Sex-verklaring van de paus leidt geamuseerde verwondering satie BEWOON DE WERELD! voor elektronisch orgel EEN NIEUWE AARTSRISSCHOP OP DE ZETEL VAN ST. WILLIBRORD Werk aan de winkel 20 PROVINCIALE ZEEUWSE COURANT ZATERDAG 31 JANUARI 1975 Het rumoer over de pauselijke verklaring aangaande de sexuali- teit is nog niet verstomd. Zoals be kend zegt deze, half januari uitge geven verklaring dat sex die niet gericht is op de voortplanting, mo reel onwettig is. Homosexualiteit, masturbatie en voorechtelijk ge slachtsverkeer worden daarmee veroordeeld, evenals (impliciet) zwangerschapsvoorkoming. Wie de reacties op de verklaring bestu deert valt het op, dat vooral het la- tijnse deel van de katholieke kerk er diep door is geschokt. Het toon aangevende blad 'Corriere della Sera' kwam dagenlang plaats ruimte te kort voor de vele inge zonden stukken. Talrijk is ook het aantal min of meer officiële com mentaren, waarin men de paus verwijt dat hij een achterhaalde en overleefde moraaltheologie propa geert. Zelfs wordt gezegd dat de verklaring wreed en liefdeloos is, omdat zij de werkelijkheid negeert dat sexuele 'zonden' door nage noeg ieder mens worden begaan. Dit Italiaanse rumoer over een pauselijke verklaring is iets nieuws. Lange tijd hebben de latijnse katholieken gemeend, dat de en cyclieken en pauselijke boodschappen, ja zelfs sommige dogma's, speciaal bedoeld waren voor dat wat ruige en reformatori sche volk in de mistige laagvlakten achter de Italiaanse Alpen. De Italiaanse katholie ken vonden, dat de pauselijke raadgevingen niet voor hèn bedoeld waren en zij bleven dan ook op hun oude voet doorgaan - blij dat de Heilige Vader die halve barbaren in het Europese laagland weer eens op hun plichten had gewezenNu is het totaal andersom. Terwijl katholiek Italië zich op windt over de verklaring aangaande de sex, haalt katholiek Nederland in het algemeen de schouders op en gaat over tot de orde van de dag. De gemiddelde katholiek vraagt zich af of er anno 1976 geen belang rijker onderwerpen zijn waarover de paus zich zou kunnen uitspreken. Andere Neder landers vinden dat zij met de morele impli caties van de sex in hun eigen leven al jaren geleden in het reine zijn gekomen. Door de bank genomen is er op de pauselijke verkla ring met een geamuseerde verwondering, gemengd met ergernis, gereageerd. Een vernietigender reactie op het woord dat van de stoei van Petrus klinkt, is niet denkbaar. Hoe is dat mogelijk? biecht is afgeschaft, zodat de pastores ook dit stuk instrumentarium missen om de mensen onder het pauselijk woord, én hun sexuele realiteit te laten leven. De priesters zijn met te benijden Zij hebben behoefte aan een kompas om de kudde te leiden, maar zij kregen een boekje met verordenin gen thuis gestuurd. DE NATUURWET Een andere reden voor de Nederlandse reactie op de pauselijke verklaring is. dat als gevolg van nieuwe theologische, filosofi sche en psychologische inzichten en een herwaardering van wat het Zesde Gebod precies bedoelt, door velen al met het sex- probleem is afgerekend Dit is vooral een gevolg van het feit, dat memgeen - wellicht half - of onbewust - begrijpt dat de zogehe ten Natuurwet, waarop de moraaltheologie van de paus en zijn voornaamste adviseur in deze, kardinaal Seper. berust een dubieus referentiekader is. Zelfs is het besef doorge drongen, dat ook de moraaltheologie als zodanig een menselijke vinding is. ontstaan in de 16e eeuw, met name door de 'Summa' van Sint Thomas - en dan nog alleen deze 'Summa' en met de rest van de verkondi ging van Thomas. De onverholen hoon voor het eeuwenlang gehanteerde moraal handboek is verklaarbaar. In 1920 formu leerde zo'n handboek het volgende: 'De Schepper der natuur heeft aan de voort plantingsdaad het grootste genot verbon den, teneinde de mens te verlokken tot een gemeen geformuleerd. Deze kritiek ontleen ik aan een boekje, dat in 