HET IDEAAL VAN DE KLEINE SCHAAL:
BEVRIJDING UIT DE EENZAAMHEID
EEN ORGELPLAAT VAN BRAM
BEEKMAN, EEN AANWINST
BEWOON
DE
WERELD!
18
De Nederlandse delegatie
van Nairobi schrijft naar
Regelson en Yakunin
ONDERZOEKT DE SCHRIFTEN!
PROVINCIALE ZEEUWSE COURANT
ZATERDAG 7 FEBRUARI 1976
Er 2
r zal serieuze aandacht gegeven
moeten worden aan
maatschappij-modellen, die de
deelneming van zoveel mogelijk
mensen aan de besluiten, alsmede
de kleinschaligheid in onze samen
leving meer kansen geven." Zie
daar, één van de 85 aanbevelingen
die de vijfde assemblee van de We
reldraad van Kerken heeft gedaan.
Over kleinschaligheid wordt de
laatste jaren steeds vaker gespro
ken, maar wij hebben de indruk
dat het voor velen niet veel meer is
dan een vaag en half begrepen
ideaal. Een maatschappij-model
waarin de kleinschaligheid werke
lijk kans krijgt, zou nogal wat van
ons allen vragen.
nij en uitbuiting. Maar die materiële ver
worvenheden hebben ons tegelijkertijd be
roofd van iets wat veel meer essentieel voor
de mens is: zijn humaniteit. De moderne
tijd heeft ons dan ook stenen voor brood
verkocht." Het Is waarschijnlijk een misvat
ting om te menen, dat een planmatige te
rugkeer naar de kleine schaal, automatisch
zal leiden tot een herstel van dat wat er aan
humaniteit verloren ging. Het is stellig wél
een feit. dat de kleine schaal met de daarbij
behorende soberheid, betere voorwaarden
voor medemenselijkheid schept dan de
anonieme, grootschalige samenleving.
Terugkeer naar dc kleinschaligheid op de
belangrijkste levensgebieden vereist een
ambitieus programma. Het geeft te denken,
dat de Wereldraad van Kerken slechts de
helft van één van haar 85 aanbevelingen
aan het onderwerp 'Kleinschaligheid' heeft
gewijd. Indien zij zich werkelijk met inzet
van alle krachten op het ideaal van de
kleinschaligheid zou gaan richten, dan had
zy alleen daaraan al genoeg werk tot aan
het jaar 2000. En wellicht zou zij zichzelf tij
dens de rit. in het besef van haar eigen
grootschaligheid, vrijwillig opheffen.
Zoekplaatje
Maar het ideaal van de kleine schaal betreft
een belangrijke zaak, die het geluk van de
mensen in hoge mate kan dienen. Er gaat
achter de modekreet 'Terug naar de klein
schaligheid" trouwens een complete filoso
fie schuil, samen met een stuk evangelische
inspiratie.
Waarom toch die verheerlijking van de
kleine schaal? Het antwoord is eenvoudig.
De kleinschaligheid wordt gezien als de re
medie tegen de schaalvergroting die
vooral na de tweede wereldoorlog is opge
treden en die - tegelijk met een veranderde
visie op wat nu eigenlijk 'de kwaliteit van
het bestaan' is, bij veel mensen tot ver
vreemding en vereenzaming heeft geleid. De
maatschappij is zó snel veranderd, haar
verbanden zyn zó ondoorzichtig geworden
en onze levenswijze is zó ingrijpend gewij
zigd dat wij als het ware ons thuis zijn
kwijtgeraakt.
In de laatste jaren breekt het inzicht door,
dat weliswaar de welvaart van het gemid
delde Nederlandse gezin enorm is toegeno
men, maar dat wij daarvoor ook heel veel
hebben moeten inleveren waarvan wij ten
onrechte dachten dat het geen waarde had:
geborgenheid, gezelligheid, vertrouwelijk
heid en huiselijkheid. Deze waarden hoor
den bij de kleine schaal; zij volgden er van
nature uit, meer als reactie op armoede en
nood, dan als gevolg van vrije keuze. De
meest fervente apostelen van de kleinscha
ligheid zeggen: „De techniek, de schaalver
groting en de toenomen welvaart hebben
ons bevrijd van veel mensonterende slaver-
X-/e schaalvergroting heeft ertoe geleid dat
de sociale kaart van Nederland een soort
zoekplaatje is. Wie bijvoorbeeld het aloude
ambacht wil vinden, of de kleinhandel, de
buurt' of dorpsschool en nog tal van andere
elementen uit de vroegere, kleinschalige
samenleving, ontdekt dat al die dingen in
verrassend korte tijd zijn getransformeerd,
ofwel geheel spoorloos zijn.
