PROVINCIALE ZEEUWSE COURANT
minikrant
ONDERZOEK BLIJFT BEPERKT
TOT ROL PRINS BERNHARD
Prijzen stegen
half procent
„Door exportverbod voor aardappelen
kunnen afzetgebieden verloren gaan"
Drie onderzoekers:
mr. A. M. Donner,
dr. M. W. Holtrop en
drs. H. Peschar
Dassault-vertegenwoordiger
ontkent omkopingspogingen
vandeeg ;n
de krant
ZLM-VOORZITTER IR. D. LUTEIJN IN OOSTBURG:
Olympisch
diploma
Pagma 13
219e jaargang no. 35
Woensdag 11 februari 1976
Bk«l%tag 6k nC ók 8RCULE AOVERTlwm
RUW» voo* -Awfxm «a. VOO*
«1W.WHIM ZONDER WINSTOOGMERK
DR. M. W. HOLTROP
DRS.H. PESCHAR
MR. A. M. DONNER
Ingenieur Botterman (r) en zijn advocaat mr. J- H. Jonker (IJ bij de rechtzaal.
TAAK MIRAGES VOOR AMSTERDAMSE RECHTER
AMSTERDAM „Ik heb die aanbiedingen niet gedaan". Dat zei dinsdagmorgen met grote stellig
heid Johannes Botterman, 61 jaar, de Nederlandse vertegenwoordiger van de Franse vliegtuigfa
briek Dassault, die zich dinsdag voor de rechtbank in Amsterdam moest verantwoorden in een
eventuele omkopingsaffaire.
De heer Botterman wordt ervan ver
dacht in 1973 pogingen te hebben
daan de tweede-kamerleden G. W. Ke-
ja (wd) voor een bedrag van 30.000
gulden en P. Dankerts (pvda) voor
een stuk grond in Zuid-Frankrijk te
hebben willen omkopen. Zo zou de
heer Botterman de bedde kamerleden
ertoe hebben willen pressen als op
volger van de Slarfïghter te kiezen
voor de Mirage van Dassault.
Het curieuze tijdens het proces
was, dat de verdachte Botterman
Slechts tweemaal een kwartier werd
verhoord, terwijl getuige Dankert
twee uur lang alls getuige gehoord
werd.
De heer Botterman, niet geheel op
de hoogte van wat zich in politiek
Nederland in essentie afspeelt, had
de heer Dankert lid van de vaste
Tweede-Kamercommissie voor defen
sie de grote man gezien, die op de
een of andere manier de minster zou
kunnen beinvloeden wat betreft de
aanschaf van de opvolger van de
Starfighter.
Omdat de heer Botterman de voor
ganger van de heer Dankert goed
kende, kwam hij automatisch bij de
heer Dankert terecht. Dat begon alle
maal vrij simpel: een etentje, nog een
etentje, een borreltje, nog een borrel
tje.
De heer Dankert kreeg na zijn eerste
gesprek met de heer Botterman fol
ders mee en alle informatie. Ze had
den bovendien een ander punt van
overeenkomst: beiden zijn getrouwd
met een Franse vrouw. Ook dat was
een groot aanknopingspunt.
Volgens de heer Dankert heeft de
heeft Botterman begin januari 1973.
na een dergelijk gesprek,
Nieuws uit Zeeland op de
pagina's 2, 5, 6, 7 en 9.
Binnenen buitenlands
nieuws op de pagina's 1, 3
en 11.
Sport op de pagina's 12 en
13.
Radio en t.v. op pagina 14.
Financieel nieuws op pagina
15.
hij het erg prettig zou vinden als
heer Dankert zijn mogelijkheden zou
aanwenden om ervoor te zorgen
de Mirage, op dat moment een
streden produkt, iets meer in de
belangstelling zou komen. Dankert zou
dat dan niet voor niets hoeven doen:
hij zou daarvoor een aardig s tule je
grond in Zuid-Frankrijk krijgen.
Voor de president van de rechtbank
verklaarde de heer Dankert dinsdag,
dat hij de zaak van het stukje grond
in Zuid-Frankrijk, niet au sëneux ge
nomen had. Het aanbod was niet zo
direct gedaan, maar hij had het in
ieder geval toch, zij het dan in vage
bewoordingen, weggeschoven. Hij wil
de helemaal geen stukje grond, zei
hij. Hij kwam zo vaak in Zuid-Frank
rijk, om de simpele reden dat zijn
schoonouders daar woonden.
