Guyana: Frankrijk in de tropen MOGELIJK TERUGKEER SPAANSE BALLINGEN Vlinders voor Papillon-toeristen Het Verleden WOENSDAG 21 JANUARI 1976 'Nationaal' monument tussen dc koningspalmen van Cayenne De voormalige gevangenis in Saint Laurent CAYENNE - Tachtigduizend vierkante kilometer tropische bossen, een 200 kilometer lange asfaltweg langs de modderige kust. een indrukwekkende maar stilgelegde raketbasis en een hoofdstad van het formaat van een uit de kluiten gewassen Nederlands dorp - dat is Frans Guyana. Het grootste van de overzeese gebieden waarover Frankrijk zich nog meester mag noemen, is op nog indrukwekkender manier dan Suriname leeg, eindeloos leeg: hier wonen maar 52.000 mensen en daarvan ruim de helft (30.000) in de hoofdstad Cayenne. Dat gaat veranderen als de regering in Parijs haar zin krijgt: het vorig jaar met veel ophef gelanceerde ontwikke lingsplan voor Frans Guyana voor ziet in de komst van 30.000 emigran ten in de eerstkomende tien jaar. Snelle bevolkingsgroei door „rekolonisatie", een waarlijk uniek voornemen in de recente geschie denis, niet alleen van Zuid-Ame- rika, maar ook in wat nog rest van het Franse wereldrijk. Leiders van elf Caribische landen veroordeelden de Franse plannen jongstleden december als een „be dreiging voor de vrede en de veilig heid" in dit deel van de wereld. De verveloze muren van Cayenne vertol ken middels talloze leuzen de onrust, angst en het machteloze protest die dit „grandioze schema" (aldus een gaullistisch parlementslid) bij de lo kale bevolking heeft veroorzaakt. De woorden „revolutie" en „genocide" komen het meest voor. Het grootste deel van de noordkust, van Zuid-Amerika behoort tot Guyana - het „land der wateren" in de Indiaanse taal die hier wijd ver breid was toen de veroveraars uit Eu ropa hier drie eeuwen geleden aan kwamen. Guyana is nu verdeeld over Venezuela. Guyana (de voormalige Britse kolonie). Suriname en Frans Guyana, sinds de onafhankelijkheid van de Hollandse volksplanting het enig overgebleven „rijksdeel" van een Europees land in Zuid-Amerika. Ondanks de strijdvaardige leuzen in de minuscule en armoedige hoofd stad is hier geen sprake van onaf hankelijkheid of zelfs van autonomie binnen een groter (Frans) geheel Frans Guyana is sinds 1948 een deel van Frankrijk zelf: het is een depar tement, zoals bijvoorbeeld ook de landstreek rond de havenstad Bor deaux een departement is. Het „ver schil" wordt gevormd door de Atlan tische Oceaan, circa 8000 kilometer breed. Om dit stukje Frankrijk in de tropen te ontwikkelen zijn meer mensen no dig dan er nu wonen, is het niet onlo gische uitgangspunt van de Parijse plannenmakers. De reactie daarop in Cayenne was er een van ongeloof en sarcasme. Zelfs een voorlichtings ambtenaar van de hier oppermach tige prefecture is ermee behept: „Als men daarmee wil zeggen dat alle vroegere grootse plannen in Frans Guyana mislukt zijn, dan is dat waar. Maar om onze problemen op te lossen zijn geen 30.000 emigranten nodig". Maar de betekenis van Frans Guyana wordt in Parijs niet besproken in termen van de grote plaatselijke werkloosheid (officieel 15 procent), de volkomen kunstmatige economie die door het moederland in stand wordt gehouden of de noodzaak toekomst- perspectief te scheppen voor de be volking die jonger is dan 21 jaar (bijna 40 procent). In de Parijse bure len is Frans Guyana een niet onbe langrijke plek op de kaart van het XTLCAROUANY - „PapiUon. ja, die heb ik gekend". Jean Llobère, 76 jaar oud, kwam in 1931 in de beruchte strafge vangenis in Saint Laurent, het slaperige dorp aan de rivier de Marowijne, die Suriname van Frans Guyana scheidt. Llobè re: „Papillon kwam twee jaar later. Hij