Het ambacht is verdwenen achter de fa-
brieksmuren, waar het is mechaniseerd en
gerationaliseerd. De status van de gilde-
broeder van weleer is verschrompeld tot die
van 'een arbeidsplaats'.
De detailhandel, ook zo'n vorm van klein
schalig leven, is als fenomeen goeddeels ten-
onder gegaan in de strijd tegen de grote
koopcentra. De kleine school moet men in
geïsoleerde dorpen zoeken - zolang het nog
duurt.
Kenmerkend voor de kleinschaligheid is.
dat zij vele vanzelfsprekende mogelijkheden
voor intermenselijk contact biedt. De werk
plaats van voorheen was een ontmoetings
punt voor mensen. De fabriek daarentegen
bindt de mensen aan de eisen die de ma
chine stelt en aan het tempo van de monta
gelijn.
De kleine winkel was - goedbeschouwd -
een welzijnsvoorziening waar tussen winke
lier en klant een sociale en economische
band bestond, die zich zelfs uitstrekte tot
het verschaffen van crediet. De relatie tus
sen het grootwinkelbedrijf en de klant be
perkt zich tot enkele formele handelingen
aan de ratelende kassa.
De kleine school was en is een wezenlijke
gemeenschap. De onderwijsinstituten van
vandaag de dag werken, ondanks de goed
bedoelde pogingen van de onderwijsver
nieuwers, de vereenzaming in de hand door
hun omvang. Uit een recent onderzoek on
der de leerlingen van vijftig scholenge
meenschappen in ons land, bleek dat tach
tig procent van de leerlingen ofwel ongeïn
teresseerd, ofwel zeer eenzaam, ofwel totaal
apathisch was.
Ik noemde hier slechts drie voorheelden
waaruit blijkt, dat de schaalvergroting en
de specialisatie die er hand in hand mee is
gegaan, een inbreuk op een stuk welzijn
hebben veroorzaakt. Er is nog veel meer ge-
baurd.
Coronationstreet
W ij zijn van surrogaten gaan leven. Wij
dienen een Engelse televisieserie, zoals 'Co
ronationstreet' te volgen om nog iets ge
waar te worden van wat vroeger ook by ons
een alledaags buurtleven was. Maar wat wij
op de buis te zien krijgen is gespééld.
De buurten en het leven daarin zijn veran
derd. Wat voorheen burenhulp was. is ten
dele vervangen door maatschappelijke zorg.
Technisch beter, maar menselijk gesproken
vaak gebrekkiger dan de bij de kleine
schaal behorende steun van de ene mens
aan de andere. Het is beslist niet ongewoon,
dat wij meer afweten van het leven van de
Amerikaanse tv-familie Bunker, dan van
onze naaste buren.
Wij schrijven de zogenaamde 'privacy' hoog
in ons gezinsvaandel en geloven, dat de pri
vacy ons de geborgenheid en de vertrouwd
heid zal leveren. Hoewel de privacy ons be
schermt. zij schermt ons ook af voor wat er
rondom ons gaande is. Het is dan ook zeer
de vraag of het streven naar privacy niet
een zelfverdedigings-mechanisme is, dat wij
gebruiken om de laatste resten van onze
identiteit te redden. Privacy kan een zelfge
kozen asiel zijn.
De grootschalige samenleving maakt een
zaam. De oude. kleinschalige manier van
leven schiep broederlijkheid en naasten
liefde - zelfs als die vorm kreeg in zoiets
neerbuigends als de armenzorg- en leverde
tegelijkertijd alle mogelijkheden voor so
ciale controle. Op die manier werkt de
kleinschalige samenleving beschermend op
de identiteit van de mens die erin leeft,
zoals de grootschalige samenleving hem
van zijn identiteit kan beroven. Letterlijk
zegt men dan ook: in die grote schaal ben je
een nummer
Het lijkt intussen zeer de vraag of onze
voorouders het kleinschalige maatschap-
pijmodel ooit zouden hebben geaccepteerd
als zij dat op grond van vrije keuze hadden
kunnen verkrijgen. De kleine schaal was als
net ware hun lot en de ons allen ingeboren
drang naar vrijheid en comfort voerde
dwingend naar de grote schaal. Alle mo
derne vindingen waarmee wij ons omringen
hebben met elkaar gemeen, dat zij ons hel
pen om los te komen uit beperkingen, die
typisch bij de kleine schaal horen.
