Machtsstrijd
in China
Ba'ath, zoeken naar de zevende hemel
KOOPWAAR OP
HET BINNENHOF
LANDBOUWONDERWIJS:
EEN VITALE
HONDERDJARIGE
Ec,
Ik.
ZATERDAG ?1 FEBRUARI 1976
Xn Wageningen en omgeving is deze week het startschot gegeven van de festivi
teiten ter gelegenheid van het honderdjarig bestaan van het agrarisch onderwijs
in Nederland. Deze en volgende maanden zult u via de pers, radio en tv daar
nogal eens aan herinnerd worden. Er staan tal van congressen, tentoonstellingen,
symposia etc. op het programma. Honderd jaar landbouwonderwijs, is dat wat
bijzonders en valt daar een zinnig woord over te zeggen en te schrijven? Ja. het is
een merkwaardige centenarius. Een jaar ol" 5 geleden leek het er sterk op dat de
grijsaard het ging begeven. De ene school na de andere ging dicht. En zie. van
daag de dag is de grijsaard aan een nieuwe jeugd beginnen, de knotwilg loopt
opnieuw en krachtiger dan ooit uit. Er is een merkwaardig verschijnsel in deze
sector van het onderwijs aan de gang. waard om te signaleren. Sinds jaar cn dag
loopt de beroepsbevolking in de landbouw terug. Soms gaut dit proces heel snel
soms wat langzamer, mede afhankelijk van extreme (d w z. niet-landbouwi lacto-
ren. Maar langzaam of vlug het proces gaat door. zeer waarschijnlijk ook de ko
mende jaren. Honderd jaar geleden werkte meer dan 50 procent van dc Neder
landse beroepsbevolking in de landbouw, vandaag iets rond zes procent Als bui
tenstaander zou je zeggen, dan zal de belangstelling voor de land- en tuinbouw
scholen ook wel navenant dalen, maar niets van dit alles! Een goede eeuw terug
was er geen enkele landbouwschool, nu in 1976 zijn er een aantal van zo'n 35.000
leerlingen en studenten aan een scala van agrarische onderwijsinstituten, varië
rend van lager agrarisch onderwijs - 20.000 leerlingen op 135 scholen via mid
delbaar agrarisch onderwijs - 8.000 leerlingen op 50 scholen - tot hoger agrarisch
onderwijs - 10 scholen met totaal 3500 leerlingen. Tenslotte dc Landbouwhoge
school te Wageningen met 4,000 studenten (in 1960 nog slechts 1,000 studenten)
Jen hoogst merkwaardige ontwikkeling, als je deze aantallen vergelijkt met
het slinkend agrarisch bevolkingsdeel. Je vraagt je daarbij al gauw twee dingen
af: hoe komt dat en waar moet dat naar toe? Vanwaar de geweldige belangstel
ling voor het landbouwonderwijs? Minstens drie oorzaken dachten we. Het agra
risch onderwijs is goed, de omschakeling naar algemeen vormend onderwijs heeft
gunstig gewerkt voor deze sector van onderwijs en tenslotte is er de overstel
pende belangstelling vooral vanuit de grote steden voor opleidingen en baantjes
die dicht bij 'de natuur' staan. De agrarische scholen in of in dc buurt, van grote
steden zijn voor 80 a 95 procent bevolkt
met 'niet-agrarische' leerlingen. Eriseen
ontwikkeling bezig, bij de jonge genera
tie waarbij men zich sterk aangetrokken
voelt tot de agrarische sector in de ruim
ste zin. Het lijkt soms wel een vlucht om
te ontkomen aan industrialisatie en verstedelijking Het agrarische onderwijs
heefl intussen de groeisignalen goed begrepen. Het saneringsproces van alsmaar
sluitende landbouwscholen, zoals we dat tot in de beginjaren van zeventig zagen,
een proces dat een beetje analoog liep aan de voortschrijdende, soms voortwoe
kerende schaalvergroting in de Landbouw, is voorbij (voor de scholen althans).
