Machtsstrijd in China Ba'ath, zoeken naar de zevende hemel KOOPWAAR OP HET BINNENHOF LANDBOUWONDERWIJS: EEN VITALE HONDERDJARIGE Ec, Ik. ZATERDAG ?1 FEBRUARI 1976 Xn Wageningen en omgeving is deze week het startschot gegeven van de festivi teiten ter gelegenheid van het honderdjarig bestaan van het agrarisch onderwijs in Nederland. Deze en volgende maanden zult u via de pers, radio en tv daar nogal eens aan herinnerd worden. Er staan tal van congressen, tentoonstellingen, symposia etc. op het programma. Honderd jaar landbouwonderwijs, is dat wat bijzonders en valt daar een zinnig woord over te zeggen en te schrijven? Ja. het is een merkwaardige centenarius. Een jaar ol" 5 geleden leek het er sterk op dat de grijsaard het ging begeven. De ene school na de andere ging dicht. En zie. van daag de dag is de grijsaard aan een nieuwe jeugd beginnen, de knotwilg loopt opnieuw en krachtiger dan ooit uit. Er is een merkwaardig verschijnsel in deze sector van het onderwijs aan de gang. waard om te signaleren. Sinds jaar cn dag loopt de beroepsbevolking in de landbouw terug. Soms gaut dit proces heel snel soms wat langzamer, mede afhankelijk van extreme (d w z. niet-landbouwi lacto- ren. Maar langzaam of vlug het proces gaat door. zeer waarschijnlijk ook de ko mende jaren. Honderd jaar geleden werkte meer dan 50 procent van dc Neder landse beroepsbevolking in de landbouw, vandaag iets rond zes procent Als bui tenstaander zou je zeggen, dan zal de belangstelling voor de land- en tuinbouw scholen ook wel navenant dalen, maar niets van dit alles! Een goede eeuw terug was er geen enkele landbouwschool, nu in 1976 zijn er een aantal van zo'n 35.000 leerlingen en studenten aan een scala van agrarische onderwijsinstituten, varië rend van lager agrarisch onderwijs - 20.000 leerlingen op 135 scholen via mid delbaar agrarisch onderwijs - 8.000 leerlingen op 50 scholen - tot hoger agrarisch onderwijs - 10 scholen met totaal 3500 leerlingen. Tenslotte dc Landbouwhoge school te Wageningen met 4,000 studenten (in 1960 nog slechts 1,000 studenten) Jen hoogst merkwaardige ontwikkeling, als je deze aantallen vergelijkt met het slinkend agrarisch bevolkingsdeel. Je vraagt je daarbij al gauw twee dingen af: hoe komt dat en waar moet dat naar toe? Vanwaar de geweldige belangstel ling voor het landbouwonderwijs? Minstens drie oorzaken dachten we. Het agra risch onderwijs is goed, de omschakeling naar algemeen vormend onderwijs heeft gunstig gewerkt voor deze sector van onderwijs en tenslotte is er de overstel pende belangstelling vooral vanuit de grote steden voor opleidingen en baantjes die dicht bij 'de natuur' staan. De agrarische scholen in of in dc buurt, van grote steden zijn voor 80 a 95 procent bevolkt met 'niet-agrarische' leerlingen. Eriseen ontwikkeling bezig, bij de jonge genera tie waarbij men zich sterk aangetrokken voelt tot de agrarische sector in de ruim ste zin. Het lijkt soms wel een vlucht om te ontkomen aan industrialisatie en verstedelijking Het agrarische onderwijs heefl intussen de groeisignalen goed begrepen. Het saneringsproces van alsmaar sluitende landbouwscholen, zoals we dat tot in de beginjaren van zeventig zagen, een proces dat een beetje analoog liep aan de voortschrijdende, soms voortwoe kerende schaalvergroting in de Landbouw, is voorbij (voor de scholen althans). Er is volop nieuw leven. De lokalen worden uitgebreid, de opleidingen evenzeer Men gebruikt modieuze termen als 'groene scholen' of biologische scholen. De termen geven toch wel aan dat deze tak van onderwijs zich op veel meer dan