Het is dan ook hoogst onwaarschijnlijk dat
men voor de dag van vandaag een 'klein
schalig maatschappijmode!' kan ontwer
pen. Dat hoort bij een verleden dat wij ach
ter ons hebben gelaten en dat wij alleen in
surrogaatvorm nog kunnen oproepen - bij
voorbeeld door ons te omringen met symbo
len uit grootmoeders tijd, of door te zwijme
len bij televisiefilms over het leven van na
tuurvolken - de bewoners van óns verloren
paradijs?
Daarmee wordt het ideaal van de kleine
schaal nog geen droombeeld. Het is wel de
gelijk mogelijk om beleidsmaatregelen te
treffen, die nieuwe kansen geven aan waar
den die wij wat al te gemakkelijk hebben
opgeruimd.
Paalheiligen
Er zijn duidelijke tekenen dat wij iets
proberen terug te vinden van wat verloren
is gegaan. Een herbezinning op de ^beteke
nis - de adel zeiden wfj vroeger - van de ar
beid: stedebouwkundige vernieuwingen die
de mensenmaat aanhouden, inplaats van de
gietcapaciteit van betonmachines; humani
sering van het leven in bedrijven; wijkwerk
en andere kleinschalige activiteiten vormen
er de voorboden van. De meest extreme
voorstanders van de kleinschaligheid vin
den dit echter gesleutel in de marge. Zij
zeggen dat de mens van oorsprong een
stamverband gewend is en dat hij - om
zichzelf weer te vinden - naar dat stamver
band terug moet. Als moderne paalheiligen
verschansen deze mensen zich in commu
nes of subculturen, onophoudelijk predi
kend dat onze toekomst in het verleden ligt.
Men kan hen tegenwerpen, dat bij het leven
in stamverband ook het koppesnellen ten
huize van aanpalende stammen behoort en
dat de schone rust die er van een primitieve
dorpsgemeenschap uitgaat, vaak niets an
ders is dan doffe apathie.
Maar tegelijk is veel van wat de paalheili
gen ons toeroepen het overwegen waard. Zo
betogen zy, dat een micro-structuur (het
stampatroon) door de afzonderlijke mens
die er deel van uitmaakt, kan worden be
grepen, gekend en beheerst. De micro
cultuur is op de menselijke maat gesneden.
„Je vindt er je zelf in terug."
De macro-structuur daarentegen (de grote
stad, het woonblok, de massale school, de
multi-nationale onderneming, het snelver
keer. de supermarkt) gaat de mensenmaat
te boven. Zij rolt over het individu heen en
onderwerpt hem. Tegenover de kolossen
van de moderne samenleving kan de mens
alleen maar de kolos van zijn eigen massa
plaatsen, hetgeen feitelijk de revolutie be
tekent. Sommige campagnes tegen de
macht van het grote, speciaal als dit grote
niet controleerbaar blijkt te zijn, dragen
dan ook de tekenen van een revolutionaire
gedrevenheid.
Zwaaroffer
Het
.et is duidelijk dat wij niet onbeperkt
kunnen doorgaan met ontwikkelingen vol-
gens het recept van de schaalvergroting.
Het is evenwel niet bekend, wat nu eigenlijk
de optimale grootte van een leefgemeen-
schap, van een fabriek, van een wegenstruc-
tuur of van een autopark is en voorzover
daarover wel wat bekend is. beseft iedereen
dat niemand zich aan de grenzen van de
groei zal storen.
Zoals zo vaak zal de wal het schip moeten
keren, ook op het gebied der schaalvergro-
ting. Het is in dat geval slechts te hopen dat
het schip nog een schip is. en geen hoop
schroot...
Wegens dit perspectief is het van groot be-
lang om te luisteren naar wat de profeten =E
van de kleinschaligheid betogen en om te
kijken naar wat zij met hun experimenten
op kleine schaal bereiken.
