„Geef de Antillen er nu alvast een zelfstandigheid bij stukje DRIEMAAL OPUS DRIE, (VP-KAMERLID PIET VAN ZEIL, DESKUNDIGE VOOR'DE WEST': '6 ATEBOAG 17 JANUARI 1976 PROVINCIALE ZEEUWSE COURANT 19 Het koninkrijk der Nederlanden is in 1975 gekrompen. Suri name werd een zelfstandige republiek. Wordt 1976 het jaar van de eerste schoorvoetende stappen op een waarschijnlijk veel langere weg naar de staatkundige onafhankelijkheid van de Nederlandse Antillen? En blijven die Antillen bij el kaar zoals ze nu onder de 'paraplu' van het Statuut voor het Koninkrijk (1954) zijn verenigd? Er is de laatste tijd nogal wat politiek lawaai op de Antillen dat rechtstreeks te ma ken heeft met die toekomstige positie'. Op Aruba heeft de grootste politieke (regerings)partij, de MEP (Movimiento Electoral di Pueblo) enkele afscheidingsavonturen achter de rug. De rebellerenden in de partij willen aansturen op een onafhankelijkheid voor Aruba alleen, zonder het verband van de andere vijf eilanden. Drie MEP-ministers zijn al uit de regering-Evertz gewipt omdat ze op eigen gelegenheid buitenlandse bezoeken aan Venezuela hadden ondernomen, steun zoekend voor hun streven. Afgelopen week heeft mi nister Van der Stoel (buitenlandse zaken) Venezuela be zocht om daar enige zaken recht te zetten en een aantal kwesties te regelen, onder meer de grenzen van het olierijke plat van de Antillen, In de loop van februari gaat minister De Gaay Fortman (koninkrijkszaken) naar de Antillen. 5J Van een onzer redacteuren DEN HAAG - „We moeten er voor zorgen dat de aanloop van de Antillen naar de onafhankelijkheid - zeker in de laatste fase - anders zal zijn dan die in Suriname en dat de startposi tie een betere is. Er is nu alle gelegenheid om aan een planma tige voorbereiding van de onafhankelijkheid - de Antillen staan die zelf voor - duidelijk inhoud te geven. In 1976 loopt het huidige vijfjarenplan af, dus alles moet toch op tafel ko men". Het KVP-kamerlid Piet van Zeil, doorgewinterd des kundige in de vaste kamercommissie voor 'de West', vindt dat Nederland en de Antillen nu hun les kunnen trekken uit de Surinaamse gang naar de onafhankelijkheid. „We zijn er sa men getuige van geweest hoe het daar is gegaan, we hebben er samen ervaringen kunnen opdoen, daar kunnen we nu samen ons voordeel mee doen". Een meerderheid in de tweede kamer I voelt er niets voor om een datum te noemen waarop de staatkundige zelf standigheid van de Nederlandse An- tillen een feit moet zijn. De progres- sieve drie hebben dat destijds in hun 1 programma 'Keerpunt' wei gedaan: uiterlijk 1 januari 1976, tegelijk met i Suriname. Maar die datum is intus- sen gepasseerd. Vooral ook omdat de Antilliaanse premier Juancho Evertz meer dan eens officieel zeer ronduit i aan Nederland heeft duidelijk ge- maakt dat zijn regering geen haast- i werk wenst te maken van de onaf- i hankeüjkheid wordt er in Haagse po- i lltieke kringen nu ook wat voorzich- tiger met jaartallen omgesprongen, i Van Zeil: „Er bestaat in de kamer 1 geen verschil van mening over dat het beleid gericht moet zijn op onaf hankelijkheid van de Antillen en dat Nederland daaraan zo veel mogelijk medewerking moet verlenen. Alleen vindt de meerderheid dat het invul len ervan - het tempo waarin dus, de wijze en het tijdstip waarop - een zaak is van de Antillen zelf. Nu pre cies een jaar geleden heeft minister president Evertz in een brief aan zijn collega Den Uyl uiteengezet dat de Antillen de weg naar de onafhanke lijkheid in een aantal etappes willen doorlopen. In dat epistel heeft hij te gelijkertijd een beroep gedaan op hulp van Nederlandse kant, financi eel en met deskundigheid". Eerst plan op tafel de resultaten het moment te laten bepalen waarop zij zich gereed voelen voor de onafhankelijkheid. Boven dien zou je eens kunnen nagaan of je de Antillen in die tussentijd niet al vast wat meer zelfstandigheid kan geven dan vandaag de dag op grond van het statuut het geval is. 