STORMVLOED WAARSCHUWINGSDIENST IN DEN HAAG WAARSCHUWT VOOR HOGE WATERSTANDEN Kansen op stormvloed OVERSCHRIJDING BIJ VLISSINGEN KOMT TWEEËNHALF MAAL PER EEUW VOOR Op 3 januari jl. ZATERDAG 24 JANUARI 1976 PROVINCIALE ZEEUWSE COURANT Ir. J. van Malde, hoofd van de hoofdafdeling waterhuishouding van rijkswaterstaat loont in de berichtenkamer van Stormvloedwaarschuwingsdienst in Den Haag de lijn, die het hoog water dinsdagmiddag in Vlissingen heeft gevolgd. Hel water bereikte toen een peil van 340 cm plus NAP. Precies drie weken geleden geselde een storm van ongekende kracht de Zeeuwse kust. Onder het geweld van het hoog opgezweepte water kregen duinen, dijken en glooiingen het zwaar te verduren. Het hoge water bereikte een stand, die slechts zelden voorkomt; op vele plaatsen werden - met uitzondering van de februariramp van 1953 - records gebroken. Achteraf kon worden vastgesteld, dat de schade beperkt was gebleven. In het Zeeuwse hadden zich geen. calamiteiten voorgedaan, al constateerde de Schouwse dijkgraaf A. M. Geluk dat het weer eens 'kantjeboord' was geweest. Zes tot acht uur vóór hoogwater van zaterdagmiddag 3 januari - om 09.00 uur die zaterdagmorgen - had de Stormvloedwaarschuwingsdienst in Den Haag een telegram met het advies 'uitgebreide bewaking' verzonden. Voor de waterschappen het signaal om honderd procent paraat te zijn en alle noodzakelijke preventievemaatregelen te nemen. An een ruimte nauwelijks groter dan een flinke huiskamer zetelt de Stormvloed waarschuwingsdienst (SVSD), één van de vier berichten diensten van de operationele afde ling der directie 'waterhuishouding en waterbeweging' van rijkswater staat 'Waterhuishouding en water beweging' zijn ondergebracht in een voormalig weeshuis aan de Hoofts- kade en Den Kaag, een 19e eeuwse bakstenen burcht in een stukje oud-Den Haag. 'BericHtenkamer' luidt het opschrift op de deur, die toegang geeft tot wat men zou kunnen noemen 'het elek tronisch hart' van de SVSD, Hier komen de gegevens samen over de waterhoogten langs de Nederlandse kust en op verschillende plaatsen landinwaarts langs de grote rivieren. Er staan telexen om berichten uit te geven en te ontvangen. Voor een leek ingewikkelde THW- registrarieapparatuur-venreschrijvers genoemd - is verbonden aan automa tische peilschrijvers in - om bij het zuid-westen te blijven - Hoek van Holland, Vlissingen. Zierikzee. Dord recht en Rak Zuid (de zuidzijde van de Volkeraksluizen). Iedere beweging van het water daar wordt in de Haagse berichtenkamer geregi streerd. Een kleine staf van SVSD- medewerkers, zonodig aangevuld met personeel van andere afdelingen - on der leiding van ir. J. van Malde, hoofd van de operationele afdeling, in dejaren 1966 tot 1973 hoofd van de studiedienst van rijkswaterstaat te Vlissingen - kan zeer nauwkeurig het verloop van eb en vloed volgen. Kaarten en grafieken lig gen binnen handbereik. Het kost slechts enkele secondenomvastte stel- lenhoehet getij van b.v. Vlissingen zich ontwikkelt ten opzichte van de astro nomische kromme, de lijn, die het op komende water theoretisch zou moeten volgen. Seindienst Wat is nu eigenlijk die SVSD? In een gesprek met ir. Van Malde en een aantal van zijn naaste medewer kers wordt een stukje SVSD- gesChiedenis verteld. Aan de wieg /an de SVSD heeft - wellicht onbe wust - de Werkendamse houthande- aar Van den Heuvel gestaan. Nadat iet hoge water zijn bedrijf weer eens ■rider water had gezet, schreef hij en pittige brief aan de toenmalige 'iimster van nijverheid en handel om ■ens na te gaan of een waarschu wingssysteem voor hoogwater zou unnen worden bedacht. Dat was in 911. De minister oordeelde dat de uggestie zeer waardevol was. In 1913 af hij opdracht aan de toenmalige lofden van rijkswaterstaat en het :NMI na te gaan of er een waarschu