Het meest radicale alternatief voor de
mammoet-maatschappij, is de commune-
maatschappij. Zo'n kleinschalige samenle-
ving als deze. zal de soberheid - het be-
staansminimum - als norm moeten aan-
vaarden en dat zullen wij nooit vrijwillig
doen.
De paalheiligen beseffen dit ook wel en
vandaar dat sommigen hunner een moraal
prediken die rekening houdt met de 'heil-
zame' werking van het geweld: „Slechts een
oorlog, een revolutie, een economische cri-
sis, zal ons kunnen dwingen tot de levens-
wijze die goed voor ons allen is." In feite
komt dit neer op de redenering, dat mate-
riële nood en (waarschijnlijk) geestelijke
apathie de mens pas écht bevrijden - een
gevaarlijke theorie, die doet denken aan
wat de ideologen van de Franse revolutie
verkondigden.
Andere paalheiligen geloven, dat de klein-
schalige samenleving ons de vrucht van een
weloverwogen beleid moet worden opgelegd.
En als de democratie dat niet kan bewerk-
stelligen, dan moet het de dictatuur maar
wezen. In deze visie biedt 'n kleinschalige
samenleving weinig anders dan het be-
loofde land in de vorm van een systeem van
gevangeniscellen.
Maar ondanks dit alles: de mammoetmaat-
schappij is een schrikbeeld. De
commune-maatschappij is een achterhaald
en onwezenlijk ideaal, dat alleen langs de
weg van ellende kan worden bereikt. Blijft
over: het juiste compromis tussen beide.
Waarschijnlijk zullen externe factoren, be-
leidsmaatregelen èn de doordachte en be-
wuste vrije keuze voor laat ons zeggen: de
gemiddelde schaal, moeten samengaan om
een maatschappijmodel te doen groeien
waarin de mens zichzelf niet verliest. Op
het punt van de bewuste vrije keuze heb-
ben de kerken, door hun mogelijkheid tot
beinvloeding van de mening, een belang-
rijke opdracht. Deze is met de vermelding
in één van de 85 aanbevelingen van de 5e
Assemblee, wel wat te weinig eer bewe-
zen....
A. F. M. C. Koopman
dranUltlVlB c
Van de Middelburgse organist
Bram GBeekman kan men moei
lijk zeggen, dat het een profeet is,
die in iegen land niet wordt
geëerd. Beekman is in deze con
treien een zeer gekend organist,
de concert-kolommen van dit
blad lieten zich nogal eens super
latieven uit over zijn spel, de
Zeeuwse aanmoedigingsprijs ge
tuigt van die waardering en bui
ten de provincie is de 'Prix d'ex-
cellence' een niet weg te cijferen
weg te cijferen wapenfeit.
Tot de zaken, die in dit geheel lichte
verbazing kunnen wekken, hoort
hetfeit, dat Beekman totnutoezeer
sporadischopdeplaatwerdvastge-
'egd.
Vier, vijfjaar geleden bracht CNR
een plaat met orgelwerken van
verschillende componisten van
hem uit en sindsdien was het ei
genlijk - ten onrechte - stil a an
het platenfront. Nogal opmerke-
!lijk in een tijd waarin voor heel
wat aankomend jong talens de lo
per naar de opname-studio's al
snel wordt uitgelegd. In de lacune
op dit punt bij Beekman is de
laatste paar maanden een beetje
voorzien: hij leverde een bijdrage
aan de orgelplaat, die het Konink
lijk Zeeuwsch Genootschap der
Wetenschappen in december vorig
jaar uitgaf en nu ligt er een plaat
op de markt, die hij 'in eigen be
heer' heeft uitgegeven.