is beroemd geworden, hè. Met zijn boek". Llobère is een van de weinige mensen in het huidige Frans Guyana die uit eigen ervaring weet wat het betekende om als gevangene verbannen te wor den naar dit deel van het Franse rijk, dat van 1852 tot 1946 officieel als strafkolonie in gebruik was. Tekenend is zijn reactie op vragen over dit ver leden: „Daar praat ik niet meer over. Voor geen geld. Ik heb te veel ellende meegemaakt" Evenals Henri Charrière - zo heette de schrijver van de best seller Papillon (vlinder) - overleefde Llobère waar hon derden. duizenden gevangenen een gruwelijke dood stierven. Tropische ziekten als gele koorts en malaria en de veelal beestachtige behandeling maakten dat maar weinigen hun straf overleefden. Sinds 1946 woont Llobère in een klein huisje in de voorma lige thans vrijwel verlaten le prozerie Acarouany. op enkele tientallen kilometers van Saint Laurent. Hij profiteert van de sociale voorzieningen die in dit overzeese departement van Frankrijk gelijk zijn aan die in het moederland. Hy verdient een aardig centje bij met het vangen van de grote vlinders met hun fantastische kleuren in dit vrijwel ongerepte deel van tropisch Zuid-Amerika. De vleugels van de vlinders zijn de grondstof voor kitsch- schilderijtjes („Maria met kind") die winkels en hotels in hoofdstad Cayenne aan de Papillon-toeristen als souvenir te koop aanbieden Met een bootje kun je ook een bezoek brengen aan Duivelseiland en de twee andere eilanden voor de kust nabij de raketbasis Kourou, waar de gevaarlijkste en prominentste (Dreyfus) ge vangenen him levensdagen sle ten. Op het grootste is zelfs een herberg, waar je kunt over nachten. Maar de gevangenis sen zijn hier al lang geleden af gebroken De treurigste herinnering aan Frans Guyana's onzalige ver leden is de strafgevangenis in Saint Laurent: half overwoe kerd door tropische planten groei en half vergaan biedt het „camp de transportation" thans onderdak aan een der tigtal arme Creoolse gezinnen. Hier zijn zelfs geen kitsch- souvenirs te koop Als om nog iets van piëteit te demonstre ren is een vertrek in het grote kamp afgesloten: daar werden de ter dood veroordeelden ge guillotineerd strategospel voor grote en minder grote mogendheden Een uitspraak van president Giscard d'Estaing is onthullend genoeg „De aanwezigheid van Frankrijk in Ame rika is een belangrijke troef, maar je moet een prijs betalen' om die te kunnen behouden". Daarmee zette hi) staatssecretaris Olivier Stim (overzeese gebiedsdelen) aan het werk om het grote ontwikkelingsplan op te zetten. Deze kweet zich naar behoren van deze historische taak: ruim tien miljard gulden in tien jaar is aan investeringen voorzien Vergelijk dat eens met Suriname, dat bij het afscheid van Nederland een veel geprezen gouden handdruk kreeg in de vorm van drie miljard gulden ontwikkelingshulp in dezelfde periode. Suriname met zijn zeker achtmaal zo grote bevolking. „Mis schien dat in Frans Guyana daarom voortdurend is gewezen op de span ningen tussen Hindoestanen en Creo len in Suriname in de maanden die aan de onafhankelijkheid vooraf ging", zegt dezelfde voorlichtings ambtenaar. Alweer dat scepticisme. Deze houding laat zich begrijpen in een land dat honderden jaren lang nog minder dan een stiefkind was in de uitgebreide familie van Franse ko loniën. Van 1852 tot, 1946 was Frans Guyana officieel strafkolonie, waar Frankrijks criminele en politieke ge vangenen een doorgaans zeer hoge prijs betaalden: talloze tropische ziekten en de beestachtige behande- ling:maakten dat ongekende aantal len menséri vöor het einde van hun straftijd een' feUéndfge dood stierven. Het land van bewaakten en bewakers werd na de