1962 in Neder land is verschenen en dat getiteld is 'Het verzuim der moralisten'. Ook de intussen ruim tien jaar oude nieuwe katechismus ge tuigt van een andere meer bevrijdende theologie. Typerend voor de 'oude' moraal theologie is, dat zij zich beroept op de na tuurwet, omdat deze samen met de geopen baarde waarheid Gods, ons leven normeert. Echter: veel van wat met een beroep op de natuurwet wordt aan- of afgeraden hangt wat de motivering betreft, gemeten aan de huidige stand van de wetenschap, volledig in de lucht. Men kan uit het natuurlijk ge drag van de dieren aflezen, dat hun seksuele activiteit in feite een voortplantingsactïvi- teit is. Uiteraard kan men deze natuurlijke moraal ook op mensen toepassen. Maar wie consequent is. zal dan ook de meedogen loosheid welke de dieren ten aanzien van het zwakke schepsel van eigen soort aan de dag leggen, moeten propageren. Dat zou - naar de mens vertaald - de weg openen voor actieve euthanasie. Op dit punt legt de mo raaltheologie echter het volle accent op hetgeen de Schrift zegt aangaande de eer biediging van het leven. Het voorbeeld toont intussen aan, welke vreemde gedach- tenconstructies er nodig zijn om de natuur wet als mede-normerende kracht te laten functioneren. bevrijdende, troostende en bindende bete kenis in het huwelijk te kunnen geven. Voorts erkent de hedendaagse moraal, dat een mens evenmin iets over de sexuele ge richtheid die hij bij zijn geboorte meekrijgt te zeggen heeft, als over de kleur van zijn ogen. Het is - ook krachtens de natuurwet - een (veel voorkomend) toeval als zijn sexuele gerichtheid in een huwelijksrelatie past. Homosexualiteit wordt dan een van de vele manieren waarop mensen elkaar hun liefde kunnen bewijzen, een manier die hen wel licht behoedt voor haat, eenzaamheid en frustratie. V* PRESSIE Er zijn verschillende redenen voor de lauwheid waarmee er ditmaal naar de paus is geluisterd. De eerste reden is formeel. De pauselijke verklaring over de sex wordt niet gedekt door diens, in een dogma geformu leerde onfeilbaarheid. Zelfs de meest recht zinnige katholiek mag vinden, dat de paus het ditmaal bij het verkeerde eind heeft ge had. Deze omstandigheid doet echter maar weinig af aan het feit, dat priesters en lera ren die in hun verkondiging of lering de Kerk geloofwaardig willen houden en tege lijkertijd hulp willen bieden in concrete, menselijke noodsituaties rondom de sex (denk aan de homofilie) eigenlijk geen kant meer uit kunnen. Men kan niet in één pastoraal woord be paalde variaties in sexuele gerichtheid tole reren en tegelijkertijd een kerk verdedigen, die deze variaties nu juist als een moreel vergrijp veroordeelt. De verklaring van de paus prest deze pastores tot een keuze: óf de Kerk, óf de mens in zijn nood. Het aloude mechanisme, dat het leven van zondigen en vergiffenis ontvangen in een soms trieste cyclus ving, werkt niet meer. sinds de zaak die in zich vies (ad rem in se foedam) en in zijn gevolgen een last is 'Of deze: ■Standbeelden of voorstellingen van beider lei geslacht, die geheel naakt zijn, aandach tig en gedurende enige tijd bekijken zonder dat het noodzakelijk of in hoge mate nuttig is, is doodzonde omdat zij in hoge mate het vlees doen rebelleren. Een uitzondering mag men wellicht maken voor zeer oude standbeelden, die naar de ervaring leert, niet in die mate prikkelenModerne ka tholieken zeiden al jaren geleden, dat de zeer oude naakte afbeeldingen die hier be doeld zijn, gezocht moeten worden op het plafond van de Sixtijnse kapel, waar zij da gelijks door de paus worden gezien als hij onder het Misgebed de ogen ten hemel slaatVandaag kunnen wij er alleen maar om glimlachen. Maar het moraal-handboek is helaas nog in zwang VERKNIPT XJe moraaltheologie welke de paus heeft gehanteerd heeft haar tijd gehad. En wel omdat zij het accent ten onrechte meer op de zonde dan op de deugd legt