„Geef de Antillen
er nu alvast een
zelfstandigheid bij
stukje
DRIEMAAL OPUS DRIE,
(VP-KAMERLID PIET VAN ZEIL, DESKUNDIGE VOOR'DE WEST':
'6
ATEBOAG 17 JANUARI 1976
PROVINCIALE ZEEUWSE COURANT
19
Het koninkrijk der Nederlanden is in 1975 gekrompen. Suri
name werd een zelfstandige republiek. Wordt 1976 het jaar
van de eerste schoorvoetende stappen op een waarschijnlijk
veel langere weg naar de staatkundige onafhankelijkheid
van de Nederlandse Antillen? En blijven die Antillen bij el
kaar zoals ze nu onder de 'paraplu' van het Statuut voor het
Koninkrijk (1954) zijn verenigd? Er is de laatste tijd nogal
wat politiek lawaai op de Antillen dat rechtstreeks te ma
ken heeft met die toekomstige positie'. Op Aruba heeft de
grootste politieke (regerings)partij, de MEP (Movimiento
Electoral di Pueblo) enkele afscheidingsavonturen achter de
rug. De rebellerenden in de partij willen aansturen op een
onafhankelijkheid voor Aruba alleen, zonder het verband
van de andere vijf eilanden. Drie MEP-ministers zijn al uit
de regering-Evertz gewipt omdat ze op eigen gelegenheid
buitenlandse bezoeken aan Venezuela hadden ondernomen,
steun zoekend voor hun streven. Afgelopen week heeft mi
nister Van der Stoel (buitenlandse zaken) Venezuela be
zocht om daar enige zaken recht te zetten en een aantal
kwesties te regelen, onder meer de grenzen van het olierijke
plat van de Antillen, In de loop van februari gaat minister
De Gaay Fortman (koninkrijkszaken) naar de Antillen.
5J
Van een onzer redacteuren
DEN HAAG - „We moeten er voor zorgen dat de aanloop van
de Antillen naar de onafhankelijkheid - zeker in de laatste
fase - anders zal zijn dan die in Suriname en dat de startposi
tie een betere is. Er is nu alle gelegenheid om aan een planma
tige voorbereiding van de onafhankelijkheid - de Antillen
staan die zelf voor - duidelijk inhoud te geven. In 1976 loopt
het huidige vijfjarenplan af, dus alles moet toch op tafel ko
men". Het KVP-kamerlid Piet van Zeil, doorgewinterd des
kundige in de vaste kamercommissie voor 'de West', vindt dat
Nederland en de Antillen nu hun les kunnen trekken uit de
Surinaamse gang naar de onafhankelijkheid. „We zijn er sa
men getuige van geweest hoe het daar is gegaan, we hebben er
samen ervaringen kunnen opdoen, daar kunnen we nu samen
ons voordeel mee doen".
Een meerderheid in de tweede kamer
I voelt er niets voor om een datum te
noemen waarop de staatkundige zelf
standigheid van de Nederlandse An-
tillen een feit moet zijn. De progres-
sieve drie hebben dat destijds in hun
1 programma 'Keerpunt' wei gedaan:
uiterlijk 1 januari 1976, tegelijk met
i Suriname. Maar die datum is intus-
sen gepasseerd. Vooral ook omdat de
Antilliaanse premier Juancho Evertz
meer dan eens officieel zeer ronduit
i aan Nederland heeft duidelijk ge-
maakt dat zijn regering geen haast-
i werk wenst te maken van de onaf-
i hankeüjkheid wordt er in Haagse po-
i lltieke kringen nu ook wat voorzich-
tiger met jaartallen omgesprongen,
i Van Zeil: „Er bestaat in de kamer
1 geen verschil van mening over dat
het beleid gericht moet zijn op onaf
hankelijkheid van de Antillen en dat
Nederland daaraan zo veel mogelijk
medewerking moet verlenen. Alleen
vindt de meerderheid dat het invul
len ervan - het tempo waarin dus, de
wijze en het tijdstip waarop - een
zaak is van de Antillen zelf. Nu pre
cies een jaar geleden heeft minister
president Evertz in een brief aan zijn
collega Den Uyl uiteengezet dat de
Antillen de weg naar de onafhanke
lijkheid in een aantal etappes willen
doorlopen. In dat epistel heeft hij te
gelijkertijd een beroep gedaan op
hulp van Nederlandse kant, financi
eel en met deskundigheid".