Er is volop nieuw leven. De lokalen worden uitgebreid, de opleidingen evenzeer
Men gebruikt modieuze termen als 'groene scholen' of biologische scholen. De
termen geven toch wel aan dat deze tak van onderwijs zich op veel meer dan de
Landbouw-sectoren richt. Men leidt op voor een scala van beroepen, van gras
groen (echte land- en tuinbouw) via beroepen met een groen randje tot sectoren
zonder een spikkeltje groen (politieschool bv). Met deze laatste opmerkingen za
ten we in feite al midden in de vraag: waar moet dat naar toe? Het spreekt van
zelf dat de land en tuinbouw geen plaats biedt aan het nog steeds groeiende
aantal groene leerlingen. Dat hoeft ook niet. Het moderne agrarische onderwijs
geeft een goede algemene vorming en een flinke scheut kennis in natuur
wetenschappelijke en biologische vakken en tenslotte een flink stuk handvaar
digheid. Daarmee kun je terecht bij een heleboel beroepen. Al met al een onver
wacht goede ontwikkeling van een al enige tijd kwijnende sector van onderwijs.
Een opwekkend gegeven bij het eeuwfeest van het landbouwonderncht. Dat feest
wordt georganiseerd door het ministerie van landbouw. Vreemd, zegt u. waarom
heeft Landbouw als enige bedrijfstak zijn eigen onderwijs? Wel, zo is het histo
risch gegroeid en we zijn er eerlijk gezegd best tevreden mee. Zonder één kwaad
woord te zeggen van het ministerie van onderwijs constateren we steeds weer dat
dc directie landbouwonderwijs van het ministerie van landbouw snel, goed en
efficiënt werkt. We constateren ook dat gedachten uit de contouren-nota (onder
wijs en praktijk op elkaar af te stemmen) wonderwel passen bij de bestaande
constructie van landbouwonderwijs.
Tenslotte terugkerend tot de pure land- en tuinbouw, moeten we tot ons onge
noegen constateren dat lang nog niet alle toekomstige agrarische ondernemers
een adekwate landbouwopleiding willen genieten. Nog veel te veel jonge boeren
doen het zonder middelbaar landbouwonderwijs. Da's doodzonde vinden wij. We
moeten het in de toekomst nog meer dan nu hebben van zeer bekwame agrari
sche ondernemers. In het bekwaam maken spelen de landbouwscholen een grote
rol. Het zou ongelooflijk jammer zijn als van de twee nog bestaande middelbare
landbouwscholen in Zeeland er één' zou moeten verdwijnen wegens gebrek aan
belangstelling. Dat zou dwars tegen alle zojuist geschetste landelijke ontwikke
lingen in zijn. Het zou ook een misser zijn voor de toekomstige Zeeuwse iand-
bouw(ers) Want goed landbouwonderwijs is de beste investering voor een toe
komstige boer.
MR. GERARD W. SMALLEGANGE
Feng Sjiao Ping (links) manipuleert virtuoos de eetstokjes tijdens een diner voor Kissinger in het najaar van 1974,
(Van onze correspondent)
I EKING - Alle vijf grote mogendheden lijken op dit moment met ernstige opvolgingsproblemen
te zitten. De president van de Verenigde Staten is wellicht bezig zijn kandidatuur voor een vol
gende ambtstermijn te verliezen. De partijvoorzitter van de Sowjet-Unie lijdt aan een ernstige
ziekte. Regerings- en politieke leiders in West-Europa en Japan zijn betrokken bij omkoopschan
dalen. In China neemt het debat over de opvolging van premier Tsjoe En-lai het karakter aan van
een machtsstrijd tussen links en rechts.
Het officiële Volksdagblad heeft na- Wen-yuan. de belangrijkste partij- en het revisionisme voorkomen en be-
ideoloog, en uit de nog jongere Wang strijden;
Hoeng-wen. de eerste vice-voorzitter - De stabiliteit en eenheid moeten
van de partij. Via de vroegere actrice worden aangemoedigd;
en cultuurcritica Tsjang Tsjing, de - De nationale economie moet van de
echtgenote van Mao Tse-toeng, onder- grond gebracht worden,
houden zij tevens nauwe betrekkingen Deze richtlijn gaf echter opnieuw
met de voorzitter zelf. aanleiding tot tegenstrijdige interpre-
De oorsprong van het huidige con- taties. De gematigde rechterzijde legde
flict gaat terug naar januari vorig jaar. de nadruk op de laatste punten, maar
toen premier Tsjoe En-lai in de eerste de radicale linkerzijde op de eerste,
plaats Teng terughaalde als zijn Rond de jaarwisseling kwam daarop
plaatsvervanger en in de tweede plaats een nieuwe richtlijn van voorzitter Mao
voorstellen deed voor een nieuw zesja- om de onduidelijkheid weg te nemen:
renplan 1976-'80 en de lange-
termijnplanning voor het jaar 2000.