'Rek in statuut'? Het statuut regelt 'dat de Antillen intern zelfbestuur hebben en dn', buitenlandse betrekkingen en de fensie zaken zijn van de konin krijksregering. Hoeveel rek zit er dan in de staatkundige overeen komst als je het statuut als zoda nig intact wil laten j Sinds het 'vertrek' van Suriname uit het koninkrijk is het statuut j van 1954 een overeenkomst tussen trs geworden: Neder- Antillen. Als het nu vel een aantal jaren zal vrdat de Antillen heie ngen benen staan, moet n dat statuut van twintig jaar geleden in die tussentijd niet wat gesleuteld worden Van Zeil: „De recente ervaringen met Suriname hebben ons aan het ver stand gebracht dat we in het verle den tegenover onze koninkrijkspart ners wel wat tekort geschoten zijn. Als ik bijvoorbeeld denk aan de na- ticvorming, - dan hebben wc daar mee geen hoge rapportcijfers be haald. Van een alles omvattende ontwikkeling (sociaal-economisch, fi nancieel. cultureel en educatief) tegenover Suriname en de Antillen kan tot op heden niet gesproken worden. En dan hebben we er onvol doende aan meegewerkt dat ginds een eigen kader kon worden opge bouwd. Niet bij functies in de sfeer van de overheid, niet bij het bedrijfs leven en niét ïn. de samenleving. Ópk m de Antillen worden op het ogenblik nog veel van die functies door niet- Antillianen bezet. Aan de natievor ming in Suriname kunnen we nu van Nederland uit niets meer bijdragen. En wat die andere vergeten hoofd stukken betreft proberen we een en ander goed te maken via dat veel omvattende meerjarenontwikke- Jingsprogramma. Met de Antillen zou den we tot een samenspraak kunnen komen om in de eerstvolgende jaren op al deze gebieden tot een meer gede gen voorbereiding op de onafhanke lijkheid te geraken. Ik zou het erg gelukkig vinden als zo'n integraal ontwikkelingsplan er dit jaar zou kunnen komen. Als we met de Antillen daarover tot een ak koord zouden kunnen komen hebben we er nog een maand of tien voor om dat plan op te stellen. Dat is dan een andere volgorde van ontwikkelingen dan rondom Suriname is aangehou den: eerst een plan op gang brengen en vervolgens de Antillen de gele genheid geven om aan de hand van Het KVP-kamerlid Piet van 'Zeil (49) heeft zich de laatste jaren in tensief bezig gehouden met de problematiek van Suriname en de Nederlandse Antillen. Zijn be moeienissen met 'De West' reiken overigens verder terug dan zijn kamerlidmaatschap dat van 1972 dateert. Al in 1964 werd Van Zeil, afkomstig 7Lit de vakbeweging van het NKV, als bemiddelaar aange trokken bij een conflict over de positie van het luchtvaartperso- neel op de Antillen, toen er sprake was van de overgang van de KLM naar de ALM (Antilliaanse Lucht vaartmaatschappij). Enkele jaren later trad hij in dezelfde hoeda nigheid op bij moeilijkheden on der het Surinaamse luchtvaart- personeel. Als lid van diverse par lementaire delegaties heeft Van Zeil de laatste jaren talrijke be zoeken gebracht aan de