de Landbouw-sectoren richt. Men leidt op voor een scala van beroepen, van gras groen (echte land- en tuinbouw) via beroepen met een groen randje tot sectoren zonder een spikkeltje groen (politieschool bv). Met deze laatste opmerkingen za ten we in feite al midden in de vraag: waar moet dat naar toe? Het spreekt van zelf dat de land en tuinbouw geen plaats biedt aan het nog steeds groeiende aantal groene leerlingen. Dat hoeft ook niet. Het moderne agrarische onderwijs geeft een goede algemene vorming en een flinke scheut kennis in natuur wetenschappelijke en biologische vakken en tenslotte een flink stuk handvaar digheid. Daarmee kun je terecht bij een heleboel beroepen. Al met al een onver wacht goede ontwikkeling van een al enige tijd kwijnende sector van onderwijs. Een opwekkend gegeven bij het eeuwfeest van het landbouwonderncht. Dat feest wordt georganiseerd door het ministerie van landbouw. Vreemd, zegt u. waarom heeft Landbouw als enige bedrijfstak zijn eigen onderwijs? Wel, zo is het histo risch gegroeid en we zijn er eerlijk gezegd best tevreden mee. Zonder één kwaad woord te zeggen van het ministerie van onderwijs constateren we steeds weer dat dc directie landbouwonderwijs van het ministerie van landbouw snel, goed en efficiënt werkt. We constateren ook dat gedachten uit de contouren-nota (onder wijs en praktijk op elkaar af te stemmen) wonderwel passen bij de bestaande constructie van landbouwonderwijs. Tenslotte terugkerend tot de pure land- en tuinbouw, moeten we tot ons onge noegen constateren dat lang nog niet alle toekomstige agrarische ondernemers een adekwate landbouwopleiding willen genieten. Nog veel te veel jonge boeren doen het zonder middelbaar landbouwonderwijs. Da's doodzonde vinden wij. We moeten het in de toekomst nog meer dan nu hebben van zeer bekwame agrari sche ondernemers. In het bekwaam maken spelen de landbouwscholen een grote rol. Het zou ongelooflijk jammer zijn als van de twee nog bestaande middelbare landbouwscholen in Zeeland er één' zou moeten verdwijnen wegens gebrek aan belangstelling. Dat zou dwars tegen alle zojuist geschetste landelijke ontwikke lingen in zijn. Het zou ook een misser zijn voor de toekomstige Zeeuwse iand- bouw(ers) Want goed landbouwonderwijs is de beste investering voor een toe komstige boer. MR. GERARD W. SMALLEGANGE Feng Sjiao Ping (links) manipuleert virtuoos de eetstokjes tijdens een diner voor Kissinger in het najaar van 1974, (Van onze correspondent) I EKING - Alle vijf grote mogendheden lijken op dit moment met ernstige opvolgingsproblemen te zitten. De president van de Verenigde Staten is wellicht bezig zijn kandidatuur voor een vol gende ambtstermijn te verliezen. De partijvoorzitter van de Sowjet-Unie lijdt aan een ernstige ziekte. Regerings- en politieke leiders in West-Europa en Japan zijn betrokken bij omkoopschan dalen. In China neemt het debat over de opvolging van premier Tsjoe En-lai het karakter aan van een machtsstrijd tussen links en rechts. Het officiële Volksdagblad heeft na- Wen-yuan. de belangrijkste partij- en het revisionisme voorkomen en be- ideoloog, en uit de nog jongere Wang strijden; Hoeng-wen. de eerste vice-voorzitter - De stabiliteit en eenheid moeten van de partij. Via de vroegere actrice worden aangemoedigd; en cultuurcritica Tsjang Tsjing, de - De nationale economie moet van de echtgenote van Mao Tse-toeng, onder- grond gebracht worden, houden zij tevens nauwe betrekkingen Deze richtlijn gaf echter opnieuw met de voorzitter zelf. aanleiding tot tegenstrijdige interpre- De oorsprong van het huidige