboekjes zullen het later op
nemen: Zeeland vochtdoor onder prins Bern-
hard. Een zwijgen over Den Toonder.
Dergelijke details raken als regel in de ver
getelheid, wat betreurenswaardig is. maar
men kan natuurlijk niet het persoonlijke le
ven van alle betrokkenen daarin betrekken
„Voorts blijf ik van mening, dat Carthago
verwoest moet worden' is lang blijven han
gen. maar je leest niets over de man, die in
eenvoud te Carthago schoenen lapte en
daarbij frequent uitriep dat Cato het heen
en weer kon krijgen. De tijden zijn altijd al
turbulent geweest Maar dergelijke hart
grondige verwensingen horen niet in de ge
schiedenisboekjes thuis; zelfs deze eenvou
dige schoenlapper had z'n dagen beter in
gepast zwijgen kunnen doorbrengen. Toch
zijn schoenlappers aardige mensen. Daar
denk ik aan op de trappen naar de flat van
de heer Den Toonder, aan de Rouaansekaai
in Middelburg. Bij de weg omhoog is goed
schoeisel een belangrijke vereiste Op weg
naar de registratie van een carrière, die
nauwelijks registratie behoeft. Baby den
Toonder heeft z'n leven gevuld met akkoor
den. verloren akkoorden, gestrooid op re
cepties. ontvangsten, bruiloften en partijen.
Op zo'n trap in een flatgebouw ben je op
weg naar een monument, dat nooit subsidie
behoefde Een entertainer. Een vermaaks-
pianist. een notenstrooier, als een Zwarte
Piet voor grote mensen. Na het bal gaat ie
dereen naar huis.
Eenmaal boven valt de bel me wat tegen
Uit een koperen leeuwenbekje noodt een
eveneens koperen tongetje tot een lichte
druk Dan komt het bungalow-geluid los:
ding-dong, een statussymbool uit de zesti
ger Jaren, nog altijd gangbaar in Ameri
kaanse tv-series. Zo hebben we de achter
stand toch maar mooi ingehaald. Baby den
Toonder, 59-jarig pianist te Middelburg,
doet zelf open. Hij staat zwaar maar niet
bezwaarlijk Ln de deur Ik val daarmee in
huis: welke tonen brengt die ding-dong
voort?
Hij weet het niet Een bekend euvel Bij een
huisschilder is het thuis veelal een verve
loos boeltje, bij een electriciën moet je op
passen of de schakelaars kikkeren bij ge
bruik over je schoenen en een onderwijzer is
nauwelijks in staat om zijn eigen kinderen
op te voeden. Zo is alles op de rand van
bruikbaarheid en mag men ook van een
winnaar van de Tour de France niet ver
wachten dat hij 's-zondags met z'n gezin een
eindje gaat fietsen. Baby den Toonder kent
niet de toonhoogte van zijn eigen ding-
dong, een ding waar hij al jaren naar luis
tert. „Daar heb ik nog nooit op gelet", excu
seert hij zich. Zo heeft alles z'n tijd onder de
zon en spoedt Baby zich. overigens zonder
een voet te verzetten, naar een muzikale
diagnose. Het is een e-c meent hij. een me
dedeling die ik onder het grootste voorbe
houd openbaar omdat ik hetzelfde wat venij
nige 8t,rikvraagje al eerder heb gesteld aan
een muzikale tegenvoeter, de fameuze Mid
delburgse organist Bram Beekman, die het,
voor wat zijn eigen ding-dong betreft, aan
vankelijk op a-fis hield, maar later, na con
trole met behulp van een kinderpianootjè.
tot g-es kwam. Twijfel is de basis van alle
wijsheid en omdat de heer Den Toonder dat
e-c wat aarzelend op de mat werpt. is dat de
basis voor een goed gesprek Een monoloog,
want door luiheid gedreven maak ik, ver
trouwend op de techniek van de bandrecor
der, slechts enkele spaarzame, wankele
dat was m'n domein. Klassiek zag ik niet
zitten. Wel geleerd natuurlijk, toonladders,
etudes en ga maar door. maar ik voelde er
werkelijk niets voor. ik heb er werkelijk
nooit iets voor gevoeld".