Beiden legden sterk de nadruk op de
noodzaak van een verdere economi
sche groei
In de maanden daarop volgde een
tweetal felle artikelen van Tsjang en
Yao, die aandrongen op een verster
king van de dictatuur van het proleta
riaat tegen een mogelijke nieuwe
klasse van partijbureaucraten. Beiden
légden'sterk de nadruk op'de nood-
melijk gemeld, dat een tweespalt be
staat in het Centraal Comité en dat er
sprake is van een gigantische kracht
meting tussen het proletariaat en de
bourgeoisie en heeft aangekondigd dat
de volgers van de kapitalistische weg
verwijderd zullen worden, net als hun
voorgangers Lin Piao en Lioe Sjao-tsjL
Het ziet er daarmee naar uit, dat de
Chinese communistische partij voor de
11e keer in haar geschiedenis wat in
Pekings politiek jargon wordt ge
noemd „een strijd tussen twee lijnen"
is ingegaan.
De voorlaatste, dus 10e maal dat een
dergelijke strijd tussen twee lijnen
plaatsvond, was in 1970-'71. Het zou
toen gegaan zijn om een ideologische
afwijking van maarschalk Lin Piao,
aanvoerder van het leger en Mao's eer
ste plaatsvervanger in de partij. De
Voorlaatste, dus negende maal dat een
dergelijke strijd plaatsvond, was in
1966-'67, Het ging toen om de. politieke
afwijking van Lioe Sjao-tsji, staats
hoofd en eveneens destijds Mao's eer
ste plaatsvervanger. Hij werd bestem
peld als de Chinese Chroesjtsjov.
Dat was het begin van de drie jaar
stabiliteit en eenheid betekenen niet
onderdrukking van de klassenstrijd.
Hij leek daarmee duidelijk partij te
kiezen voor links. Maar juist op dit
moment speelde het toeval in de kaart
van rechts. Premier Tsjoe En-lai over
leed op 8 januari en eerste plaatsver
vanger Ping leek hem op te gaan vol
gen.
Dit was hét dat dé bom deed bar
sten. Inmiddels was namelijk ook een
andere 'campagne ontstaan, die de' po-
zaak van een verdere verkleining van sitie van Ping bedreigde. Het studen-
eigendoms- en inkomensverschillen, tenverzet tegen Tsjoe Yoeng-hsen, de
Daarmee lag het conflict juist onder de minister van onderwijs. Hij werd ervan
oppervlakte gereed. Maar in de nazo- beschuldigd alle universitaire ver-
mer slaagde men erin een crisis af te nieuwingen van de culturele revolutie
durende massabeweging van de cultu- wenden en een synthese uit te werken, ongedaan te maken. In het najaar wer-
Op
7p het Binnenhof valt de laat-
xte tijd een nieuw en belangwek
kend verschijnsel waar te nemen:
dat van fabrikanten die langs par
lementaire weg hun koopwaar on
der de aandacht van het volk wil
len brengen. Blijkbaar begint men
er In de zakenwereld van over
tuigd te raken dat niet alleen
voetbalstadions geschikt zijn voor
het aanprijzen van artikelen, maar
dat ook in de politieke arena een
zekere werfkracht ontwikkeld kan
worden.