con- taties. De gematigde rechterzijde legde flict gaat terug naar januari vorig jaar. de nadruk op de laatste punten, maar toen premier Tsjoe En-lai in de eerste de radicale linkerzijde op de eerste, plaats Teng terughaalde als zijn Rond de jaarwisseling kwam daarop plaatsvervanger en in de tweede plaats een nieuwe richtlijn van voorzitter Mao voorstellen deed voor een nieuw zesja- om de onduidelijkheid weg te nemen: renplan 1976-'80 en de lange- termijnplanning voor het jaar 2000. Beiden legden sterk de nadruk op de noodzaak van een verdere economi sche groei In de maanden daarop volgde een tweetal felle artikelen van Tsjang en Yao, die aandrongen op een verster king van de dictatuur van het proleta riaat tegen een mogelijke nieuwe klasse van partijbureaucraten. Beiden légden'sterk de nadruk op'de nood- melijk gemeld, dat een tweespalt be staat in het Centraal Comité en dat er sprake is van een gigantische kracht meting tussen het proletariaat en de bourgeoisie en heeft aangekondigd dat de volgers van de kapitalistische weg verwijderd zullen worden, net als hun voorgangers Lin Piao en Lioe Sjao-tsjL Het ziet er daarmee naar uit, dat de Chinese communistische partij voor de 11e keer in haar geschiedenis wat in Pekings politiek jargon wordt ge noemd „een strijd tussen twee lijnen" is ingegaan. De voorlaatste, dus 10e maal dat een dergelijke strijd tussen twee lijnen plaatsvond, was in 1970-'71. Het zou toen gegaan zijn om een ideologische afwijking van maarschalk Lin Piao, aanvoerder van het leger en Mao's eer ste plaatsvervanger in de partij. De Voorlaatste, dus negende maal dat een dergelijke strijd plaatsvond, was in 1966-'67, Het ging toen om de. politieke afwijking van Lioe Sjao-tsji, staats hoofd en eveneens destijds Mao's eer ste plaatsvervanger. Hij werd bestem peld als de Chinese Chroesjtsjov. Dat was het begin van de drie jaar stabiliteit en eenheid betekenen niet onderdrukking van de klassenstrijd. Hij leek daarmee duidelijk partij te kiezen voor links. Maar juist op dit moment speelde het toeval in de kaart van rechts. Premier Tsjoe En-lai over leed op 8 januari en eerste plaatsver vanger Ping leek hem op te gaan vol gen. Dit was hét dat dé bom deed bar sten. Inmiddels was namelijk ook een andere 'campagne ontstaan, die de' po- zaak van een verdere verkleining van sitie van Ping bedreigde. Het studen- eigendoms- en inkomensverschillen, tenverzet tegen Tsjoe Yoeng-hsen, de Daarmee lag het conflict juist onder de minister van onderwijs. Hij werd ervan oppervlakte gereed. Maar in de nazo- beschuldigd alle universitaire ver- mer slaagde men erin een crisis af te nieuwingen van de culturele revolutie durende massabeweging van de cultu- wenden en een synthese uit te werken, ongedaan te maken. In het najaar wer- Op 7p het Binnenhof valt de laat- xte tijd een nieuw en belangwek kend verschijnsel waar te nemen: dat van fabrikanten die langs par lementaire weg hun koopwaar on der de aandacht van het volk wil len brengen. Blijkbaar begint men er In de zakenwereld van over tuigd te raken dat niet alleen voetbalstadions geschikt zijn voor het aanprijzen van artikelen, maar dat ook in de politieke arena een zekere werfkracht ontwikkeld kan worden. Zo kwam onlangs de leiding van een Limburgs bedrijf, dat zich toe legt op de vervaardiging van clo setpotten, op de gedachte dat een reisje naar het Binnenhof geen kwaad kon. In 's Lands Vergader zaal waren kamerleden die veel van water weten bijeen om zich te beraden over de plannen van de regering voor de aanleg van spaarbekkens voor drink- en in