tweede wereldoorlog een „departement overzee". De gevange nissen werden op één na allemaal af gebroken en achter bleven een hand jevol Franse bestuursambtenaren, zevenhonderd Indianen in de diepe binnenlanden nabij de Braziliaanse grens, en enkele tienduizenden Creo len. afstammelingen van slaven en bosnegers, van wie er ook nog zeven duizend zijn. Dank zij de status van departement werden hier de Franse sociale voor zieningen ingevoerd, die de ergste armoede deed verdwijnen en boven dien de emigratie van de autochtone bevolking naar het moederland af remde. Pas nadat de Franse koloniën in Noord-Affika zelfstandige staten waren geworden en Algerije na de bloedige onafhankelijkheidsoorlog „verloren was gegaan", kreeg Parijs belangstelling voor het voormalige verbanningsoord. Ook in de zestiger jaren speelden re denen van strategie een doorslagge vende rol: het verlies van Algerije be tekende tevens dat Frankrijk een nieuwe plaats moest vinden voor het lanceren van zijn raketten - tot dan was Colomb Béchar in de Algerijnse Sahara de belangrijkste Franse ra ketbasis geweest Besloten werd in Kourou. enkele tientallen kilometers ten westen van Cayenne, een nieuwe basis te bouwen, waarmee in totaal 500 miljoen dollars waren gemoeid. De constructie van de lanceerinrich- ting en de vele technische voorzie ningen. onderzoekcentra, enz. schiep voor duizenden werkgelegenheid Ook vele honderden bosnegers uit. Suriname verdienden hoge lonen met het bouwrijp maken van het oer woud. Na een aantal lanceringen is de basis echter vorig jaar (tijdelijk) gesloten, in afwachting van de uit voering van een nieuw Europees ruimteprogramma dat in 1977 van start zal gaan Kourou - onderhoudskosten ruim 40 miljoen gulden per jaar - is dan ook. zoals zoveel in Frans Guyana thans grotendeels verlaten. Moderne Qat- gebouwen en fraaie bungalows staan leeg. De plaatselijke horeca is baars ondanks in belangrijke mate afhan kelijk geworden van de soldaten van het Vreemdelingenlegioen (in totaal met 4000 5000 man in Frans Guya na). die dan ook wat vaker mogen passagieren Het omstreden ontwikkelingsplan van staatssecretaris Stim wil - an ders dan met. het project-Kourou het. geval was - een permanent ontwikke lingsproces op gang brengen. Dat moet perspectief scheppen, voor de lokale bevolking zowel als voor de immigranten. Belangrijkste onderde len van het plan zijn: ontwikkeling van de rijstcultuur (5000 arbeids plaatsen). exploitatie van de einde loze bossen en oprichting van een papierpulpfabriek, een investering van ruim één miljard gulden. Allé politieke leiders, niet één uitge- zondèrd, In het overzeese 'departe ment reageerden afwijzend: 3000 im migranten per jaar en natuurlijk me rendeels (blanke) Fransen van wie er nu nauwelijks meer dan 2000 in het hele land zijn - dat zou de kleine ge meenschap nooit kunnen verwerken. Een tiental kleine groepen politieke activisten, opererend onder namen als „bevrijdingsfront" en „onafhanke lijkheidsbeweging" kalkten de muren van Cayenne vol: „Stimisme is gelijk aan zionisme". Dit massale protest heeft niet nagela ten in Parijs indruk te maken. Pre mier Jacques Chirac, toch nimmer voor een kleintje vervaard, zei eind december in Cayenne dat de komst van de immigranten uitsluitend zal plaatsvinden „als functie van de eco nomische ontwikkeling". „De arbeids plaatsen die geschapen zullen wor den, zijn in de eerste plaats voor de Frans-Guyanezen gereserveerd", al dus Chirac. Deze toezeggingen moeten de vrees wegnemen dat Frans Guyana ook een functie krijgt te vervullen als „overloopvat" voor Franse ex- kolonisten, die hun bedrijf in Afrika of Azië moesten opgeven, voor inwo ners van de overbevolkte