Zo kwam onlangs de leiding van
een Limburgs bedrijf, dat zich toe
legt op de vervaardiging van clo
setpotten, op de gedachte dat een
reisje naar het Binnenhof geen
kwaad kon. In 's Lands Vergader
zaal waren kamerleden die veel
van water weten bijeen om zich te
beraden over de plannen van de
regering voor de aanleg van
spaarbekkens voor drink- en in
dustriewater. Menig parlementa
riër opperde tijdens die commissie
vergadering, dat we kalmpjes aan
moeten doen met het gebruik van
water. En kennelijk had de Lim
burgse firma dat voorzien. Naast
het gebouw van de Tweede Kamer
hadden de nijvere zakenlieden
hun nieuwste produkt opgesteld:
een closetpot die zo gemodelleerd
is dat er veel minder water ge
bruikt hoeft te worden dan bij de
tot dusver gangbare soorten; een
werkstuk dus dat de warme be
langstelling van de politici ver
diende. En ja hoof. een aantal
kamerleden liet zich naar buiten
lokken om enige tijd wat be
dremmeld naar de zuinige vinding
te staren. U begrijpt dat menige
kwinkslag viel en dat fotografen
haastig toesnelden om de volks
vertegenwoordigers rond de ver
nuftig uitgevoerde zitplaats te
vereeuwigen. De closetpotmaimen
konden tevreden zijn, en ze be
zorgden minister Vorrink van
volksgezondheid en milieuhygine
dan ook een mooi bosje bloemen
voor op de regeringstafel.
Afgelopen donderdag al werd
het voorbeeld van de Limburgers
gevolgd. In de Tweede Kamer
stelde de PvdA-afgevaardigde Van
der Doef aan de minister van ver
keer en waterstaat en aan de
staatssecretaris van financin een
aantal scherpe vraagjes over de
jachtige invoering van de snor
fiets. En op het Binnenhof waren
ze paraat: de fabrikanten van het
slome rijwiel met. hulpmotor. De
heer Van der Doef maakte een
proefrit, en er werd weer heel wat
afgelachen en gefotografeerd.
Nu er eenmaal een begin is ge
maakt, is er alle reden om aan te
nemen dat steeds meer onderne
mers naar Den Haag zullen afrei
zen om daar hun begeerlijke waar
door de volksvertegenwoordigers
te laten testen en zich indirect aan
hel volk zelf te tonen. Men kan
verwachten, dat de man die de
isolerende kei uitvindt tijdens de
debatten over volkshuisvesting en
ruimtelijke ordening present zal
zijn, producenten van muziekin
strumenten, decors, snel groeiend
struweel en voetballen kunnen
hun handel tonen tijdens discus
sies over cultuur, recreatie en
maatschappelijk werk, de auto-rai
zal eindelijk in de Hofstad worden
gehouden, als de begroting van
verkeer en waterstaat in het par
lement wordt behandeld, en boe
ren en vissers kunnen, als er in de
Kamer iets te doen is over land
bouw en visserij, wat het land en
de zee ons biedt uitstallen tegen
de fraaie achtergrond van de Rid
derzaal.
Samen met militairen, die mas
saal demonstreren tegen dingen
die minister Vredeling van defen
sie heeft verzonnen, met welzijns
werkers die per spandoek meer
geld eisen voor het clubhuiswezen,
met vrouwen die baas in eigen
buik willen zijn, en met actiegroe
pen die menen dat die vrouwen
dat juist niet moeten willen, kun
nen de ondernemers van het Bin
nenhof een doorlopende, leven
dige tentoonstelling maken, die
een bezoek aan het Binnenhof tot
een enerverend gebeuren maakt
En waardoor eindelijk de afstand
tussen bestuurders en bestuurden
zal zijn overbrugd.
Overigens, ter geruststelling: tot
dusver zijn geen kamerleden op
met tien procent korting verkre
gen snorfietsen achterhaald.
Evenmin ztfn er parlementariërs
betrapt die zich met een closetpot
onder de overjas uit de voeten
wilden maken.
A.J. SNEL
MAO TSE TOENG
rele revolutie. Als tweede Chinese
Chroesjtsjov werd toen aangemerkt
Teng Sjao-ping, de secretaris-generaal
van de partij. Hem werd onder meer de
revisionistische uitspraak toegeschre
ven: „Het hindert niet of een kat wit of
zwart is. als hij maar muizen vangt".
Ping werd gekritiseerd en verdween
enige jaren van het toneel, vermoede
lijk om ergens in een landbouwcom-
mune over zijn zonden na te denken.
