1M1FE1
„Je moet je
standpunten
zo duidelijk
mogelijk
formuleren"
IR DAVID LUTEYN, EEN ZEEUW
TUSSEN DEN HAAG EN BRUSSEL:
ZATERDAG 7 FEBRUARI 1976
PROVINCIALE ZEEUWSE COURAN I
Ir. David Luteijn (32) had tijdens
zijn studie in Wagenihgen als
hoofdvak 'agrarische economie'.
Een studie, waarmee je - zegt Lu
teijn - allerlei kanten op kunt, je
steekt van allerlei zaken een beetje
op, je bent nergens helemaal in ge
specialiseerd. Met 'agrarische eco
nomie' ligt een wetenschappelijke
functie minder in de rede dan een
organisatorische baan. Luteijn
wordt - in 1970 - verkoopleider
voor Nederland bij een kunstmest-
fabriek in Vlaardingen, twee jaar
later benoemt het hoofdbestuur
van de ZLM hem tot secretaris, met
ingang van 1975 wordt hij voorzit
ter van de ZLM. Hij is het nog geen
jaar, als zijn naam opduikt op het
lijstje van kandidaten voor de op
volging van de voorzitter van het
Koninklijk Nederlands Landbouw
Comité, ir. C. S. Knottnerus.
Het KNLC ls de overkoepeling van de tien
gewestelijke landbouworganisaties a la
ZLM in landelijk verband. Eind januari is
de opvolging van Knottnerus nog niet for
meel aan de orde, maar duidelijk is, dat de
tien regionale organisaties Luteijn als enige
kandidaat naar voren brengen. De vporzit-
ter van het KNLC is - met de voorzitters
van de twee andere landelijke boerenorga-
nisaties CBTB en NCB - nauw betrokken
bij het overleg met het ministerie van land
bouw en visserij over het nationale land
bouwbeleid en staat aan de andere kant
ook midden in het overleg over de land
bouwpolitiek in de EEG.
De kandidatuur voor het landelijke voorzit
terschap geeft in het Landbouwbuis aan de
Goese Grote Markt aanvankelijk enige aar
zelingen. Het betekent voor de ZLM. dat er
snel van voorzitter gewisseld moet worden
Aan de andere kant ervaart men die bezwa
ren niet als doorslaggevend een man in
Den Haag, die de problematiek van het
zuidwesten kent, heeft zijn voordelen „Je
kunt," zegt Luteijn. „vandaag de dag meer
voor de landbouw in Zeeland doen in Den
Haag dan in Zeeland zelf. We zijn bovendien
overeengekomen, dat ik nog een jaar lang
bij de ZLM zal blijven, zodat men rustig
naar een opvolger kan zoeken Van 's-
Gravenpolder is Luteijn vorig jaar verhuisd
naar Kortgene, waar het gezin - twee kinde
ren - vanuit de vroegere burgemeesterswo
ning uitkijkt op een markant stukje
Zeeuws landschap: de polder, de dijk, de
bomen. Het voornemen is er te blijven wo
nen: Kortgene ligt zeer gunstig voor de ko
mende pendel tussen Den Haag en Brussel
De vier ZLM-jaren van Luteijn vallen in een
turbulente tijd in de landbouw. Het onge
kend natte najaar van vierenzeventig met
alle aankleve vandien stelt de georgani
seerde landbouw voor een krachtsinspan
ning. Vanuit de landbouw jaagt een storm
van kritiek in de richting van het land
bouwbeleid in Den Haag en Zeeuwse boeren
zorgen - zomer vierenzeventig - voor blok
kades op de wegen Er is kritiek op regering
maar ook op landbouwvoormannen De
landbouw stelt zich harder op. men wil een
nieuwe wind in het landbouwbeleid, maar
één, anderhalf jaar na de blokkades vinden
teleurstelling en nieuwe kritiek hun weer
slag in de krantekoppen- Als de boeren een
hekel krijgen aan de minister, heeft hij het
er zelf naar gemaakt. De politieke gebeur
tenissen zijn een belediging voor de land
bouw. Voorgestelde prijsverhogingen in
Brussel onaanvaardbaar. Agressieve, vak-
bondsmatige opstelling van de boeren no
dig.