Franse Antillen-eilanden Guadeloupe en Martinique en van het Indische- Oceaaneiland Runion. en voor Fran sen van overzee, die het avontuur zoeken. In Parijs hebben zich al 30.000 mensen aangemeld om een nieuw bestaan in Guyana te begin nen Dit laatste feit. alsmede het bezoek van Chirac, doen vermoeden dat het de Franse regering - „misschien voor het eerst", aldus het gezaghebbende dagblad „Le Monde" - toch emst is met het plan-Stim Ook al zijn de voorbereidingen in Frans Guyana zelf nog nauwelijks begonnen. Waar de 3000 immigranten, die jaarlijks zouden komen, moeten wonen is een vraag die nog niemand in Cayenne kan beantwoorden Het is een achttiende-eeuws plan. was het scherpe oordeel van de Guyanese minister van buitenlandse zaken. Frederic Wills, op een perscon ferentie in Paramaribo eind novem ber. Wills, die een beleefdheidsbezoek aan de nieuwe staat Suriname bracht, moest echter erkennen dat in Frans Guyana niet van een onafhan kelijkheidsbeweging kan worden ge sproken Er zijn bij ons mensen ge weest, die zeggen dat ze de onafhan kelijkheid nastreven en dat onder zoeken we nu, zei Wills. Want het grootste verschil met de overige delen van Guyana is het Franse „culturele imperialisme" dat een oneindig veel grotere invloed heeft gehad dan de Nederlandse of Britse overheersing in de twee andere Guyana's. In Cayenne en in het kleinste dorp van Frans Guyana is het leven een imitatie van het leven in Frankrijk zelf. Taal, onderwijs, films, alles is Frans. En omdat ook de economie geheel kunstmatig is en drijvepde wordt ge houden door Parijs - voornamelijk in de vorm van salarissen, want, het overgrote deel van de bevolking is in overheidsdienst - is de gedachte aan een onafhankelijke staat hier onwe zenlijker dan ze in Sunname, althans de laatste jaren, ooit is geweest. Raymond Charlotte, een 29-jarige Creool uit Cayenne, is een van de voorvechters van het onafhankelijk- heidsideaal. Toen Suriname onaf hankelijk werd. mocht hij uit de mond van de altijd vriendelijke, kersverse president Ferrier opteke nen: „Ik hoop dat de bevolking van Frans Guyana zijn eigen lot zal kun nen bepalen". Deze uitspraak heeft inmiddels in Cayenne de ronde gedaan, via de stencils die worden verspreid door het front van de bevrijding van Frans Guyana (FNLG). Raymond Charlotte moet evenwel toegeven dat het aan tal actieve leden van het front het ge tal twintig niet overschrijdt De aanwezigheid van Frankrijk in Amerika is wel van democratisch karakter, zegt de voorlichtingsamb-] tenaar van de prefecture met een zuurzoete glimlach. len foto op de voorpagina van The Sunday Times van gisteren. We zien van links naar rechts: een appel (Cox), een sinaasappel (Zuid-Afrlka) en een aardappel (Engelse pieper). De appel kostte 5 pence (27 cent), de sinaasap pel 6 pence (32 cent) en de aardappel 11 pence (59 cent) De aardappel woog een pond, geen malta-aardappeltje dus. maar toch. Ik hoorde dat er giste ren een demonstratie is gehouden voor Buckingham Palace. en dat konin gin Elizabeth verbaasd aan haar opperstalmeester vroeg wat er aan de hand was. „Uw volk heeft honger, majesteit", zei de opperstalmeester. ..het kan de aardappels niet meer betalen". De koningin antwoordde toen ver baasd. „Maar waarom eet het dan geen sinaasappels?" U merkt het wel. een prijsbewust huisvrouwtje de Engelse koningin V orige week lag het trottoir voor de Heineken Brouwerij in Am sterdam vol met primitieve, ken nelijk met de hand bedrukte pa piertjes waarop dit stond: „GE RMANEN. Trap zwarten eruit!". Afzender onbekend, zoals te ver wachten viel (het zal wel een Ge rmaan zijn geweest) Ee, ien merkwaardige ervaring Van mijn eerste tot mijn 13e jaar