Eerst plan op tafel
de resultaten het moment te laten
bepalen waarop zij zich gereed voelen
voor de onafhankelijkheid. Boven
dien zou je eens kunnen nagaan of je
de Antillen in die tussentijd niet al
vast wat meer zelfstandigheid kan
geven dan vandaag de dag op grond
van het statuut het geval is.
'Rek in statuut'?
Het statuut regelt 'dat de Antillen
intern zelfbestuur hebben en dn',
buitenlandse betrekkingen en de
fensie zaken zijn van de konin
krijksregering. Hoeveel rek zit er
dan in de staatkundige overeen
komst als je het statuut als zoda
nig intact wil laten
j Sinds het 'vertrek' van Suriname
uit het koninkrijk is het statuut
j van 1954 een overeenkomst tussen
trs geworden: Neder-
Antillen. Als het nu
vel een aantal jaren zal
vrdat de Antillen heie
ngen benen staan, moet
n dat statuut van twintig
jaar geleden in die tussentijd niet
wat gesleuteld worden
Van Zeil: „De recente ervaringen met
Suriname hebben ons aan het ver
stand gebracht dat we in het verle
den tegenover onze koninkrijkspart
ners wel wat tekort geschoten zijn.
Als ik bijvoorbeeld denk aan de na-
ticvorming, - dan hebben wc daar
mee geen hoge rapportcijfers be
haald. Van een alles omvattende
ontwikkeling (sociaal-economisch, fi
nancieel. cultureel en educatief)
tegenover Suriname en de Antillen
kan tot op heden niet gesproken
worden. En dan hebben we er onvol
doende aan meegewerkt dat ginds
een eigen kader kon worden opge
bouwd. Niet bij functies in de sfeer
van de overheid, niet bij het bedrijfs
leven en niét ïn. de samenleving. Ópk
m de Antillen worden op het ogenblik
nog veel van die functies door niet-
Antillianen bezet. Aan de natievor
ming in Suriname kunnen we nu van
Nederland uit niets meer bijdragen.
En wat die andere vergeten hoofd
stukken betreft proberen we een en
ander goed te maken via dat veel
omvattende meerjarenontwikke-
Jingsprogramma. Met de Antillen zou
den we tot een samenspraak kunnen
komen om in de eerstvolgende jaren
op al deze gebieden tot een meer gede
gen voorbereiding op de onafhanke
lijkheid te geraken.
Ik zou het erg gelukkig vinden als
zo'n integraal ontwikkelingsplan er
dit jaar zou kunnen komen. Als we
met de Antillen daarover tot een ak
koord zouden kunnen komen hebben
we er nog een maand of tien voor om
dat plan op te stellen. Dat is dan een
andere volgorde van ontwikkelingen
dan rondom Suriname is aangehou
den: eerst een plan op gang brengen
en vervolgens de Antillen de gele
genheid geven om aan de hand van
Het KVP-kamerlid Piet van 'Zeil
(49) heeft zich de laatste jaren in
tensief bezig gehouden met de
problematiek van Suriname en de
Nederlandse Antillen. Zijn be
moeienissen met 'De West' reiken
overigens verder terug dan zijn
kamerlidmaatschap dat van 1972
dateert. Al in 1964 werd Van Zeil,
afkomstig 7Lit de vakbeweging van
het NKV, als bemiddelaar aange
trokken bij een conflict over de
positie van het luchtvaartperso-
neel op de Antillen, toen er sprake
was van de overgang van de KLM
naar de ALM (Antilliaanse Lucht
vaartmaatschappij). Enkele jaren
later trad hij in dezelfde hoeda
nigheid op bij moeilijkheden on
der het Surinaamse luchtvaart-
personeel. Als lid van diverse par
lementaire delegaties heeft Van
Zeil de laatste jaren talrijke be
zoeken gebracht aan de rijksdelen
en er veel contacten gelegd.