dustriewater. Menig parlementa riër opperde tijdens die commissie vergadering, dat we kalmpjes aan moeten doen met het gebruik van water. En kennelijk had de Lim burgse firma dat voorzien. Naast het gebouw van de Tweede Kamer hadden de nijvere zakenlieden hun nieuwste produkt opgesteld: een closetpot die zo gemodelleerd is dat er veel minder water ge bruikt hoeft te worden dan bij de tot dusver gangbare soorten; een werkstuk dus dat de warme be langstelling van de politici ver diende. En ja hoof. een aantal kamerleden liet zich naar buiten lokken om enige tijd wat be dremmeld naar de zuinige vinding te staren. U begrijpt dat menige kwinkslag viel en dat fotografen haastig toesnelden om de volks vertegenwoordigers rond de ver nuftig uitgevoerde zitplaats te vereeuwigen. De closetpotmaimen konden tevreden zijn, en ze be zorgden minister Vorrink van volksgezondheid en milieuhygine dan ook een mooi bosje bloemen voor op de regeringstafel. Afgelopen donderdag al werd het voorbeeld van de Limburgers gevolgd. In de Tweede Kamer stelde de PvdA-afgevaardigde Van der Doef aan de minister van ver keer en waterstaat en aan de staatssecretaris van financin een aantal scherpe vraagjes over de jachtige invoering van de snor fiets. En op het Binnenhof waren ze paraat: de fabrikanten van het slome rijwiel met. hulpmotor. De heer Van der Doef maakte een proefrit, en er werd weer heel wat afgelachen en gefotografeerd. Nu er eenmaal een begin is ge maakt, is er alle reden om aan te nemen dat steeds meer onderne mers naar Den Haag zullen afrei zen om daar hun begeerlijke waar door de volksvertegenwoordigers te laten testen en zich indirect aan hel volk zelf te tonen. Men kan verwachten, dat de man die de isolerende kei uitvindt tijdens de debatten over volkshuisvesting en ruimtelijke ordening present zal zijn, producenten van muziekin strumenten, decors, snel groeiend struweel en voetballen kunnen hun handel tonen tijdens discus sies over cultuur, recreatie en maatschappelijk werk, de auto-rai zal eindelijk in de Hofstad worden gehouden, als de begroting van verkeer en waterstaat in het par lement wordt behandeld, en boe ren en vissers kunnen, als er in de Kamer iets te doen is over land bouw en visserij, wat het land en de zee ons biedt uitstallen tegen de fraaie achtergrond van de Rid derzaal. Samen met militairen, die mas saal demonstreren tegen dingen die minister Vredeling van defen sie heeft verzonnen, met welzijns werkers die per spandoek meer geld eisen voor het clubhuiswezen, met vrouwen die baas in eigen buik willen zijn, en met actiegroe pen die menen dat die vrouwen dat juist niet moeten willen, kun nen de ondernemers van het Bin nenhof een doorlopende, leven dige tentoonstelling maken, die een bezoek aan het Binnenhof tot een enerverend gebeuren maakt En waardoor eindelijk de afstand tussen bestuurders en bestuurden zal zijn overbrugd. Overigens, ter geruststelling: tot dusver zijn geen kamerleden op met tien procent korting verkre gen snorfietsen achterhaald. Evenmin ztfn er parlementariërs betrapt die zich met een closetpot onder de overjas uit de voeten wilden maken. A.J. SNEL MAO TSE TOENG rele revolutie. Als tweede Chinese Chroesjtsjov werd toen aangemerkt Teng Sjao-ping, de secretaris-generaal van de partij. Hem werd onder meer de revisionistische uitspraak toegeschre ven: „Het hindert niet of een kat wit of zwart is. als hij maar muizen vangt". Ping werd gekritiseerd en verdween enige jaren van het toneel, vermoede lijk om ergens in een landbouwcom- mune over zijn zonden na te denken. Hij leek