heb ik in Am sterdam op de Admi raal de Ruyterweg gewoond. Nummer 35. driehoog. Schuin daartegenover heeft Bariy Hulshoff nu zijn café ..Dug Out", waar vroeger drukke rij Senefelder was. Vroeger vond ik dat een heel groot ge bouw. nu maakt het meer de indruk op me van een groot huis. Toen ik 13 was. ver huisden mijn ouders naar de Plantage Middenlaan. Sinds dien ben ik natuurlijk nog dikwijls over de Admiraal de Ruyter weg gereden, maar ik kan me niet herinne ren eerder de fruits zaak van ex-buurman Frommé te zijn bin nengestapt Dat deed ik nu wel, omdat ik iets nodig had en toch in de buurt was. De mevrouw die ach ter de toonbank stond, vroeg toen: „Hebt u niet boven Wardenaar ge woond?". Ik was de naam eerlijk gezegd vergeten, maar toen zij hem noemde, wist ik opeens weer dat dit bijna benedenburen waren. „Balm", de Bordewijk-achtige naam van onze di recte benedenburen op twee-hoog, zal -me mijn hele leven zeker bij blijven „Maar hoe weet u dat?", vroeg ik met stomheid gesla gen. want ik herken mezelf niet eens van jeugdfoto's. laat staan een buurvrouw over een tijdsbestek van 32 jaar heen (ik ben nu 45). „Ik zag het aan uw gezicht", zei ze. Ze bleek in de oorlog ook al bij de From- mé's te hebben ge woond. en nu met de oudste zoon getrouwd te zyn „Hoe gaat het met Jaap?" vroeg ik. want daar speelde ik mee. Als een van ons naar buiten kwam, slaakte hij eerst even de indlanenkreet die onze herkennings tune was: „Angehu- huh!". Een oproepte- ken. „Jaap is dood", zei ze. „Op zijn 45e is hij overleden". Dat moet dan pas geleden zijn gebeurd, zei ik, maar het was toch al drie jaar geleden, ik speelde blijkbaar met oudere jongens. Zo maar opeens overle den. Je hebt het al lemaal niet in de hand. Ik nam weer afscheid en bleef even staan om een fanfarekorps te laten passeren, dat luidruchtig tromme lend en blazend voor bijkwam. Iets van de buurtvereniging blijkbaar, heel kleine -spichtige, meisjes in rood witte pakjes met blauwe benen van de kou. en twee onrustig meelopende leiders die het verkeer moes ten afduwen. De gla mour straalde be paald niet van hun arbeiderskleding af, wel het liefdewerk oud-papier dat de glorie van het buurt- verenigingswerk uit maakt. Te midden van de 10 tot 12-jarige meisjes liep een dikke veertiger, die de grote trom bespeelde, en voorop, als een keur vorst aan het hoofd van zijn troepen, schreed de tamboer-majoor, een gebrilde jongeman van een jaar of twin tig die door een iets te kort been deerlijk hinkte. Ik stapte het trottoir af om achter de op tocht om te kunnen oversteken, maar ik moest nog even wachten op een fiet sende oudere dame die opeens keihard begon te keffen. Maar nog voordat mijn verbazing vaste vorm had gekregen, zag ik al dat zij achter haar rug in een mandje op de bagagedrager een hondje verberg dat zo te keer ging. Dit alles binnen drie minuten. Het maakte mij er niet vrolijker op (Fel- lini zou er een film van hebben ge maakt). NICO SCHEEPMAKER, Frans Guyana: 80.000 vierkante kilo meter bos. VOORZlTTtft ou L JK VOÖRZITTE.R VflN DE. ONDERNE- MIN65RBB0 WRNT PIET 15ZIEK, KUIRS MEED" VR9,JBN, BE.PJHnH5ENOlRK ZyN HET VRKBHTlEJBERT •5NiPP£ffT DRRNHEUKv^ROBEN 30HRN 29M0P Jean Llobère: te veel ellende mee gemaakt Montevideo - De stroom vluchtelingen die Franco's zege in de Spaanse burgeroorlog teweeg bracht, onderscheidde zich wezen lijk van de vluchtelingen uit het Derde Rijk die bijna gelijktijdig door Hitier verjaagd werden. Wa ren de vluchtende Duitsers voor het grootste deel slachtoffers van de rassenvervolging, de Spaanse Republikeinen vormden een ac tieve groep. Van de Duitsers ging de elite naar Engeland en de Verenigde Staten, maar de midden stand. die