wingssysteem zou kunnen worden op- ezet. Acht jaar later - in 1921 - werd esloten een proef te nemen met het ien functioneren van een Storm- loedseindienst (SVSD). De dienst erd opgezet voor dat deel van 't land dl aan en ten zuiden van de grote ■medenrivieren ligt. r kwamen vijf 'stations', name- jk in Rotterdam, Gorkum, Vianen,. Villemstad en Bergen op Zoom. Wa- erwaarnemers (van waterstaat) werd opdracht gegeven bij storm en de 2e. 3e en 4e dag na volle en nieuwe maan de waterstanden (schriftelijk) door te geven. Het KNMI liet voorts waarschuwings telegrammen aan belanghebbende '■"nsten en autoriteiten uitgaan voor achtereen volgens 'fiink hoogwater' en 'gevaarlijk hoogwater'. In 1932 kreeg de SVSD zijn definitieve status. Ondanks de langzaam voort schrijdende techniek kon nauwelijks worden gesproken van een feilloos functionerend systeem. Dat bleek in die fatale nacht van 31 januari op 1 februari 1953, toen een hoge stormvloed van ontzagwek kende omvang een spoor van dood en vernieling trok door de lage lan den van het zuid-westen. De ramp van 1953 schudde iedereen wakker, die op energerlei met het dijk- behéer te maken had. De SVSD werd georganiseerd. Het land werd ingedeeld in vier dis tricten, o.m. het district Zuid, lopend van Cadzand tot Callandsoog, met de twee kemstaiions Hoek van Holland en Vlissingen. Mede naar aanleiding van de hoge waterstanden in het zuidwesten in 1973 en 1974 besloot minister V/esterterp van verkeer en waterstaat tot een sphtsing van het waarschuwingsdistrict zuid. Het dis trict Schelde, waartoe Zeeland be hoort, wordt nu begrensd door de Vokerakdam en het noorden van de Brouwersdam. Het doel van de SVSD (de oude naam van de Seindienst leeft voort in de afkorting) is. zo blijkt uit een uitgave uit 1971 van de Stormvloedwaar schuwingsdienst. „bij gevaar voor stormvloed waar- schuivingen en inlichtingen te geven omtrent te verwachten hoge water standen ten dienste van de instanties, die met de handhaving van de veilig heid tegen hoge waterstanden in het Nederlandse getijgebied zijn belast of. in geval van een gevaarlijke ontwikkeling, opgeroepen kunnen worden tot hulpverlening." Als richtlijn hanteert de SVSD zg. bewakingspeilen van de basisstatio Er blijken in den lande nogal eens wat misverstanden te rijzen over de vraag hoe groot de kans is, dat een bepaald hoogwaterpeil wordt bereikt. Er wordt nogal eens gezegd en geschreven, dit of dat peil komt eenmaal ln de Uen. twintig. vijftig, honderd enz. jaar voor. Voorbeeld na de stormvloed van 3 januari JJ. meldde de PZC, dat een dergelijke vloed eenmaal in de vijftig jaar voorkomt, althans gerekend naar het hoogwater in Vlissingen- Waterstaatsmensen zijn niet zo gelukkig met zo'n vergelijking. Het suggereert volgens hen teveel, dat het 'normaal geproken' weer vijftig jaar "duurt voor een dergelijk hoog waterpeil wordt bereikt. Ander voorbeeld; de kans op een stormvloed als tijdens de ramp van 1953 (peilsta- tion Vlissingen 455 plus NAP) is globaal genomen 1 op de 300 Jaar. Doorredene rend zou je kunnen zeggen: normaal gesproken doet zo'n stormvloed zich weer voor omstreeks het jaar 2250. Foute benadering!, zeggen de waterstaatsmensen. Je moet dat heel anders zien: de overschrijdingskans voor een peil van 455 cm (bij Vlissingen) is 10% per 30 Jaar of 1% per 3 jaar. Zo'n benadering geeft volgens de waterstaatsmensen een geheel andere dimensie aan de overschrijdingskans. Iedere 30 Jaar heb Je tien procent kans op een dergelijke hoge waterstand als tijdens de februariramp van 1953. De zelfde kans die een koper van een lot uit de Staatsloterij woensdagavond had op de kleinste prijs 25,-)... ns. Als bij het basisstation Vlissingen een waterstand wordt verwacht van 3-10 meter plus NAP gaat het con signe 'beperkte bewaking' uit. Men