Foto GPD - Cees Zom)
Van Zeil: „Je zou je kunnen voorstel
len dat de Antillen een stukje zelf
standigheid wordt gegeven in de op
bouw van buitenlandse betrekkingen
binnen de 'Caraibische regio'. Bij
voorbeeld het afsluiten van economi
sche verdragen zoals onlangs met de
Verenigde Staten een akkoord is be
reikt over de vrije invoer van 2500
produkten die op de Antillen worden
vervaardigd. Je zou kunnen denken
aan een samenspraak met hogescho
len en universiteiten in het Carai-
bisch gebied. Erkenning van eikaars
middelbare opleidingen en toelating
van leerlingen aan die opleidingen op
eikaars universiteiten. Daarmee
voorkom je dat mensen die dergelijke
opleidingen willen volgen altijd naar
Nederland of naar de Verenigde Sta
ten moeten gaan. Het voordeel zou
kunnen zijn dat je op de Antillen een
kader kweekt dat meer op de eigen
Caraibische wereld en minder op
West-Europa of de Verenigde Staten
is georiënteerd. Je zou kunnen den
ken aan een aantal luchtvaartpoli-
tieke betrekkingen. Minister Van der
Stoel is afgelopen week naar Vene
zuela geweest om over onder meer
dit soort zaken van dc Antillen te
praten. Ik sluit toch met uit dat je
Venezuela en de Antillen voor deze
luchtvaartzaken zelf rond de tafel
kunt brengen. En datzelfde geldt
voor andere luchtvaartbetrekkingen
en scheepvaartpolitieke zaken.
Diplomaten
Andere zaak: de opleiding van di
plomaten.. Suriname en de Neder
landse Antillen zullen natuurlijk
rióoit zoveel ambassades en consula
ten in de wereld krijgen als Neder
land heeft. Dat is alleen al financieel
niet op te brengen. Maar toch altijd
nog een aantal van betekenis. We
hebben vorig jaar gezien hoe dat in
Suriname ging Er moest op het laat'
ste nippertje een noodprogramma
van spoedcursussen voor de oplei
ding van diplomaten komen. Bij de
Antillen kunnen we het anders doen.
Niet alleen in de opleiding maar ook
bijvoorbeeld in het laten lopen van
stages bij consulaten en ambassades.
Echt. als je goed gaat zoeken is er ze
ker een aantal gebieden waarop je
kunt zeggen: „Antillen, maak een
nieuw stuk zelfstandigheid maar
waar En of je bij al die zaken nu zo
star moet vasthouden aan wat het
statuut voorschrijft vind ik eigenlijk
niet belangrijk. Het kan allemaal ho
ren bij die planmatige voorbereiding
op de onafhankelijkheid".
Aruba'sMEP
Met de drukte rondom de onaf
hankelijkheid van Suriname is de
zaak van de Antillen vorig jaar
wat blijven liggen. Hoe taxeert u
de discussie over de onafhanke
lijkheid van de Antillen op dit
moment 7 Komt die in een versnel
ling als gevolg van de moeilijkhe
den met de voormaligei Aru
baanse iregeringspartij MEP
Van Zeil: ..De onafhankelijkheid is
wel in duscussie op de Antillen maar
naar mijn gevoel op een heel be
scheiden manier. - ik zou zelfs willen
zeggen: op een helaas te bescheiden
manier. Het bedrijfsleven op Aruba is
ermee begonnen: dat op Curatjao is
'Vitale' maten
van de Antillen
en Zeeland
DEN HAAG - Waar praten we
over als het gaat om hei laatste
rijksdeel onder het statuut van
het koninkrijk in 'de West', de
Nederlandse Antillen?
De vaste commissie uit de tweede
kamer voor koninklijkszaken
heeft in het voorlopige verslag op
de begroting 1976 een vergelijking
gemaakt met Zeeland, „een voor
malige Nederlandse eilandprovin-
cie".
De kamercommissie heeft daarin
het volgende berekend:
in landoppervlakte meten de
Nederlandse Antillen iets meer
dan de helft (57%. 1019 km2)
van de provincie Zeeland:
alle Antilliaanse eilanden bij
elkaar hebben 211.000 inwoners
en dat is 65% van de bevolking
van Zeeland.