'Eurosound' uit Nijmegen regi
streerde het orgel van de Nieuwe
Kerk in Middedlburg in een Frans
programma: Beekman koos van
Alexandre Guilmant (1837-1911)
de sonate in d-klein en van zijn
beroemde leerling Marcel Dupré
de twee orgelsymfonie in Cis-
groot. Die keuze heeft Beekman
toegelicht met de verklaring, dat.
de orgelwerken van Bach al her
haaldelijk - ook integraal - zijn
vastgelegd, terwijl de beide wer
ken van deze Franse meesters een
evenwichtig en afgerond plaat
programma vormen. Het gaat - zo
zou men kunnen zeggen - om een
keuze, die het 'aangename met
het nuttife' verenigt. Het aange
name mag in dit geval mede slaan
op de voorkeur - en de affiniteit -
die Beekman herhaaldelijk voor
de Franse orgelschool aan de dag
legt. Het nuttige slaat op een an
der aspect van dit programma, de
zin ervan voor de luisteraar, om
dat deze werken van Guilmant en
Dupré nog slechts zeer spaarzaam
Beekman zei bij de opname: nog
niet - op de plaat zijn gezet. Een
zinvolle aanwinst derhalve, door
het programma èn het niveau van
de vertolkingen. Die zijn briljant
en van allure, ze getuigen boven
dien van zijn groot gevoel voor
klankkleur. Beekmans muzikale
zeggingskracht blijkt het sterkst
uit Guilmants sonate, in Durpé's
technische hels moeiliuke parti
tuur blijkt zijn viruositeit - die
nergens puur virtuoos vertoon
wordt. De voortreffelijke ver
zorgde opname doet het orgel vna
de Nieuwe Kerk alle recht. (Euro
sound 46.213, stereo).
Van een plalenland zéér erkende
musicus komt een Philipsplaat,
die is gevuld met twee hobo
concerten van een van de Bach-
zonen. In dit geval Carl Philipp
Emanuel, die man die - om het
huiselijk te zeggen - nog wat
'Sturm und Drang' in zijn (or
kestmuziek deed. Heinz Hollger
is de - internationaal hoog ge
waardeerde - solist, Raymond
Leppard en het English Chamber
Orchestra zorgen voor de bege
leiding.
Dat men van Holliger
viruooshobo-spel te horen krijgt,
is nauwelijks een verrassing, men
kan van deze meester op zijn in
strument niet anders verwachten.
Een belangwekkend element in de
vertolkingen lijkt ons echter, dat
Holliger - en met hem het fraai
spelende Engels Kamerorkest - de
dramatische kanten van de mu-
zieken volledig tot zijn recht laat
komen en zo de markante plaats
onderstreept van beide werken op
de weg tussen het barok - en het
lklassiee concert. Ook in dit op
zicht betekent deze plaat een
aanwinst: de laatste jaren heeft de
fonograaf talrijke onbekende wer
ken van het tweede plan aan de
vergetelheid ontrukt, déze uitne
mend opgenomen schijf is van
reële musicolobische betekenis.
Rest te vermelden dat de plaat
aan beide kanten met een toegift
'begint', twee sinfonia's uit Bach-
cantates met de hobo in de hoofd
rol: BWV 12, 'Weinen, klagen, sor-
gen, zagen' en BWV 21. 'Ich hatte
viel Bekümmernis'. (Philips 6500
BRAM BEEKMAN
Op de laatste dag van januari vonden we in de NRC "n bericht van het A.F.P.. waarin in
het kort was samengevat een artikel van meer dan een halve pagina van het bekende
Russische regeringsblad Izwestija. Dit artikel ging over de positie van de kerk in de
Sowjet-Unie. Al zijn er enige verschillen, we kunnen hierbij ook denken aan de andere
landen van Oost-Europa waardepartij vanhetcommunismeofwaterdannuvoordoorgaat.de
spelregels bepaalt. In al deze landen, waarbij Joegoslavië kan worden gerekend, geldt
nagenoeg eenzelfde gedragslijn wanneer het gaat om de verhouding van overheid en kerk.
Eigenlijk zouden er geen kerken meermoeten zijn wanneer alle onderdanen maar meer geloof
konden hechten aan het communismeals lieilstaal. Kcrkclijkenmarxistischgelool staan hier
tegenover elkaar. Doch nu dit niet het geval is, worden de kerken geduld.