spreekt dan van 'het b-peil is bereikt'. Een waarschuwingstelegram voor 'uitgebreide dijkbewaking' gaat uit - in de praktijk zijn het telefonische mededelingen, die achteraf door een Tekst: M. P. Dieleman Foto's: Wim Riemens en Roland de Bruin telegram worden bevestigd - a'ls een waterhoogte van 3,50 meter plus NAP in Vlissingen wordt verwacht. Nog deze week, toen de verwachting voor het water van dinsdag 20 januari om 16.17 uur in Vlissingen 3.10 meter luidde, ging al in de ochtenduren de b-waarschuwing uit. Met KNMI Dat is één zij het zeer belangrijk, as pect van het werk van de SVSD. Je zou het een preventieve taak kunnen noemen, al zal het duidelijk zijn, dat zelfs de beste waarschuwingsdienst geen stormen of dijkdoorbraken kan voorkomen. Wél er voor waarschu wen. De SVSD kwalificieerb zich al voor zijn taak als tijdig kan worden ge waarschuwd en de voorspellingen met de werkelijkheid vrijwel blijken overeen te stemmen. Teneinde de juiste informatie te kunnen geven wil de SVSD niets aan het toeval overla ten. De samenwerking met het KNMI is op momenten, dat het gaat spoken voor de Nederlandse kust, zeer inten sief. Van die kant komen allerlei ge gevens binnen, terwijl in de berich tenkamer zelf het verloop van de 'Dijkherstel' in Vlissingen na de stormvloed van 3 januari j.l. storm en de waterstanden van mi nuut tot minuut worden gevolgd. In deze altijd weer spannende perio den is er een permanente bezetting. Vele uren overwerk, vaak tot diep m de nacht, worden niet geschuwd. De SVSD leunt zwaar aan tegen het KNMI in De Bilt, dat de weersvoor spellingen opstelt en de te verwach ten waterstanden opmaakt. Tussen de berichtenkamer van de SVSD en het KNMI wordt de communicatie onderhouden via een 'hot line", een telefoonlijn, die altijd open wordt gehouden. Eén slag aan de zwengel van het bewuste telefoontoestel en de verbinding is tot stand gebracht. Over de inbreng van het KNMI zegt de heer Van Malde: „Wij zijn voor een groot deel afhankelijk van wat wij van De Bilt te horen krijgen. Het KNMI waarschuwt ons als de weer sontwikkeling zodanig is, dat een wa terverhoging optreedt die een grote waakzaamheid vereist. We sturen na samenspraak met het KNMI, zonodig een waarschuwingstelegram uit voor beperkte of uitgebreide dijkbewa king. In werkelijkheid gaat er een telefoontje uit naar die diensten en personen, die op onze lijst staan om te worden gewaarschuwd." In Zee land zijn dat: de chef-kabinet van de commissaris der koningin, provin ciale waterstaat, de waterschappen en de alarmcentrales Noord- en Midden-Zeeland en Zeeuwsch- Vlaanderen. Een batterij telefoons op een lange tafel langs een van de wan den in de berichtenkamer onder streept de belangrijkheid van een snelle waarschuwing. Met nadruk wijst de heer Van Malde erop. dat de SVSD geen enkele be voegdheid heeft om de beheerders van de dijken iets voor te schrijven. „Wij geven een advies. Zó moetje het zien.' Er zijn volgens hem bij storm vloeden ook altijd wel lokale effec ten, die men in Den Haag moeilijk kan voorspellen. Het nemen van maatregelen moet daarom aan de mensen ter plaatse worden overgela ten. Zowel bij de SVSD als bij het KNMI staat voorop de voorspellings technieken te verbeteren. Er zijn frappante voorbeelden te vinden, waarom die voorspellingstechniek en het verbeteren daarvan zo uitermate belangrijk is. Door de mazen Ruim twee jaar geleden bestond nog al wat irritatie bij waterschapsmen- seh - er volgden later zelfs vragen in de tweede kamer - over de wijze waarop de SVSD had gewaarschuwd voor de storm van 14 december 1973. In het verslag van de hoofdafdeling waterhuishouding, dat 22 april 1974 aan de 'vaste ontvangers van de stormvloedrapporten' werd verzon den. wordt daarover opgemerkt: „Op 14 december te 01.00 uur kwam ten noorden van