De kamerleden zijn nog wat ver
der gegaan in hun vergelijkingen.
Curacao (473 km2 en 137.000 in
woners) is bijna net zo groot als
Zuid-Beveland en Tholen bij el
kaar (450 km2 en 84.700 inwoners).
Aruba (190 km2 en 60.000 inwo
ners) komt een eind overeen met
Walcheren (216 km2 en 94.900 in
woners). Bonaire (288 km2 en
67.000 inwoners) is bijna net zo
groot als Schouwen-Duiveland en
Noord-Beveland samen (285 km2
en 30.000 inwoners). Saba (13 km2
en 1000 inwoners) heeft veel weg
van Sint-Philipsland (16 km2 en
2.100 inwoners). En voor het Ne
derlandse deel van Sint-Maarten
en het eiland Sint- Eustatius (sa
men 55 km2 groot en 6.000 inwo
ners) moesten de kamerleden vol
staan met een vergelijking met de
oude waterschappen Cadzand,
Groede en Braamst (55 km2 en
6.000
gevolgd. De vakbeweging op de An
tillen was een half jaar geleden nog
niet toe aan een discussie over deze
problematiek. Het begint wel, maar
daarmee ls het gezegd.
Hét grote punt van discussie is op het
ogenblik natuurlijk de spanning van
uit de MEP 'Movimiento Electoral di
Pueblo), de grootste partij op Aruba.
Ik heb zelf het idee dat een groot ge
deelte van deze partij op dit moment
niet zou kiezen voor een volstrekte
staatkundige zelfstandigheid van
Aruba.
Men staat een maximale zelfstandig
heid voor. men wil meer zichzelf kun
nen zijn, maar begrijpt tegelijk goed
dat men niet buiten het Antilliaanse
verband zal kunnen treden. Een deel
- en niet het onbelangrijkste - wil
naar een geheel zelfstandig Aruba.
In het Nederlandse parlement en bij
de Nederlandse regering gaat het om
de zelfstandigheid van de zes Antil
len bij elkaar. Ik vind dat wij op
geen enkele wijze ook maar enige
medewerking mogen en kunnen ge
ven aan een staatkundig zelfstandige
positie van Aruba.
'Zwakkeren helpen'
Ik geef toe dat het volkenrechtelijk
allemaal wat moeilijk zit met drie
Benedenwindse en drie Bovenwindse
eilanden achthonderd kilometer uit
elkaar, maar door de geschiedenis
heen is er ook een stuk gewoonte
recht ontstaan, dat voor de sterksten
in het Antilliaanse verband ook een
stuk verantwoordelijkheid inhoudt
voor de zwakkeren. En Aruba is rela
tief het sterkste eiland. Daarmee
hebben ze daar een extra verplich
ting ten aanzien van Bonaire, Saba,
St.-Eustatius en St.-Maarten. Niet al
leen in economisch-financiële zin,
maar ook in het beheer van de Antil
len, het leveren van bestuurskracht,
een inbreng in een stuk culturele
ontwikkeling, onderwijs. Het zou ten
koste gaan van die eilanden. Ik vind
het ook niet juist om maar te zeggen:
dan gaan die kleintjes maar naar Ca
nada of de Verenigde Staten. Men zit
nu eenmaal bij elkaar door de loop
der dingen. Daar kan de huidige Ne
derlandse generatie niets aan veran
deren; daar moet de Antilliaanse ge
neratie van vandaag ook niets aan
kunnen veranderen. Nogmaals: de
kaarten liggen hier in Nederland heel
duidelijk. Naar mijn weten is er nie
mand die wel eens even gauw een
zelfstandig Aruba op de benen zal
willen helpen. Bovendien geloof ik
dat een snelle zelfstandigheid voor de
eilanden binnen het Antilliaanse ver
band ook voor Aruba een stuk vol
doening zal kunnen zijn".
'Iets goed maken'
Met Suriname is uitgebreid on
derhandeld over financiering van
WILLEMSTAD I Curacao i - Het
historische presidentiele paleis
m het oude hart van de stad.