Gevraagd waarom de heer Dankert
zo lang zijn mond had gehouden.
antwoordde hij: ,.Ik was bang voor
een smaadproces. Zolang ik niet wist
dat anderen ook een dergelijke omko
pingsaffaire aan him jas hadden ge
had, durfde ik mijn mond niet open
te doen". Waarop de president van de
rechtbank zei, dat hij het wat merk
waardig vond, dat de heer Dankert
niet de voorzitter van de Tweede
Kamer, ook niet de fractievoorzitter
van de PvdA had ingelicht, maar wel
inmiddels naar een journalist van Le
Monde was gegaan, om de simpele
reden dat hij de hal van deze hele
affaire aan het rollen wilde brengen.
De heer Dankert, die zich aanvanke
lijk erg onthutst toonde en tevens
verklaarde zó beledigd te zijn en zo
verontwaardigd, dat hij met Dassault
niets te maken wilde hebben, ging een
(Zie slot pagina 3 kolom 2)
(Van onze parlementaire redactie)
DEN HAAG De regering wijst het idee af, om de commissie die
de beschuldigingen tegen prins Bernhard gaat onderzoeken, ook
opdracht te geven een onderzoek in te stellen naar de hele gang
van zaken rond de Nederlandse vliegtuigaankopen in het verleden.
Minister-president Den Uyl zei dit dinsdagmiddag in de tweede
kamer, die kort debatteerde over de brief van de regering waarin
de commissie van onderzoek wordt bekendgemaakt.
De drie onderzoekers zijn mr
Donner, president van het Europese
hof van justitie, dr. M. W. Holtrop,
oud-president van de Nederlandsche
Bank en drs. H. Peschar, voorzitter
van de Algemene Rekenkamer.
Vrijwel alle woordvoerders in de
Kamer vroegen zich af of een onder
zoek naar de vliegbuigaankopen in het
algemeen niet gewenst is. Men vond
de opdracht aan de onderzoekscom
missie te beperkt. In de brief van de
regering staat uitdrukkelijk dat een
onderzoek ingesteld moet worden
naar de juistheid van de verklaring
die vorige week voor de Amerikaanse
senaatscommissie-Church zijn
"ke gebracht".
Laakbaar
Alleen indien het onderzoek daar
aanleiding toe mocht geven, moet de
commissie nagaan of bij de beslissing
over het plaatsen van vliegtuigorders
door Nederlandse overheidsinstanties
sprake is geweest van beïnvloeding
als gevolg van laakbare activiteiten
van vliegtuigfabrikanten.
De heer Wiegel (WD) vroeg of
deze taakstelling betekent dat het on
derzoek ophoudt als de prins door het
onderzoek wordt vrijgepleit. Van
Thijn (PvdA) zei dat zijn fractie het
recht van de Kamer om eventueel
zelfstandig een onderzoek naar de
Nederlandse vliegtuigaankopen ii
stellen, niet aangetast wil zien.
PSP'er Van der Lek zei dat de com
missie „als ze alleen de rol van prins
Bemhard mag onderzoeken, niet ver
zal komen".
Volgens premier Den Uyl heeft de
regering tot deze formulering besloten
„omdat op grond van de verklaringen
die zijn afgelegd tegen geen andere
personen beweringen zijn ingébracht.
Ik heb er bezwaar tegen om de
gedragingen van personen te onder
zoeken waar tegen geen beschuldigin
gen zijn geuit. Buiten wat gesteld is
in de verklaringen voor de commissie-
Church beschikken we niet over-enige
concrete aanwijzing die een onder
zoek zou rechtvaardigen naar de vlieg
tuigaankopen in de jaren '60". Den
Uyl voegde daar wel aan toe dat,
mocht de commissie bij haar onder
zoek op andere namen stuiten, het
onderzoek natuurlijk wel in die rich
ting kan worden uitgebreid.