Schotland een sto ring tot ontwikkeling die in de loop van de dag langs de oostkust van Schotland en Engeland zuidwaarts koerste. Het liet zich aanzien, dat deze storing over Dover zou trekken, •waarbij dc storm aan de westkant ervan zich zou richten op de Belgi sche kust. De storing koerste evenwel iets meer oostelijk over zuid-west- Nederland. zodat het stormveld in de middag van 14 december juist over Zeeland trok." Eén van de medewerkers van ir. Van Malde vult als we later in de berich tenkamer de bewuste storm nog eens nagaan op kaarten en grafieken aan: „Het KNMI verwachtte, dat de storm over België zou wegtrekken. In wer kelijkheid onttrok de trogstoring zich aan de waarnemingsapparatuur van het KNMI. Hij glipte bij wijze van spreken door de mazen van het net. In plaats van over België kwam het stormveld in volle hevigheid over Zeeland. Aanvankelijk hadden wij er dan ook geen enkel idee van. dat het b- of u-peil zou worden bereikt. Pas op het allerlaatste moment hebben we een waarschuwing laten uilgaan. Het was toen springtij en er was nogal wat water van de ochtend blij ven hangen. Het maximale stormef- fect werd in Vlissingen overigens na hoogwater bereikt, zodat hier een ver dere verhoging, die wel een halve meter had kunnen zijn, op de toch al hoge waterstand uitbleef." Er is volgens de heer Van Malde al tijd een kleine kans. dat een kleine trogstoring - zoals die van 14 decem ber - langs alle waarnemingsstations van het KNMI glipt. Het zijn juist de ze kleine, plaatselijke storingen, met veel lokale effecten, die moeilijk te voorspellen zijn. In dit geval evenwel is men tot de overtuiging gekomen, dat het waarnemingsnet van het KNMI op de Noordzee moest worden verdicht Over enkele maanden wordt midden op de Noordzee een waarnemingspost gestationeerd; uit eindelijk komen er twee voor de ge hele Noordzee. De opsporingskans van kleine storingen wordt daarmee weer beduidend vergroot. Analyse Het analyseren van de eenmaal ver kregen informatie vormt naast het waarschuwen en inlichten een be langrijk deel van het werk van de SVSD. Immers, eenmaal in grafieken verwerkt kunnen de verschillende, los van elkaar staande gegevens, een bepaald patroon vormen, waar uit conclusies getrokken kunnen worden. Conclusies, die weer een toets steen kunnen zijn bij een volgende storm. Weliswaar is geen enkele storm dezelfde - al zijn er natuurlijk wel vergelijkhare kenmerken - maar de in de grafieken verwerkte gege vens over waterhoogte, stormeffect, windrichting, opwaaiing enz. leveren heel wat bruikbaar materiaal op. Op het moment, dat de storm van 3 januari j.l. in volle hevigheid losbrak en het zeewater tot grote hoogte rees langs de kust en in de Oostersehelde en de Westerschelde. lagen de 'blauwdrukken' van vorige grote stormen, o.m. van de storm van 14 december 1973, voor het grijpen in de berichtenkamer van SVSD. Hoewel het water zaterdagmiddag 3 januari hoger kwam dan 14 december 1973 - althans in het zuidwesten - was het voor de medewerkers van de SVSD al gauw duidelijk: op grond van alle binnenkomende en razendsnel ver werkte gegevens werd geconcludeerd, dat het hoogst onwaarschijnlijk was, dat zich calamiteiten zouden voor doen in het zuid-westen. Gevraagd of de SVSD-mcdcwerkers op een be paald moment soms het gevoel heb ben gehad, dat het mogelijk wel een fout zou kunnen gaan, luidt het welo verwogen antwoord: „Neen, dat ge voel was er niet. Je weet het natuur lijk nooit zeker en achteraf is het makkelijk praten, maar wij hier in de berichtenkamer waren er toch vrij gerust op." De uitspraak, djrect na de storm, „Zeeland is aan een tweede ramp (van 1953) ontsnapt", wordt dan ook overdreven en op grond van de feiten 'tendentieus' genoemd. V olgens de directie waterhuishouding en waterbeweging van rijkswa