en voorts omdat zij de menselijke gedragingen niet in haar samenhang - die er een wezenlijk ele ment van vormt - beziet, doch deze 'ver knipt'. Tenslotte wordt in deze verouderde moraaltheologie het morele oordeel te al- Vee eel van de hier genoemde bezwaren tegen de 'pauselijke theologie' zijn al oud. Bijvoorbeeld dit verwijt: De oude moraal theologie laat na, een liefdevol en ernstig onderzoek in te stellen naar psychologische processen, naar maatschappelijke effecten en verbanden. Zij leeft zich niet in bepaalde situaties in, voor zij haar moreel oordeel geeft. De huwelijks- en sexuele moraal draagt er het stempel van, in 'Reinkultur' te zijn ontwikkeld door mensen, die weinig werkelijk inzicht in de feiten aangaande de sexualiteit hebben en nog minder in de rea liteit op dit gebied vandaag de dag. Van een hedendaagse moraaltheologie (even aangenomen dat zij er moet zijn wordt verlangd dat zij de nadruk legt op de gezindheid en de gesteldheid waarin de christen moet handelen en veel minder op wat hij moet doen en laten. In een eigen tijdse moraaltheologie, wordt het huwelijk als een gemeenschapsbeleving beschouwd, waarin het om méér gaat dan alleen om het voortbrengen van kinderen. Zelfs het vrij willig afzien van het hebben van kinderen - bijvoorbeeld uit een oogpunt van maat schappelijke verantwoordelijkheid - kan in dat licht een positieve christelijke daad zijn. Sexualiteit vóór het huwelijk wordt be schouwd als een vorm van voorbereiding, noodzakelijk om de sexualiteit zijn volle, anuit de natuurwet geredeneerd is ook zelfbevrediging niet functioneel voor de voortplanting, en daarom laakbaar. Hier begeeft de oude moraaltheologie zich op zeer glad ijs. aangezien zij met dit te stel len, genoodzaakt is om te definiëren wat nu eigenlijk wèl en wat niet tot zondige zelfbe vrediging gerekend moet worden. Het ge bied tussen erotiek en sexuele activiteit kan steeds minder worden begrensd. Bovendien is de theologische bewijslast tegen de mas turbatie vrij zwak. Verwezen wordt soms naar 1 Kor. 11, 27, waarin Paulus waar schuwt tegen het op onwaardige wijze eten van het brood en het drinken uit de beker. Volgens een theoloog als prof. dr. Th. C. de Kruijf doelt Paulus hier eerder op de me chanisch Mis-lezende priester dan op de on gelukkige masturbant van de (objectieve) moraal. Nog een ander verraad dat de oude moralis ten wordt toegeschreven is, dat zij een ver keerd soort economie met de gaven der menselijke vruchtbaarheid voor ogen heb ben. Inplaats van ervoor te ijveren dat er zo weinig mogelijk zaad verloren gaat, zouden de moralisten beter kunnen mediteren over de overvloedigheid waarmee de Zaaier zijn zaad uitstrooit over geschikte en onge schikte grond en over de nuchtere zorge loosheid waarmee de Heer van de oogst de tarwe samen met het onkruid laat op groeien tot aan de dag van de oogst. In de nieuwe theologie staat de door Jezus ge formuleerde ethische code centraal: 'De mens is er niet voor de sabbath, maar de sabbath is er voor de mens'. Zo is het ook gesteld met de sexualiteit die (mits in ver antwoordelijkheid beleefd) er is voor de mens - tot zijn geluk De pauselijke verklaring over de sexualiteit slaat - hoe logisch zij ook is ingericht - de mens op tyrannieke wijze in banden en maakt zelfs blind voor de essentieel mense lijke eigenschap om liever in vrijheid te wil len lijden dan in onderworpenheid gelukkig te moeten zijn. A. F. M. C. Koopman AARDIG NIEUWS OP MUZIEKBEURS UTRECHT Zes pianowerken van Erik Sa tie, Gymnopedies en Gnos- siennes zijn in opdracht van Johan de Heer, een nazaat van de beroemde evangelist, be werkt voor het electronisch orgel. Satie zou ongetwijfeld veel plezier aan deze arrange menten gehad hebben, maar dat zal muziekhandel De Heer een zorg zijn: de beurs Muziek '76 was woensdag nog geen half uur open of Johan de Heer kon, knus gezeten tussen de zangbundels van zijn vader, forse bestellingen boeken. Satie voor het electronisch orgel. Het is een van de nieuwtjes die te vin den zijn ln de Margriethal van de jaar beurs te Utrecht, waar tot en met zon dag Muziek '76. 