De PSP'er Van der Lek vroeg zich
af waarom de regering geen gerechte
lijk vooronderzoek heeft gelast. ..Zou
dat niet tegen elke Nederlander zijn
gebeurd?" Van der Lek verwees daar
bij naar bet dinsdag begonnen proces
tegen ingenieur Botterman, die ervan
wordt verdacht twee kamerleden
(Zie slot pagina 3 kolom 2)
'GOEDKOPE
GRAPVAN
KOEKOEK
(Van
parlement
rctiiic-
DEN HAAG „Een goedkope
grap". Zo noemde tweede.kamer
voorzitter Vondeling dinsdag de
opmerkingen van Koekoek (Boe
renpartij) in de discussie over
het onderzoek naar de beschuldi
gingen tegen prins Rernhard.
Koekoek verklaarde eerst geen
enkele waarde :e hechten aan een
dergelijk onderzoek. Bovendien
vond hij da', de commissie van
onderzoek niet breed genoeg was
samengesteld. ..Een echt onafhan
kelijke commissie zou moeten be
staan uit vertegenwoordigers van
alle politieke partijen, veertien
mere
Koi
ond dat men rr
prak
beter .mensen
had kunnen nemen,
ren Roolvink. Schmelzer en
Hoogenaijk". Zoals bekend kwa
men deze mensen ln hel nieuws
omdat zaj enkele jaren tiendui
zend dollar per jaar hadden ont
vangen van de oliemaatschappij
Gulf in rui! voor adviezen- Vol
gens hem was het lidmaatschap
van zo'n oommissie :oc-h alleen
maar een middel om fijne reisjes
naar het buitenland te kunnen
maken.
Deze opmerkingen Koekoek
zei ze'f later dat ze niet bedoeld
waren om iemand te beledigen
riepen de woede van fractieleider
Drees van DS'70 op. „Ik vind dit
een grove aanval op een collega
van mij en twee andere mensen.
Ik vind dit hoogst onbehoorlijk
en hoogs: grof". De partijgenoot
van kamerlid Rcolviiik. mr. Scha
kel. vroeg de kamervoorzitter of
dit. zo maar kon.
Maar VVD-lelder Wiegel pro
beerde de zaak te sussen door
tegen de heer Dree- ie zeggen:
.Het lijkt me het verstandigst
om hier in de kamer maar niet
op de opmerkingen van ae heer
Koekoek in te gaan". Koekoek
zelf kwam even later achter het
spreekgestoelte om te verklaren
dat het allemaal zo niet bedoeld
I)c derde
VEEL VERHOGINGEN NOG
NIET VERWERKT
(Van onze redactie economie)
DEN HAAG Tussen half december 1975 en half januari 1976
stegen de consumptieprijzen een half procent. Deze toeneming geeft
een wat geflatteerd beeld van de situatie, omdat de meeste recente
prijsverhogingen nog niet rijn verwerkt. Ook de stijging van de
tarieven in de gezondheidszorg per 1 januari jl. zijn niet begrepen
in het prijsindexcijfer, zoals het CBS dat heeft vastgesteld.
De invloed van tarieven en dergelij
ke in de medische sector, die altijd
vrij fors is, wordt pas enkele maan
den na het begin van het jaar als
correctie in het cijfer opgenomen.
Daarom is de stijging van 0,5 procent
ook moeilijk vergelijkbaar met de
0,8 procent stijging uit de overeen
komstige eerste periode in het vorige
jaar. In die 0.8 zijn wel al de later
aangebrachte correcties verwekt. In
de medische sector werden nu nog
maar enkele verhogingen geregi
streerd, onder andere kraamveraor-
gmg.
De prijzen daalden vooral voor kle
ding en schoeisel (als gevolg van de
uitverkoop) en voor groente en fruit.
Prijsstijgingen traden onder meer op
voor aardappelen, alcoholhoudende
dranken, rundvlees, gas, elektriciteit.
water, kappers, dagbladen, tabak,
to's en benzine,
Van de kant van het Verbond van
Nederlandse Ondernemingen werd in
een voorlopig commentaar dinsdag
gesteld dat de ontwikkeling van de
prijsstijgingen in de laatste maanden
een daling van de inflatiegraad laat
zien. Deze lag eerst ruim boven de 9
procent, maar is nu 8.7 procent. De
werkgeversorganisatie meent ook
kunnen constateren dat de industriële
sector zich goed aan de prijsvoor-
schriften houdt.