echter zijn leven te hebben gebeterd, want zeven jaar later maakte hij een opvallende come-back. Vorig jaar werd hij zelfs benoemd tot vice- voorzitter van de partij, chef-staf van het leger en eerste plaatsvervanger van premier Tsjoe En-lai. Maar hij is het ook die er nu van wordt beschuldigd weer in zijn oude fout te vervallen, tegenover zich vindt hij dezelfde tegenstanders als toen. Het gaat daar bij in het bijzonder om de groep van minder bejaarde radicalen uit de in dustriestad Sjanghai, die zich als de belangrijkste erfgenamen van de cul turele revolutie beschouwen. Zij be staan. in volgorde van leeftijd, uit de middelbare Tsjang Tsjoeng-tsjao. die lid is van het politbureau, politiek commissaris van het leger en tweede vice-premier Verder uit de jongere Yao In september en oktober werd een den de aanvallen tegen hem feller en grote massacampagne gelanceerd ter leken over zijn hoofd heen ook op an- navolging van de commune Tatsjai. dere topfunctionarissen te mikken. Het Hierin werden beide elementen ver- was in deze periode dat voor het eerst enigd door een compromis-figuur, de illegale pamfletten tegen de gerehabili- zesde vice-premier en landbouwdes- teerde vice-premier Teng Sjao-ping kundige Hoea Koe-feng. Dit tussen voorstel leek te worden gedekt door Mao zelf. Er werd althans een belang rijke richtlijn namens hem uitgegeven, die bestond uit drie elementen: - Men moet de theorie van de dicta tuur van het proletariaat bestuderen werden verspreid. De groep rond Teng heeft vermoede lijk een verdere uitbreiding van deze kritiek willen voorkomen door snel een tweetal stappen te ondernemen. De eerste was het onmiddellijk doordruk ken van de opvolging van Tsjoe door Teng. De tweede het formuleren van de politieke erfenis van Tsjoe in een graf rede door Teng. Daarin werd de-na druk gelegd op bepaalde aspecten van zijn historische rol. Dezelfde die in het buitenland zozeer zijn benadrukt. Dat wil zeggen: zijn kundigheid, zijn gema tigdheid enz. Beide stappen stuitten echter op verhevigde oppositie van de radicalen. Binnen een week na zijn be grafenis richtten zij het studentenver- zet tegen de minister van onderwijs ook tegen de eerste vice-premier. Aan de universiteiten en middelbare scho len kwam een felle muurkrantencam- pagne op gang tegen Teng Sjao-ping. In de massamedia, zoals het officile Volksdagblad en het partijorgaan Rode Vlag, waar links eveneens over aanzienlijke invloed beschikt, werden de aanvallen gretig overgenomen en uitgebreid. In deze gespannen atmosfeer kwam eind januari 't Centraal Comité bijeen. De rechtervleugel stelde, dat er geen enkele reden was Tsjoe's opvolging door Teng niet te laten doorgaan dat zijn tegenstanders een stok zoc> ten om een hond te slaan. De link' zijde stelde echter dat de handelwty rond de opvolging van Tsjoe nog èèc onderstreept hoezeer Teng weer in zljt oude fouten was vervallen. De rus liep hoog op, men kon het niet een worden en de zitting moest worden ge schorst. Later stélde Mao bij wijze van be middelaar tussen links en rechts op nieuw de landbouwdeskundige Hou Koe-feng uit zijn gcboorteprovindi Hoenan voor als premier-ad-interk Sindsdien hebben dc radicalen hut campagne zozeer verhevigd, dat n nauwelijks een weg terug mogelljl lijkt. Tegelijk doen de gematigden tl het zwijgen toe, hetgeen erop dat zij zich tamelijk sterk voelen staan. Het is dus nog te vroeg voorspellen hoe deze krachtmeting zal aflopen. (Van onze correspondent) DAMASCUS - Het is een onmo gelijke, verwarring wekkende par tij, zo op het eerste gezicht, de Ba'ath. Ze predikt