rijksdelen en er veel contacten gelegd. Foto GPD - Cees Zom) Van Zeil: „Je zou je kunnen voorstel len dat de Antillen een stukje zelf standigheid wordt gegeven in de op bouw van buitenlandse betrekkingen binnen de 'Caraibische regio'. Bij voorbeeld het afsluiten van economi sche verdragen zoals onlangs met de Verenigde Staten een akkoord is be reikt over de vrije invoer van 2500 produkten die op de Antillen worden vervaardigd. Je zou kunnen denken aan een samenspraak met hogescho len en universiteiten in het Carai- bisch gebied. Erkenning van eikaars middelbare opleidingen en toelating van leerlingen aan die opleidingen op eikaars universiteiten. Daarmee voorkom je dat mensen die dergelijke opleidingen willen volgen altijd naar Nederland of naar de Verenigde Sta ten moeten gaan. Het voordeel zou kunnen zijn dat je op de Antillen een kader kweekt dat meer op de eigen Caraibische wereld en minder op West-Europa of de Verenigde Staten is georiënteerd. Je zou kunnen den ken aan een aantal luchtvaartpoli- tieke betrekkingen. Minister Van der Stoel is afgelopen week naar Vene zuela geweest om over onder meer dit soort zaken van dc Antillen te praten. Ik sluit toch met uit dat je Venezuela en de Antillen voor deze luchtvaartzaken zelf rond de tafel kunt brengen. En datzelfde geldt voor andere luchtvaartbetrekkingen en scheepvaartpolitieke zaken. Diplomaten Andere zaak: de opleiding van di plomaten.. Suriname en de Neder landse Antillen zullen natuurlijk rióoit zoveel ambassades en consula ten in de wereld krijgen als Neder land heeft. Dat is alleen al financieel niet op te brengen. Maar toch altijd nog een aantal van betekenis. We hebben vorig jaar gezien hoe dat in Suriname ging Er moest op het laat' ste nippertje een noodprogramma van spoedcursussen voor de oplei ding van diplomaten komen. Bij de Antillen kunnen we het anders doen. Niet alleen in de opleiding maar ook bijvoorbeeld in het laten lopen van stages bij consulaten en ambassades. Echt. als je goed gaat zoeken is er ze ker een aantal gebieden waarop je kunt zeggen: „Antillen, maak een nieuw stuk zelfstandigheid maar waar En of je bij al die zaken nu zo star moet vasthouden aan wat het statuut voorschrijft vind ik eigenlijk niet belangrijk. Het kan allemaal ho ren bij die planmatige voorbereiding op de onafhankelijkheid". Aruba'sMEP Met de drukte rondom de onaf hankelijkheid van Suriname is de zaak van de Antillen vorig jaar wat blijven liggen. Hoe taxeert u de discussie over de onafhanke lijkheid van de Antillen op dit moment 7 Komt die in een versnel ling als gevolg van de moeilijkhe den met de voormaligei Aru baanse iregeringspartij MEP Van Zeil: ..De onafhankelijkheid is wel in duscussie op de Antillen maar naar mijn gevoel op een heel be scheiden manier. - ik zou zelfs willen zeggen: op een helaas te bescheiden manier. Het bedrijfsleven op Aruba is ermee begonnen: dat op Curatjao is 'Vitale' maten van de Antillen en Zeeland DEN HAAG - Waar praten we over als het gaat om hei laatste rijksdeel onder het statuut van het koninkrijk in 'de West', de Nederlandse Antillen? De vaste commissie uit de tweede kamer voor koninklijkszaken heeft in het voorlopige verslag op de begroting 1976 een vergelijking gemaakt met Zeeland, „een voor malige Nederlandse eilandprovin- cie". De kamercommissie heeft daarin het volgende berekend: in landoppervlakte meten de Nederlandse Antillen iets meer dan de helft (57%. 