Officieel is er nu een scheiding tussen kerk
en staat en zou de overheid zich dus niet
met de kerken mogen bemoeien. De prak
tijk laat ons echter wel iets anders zien. Ook
in de communistisch geregeerde landen is er
een regeringsinstantie die zich met het ker
kelijk leven in hun landen bemoeit en wel
op zulk een wijze dat de kerken niet vrij zijn
in hun doen en laten. Vraag maar eens aan
iemand die van de gang van het kerkelijk
leven in een van deze landen op de hoogte
is. op welke wijze een bisschop, patriarch of
metropoliet wordt benoemd. Hij zal onmid
dellijk zijn verlegenheid met zulk een vraag
laten merken en omstandig gaan uitleggen
hoe de officiële manier van kerkelijke ver
kiezingen is. Doch, dan komt er een maar
Die regeringsinstantie is er ook nog en deze
maakt niet openlijk duidelijk welke zy de
gewenste man op die plaats vindt. De illusie
van scheiding tussen kerk en staat wordt
angstvallig in acht genomen. Maar een hunt
wordt wel degelijk gegeven. Men behoeft er
zich in de betreffende kerk niets van aan
te trekken. Het is immers geen officieel be
vel. Doch men weet maar al te goed dat,
wanneer men daarnaar niet doet. een be
paalde pressie (waarvoor men duizend en
één middelen heeft) kan worden toegepast,
die het leven in zulk een kerk voor hen die
leiding hebben te geven, zeer onaangenaam,
zo niet onmogelijk kan maken. Altijd is er
wel iets te vinden waarom iemand zich zou
verzetten tegen de overheid of de partij, wat
in deze landen op hetzelfde neerkomt. De
afgescheiden Baptisten van George Vins en
de zijnen, zijn hier een klassiek voorbeeld.
En dit, terwijl de Izwestija de wet op de re
ligies 'de humaanste en meest democrati
sche ter wereld' noemt.
Zo langzamerhand weten we wel enigszins
wat er kerkelijk in Rusland aan de hand is
door de Samizdatriiitgaven en doordat er de
laatste jaren veel meer uit Rusland naar
buiten sijpelt dan vroeger het geval was. De
laatste jaren staan de kerken in Tsjecho-
Slowakije onder druk. Predikanten worden
verbannen. Waarom? Het wordt niet ge
zegd. In hun nieuwe woonplaats mogen zij
geen predikant zijn. Het geringste baantje
moeten zij accepteren. De overheid zal wel
politieke motieven voor zulke maatregelen
hebben. En dan hebben ze nog gelijk ook,
want een kerk is en blijft een vreemd ele
ment in een communistisch georganiseerde
samenleiding, die rust op het historisch
materialisme. En daarom moeten kerken
extra in de gaten worden gehouden. Een zin
uit het A.F.P.-verslag van het artikel uit de
Izwestija is hier kenmerkend. De Russi
sche politie zal ook in de toekomst 'optre
den tegen alle overtreders van de wet die
hun misdadige activiteit met religieuse
overtuigingen camoufleren.' Met zulk een
uitgangspunt kan letterlijk iedere gelovige,
welke religie hij ook aanhangt, worden ge
vangen. De wet kan altijd wel zo worden
uitgelegd.
Maar, we wilden het hebben over de brief
die de Nederlandse delegatie naar de as-
semblée van de wereldraad van kerken ge
schreven heeft aan Lev Regelson en de
Russische Orthodoxe priester Gleb Yaku
nin, de schrijvers van de brief aan de
secretaris-generaal van de wereldraad.
Reeds bij het begin van de assemblée heeft
deze brief voor de nodige beroering gezorgd
en ze heeft op het verdere verloop van de
assemblée een niet geringe invloed gehad.
Weer thuis gekomen, dankt de Nederlandse
delegatie de beide Russen voor hun brief.
De inhoud heeft op hen een 'diepe persoon
lijke indruk' gemaakt. Door toenemende in
formatie wisten ze zo wel het een en ander
van hetgeen er in de Sowjet-Unie omging
op kerkelijk terrein. Ze weten ook wel het
een en ander van de manier waarop men
senrechten worden verloochend en dat niet
in één land, maar in zeer vele. ,De lijst van
mensen die wegens hun overtuiging en hun
geloof worden gekweld, is eindeloos lang."
Als moeilijkheid noemen de Nederlandse
briefschrijvers het feit dat er geen 'persoon
lijke banden' kunnen bestaan met minder
heden die te lijden hebben. En daarom werd
het wijzer geacht om bij de oecumenische
contacten 'achter de schermen te bemidde
len ten gunste van de chr. gemeenschap
dan dit te doen met openlijk protest en
luidruchtig verweer.' Er is echter verande
ring gekomen. „Russische christenen vragen
in toenemende mate rechtstreeks andere
kerken om bescherming en tussenkomst.