'een manifestatie voor professionele en amateuristische mu ziekbeoefening' wordt gehouden. De eerste dag dat deze beurs woens dag geopend was, toen overigens al leen voor vakmensen, leverde een re delijk bezoek op. De beurs is echter zo ruim ingericht, dat mag worden aan genomen dat het aantal standhouders een beetje tegenvalt. Maar dat maakt het voor iemand die komt kijken en luisteren wel heel plezierig wande len, het bevordert de overzichtelijk heid en voorkomt - ook heel belang rijk - een overmaat aan herrie. Er is niet zoveel, maar wel aardig nieuws. Zo is er bijvoorbeeld de zalmer twin bas drumpedaal. Hiermee kan één musicus met twee pedalen op een basdrum spelen waardoor een tweede overbodig wordt. Het is een Ameri kaans fabrikaat, dat wel de nodige oe fening zal vereisen om er het volle pro fijt van te trekken. Voorts is er op de beurs een drieto- nige Sambawhistle te vinden, zoals die onder meer te horen is op grammo foonplaten die in Brazilië zijn opge- Door Unicod Holland wordt een ap paraat in de handel gebracht, dat in studio's vaak gebruikt wordt om stemmen en-of klanken van instru menten te verdubbelen, zodat de in druk wordt gewekt dat er door twee mensen tegelijk gezongen en respec tievelijk gespeeld wordt TECHNOCRATIE Een bezoek aan Muziek '76 geeft al gauw de indruk dat de muziekbeoefe ning, vooral die van amateurs, zo langzamerhand in handen valt van de technocratie: alles moet de speler zo gemakkelijk mogelijk gemaakt wor den. Dat streven resulteert bijvoorbeeld in een tamelijk klein apparaat, in ver houding tot de vergelijkbare electro- nische orgels bijzonder goedkoop, dat de naam Baldwin funmachine draagt. Het ïs een instrument waaruitje mu ziek kunt halen, maar dat toch eigen lijk geen echt muziekinstrument is. Het apparaat biedt een keuze uit 17 ritmes en biedt een goed doordacht akkoordenpakket voor de linkerhand plus een hele hoop imitaties van mu ziekinstrumenten waarmee de rech terhand zich kan laten gelden. Je moet inderdaad wel een heel grote domoor zijn wil je daarmee na drie weken oefe nen geen resultaat bereiken. Wat voor de funmachine pleit is zijn naam: het is Inderdaad een machine om plezier mee te maken, niet om op te musiceren. Gelukkig is het niet alle maal commercie wat de klok slaat op Muziek '76. Zo kan de bezoeker bij voorbeeld genieten van het kijken naar de uitoefening van een zeer oud en moeilijk ambacht: het graveren van muzieknoten. Een bezigheid die nog steeds met de hand wordt verricht, want alle veelvuldige pogingen om een goede rendabele muzieknotenzetma- chine uit te vinden, zijn tot nu toe op niets uitgelopen. KERKEN In kerken wordt ook muziek ge maakt en de interkerkelijk stichting voor het kerklied meende dan ook te recht op deze beurs een stand te moe ten hebben. Daarin wordt vooral de nadruk gelegd op het Liedboek voor de Kerken ook bekend als het Nieuwe Liedboek. Hiervan zijn thans meer dan 1.2 miljoen exemplaren verkocht. Als we dan bedenken dat er nog zeer veel orthodoxe kerken zijn waar men uit sluitend de oude berijming der psal men wil zingen, dan is het duidelijk dat in Nederland nog vele geestelijke lie deren klinken, zotfel in als buiten de kerk. Tot slot-zij hier nog geattendeerd op een stand van Jeugd en Muziek, een instelling, die een vloed van activitei ten organiseert voor de jongeren, meest op het klassieke terrein en wel door heel Nederland heen. Hetis zowel voor ouders en opvoeders, als voor de jongeren zeker zinvol daar even langs te gaan, het lidmaatschap biedt vele voordelen. Verder kan iedereen, die van mu ziek houdt, zeker aangeraden worden Muziek '76 te bezoeken, ook al heeft men niet de idee wat te