de onverbreke lijke eenheid van alle bewoners van het „Arabische vaderland", van Marokko tot aan Iran. Maar er zijn twee Ba'ath-partijen (in Syrië sn in Irak, waar ze aan de macht zijn) en ze gunnen elkaar het licht in de ogen niet, hoewel ze beide hun straten en gebouwen vol schilderen met de Ba'ath-slogan „Eenheid, Socialisme, Vrijheid". Beide partijen hebben een pan-Arabische leiding, „nationale leiding" genoemd („na tionaal" staat in het Ba'ath-jargon voor de hele Arabische wereld en „regionaal" vooi de afzonderlijke staat, wat wij dus nationaal zouden noemen). De Nationale Leiding van de Iraakse Ba'ath-partij heeft onder andere Syrische leden, die er in hun eigen land zijn uitgegooid, en de Nationale Leiding van de Syrische partij telt Iraakse leden die niet naar hun regio mogen terugkeren. Onder de Nationale Leiding staat ae Re gionale Leiding, die in beide landen het be langrijkste politieke orgaan is en het beleid voor de regering uitstippelt. De hoogste post die je in Syrië en Irak kunt bereiken is secretaris-generaal van de Regionale Lei ding. vergelijkbaar met de toppositie van secretaris-generaal van de Russische com munistische partij (Brezjnjev). In Syrië is dat Hafez al Assad, die tegelijkertijd president van Syrië is. en in Irak Achmad Hassan al- Bakr. ook al president. Maar de Nationale (in feite dus interna tionale) Leiding van de ene partij be schouwt zichzelf tevens als de leiding van de andere, dus die van de Iraakse Ba'ath meent wat te zeggen te hebben over Syrië en die van Syrië over Irak. Dat „zeggen" is overigens meer schelden: „reactionair, ver rader, imperialistisch agent". De „Hizb al-Ba'at.h al Arabi al-Ishtiraki (Socialistische Partij van de Arabische we- deropstar ng) werd in Damascus opge richt dooi Michel Aflak, een Syrische chris ten en de moslim Salah Al-Din al-Bitar. Af- laks ideaal was een Arabische eenheid van christenen en moslims. Hij stelde de islam voor als de culturele manifestatie van de Arabische beschaving en deed een simpel, romantisch beroep op een gemeenschappe lijke ervaring van de Arabieren: eenvou digweg het Arabier-zijn. Zevende hemel Wat hij werkelijk wilde, is een nationa lisme met een politieke kracht die even sterk moet zijn als het geloof van de god- vruchtigen in een hiernamaals. Gezien de werkelijkheid (de verdeeldheid) zal het wel even onbereikbaar zijn als de zevende he mel. De partij is vanuit Syrië gegroeid. De mili tairen daar vonden in de Ba'ath een poli tieke organisatie, vanwaaruit ze steun van burgers konden verkrijgen voor het uitvoe ren van hun plannen (overigens geloven deze militairen wel degelijk ook in het so cialisme of het Arabisch nationalisme). Maar de rol van de militairen heeft mede ge leid tot een ernstige onderlinge verdeeld heid van de Ba'athisten, die zich in fracties splitsten. De discussies gaan nu voorname lijk over hoe en in welke mate dat pan- Arabisme en socialisme tot stand moet worden gebracht en welke van de twee nu de voorrang heeft. Zowel in Syrië als in Irak kwam de Ba'ath voor het eerst in 1963 aan de macht. Sinds dien heeft ze permanent in Syrië geregeerd, niet zonder strubbelingen, want verschil lende Ba'ath-regimes werden door nieuwe omvergegooid. De Iraakse Ba'ath pleegde zijn eerste staatsgreep in 1963. maar haar bewind duurde slechts een paar maanden. Vijf jaar later probeerden ze het opnieuw en evenals in 1963 kwam de officier Achmad Hassan al-Bakr naar voren. Dat was 17 juli 1968. Veertien dagen later voerden de Ba'athisten een tweede coup uit. nu om de niet- Ba'athistische partners van