Toch is Baby den Toonder, zeer onlangs in
de 'Gouden Gids' onder één noemer (free
lance pianisten) gebracht met de concerto
pianiste Janine Dacosta, gehuwd met de
Middelburgse advocaat mr. F W. Adrlaan-
se. De Gouden Gids is een boek vol wonde
ren. Enkele jaren geleden stond er zelfs een
parelvisser in, die men op Zuid-Beveland
kon vinden. Men trof dan een landbouwer
aan. die met zijn gezin in eerzaamheid de
boerderij 'De Parelvisser' bewoonde.
Baby den Toonder: „Een tijdje geleden
sprak ik meneer Frans Adriaanse. omdat
wij natuurlijk in dat Gouden Gids boek
staan. Nota bene staat mevrouw Janine
Dacosta daar ook bij. Hij zegt ik heb al eens
mensen naar u doorgestuurd. Die waren bij
m'n vrouw geweest om te spelen op een
bruiloft Krankzinnig eigenlijk. Daar vragen
ze Janine Dacosta om voor een bruiloft te
spelen, een concertpianiste, internationaal
vermaard en bejubeld, die overal komt.
een concertpianiste van zulk een formaat,
die overal ter wereld speelt en die wordt
dan opgebeld om voor een bruiloft te spe
len"
Afgezien van de bereidheid, zou Janine Da
costa dit wel kunnen Baby: „Ik denk het
niet. Dat is toch nog een vak apart, voor een
bruiloft spelen, laten we nou eerlijk zijn.
Wantje hebt een bruiloft en een bruiloft Ik
heb bijvoorbeeld in Grijpskerke gespeeld,
daar zaten ze allemaal in een soort eethal,
maar dansen deden ze daar niet. Dan
speelde je wat en ze zongen wel eens wat
mee. maar het was vaker stil. Je moet ze
meetrekken, dat voel je zelf'
Een eethal in Grijpskerke. een concertpo
dium in een wat uitgebreider agglomeratie:
de Gouden Gids overbrugt alles. De heer
Den Toonder „Ik heb wel eens gespeeld
voor Janine Dacosta. Aan een advocatendi-
tlties, waaruit later in het geheel niets is op te Gent een studie aan het conservatorium
temaken. afrondde. Nooit een hang naar de 'grote'
Beneden, we zitten hoog boven de Middel- concertpodia gehad „Nee, ik zat voor me-
burgse kaaien, slaat men in het water de pa- zelf, toen al, helemaal in het amusement,
ner Nee. dat maakt me niet zenuwachtig.
Zij bewondert ons werk ook. dat weet ik van
meneer Adriaanse. Janine Dacosta spreekt
de hele tijd Frans en dat begrijp ik hele
maal niet. maar dan merk ik toch dat ze er
van geniet"
De huiskamer van de familie Den Toonder
ieén zoon, gehuwd) ligt de middag van het
gesprek in het zwakke licht van de beeld
buis, die de Olympische winterspelen in de
meest fantastische kleuren het land van
mest en mist injaagt. De sneeuw is rose.
Een figuurtje, verpakt in oranje nylon, don
dert in driekwartsmaat een Oostenrijkse
helling af. Roekeloos volgen anderen. Eén is
op weg naar goud
Die naam Baby. Een gezellig-corpulente
man met een ingeboren hoffelijkheid, een
vriendelijkheid, die tegelijk een pantser is.