kopen. Want er is iedere dag wel iets te beleven aan concerten, hetzij in het 'zware' hetzij in het lichte genre. De komende week zullen we in ons land dan definitief een nieuwe aartsbisschop hebben en nog wel eén die reeds kardinaal was eer hij zijn benneming voor de Utrechtse zetel kreeg; kardinaal J. Willebrands. Toen, een paar dagen vóór Kerstmis deze benoeming hekend werd, ademde men wat ruimer in het gedeelte van ons volk dal oecumenisch is georiënteerd. Meer dan een jaar lang had men zich bezig gehouden met allerlei specula ties, die over het algemeen nog al somber waren. Nu de naam bekend is van hem die voortaan leiding zal moeten geven aan heel de Nederlandse rk kerkprovincie, kan men zich verzekerd weten dat de oecumenische betrekkingen lussen de kerk'en, die wij in om land zo langzamerhand hebben bereikt, gewoon kunnen doorgaan, want.kardinaal Wille, brands heeft getoond dat hij een man is met oecumenische bezieling. Toen hij in de vijftiger jaren nog professor was aan het groot seminarie te Warmond, gaf het Nederlandse episcopaat hem reeds de opdracht oecumenische problemen te bestuderen. Nadien is hij naar Rome geroe pen om onder kardinaal Bea het secreta riaat te voeren van de belangrijke commis sie voor de eenheid der christenheid In deze functie heeft kardinaal Willebrands een belangrijke rol gespeeld bij het tot stand komen van het tweede Vaticaans concilie, vooral wat betreft de ontvangst van hen die als waarnemers uit andere ker ken hier aanwezig waren. Ook in sommige conciliestukken. waar het ging om de ver houding tot andere kerken, heeft hij nogal de hand gehad. Hij is het geweest die gedu rende de laatste jaren de Vaticaanse dele gatie heeft geleid die op geregelde tijden overleg pleegt met de afvaardiging van de Wereldraad der Kerken. Het is niet aan te nemen dat deze man, wanneer hij aartsbis schop van Utrecht zal zijn, een andere hou ding zal aannemen dan hij tot nu toe heeft gedaan. In zover is de verademing bij het oecumenisch denkend deel in de Neder landse kerken te begrijpen. Na het bekend worden van de benoeming van kardinaal Willebrands en na de ver ademing waarvan men het eerst blijk gaf. is er een terugslag gekomen in rooms- katholieke kringen. Wat al een namen zijn genoemd en hoeveel speculaties zijn er niet gemaakt die over het algemeen een vrij somber beeld vertoonden, gedurende het voorgaande jaar. Begrijpelijk dat er eerst in rk kringen ontspanning was waar te nemen. Maar nadien is men er over gaan nadenken dat Willebrands niet uit het aartsbisdom Utrecht kwam. maar uit het bisdom Haar lem. Zo iets blijkt tegenwoordig een onge wone zaak te zijn. Men is gaan beseffen dat, evenals dat bij de twee laatste bisschops benoemingen in ons land het geval was, er ook nu weer geen rekening is gehouden met de voordracht van het Utrechtse kapittel. Die voordracht is wel geheim en het is ook nu niet bekend wie door het kapittel aan de paus zijn voorgedragen, maar zoveel is toch wel duidelijk dat het kapittel gezocht heeft naar namen in het aartsbisdom zelf. Dat was ook zijn taak. De nu benoemde aarts bisschop kan niet op de kapittel-voordracht hebben gestaan. Zijn naam is wel eens op gedoken als een mogelijk opvolger van kar dinaal Alfrink, maar echt rekening hield men er toch niet mee, want Willebrands be kleedde een zeer hoge kerkelijke positie in Rome. waarvoor men zo maar geen opvol ger zou hebben. Dit laatste lijkt ook wel zo te zijn, want behalve dat hij zijn aartsbis dom zal moeten besturen en tegelijk ook nog zijn ogen moet laten gaan over alles wat er zoal in de Nederlandse kerkprovincie gebeurt, omdat hij voorzitter zal zijn van de bisschoppenconferentie in ons land, blijft hij ook nog de zorg behouden voor de Vati caanse functie voor de eenheid der chris tenheid. Het is een vraag hoelang zulk een dubbele functie vol te houden is. Er mag dan nu een strijd