Hij leek echter zijn leven te hebben
gebeterd, want zeven jaar later maakte
hij een opvallende come-back. Vorig
jaar werd hij zelfs benoemd tot vice-
voorzitter van de partij, chef-staf van
het leger en eerste plaatsvervanger van
premier Tsjoe En-lai. Maar hij is het
ook die er nu van wordt beschuldigd
weer in zijn oude fout te vervallen,
tegenover zich vindt hij dezelfde
tegenstanders als toen. Het gaat daar
bij in het bijzonder om de groep van
minder bejaarde radicalen uit de in
dustriestad Sjanghai, die zich als de
belangrijkste erfgenamen van de cul
turele revolutie beschouwen. Zij be
staan. in volgorde van leeftijd, uit de
middelbare Tsjang Tsjoeng-tsjao. die
lid is van het politbureau, politiek
commissaris van het leger en tweede
vice-premier Verder uit de jongere Yao
In september en oktober werd een den de aanvallen tegen hem feller en
grote massacampagne gelanceerd ter leken over zijn hoofd heen ook op an-
navolging van de commune Tatsjai. dere topfunctionarissen te mikken. Het
Hierin werden beide elementen ver- was in deze periode dat voor het eerst
enigd door een compromis-figuur, de illegale pamfletten tegen de gerehabili-
zesde vice-premier en landbouwdes- teerde vice-premier Teng Sjao-ping
kundige Hoea Koe-feng. Dit tussen
voorstel leek te worden gedekt door
Mao zelf. Er werd althans een belang
rijke richtlijn namens hem uitgegeven,
die bestond uit drie elementen:
- Men moet de theorie van de dicta
tuur van het proletariaat bestuderen
werden verspreid.
De groep rond Teng heeft vermoede
lijk een verdere uitbreiding van deze
kritiek willen voorkomen door snel een
tweetal stappen te ondernemen. De
eerste was het onmiddellijk doordruk
ken van de opvolging van Tsjoe door
Teng. De tweede het formuleren van de
politieke erfenis van Tsjoe in een graf
rede door Teng. Daarin werd de-na
druk gelegd op bepaalde aspecten van
zijn historische rol. Dezelfde die in het
buitenland zozeer zijn benadrukt. Dat
wil zeggen: zijn kundigheid, zijn gema
tigdheid enz. Beide stappen stuitten
echter op verhevigde oppositie van de
radicalen. Binnen een week na zijn be
grafenis richtten zij het studentenver-
zet tegen de minister van onderwijs
ook tegen de eerste vice-premier. Aan
de universiteiten en middelbare scho
len kwam een felle muurkrantencam-
pagne op gang tegen Teng Sjao-ping.
In de massamedia, zoals het officile
Volksdagblad en het partijorgaan
Rode Vlag, waar links eveneens over
aanzienlijke invloed beschikt, werden
de aanvallen gretig overgenomen en
uitgebreid.
In deze gespannen atmosfeer kwam
eind januari 't Centraal Comité bijeen.
De rechtervleugel stelde, dat er geen
enkele reden was Tsjoe's opvolging
door Teng niet te laten doorgaan
dat zijn tegenstanders een stok zoc>
ten om een hond te slaan. De link'
zijde stelde echter dat de handelwty
rond de opvolging van Tsjoe nog èèc
onderstreept hoezeer Teng weer in zljt
oude fouten was vervallen. De rus
liep hoog op, men kon het niet een
worden en de zitting moest worden ge
schorst.
Later stélde Mao bij wijze van be
middelaar tussen links en rechts op
nieuw de landbouwdeskundige Hou
Koe-feng uit zijn gcboorteprovindi
Hoenan voor als premier-ad-interk
Sindsdien hebben dc radicalen hut
campagne zozeer verhevigd, dat n
nauwelijks een weg terug mogelljl
lijkt. Tegelijk doen de gematigden tl
het zwijgen toe, hetgeen erop
dat zij zich tamelijk sterk voelen
staan. Het is dus nog te vroeg
voorspellen hoe deze krachtmeting zal
aflopen.