Konsumenten Kontakt. de consu
mentenorganisatie waarbij de vakcen
trales zijn aangesloten, liet weten dat
van dit eerste cijfer in 1976 nog
(Zie slot pagina 3 kolom 4
„PRIJSSTOP ONJUIST EN
NIET GERECHTVAARDIGD"
OOSTBURG ZLM-voorzitter ir. D.
Luteijn vindt een exportverbod op
aardappelen 'onzinnig en onaanvaard
baar'. De aardappel-voorziening in Ne
derland komt volgens hem niet in ge
vaar en door een export-verbod zou
den de moeizaam opgebouwde afzet
gebieden verloren kunnen gaan. Do
lleer Luteijn acht een prijsstop prin
cipieel onjuist en 'getuige de recente
prijsontwikkelingen ook niet gerecht
vaardigd'. De ZLM-voorzitter reageerde
dinsdag tijdens een vergadering van de
kring West-Zeeuwsch-Vlaanderen van
de ZLM op de aardappel-perikelen: met
name de vakbonden hebben grote be
zwaren tegen de hoge prijs die op het
ogenblik voor dat produkt moet wor
den betaald.
De heer Luteijn zag het heel waf
minder somber in. Hij wees alleen
exportverbod en een prijsstop af.
maar attendeerde er ook op dat: „De
aardappelsituatie van nu toch een
waarschuwing zou moeten zijn voor
allen die zo snel protesteren als het
EEG-prijsniveau wordt verhoogd, dat
juist door het EEG-landbouwbeleid
prijsschommelingen als bij de aardap
pel voor de gegarandeerde produkten
worden voorkomen en dat de prijs
daarvan, namelijk het af en toe moeten
wegwerken van relatief kleine over
schotten zeker voor de consument niet
hoog is. De hoge aardappelprijs een
gevolg is van tegenvallende opbreng
sten en daarnaast een teruglopend are
aal in de EG. Bedacht moet worden
dat wat nu voor aardappelen geldt in
de toekomst wel eens yoor het hele
voedselpakket zou kunnen gelden als
steeds meer landbouwgrond voor an
dere doeleinden wordt aangewend".
Ook voorzitter C. Almekinders van de
ZLM West-Zeeuwsch-Vlaanderen ging
in het kort in op de problemen op de
aardappelmarkt. Hij herinnerde eraan
dat in West-Zeeuwsch-Vlaanderen
slechts enkele tientallen boeren profi
teren van de goede prijzen. ..net ge-
fulmineer van de vakbonden is dan
ook irritant", meende hij. Dat gebeurt
volgens hem zonder kennis van zaken
en vanuit een egoïstische opstelling.
Als het aan de heer Almekinders ligt
wordt de export zo weinig mogelijk
in de weg gelegd.
In zijn toespraak tot de West-
Zeeuws-Vlaamse ZLM'ers toonde
Luteijn zich niet. erg optimistisch over
de huidige situatie in de landbouw.!
die vooral m de laatste vijf jaan
duidelijk ten nadele is veranderd. De
kostenstijgingen worden onvoldoende!
gecompenseerd door hogere prijzen -
het EG-markt- en -prijsbeleid schiet
te kort - en de produktiestijging per
hectare en per dier stagneert meer en
meer. Vele boeren proberen volgens
de 'neer Luteijn toch nog aan een
redelijk inkomen te geraken door on
verantwoord veel uren te maken of
door de landbouwgrond uit te putten.