gestreden zijn om de Utrechtse benoeming (en die is gestre den) dit is nog niets bij de strijd die er in de Middeleeuwen rond deze zetel plaats vond wanneer ze vacant werd. Dan ontbrandde er een strijd die vooral een politiek karakter had, want de bisschop van Utrecht was niet alleen een kerkvorst, maar ook een wereld lijk heerser. Prof R. R. Post heeft een zeer interessant en lezenswaardig boek geschre ven over die bisschopsbenoemingen te Utrecht. Hoe wereldlijk het in de kerk van de Middeleeuwen soms kon toegaan, kun nen we hier lezen. In verband met de benoeming van kardi naal Willebrands hebben we kunnen lezen dat hij de 'zetel van St. Willibrord' zal gaan bezetten. Te Utrecht herinnert een stand beeld bij de Janskerk, dat er gekomen is door de zorg van een interkerkelijke com missie, aan de Angelsaksische missionaris die voor onze landen van grote betekenis is geweest. In 690 kwam hij in onze landen en in 695 werd hij in Rome tot bisschop gewijd. Utrecht werd geen aartsbisdom, maar een gewoon bisdom, onder het aartsbisdom Keulen, dat- hier nadien nog heel wat te zeggen had. En die zetel van St. Willibrord; het is de vraag of hij lang in Utrecht gezeten heeft, Die stad lag aan de rand van het Frankische gebied en Willibrord heeft bij zijn missie altijd aangeleund tegen de Frankische macht. Voor zover we dat nu nog kunnen nagaan, heeft hij als een mis siebisschop meer een zwervend bestaan ge leid dan dat hij streng gebonden was aan die zetel te Utrecht. Hij heeft waarschijnlijk nog meer vanuit zijn geliefde klooster Ech- temach in Luxemburg, waar hij in 739 ook gestorven is. zijn bisdom geleid dan vanuit Utrecht, Maar. hoe dit verder ook zij, de Utrechtse bisschop heet nog altijd te zitten op de zetel van St. Willibrord Een aartsbisdom is Utrecht eerst geworden toen onder Philips II in 1559 de nieuwe bis- dommen werden ingevoerd. Utrecht werd toen het aartsbisdom van de noordelijke Nederlanden, met onder zich de bisdommen van Haarlem. Middelburg, Deventer, Gro ningen en Leeuwarden. Na 1572 en vooral na de dood van de Utrechtse aartsbisschop Frederik Schenk van Toutenburg in 1580, loopt het vrij spoedig af met het aartsbis dom Utrecht. De andere bisdommen waren reeds eerder ten onder gegaan. Ons land wordt dan wederom tot missiegebied ver klaard. Dit is zo gebleven tot 1853. Onder de Franse overheersing veerde het rooms- katholicisme in ons land op. Na de bevrij ding waren er boven de Moerdijk 9 aarts priesterschappen, die betrekkelijk niet veel voorstelden. Maar beneden de Moerdijk was er sinds 1810 een bisschop. Door de grond wetsherziening van 1848 kon de RK Kerk in ons land vrij haar gang gaan, zonder in menging van enige regeringsinstantie. De weg was vrij voor een volledig herstel van de bisschoppelijke hiërarchie. Veel haast heeft men toen niet gemaakt. Men was bang voor protestantse reacties. Pas in 1853 valt de beslissing. Utrecht wordt een aartsbis dom. Daaraan was een hele strijd voorafge gaan. In Brabant en Limburg, waar drie miljoen rooms-katholieken toen woonden, wilde men dat Den Bosch de zetel van de aartsbisschop werd. Rome koos echte Utrecht, waarschijnlijk om historische re denen. omdat het de zetel van St. Willibrord was. Doch dit is niet gegaan zonder conces sie aan het zuiden. Mgr. Zwijsen, die bis schop van Den Bosch was, werd tot aarts bisschop van Utrecht benoemd, maar hij zou tevens bisschop van Den Bosch blijven. Een soortgelijk compromis lijkt nu te zijn overeengekomen. De aartsbisschop van Utrecht blijft tevens zijn Romeinse functie behouden. Mgr. Willebrands heeft de naam dat hij verzoenend kan werken. Laten we hopen voor de RK Nederlandse kerkprovin cie dat deze kwaliteiten van de benoemde tot ontplooiing mogen komen. We hopen dat meteen voor de andere kerken In ons land. Er is geen kerk meer die los van de andere haar weg kan gaan en doen alsof nj er alleen