Luteijn, die aan de Zeeuwse boerenacties
mede vorm en Inhoud gaf, zal als voorzitter
van het KNLC mede lijn en richting moeten
geven aan de eisen van de landbouw in het
overleg met Den Haag en Brussel. In de
wandelgangen gaat het verhaal, dat zijn
strijdbare opstelling in de zomer van vie
renzeventig nu zijn positie voor het voorzitr
terschap van het KNLC beduidend heeft
versterkt Hjj is er niet uitvoerig over. „De
acties en de wateroverlast zullen er wel een
rol bij spelen," zegt hij in de auto van Kort
gene op weg naar het SER-gebouw in Den
Haag. „Maar ik weet niet of het de belang
rijkste oorzaak is. Je naam komt met dat
soort zaken wel in de publiciteit en het kan
best. dat daar dan een soort verkoopwaarde
inzit. Hoe je jezelf verkoopt blijkt dan op
een gegeven moment belangrijk te zijn
Knottnerus interesseerde dat niet. Die trad
niet nadrukkelijk op de voorgrond, dat
hoefde voor hem niet zo. Maar ik ben er wel
zeker van. dat daardoor de achterban bij
lange na niet weet wat-ie gedaan heeft, ge
kregen. Ais je Knottnerus. Mertens en Zijl
stra op een rijtje zet, dan ben ik ervan over
tuigd. dat Knottnerus het meest voor de
landbouw heeft weten te bereiken."
Er is naar de mening van Luteijn in de
landbouw toch een vrij beperkte groep
mensen beschikbaar voor dat soort functies
- „en in mijn geval is het misschien een
voordeel, dat ik full-time beschikbaar ben
en zelf nog in het boerenbedrijf sta Dat is
een samenloop van omstandigheden, die
niet zoveel voorkomt. Wil je dit werk zo
goed mogelijk kunnen doen. dan moetje te
allen tijde beschikbaar zijn. Je moet je be
drijf dus aan een ander kunnen overlaten en
die gelegenheid moet je in ieder geval ook
financieel gegeven worden, vind ik."
Groei-grenzen
Na afloop van de Haagse vergadering -
commissie bedrijfsontwikkeling van het
landbouwschap - begrijp lk in de auto. dat
er in het gezelschap met lichte bekommer
nis is gesproken over de zin van het voort-
bestaan van de commissie én van een rege
ling voor de bedrijfsontwikkeling, er is op
de landbouwbegroting geen of nauwelijks
geld meer om nieuwe aanmeldingen te ho
noreren en die aanmeldingen komen wel.
mede omdat er elders geen emplooi is voor
mensen die uit de landbouw willen verdwij
nen
Het probleem raakt ook een beetje aan de
bezinning, die in de landbouw aan de gang
ls over wat men zou kunnen noemen 'de
grenzen van de groei'. Luteijn: „De vraag is:
moet je de mensen maar blijven opstuwen
naar een hogere produktie en meer hectares
en ondertussen de kleinere bedrijven laten
verdwijnen? Je moet - zeggen we nu - de
bedreven de technische ontwikkelingen la
ten bijhouden, anders kom je achter. Maar
de laatste jaren is er ook gezegd: met de
techniek is het mogelijk, dat één man tach
tig koeien houdt of veertig hectare be
bouwt. Na de oorlog hebben we een periode
meegemaakt, waarin in de landbouw de ar
beid werd vervangen door het kapitaal. De
produktie kon omhooggaan door de tech
nische mogelijkheden, de sterke mechani
satie. De laatste vijfjaar zag je nog een ver
hoging van de produktie per man, meer
koeien, meer hectares. Alleen - dat was niet
het gevolg van de techniek, het was een bit
tere noodzaak om het inkomen op peil te
houden. Wat wordt vergeten is, dat de boer
bij die tachtig koeien ook tachtig uur in de
weer is. En als je op je eentje een akker
bouwbedrijf van veertig, vijftig hectare
moet runnen, geeft dat toch wel grote span
ningen. Nu houdt bijvoorbeeld een man met
tachtig koeien veertigduizend gulden in zijn
handen, maar hij had er natuurlijk zeven
tigduizend moeten hebben, als-ie daarvoor
ook tachtig uur in de week werkt. Je moet
er dan gewoon een man bij hebben.