(Van onze correspondent)
DAMASCUS - Het is een onmo
gelijke, verwarring wekkende par
tij, zo op het eerste gezicht, de
Ba'ath. Ze predikt de onverbreke
lijke eenheid van alle bewoners
van het „Arabische vaderland",
van Marokko tot aan Iran. Maar er
zijn twee Ba'ath-partijen (in Syrië
sn in Irak, waar ze aan de macht
zijn) en ze gunnen elkaar het licht
in de ogen niet, hoewel ze beide
hun straten en gebouwen vol
schilderen met de Ba'ath-slogan
„Eenheid, Socialisme, Vrijheid".
Beide partijen hebben een pan-Arabische
leiding, „nationale leiding" genoemd („na
tionaal" staat in het Ba'ath-jargon voor de
hele Arabische wereld en „regionaal" vooi
de afzonderlijke staat, wat wij dus nationaal
zouden noemen). De Nationale Leiding van
de Iraakse Ba'ath-partij heeft onder andere
Syrische leden, die er in hun eigen land zijn
uitgegooid, en de Nationale Leiding van de
Syrische partij telt Iraakse leden die niet
naar hun regio mogen terugkeren.
Onder de Nationale Leiding staat ae Re
gionale Leiding, die in beide landen het be
langrijkste politieke orgaan is en het beleid
voor de regering uitstippelt. De hoogste
post die je in Syrië en Irak kunt bereiken is
secretaris-generaal van de Regionale Lei
ding. vergelijkbaar met de toppositie van
secretaris-generaal van de Russische com
munistische partij (Brezjnjev). In Syrië is dat
Hafez al Assad, die tegelijkertijd president
van Syrië is. en in Irak Achmad Hassan al-
Bakr. ook al president.
Maar de Nationale (in feite dus interna
tionale) Leiding van de ene partij be
schouwt zichzelf tevens als de leiding van
de andere, dus die van de Iraakse Ba'ath
meent wat te zeggen te hebben over Syrië
en die van Syrië over Irak. Dat „zeggen" is
overigens meer schelden: „reactionair, ver
rader, imperialistisch agent".
De „Hizb al-Ba'at.h al Arabi al-Ishtiraki
(Socialistische Partij van de Arabische we-
deropstar ng) werd in Damascus opge
richt dooi Michel Aflak, een Syrische chris
ten en de moslim Salah Al-Din al-Bitar. Af-
laks ideaal was een Arabische eenheid van
christenen en moslims. Hij stelde de islam
voor als de culturele manifestatie van de
Arabische beschaving en deed een simpel,
romantisch beroep op een gemeenschappe
lijke ervaring van de Arabieren: eenvou
digweg het Arabier-zijn.
Zevende hemel
Wat hij werkelijk wilde, is een nationa
lisme met een politieke kracht die even
sterk moet zijn als het geloof van de god-
vruchtigen in een hiernamaals. Gezien de
werkelijkheid (de verdeeldheid) zal het wel
even onbereikbaar zijn als de zevende he
mel.
De partij is vanuit Syrië gegroeid. De mili
tairen daar vonden in de Ba'ath een poli
tieke organisatie, vanwaaruit ze steun van
burgers konden verkrijgen voor het uitvoe
ren van hun plannen (overigens geloven
deze militairen wel degelijk ook in het so
cialisme of het Arabisch nationalisme).
Maar de rol van de militairen heeft mede ge
leid tot een ernstige onderlinge verdeeld
heid van de Ba'athisten, die zich in fracties
splitsten. De discussies gaan nu voorname
lijk over hoe en in welke mate dat pan-
Arabisme en socialisme tot stand moet
worden gebracht en welke van de twee nu
de voorrang heeft.
Zowel in Syrië als in Irak kwam de Ba'ath
voor het eerst in 1963 aan de macht. Sinds
dien heeft ze permanent in Syrië geregeerd,
niet zonder strubbelingen, want verschil
lende Ba'ath-regimes werden door nieuwe
omvergegooid.
De Iraakse Ba'ath pleegde zijn eerste
staatsgreep in 1963. maar haar bewind
duurde slechts een paar maanden. Vijf jaar
later probeerden ze het opnieuw en evenals
in 1963 kwam de officier Achmad Hassan
al-Bakr naar voren. Dat was 17 juli 1968.