de staatsgreep uit de weg te ruimen. Vanaf die tijd wordt er in Irak een strenge vervolging gevoerd tegen dissidenten die niet het leiderschap van de Ba'ath erkennen. Want in (Syrië en) Irak mag iedereen denken wat hij wil en de vreemdste partijen oprichten, als ze maar de eed van trouw afleggen aan de Ba'ath, ook al is dat in flagrante tegenstelling met hun eigen identiteit, zoals de Koerdische partijen, die geen Arabieren zijn, of de communisten, die nu eenmaal uit zijn op een dictatuur van het proletariaat en niets te maken hebben met plaatselijk nationa lisme. Desondanks hebben bepaalde niet- Ba'athistische groepen, zowel in Irak als in Syrië, het zo weten te draaien, dat ze minis terszetels hebben gekregen. In Syrië vond in 1966 weer een militaire coup plaats. De radicale maatregelen van de Syrische Ba'ath-regering hadden in 1964 geleid tot het aftreden van Aflak als secretaris-generaal en tot spanningen tus sen de „gematigden" van de (toen nog eni ge) Nationale Leiding en de „radicalen" van de Regionale Leiding van Syrië. Een jaar later zette de Nationale Leiding de Syrische Regionale Leiding af met de bedoeling „de eenheid van de partij, ideolo gie, organisatie en politieke leiding van de revolutie te versterken". Het werd echter al leen nog maar erger. De afgezetten voerden weer een staatsgreep uit en zetten Aflak ge vangen. De neo-Ba'ath, zoals de Syrische partij zich nu noemde, kreeg een nieuw re gionaal bestuur en zocht leden uit voor de nieuwe Nationale Leiding. De vleugel van Aflak kwam later aan het bewind in Irak. Ook de gemeenschappelijke vijand Israël heeft de twee partijen en de twee regimes niet dichter bij elkaar kunnen brengen. In tegendeel. De Palestijnse vleugel van de Sy rische Ba'ath, al Saiqa, wordt opgezet tegen de Palestijnen van de Iraakse Ba'ath, het „Arabisch Bevrijdingsfront". En Irak ge bruikt het door dit land gesteunde Pales tijnse verwerpingsfront van George Habasj weer om al Saiqa in Libanon dwars te zit ten. Militairen De militairen zijn onmisbaar geweest voor het aan de macht komen van de Ba'ath. Nergens zijn de burgerlijke autori teiten echter volledig vervangen door mili tairen, maar het is meer een spel van even wichten geworden. De militairen leveren de materiële macht en de burgers de organisa tie en de ideologie. Partijlidmaatschap wordt niet zomaar verstrekt. Een man of een - vrouw wordt voorgedragen ais lid en moet dan eerst een aantal jaren laten zien hoever hij of zij be reid is zich in te zetten voor de partij. Waar schijnlijk is dit kweken van elites ook een van de redenen van het geringe aantal le den van de partij, die in beide landen niet meer dan enkele tienden van procenten van de totale bevolking bedraagt. Uit gesprekken met de Syrische en Iraakse leden van de Nationale en Regio nale Leidingen is me gebleken, dat men voorlopig geen kans ziet tot overeenstem ming te komen. De verschillende voorstel len en wederzijdse geheime bezoeken van Iraaks „sterke man", Saddam Hoessein, en Syrie's president Assad om de ruzie bij te leggen, zijn op niets uitgelopen. De neo- Ba'athisten in Syrië houden zich bij hun pragmatisch socialisme en de Iraakse Ba'athisten bij de denkbeelden van Michel Aflak, de Syriër die onderdak heeft gevonden in Bagdad na zijn vlucht uit de Syrische ge vangenis. „Het is belachelijk w.at de Syriërs doen", zegt een topman uit Iraaks Natio nale Leiding. „Je kunt Aflak geen verrader noemen, hem ter dood veroordelen en toch nog in zijn woorden blijven geloven"

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 1976 | | pagina 4