Daardoor is de 'zone van stilte' doorbroken.
De Nederlanders verzekeren tenslotte Re
gelson en Yakunin dat zij zich zullen geven
aan de zaak van de vrede in Eu
ropa en dc zaak van de rechten van de
mens in de landen die de overeenkomst van
Helsinki hebben getekend- Inmiddels is be
kend geworden dat de priester Yakunin,
evenals een andere priester Doedko. ontsla
gen zijn uit hun ambt en dat niet door ker
kelijke autoriteiten, maar door een rege
ringsinstantie, waarbij de ene instantie naar
de andere verwijst, zoals dat in bureaucra
tisch geregeerde landen altijd het geval is.
Men verwacht dat er nu wel een aanklacht
zal komen wegens 'anti-sowjet-agitatie'.
Dit alles brengt ons terug naar Nairobi toen
de assemblée van de wereldraad van ker
ken aldaar bijeen kwam De brief waarin de
twee Russen hun beklag deden is niet offi
cieel in behandeling gekomen omdat ze niet
op de agenda stond. Maar toch heeft zij,
zoals we reeds schreven, een niet geringe
invloed uitgeoefend en de assemblée heeft
nog wel een manier gevonden om te luchten
wat zij op haar hart, had over de weinige
vrijheid van godsdienst in de Sowjet-Unie.
Ze heeft, dat gedaan op een wijze waartegen
de leden van de assemblée uit de Oosteuro-
pese landen moeilijk bezwaren konden in
brengen. De tanden van de oorspronkelijke
resolutie waren er ongeveer helemaal uitge
trokken. De Russische afgevaardigden we
ten ook wel wat er in hun land omgaat. Ze
hebben ook niet ontkend wat er in de briel
van hun kerkleden te lezen stond. Ze be
leefden echter wel de aanval op hun rege
ring als een aanval op hen zelf en gezien de
verhoudingen hadden ze daaraan niet he
Iemaal ongelijk. Wanneer de Izwestija zulk
een lang artikel schnjft over de kerken in
Rusland, is dit zonder twijfel mee veroor
zaakt door wat zich in Nairobi heeft afge
speeld. al zal dit dan ook worden gerang
schikt onder 'de reactionaire propaganda
in het Westen.'
Een drietal opmerkingen willen we ten
slotte nog maken. Ook de brief van de Ne
derlandse delegatie aan Regelson en Yaku
nin ls zeer voorzichtig gesteld, want deze de
legatie weet ook wel welk een grote beteken
nis het lidmaatschap van de wereldraad
van kerken in Oost-Europa heeft. Daardoor
zijndekerkenuit'n zeker isolement gekomen.
Wanneer men kerkelijk verantwoordelijke
mensen uit deze kerken spreekt bemerkt
men dat de schrik hen om het hart slaat
wanneer de gedachte opkomt dat zij ge
dwongen zouden worden hun lidmaatschap
op te zeggen. Ze zouden daardoor het ge
voel krijgen een schild te verliezen. Laten
wij niet te gemakkelijk zeggen: dan moe
ten ze dat maar kwijt raken; ook de wereld
raad is immers geen vaste burcht. Wij, die
zulk een isolement nimmer hebben gekend,
mogen alleen maar voorzichtig te werk
gaan en kunnen anderen niet gaan voor
schrijven.
In de tweede plaats zullen we bij ons oor
deel moeten bedenken dat er gedurende
deze eeuw in de Sowjet-Unie meer martela
ren voor het chr. geloof zijn gevallen dan in
enig ander land. De Izwestija noemt hen
'kerkelijke extremisten'. En in ieder geval is
in al deze landen duidelijk dat zij, die open
lijk tonen dat zij bij een kerk willen beho
ren, door de overheid worden achtergesteld.
De Russische delegatieleden in. Nairobi
hebben alles natuurlijk wel geweten wat er
in de brief van de twee stond aangeduid en
de delegatieleden van andere landen heb
ben het precaire van de positie van de
Russen gekend. Vandaar die slappe resolu
tie die er uiteindelijk uit de bus is geko
men. Maar dit jaar, wanneer het Centrale
Comité bijeen komt, zal er wederom over
moeten worden gesproken, want dan zal de
secretaris-generaal verslag moeten uitbren
gen over de wijze waarop de godsdienst
vrijheid in praktijk wordt gebracht in de
landen die het verdrag van Helsinki hebben
ondertekend.