Half geld
Maar mag een produkt ook eens een Jaar
goed zijn? In de goede jaren zie je, dat de
resultaten worden afgeroomd door de
enorme druk in het fiscale en sociale vlak."
Het is kort na de periodieke landbouwten
toonstelling in de Amsterdamse RAI en Lu
teijn heeft uit dat pand geluiden opgevan
gen, dat het de boeren toch zo slecht nog
niet gaat er zijn op de RAI nogal wat ma
chines gekocht. Luteijn. „Daar heb je een
voorbeeld. Er worden meer machines dan
vorige jaren gekocht, dus het zal de land
bouw wel niet slecht gaan. wordt er dan ge
zegd. Maar men vergeet, dat in 1974 veel
mensen gedwongen waren om de vernieu
wing van het machinepark uit te stellen. In
die aankopen nu zit- dus ook het inhalen
van een stuk achterstand, je kunt niet aan
het uitstellen blijven De laatste maanden is
ook het aantal bedrijfsovernames in de
landbouw weer wat op gang gekomen. Dat
geeft aan de ene kant aan. dat het vertrou
wen in de toekomst versterkt is. Maar aan
de andere kant moet men ook bedenken,
dat er voor de boer buiten de landbouw op
het moment ook niet veel perspectieven
zijn."
Planologie
Luteijn: Nu zitten we dus met enorme ar
beidstijden om aan een gemiddeld inkomen
te komen. Men krijgt de neiging om dat
soort bedrijven als maatgevend te zien. Ik
mnet. erbij zeggen' de jongeren gaan wel
meer rekenen. Die kijken naar hun omge
ving en zien dat- schoolvrienden op een fa
briek hetzelfde verdienen als zij, terwijl ze er
geen tachtig uur voor moeten werken. Het
is natuurlijk niet juist om dat soort boeren
bedrijven als maatgevend te beschouwen.
We zullen toe moeten naar een situatie,
waarin prijzen en kosten zo naar elkaar toe
groeien dat de boer ook bij normale werk
tijden redelijk kan leven. Op een hele grote
groep middenbedrijven moet een boterham
te verdienen zijn. Er moet dan alleen aan
bedrijfsvergroting worden gedaan, als de
kansen van de mechanisatie dat toelaten-
Op dit moment werkt de boer voor half
geld. dus erg goedkoop. Te goedkoop. In
feite heeft de boer een extra stijging van
tien procent zeker nodig. De consument zal
dat toch maar beperkt merken Tien pro
cent méér voor de boer is een half procent
hogere kosten voor de consument - en da's
niet om van te schrikken.
Ik breng - ais aardappeleter - even de hui
dige prijzen van dit veel genuttigde knol
gewas in het geding.
Luteijn kijkt me aan met een blik, die ik als
licht berispend kwalificeer. Zegt: „Van de
drie boeren in Zeeland heeft er één aardap
pelen. Meer dan de helft van de boeren had
ze al verkocht vóór de prijzen zo hoog wa
ren. Het is erg moeilijk om dat soort zaken
aan derden over te brengen. Kijk. het boe-
renjaar in Zeeland loopt enorm uiteen, de
resultaten variëren van slecht tot zeer goed,
ook op de grote bedrijven. Het hangt nauw
samen met het bouwplan en de verkooppo-
lltlek, denk maar aan die aardappelen.
Als we via de Haringvlietbrug het zuidwes
ten binnenrijden, komt het gesprek op de
positie van de landbouw in het Zeeuwse
beeld Luteijn signaleert na jaren van ver
schuivingen een stabilisatie, een soort pas
op de plaats in de belangrijkste sectoren. In
de landbouw. In de industrie. En in de re
creatie. ..waar de remmen het laatst zijn
aangezet," Voor de landbouw - zegt Luteijn
- is in Zeeland nu de planologische proble
matiek richtinggevend.