De ontwikkeling van de laatste jaren -
'steeds meer moeten investeren,
steeds meer uren moeten maken en
ook steeds grotere geestelijke inspan
ningen moeten leveren en dan toch
steeds het inkomen zien teruglopen' -
zag hij ook als één van de diepere
oorzaken van de 'explosie van onte
vredenheid' in 1974. De ZLM-voorzit
ter meende trouwens dat de protest
acties in dat jaar maar ten dele
succesvol zijn geweest. „We moeten er
dan ook niet voor terugschrikken om
opnieuw aan de bel te trekken". Voor
al in de directe inkomenssfeer is
volgens hem alleen sprake geweest
van 'gerommel in de marge'. Nog
altijd is het prijspeil van de gegaran
deerde produkten onvoldoende, de
druk van sociale lasten en belastingen
onverantwoord zwaar en stagneert de
concurrentiepositie van de Nederland
se land- en tuinbouw. Van de door de
minister toegezegde verbetering van
die positie (door een beter structuur
beleid en meer voorlichting en onder
zoek) had de heer Luteijn in de
praktijk nog weinig terecht zien ko
men. Hij hamerde er op dat de rijks
groepsregeling voor zelfstandigen 'niet
geschikt is om structureel te lage
inkomens aan te vullen'. Bovendien
noemde hij de suggestie van het mi
nisterie van landbouw als zou nu
iedere boer die minder dan 20.000
gulden verdient, een aanvulling tot dit
bedrag kunnen krijgen, 'misleidend en
volstrekt onjuist'. „Wij hebben de
indruk dat maar een heel klein aantal
boeren van de rz gebruik zal kunnen
maken".
Hoopvoller
De ZLM-voorman dacht dat de land- j
bouw alleen gebaat is bij een beleid I
'dat is gericht op het inhalen van del
prijsachterstand van de gegarandeer-1
de produkten, beperking van de infla-1
tie en collectieve ".asrenstij gingen en
verbetering van de proauktiestruc-
tuur, alsmede grote zorg en aandacht
voor ae teelttechnische ontwikkelin
gen'. Zo'n beleid is naar zijn mening
nog niet uit de verf gekomen op het
punt van de prijsontwikkeling: „De
voorstellen van de EEG-commissie
schieten zeer duidelijk te kort".
Wat hoopvoller zag bij - na het ge
ruchtmakende interview met Den Uyl -
de inflaiiebestrijding en de beperking
van de collectieve uitgaven in. Als
voorwaarde voor een succesvolle ope
ratie in die richting zal hij wel een
flinke verlaging van de belastingdruk,
'herziening vooral op die ministeries
die de laatste tijd onverantwoord ge
groeid zijn'.
Ir. Luteijn zag die vooral in de s
aal-culturele sfeer: erm, onderwijs en
ontwikkelingshulp Over de verhou
ding russen landbouw enerzijds en
industrie en recreatie anderzijds zei
de heer Luteijn dat 'er meer even
wicht nodig is'. .Met name de ontwik
keling van de recreatie mag niet uit
de hand lopen, zeker ook niet in West-
Zeeuwsch-Vlaanderen, waar, nissen
Hoofdplaat en Breskens. projecten in
de maak zijn".
flantlijn
Him,
l&ftl latuur i
i iedereen begrijpt wie we be-
..j doelen heeft laten weten
niet in te zullen gaan op u
nodigingen van staten* of raadsfrac
ties dan wei -commissies om voorheb
van een eventuele Montedison-vesti
ging. We hebben begrepen dat de in
specteur dr A. Adnaanse er
niets voor voelt als rijksambtenaar
betrokken te worden ln allerlei moge
lijke. maar wellicht ook onmogelijke
discussies met staten en raadsleden.
Hij is eerst en vooral adviseur van de
minister en heeft als zodanig een eigen
verantwoordelijkheid. Indien Montedi
son zou besluiten een officiële aan
vraag in te dienen voor een vestiging
in het Sloegebied. dan komt deze zaak
ook aan de orde binnen het kabinet.
In dat geval heeft de minister van
volksgezondheid een belangrijke stem
in het kapittel en haar oordeel moe»,
mede gebaseerd zijn op de adviezen
van de milieu-inspectie. Het zou een
verkeerd effect kunnen hebben wan
neer tevoren de ambtelijke dienst van
de bewindsvrouwe in discussies met
staten- of raadsleden tot allerled uit
spraken zou zijn gedwongen, uitlatin
gen die ondanks alle beslotenheid
toch weer een eigen leven zouden
gaan leiden.