De diepere diepten van het hart blijven on
toegankelijk. priveterrein waarin zelfs de
smart om een kamerscherm niet past. Be
scheiden in handelen, kloek in verschijning,
honderdvierentachtig pond in 'the swinging
sixties', nu, na onvoorstelbare inspanningen
tijdens avonden van meditatie en strikte
onthouding, nog zesentachtig kilo „Kijk",
zegt hij, „ik heb veel zittend werk natuur
lijk Maar ik schijn altijd te moeten verma
geren als de nieuwe aardappeltjes uitko
men". De belangen van agrarisch en musi
cerend Nederland lopen niet altijd parallel.
Een sterke voor de STER-reclame: de cor
pulentie liep terug, de naam Baby bleef.
„Ik ben in Engeland geboren, in Cheadle bij
Manchester. M'n moeder was Engelse, m'n
vader Nederlander. Hij voer in de eerste we
reldoorlog en leerde daar z'n vrouw kennen.
Drie Jaar oud ben ik naar Nederland geko
men. Officieel heet ik Johannes James,
maar het was de gewoonte dat de jongste
Baby werd genoemd (bij de geboorte ben je
altijd de jongste). Dat is zo gebleven. Maar
op straat kijk ik voor Johan niet om. Het is
altijd Baby gebleven
Met een musicus moet je ook wel eens over
muziek praten. De aanleiding komt uit de
radio. Een soort pop-muziek of hoe ze dat
tegenwoordig noemen, de versnellingen zijn
nauwelijks te volgen. De muziek kan ik niet
zo goed beoordelen, maar de tekst is erg
scherp: You and me. me and you. De bege
leiding probeert dat te overstemmen, zodat
het geplaagde meisje, dat het liedje dient
voor te dragen, nog harder moet schreeu
wen. ,,'t Wordt alsmaar minder", zeg ik als
een losmakertje en vertel er dan gelijk het
verhaal bij van een vriend uit de
herenkleding-branche. die worstelt met
dunnende overhemden. Ze maken ze ieder
jaar een fractie dunner, niemand merkt
daar iets van. Maar als je een overhemd van
nu en een overhemd van tien jaar geleden
naast elkaar legt, is het goed te zien. Baby is
erg voorzichtig in zijn kritiek, zoekt onmid
dellijk een positief gevolg op: „Als je nu op
de televisie kijkt zeg ik nee. het hoeft voor
mij niet. Maar waar het mee begon, de Beat
les, in die tijd waren ze goed. Er waren wer
kelijk goede nummers bil. Yesterday is
werkelijk steengoed. Maar het wordt ieder
jaar minder met de pop. Er zijn natuurlijk
jongens die er graag naar luisteren, maar ik
hou er niet van. Als ik er de kans voor krijg
volg ik het nog wel. maar je haalt er vrijwel
niets meer uit. Het leuke is eigenlijk dat
onze tijd weer terugkomt. De dansscholen
nemen weer foxtrots op. Engelse wals. noem
maar op. Die ouwe evergreens, dat was
goeie muziek en dat komt weer terug van
daag of morgen. Wat mijn voorkeuren zijn
Operette. De Amerikaanse musicals. Cole
Porten Rodgers en Hammerstein, Gersh
win De melodieën uit Porgy and Bess. My
Fair Lady. Duitse operettes, Het Witte
Paard onder andere. Maar vooral de old
timers blijven, die kun je blijven spelen en
komen ook weer terug". Er valt de naam
van een jonger componist, die in de amu
sementsmuziek een bijzondere plaats in
neemt: Bacharach. „Zit een beetje beat in.
Met een piano alleen komt het er niet zo
goed uit. Je moet goeie stuwende krachten
naast je hebben, gitaar en een drummer,
dan maak je'm. Dan kun je je linkerhand
loslaten. Anders moetje veel pompen, op en
neer en dan moet je je ritme maken. Dan
speel je met je linkerhand en je rechterhand
vol akkoord. Ineens moet ik ook aan Glenn
Miller denken, machtige melodieën.