Werkt het uit: „Als het om industrialisatie
ging, keek de landbouw in het verleden
naar de bedrijven, die er rechtstreeks mee
te maken hadden. De bedrijven, die in de
plannen vielen, die grond moesten afstaan.
We hielpen mee te zorgen, dat ze aan ver
goedingen kwamen, waarmee ze iets anders
konden beginnen. Ik heb er de laatste jaren
zelf nogal op gewezen, dat we naar de indi
recte gevolgen óók en in toenemende mate
moesten kijken. Grote wegen. Hoogspan
ningsleidingen. Pijpleidingstraten. Grote
drukte op de boerenwegen. Juist op die
elementen stellen we ons de laatste tijd veel
meer te weer Zuid-Beveland met hoog
spanningsleidingen. leidingstraten en een
grote weg is er een uitstekend voorbeeld
van. 'Den Osse'. op Schouwen-Duiveland
ook.
Zo langzamerhand ervaart de landbouw nu
dat het buitengebied wordt aangetast. Ver
goedingen aan individuele boeren wegen op
een gegeven moment niet meer tegen de ai-
gemene schade op. de landbouw ondervindt
nu tientallen kilometers verderop hinder
van recreatieve en industrie
ontwikkelingen." We houden daar de vinger
nauwlettend aan de pols. Gaat het beleid de
goede kant op. heeft het voor het func
tioneren van de landbouw niet te ingrij
pende consequenties?"
Dat accent van de landbouw op de planolo
gie - opper lk - zou landbouw en land
schapsbescherming in Zeeland dichter by
elkaar moeten brengen.
Luteijn: „Aan beide zijden leeft - geloof ik -
het besef, dat we vrij lang langs mekaar
heen hebben gepraat, 't Kwam ook wel,
omdat degenen die zich met het landschap
gingen bemoeien, weinig inzicht hadden in
het functioneren van de landbouw. We heb
ben een hele tijd tegen elkaar gepraat en
niet met mekaar. Voor Zeeland kunnen we
het laatste anderhalve jaar wel zeggen, dat
de standpunten wel vaak uit elkaar liggen,
maar dat er overleg mogelijk is. Niet: waar
liggen de verschillen, maar waar liggen de
overeenkomsten Hoogspanningslijnen zijn
schadelijk voor het landschap, maar ook
voor de landbouw, daar kun je best samen
met één standpunt op uit komen. Ook na
vrij diepgaande besprekingen met staats
bosbeheer over de beheersovereenkomsten
voor de bewaar-gebleden in De Poel is het
besef doorgebroken, dat je dit soort zaken
niet over, maar mét de landbouw moet
doen Voorop staat, dat je als landbouw
toch zult blijven streven naar zo weinig mo
gelijk beperkingen. Dat is nodig vanwege je
positie ten opzichte van collega's in andere
landen. Als er in landbouwgebieden iets
bewaard moet blijven - dan kan dat alleen
als de nadelen in onderling overleg finan
cieel vergoed worden. Wij hoeven niet zo
nodig mee te bepalen wat er in het Greve-
lingenbekken gebeurt. Maar als je in een
landbouwgebied tot overeenstemming bent
gekomen, dan moet je wel voorkomen, dat
daar overheen nog eens bestemmingen als
landschapsparken worden gelegd. Dan
breek je in de kortste keren weer af wat je
aan overleg moeizaam hebt opgebouwd. Er
FOTO: WISJ RIEMENS
TEKST: KEBSJ3USOUW
zijn maar weinig boeren, die een hekel heb
ben aan een aantrekkelijk landschap: al
kijken ze weieens vreemd op. als er in een
agrarisch poldergebied via een verkaveling
plotseling een groot bos moet komen. Maar
als je een boer kopschuw wilt maken, dan
moet je hem allerlei belemmeringen in de
weg leggen als-ie eens een stukje erfoeplan-
ting tegen de grond wil gooien, omdat-ie op
dat punt liever een inrit wil maken. Als je
dat doet, voorkom je natuurlijk wel, dat-ie
een eindje verderop die beplanting ooit nog
eens terugzet
Eenvoudig
De formuleringen van het beleid worden -
het spreekt ook ln de landbouw vrij sterk -
hoe langer hoe ingewikkelder. Of daar iets
tegen te doen ls, wil ik weten „Naarmate
het beleid ingewikkelder wordt", vindt Lu
teijn. „zul je meer aandacht moeten geven
aan de vertaling en de voorlichting naar de
boeren cn naar derden toe. De landbouw
kan op dat punt nog wel wat van de Indus
trie leren. Je zult gewoon meer aandacht
aan de presentatie van het beleid moeten
geven dan nu gebeurt. Je moet ook bij Je ei
gen vragen en voorstellen al beginnen de
zaken zo eenvoudig mogelijk op een rij te
zetten. En dat kan ook best. zonder dat je
vervalt in kreten slaken."