In de derde plaats willen we opmerken dat
het ons niet past anderen aan te sporen
martelaar te worden. Wij leven veilig en wel
in onze landen, waar we vrij, al te vrij zelfs,
zijn om alles uit te kramen wat we menen te
moeten lozen. Ik zou die vrije sprekers wel
eens willen zien in een communistisch land,
waar het je kan overkomen bij een bin-
nenkamersgesprek dat je gevraagd wordt
toch alsjeblieft niet al te hard te spreken.
Dat de kerk er nog is in een land als Rus
land. is voor mij als een wonder. Wanneer
de kerk in Rusland protesteert, moet het
helemaal van haar zelf uitgaan. Wanneer ze
het zou gaan doen na een resolutie van de
wereldraad van kerken, kan ze het beter
laten. Het probleem is nu openlijk aange
sneden. We zullen zien 'hoe de verdere ont
wikkeling is.
..onderzoekende dagelijks
de Schriften..." (Hand.
1711).
Paulus en Silas hebben in
de nacht het roerige Thessa-
lonica verlaten en komen in
Beréa, een grote en volk
rijke stad. Ook daar gaan
zij eerst naar de Joodse sy
nagoge en prediken er de
Christus der Schriften.
En in Beréa keert men zich
niet - zoals bijna overal el
ders - van het Evangelie af,
maar is men toegenegen,
bereidwillig om het Woord
te horen. Moedgevend is dat
voor de predikers, als zij
bemerken mogen, dat ge
luisterd wordt zonder voor
oordeel.
Wat was de inhoud van
Paulus' prediking te Be
réa? Wel, dezelfde als die hij
op andere plaatsen bracht,
namelijk: Jezus Christus en
Die gekruist! O nee,, dat is
géén Evangelie naar de
méns: want bij zo'n Evange
lieverkondiging blijft er van
ons niets over: óók niet van
onze vroomheid en onze
goede werken!
In Beréa toetst men Paulus'
prediking aan de Schriften.
Dit is de roeping van de ge
lovigen, van de gemeente,
om te beproeven of de leer.
die door de predikers ge
bracht wordt, naar de
Schrift is!
In Beréa volhardde men
ook in Schriftonderzoek.
Het was maar niet even een
bevlieging. Dagelijks onder
zocht men de Schriften. De
ware gelovige heeft dat ook
nodig! Het geloof is gewerkt
door het Woord van God,
maar ook is versterking van
het geloof nodig door dat
zelfde Woord. Een kenmerk
van geestelijk leven is dan
ook de behoefte aan geeste
lijk voedsel.
Maar ook ongelovigen, ook
onbekeerde kerkmensen,
moeten de Schrift onder
zoeken! De Heere Jezus zei
immers tot de ongelovige
Joden: „Onderzoekt de
Schriften, want die zijn het,
die van Mij getuigen."
En dat Schriftonderzoek
moeten we niet alleen voor
een zondagse en kerkelijke
aangelegenheid houden.
maar dagelijks de Schrift
onderzoeken. De Heere
werkt door middel van Zijn
Woord.
De Bereërs, voor wie het
Woord het zaad der weder
geboorte was, mochten al-
meer toenemen in de ge
nade en de kennis van de
Heere Jezus Christus, door
middel van Schriftonder
zoek en prediking. En zo
ontstond in Beréa in be
trekkelijk korte tijd een gro
te, werkelijk rijke gemeente.
Niet rijk in zichzelf, want
door het Schriftonderzoek
hebben ook zij eigen ar
moede en verlorenheid le
ren kennen. Ook voor hen
zou het buiten de Christus
der Schriften voor eeuwig
omkomen zijn. Maar de Hei
lige Geest paarde Zich aan
het Woord en zo mochten zij
die Christus leren kennen
als hun getrouwe Borg en
Zaligmaker. En in Hém wa
ren zij rijk en wachtte hen
'een heerlijke, onuitspreke
lijke erfenis!
En Wie u ook bent:
Onderzoekt de Schriften!
D. J. van Vuuren
Zaamslag.