Foto Sdcusai
en hulp bi) de uitvoering van een
sociaal-economisch ontwikke
lingsprogrammaEr kwam 3,5
miljard op tafel bij het afscheid Is
daarmee ten opzichte van de Ne
derlandse Antillen eenzelfde ver
plichting gemaakt voor een ak
koord over ontwikkelingssamen
werking bij het vertrek uit het ko
ninkrijk
Van Zeil: „Wat voor de Antillen uit dc
bus komt hoeft niet zonder meer het
zelfde te zijn als wat we voor Suri
name hebben gedaan. Wanneer we nu
al op korte termijn kunnen beginnen
met de uitvoering van een ontwikke
lingsprogramma vóóraf is voor de
Antillen de start bij de onafhanke
lijkheid veel gunstiger dan die voor
Suriname was en kan men bij die
start minder morele aanspraken ma
ken op Nederland. En dan: het ge
middeld inkomen per hoofd ligt op de
Antillen aanzienlijk hoger dan in Su
riname. Daarmee is niets gezegd van
een rechtvaardige verdeling van dat
inkomen, maar het is wel een alge
meen en globaal gegeven. Ik wil - en
dat gold ook voor Suriname - niet
praten over ereschulden en dergelij
ke. We hebben als rijk land zonder
meer een verplichting tegenover alle
arme en straatarme landen in de we
reld; alleen door onze historische
binding gaat die verantwoordelijk
heid in het bijzonder naar Suriname
en de Antillen toe. Ik geloof dat we
met zo'n programma de kans krijgen
goed te maken wat we voor ons zelf
vaststellen als tekortschietingen. We
zullen dan wel moeten letten op een
goede spreiding over de eilanden.
Maar daar is nu juist dat overleg met
de Antilliaanse regering voor nodig".
In de spannende dagen rondom de
'geboorte' van de nieuwe republiek
Suriname heeft het KVP-kamerlid
Van Zeil achter de schermen nogal
eens een bemiddelende rol gespeeld.
Zijn door jarenlange contacten opge
bouwde 'ervaring met de rijksdelen'
kwam hem daarbij van pas. Mn Suri
name gebeurt vee! op het laatste
moment", bekent hij achteraf. „Ze
zeggen daar: we hebben nog één mi
nuut en die telt zestig seconden, dat
is nog veel tijd". Hij is blij dat de
ontknoping van de interne Suri
naamse problemen in Paramaribo
een gelukkige is geweest en dat het
daama rustig is gebleven. Toch ziet
hij de Antillen liever op een andere
manier naar de onafhankelijkheid
gaan. En daarom is het bijna een
stopwoord voor hem geworden: ,Jk
hoop dat iedereen zijn Surinaamse
les goed heeft geleerd".
KEES VAN DER MAAS
illllllllllllllllllllllllil
NIEUWE DICHTBUNDELS VAN KEES OUWENS, ANTON KORTEWEG EN JACOB GROOT
Een stroming die er geweest is, is natuurlijk
nooit helemaal weg of weg te denken. Al
lijkt het soms dat hij geen enkele invloed
meer heeft, of zelfs een tegendraadse. Wie
per se niet abstract wil schilderen kan bij
wijze van spreken door heel grondig de ab
stracte schilderkunst te bestuderen toch
een heleboel leren. Wat de dichters Kees
Ouwens, Anton Korteweg en Jacob Groot
betreft, die alle drie rondom 1970 hebben
gedebuteerd, lijkt het wel of de Vijftigers en
zelfs de Zestigers niet hebben bestaan.
Zoals je ook niet ziet aan werk van heden
daagse figuratieve schilders dat er ook men
sen als Mondriaan of Marlow Moss hebben
gewerkt.
Ouwens, Korteweg en Groot presenteren hun derde
bundel (van Ouwens verscheen in '68 ook nog een pro
zawerk) en ze zouden alle drie eventueel tot de neo
romantische natuurdichters kunnen worden gere
gend. Nu zijn, in wezen, alle echte dichters wel roman
tici; zakelijkheid en dichtkunst staan niet op al te be
ste voet met elkaar, vandaar de miskramen als men
net toch probeert (en sommigen proberen het een le
venslang).