Glenn Miller. De pier komt in gedachten te
rug. de oude Vlissingse pier, amusements
centrum van het Vlissingen in de dertiger
jaren. Baby speelde er met z'n eerste forma
tie, 'Toonders Rhytmical Players', oude fo
to's laten dezelfde zesmans band zien in het
oude Middelburgse SL Joris, zes bezonken
heren, een soort uitgetreden priesters, die
plotseling een Calvinistische kijk op het le
ven hebben gekregen, maar nog weifelen
omdat ze aan de ernst van het humanisme
niet voorbij willen gaan. Baby draagt er al
een bril. twee cirkeltjes vormen het mon
tuur. zwarte hoepeltjes van dun hoorn. Op
de achtergrond staan palmen. Een van de
heren poseert met een cello, een andere be
hoedt een accordeon voor het geweld van
de zwaartekracht.
Later volgt een correctie Op de pier ope
reerde Baby als invaller in het gezelschap
van Jura Jurin Walonski. „We speelden met
zes man. Allemaal verschillende landstypes.
Een Hongaar, een Rus, een Roemeen, een
Engelsman en twee Hollanders. We konden
elkaar absoluut niet verstaan. In die tijd
had ik weggekund naar de band van John
Kristel, dat was heel wat in die dagen, maar
dat mocht niet. m'n ouders waren heel
streng"
De oorlog liet van de pier met zoveel over
en bracht Baby in contact met weer andere
landslieden. In de mobïllsatiedagen voor
mei 1940 wordt hij met de neus op de harde
feiten van de landsverdediging gedrukt. Als
ordonnans zal hij de Nederlandse zaak die
nen.
„Dat was m'n oorlogsbestemming. We had
den een auto moeten vorderen van de firma
Van Fraassen ln Vlissingen. Met z'n drieën
moesten we toen een benzinepompsleuteltje
gaan ophalen in Goes. Precies weet ik het
niet meer. maar dat moet tussen tien en
vijftien mei zijn geweest. Het was een taxi
van de firma Van Fraassen. Die hadden we
een kleurtje gegeven, een militaire kleur na
tuurlijk. We waren al dichtbij Goes, toen
kwamen er op een gegeven moment vlieg
tuigen over. Later begrepen we. dat dal
verkenners waren geweest. We doken een
sloot ln en toen had je de poppen aan het
dansen. We begrepen niet waar ze vandaan
kwamen. Overal kwamen ze vandaan. Met
tanks door de weilanden, met motorfietsen
over de weg. Overal waren de Duitsers. En
daar stonden we. Ineens waren we krijgsge
vangen gemaakt Zonder slag of stoot. Zo
goed wisten wij waar de Duitsers al zaten.
Ze waren al voorbij Goes. Nou, toen moes
ten we te voet door de weilanden naar Goes,
een bloedhete dag, lopen en nog eens lopen,
toen naar Kapelle, weer lopen en daar heb
ben we een nacht gezeten en zo'n beetje ge
legen en toen zijn we door gaan wandelen
naar 's-Hertogenbosch, naar de Veemarkt
hallen. daar hebben we een dag of tien
krijgsgevangen gezeten en toen zijn we te
rug gaan iiften naar Middelburg. Toen ik in
Middelburg kwam wist ik niet hoe ik moest
lopen. Heel Middelburg platgegooid. Het
was gewoon een diep gat Wat we wisten dat
de Lange Delft moest zijn, daar zijn we
doorheen gegaan om ons huis te vinden. Ik
dacht ik tref geen mens meer. Toen bleek
dat een heel stuk Noordstraat nog netjes
overeind stond, net als het Molenwater en
de Zuidsingel, waar ik woonde. De hele fa
milie was gespaard gebleven"
Oog in oog met de vijand op een weiland bij
Goes. Hier past het verwijt van een weinig
militant optreden (een bevordering tot kor
poraal had er altijd ingezeten om over de
Militaire Willemsorde der vierde klasse post-
huum toegekend maar te zwijgen) maar de
heer Den Toonder is in dit opzicht enigszins
geëxcuseerd door zijn bestemming vóór de
oorlogsbestemming. Hij was toen ingedeeld
bij de sectie 'O O', ter Ontwikkeling en
Ontspanning van het militair apparaat
„Ach, ik zat maar zo'n beetje in de kazerne
We gingen overal naar toe om de militairen
bezig te houden".