terstaat komt de overschrijding van het hoogwater in Vlissingen op 3 januari j.l. 2,5 maal in een eeuw voor. De stand was 398 cm plus NAP, zo blijkt uit het stormvloedrapporl van de waterstaatsafdeling. Dat provinciale waterstaat met zijn 'veiTeschrijver' In het kantoor te Mid delburg tot een hogere stand van het water ln Vlissingen kwam '406 cm plus NAP) kan een gevolg zijn van een leis andere opstelling of instelling van de peilapparatuur. Zowel de automatische peilspreker van rijkswater- slaat. te Vlissingen als de 'verreschrijver' in de berichtenkamer van de SVSD te Den Haag. beide aangesloten op de automatisch registrerende apparatuur te Vlissingen, kwamen niet hoger dan een stand van 398 cm. Blijkens het rapport spande Vlissingen de kroon met een overschrijdings frequentie van 2.5 maal in honderd jaar Hoek van Holland kwam tot ze ven maal in honderd jaar. Dordrecht vijfmaal. Den Helder vijfmaal. Harlm- gen zesmaal en Delfzijl (4 januarii viJfrnaaL Het stormvloedrapport geeft een overzicht van de weeresltuatle van 31 de cember tot 4 januari, waarna uitvoerig wordt stilgestaan bij de waterstan den Voor de sector Schelde (geheel Zeeland omvattend" werd het advies 'uitgebreide dijkbewaking' 's morgens om 09.00 uur verzonden, ruim zes uur voor het hoog water in Vlissingen. Een staaltje met vergelijkende waterstanden van enkele voorgaande stormvloeden geeft dit beeld: Vlissingen Den Helder Harllngen Delfzijl 23-12-1954 356 289 V 369 14-12-1973 355 232 330 397 3-1-1976 - 398 297 370 440 wordt gekwalificeerd als 'normale storm- U,. J ilvoerige bijlagen zijn voorts bij het rapport gevoegd over de duinafslag en de schade aan dijken en glooiingen langs de gehele Nederlandse kust. Van twee uur zaterdagmorgen tot ongeveer tien uur zaterdagavond - een periode dus van om en nabij de twintig uur - registreerde het lichtschip Texel zeer zware storm, windkracht il (Beaufort). Het lichtschip Noord Hinder noteerde, dat de aanvankelijk in de vroege ochtend zeer zware storm met windkracht 11, na negen uur "s ochtends geleidelijk afnam tot 8 Beaufort 's avonds om acht uur. Weer een andere bijlage toont de depres- slebanen. waarvan het centrum met een luchtdruk van 965 millibar lag bo ven het noordelijk deel van de Noordzee, van Schotland naar Denemarken. Tenslotte wordt in kleur de overschrijding van het grenspell gedurende de hoogwaters van 3 januari en het eerste hoogwater van 4 januari weerge geven. Onder grenspeil wordt verstaan een hoog waterpeil, dat gemiddeld door vijf hoogwateren per tien jaar wordt bereikt of overschreden. Voor Vlissingen is dat 327 cm plus NAP. voor Bath 405 cm plus NAP. Als het grenspeil wordt bereikt, wordt gesproken van een 'lage stormvloed'. Op /pvallend is, dat tijdens het eerste hoogwater van 3 januari (in de vroege ochtend voor Zeeland: tussen 09.00 en 13.00 uur langs de gehele Wadden- kust) bij Den Helder het grenspeil al wordt bereikt met een overschriidlng tot 77 cm bij Delfzijl. Ten zuiden van Den Helder is dan nog geen sprake van het bereiken van het grenspeil. Bij het tweede hoogwater van 3 januari wordt het grenspeil langs de gehele kust overschreden (70 cm bij Vlissingen. 85 cm bij Waarde. 65~cm bij Sta- venisse, 71 cm bij Burghsluisi. met uitschieters voor het noorden: 107 cm bij Komwerderzand. 1 meter bij Harlingen, bijna 110 cm bij Delfzijl). Bij het eerste hoogwater van 4 januari blijft het water overal langs de Ne derlandse kust weer onder het grenspeil. Met het verzenden van het stormvloedrapport - deze keer nauwelijks en kele dagen na de storm - voldoet de SVSD aan een van de aan haar opge dragen taken: het geven van informatie. Als het stormt langs de Zeeuwse kust worden de golven gevaarlijk hoog opgestuwd.

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 1976 | | pagina 21