Het eerst van deze drie debuteerde Kees Ouwens. na
melijk in 1968 met 'Arcadia', waarvan mij niet veel
meer is bijgebleven dan datzich daarin een jongeman,
m casu waarschijnlijk de dichter zelf, met grote vlijt in
vers na vers masturbeerde in een landelijke omgeving.
De titel van zijn tweede bundel. 'Intieme handelingen'
(1973) deed dus vermoeden dat het bij het oude geble
ven was. Dat was niet zo, en in vijfjaar bleek Ouwens
zich ontwikkeld te hebben tot een dichter met een
echt, eigen geluid. Veertig gedichten die een mooie
eenheid vormden, op het thema 'op weg van nergens
^WRens'. Nu, weer ruim twee jaar later verschijnt
aan Als een beek', waarin de ontwikkeling wel conse
quent wordt doorgetrokken, maar de verzen boeien me
zelden meer, ze zijn al te talmend, en te abstract
geworden. Dat is al te zien aan de vorm: meest heel erg
lange regels, en verder vele tientallen, misschien wel
honderden woorden die op 'heid' eindigen, het lij kt wel
een obsessie. Het werd het althans voor mij als lezer.
Op den duur begon ik eerst te kijken: waar staan de
woorden op 'heid', en toen was het grondig mis, dat was
duidelijk. In het gedicht 'Groen': in 17 regels: onbe
stemdheid, strakheid, wijdheid, strafbaarheid, veel
heid, zegbaarheid, groenheid.
Het is vrij zinloos korte citaten uit zulke wijdlopige
gedichten te geven; daarom citeer ik liever een wat
korter gedicht in zijn geheel; het geeft een goede in
druk van deze vrij gesloten, moeizame poëzie.
ANTON
In de ochtend met jong licht op de verblindende bloe
sem in mei zoals aan mijn brein nog geen smet kleeft
van de komende jaren
en ik sta terecht in het gat van de deur omdat alles mijn
plaats is omgeven door stralen
welke nimbus te zien is voor hem die aan tafel het
kauwen staakt van verbazing
zijn kaak staat naar verdwazingmaar in de reinheid
van de jeugd van de dag
letterkundige kroniek door hans v\
tussen de schuren op het erf, tot over de weiden maar
vooral in de keuken waar hij onbekleed kaatst
op de plavuizen, geweld tot de galm waarin hij daar
voor was getoonzet klinkt mijn groet als een tijding.
Al met al lijkt me toch dat Kees Ouwens deze weg wel
(consequent en bekwaam) ten einde is gelopen, en dat
hij, wanneer hij althans door anderen verstaan wil
worden, nu een andere richting in zal moeten slaan,
Anton Korteweg debuteerde in 1971 met 'Niks geen
Romantic Agony'; in 1973 volgde 'Eeuwig heimwee
drijft hem voort' en zijn nieuwe bundel heet 'De
stormwind van zijn hand'. Hij is. met deze publicatie,
als je een beetje malicieus wilt zijn, geëindigd waar
Ouwens begon: menig vers, ook het titelgevende, gaat
over zelfbevrediging. Nu is dit uiteraard 'n onderwerp
als ieder ander, en wonderlijk genoeg een van de laat
ste sexuele taboe's. Er moet blijkbaar altijd iets blijven
waarvoor we een zekere pudeur voelen. Reve is uit
voerig in proza voorgegaan, de poëzie volgt in dit geval.
Waarom deze meest verbreide sexuele daad ove
rigens 2o zeer taboe is (niet met de bijbel aan komen
dragen) is me een raadsel, maar daar gaat het nu niet
over.
De eerste regel van een pasverschenen (bij Van Oor
schot) bundel van Herman de Coninck, .Zolang er
sneeuw ligt', luidt: 'Januari, en we neuken ons warm'
(zijn masturbatiegedicht, op p.44, 'Wiskunde' is een
wrang grapje) - en zoiets is tegenwoordig gangbaar, op
de film zie je ook haast niets anders meer. Of het een
regel poëzie is. is punt twee. Maar een slotregel als 'en
ik ruk en ik ruk en ik ruk' ('Ontkomen', van Korteweg)
geeft voor menigeen toch nog een wat gênant beeld.