Nobel, maar bij confrontatie met de vijand
snijdt het geen hout. De rol van Den Toon
der bij het 'Zeeland vecht door onder prins
Bernhard' is hiermee uitgespeeld.
Zelf speelde hij verder, de ene polonaise na
de andere en daarin klonk Chopin door, de
klank van het ook al zo verdrukte Polen.
„Toen we eenmaal bezet waren moest ik lid
worden van het NAF, het Nederlands Ar-
beids Front Dat heb Ik geweigerd. Toen
heb ik op het kolenbureau gezeten, zo
doende moest ik niet weg. In de oorlog heb
ik nog wel gespeeld op partijtjes, niet com
pleet uitgewerkt, omdat ik natuurlijn op het
kolenbureau zat".
De bevrijding. 1944, brengt nieuwe impul
sen. „Een heerlijke tijd. Toen ben ik gelijk
met een klein orkestje begonnen voor de
town major van Middelburg. Frank. Voor de
Engelse militairen heb ik erg veel gespeeld.
In die tijd heb ik één keer een groot orkest
gehad met een eigen revue Herfst Sympho-
nie, helemaal zelf geschreven, dat was in
1945. Met girls en zo. maar dat konden we
natuurlijk niet volhouden. Maar als je de
oude Scheldehal hebt gekend, daar kwam
toen zö'n twaalfhonderd man. De decors
waren van papier, er zakte natuurlijk ook
wel eens wat in elkaar Direct na de oorlog
had je hier ook de jongens van de mijnop-
ruimingsdlenst Die jongens leefden bij de
dag, want ze hadden een gevaarlijke op
dracht Een keer hadden we een ruzie in een
klein zaaltje. Ze zochten een jongen die iets
verkeerds had gezegd. Een rij van zes man
kwam van achteren door het zaaltje naar
voren om die jongen er uit te halen. Ik denk
straks gaat alles er aan. dus daar ben ik
naar toe gegaan, ik zeg luister eens, maar
het was een vent als een boom. die lichtte
me zomaar op. toen zag ie het gelukkig.
Baby zegt ie ben jij hel en toen zette ie me
neer. Toch liep het allemaal goed af. Die
dansavonden na de oorlog waren een uni
cum. de mensen leefden weer op. het was
fantastisch".
Toch nog een succesje, behaald op een
vijandig militair front. De militairen ver
trokken, andere activiteiten vroegen muzi
kale ondersteuning Baby den Toonder
raakte via de Middelburgse cabaretier Wim
de Graaf („daar heb ik veel van geleerd'i
betrokken bij de PZC-kindervoorstellingen
De krant organiseerde, via bonnetjes ver
krijgbaar bij de winkeliers, voorstellingen
voor kinderen. Baby deed het muzikale ge
deelte. maar trad ook op aLs beer. Op het lijf
geschreven, een nummer voor verschillende
kwaadaardige heren en een goedaardige
beer
„Het was een beer uit een circus. Daar had
den ze een speciaal pak voor gemaakt Dat
draaide ik drie of vier keer op een dag. Dal
pak zweette enorm uit. Iemand die mee
hielp. maar dat was een magere jongen,
wilde ook een keer op alB beer. m'n rol
overnemen. Hij schoot het aan. maar na
tuurlijk was het op mijn lijf gemaakt. HIJ
stond ln dat pak en Je snapt wel. dat slob
berde helemaal, hij stond gewoon in dat
ding te schudden Een man uit het Vlis
singse Concertgebouw heeft ook nog eens In
dat pak gezeten, maar die had hetzelfde
postuur als ik. dat viel niet op. Eigenlijk
kroop iedereen op den duur zo n beetje in
dat pak".