Een complicatie vindt hij. dat de situatie ui
de landbouw per sector kan verschillen, dat
akkerbouw, veehouderij en tuinbouw ln ge
heel andere omstandigheden verkeren. Voor
een splitsing van de organisaties naar be
drijfstakken - een gedachte, die wel Is gere
zen in landbouwactlecomités - voelt Luteijn
niets: „De teelttechnische zaken zijn an
ders. Als het om beleids- en prijszaken gaat.
is het van het grootste belang, dat het
groene front als één geheel optreedt. Doe je
dat niet. dan werk je mekaar tegen, dan
wordt je positie alleen maar zwakker. Er is
in de landbouw een hoge organisatiegraad,
er liggen overal contacten en als kleine
groep heeft de landbouw veel voor elkaar
gekregen. Anderen zijn daar jaloers op. Ie
dereen heeft de neiging te vergeten wat wel
is bereikt, maar lk geloof niet dat de land
bouw harder klaagt of ontevredener ls dan
een andere groep in de maatschappij."
Rechts van 'I midden
Zegt. dat zijn politieke overtuiging niet di
rect gebonden is aan een partij. „Maar dat
heeft niets te maken met mijn voorzitter
schap van de ZLM of straks van het
KNLC." Op mijn opmerking, dat zijn ZLM-
voorgangers M. A. Geuze en J. Prins wel in
de politiek actief waren als kamerlid en sta
tenlid. bekent hij weinig neiging te hebben
zich politiek te binden -.na daadwerkelijke
bijdragen in staten of gemeenteraden. Si
tueert zichzelf desgevraagd politiek 'rechts
van het midden'. Luteijn: „Ik geloof, dat de
belangenbehartiging van een groep en de
algemene politiek moeilijker te combineren
zijn dan een aantal jaren geleden. De zaken
zouden met de dag moeilijker worden, om-
datje geneigd bent op twee stoelen te gaan
zitten. Denk maar eens aan de planologie
Ik ben ervoor je standpunt zo duidelijk mo
gelijk te formuleren. Dat kan het beste als
je je handen vrij hebt De maatschappij
wordt met de dag Ingewikkelder. Ik vina.
dat je dan beter kunt proberen één functie
goed te doen, dan een aantal hall Ik ben
dan ook niet van plan er landelijk of ln de
provincie functies bij te nemen, als ze niet
rechtstreeks samenhangen met het voorzit
terschap van het KNLC. zoals dat we; he'.
geval is bij het rouleren van de voorzitters:
van het landbouwschap."
Luteijn is van plan om straks behalve boe-
renvoorman in Den Haag of Brussel wel
boer-in-de-praktijk te blijven In Zeeland. Op
het over enkele jaren over te nemen bednj:
van zijn vader ln Zuidzande. „Dat- heeft eer.
aantal voordelen." vindt hij zeil „Je blijft
op de hoogte met de praktijk, de problemen
van de landbouw maak je het best mee als
ie ze ook zeil in je portemonnee voelt. En
daarnaast: het geeft Je een zekere onafhan
kelijkheid. Je hoeft niet het brood van een
ander te eten."