Anton Korteweg met het huiskonijn 'Hannes
Nogmaals: dit is gedragsstudie, het heeft slechts zijde
lings met kunst of poëzie te maken.
Net als in de poëzie van Kees Ouwens speelt ook hij
Anton Korteweg de natuur, het buitenleven, een be
langrijke rol. Zijn twee eerste bundels vond ik gaver en
trefzekerder dan deze derde, die wat heterogeen uitge
vallen is. Ook de reddende ironie blijft wel eens uit.
Korteweg heeft hier in van allerlei stijlen en technie
ken geschreven, en de verzen wel min of meer gegroe
peerd (erotiek, religie, engagement) maar het is nog al
verbrokkeld. Het interessantst vond ik de laatste cy
clus, 'Tussen de rails', vijf gedichten naar aanleiding
van een Gemengd Bericht in de krant, te lang om te
citeren. Daarom een korter gedicht waar ik de fout» die
het in de bundel ongenietbaar maakt, in heb gecorri
geerd:
SINT SEBASTIAAN
Bijna vallen de pijlen weg
tegen beboste achtergrond; ze lijken
niet afgeschoten, maar op t lijf gezet
De ogen niet gebroken.
Kijkje met half-gesloten ogen, dan
zie je die pijlen niet. Je ziet
een naakte maja in een donker bed,
handen in overgave boven 't hoofd,
de ogen in extase weggedraaid -
de borsten blijven ontbreken.
De bladzijde 'Aantekeningen', tja, ik weet niet. Het
doet wat pretentieus aan. en anderzijds zijn ze bitter
noodzakelijk voor menigeen. Maar nee, liever toch
niet. Laten we die bewaren voor later, als het dan nog
nodig mocht blijken.
Jacob Groot debuteerde in 1970 onder een mooi, iro
nisch romantisch pseudoniem: 'Jacob der Meistersan-
ger'. 'Net als vroeger" heette die bundeL Bij zijn tweede,
'Uit de diepten' (1972) liet hij het pseudoniem los, maar
de toon van zijn gedichten bleef even elegisch, haast
archaïsch. Zijn nieuwe bundel heet 'Op Komst'. Groot
gebruikt (ook in zijn vorige bundels) soms een wat
wonderlijke beeldspraak die ik nietaltijd volgen kan of
wil: 'straten die vies en grauw/te wachten lagen of een
tombe riep'; "zonder een krak is mijn hart niet geble
ven/maar mijn lichaam glanst als ccn kind!' Etc.
En beslist erg vind ik van die oude misbaksels die, mèt
de Criteriumpoëzie voorgoed begraven leken: 'binnen
de donkere droom van het bloed' etc. Ze zijn óok weer
terug.
'Want een heilig schrift/heeft een harde weti: alles wat
duurzaam is start in een drift' schrijft Jacob Groot
ergens.
Nu is het hoofdkenmerk van zijn poëzie eerder een alles
doordringende tederheid, dan echt drift. Het is juist de
tederheid, het lieve, dat zijn nog al wankele, breed
sprakige. weerloze poëzie vaak redt. zoals in de cvclus
'Lessen van Liefde', waarvan ik I en de hele reeks H het
beste uit de hele bundel vindt:
Zwanen sneeuwend, in de wind en
duiven klapwiekend als rozen
brengen vrede, gratie m
als zij komt lopen door een zee
stad, liggen in een stokoud huis,
languit onze slaapbol snijdt:
mirtebloesems branden op de vloer verspreid
als haar ver vencijderde kleren - O tijd
„„laat mij erin en eruitl
Ook dit is een poëzie van 'buiten zijn'; de stad lijkt
meestal ver weg. de beslotenheid van een kamer en de
eenzaamheid vind je tenslotte overal.
Kees Onwens: Als» Beek Aston Kortene*: De storm «tl ad Tan rijn
hand, beide Athesaejun-Polak Vac Gennep. Amsterdam, paperbeek
I2j0. gebonden 17.50. Jacob Groot: Op Komst, De Hannccrie, Singel
310. Amsterdam, 12^0.