1019 km2) van de provincie Zeeland: alle Antilliaanse eilanden bij elkaar hebben 211.000 inwoners en dat is 65% van de bevolking van Zeeland. De kamerleden zijn nog wat ver der gegaan in hun vergelijkingen. Curacao (473 km2 en 137.000 in woners) is bijna net zo groot als Zuid-Beveland en Tholen bij el kaar (450 km2 en 84.700 inwoners). Aruba (190 km2 en 60.000 inwo ners) komt een eind overeen met Walcheren (216 km2 en 94.900 in woners). Bonaire (288 km2 en 67.000 inwoners) is bijna net zo groot als Schouwen-Duiveland en Noord-Beveland samen (285 km2 en 30.000 inwoners). Saba (13 km2 en 1000 inwoners) heeft veel weg van Sint-Philipsland (16 km2 en 2.100 inwoners). En voor het Ne derlandse deel van Sint-Maarten en het eiland Sint- Eustatius (sa men 55 km2 groot en 6.000 inwo ners) moesten de kamerleden vol staan met een vergelijking met de oude waterschappen Cadzand, Groede en Braamst (55 km2 en 6.000 gevolgd. De vakbeweging op de An tillen was een half jaar geleden nog niet toe aan een discussie over deze problematiek. Het begint wel, maar daarmee ls het gezegd. Hét grote punt van discussie is op het ogenblik natuurlijk de spanning van uit de MEP 'Movimiento Electoral di Pueblo), de grootste partij op Aruba. Ik heb zelf het idee dat een groot ge deelte van deze partij op dit moment niet zou kiezen voor een volstrekte staatkundige zelfstandigheid van Aruba. Men staat een maximale zelfstandig heid voor. men wil meer zichzelf kun nen zijn, maar begrijpt tegelijk goed dat men niet buiten het Antilliaanse verband zal kunnen treden. Een deel - en niet het onbelangrijkste - wil naar een geheel zelfstandig Aruba. In het Nederlandse parlement en bij de Nederlandse regering gaat het om de zelfstandigheid van de zes Antil len bij elkaar. Ik vind dat wij op geen enkele wijze ook maar enige medewerking mogen en kunnen ge ven aan een staatkundig zelfstandige positie van Aruba. 'Zwakkeren helpen' Ik geef toe dat het volkenrechtelijk allemaal wat moeilijk zit met drie Benedenwindse en drie Bovenwindse eilanden achthonderd kilometer uit elkaar, maar door de geschiedenis heen is er ook een stuk gewoonte recht ontstaan, dat voor de sterksten in het Antilliaanse verband ook een stuk verantwoordelijkheid inhoudt voor de zwakkeren. En Aruba is rela tief het sterkste eiland. Daarmee hebben ze daar een extra verplich ting ten aanzien van Bonaire, Saba, St.-Eustatius en St.-Maarten. Niet al leen in economisch-financiële zin, maar ook in het beheer van de Antil len, het leveren van bestuurskracht, een inbreng in een stuk culturele ontwikkeling, onderwijs. Het zou ten koste gaan van die eilanden. Ik vind het ook niet juist om maar te zeggen: dan gaan die kleintjes maar naar Ca nada of de Verenigde Staten. Men zit nu eenmaal bij elkaar door de loop der dingen. Daar kan de huidige Ne derlandse generatie niets aan veran deren; daar moet de Antilliaanse ge neratie van vandaag ook niets aan kunnen veranderen. Nogmaals: de kaarten liggen hier in Nederland heel duidelijk. Naar mijn weten is er nie mand die wel eens even gauw een zelfstandig Aruba op de benen zal willen helpen. Bovendien geloof ik dat een snelle zelfstandigheid voor de eilanden binnen het Antilliaanse ver band ook voor Aruba een stuk vol doening zal kunnen zijn". 