Wp hebben hier vrij
wat ir. globale lijnen de opvatting
van dr. Adriaan.se is. een weer
gave die overigens voor onze rekening
komt en niet aan hem kan worden
toegeschreven. Voor de zienswijze van
de inspecteur valt zeker iets te zeggen,
ook al hoeft men het niet met hem
eens te zijn- Een feit blijft niettemin
dat de gekozen bestuurders in Zee
land voorlichting wensen over allerlei
aspecten van de bewuste vestiging, een
voorlichting die vooral van belang
op het gebied dat tot de bevoegdheden
van dr. Adrïaanse behoort. Weliswaar
is er een brief beschikbaar van de ad
viesgroep. die het havenschap destijds
heeft ingesteld, maar zoals meestal
met dergelijke stukken de inhoud
daarvan leidt tot nogal wat nadere
vragen. Wie kan daar een beter ant
woord op ge-ren dan de inspecteur
voor de milieuhygiëne? Dat spreek:
des te meer nu de
specifieke deskun
digheid voor dit on
derwerp niet of vrij
wel niet aanwezig
is bij bestuurders,
zij zijn volstrekt afhankelijk van be
trouwbare en deskundige informatie
van de wetenschapsman. Als het gaat
om een bedrijfsongeval met we noe
men maar wat een draaibank, dan
kan ook de niet-deskundige wel onge
veer vermoeden en zien wat er aan de
apparatuur niet klopt. Op het stuk
van de chemische technologie even
wel kan geen enkele leek vaststellen
wat er aan de hand is. Toch moeten
deze leken in hun kwaliteit van ver
antwoordelijk bestuurder een oordeel
vormen en vervolgens een besluit ne
men over de toevoeging van een che
misch bedrijf aan het al in het Sloe
bestaande 'pakket' industrie. Is het in
een dergelijk geval dan niet dringend
nodig dat voorlichting word; ver
strekt?
We hebben begrepen dat er in pol:
rieke kring dan ook teleurstelling
bestaat over de opvatting van dr.
Adnaanse, al vindt men zijn overwe
gingen honorabel. Desondanks wordt
hij de aangewezen man geacht om na
dere informatie te verschaffen: in de
tamelijk korte periode -waarin hij aan
het hoofd van de Zeeuwse inspectie
staat, is al enige malen duidelijk ge
worden dat zijn deskundigheid samen
gaat met een onafhankelijk oordeel.
Aan de andere kant erkent men da
het getuigt van prudentie dat klink:
wat plechtiger dan 'voorzichtig beleid'
wanneer een ambtenaar verkiest
niet betrokken te raken in mogelijke
conflictverhoudingen. Prudentie is
overigens niet altijd aanwezig bij s-a-
ten- en raadsleden: hun vragen zijn
niet steeds weloverwogen of afgestemd
op een moeilijke situatie. Men zou in
derdaad een milieu-inspecteur in een
lastig parket brengen wanneer men
hem bijvoorbeeld zou vragen: „Ben: u
nou voor of tegen een vestiging?" In
politieke kring hoorden we niettemin
de mogelijkheid van een dergelijke
vraagstelling opperen. Wat moet een
rijksinspecteur dan zeggen? Dat hij
twijfelt aan de intelligentie van ce
vraagsteller? Dat is nogal moeilijk.
Voor sommige gekozenen blijkt riet
wel eens lastig te erkennen dat de des
kundig ambtenaar slechts voorlichting
geeft op zijn specifieke terrein, waar
na het- beleid na overweging van
deze en andere voorlichting uitein
delijk het besluit neemt.
TToe aan ook: het is jammer dat de
1 1 rijksinspecteur voor de milieu
hygiëne meent zijn informatie niet
rechtstreeks aan raads- en statenleden
te kunnen geven. Zou er wellicht een
tussenvorm zijn Bij de voorbehande
ling kunnen bijvoorbeeld schriftelijke
•«-ragen worden ingediend bij en -w.
of bij gedeputeerde staten- Zij kunnen
daarop eveneens schriftelijk reageren,
waarbij deze colleges naar men ma?
aannemen voor de juiste beantwoor
ding zeker contact zullen opnemen
met de adviesgroep van het haven
schap. in het bijzonder met de milie-j-
Inspectie. Het is een soort derde we?.
Maar wat geeft dat? Het gaat er ten
slotte om dat nadere vragen worden
oeantwoord: de methode is niet door
slaggevend.
Een gewapende overvaller heef- de
eigenaar van de supermarkt Den Her
tog in Nieuwer-ter-As dinsdag onder
bedreiging me- een vuurwapen enkele
duizenden guldens afhandig gemaakt.