De huid van een ander is aantrekkelijk. Aan
het slot van de voorstellingen moest Baby
het pak uittrekken. Hij werd gehuldigd voor
het feit. dat hij zijn zilveren jubileum als
musicus vierde. Namens de krant viel hem
dan een horloge met Inscriptie ten deel.
Moeilijkheid was, dat de voorstellingen in
verschillende plaatsen gingen. „De kreeg het
vier keer aangeboden, maar dan moest ik
het steeds weer teruggeven. Op het laatst
heb ik 't toch mogen houwen". Baby laat
het horloge met inscriptie nog even zien.
Het loopt niet meer.
Door het beroep gedreven ontmoette ik
Baby den Toonder nogal eens op partijen.
Tien jaar. misschien langer geleden vertelde
ik hem het toen al belegen mopje van het
bezwaar van een optreden voor een pianist
in Zuid-Afrika: daar mag je alleen op de
witte toetsen spelen. HIJ zei toen zoiets als
dat hij een neger zou vragen om voor de
aanvullende tonen zorg te dragen om dan
samen later het honorarium eerlijk te delen.
Een mooie gedachte, de prakrijk ligt dichter
bij huis. Werk voor bejaarden. Baby is re
gelmatig te horen in bejaardencentra als
het Middelburgse Bastion. Liedjes en een
vrolijke babbel. „Dan speel ik bijvoorbeeld
sha-la-la-li van Gert en Hermien Timmer
man. Eerst zing ik uit hun vroegere rijd over
eerbied voor jouw grijze haren, daar zijn ze
bekend door geworden, in het genre van de
gewone platen, maar nu zijn ze overgegaan
naar de EO en dan zing ik natuurlijk met
een praatje ertussen door. 'En de duiven op
de dam, sha-la-la-li'. Dat zingen ze niet bij
de EO en nu ben ik op het ogenblik bezig
met dat andere melodietje waar ze op het
ogenblik opgang mee maken bij de EO.
maar dat heb ik nog niet" Geschrokken
moet ik hier interveniëren: „Toch niet om te
spotten?"
„Nee. dat doe ik niet Kijk. want als je de
tekst leest, het is steengoed, maar je raakt
er niemand mee. Maar over spotten gespro
ken. ik bedoel maar, lk heb Indertijd nog
begeleid, hier op de Dam, Lou Bandy, om
dat z'n pianist ziek was geworden. Die zei ik
wil hier wel doodgaan, maar niet begraven
worden"
Baby in het Bastion. Oudere mensen rond
de piano. Genietend, een terugblik op wat
was. Nog zes jaar dan is ook Baby bejaard,
althans naar de 65-jange norm. „Als ik ln
een bejaardentehuis kom zou het verrekt
leuk zijn om nog eens een cabaretje te heb
ben en ik aan de piano". Vermaakspiamst
Baby den Toonder op een afstand van zes
jaar van de aow. „Eigenlijk bestond ik niet",
zegt hij nog. „omdat ze in Engeland geen
trouwboekje kennen. Daar hebben ze alleen
een soort papiertje, dat je getrouwd bent.
Maar dat gaf wel moeilijkheden toen ik
wilde trouwen. De kantonrechter hier. me
neer Moolenburgh. heeft het nog uit Enge
land laten komen, zodat ik kon trouwen,
anders was net niet mogelijk geweest. Zo is
het bewijs geleverd dat ik bestond. Weken
zijn er overheen gegaan".
Het leven gaat verder, men bestaat niet bij
papier alleen. De werkelijkheid bij het af
scheid is het speeldoosje in de gang, dat na
lichte draaiing weer 'Für Elise' laat horen.
„Leuk", zegt hij. „dat heeft m'n zoon voor
me meegebracht".