'Iets goed maken' Met Suriname is uitgebreid on derhandeld over financiering van WILLEMSTAD I Curacao i - Het historische presidentiele paleis m het oude hart van de stad. Foto Sdcusai en hulp bi) de uitvoering van een sociaal-economisch ontwikke lingsprogrammaEr kwam 3,5 miljard op tafel bij het afscheid Is daarmee ten opzichte van de Ne derlandse Antillen eenzelfde ver plichting gemaakt voor een ak koord over ontwikkelingssamen werking bij het vertrek uit het ko ninkrijk Van Zeil: „Wat voor de Antillen uit dc bus komt hoeft niet zonder meer het zelfde te zijn als wat we voor Suri name hebben gedaan. Wanneer we nu al op korte termijn kunnen beginnen met de uitvoering van een ontwikke lingsprogramma vóóraf is voor de Antillen de start bij de onafhanke lijkheid veel gunstiger dan die voor Suriname was en kan men bij die start minder morele aanspraken ma ken op Nederland. En dan: het ge middeld inkomen per hoofd ligt op de Antillen aanzienlijk hoger dan in Su riname. Daarmee is niets gezegd van een rechtvaardige verdeling van dat inkomen, maar het is wel een alge meen en globaal gegeven. Ik wil - en dat gold ook voor Suriname - niet praten over ereschulden en dergelij ke. We hebben als rijk land zonder meer een verplichting tegenover alle arme en straatarme landen in de we reld; alleen door onze historische binding gaat die verantwoordelijk heid in het bijzonder naar Suriname en de Antillen toe. Ik geloof dat we met zo'n programma de kans krijgen goed te maken wat we voor ons zelf vaststellen als tekortschietingen. We zullen dan wel moeten letten op een goede spreiding over de eilanden. Maar daar is nu juist dat overleg met de Antilliaanse regering voor nodig". In de spannende dagen rondom de 'geboorte' van de nieuwe republiek Suriname heeft het KVP-kamerlid Van Zeil achter de schermen nogal eens een bemiddelende rol gespeeld. Zijn door jarenlange contacten opge bouwde 'ervaring met de rijksdelen' kwam hem daarbij van pas. Mn Suri name gebeurt vee! op het laatste moment", bekent hij achteraf. „Ze zeggen daar: we hebben nog één mi nuut en die telt zestig seconden, dat is nog veel tijd". Hij is blij dat de ontknoping van de interne Suri naamse problemen in Paramaribo een gelukkige is geweest en dat het daama rustig is gebleven. Toch ziet hij de Antillen liever op een andere manier naar de onafhankelijkheid gaan. En daarom is het bijna een stopwoord voor hem geworden: ,Jk hoop dat iedereen zijn Surinaamse les goed heeft geleerd". KEES VAN DER MAAS illllllllllllllllllllllllil NIEUWE DICHTBUNDELS VAN KEES OUWENS, ANTON KORTEWEG EN JACOB GROOT Een stroming die er geweest is, is natuurlijk nooit helemaal weg of weg te denken. Al lijkt het soms dat hij geen enkele invloed meer heeft, of zelfs een tegendraadse. Wie per se niet abstract wil schilderen kan bij wijze van spreken door heel grondig de ab stracte schilderkunst te bestuderen toch een heleboel leren. Wat de dichters Kees Ouwens, Anton Korteweg en Jacob Groot betreft, die alle drie rondom 1970 hebben gedebuteerd, lijkt het wel of de Vijftigers en zelfs de Zestigers niet hebben bestaan. Zoals je ook niet ziet aan werk van heden daagse figuratieve schilders dat er ook men sen als Mondriaan of Marlow Moss hebben gewerkt. Ouwens, Korteweg en Groot presenteren hun derde bundel (van Ouwens verscheen in '68 ook nog een pro zawerk) en ze zouden alle drie eventueel tot de neo romantische natuurdichters kunnen worden gere gend. Nu zijn, in wezen, alle echte dichters wel roman tici; zakelijkheid en dichtkunst staan niet op al te be ste voet met elkaar, vandaar de miskramen als men net toch probeert (en sommigen proberen het een le venslang). Het eerst van deze drie debuteerde Kees Ouwens. na melijk in 1968 met 'Arcadia', waarvan mij niet veel meer is bijgebleven dan datzich daarin een jongeman, m casu waarschijnlijk de dichter zelf, met grote vlijt in vers na vers masturbeerde in een landelijke omgeving. De titel van zijn tweede bundel. 