is. Hoezeer de kerken elkaar nodig hebben is de laatste twintig jaar telkens weer gebleken. Wanneer men andere kerken alleen maar weet te verketteren, wordt daardoor eigen geloofwaardigheid niet gro ter. Hoezeer de tijden veranderd zijn leert ons1 ook die terugblik naar 1853. Toen bekend werd dat de bisschoppelijke hiërarchie in ons land zou worden hersteld, ontstond er de zogenaamde april-beweging. Deze nam zulk een omvang aan, dat de regering Thor- becke genoodzaakt was af te treden. Een zekere angst voor Rome wakkerde het anti-papisme aan. Nederland moest een protestantse natie zijn en blijven. Die april-beweging vond voedsel in de officiële benoemingsbul van de aartsbisschop mgr. Zwijsen. De Oud-bisschoppelijke Clerezij werd een 'monster en pest' genoemd en er werd gesproken over "het zwaard en de woestheid van de calvinistische ketterij' Het zijn woorden in de bekende oude stijl van het Vaticaan, welke sinds het tweede Vaticaans concilie niet goed meer denkbaar zijn. Een herderlijk schrijven van de Alge mene Synodale Commissie van de N,R Kerk heeft getracht in die felle beroering olie op de golven te gieten door het goed recht van de rooms-katholieken te beplei ten. Het baatte niet veeL Mgr. Willebrands komt in ons land op de ze tel van St. Willibrord onder heel wat rusti ger omstandigheden dan zijn voorganger in 1853. Er is sindsdien heel wat veranderd in ons land. Het rooms-katholicisme is niet meer hetzelfde als in die tijd en de hooghar tige toon tegenover andere kerken zal niet meer zo worden gebruikt ais dat vroeger het geval was. En ook het protestantisme is veranderd. De felheid waarmee protes tantse kerken tegenover elkaar en tegen over Rome konden staan, is nagenoeg ver dwenen. De vraag of Nederland een protes tantse natie is, kan moeilijk meer worden gesteld. Daarvoor in de plaats is gekomen de vraag of ons volk nog wel een christelijke natie te noemen is. Voor dit bredere vlak zal mgr. Willebrands stellig open ogen hebben. Al is het dat zijn benoeming allereerst geldt zijn eigen kerk, toch liggen de zaken zo, dat ook andere kerken daarmee te maken heb ben. Wij lezen Joh. 2 13-22. In heel wat gemeenten vindt men het prachtig als er ge- bouwen zijn die veel toeris- ten trekken. Er worden kos- ten noch moeiten gespaard voor nieuwe, grootse ge- bouwen of voor monumen- ten van het verleden. Nu kunnen deze bouwwerken heel mooi zijn, maar wat doen wij mensen ermee Wij lopen er vaak gewoon aan voorbij, wij weten niet meer met welk doel ze ge- bouwd zijn. Dan heb je een goede gids nodig, die je rond kan leiden. Dan gaat zo'n gebouw weer leven. De tempel in Jerusalem was ook zo'n geweldig mooi bouwwerk. Vele mensen kwamen daar naar toe om. tot God te bidden en Hem offers te brengen. En waar veel mensen komen daar komen ook de kooplui met hun handel. Met schijnbare vroomheid kun je goed winst maken. Totdat Jezus komt en de hele zaak op z'n kop zet. Maakt het huis mijns Vaders niet tot een verkoophuis. Daarvoor is dit huis niet bedoeld. God kijkt niet naar de mooie bui tenkant, maar Hij vraagt of wij van harte in Hem gelo ven. Bidden wij wel oprecht, brengen wij wel echt offers Of is ons hart voor Hem on bewoonbaar verklaard, een pand bestemd tot afbraak, één grote puinhoop Zou Jezus Christus mis schien ons hier tot gids kunnen zijn of een leidsman ten leven? Hij zegt dat Hij de afgebroken tempel in drie dagen zal doen herrij zen. Hij heeft het offer ge bracht voor de zonden van de mensen en is weer opge wekt uit de doden. Zo bouwt Hij aan het Koninkrijk van God. Nu gaat het niet om het mooie bouwwerk, maar om de mensen die leven, omdat zij geloven dat God ook in hun hart wil wonen. Heeft u met deze uitbrei dingsplannen van God al eens rekening gehouden Er is nog heel wat werk aan de winkel. W. J. Rutgers, Serooskerke (W)

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 1976 | | pagina 20