zijn heil in Latiins-Anjerika zocht, was ook van een behoorlijk cultureel niveau. De Spanjaarden gingen voorname lijk naar Spaans-sprekende landen in bal lingschap. Bovendien werden zij in Mexico, Argentinië en Uruguay met open armen ontvangen. De samenstelling van deze groep ballingen was erg verschillend. Aan de ene kant was er een kleine bovenlaag met een goed ont wikkelingsniveau. die de Latijns- Amerikaanse universiteiten, ziekenhuizen en redacties verrijkte, aan de andere kant ontbrak het niet aan analfabeten, die men bijvoorbeeld in Uruguay „Gallegos brutos" noemt Zij begonnen ijverig cafe's levensmiddelen- of groentenzaakjes. Tot op heden zijn de betrouwbaarste portiers in dc torenflats van Montevideo Spanjaarden die vaak lezen noch schrijven kunnen. Ze zijn buitengewoon vlijtig en hebben voor het merendeel kleine vermogens bijeengegaard. Nu heeft de Spaanse regering al onder Franco een repatriéringsactie gevoerd. Bij de economische teruggang in veel Latijns-Amerikaanse landen en de gelijk tijdige vooruitgang in het „Madrc Patria", zoals de Latijns-Amerikanen Spanje noe men, maakten veel technici, maar ook on geschoolde arbeidskrachten gebruik van het aanbod, zich op staatskosten in Spanje te vestigen, dat hun vaderland of dat van hun vaderen geweest was. Daarbij zijn dc tegenstellingen tussen Franco- Spanjaarden en toenmalige Republikeinen - vooral in de tweede generatic - voor het grootste deel afgevlakt. Uitlatingen in Madrid doen vermoeden dat de Spaanse monarchie de vroegere emi granten - zonder rekening te houden met hun politieke verleden - tot terugkeer zal aansporen, op voorwaarde dat zy geen on rustfactor vormen. Als politieke macht be staat nog de „Spaanse Republikeinse rege ring in ballingschap". President is de 72- jarige Francisco Valera, en verder zijn er drie ministers, die in Mexico. Parijs en Bue nos Aires wonen. Scherpe tegenstellingen zoals nu tussen de socialisten en communisten in Portugal aan dc dag treden, bestaan onder de Spaanse Republikeinen niet. Verder hebben alleen Mexico en Joegoslavië, die nooit betrekkin gen hebben aangeknoopt met het Spanje van Franco, uitsluitend de regering-in- ballingschap erkend. Het zal van de mate van democratisering afhangen of prominente Republikeinen zich in het normale Spaanse staatsleven zullen kunnen inwerken. Vrije verkiezingen in Spanje zouden het einde betekenen van het bestaansrecht van de regering-in- ballingschap. Het aantal „onderdanen" is toch al danig verminderd Van de ongeveer 20.000 Franco-vluchtelingen die in Mexico asiel zochten, zullen er misschien nog zo'n 5000 leven. De gemiddelde leeftijd van hen moet de 60 jaar te boven gaan. De overtocht van leden van deze generatie is alleen bij uitzondering denkbaar en hangt af van de faciliteiten die de Spaanse regering hun zal bieden. De beslissing om al dan niet terug te keren naar het oude vaderland, berust niet op een collectieve maar op een individuele besluit vorming. Zoals bij alle vluchtelingengroepe- ringen, is ook bij de Spanjaarden het gene ratieprobleem erg belangrijk. Ook in de tweede en derde generatie is. zoals talrijke verenigingen in Latijns-Amerika bewijzen, een bepaald nationaliteitsbewustzijn be waard gebleven. Maar het dansen van de „Jota-jota" is wel iets anders dan een terugkeer naar Spanje. Aan dat laatste zal een goede economische basis ten grondslag moeten liggen. In een uitnodiging int terne-keer aan de naar Latijns-Amerika gevluchte Spaanse Repu blikeinen kan men daarom niet veel meer zien dan een demonstratie van goede wil en van een enigszins veranderde staatspo- litiek.

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 1976 | | pagina 4