'Intieme handelingen' (1973) deed dus vermoeden dat het bij het oude geble ven was. Dat was niet zo, en in vijfjaar bleek Ouwens zich ontwikkeld te hebben tot een dichter met een echt, eigen geluid. Veertig gedichten die een mooie eenheid vormden, op het thema 'op weg van nergens ^WRens'. Nu, weer ruim twee jaar later verschijnt aan Als een beek', waarin de ontwikkeling wel conse quent wordt doorgetrokken, maar de verzen boeien me zelden meer, ze zijn al te talmend, en te abstract geworden. Dat is al te zien aan de vorm: meest heel erg lange regels, en verder vele tientallen, misschien wel honderden woorden die op 'heid' eindigen, het lij kt wel een obsessie. Het werd het althans voor mij als lezer. Op den duur begon ik eerst te kijken: waar staan de woorden op 'heid', en toen was het grondig mis, dat was duidelijk. In het gedicht 'Groen': in 17 regels: onbe stemdheid, strakheid, wijdheid, strafbaarheid, veel heid, zegbaarheid, groenheid. Het is vrij zinloos korte citaten uit zulke wijdlopige gedichten te geven; daarom citeer ik liever een wat korter gedicht in zijn geheel; het geeft een goede in druk van deze vrij gesloten, moeizame poëzie. ANTON In de ochtend met jong licht op de verblindende bloe sem in mei zoals aan mijn brein nog geen smet kleeft van de komende jaren en ik sta terecht in het gat van de deur omdat alles mijn plaats is omgeven door stralen welke nimbus te zien is voor hem die aan tafel het kauwen staakt van verbazing zijn kaak staat naar verdwazingmaar in de reinheid van de jeugd van de dag letterkundige kroniek door hans v\ tussen de schuren op het erf, tot over de weiden maar vooral in de keuken waar hij onbekleed kaatst op de plavuizen, geweld tot de galm waarin hij daar voor was getoonzet klinkt mijn groet als een tijding. Al met al lijkt me toch dat Kees Ouwens deze weg wel (consequent en bekwaam) ten einde is gelopen, en dat hij, wanneer hij althans door anderen verstaan wil worden, nu een andere richting in zal moeten slaan, Anton Korteweg debuteerde in 1971 met 'Niks geen Romantic Agony'; in 1973 volgde 'Eeuwig heimwee drijft hem voort' en zijn nieuwe bundel heet 'De stormwind van zijn hand'. Hij is. met deze publicatie, als je een beetje malicieus wilt zijn, geëindigd waar Ouwens begon: menig vers, ook het titelgevende, gaat over zelfbevrediging. Nu is dit uiteraard 'n onderwerp als ieder ander, en wonderlijk genoeg een van de laat ste sexuele taboe's. Er moet blijkbaar altijd iets blijven waarvoor we een zekere pudeur voelen. Reve is uit voerig in proza voorgegaan, de poëzie volgt in dit geval. Waarom deze meest verbreide sexuele daad ove rigens 2o zeer taboe is (niet met de bijbel aan komen dragen) is me een raadsel, maar daar gaat het nu niet over. De eerste regel van een pasverschenen (bij Van Oor schot) bundel van Herman de Coninck, .Zolang er sneeuw ligt', luidt: 'Januari, en we neuken ons warm' (zijn masturbatiegedicht, op p.44, 'Wiskunde' is een wrang grapje) - en zoiets is tegenwoordig gangbaar, op de film zie je ook haast niets anders meer. Of het een regel poëzie is. is punt twee. Maar een slotregel als 'en ik ruk