Veertien dagen later voerden de Ba'athisten
een tweede coup uit. nu om de niet-
Ba'athistische partners van de staatsgreep
uit de weg te ruimen. Vanaf die tijd wordt er
in Irak een strenge vervolging gevoerd
tegen dissidenten die niet het leiderschap
van de Ba'ath erkennen. Want in (Syrië en)
Irak mag iedereen denken wat hij wil en de
vreemdste partijen oprichten, als ze maar
de eed van trouw afleggen aan de Ba'ath,
ook al is dat in flagrante tegenstelling met
hun eigen identiteit, zoals de Koerdische
partijen, die geen Arabieren zijn, of de
communisten, die nu eenmaal uit zijn op
een dictatuur van het proletariaat en niets
te maken hebben met plaatselijk nationa
lisme. Desondanks hebben bepaalde niet-
Ba'athistische groepen, zowel in Irak als in
Syrië, het zo weten te draaien, dat ze minis
terszetels hebben gekregen.
In Syrië vond in 1966 weer een militaire
coup plaats. De radicale maatregelen van
de Syrische Ba'ath-regering hadden in 1964
geleid tot het aftreden van Aflak als
secretaris-generaal en tot spanningen tus
sen de „gematigden" van de (toen nog eni
ge) Nationale Leiding en de „radicalen" van
de Regionale Leiding van Syrië.
Een jaar later zette de Nationale Leiding
de Syrische Regionale Leiding af met de
bedoeling „de eenheid van de partij, ideolo
gie, organisatie en politieke leiding van de
revolutie te versterken". Het werd echter al
leen nog maar erger. De afgezetten voerden
weer een staatsgreep uit en zetten Aflak ge
vangen. De neo-Ba'ath, zoals de Syrische
partij zich nu noemde, kreeg een nieuw re
gionaal bestuur en zocht leden uit voor de
nieuwe Nationale Leiding. De vleugel van
Aflak kwam later aan het bewind in Irak.
Ook de gemeenschappelijke vijand Israël
heeft de twee partijen en de twee regimes
niet dichter bij elkaar kunnen brengen. In
tegendeel. De Palestijnse vleugel van de Sy
rische Ba'ath, al Saiqa, wordt opgezet tegen
de Palestijnen van de Iraakse Ba'ath, het
„Arabisch Bevrijdingsfront". En Irak ge
bruikt het door dit land gesteunde Pales
tijnse verwerpingsfront van George Habasj
weer om al Saiqa in Libanon dwars te zit
ten.
Militairen
De militairen zijn onmisbaar geweest
voor het aan de macht komen van de
Ba'ath. Nergens zijn de burgerlijke autori
teiten echter volledig vervangen door mili
tairen, maar het is meer een spel van even
wichten geworden. De militairen leveren de
materiële macht en de burgers de organisa
tie en de ideologie.
Partijlidmaatschap wordt niet zomaar
verstrekt. Een man of een - vrouw wordt
voorgedragen ais lid en moet dan eerst een
aantal jaren laten zien hoever hij of zij be
reid is zich in te zetten voor de partij. Waar
schijnlijk is dit kweken van elites ook een
van de redenen van het geringe aantal le
den van de partij, die in beide landen niet
meer dan enkele tienden van procenten van
de totale bevolking bedraagt.
Uit gesprekken met de Syrische en
Iraakse leden van de Nationale en Regio
nale Leidingen is me gebleken, dat men
voorlopig geen kans ziet tot overeenstem
ming te komen. De verschillende voorstel
len en wederzijdse geheime bezoeken van
Iraaks „sterke man", Saddam Hoessein, en
Syrie's president Assad om de ruzie bij te
leggen, zijn op niets uitgelopen. De neo-
Ba'athisten in Syrië houden zich bij hun
pragmatisch socialisme en de Iraakse
Ba'athisten bij de denkbeelden van Michel
Aflak, de Syriër die onderdak heeft gevonden
in Bagdad na zijn vlucht uit de Syrische ge
vangenis. „Het is belachelijk w.at de Syriërs
doen", zegt een topman uit Iraaks Natio
nale Leiding. „Je kunt Aflak geen verrader
noemen, hem ter dood veroordelen en toch
nog in zijn woorden blijven geloven"