en ik ruk en ik ruk' ('Ontkomen', van Korteweg) geeft voor menigeen toch nog een wat gênant beeld. Anton Korteweg met het huiskonijn 'Hannes Nogmaals: dit is gedragsstudie, het heeft slechts zijde lings met kunst of poëzie te maken. Net als in de poëzie van Kees Ouwens speelt ook hij Anton Korteweg de natuur, het buitenleven, een be langrijke rol. Zijn twee eerste bundels vond ik gaver en trefzekerder dan deze derde, die wat heterogeen uitge vallen is. Ook de reddende ironie blijft wel eens uit. Korteweg heeft hier in van allerlei stijlen en technie ken geschreven, en de verzen wel min of meer gegroe peerd (erotiek, religie, engagement) maar het is nog al verbrokkeld. Het interessantst vond ik de laatste cy clus, 'Tussen de rails', vijf gedichten naar aanleiding van een Gemengd Bericht in de krant, te lang om te citeren. Daarom een korter gedicht waar ik de fout» die het in de bundel ongenietbaar maakt, in heb gecorri geerd: SINT SEBASTIAAN Bijna vallen de pijlen weg tegen beboste achtergrond; ze lijken niet afgeschoten, maar op t lijf gezet De ogen niet gebroken. Kijkje met half-gesloten ogen, dan zie je die pijlen niet. Je ziet een naakte maja in een donker bed, handen in overgave boven 't hoofd, de ogen in extase weggedraaid - de borsten blijven ontbreken. De bladzijde 'Aantekeningen', tja, ik weet niet. Het doet wat pretentieus aan. en anderzijds zijn ze bitter noodzakelijk voor menigeen. Maar nee, liever toch niet. Laten we die bewaren voor later, als het dan nog nodig mocht blijken. Jacob Groot debuteerde in 1970 onder een mooi, iro nisch romantisch pseudoniem: 'Jacob der Meistersan- ger'. 'Net als vroeger" heette die bundeL Bij zijn tweede, 'Uit de diepten' (1972) liet hij het pseudoniem los, maar de toon van zijn gedichten bleef even elegisch, haast archaïsch. Zijn nieuwe bundel heet 'Op Komst'. Groot gebruikt (ook in zijn vorige bundels) soms een wat wonderlijke beeldspraak die ik nietaltijd volgen kan of wil: 'straten die vies en grauw/te wachten lagen of een tombe riep'; "zonder een krak is mijn hart niet geble ven/maar mijn lichaam glanst als ccn kind!' Etc. En beslist erg vind ik van die oude misbaksels die, mèt de Criteriumpoëzie voorgoed begraven leken: 'binnen de donkere droom van het bloed' etc. Ze zijn óok weer terug. 'Want een heilig schrift/heeft een harde weti: alles wat duurzaam is start in een drift' schrijft Jacob Groot ergens. Nu is het hoofdkenmerk van zijn poëzie eerder een alles doordringende tederheid, dan echt drift. Het is juist de tederheid, het lieve, dat zijn nog al wankele, breed sprakige. weerloze poëzie vaak redt. zoals in de cvclus 'Lessen van Liefde', waarvan ik I en de hele reeks H het beste uit de hele bundel vindt: Zwanen sneeuwend, in de wind en duiven klapwiekend als rozen brengen vrede, gratie m als zij komt lopen door een zee stad, liggen in een stokoud huis, languit onze slaapbol snijdt: mirtebloesems branden op de vloer verspreid als haar ver vencijderde kleren - O tijd „„laat mij erin en eruitl Ook dit is een poëzie van 'buiten zijn'; de stad lijkt meestal ver weg. de beslotenheid van een kamer en de eenzaamheid vind je tenslotte overal. Kees Onwens: Als» Beek Aston Kortene*: De storm «tl ad Tan rijn hand, beide Athesaejun-Polak Vac Gennep. Amsterdam, paperbeek I2j0. gebonden 17.50. Jacob Groot: Op Komst, De Hannccrie, Singel 310. Amsterdam, 12^0.

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 1976 | | pagina 19